Vlissingsche Courant
TWEEDE BLAD
BINNENLAND
FEUILLETON
BUITENLAND
VAN DE
VAN
Vrijdag 10 Augustus 1928. No. 188
Een merk voor producten van eigen grond.
He regeering heeft een commissie be
noemd voor het bepalen van soort en merk
van land- en tuinbouwproducten van eigen
bodem. 'Het merk zal bestaan uit de kaart
van Engeland imet een cirkel met de Union
laok binnen in. Het zal het eerst worden
toegepast voor appelen en peren, te be-
ajnnen met 1 September. Den len Januari
wordt het uitgebreid tot eieren en dan ver
der tot andere producten. Bij het merk
wordt een cijfer aangebracht, dat de plaats
van herkomst aangeeft, voor geval van
klachten. Het stelsel is vrijwillig, doch de
koopers krijgen het récht vergoeding te
eischen indien de gemerkte waren niet
voldoen aan de eischen, waaraan zij be-
hooren te beantwoorden.
De gang van zaken bij waterstaat.
De „N.R.Ct." is slecht te spreken over
cte leiding en de organisatie bij het de
partement van waterstaat. De leiding, zoo
klaagt het blad, weet niet meer te doen
dan compromissen sluiten, raden instellen
en commissies benoemen om de verant
woordelijkheid van zich af te schuiven.
Vervoerraad, wegen raad, om van ande
re niet te spreken, passeeren onzen geest.
Half Nederland in raden opgenomen en een
parlement, dat steeds meer raden opdringt,
daar het meent dat rag'eering en ambte
naren niet in staat zijn, zonder die hulp
de verantwoordelijkheid te dragen.
Ook in het parlement werd herhaaldelijk
gezegd dat men overtuigd is dat bij Wa
terstaat de leiding ontbreekt, de beslissin
gen te lang uitblijven en de groote lijnen
verre te zoeken zijn. Het blad beroept zich
op uitlatingen van den heer Krijiger, een
tot oordeel en bevoegd man, op dr. Biere-
ma en ir. dr. Van der Waerden, die allen
de noodzakelijkheid van reorganisatie aan
toonden.
IDe minister, aldus de „N.R.Ct." was tot
een uitvoerig antwoord niet bereid.
Hij moet voor enkele procenten toege
ven, dat er iets niet deuig't, dat de water-
staatdienst niet volmaakt is Ook hij haak*
naar verbetering, doch hij wil er voor wa
ken, dat niet, door een reorganisatie het
goede, dat er nog in den waterstaat zit,
verloren gaathij meent dat, als er iets
soepeiers (gevonden kan worden, dit zeer
voortreffelijk zou zijn.
Op de vraag of reorganisatie noodig
is, kan hij dus noch ja noch neen zeggen
Hij blijft er bij dat de bezuiniigingscommis-
sie moet worden gehoord en dat hij voor
liet oogenblik geen ander antwoord kan
geven.
En terwijl de minister aan het overpein
zen is, worden hem raden opgedrongen,
omdat aan de roepstem van het parlement
geen gevolg wordt gegeven en cte toestand
niet verbeterd wordt alles ten koste van
het publiek belang.
De gemeente-begrooting van Amsterdam.
In het Gemeenteblad is verschenen de
door Burg. en Weth. van Amsterdam op
gemaakte begrooting van inkomsten en
uitgaven over het jaar 1929.
Aan de memorie van toelichting is ont
leend Het eindcijfer van de begrooting is
113.940.963, dat is 7.881.248 hooger
dan dat van de begrooting 1928. Een
stijging of daling van het eindcijfer heeft
echter weinig beteekenis. Ditmaal is het
b.v. met een bedrag van 5.734.000 ver
hoogd door de toevallige omstandigheid,
dat bij het sluiten van den dienst 1927 ge
noemd bedrag nog meer moet worden uit
gegeven dan ontvangen en daarom als
correctie op den ontvangstpost wegens het
batig- slot van den dienst 1927 in uitgaaf
moet worden gesteld.
Voor rente van geldlecningen is thans
geraamd 15.190.000 tegen 14.770.000
voor 1928, derhalve thans meer 420.000.
Voor rente van nieuw te sluiten leeningen
is rond 700.000 uitgetrokken. De post
aflossing van geldleeningen is uitgetrokken
op 9.788.000 tegen 9.114.000 voor 1928.
Voor aflossing van nieuw te sluiten lee-
ACHTER EEN MASKER.
Uit het Engelsch van HEADÜN HILL.
(Nadruk verboden).
Toch liep Ravenscar gestadig door, ais-
bij een doel had. De detective zou zich
zelf een bevredigender antwoord hebben
kunnen geven, als hij het bestaan van de
groep visschershutten had gekend. Maar al
z,j'n aandacht was uitsluitend bepaald ge
weest bij het dorp en de pastorie.
bcott koesterde de illusie dat zijn aan
wezigheid niet was ontdekt. Eensklaps
echter, toen ze den nieuwen vuurtoren
n?i jden, stond de detective verschrikt
snl. Een halve minuut geleden had hij Ra
venscar voorzichtig voor zich uit zien loo-
Pen, maar bij de volgende flikkering van
net licht was de man spoorloos verdwe
nen. Aan den kant van den weg ontdekte
acott eenig laag struikgewas. Hij sloop
00 vlug hij kon naar de struiken en be
greep direct wat er gebeurd was. Hij
eikte dat hij zich aan het begin van het
J"z.af Pad bevond dat naar het strand
ppfvfp eenigen afstand hoorde hij het
8 utiü van voetstappen en hij stond op
u PUn* om de vervolging te hervatten,
en h-een zacirt gefluister zijn oor bereikte
'J z?jn naam hoorde noemem.
Wie is daar fluisterde hij terug.
\w„ ^hsha Crowe, was het antwoord.
wacht even, ik kom bij u.
en v Verliet zorgvuldig- zijn schuilplaats
ze 0eI! ^en ant*er naar €en punt, waar
donr a °°rc* noch Sezien konden worden
flen man, die het zig-zag pad afdaal-
ningen is in de ramiha begrepen rond
f 200.000.
In hun toelichting tot de begrooting
schrijven Burg. en Weth. verder, dat zij
wederom niet sluitend te maken is geweest
zonder baten uit vroegere dienstjaren.
Het is Burg. en Weth. gelukt in weerwil
van het feit, dat het batig saldo van den
laatst afgesloten dienst, waarmede de be
grooting aanvangt, rond 1.700.000 lager
is dan bij de begrooting 1928 het geval
was, de begrooting sluitend te maken door
den post inkomstenbelasting voorloopig te
verhoogen met 3.500.000, welk bedrag
eventueel aan het reservefonds kan worden
ontleend, in plaats van met een bedrag van
4.000.000, zooals bij de ontwerp-begroo-
ting 1928 geschiedde. Het tekort op de
eigenlijke inkomsten en uitgaven is dus
thans rond 3.200.000 lager dan bij de
begrooting voor 1928, nl. rond 4.072.000,
tegen rond 7.273.000. Hiertoe heeft bij
gedragen, dat Burg. en Weth. bij sommige
posten wat de uitgaven betreft (ondersteu
ning van armlastigen enz.) en wat de in
komsten aangaat (opbrengst zeehavengeld,
opcenten op dividend- en tantièmebelasting
en gemeentelijke inkomstenbelasting) tot
uitdrukking meenden te mogen brengen
eenige verbetering in de economische om
standigheden. Hoofdzakelijk echter is de
vei mindering van het tekort op deze be
grooting bereikt door zeer scherpe raming.
Hierdoor geeft de begrooting van de finan-
cieele situatie een duidelijker beeld, maar
de kans op belangrijke meevallers is zeer
klein, zoo niet uitgesloten geworden.
Burg. en Weth. achten den tijd niet ver
meer, dat het reservefonds werkelijk zal
moeten worden aangesproken, welk middel
uit den aard der zaak slechts tijdelijk in een
tekort kan voorzien. Op den duur zal naar
hun meening dan ook het evenwicht tus-
schen inkomsten en uitgaven zonder be-
Fastingverhooging niet te bereiken zijn,
tenzij belangrijke wijzigingen intreden, als
b.v. voortzetting van de verbetering in de
economische omstandigheden, verdere gun
stige ontwikkeling der gemeentebedrijven
en een herziening van de financieele ver
houding tusschen Rijk en gemeente.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Het aantal katholieken in de Ver. Staten.
Volgens rapporten is het aantal katholie
ken in de Vereenigde Staten gegroeid van
15.721.815 in 1916 tot 18.604.850 in 1926-,
terwijl het aantal kerken is gegroeid van
17.375 in 1915 tot 18.939 in 1926. De waar
de der kerken in 1926 is 837.206.053 tegen
374.206.895 in 1916. Interessant is het ge
deelte in 'dit rapport over den groei dei-
katholieke kerken in steden in vergelijking
met het platteland. Van de 18.935 kerken
in 1926 waren er 7.269 verspreid over de
steden en 11.070 over het platte land. Het
aantal katholieken was in 1926 in de ste
den 14.809.142 tegen 3.795.708 op het
platte land. De uitgaven voor de kerk be
droegen in 1926 in de steden 168.404.856
tegen 36.118.131 op het platte land. In
de Zuidelijke staten is achteruitgang te
bespeuren in kerken- en ledental, terwij!
de Westkust een geweldigen groei toont.
Californië toont een groei van 494.539. tot
720.803. De aanwinst in Washington was
van 97.418 tot 121.249, in Oregon van
49.728 tot 55.574.
Naar de Noorsche Fjorden met
de Ned. Reisvereeniging.
ui.
Klimaat.
Een factor van buitengewoon gewicht
voor het klimaat van Noorwegen is de
Golfstroom, de warme zeestroom, die van
het Zuiden naar het Noorden zich voort
beweegt langs de kust en het dichtvriezen
der fjorden, behalve de diepst landwaarts
indringende gedeelten, voorkomt. Het be
trekkelijk warme water dringt door de
fjorden diep Noorwegen binnen en do
overheerschende zeewinden, die over dit
water heenstrijken, verspreiden de voch
tigheid verder.De zomers zijn daardoor niet
ovematig warm, en de winters niet al te
koud. Door den invloed van den Golf
stroom is de kusttemperatuur 16 a 20 C.
hooger dan die in het binnenland op gelij
ke breedte en in Zweden. Zelfs is die in
vloed zoo groot, dat er tusschen het Zui
den en het Noorden van Noorwegen haast
geen verschil in temperatuur bestaat, hoe
groot ook de afstand is. Nergens ter we
reld wordt de graanbouw zoo Noordelijk
uitgeoefend, nergens ter wereld liggen ae
de. In een paar woorden vertelde de an
der aan Scott den afloop van de terechts-
ziting en voegde erbij dat het bevel tot
inhechtenisnemen van Ravenscar was ge-
teekend.
Prachtig, maar hoe ter wereld komt
u hier vroeg Scott. Niet -dat u niet op
een goed oogenblik komt
Het was alleen maar een vermoeden
dat me hier bracht. Ik herinnerde me op
eens, dat hij een amourette had met een
meisje dat in een van de visschershutten
woont. Het leek me heel waarschijnlijk,
dat hij zou wachten tot het donker was en
dan naar haar toe zou gaan om zich daar
te verbergen tot de gemoederen tot beda
ren waren gekomen. En het blijkt, dat ik
gelijk heb.
Dat hebt u altijd, antwoordde de
man van Scotland Yard bewonderend.
Wel, als het bevelschrift geteekend is, heb
ik niets anders te doen dan naar beneden
te gaan en onzen vriend te arresteeren.
Neemt u mij niet kwalijk, zei Elisha,
als ik u iets anders voorstel. Er woont
een ruw soort menschen in die hutten met
heet bloed in 6e aderen. De vader van het
meisje, Michael Standish, is een gevaarlij
ke kerel. U kunt onmogelijk de arrestatie
alleen verrichten.Ga naar beneden en houd
de hut in het oog, dan ga ik naar de priory
en zal den commissaris telefoneeren.
Ik moet me wel aan uw meerdere
kennis van de toestanden hier onderwer
pen. Ik hoop alleen maar dat u niet van
me denkt dat ik bang ben, antwoordde
Scott. Gaat u dus maar zoo gauw mo
gelijk om hulptroepen telefoneeren, dan ga
ik naar beneden om een oogje in het zeil
te houden. iDe eerste hut, zegt u
Hij wendde zich om en toen het draaien-
steden op zoo hooge breedte als in Noor
wegen.
Hammerfest is de Noordelijkste stad der
aarde en ligt op dezelfde breedte (70
N.-B.) waarop in Noord-Amerika Noord-
pocl-expedities verongelukten (sir John
Franklin en de 138 leden der expeditie, die
van 1846'48 met hun schepen, de „Ere
bus" en de „Teror" invroren bij King Wil-
liamsland en ellendig van honger en gebrek
omkwamen).
Voor de visschersbevolking der kust-
eüanden, die arm zijn aan brandstof, heeft
de Golfstroom nog een andere beteekenis
dank zij het drijfhout, dat de zeestroom uit
Middel- en Zurd-Amerika aanvoert, stookt
de eilandbewoner z'n haard met palmen en
mahoniehout uit West-lndië en met de
kostbare houtsoorten van den Orinoce en
de Amazonerivier.
De keerzijde van de medaille is voor tou-
risten, dat het op de kust veel regent. Te
Bergen valt per jaar 219 cM. regen, (ons
land 70 cM.) het deelt de eer de maxi
mumhoeveelheid te hebben met Florö, een
klein plaatsje ten Noorden van de Sogne-
fjord.
Een andere factor van gewicht voor het
klimaat is de lengte van den dag, die aan
de Noordkaap bijv. 10 weken duurt (van
midden Mei tot einde Juli). De zon schijnt
daar tot 's avonds 9 uur, zooals bij ons
dan nadert zij den horizon, verdwijnt ech
ter niet. De lucht wprdt koel er treedt een
merkbare stilte op, doch de zon blijft
vlammend rood aan den gezichteinder
staan. Te middernacht vertoontn de hooge
bergtoppen nog een rose tint de lagere
partijen rijzen als zwarte schaduwen om
hoog. Om 1 uur wordt het bleeke rood
helgeel en een uur later verkondigen de
eerste heldere stralen weer, dat de zonne-
n a c h t is overgegaan in den zonned a g.
Het gunstige klimaat is oorzaak, dat tot
aan de Noordkaap aardappelen verbouwd
kunnen worden en merkwaardig is, dat de
kleur der bloemen intenser en de aroma
der vruchten sterker wordt, naarmate men
meer naar het Noorden gaat.
Flora en fauna.
Wie op de kaart nagaat, dat 't déél van
Noorwegen, op de breedte van Zuid-
Groenland gelegen, en dat 't Midden van
Noorwegen, dus een gebied even Noorde
lijker, gelegen is op de breedte van IJsland,
die begrijpt, dat de Noorsche flora haar
rijkdom te danken heeft aan een anderen
factor dan aan de geografische breedte.
Noorwegen, een hoogland, zou vrijwel g<-
heel onder 't ijs bedolven zijn (zooa's
Groenland) als de Golfstroom er niet was.
De Golfstroom is de oorzaak van de voor
deze breedten abnormaal hooge temperatu
ren, van de nevels, den sterken regenval
de hooge breedte is de oorzaak van lange
zomerdagen en al deze factoren samen,
warmte, neerslag, licht, maken het bestaan
mogelijk van een weelderigen plantengroei.
Wie nu denkt aan den kolossalen rijk
dom aan plantensoorten en aan de felle
kleuren, die een Zwïtsersche Alpenweide in
Juli of Augustus vertoont, zal door de
Noorsche flora teleurgesteld worden. In
Noorwegen zijn nl. zeel minder gunstige
groeiplaatsen voor planten van 't type, dat
in MlddèfT-Europeësche dalen en op berg
weiden groeit.
Het geweldige Noorsche bergland ver
toont vanaf de kust de lange en diepe in
snijdingen, die we als fjorden kennen. Aan
hun vorming heeft het ijs een zeer belang-
rijk aandeel gehad; de schurende kracht
van het ijs, gepaard aan de in nog jonge
geologische tijdvakken optredende ophef
fing van den Noorschen bodem hebben de
rotswanden van een fjord steil gemaakt.
Zoo'n steile bergwand maakt 't onmogelijk
dat verweeringsproducten zich op de hel
ling verzamelen de wand is kaal, onbe
groeid. Dit wil nu natuurlijk niet zeggen,
dat niet hier en daar planten houvast heb
ben gekregen in spleten dezelfde planten,
die kans zien een rotswand in de Alpen te
bewonen, kunnen we ook hier aantreffen.
Daar, waar de grond vlak is ot langza
mer glooiend omhoog loopt (o.a. bij Ber
gen) zien we een plantengroei, die zéér
aan de Middel-Europeesche doet denken.
Langs de wegen groeit vrijwel dezelfde
plantenassociatie als bij ons of in Noord-
Duitschland, op de heuvels groeien nog
vele loofboomen, hoogtrop groeit naald
hout. Al komen in Zuid-Noorwegen nog
zoo talrijke en goed ontwikkelde loofboo
men voor, het boschtype is toch 'naald
bosch, waardoor soms een eenigszins som
bere stemming in 't landschap komt, die
nog verdiept wordt door de eentonigheid.
Maar tusschen de naaldbosschen komen
toch ook stukken grasland voor, die vanaf
de licht van den vuurtoren het pad even
verlichtte, ging hij op weg.
Elisha Crowe schudde zachtjes het
hoofd, terwijl hij wachtte tot de gestalte
van den detective om de eerste kromming
van het pad verdween. Toen draaide hij
•zich om om zoo spoedig mogelijk terug
te gaan.
Britsche aanbidder van de sterke
vuist, mompelde de oude man. Je hebt
goede kwaliteiten. Maar ik geloof dat er
andere noodig zijn om Ravenscar te
vangen.
HOOFDSTUK XXV.
't Spoor bijster.
Toen Elisha Crowe op de priory kwam,
werd hij dadelijk verzocht naar de eetzaal
te gaan, waar hij Dick Wenslade en Yvon
ne met hun oom aan tafel vond. Het was
de twee jonge menschen onmogelijk ge
weest rustig op de pastorie te blijven, ter
wijl er iedere minuut iets kon gebeuren.
Na Eüsha's mededeeling dat hij de
schuilplaats van Ravenscar op de klippen
had ontdekt en dat hij Scott had gewaar
schuwd, niet tot arrestatie over te gaan,
voor hij hulp had gekregen, ging Dick naar
de bibliotheek om naar Wroxford te telefo
neeren. Tijdens de afwezigheid van Dick
accepteerde Elisha de uitnoodiging van
lord Monksilver om een glas wijn te drin
ken hij had daar inderdaad een groot
verlangen naar.
Ik ben een dwaze, oude man, meneer
Crowe, en ik heb me heel wat te verwijten
over den loop der gebeurtenissen, begon
lord Monksilver na een kleine pauze. Ik
begrijp nu, dat mijn secretaris de hemel
mag weten, wie hem ooit kan vervangen
het plan had om mijn broer en neef uit
Haemologcn 1
53 JAAR BEPROEFD
Jkoedvovrwid-V&tót&tAend.
einde Mei prijken met een rijkdom van
bloemen. Daar groeien tusschert onze be
kende boterbloemen, margrieten, enz. ook
monnikskappen, wellicht gentianen, orchi
deeën en andere, meer opvallende planten.
Ze munten uit door hun diepe kleuren (wel
een gevolg van het langdurige daglicht),
ook het groen is een diep warm groen.
Een enkelen keer worden we verrast door
een dier arktische plantensoorten, die voor
den grooten ijstijd ook in ons land waren
doorgedrongen, maar daaruit later weer,
toen de temperatuur hooger werd, grooten-
deels verdwenen. Een enkele soort bleef
als „relikt" achter. Deze soorten komen
thans nog veel in Noorwegen voor.
Niet minder interessant is het om waar
te nemen, dat planten, die bijv. in de Alpen
eerst op vrij groote hoogte voorkomen,
hier, in dit Noordelijke land reeds op ge
ringe hoogte groeien. De bergflora is als.'t
ware omlaag gezakt. Wel zijn Rhododen
drons in Noorwegen zeldzamer dan in de
Alpen, maar men hoeft er ook niet zoo
hoog voor te klimmen.
Wellicht de interessantste planten comb i-
naties zijn aan te treffen in de kleine venen
en op de moerassige gronden, die in de
omgeving van meren en gletschers kunnen
voorkomen. Verschillende boschbessen en
daarmee verwante kleine heesters komen,
niet onze heidesoorten, aan den rand van
zulke gebieden, en ook hier en daar op
open plekken in de bosschen voor. De
natte bodem is bedekt met tal van grassen,
cypergrassen, biezen, enz., waartusschen
varentjes, maar vooral zeer talrijke mos
sen. Dat in dit vochtige bergland ook mos
sen en korstmossen ruim vertegenwoordigd
zijn, spreekt wel vanzelf, maar het aandeel
dat deze planten in de Noorsche flora heb
ben, is grooter en vooral opvallender, dan
in vele andere flora's. We noemden de
rotswanden der fjorden kaal en dat zijn ze,
als we uitsluitend op zaadplanten letten.
Maar groote stukken rotswand 'kunnen be
dekt zijn met korstmossen, waardoor ze
soms een zéér bijzondere kleur krijgen.
Mossen en levermossen zijn in Noorwegen
zéér talrijk, met tal van interessante soor
ten. Juist op dit gebied is 't Noorsche
kustgebergte bijzonder rijk, door 't bezit
van een aantal Atlantische soorten, die het
o.a. met Ierland gemeen heeft. Trouwens
ook onder de zaadplanten is een vrij aan
zienlijk contingent Atlantische typen.
Men moet er niet op rekenen, veel van
het Noorsche dierenleven te zien te krij
gen het merkwaardigste deel van de
•fauna kunnen we ook niet te zien krijgen,
omdat het zeedieren zijn De vele typen
van weekdieren enz.,*die de fjorden bewo
nen, kan men in geconserveerde exempla
ren bekijken in 't museum te Bergen.
Al is het laatst van Juli geen geschikte
tijd om de zangvogels in Noorwegen waar
te nemen, zoo zullen vogels (vooral zwem
vogels in den ruimsten zin) e« insecten het
meest opvallend zijn in dien tijd van het
jaar. Bekend genoeg is het, dat verschil
lende typen meeuwen, ganzen, alken, enz.
soms in zulke kolossale hoeveelheden een
bepaalde rots bewonen, dat deze achter
den vogelzwerm schuil gaat en door zijn
kleur duidelijk getuigt van 't actieve vogel
leven Ook roofvogels zijn nog gewoon in
Noorwegen hoe kan 't ook anders Maar
van roofdieren zal niets te zien zijn. Wie
gehoopt (of gevreesd heeft ergens een
beer of veelvraat tegen te komen, kan
hoop en vrees gerust op zij zetten. Zeker,
er zijn noa wel groote roofdieren, maar
toch zeker niet meer in 't dichter bevolkte
Zuidelijk deel van Noorwegen
De beste kans op dierenwaai neming
heeft men, als 't weer wil meewerken, bij
de insekten, die bloemen bestuiven, en bij
de bewoners van weide en bosch. Maar
evenals de Noorsche flora eigenlijk minder
door haar soorten, dan door de combinatie
van soorten verschilt van bijv. de Midden-
Europeesche, zoo zal men ook in de insec
ten-fauna niet zoo spoedig soortverschil
met de Midden-Europeesche fauna opmer
ken.
Juist deze groote eenheid, die zich over
een zeer groot gebied van Europa en Azië
uitstrekt, heeft er toe geleid een paleark-
tisch gebied als biographische eenheid te
beschouwen. En wie met West- en Mid
den weg te ruimen. Maar ik weet alleen
niet, wat voor bedoeling hij ermee had. Hij
was geen familie van mij, dus kon hij er
niet op rekenen, dat hij mijn titel en for
tuin zou erven.
Uw fortuin niet, mylord zei Elisha
eerbiedig. Er is mij verteld, dat het ge
slacht na den dood van meneer Richard
Wenslade uitgestorven zou zijn en dat u
dan uw bezittingen kon vermaken aan
wien u wilde.
Ravenscar was toch veel te slim,
wierp de burggraaf tegen, om te denken
dat ik hem meer zou nalaten dan een be
scheiden legaat. Hij wist toch heel goed,
dat, al had ik geen mannelijke erfgenamen
meer, ik er nog een vrouwelijke had
En lord Monksilver wendde zijn gezicht
naar Yvonne toe, die naast hem zat en
kneep haar zacht in de wangen.
Ravenscar zou er misschien wel wat
op gevonden hebben om toch van die er
fenis te profiteeren als die in het bezit van
miss Wenslade was gekomen, meende mr.
Crowe.
Hoe durft u zooiets te zeggen, riep
de oude pair een beetje ontstemd. Maar
het was Yvonne, die de opkomende booze
bui wist te bezweren.
Ik geloof dat mr. Crowe gelijk heeft,
oom, zei het meisje. Die ellendeling
heeft den laatsten tijd akelig lief tegen me
gedaan, 't ls heel waarschnlijk dat hij de
een of andere bedoeling er niee heeft
gehad.
Maar mijn lieve kind, het is eenvou
dig te zot, lachte Monksilver. Ik zou
liever den laatsten stuiver aan het Heils
leger hebben vermaakt 1
Elisha meende dat dit een goede gele
genheid was om een troef uit te spelen.
den-Europeesche typen van flora en fauna
min of meer vertrouwd is, heeft dan in
Noorwegen de gelegenheid om ook eens,
zij 't dan maar even, met het subarktische
type kennis te maken.
Visscherij en Scheepvaart.
Na wat hiervoren gezegd is over de
kust en het klimaat, behoeft het niet te
verwonderen, dat visscherij en scheepvaart
de hoofdbronnen van bestaan van Noorwe
gen zijn.
Over de visscherij als middel van bestaan
zegt een schrijver kernachtig „Rijke
vischvangsten hebben voor Noorwegen de
zelfde beteekenis als goede oogsten goede
vischjaren vermeerderen de huwelijken,
verminderen de sterfte slechte vischjaren
nopen tot landverhuizing",
In het Noorden (Lofoten) is de vangst
van kabeljauw de hoofdzaak, in het Zuiden
(Bergen) wordt vooral haring gevangen
De walvischvangst wordt door Noorsche
maatschappijen in hoofdzaak uitgeoefend
in de Zuidelijke IJszee.
Voor den wereldoorlog werd de Noor
sche handelsvloot in tonnenmaat alleen
overtroffen door de Duitsche en de Engel-
sche. Door de buitengewone inspanning
der geallieerden ter vermeerdering hunner
vloot, door de geweldige verliezen, aan de
Noorsche vloot toegebracht door de Duit
sche duikbooten, anderzijds, neemt Noor
wegen thans de zevende plaats in. In den
♦aanvang van het jaar 1927 bezat Noorwe
gen 1806 handelsschepen boven 100 ton,
met een gezamenlijken inhoud van
2.796.000 ton bruto.
ls Noorwegen naar de volstrekte ton
nenmaat van de 3e naar de 7e plaats ver
drongen, naar verhouding van zijn inwo
ners staat het nog ver vooraan, d.w.z.
deelt men de tonnenmaat der handelsvloot
der verschillende zeevarende volken door
het aantal inwoners, dan laat Noorwegen
zijn mededingers ver achter zich.
HET DAWES-PLAN.
üp 30 Augustus 1924 is in Londen de
Dawes-overeenkomst aangenomen, waar
bij de betalingen van Duitschland aan de
voormalige tegenstanders in den oorlog
worden geregeld. De eerste vier jaren, dai
het be-palings-plan in werkinig was, moes
ten zoogenaamde jaren van ontziening
voor Duitschland, zijn. Het begin van het
eerste normaal-jaar der reparatie-betalin
gen werd vastgesteld op den len Septem
ber 1928. Te beginnen met dien datum
heeft Duitschland een minimum-som van
2500 millioen goud-mark per jaar te be
talen, een bedrag, dat de laagste grens der
betalingen vaststelt. Want voor het ge
val, dat Duitschlands rijkdom mocht toe
nemen volgens den index berekend
zou de som van 2500 millioen overeen
komstig worden verhoogd, zonder dat de
grens naar boven is vastgesteld. In de eer
ste vier reparatiejaren heeft Duitschland
de geheele betalingen, die aan het land zijn
opgelegd, voldaan in het eerste jaar
(1924/1925) 1000, in thet tweede 1220, in
het derde 1500 en in het vierde reparatie
jaar 1750 millioen goud-mark. In het derde
jaar (1926/1927) zou Duitschland op nor
male wijze maar 1200 te betalen hebben
gehad. De Duitsche minister van rijksfinan
ciën echter maakte gebruik van de moge
lijkheid, om een zoogenaamd verbetenngs-
regu in te lossen. Te dien. einde werden er
aan de kas van den reparatie-aigent 300
millioen meer afgeleverd en daardoor voor
de jaren 1927/1928 en 1928/1929 twee be
talingen eik van 250 millioen ineens afge
daan. Uit deze geldnmanipulatie vloeide
dus voor Duitschland een besparing voort
van 200 millioen goud-mark.
In de beschouwingen, die nu van Duit-
schen kamt worden gehouden en die zich
bezighouden met de reparatie-prestaties
der vier laatste jaren, evenals met de ko
mende minimumnprestaties van 2500 mil
lioen goivd-mark jaarlijks, wordt in de eer
ste plaats de vraag besproken, wat den
reparatie-agent in 1926 eigenlijk heeft be-
wQigien, om de betaling van het kleine
verbeterings-reQu aan te nemen. Het was
immers geen „moet" voor Parker Gilbert
ttt voor de, door hem vertegenwoordigde
leparatieschuldeischers gingen daardoo.-
300 millioen (goud-mark verloren. Men stelt
nu vast, dat het er Parker Gilbert volstrekt
niet om te doen is geweest, Duitschland
ten verlichting toe te staan, evenmin als
ue reparatie schuldeischets het vlugge
binnenvloeien der 300 millioen dringend
noodig hadden. Het is veeleer een feit, dat
in 1926 de rtparatie-schuldeiscliers de eco
nomische en financieele ontwikkeling» van
Terwille van Phyllis Vaughan's goeden
naam, was het noodfo om lord Monksilver
aan het verstand te brengen dat zijn ge
heime neiging, al was deze dan ook het
gevolg van een ziekelijke afwijking, niet
onopgemerkt was gebleven.
- Ik hoop dat u het mij vergeven zult,
mylord, wanneer ik onbescheiden schijn
met wat ik zeggen ga, zei de oude detec
tive rustig, maar er zijn veel menschen,
hoog of minder hoog geplaatst, in wier
leven een geheim is dat ze ten koste van
alles willen bewaren. Is het niet mogelijk,
dat deze schurk, dien wij nu achterna zit
ten, een geheim van u kent, waardoor hij
u, als hij het goede oogenblik gekomen
achtte, naar zijn hand had kunnen zetten
De vriendelijke blauwe oogen van den
ouden edelman waren gefascineerd door
den onderzoekenden blik van Elisha en de
vrees die er in lag, bewees dat het proef-
schot van den ouden man raak was ge
weest. Het was gelukkig dat de spanning
verbroken werd, doordat Dick de kamer
weer binnen kwam. Hij had Elisha's mede-
deeüngen naar het politie-bureau van
Wroxford getelefoneerd en de hoofdcom
missaris was dadelijk in zijn auto op weg
naar -Beacon Audley gegaan.
Hij zal wel direct bij het hek van de
oprijlaan zijn, zei Dick geagiteerd. La
ten we naar den weg Ioópen om hem daar
op te pikken. Dat spaart tijd.
Maar mijn lieve jongen, je verwacht
toch niet, dat Yvonne en ik op dezen tijd
van den dag aan die achtervolging mee
doen zei lord Monksilver verschrikt.
En mr. Crowe kan op zijn leeftijd ook be
ter hier blijven na zoo'n vermoeienflen
dag.
(Wordt vervolgd.)