500 300 150 25 HrsteT blad -rvo. WOENSDAG 5 DECEMBER ©6e Jaargang Uitgave: Firma F. VAN DE VELDE Jr., Walsfraat 58-80, Vlissingen. Telei. 10. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen Gegarandeerde oplaag 5100 Ex. GEMEENTEBESTUUR Stads- en Provincienieuws VL1SSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove rige landen bij wekelijksche verzending/ 3.80, met Zondagsblad4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent.Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel. Kleine advertenties betreffendeHuur enVerhuur.Koop enVerkoop, Dienstaanbiedingen en -Aanvragen van 15 regels 75 ct., iedere regel meer 15 ct De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. AFSLUITING AAGJE DEKENSTRAAT TUSSCHEN BETJE WOLFPLEIN EN SCHELDESTRAAT. Burgemeester en Wethouders van Vlis- Blngen brengen ter openbare kennis, dat door hen, krachtens een aan hen door Ge deputeerde Staten van Zeeland verleende vergunning, in verband met het leggen van kebels de Aagje Dekestraat tusschen het Betje Wolfplein en Scheldestraat, voor het verkeer is afgesloten van 6 tot en met 11 pecember 1928. Vlissingen, 5 December 1928. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. KAMER-OVERZICHT EERSTE KAMER. In de gisterenavond gehouden vergadering deelde de voorzitter mede dat heden een aantal wetsontwerpen in de afdeelingen zul len worden onderzocht. De Kamer keurde een 16-tal wetsontwer pen zonder discussie of hoofdelijke stem ming goed, waarna de openbare vergadering werd verdaagd tot Dinsdag 18 December. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Onderwijs. Minister Waszink is ook niet persona grata in de Kamer. Hem wordt verweten dat hij te weinig heeft tot stand gebracht. Tot op ze kere hoogte is dat onbillijk omdat voor tot stand koming altijd geld noodig is en daar over heeft deze Minister in zijn eentje niet to beslissen. Onderwijs is altijd een troetelkind van wie leden en men wil alle bezuinigingen die als gevolg van de crisisjaren waren aange bracht, heel snel herstellen. Van alle zijden is aandrang op den Minister geoefend, maar di Regeering had een tempo vastgesteld voor dat herstel en daaraan zit de Minister vast. Het is dus niet billijk alles den Minister aan te wrijven. Maar, de Minister liet ook na ver beteringen aan te brengen die niet zoo kost baar waren. De opleiding van de onderwij zers, het onderwijs aan zwakzinnige kinderen, aan schipperskinderen, het nijverheidsonder- Vijs, het voorbereidend lager onderwijs, aan ai deze dingen deed de Minister niets of heel weinig en hij heeft daardoor niet beantwoord aan de verwachtingen, die men van hem koesterde bij zijn optreden. Aan de hoogere eischen die het volk stelt aan het onderwijs voldoet het onderwijs niet en de Regeering spant zich niet in om de veranderingen en uitbreidingen bij te houden. Aldus waren in het kort geformuleerd de grieven, die verschillende leden tegen den Minister van onderwijs hadden en zij gaven daaraan op ondubbelzinnige wijze uiting. De heeren Albarda en Oud deden het op felle, scherpe wijze, mej. Westerman begreep wel dat de financiën een rem vormden voor de verbeteringen, maar de Minister kwam vol gens hen zijn beloften niet na. Ook de heer Moller was ontevreden over de werkmethode van den Minister. Voor den zes-en-twintigsten keer ging de heer Duymaer van Twist te keer over de houding van den Minister inzake de homoe- pathie. Dr. De Visser luisterde tenminste naar de voorstanders daarvan, doch deze Minister was eenzijdig en werkte de homoe- pathie opzettelijk tegen. Het Friesch heeft ook zijn verdedigers gevonden. Sommigen wenschen de kwestie Van de Friesche taal eens door een commis sie te laten onderzoeken. De spellingkwestie kwam ook weer eens op de proppen, maar de Minister voelt daarvoor ook niets. Het besluit van den Minister om vast te houden aan de oude spelling keurde d<? heer Moller af. Hij wilde een weddenschap aangaan dat geen enkel Kamerlid de spel- >ng De Vries en Te Winkel zonder fouten an schrijven. U wilt dus het recht om' fou- te maken, interrumpeerde de heer Heemskerk, waarop de heer Moller ant woordde dat hij dit een dwaze opmerking J^nd beneden de geestigheid van den heer Heemskerk. Het oude gekibbel over het openbaar en het bizonder onderwijs is nog altijd niet van het tooneel. Altijd duikt dit weer op en dat zal wel zoo blijven, al is er ook nog zooveel pacificatie. De eenige zij het dan ook zwakke verdedi ging van den Minister gaf de heer Zijlstra, die erkende dat het onmogelijk was alle wenschen te vervullen, die alle leden te sa men hebben geuit op onderwijsgebied. Hij keurde intusschen ook het beleid van den Minister niet goed en begreep diens houding tegenover het initiatief-ontwerp-Zijlstra in zake de leerlingenschaal niet. Het geld voor de uitvoering daarvan was wel aanwezig, hetgeen bleek uit de indiening van het ont werp van den Minister, dat feitelijk nog meer zal kosten. Minister Waszink laat het over het alge n-een over zich heen gaan. Hij meent dat hij gedaan heeft wat binnen de perken die door de financiën gesteld werden, mogelijk was. Hij heeft indertijd een volgorde vastgesteld voor het herstel van de bezuiniging en daar aan heeft hij vastgehouden. De algemeene beschouwingen betroffen niet alleen het algemeen beleid van den Minister, maar daalden ook in details af van de verschillende afdeelingen van het onder wijs. Van de vele wenschen die geuit zijn, zal in het nog resteerend deel van dit zittings jaar niet veel in vervulling kunnen gaan. Er zijn verschillende onderwerpen van andere departementen die vóórgaan en men kan dus feitelijk de rekening opmaken van hetgeen deze Minister tot stand bracht. Het saldo valt niet mee. Avondzitting. Begrooting van Waterstaat. In een zeer uitvoerige rede heeft minister Van der Vegte 's avonds de vele sprekers bij de afdeeling Waterstaat van zijn begrooting beantwoord. Dat hij daarmee velen zal heb ben bevredigd, gelooven wij niet. Dit bleek ook wel uit verschillende replieken. Alleen t.a.v. van de reorganisatie van den rijkswa terstaatsdienst bleek de oppositie wat geluwd na de verklaring des Ministers, dat hij voor de eenhoofdige leiding iemand zal kiezen, die de reorganisatie goed gezind is, al zal deze functionaris niet gebonden zijn aan het reorganisatie-rapport. Als diedirecteur-ge neraal er dan maar spoedig komt en de noo- dige vrijheid krijgt bij voorbereiding en uit voering der reorganisatie, vond ir. Van der 'Waerden de zaak in orde. Voorts hoorden wij met genoegen, dat de dezer dagen ingestelde commissie van deskundigen voor de wegen rok over het vraagstuk van het overmatig lawaai door auto-getoeter zal adviseeren. Overigens was er weinig, dat bevrediging schonk. Met name geldt dit voor de kwesties Amsterdam—Bovenrijn en het busvraagstuk. Het bleef bij de hoop, dat de Regeering spoe dig, later heette het „na het Kerst-recès", een wetsontwerp bij de Kamer zal kunnen indienen, zoodat nog in het loopende zit tingsjaar een beslissing zou kunnen vallen over devaartverbinding. Een toezegging, welke dr. Vos blijkbaar zóó vaag achtte, dat hij geen enkele illusie meer koesterde, dat er onder het bewind van dezen Minister iets van deze zaak zal terecht komen. En niet minder onvoldaan bleef men na het minis- terieele antwoord over de autobus-misère en in het algemeen over het verkeersvraagstuk. Wat dit laatste betreft kwam er een vage toezegging voor de instelling van een com missie, die het gansche verkeer (zelfs het luchtverkeer vergat de Minister niet) in al zijn onderdeden zal bezien. Daarmee is deze bewindsman en misschien ook zijn opvolger er weer van af, maar hoe vele jaren zullen hiermee heengaan En wat baat ons de ver zekering, dat de Minister bij het uitlokken van Koninklijke beslissingen inzake autobus concessies voorzichtig te werk gaat, wat heeft men aan schoone woorden over de eischen eener goede verkeersregeling, waarbij de be langen van publiek, spoor- en tramwegen en autobus tegen elkaar worden afgewogen, wanneer de Minister critisch de aanvallen op zijn beleid ten deze meent te moeten karak- teriseeren als te zijn ingegeven door „het gemak dient den mensch" Natuurlijk, re pliceerde dr. Beumer, daar zijn de vervoer middelen voor en daarom mag men de voor keur geven aan het beste, d.w.z. vlugste en goedkoopste vervoermiddel en dit is in vele gevallen de autobus. Die moet echter wijken als er twee middelen van vervoer zijn, die niet naast elkaar kunnen bestaandan wordt, zoo troostte de Minister, aan geen enkele gemeente haar middel van vervoer ontno men, maar.... als de tram gevaar zou loo- pen geen „tramwaardig" bestaan meer te hebben, dan moet de autobus, hoezeer ook door het publiek geprefereerd, verdwijnen. Hadden vroegere regeerders eenzelfde ver- keerspolitiek gevolgd, wij zouden thans nog met diligences en trekschuiten opgescheept zitten De Kamer heeft ten slotte nog een aantal artikelen van de Waterstaatsbegrooting af gedaan. VLISSINGEN, 5 DECEMBER. Afsluiting verkeer Blijkens bekendmaking van Burg. en Weth. is, in verband mee het leggen van kabels, de Aagje Dekenstraat tusschen het Betje Wolf plein en de Scheldestraat, van 6 tot en met 11 December voor het verkeer afgesloten. A. G. O. Het bestuur van A.G.O. meldt ons Op Woensdag 12 December zal dr. W G. N. van der Steen over zijn ervaringen spre ken van vier maanden kampeeren in den Himalaya. Op 14 Januari houdt prof. Brom uit Nij megen een lezing over Toorop. Sint Nicolaasfeest moderne arbeiders beweging. Het St. Nicolaasfeest voor de kinderen van de leden der moderne vakbeweging en de afdeeling S.D.A.P. vond gisterenmiddag in het Concertgebouw plaats, dat op het aan- vangsuur eivol was. De zangklasse van het Instituut voor Ar beiders Ontwikkeling bracht enkele zeer goed gezongen liedjes ten gehoore, waarna de opvoering plaats vond van „Sint Nicolaas naar Holland", een fantasie voor kinderen door Fred. Berens. Het tooneel stelt voor een voorzaal van het paleis van St. Nicdiaas, waarin men een tien- lal zwarte pieten druk bezig ziet met het pakken der bagage voor de reis naar Hol land. Plotseling verschijnt de opperpiet Pe dro, die de teleurstellende mare brengt, dat de goede Sint niet naar Holland gaat, omdat de kinderen daar niet meer aan St. Nicolaas gelooven, hetgeen de booze fee „Ongeloof" daar bewerkstelligd heeft. Na ernstige be raadslaging besluiten de gezamenlijke zwarte pieten, op voorstel van Paquito, de hulp in te roepen van de goede feeën, die na een eenigs- zins plechtig verzoek, ten tooneele verschij nen. De drie goede feeën Liefde, Hartelijk heid en Gulheid zijn bereid met hun gevolg naar Holland te gaan, om daar de kinderen r.an het verstand te brengen, dat de goede Sint wel leeft. De booze fee „Ongeloof" wil dit plan verijdelen, waarop een weddenschap wordt aangegaan tusschen de booze en de goede feeën, die op hun beurt zullen aantoo- nen, dat de kinderen in Holland wel in Sint Nicolaas gelooven. Hiervoor wordt Jan, een slapend jongetje, uit zijn bedje genomen, die allereerst kennis maakt'met de booze fee, die er oogenschijnlijk in slaagt hem wijs te ma ken, dat St. Nicolaas niet meer bestaat, doch in een hierop volgend ernstig gesprek met de goede fee Liefde, komt hij tot de slotsom dat zoolang Liefde, Hartelijkheid en Gulheid bestaat, ook St. Nicolaas leeft. Het slot van dit blijspelletje, dat buiten gewoon goed werd vertolkt, is dan, dat de opperpiet zijn onderdanen kan mededeelen, dat St. Nicolaas wel naar Holland gaat, en deze laatste dan ook enkele oogenblikken later het bevel geeft om de kisten en manden te pakken, teneinde de reis naar Holland te aanvaarden. De heeren Roos en Bleekrode, die deze fantasie er bij de kinderen hebben ingebracht, hebben buitengewoon veel succes van hun werk ondervonden. Het spel was keurig, de verschillende kleurige en frissche pakjes kwamen bij de zwarte snoetjes typisch uit en vormden met de schare feeën, er waren er ongeveer een 20 van deze laatsten, een prachtig geheel. Zonder uitzondering hebben allen goed gespeeld, doch de kleine peuter, die de rol van Jantje vervulde, komt op deze plaats toch zeer zeker een woord van goedkeuring toe voor haar uitstekend spel. In de pauzes werden de aanwezige kinde ren, die zich allen zonder onderscheid kos telijk hebben vermaakt, op verschillende lekkernijen getracteerd en tot slot ontvingen zij allen een viertal presentjes mee huis waarts. Des avonds werd het blijspelletje nogmaals vertoond, doch nu uitsluitend voor de ouders en grootere kinderen en ook toen was de zaal weer geheel vol. De heer De Meij opende met een kort woord en hoopte, dat het gebodene van den middag en datgene wat straks zal worden geoffreerd een aanmoediging voor de ouders zal zijn om ook hun kinderen naar de zang klasse van het Instituut voor Arbeiders ontwikkeling te zenden, alwaar ze zoowel muzikale als zangopleiding kunnen genieten. Met genoegen vernamen we, dat de zang klasse overweegt om in den vervolge meer dere van deze bijeenkomsten te organiseren, die zoowel voor kind als ouders opvoedend werk doen, De zangvereeniging „De Volksstem", onder leiding van haar onder-directeur den heer Machgeels zong voor en na het tooneelstukje enkele liederen, die evenals het tooneelspel een hartelijk applaus hadden in ontvangst te nemen. Ook de zangklasse zong nog een tweetal liedjes, waarvan het laatste een zoodanig applaus verwierf, dat enkele malen „gehaald" moest worden en nog een nummertje extra werd gegeven. De moderne arbeidersbeweging kan met voldoening op dezen dag terugzien. Tooneelvereeniging „Koningin Wilhelmina" De tooneelvereeniging „Koningin Wilhel mina" geeft Maandag a.s., des avonds 8 uur, een uitvoering in „de Oude Vriendschap". Men zie de in dit nummer voorkomende advertentie. I. L. van Wuijckhuise f Op 30 November jl. overleed te Middelburg de heer I. L. van Wuijckhuise, oud-hoofd opziener der Domeinen in Zeeland. Waar de overledene meer dan 40 jaren werkzaam is geweest in de provincie Zeeland en zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt door het tot stand brengen van meerdere bedijkingswerken en het op die wijze vergrooten van de opper vlakte goeden cultuurgrond in deze provin cie, moge een nader levensbericht van dezen bekwamen en werkzamen man, van wiens loopbaan alleen met lof kan worden getuigd, niet achterwege blijven. Isaak Levinus van Dijckhuize werd gebo ren te Aardenburg op 25 October 1844. Op 16-jarigen leeftijd vestigde hij zich reeds te Middelburg om aldaar zijn technische oplei ding te ontvangen van den gemeente-archi tect, den heer Krijger. Hoofdzakelijk door zelfstudie behaalde hij in 1863 het diploma van gezworen landmeter en in 1871 de mid delbare acte rechtlijnig teekenen en perspec tief, waarna zijn benoeming volgde tot leeraar aan de Burgeravondschool te Middelburg voor bouwkundig teekenen, welk onderwijs hij naast zfjn drukke werkzaamheden tot 1903 met veel liefde bleef geven. Bij de gemeentewerken maakte hij een goede en practische leerschool door bij de uitvoering van verschillende werken, zooals bruggen en rioleeringen. Met de praktijk van het bedijkingswezen kwam hij het eerst in aanraking als dagelijksch opzichter bij de be dijking van den Elisabethpolder in 186667, waarbij hem het toezicht was opgedragen op den bouw van de uitwateringssluis en den opbouw van een gedeelte zeedijk. Daarmee had hij, zij het dan ook voorloopig tijdelijk, zijn intree gedaan in den domeindienst, voor welken tak van dienst hij in 1869, eveneens tijdelijk, werkzaam was bij de ontmanteling van vestingwerken. Van 18701874 volgde hij zijn tweede periode bij de Middelburgsche gemeentewerken. Van zijn kunnen en werk kracht uit dien tijd leveren eenige door hem geconstrueerde bruggen, zooals de Konings- brug, nog het bewijs. Op 1 Januari 1874 trad hij voor goed in dienst van 's lands domeinen in Zeeland, aan vankelijk als opziener, doch van 1 October 1890 tot 1 Mei 1915 als hoofdopziener. Gedu rende zijn opzienerstijd werd hem opgedra gen het in kaart brengen, verkavelen en uit- bakenen van de oesterperceelen in de Oos- terschelde, een werk, dat op buitengewone nauwkeurigheid aanspraak kon maken. Daar op volgde een door hem voor de regeering in gesteld visscherij-onderzoek in de Zuiderzee bij Wieringen. Als opziener maakte hij meer dere bedijkingswerken mede, waarbij hij gron dig de practijk van den bouw en het onder houd der Zeeuwsche dijken leerde kennen, een kennis, die hem na 1 October 1890 als hoofd van den technischen dienst der Domei nen in Zeeland uitstekend te stade kwam. Na 1890 ontwierp en dirigeerde hij op voortref felijke wijze de volgende belangrijke bedij kingswerken Koninginnepolder in 1893, Anna Mariapolder in 1896, Koningin Emma- polder (600 H.A.) in 1897, Mossel- en Kanaal polder in 18991900, Völckerpolder in 1903, Hedwigepolder in 1904, herdijking Bathpol- ders in 1906, Prins Hendrikpolder in 1907, Van Dunnépolder in 1907, Van Wutfckhuise- polder in 1911 en Hoogerwaardpolder in 1912. De regeering drukte haar waardeering voor zijn arbeid uit door hem te benoemen tot rid der in de orde van Oranje-Nassau. Ook buitenstaanders erkenden zijn groote verdienste, zooals bleek, toen in 1912 de eige naren van den Van Wuijckhuisepolder voor stelden om dezen polder naar hem te noemen en de Staten van Zeeland overeenkomstig dit voorstel besloten en daarmee een welverdiende hulde aan dezen Zeeuw brachten. Met hart en ziel wijdde hij zich steeds aan zijn werk, hij leefde erin en er voor, zoodat hij een schat van ervaring op het stuk van bedijkingszaken verkreeg, waardoor hij terecht den naam verwierf van een eminent dijks- bouwkundige te zijn. Door zijn vermaardheid op dit gebied, welke tot in alle deelen van Zeeland was doorgedrongen, werd hem door het waterstaatsbestuur de dichting van de doorbraak van den Van Alsteinpolder in 1906 opgedragen, welk werk hij eveneens met suc ces uitvoerde. Voor degenen, die zich tot zijn vrienden rekenden, is zijn heengaan een groot verlies. De nagedachtenis van dezen sympathieken en kundigen man zal dan ook bij allen, die met hem mochten samenwerken, in hooge eera voortleven. Bad- en Strandhotel Domburg. In de algemeene vergadering van aandeel houders van de naamlooze vennootschap Bad- en Strandhotel Domburg, werd beslo ten over het boekjaar 1927/1928 een dividend uit te keeren van 6 Breskens badplaats De gemeenteraad van Breskens heeft aan Burg. en Weth. een crediet verleend van 1000, om een onderzoek in te stellen, welke maatregelen kunnen worden genomen om Breskens tot een badplaats te maken, althans het vreemdelingen- en strandbezoek te be vorderen en het zich vestigen te Bresken3 aan te moedigen. ZOUTELANDE. De navolgende personen hebben zich in de gemeente gevestigd of zijn vertrokken Ingekomen: Pieternella Riemens, van Oostkapelle. Vertrokken: Maria Catharina Ver straat, naar Middelburg. GEMEENTERAAD VAN ZOUTELANDE. Vergadering van den gemeenteraad op 4 December 1928. Na opening der vergadering met gebed deelde de voorzitter mede, dat de heer Von Brucken Fock, wegens uitstedigheid verhin derd is deze vergadering bij te wonen. Na lezing der notulen komen de ingekomen stukken aan de orde. Een schrijven van Burg. en Weth. van de gemeente IJselmonde betreffende de toepassing van art. 122a der Gemeentewet en een schrijven van de Neder- lsndsche Vereeniging tot bevordering van onvolwaardige arbeidskrachten, waarin om toetreding als lid gevraagd wordt, alsmede een schrijven van de Vereen, van Ned. Ge meenten betreffende het wetsontwerp tot wijziging van de financieele verhouding tus schen het rijk en de gemeenten, worden omdat ze nog niet door Burg. en Weth. kon den behandeld worden, naar laatstgenoemd college om advies gezonden. Van den minister van arbeid, handel en nijverheid was een schrijven ontvangen be treffende eventueelen steun aan emigran^n naar Canada. Wordt voor kennisgeving aan genomen. Van de jachtcommissie is uitspraak ont vangen inzake het bezwaarschrift der ge meente tegen de aangifte van baron Van Doorn. Het geschil betrof het jachtrecht van een aantal perceelen. De gemeente is in het gelijk gesteld. Verder was van de jachtcommissie uit spraak ontvangen over de geldigheid der aangifte van jachtrecht van de gemeente, welk aangegven jachtrecht werd toegekend. Beide stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Hierna komt aan de orde een verzoek van den Ned. Christ. Landarbeldersbond om toe treding tot het Werkloosheidsbesluit 1917. Burg. en Weth. adviseeren om dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen op grond van de volgende motieven. De kosten zullen voor de gemeente bij toetreding ongeveer 110 per jaar bedragen, terwijl de kosten voor werkverschaffing onverminderd doorbe taald moeten worden, omdat hiervan bijna alleen ongeorganiseerde arbeiders profitee- ren. Wat door de gemeente zou worden ge geven komt maar aan een zekere categorie (de georganiseerden) ten goede, terwijl de anderen daarvoor ook moeten betalen. De heer Koppejan zou willen dat de ge meente toetrad en dan het Burgerlijk Arm bestuur de kosten in een subsidie aan de gemeente vergoedde. De gemeente zou dan cok kunnen profiteeren van den werkloozen- steun die het rijk verschaft. De heer Maas vraagt of Burg. en Weth. er niets voor voelen dat de arbeiders zichzelf helpen ook in hun werklooze tijden. De heer Adriaanse gaat met Burg. en Weth. mee. Spreker zegt dat de gemeente, burgerlijk en kerkelijk, zich niet onbetuigd laat. Waarom zullen we ons aan een organi se tie binden, vraagt spreker. De voorzitter zegt dat Burg. en Weth. daaraan de voorkeur geven, dat de arbeiders zichzelf helpen. Maar bij toetreding tot net Werkloosheidsbesluit 1917 is dat niet het ge val, maar worden ze gesteund door rijk en

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1928 | | pagina 1