500
300
150
25
HrsteT blad
-rvo.
WOENSDAG
5 DECEMBER
©6e Jaargang
Uitgave: Firma F. VAN DE VELDE Jr., Walsfraat 58-80, Vlissingen. Telei. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
Gegarandeerde oplaag 5100 Ex.
GEMEENTEBESTUUR
Stads- en Provincienieuws
VL1SSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove
rige landen bij wekelijksche verzending/ 3.80, met Zondagsblad4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent.Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel. Kleine advertenties betreffendeHuur enVerhuur.Koop
enVerkoop, Dienstaanbiedingen en -Aanvragen van 15 regels 75 ct., iedere regel meer 15 ct
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
AFSLUITING AAGJE DEKENSTRAAT
TUSSCHEN BETJE WOLFPLEIN EN
SCHELDESTRAAT.
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
Blngen brengen ter openbare kennis, dat
door hen, krachtens een aan hen door Ge
deputeerde Staten van Zeeland verleende
vergunning, in verband met het leggen van
kebels de Aagje Dekestraat tusschen het
Betje Wolfplein en Scheldestraat, voor het
verkeer is afgesloten van 6 tot en met 11
pecember 1928.
Vlissingen, 5 December 1928.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
KAMER-OVERZICHT
EERSTE KAMER.
In de gisterenavond gehouden vergadering
deelde de voorzitter mede dat heden een
aantal wetsontwerpen in de afdeelingen zul
len worden onderzocht.
De Kamer keurde een 16-tal wetsontwer
pen zonder discussie of hoofdelijke stem
ming goed, waarna de openbare vergadering
werd verdaagd tot Dinsdag 18 December.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Onderwijs.
Minister Waszink is ook niet persona grata
in de Kamer. Hem wordt verweten dat hij te
weinig heeft tot stand gebracht. Tot op ze
kere hoogte is dat onbillijk omdat voor tot
stand koming altijd geld noodig is en daar
over heeft deze Minister in zijn eentje niet
to beslissen.
Onderwijs is altijd een troetelkind van
wie leden en men wil alle bezuinigingen die
als gevolg van de crisisjaren waren aange
bracht, heel snel herstellen. Van alle zijden
is aandrang op den Minister geoefend, maar
di Regeering had een tempo vastgesteld voor
dat herstel en daaraan zit de Minister vast.
Het is dus niet billijk alles den Minister aan
te wrijven. Maar, de Minister liet ook na ver
beteringen aan te brengen die niet zoo kost
baar waren. De opleiding van de onderwij
zers, het onderwijs aan zwakzinnige kinderen,
aan schipperskinderen, het nijverheidsonder-
Vijs, het voorbereidend lager onderwijs, aan
ai deze dingen deed de Minister niets of heel
weinig en hij heeft daardoor niet beantwoord
aan de verwachtingen, die men van hem
koesterde bij zijn optreden.
Aan de hoogere eischen die het volk stelt
aan het onderwijs voldoet het onderwijs niet
en de Regeering spant zich niet in om de
veranderingen en uitbreidingen bij te houden.
Aldus waren in het kort geformuleerd de
grieven, die verschillende leden tegen den
Minister van onderwijs hadden en zij gaven
daaraan op ondubbelzinnige wijze uiting. De
heeren Albarda en Oud deden het op felle,
scherpe wijze, mej. Westerman begreep wel
dat de financiën een rem vormden voor de
verbeteringen, maar de Minister kwam vol
gens hen zijn beloften niet na. Ook de heer
Moller was ontevreden over de werkmethode
van den Minister.
Voor den zes-en-twintigsten keer ging de
heer Duymaer van Twist te keer over de
houding van den Minister inzake de homoe-
pathie. Dr. De Visser luisterde tenminste
naar de voorstanders daarvan, doch deze
Minister was eenzijdig en werkte de homoe-
pathie opzettelijk tegen.
Het Friesch heeft ook zijn verdedigers
gevonden. Sommigen wenschen de kwestie
Van de Friesche taal eens door een commis
sie te laten onderzoeken.
De spellingkwestie kwam ook weer eens op
de proppen, maar de Minister voelt daarvoor
ook niets. Het besluit van den Minister om
vast te houden aan de oude spelling keurde
d<? heer Moller af. Hij wilde een weddenschap
aangaan dat geen enkel Kamerlid de spel-
>ng De Vries en Te Winkel zonder fouten
an schrijven. U wilt dus het recht om' fou-
te maken, interrumpeerde de heer
Heemskerk, waarop de heer Moller ant
woordde dat hij dit een dwaze opmerking
J^nd beneden de geestigheid van den heer
Heemskerk.
Het oude gekibbel over het openbaar en
het bizonder onderwijs is nog altijd niet van
het tooneel. Altijd duikt dit weer op en dat
zal wel zoo blijven, al is er ook nog zooveel
pacificatie.
De eenige zij het dan ook zwakke verdedi
ging van den Minister gaf de heer Zijlstra,
die erkende dat het onmogelijk was alle
wenschen te vervullen, die alle leden te sa
men hebben geuit op onderwijsgebied. Hij
keurde intusschen ook het beleid van den
Minister niet goed en begreep diens houding
tegenover het initiatief-ontwerp-Zijlstra in
zake de leerlingenschaal niet. Het geld voor
de uitvoering daarvan was wel aanwezig,
hetgeen bleek uit de indiening van het ont
werp van den Minister, dat feitelijk nog meer
zal kosten.
Minister Waszink laat het over het alge
n-een over zich heen gaan. Hij meent dat hij
gedaan heeft wat binnen de perken die door
de financiën gesteld werden, mogelijk was.
Hij heeft indertijd een volgorde vastgesteld
voor het herstel van de bezuiniging en daar
aan heeft hij vastgehouden.
De algemeene beschouwingen betroffen
niet alleen het algemeen beleid van den
Minister, maar daalden ook in details af van
de verschillende afdeelingen van het onder
wijs. Van de vele wenschen die geuit zijn, zal
in het nog resteerend deel van dit zittings
jaar niet veel in vervulling kunnen gaan. Er
zijn verschillende onderwerpen van andere
departementen die vóórgaan en men kan dus
feitelijk de rekening opmaken van hetgeen
deze Minister tot stand bracht. Het saldo
valt niet mee.
Avondzitting.
Begrooting van Waterstaat.
In een zeer uitvoerige rede heeft minister
Van der Vegte 's avonds de vele sprekers bij
de afdeeling Waterstaat van zijn begrooting
beantwoord. Dat hij daarmee velen zal heb
ben bevredigd, gelooven wij niet. Dit bleek
ook wel uit verschillende replieken. Alleen
t.a.v. van de reorganisatie van den rijkswa
terstaatsdienst bleek de oppositie wat geluwd
na de verklaring des Ministers, dat hij voor
de eenhoofdige leiding iemand zal kiezen,
die de reorganisatie goed gezind is, al zal
deze functionaris niet gebonden zijn aan het
reorganisatie-rapport. Als diedirecteur-ge
neraal er dan maar spoedig komt en de noo-
dige vrijheid krijgt bij voorbereiding en uit
voering der reorganisatie, vond ir. Van der
'Waerden de zaak in orde. Voorts hoorden wij
met genoegen, dat de dezer dagen ingestelde
commissie van deskundigen voor de wegen
rok over het vraagstuk van het overmatig
lawaai door auto-getoeter zal adviseeren.
Overigens was er weinig, dat bevrediging
schonk. Met name geldt dit voor de kwesties
Amsterdam—Bovenrijn en het busvraagstuk.
Het bleef bij de hoop, dat de Regeering spoe
dig, later heette het „na het Kerst-recès",
een wetsontwerp bij de Kamer zal kunnen
indienen, zoodat nog in het loopende zit
tingsjaar een beslissing zou kunnen vallen
over devaartverbinding. Een toezegging,
welke dr. Vos blijkbaar zóó vaag achtte, dat
hij geen enkele illusie meer koesterde, dat er
onder het bewind van dezen Minister iets
van deze zaak zal terecht komen. En niet
minder onvoldaan bleef men na het minis-
terieele antwoord over de autobus-misère en
in het algemeen over het verkeersvraagstuk.
Wat dit laatste betreft kwam er een vage
toezegging voor de instelling van een com
missie, die het gansche verkeer (zelfs het
luchtverkeer vergat de Minister niet) in al
zijn onderdeden zal bezien. Daarmee is deze
bewindsman en misschien ook zijn opvolger
er weer van af, maar hoe vele jaren zullen
hiermee heengaan En wat baat ons de ver
zekering, dat de Minister bij het uitlokken
van Koninklijke beslissingen inzake autobus
concessies voorzichtig te werk gaat, wat heeft
men aan schoone woorden over de eischen
eener goede verkeersregeling, waarbij de be
langen van publiek, spoor- en tramwegen en
autobus tegen elkaar worden afgewogen,
wanneer de Minister critisch de aanvallen op
zijn beleid ten deze meent te moeten karak-
teriseeren als te zijn ingegeven door „het
gemak dient den mensch" Natuurlijk, re
pliceerde dr. Beumer, daar zijn de vervoer
middelen voor en daarom mag men de voor
keur geven aan het beste, d.w.z. vlugste en
goedkoopste vervoermiddel en dit is in vele
gevallen de autobus. Die moet echter wijken
als er twee middelen van vervoer zijn, die niet
naast elkaar kunnen bestaandan wordt,
zoo troostte de Minister, aan geen enkele
gemeente haar middel van vervoer ontno
men, maar.... als de tram gevaar zou loo-
pen geen „tramwaardig" bestaan meer te
hebben, dan moet de autobus, hoezeer ook
door het publiek geprefereerd, verdwijnen.
Hadden vroegere regeerders eenzelfde ver-
keerspolitiek gevolgd, wij zouden thans nog
met diligences en trekschuiten opgescheept
zitten
De Kamer heeft ten slotte nog een aantal
artikelen van de Waterstaatsbegrooting af
gedaan.
VLISSINGEN, 5 DECEMBER.
Afsluiting verkeer
Blijkens bekendmaking van Burg. en Weth.
is, in verband mee het leggen van kabels, de
Aagje Dekenstraat tusschen het Betje Wolf
plein en de Scheldestraat, van 6 tot en met
11 December voor het verkeer afgesloten.
A. G. O.
Het bestuur van A.G.O. meldt ons
Op Woensdag 12 December zal dr. W G.
N. van der Steen over zijn ervaringen spre
ken van vier maanden kampeeren in den
Himalaya.
Op 14 Januari houdt prof. Brom uit Nij
megen een lezing over Toorop.
Sint Nicolaasfeest moderne arbeiders
beweging.
Het St. Nicolaasfeest voor de kinderen van
de leden der moderne vakbeweging en de
afdeeling S.D.A.P. vond gisterenmiddag in
het Concertgebouw plaats, dat op het aan-
vangsuur eivol was.
De zangklasse van het Instituut voor Ar
beiders Ontwikkeling bracht enkele zeer goed
gezongen liedjes ten gehoore, waarna de
opvoering plaats vond van „Sint Nicolaas
naar Holland", een fantasie voor kinderen
door Fred. Berens.
Het tooneel stelt voor een voorzaal van het
paleis van St. Nicdiaas, waarin men een tien-
lal zwarte pieten druk bezig ziet met het
pakken der bagage voor de reis naar Hol
land. Plotseling verschijnt de opperpiet Pe
dro, die de teleurstellende mare brengt, dat
de goede Sint niet naar Holland gaat, omdat
de kinderen daar niet meer aan St. Nicolaas
gelooven, hetgeen de booze fee „Ongeloof"
daar bewerkstelligd heeft. Na ernstige be
raadslaging besluiten de gezamenlijke zwarte
pieten, op voorstel van Paquito, de hulp in te
roepen van de goede feeën, die na een eenigs-
zins plechtig verzoek, ten tooneele verschij
nen. De drie goede feeën Liefde, Hartelijk
heid en Gulheid zijn bereid met hun gevolg
naar Holland te gaan, om daar de kinderen
r.an het verstand te brengen, dat de goede
Sint wel leeft. De booze fee „Ongeloof" wil
dit plan verijdelen, waarop een weddenschap
wordt aangegaan tusschen de booze en de
goede feeën, die op hun beurt zullen aantoo-
nen, dat de kinderen in Holland wel in Sint
Nicolaas gelooven. Hiervoor wordt Jan, een
slapend jongetje, uit zijn bedje genomen, die
allereerst kennis maakt'met de booze fee, die
er oogenschijnlijk in slaagt hem wijs te ma
ken, dat St. Nicolaas niet meer bestaat, doch
in een hierop volgend ernstig gesprek met
de goede fee Liefde, komt hij tot de slotsom
dat zoolang Liefde, Hartelijkheid en Gulheid
bestaat, ook St. Nicolaas leeft.
Het slot van dit blijspelletje, dat buiten
gewoon goed werd vertolkt, is dan, dat de
opperpiet zijn onderdanen kan mededeelen,
dat St. Nicolaas wel naar Holland gaat, en
deze laatste dan ook enkele oogenblikken
later het bevel geeft om de kisten en manden
te pakken, teneinde de reis naar Holland te
aanvaarden.
De heeren Roos en Bleekrode, die deze
fantasie er bij de kinderen hebben ingebracht,
hebben buitengewoon veel succes van hun
werk ondervonden. Het spel was keurig, de
verschillende kleurige en frissche pakjes
kwamen bij de zwarte snoetjes typisch uit en
vormden met de schare feeën, er waren er
ongeveer een 20 van deze laatsten, een
prachtig geheel.
Zonder uitzondering hebben allen goed
gespeeld, doch de kleine peuter, die de rol
van Jantje vervulde, komt op deze plaats
toch zeer zeker een woord van goedkeuring
toe voor haar uitstekend spel.
In de pauzes werden de aanwezige kinde
ren, die zich allen zonder onderscheid kos
telijk hebben vermaakt, op verschillende
lekkernijen getracteerd en tot slot ontvingen
zij allen een viertal presentjes mee huis
waarts.
Des avonds werd het blijspelletje nogmaals
vertoond, doch nu uitsluitend voor de ouders
en grootere kinderen en ook toen was de zaal
weer geheel vol.
De heer De Meij opende met een kort
woord en hoopte, dat het gebodene van den
middag en datgene wat straks zal worden
geoffreerd een aanmoediging voor de ouders
zal zijn om ook hun kinderen naar de zang
klasse van het Instituut voor Arbeiders
ontwikkeling te zenden, alwaar ze zoowel
muzikale als zangopleiding kunnen genieten.
Met genoegen vernamen we, dat de zang
klasse overweegt om in den vervolge meer
dere van deze bijeenkomsten te organiseren,
die zoowel voor kind als ouders opvoedend
werk doen,
De zangvereeniging „De Volksstem", onder
leiding van haar onder-directeur den heer
Machgeels zong voor en na het tooneelstukje
enkele liederen, die evenals het tooneelspel
een hartelijk applaus hadden in ontvangst te
nemen.
Ook de zangklasse zong nog een tweetal
liedjes, waarvan het laatste een zoodanig
applaus verwierf, dat enkele malen „gehaald"
moest worden en nog een nummertje extra
werd gegeven.
De moderne arbeidersbeweging kan met
voldoening op dezen dag terugzien.
Tooneelvereeniging „Koningin Wilhelmina"
De tooneelvereeniging „Koningin Wilhel
mina" geeft Maandag a.s., des avonds 8 uur,
een uitvoering in „de Oude Vriendschap".
Men zie de in dit nummer voorkomende
advertentie.
I. L. van Wuijckhuise f
Op 30 November jl. overleed te Middelburg
de heer I. L. van Wuijckhuise, oud-hoofd
opziener der Domeinen in Zeeland. Waar de
overledene meer dan 40 jaren werkzaam is
geweest in de provincie Zeeland en zich zeer
verdienstelijk heeft gemaakt door het tot
stand brengen van meerdere bedijkingswerken
en het op die wijze vergrooten van de opper
vlakte goeden cultuurgrond in deze provin
cie, moge een nader levensbericht van dezen
bekwamen en werkzamen man, van wiens
loopbaan alleen met lof kan worden getuigd,
niet achterwege blijven.
Isaak Levinus van Dijckhuize werd gebo
ren te Aardenburg op 25 October 1844. Op
16-jarigen leeftijd vestigde hij zich reeds te
Middelburg om aldaar zijn technische oplei
ding te ontvangen van den gemeente-archi
tect, den heer Krijger. Hoofdzakelijk door
zelfstudie behaalde hij in 1863 het diploma
van gezworen landmeter en in 1871 de mid
delbare acte rechtlijnig teekenen en perspec
tief, waarna zijn benoeming volgde tot leeraar
aan de Burgeravondschool te Middelburg
voor bouwkundig teekenen, welk onderwijs hij
naast zfjn drukke werkzaamheden tot 1903
met veel liefde bleef geven.
Bij de gemeentewerken maakte hij een
goede en practische leerschool door bij de
uitvoering van verschillende werken, zooals
bruggen en rioleeringen. Met de praktijk van
het bedijkingswezen kwam hij het eerst in
aanraking als dagelijksch opzichter bij de be
dijking van den Elisabethpolder in 186667,
waarbij hem het toezicht was opgedragen op
den bouw van de uitwateringssluis en den
opbouw van een gedeelte zeedijk. Daarmee
had hij, zij het dan ook voorloopig tijdelijk,
zijn intree gedaan in den domeindienst, voor
welken tak van dienst hij in 1869, eveneens
tijdelijk, werkzaam was bij de ontmanteling
van vestingwerken. Van 18701874 volgde
hij zijn tweede periode bij de Middelburgsche
gemeentewerken. Van zijn kunnen en werk
kracht uit dien tijd leveren eenige door hem
geconstrueerde bruggen, zooals de Konings-
brug, nog het bewijs.
Op 1 Januari 1874 trad hij voor goed in
dienst van 's lands domeinen in Zeeland, aan
vankelijk als opziener, doch van 1 October
1890 tot 1 Mei 1915 als hoofdopziener. Gedu
rende zijn opzienerstijd werd hem opgedra
gen het in kaart brengen, verkavelen en uit-
bakenen van de oesterperceelen in de Oos-
terschelde, een werk, dat op buitengewone
nauwkeurigheid aanspraak kon maken. Daar
op volgde een door hem voor de regeering in
gesteld visscherij-onderzoek in de Zuiderzee
bij Wieringen. Als opziener maakte hij meer
dere bedijkingswerken mede, waarbij hij gron
dig de practijk van den bouw en het onder
houd der Zeeuwsche dijken leerde kennen,
een kennis, die hem na 1 October 1890 als
hoofd van den technischen dienst der Domei
nen in Zeeland uitstekend te stade kwam. Na
1890 ontwierp en dirigeerde hij op voortref
felijke wijze de volgende belangrijke bedij
kingswerken Koninginnepolder in 1893,
Anna Mariapolder in 1896, Koningin Emma-
polder (600 H.A.) in 1897, Mossel- en Kanaal
polder in 18991900, Völckerpolder in 1903,
Hedwigepolder in 1904, herdijking Bathpol-
ders in 1906, Prins Hendrikpolder in 1907,
Van Dunnépolder in 1907, Van Wutfckhuise-
polder in 1911 en Hoogerwaardpolder in 1912.
De regeering drukte haar waardeering voor
zijn arbeid uit door hem te benoemen tot rid
der in de orde van Oranje-Nassau.
Ook buitenstaanders erkenden zijn groote
verdienste, zooals bleek, toen in 1912 de eige
naren van den Van Wuijckhuisepolder voor
stelden om dezen polder naar hem te noemen
en de Staten van Zeeland overeenkomstig dit
voorstel besloten en daarmee een welverdiende
hulde aan dezen Zeeuw brachten.
Met hart en ziel wijdde hij zich steeds aan
zijn werk, hij leefde erin en er voor, zoodat
hij een schat van ervaring op het stuk van
bedijkingszaken verkreeg, waardoor hij terecht
den naam verwierf van een eminent dijks-
bouwkundige te zijn. Door zijn vermaardheid
op dit gebied, welke tot in alle deelen van
Zeeland was doorgedrongen, werd hem door
het waterstaatsbestuur de dichting van de
doorbraak van den Van Alsteinpolder in 1906
opgedragen, welk werk hij eveneens met suc
ces uitvoerde.
Voor degenen, die zich tot zijn vrienden
rekenden, is zijn heengaan een groot verlies.
De nagedachtenis van dezen sympathieken en
kundigen man zal dan ook bij allen, die met
hem mochten samenwerken, in hooge eera
voortleven.
Bad- en Strandhotel Domburg.
In de algemeene vergadering van aandeel
houders van de naamlooze vennootschap
Bad- en Strandhotel Domburg, werd beslo
ten over het boekjaar 1927/1928 een dividend
uit te keeren van 6
Breskens badplaats
De gemeenteraad van Breskens heeft aan
Burg. en Weth. een crediet verleend van
1000, om een onderzoek in te stellen, welke
maatregelen kunnen worden genomen om
Breskens tot een badplaats te maken, althans
het vreemdelingen- en strandbezoek te be
vorderen en het zich vestigen te Bresken3
aan te moedigen.
ZOUTELANDE.
De navolgende personen hebben zich in de
gemeente gevestigd of zijn vertrokken
Ingekomen: Pieternella Riemens, van
Oostkapelle.
Vertrokken: Maria Catharina Ver
straat, naar Middelburg.
GEMEENTERAAD VAN
ZOUTELANDE.
Vergadering van den gemeenteraad op
4 December 1928.
Na opening der vergadering met gebed
deelde de voorzitter mede, dat de heer Von
Brucken Fock, wegens uitstedigheid verhin
derd is deze vergadering bij te wonen.
Na lezing der notulen komen de ingekomen
stukken aan de orde. Een schrijven van
Burg. en Weth. van de gemeente IJselmonde
betreffende de toepassing van art. 122a der
Gemeentewet en een schrijven van de Neder-
lsndsche Vereeniging tot bevordering van
onvolwaardige arbeidskrachten, waarin om
toetreding als lid gevraagd wordt, alsmede
een schrijven van de Vereen, van Ned. Ge
meenten betreffende het wetsontwerp tot
wijziging van de financieele verhouding tus
schen het rijk en de gemeenten, worden
omdat ze nog niet door Burg. en Weth. kon
den behandeld worden, naar laatstgenoemd
college om advies gezonden.
Van den minister van arbeid, handel en
nijverheid was een schrijven ontvangen be
treffende eventueelen steun aan emigran^n
naar Canada. Wordt voor kennisgeving aan
genomen.
Van de jachtcommissie is uitspraak ont
vangen inzake het bezwaarschrift der ge
meente tegen de aangifte van baron Van
Doorn. Het geschil betrof het jachtrecht
van een aantal perceelen. De gemeente is in
het gelijk gesteld.
Verder was van de jachtcommissie uit
spraak ontvangen over de geldigheid der
aangifte van jachtrecht van de gemeente,
welk aangegven jachtrecht werd toegekend.
Beide stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
Hierna komt aan de orde een verzoek van
den Ned. Christ. Landarbeldersbond om toe
treding tot het Werkloosheidsbesluit 1917.
Burg. en Weth. adviseeren om dit verzoek
voor kennisgeving aan te nemen op grond
van de volgende motieven. De kosten zullen
voor de gemeente bij toetreding ongeveer
110 per jaar bedragen, terwijl de kosten
voor werkverschaffing onverminderd doorbe
taald moeten worden, omdat hiervan bijna
alleen ongeorganiseerde arbeiders profitee-
ren. Wat door de gemeente zou worden ge
geven komt maar aan een zekere categorie
(de georganiseerden) ten goede, terwijl de
anderen daarvoor ook moeten betalen.
De heer Koppejan zou willen dat de ge
meente toetrad en dan het Burgerlijk Arm
bestuur de kosten in een subsidie aan de
gemeente vergoedde. De gemeente zou dan
cok kunnen profiteeren van den werkloozen-
steun die het rijk verschaft.
De heer Maas vraagt of Burg. en Weth. er
niets voor voelen dat de arbeiders zichzelf
helpen ook in hun werklooze tijden.
De heer Adriaanse gaat met Burg. en
Weth. mee. Spreker zegt dat de gemeente,
burgerlijk en kerkelijk, zich niet onbetuigd
laat. Waarom zullen we ons aan een organi
se tie binden, vraagt spreker.
De voorzitter zegt dat Burg. en Weth.
daaraan de voorkeur geven, dat de arbeiders
zichzelf helpen. Maar bij toetreding tot net
Werkloosheidsbesluit 1917 is dat niet het ge
val, maar worden ze gesteund door rijk en