Vlissingsche Courant TWEEDE BLAD BINNENLAND FEUILLETON BUITENLAND VAN DE VAN Vrijdag 10 Augustus 1928. No. 188 Een merk voor producten van eigen grond. He regeering heeft een commissie be noemd voor het bepalen van soort en merk van land- en tuinbouwproducten van eigen bodem. 'Het merk zal bestaan uit de kaart van Engeland imet een cirkel met de Union laok binnen in. Het zal het eerst worden toegepast voor appelen en peren, te be- ajnnen met 1 September. Den len Januari wordt het uitgebreid tot eieren en dan ver der tot andere producten. Bij het merk wordt een cijfer aangebracht, dat de plaats van herkomst aangeeft, voor geval van klachten. Het stelsel is vrijwillig, doch de koopers krijgen het récht vergoeding te eischen indien de gemerkte waren niet voldoen aan de eischen, waaraan zij be- hooren te beantwoorden. De gang van zaken bij waterstaat. De „N.R.Ct." is slecht te spreken over cte leiding en de organisatie bij het de partement van waterstaat. De leiding, zoo klaagt het blad, weet niet meer te doen dan compromissen sluiten, raden instellen en commissies benoemen om de verant woordelijkheid van zich af te schuiven. Vervoerraad, wegen raad, om van ande re niet te spreken, passeeren onzen geest. Half Nederland in raden opgenomen en een parlement, dat steeds meer raden opdringt, daar het meent dat rag'eering en ambte naren niet in staat zijn, zonder die hulp de verantwoordelijkheid te dragen. Ook in het parlement werd herhaaldelijk gezegd dat men overtuigd is dat bij Wa terstaat de leiding ontbreekt, de beslissin gen te lang uitblijven en de groote lijnen verre te zoeken zijn. Het blad beroept zich op uitlatingen van den heer Krijiger, een tot oordeel en bevoegd man, op dr. Biere- ma en ir. dr. Van der Waerden, die allen de noodzakelijkheid van reorganisatie aan toonden. IDe minister, aldus de „N.R.Ct." was tot een uitvoerig antwoord niet bereid. Hij moet voor enkele procenten toege ven, dat er iets niet deuig't, dat de water- staatdienst niet volmaakt is Ook hij haak* naar verbetering, doch hij wil er voor wa ken, dat niet, door een reorganisatie het goede, dat er nog in den waterstaat zit, verloren gaathij meent dat, als er iets soepeiers (gevonden kan worden, dit zeer voortreffelijk zou zijn. Op de vraag of reorganisatie noodig is, kan hij dus noch ja noch neen zeggen Hij blijft er bij dat de bezuiniigingscommis- sie moet worden gehoord en dat hij voor liet oogenblik geen ander antwoord kan geven. En terwijl de minister aan het overpein zen is, worden hem raden opgedrongen, omdat aan de roepstem van het parlement geen gevolg wordt gegeven en cte toestand niet verbeterd wordt alles ten koste van het publiek belang. De gemeente-begrooting van Amsterdam. In het Gemeenteblad is verschenen de door Burg. en Weth. van Amsterdam op gemaakte begrooting van inkomsten en uitgaven over het jaar 1929. Aan de memorie van toelichting is ont leend Het eindcijfer van de begrooting is 113.940.963, dat is 7.881.248 hooger dan dat van de begrooting 1928. Een stijging of daling van het eindcijfer heeft echter weinig beteekenis. Ditmaal is het b.v. met een bedrag van 5.734.000 ver hoogd door de toevallige omstandigheid, dat bij het sluiten van den dienst 1927 ge noemd bedrag nog meer moet worden uit gegeven dan ontvangen en daarom als correctie op den ontvangstpost wegens het batig- slot van den dienst 1927 in uitgaaf moet worden gesteld. Voor rente van geldlecningen is thans geraamd 15.190.000 tegen 14.770.000 voor 1928, derhalve thans meer 420.000. Voor rente van nieuw te sluiten leeningen is rond 700.000 uitgetrokken. De post aflossing van geldleeningen is uitgetrokken op 9.788.000 tegen 9.114.000 voor 1928. Voor aflossing van nieuw te sluiten lee- ACHTER EEN MASKER. Uit het Engelsch van HEADÜN HILL. (Nadruk verboden). Toch liep Ravenscar gestadig door, ais- bij een doel had. De detective zou zich zelf een bevredigender antwoord hebben kunnen geven, als hij het bestaan van de groep visschershutten had gekend. Maar al z,j'n aandacht was uitsluitend bepaald ge weest bij het dorp en de pastorie. bcott koesterde de illusie dat zijn aan wezigheid niet was ontdekt. Eensklaps echter, toen ze den nieuwen vuurtoren n?i jden, stond de detective verschrikt snl. Een halve minuut geleden had hij Ra venscar voorzichtig voor zich uit zien loo- Pen, maar bij de volgende flikkering van net licht was de man spoorloos verdwe nen. Aan den kant van den weg ontdekte acott eenig laag struikgewas. Hij sloop 00 vlug hij kon naar de struiken en be greep direct wat er gebeurd was. Hij eikte dat hij zich aan het begin van het J"z.af Pad bevond dat naar het strand ppfvfp eenigen afstand hoorde hij het 8 utiü van voetstappen en hij stond op u PUn* om de vervolging te hervatten, en h-een zacirt gefluister zijn oor bereikte 'J z?jn naam hoorde noemem. Wie is daar fluisterde hij terug. \w„ ^hsha Crowe, was het antwoord. wacht even, ik kom bij u. en v Verliet zorgvuldig- zijn schuilplaats ze 0eI! ^en ant*er naar €en punt, waar donr a °°rc* noch Sezien konden worden flen man, die het zig-zag pad afdaal- ningen is in de ramiha begrepen rond f 200.000. In hun toelichting tot de begrooting schrijven Burg. en Weth. verder, dat zij wederom niet sluitend te maken is geweest zonder baten uit vroegere dienstjaren. Het is Burg. en Weth. gelukt in weerwil van het feit, dat het batig saldo van den laatst afgesloten dienst, waarmede de be grooting aanvangt, rond 1.700.000 lager is dan bij de begrooting 1928 het geval was, de begrooting sluitend te maken door den post inkomstenbelasting voorloopig te verhoogen met 3.500.000, welk bedrag eventueel aan het reservefonds kan worden ontleend, in plaats van met een bedrag van 4.000.000, zooals bij de ontwerp-begroo- ting 1928 geschiedde. Het tekort op de eigenlijke inkomsten en uitgaven is dus thans rond 3.200.000 lager dan bij de begrooting voor 1928, nl. rond 4.072.000, tegen rond 7.273.000. Hiertoe heeft bij gedragen, dat Burg. en Weth. bij sommige posten wat de uitgaven betreft (ondersteu ning van armlastigen enz.) en wat de in komsten aangaat (opbrengst zeehavengeld, opcenten op dividend- en tantièmebelasting en gemeentelijke inkomstenbelasting) tot uitdrukking meenden te mogen brengen eenige verbetering in de economische om standigheden. Hoofdzakelijk echter is de vei mindering van het tekort op deze be grooting bereikt door zeer scherpe raming. Hierdoor geeft de begrooting van de finan- cieele situatie een duidelijker beeld, maar de kans op belangrijke meevallers is zeer klein, zoo niet uitgesloten geworden. Burg. en Weth. achten den tijd niet ver meer, dat het reservefonds werkelijk zal moeten worden aangesproken, welk middel uit den aard der zaak slechts tijdelijk in een tekort kan voorzien. Op den duur zal naar hun meening dan ook het evenwicht tus- schen inkomsten en uitgaven zonder be- Fastingverhooging niet te bereiken zijn, tenzij belangrijke wijzigingen intreden, als b.v. voortzetting van de verbetering in de economische omstandigheden, verdere gun stige ontwikkeling der gemeentebedrijven en een herziening van de financieele ver houding tusschen Rijk en gemeente. KERK- EN SCHOOLNIEUWS Het aantal katholieken in de Ver. Staten. Volgens rapporten is het aantal katholie ken in de Vereenigde Staten gegroeid van 15.721.815 in 1916 tot 18.604.850 in 1926-, terwijl het aantal kerken is gegroeid van 17.375 in 1915 tot 18.939 in 1926. De waar de der kerken in 1926 is 837.206.053 tegen 374.206.895 in 1916. Interessant is het ge deelte in 'dit rapport over den groei dei- katholieke kerken in steden in vergelijking met het platteland. Van de 18.935 kerken in 1926 waren er 7.269 verspreid over de steden en 11.070 over het platte land. Het aantal katholieken was in 1926 in de ste den 14.809.142 tegen 3.795.708 op het platte land. De uitgaven voor de kerk be droegen in 1926 in de steden 168.404.856 tegen 36.118.131 op het platte land. In de Zuidelijke staten is achteruitgang te bespeuren in kerken- en ledental, terwij! de Westkust een geweldigen groei toont. Californië toont een groei van 494.539. tot 720.803. De aanwinst in Washington was van 97.418 tot 121.249, in Oregon van 49.728 tot 55.574. Naar de Noorsche Fjorden met de Ned. Reisvereeniging. ui. Klimaat. Een factor van buitengewoon gewicht voor het klimaat van Noorwegen is de Golfstroom, de warme zeestroom, die van het Zuiden naar het Noorden zich voort beweegt langs de kust en het dichtvriezen der fjorden, behalve de diepst landwaarts indringende gedeelten, voorkomt. Het be trekkelijk warme water dringt door de fjorden diep Noorwegen binnen en do overheerschende zeewinden, die over dit water heenstrijken, verspreiden de voch tigheid verder.De zomers zijn daardoor niet ovematig warm, en de winters niet al te koud. Door den invloed van den Golf stroom is de kusttemperatuur 16 a 20 C. hooger dan die in het binnenland op gelij ke breedte en in Zweden. Zelfs is die in vloed zoo groot, dat er tusschen het Zui den en het Noorden van Noorwegen haast geen verschil in temperatuur bestaat, hoe groot ook de afstand is. Nergens ter we reld wordt de graanbouw zoo Noordelijk uitgeoefend, nergens ter wereld liggen ae de. In een paar woorden vertelde de an der aan Scott den afloop van de terechts- ziting en voegde erbij dat het bevel tot inhechtenisnemen van Ravenscar was ge- teekend. Prachtig, maar hoe ter wereld komt u hier vroeg Scott. Niet -dat u niet op een goed oogenblik komt Het was alleen maar een vermoeden dat me hier bracht. Ik herinnerde me op eens, dat hij een amourette had met een meisje dat in een van de visschershutten woont. Het leek me heel waarschijnlijk, dat hij zou wachten tot het donker was en dan naar haar toe zou gaan om zich daar te verbergen tot de gemoederen tot beda ren waren gekomen. En het blijkt, dat ik gelijk heb. Dat hebt u altijd, antwoordde de man van Scotland Yard bewonderend. Wel, als het bevelschrift geteekend is, heb ik niets anders te doen dan naar beneden te gaan en onzen vriend te arresteeren. Neemt u mij niet kwalijk, zei Elisha, als ik u iets anders voorstel. Er woont een ruw soort menschen in die hutten met heet bloed in 6e aderen. De vader van het meisje, Michael Standish, is een gevaarlij ke kerel. U kunt onmogelijk de arrestatie alleen verrichten.Ga naar beneden en houd de hut in het oog, dan ga ik naar de priory en zal den commissaris telefoneeren. Ik moet me wel aan uw meerdere kennis van de toestanden hier onderwer pen. Ik hoop alleen maar dat u niet van me denkt dat ik bang ben, antwoordde Scott. Gaat u dus maar zoo gauw mo gelijk om hulptroepen telefoneeren, dan ga ik naar beneden om een oogje in het zeil te houden. iDe eerste hut, zegt u Hij wendde zich om en toen het draaien- steden op zoo hooge breedte als in Noor wegen. Hammerfest is de Noordelijkste stad der aarde en ligt op dezelfde breedte (70 N.-B.) waarop in Noord-Amerika Noord- pocl-expedities verongelukten (sir John Franklin en de 138 leden der expeditie, die van 1846'48 met hun schepen, de „Ere bus" en de „Teror" invroren bij King Wil- liamsland en ellendig van honger en gebrek omkwamen). Voor de visschersbevolking der kust- eüanden, die arm zijn aan brandstof, heeft de Golfstroom nog een andere beteekenis dank zij het drijfhout, dat de zeestroom uit Middel- en Zurd-Amerika aanvoert, stookt de eilandbewoner z'n haard met palmen en mahoniehout uit West-lndië en met de kostbare houtsoorten van den Orinoce en de Amazonerivier. De keerzijde van de medaille is voor tou- risten, dat het op de kust veel regent. Te Bergen valt per jaar 219 cM. regen, (ons land 70 cM.) het deelt de eer de maxi mumhoeveelheid te hebben met Florö, een klein plaatsje ten Noorden van de Sogne- fjord. Een andere factor van gewicht voor het klimaat is de lengte van den dag, die aan de Noordkaap bijv. 10 weken duurt (van midden Mei tot einde Juli). De zon schijnt daar tot 's avonds 9 uur, zooals bij ons dan nadert zij den horizon, verdwijnt ech ter niet. De lucht wprdt koel er treedt een merkbare stilte op, doch de zon blijft vlammend rood aan den gezichteinder staan. Te middernacht vertoontn de hooge bergtoppen nog een rose tint de lagere partijen rijzen als zwarte schaduwen om hoog. Om 1 uur wordt het bleeke rood helgeel en een uur later verkondigen de eerste heldere stralen weer, dat de zonne- n a c h t is overgegaan in den zonned a g. Het gunstige klimaat is oorzaak, dat tot aan de Noordkaap aardappelen verbouwd kunnen worden en merkwaardig is, dat de kleur der bloemen intenser en de aroma der vruchten sterker wordt, naarmate men meer naar het Noorden gaat. Flora en fauna. Wie op de kaart nagaat, dat 't déél van Noorwegen, op de breedte van Zuid- Groenland gelegen, en dat 't Midden van Noorwegen, dus een gebied even Noorde lijker, gelegen is op de breedte van IJsland, die begrijpt, dat de Noorsche flora haar rijkdom te danken heeft aan een anderen factor dan aan de geografische breedte. Noorwegen, een hoogland, zou vrijwel g<- heel onder 't ijs bedolven zijn (zooa's Groenland) als de Golfstroom er niet was. De Golfstroom is de oorzaak van de voor deze breedten abnormaal hooge temperatu ren, van de nevels, den sterken regenval de hooge breedte is de oorzaak van lange zomerdagen en al deze factoren samen, warmte, neerslag, licht, maken het bestaan mogelijk van een weelderigen plantengroei. Wie nu denkt aan den kolossalen rijk dom aan plantensoorten en aan de felle kleuren, die een Zwïtsersche Alpenweide in Juli of Augustus vertoont, zal door de Noorsche flora teleurgesteld worden. In Noorwegen zijn nl. zeel minder gunstige groeiplaatsen voor planten van 't type, dat in MlddèfT-Europeësche dalen en op berg weiden groeit. Het geweldige Noorsche bergland ver toont vanaf de kust de lange en diepe in snijdingen, die we als fjorden kennen. Aan hun vorming heeft het ijs een zeer belang- rijk aandeel gehad; de schurende kracht van het ijs, gepaard aan de in nog jonge geologische tijdvakken optredende ophef fing van den Noorschen bodem hebben de rotswanden van een fjord steil gemaakt. Zoo'n steile bergwand maakt 't onmogelijk dat verweeringsproducten zich op de hel ling verzamelen de wand is kaal, onbe groeid. Dit wil nu natuurlijk niet zeggen, dat niet hier en daar planten houvast heb ben gekregen in spleten dezelfde planten, die kans zien een rotswand in de Alpen te bewonen, kunnen we ook hier aantreffen. Daar, waar de grond vlak is ot langza mer glooiend omhoog loopt (o.a. bij Ber gen) zien we een plantengroei, die zéér aan de Middel-Europeesche doet denken. Langs de wegen groeit vrijwel dezelfde plantenassociatie als bij ons of in Noord- Duitschland, op de heuvels groeien nog vele loofboomen, hoogtrop groeit naald hout. Al komen in Zuid-Noorwegen nog zoo talrijke en goed ontwikkelde loofboo men voor, het boschtype is toch 'naald bosch, waardoor soms een eenigszins som bere stemming in 't landschap komt, die nog verdiept wordt door de eentonigheid. Maar tusschen de naaldbosschen komen toch ook stukken grasland voor, die vanaf de licht van den vuurtoren het pad even verlichtte, ging hij op weg. Elisha Crowe schudde zachtjes het hoofd, terwijl hij wachtte tot de gestalte van den detective om de eerste kromming van het pad verdween. Toen draaide hij •zich om om zoo spoedig mogelijk terug te gaan. Britsche aanbidder van de sterke vuist, mompelde de oude man. Je hebt goede kwaliteiten. Maar ik geloof dat er andere noodig zijn om Ravenscar te vangen. HOOFDSTUK XXV. 't Spoor bijster. Toen Elisha Crowe op de priory kwam, werd hij dadelijk verzocht naar de eetzaal te gaan, waar hij Dick Wenslade en Yvon ne met hun oom aan tafel vond. Het was de twee jonge menschen onmogelijk ge weest rustig op de pastorie te blijven, ter wijl er iedere minuut iets kon gebeuren. Na Eüsha's mededeeling dat hij de schuilplaats van Ravenscar op de klippen had ontdekt en dat hij Scott had gewaar schuwd, niet tot arrestatie over te gaan, voor hij hulp had gekregen, ging Dick naar de bibliotheek om naar Wroxford te telefo neeren. Tijdens de afwezigheid van Dick accepteerde Elisha de uitnoodiging van lord Monksilver om een glas wijn te drin ken hij had daar inderdaad een groot verlangen naar. Ik ben een dwaze, oude man, meneer Crowe, en ik heb me heel wat te verwijten over den loop der gebeurtenissen, begon lord Monksilver na een kleine pauze. Ik begrijp nu, dat mijn secretaris de hemel mag weten, wie hem ooit kan vervangen het plan had om mijn broer en neef uit Haemologcn 1 53 JAAR BEPROEFD Jkoedvovrwid-V&tót&tAend. einde Mei prijken met een rijkdom van bloemen. Daar groeien tusschert onze be kende boterbloemen, margrieten, enz. ook monnikskappen, wellicht gentianen, orchi deeën en andere, meer opvallende planten. Ze munten uit door hun diepe kleuren (wel een gevolg van het langdurige daglicht), ook het groen is een diep warm groen. Een enkelen keer worden we verrast door een dier arktische plantensoorten, die voor den grooten ijstijd ook in ons land waren doorgedrongen, maar daaruit later weer, toen de temperatuur hooger werd, grooten- deels verdwenen. Een enkele soort bleef als „relikt" achter. Deze soorten komen thans nog veel in Noorwegen voor. Niet minder interessant is het om waar te nemen, dat planten, die bijv. in de Alpen eerst op vrij groote hoogte voorkomen, hier, in dit Noordelijke land reeds op ge ringe hoogte groeien. De bergflora is als.'t ware omlaag gezakt. Wel zijn Rhododen drons in Noorwegen zeldzamer dan in de Alpen, maar men hoeft er ook niet zoo hoog voor te klimmen. Wellicht de interessantste planten comb i- naties zijn aan te treffen in de kleine venen en op de moerassige gronden, die in de omgeving van meren en gletschers kunnen voorkomen. Verschillende boschbessen en daarmee verwante kleine heesters komen, niet onze heidesoorten, aan den rand van zulke gebieden, en ook hier en daar op open plekken in de bosschen voor. De natte bodem is bedekt met tal van grassen, cypergrassen, biezen, enz., waartusschen varentjes, maar vooral zeer talrijke mos sen. Dat in dit vochtige bergland ook mos sen en korstmossen ruim vertegenwoordigd zijn, spreekt wel vanzelf, maar het aandeel dat deze planten in de Noorsche flora heb ben, is grooter en vooral opvallender, dan in vele andere flora's. We noemden de rotswanden der fjorden kaal en dat zijn ze, als we uitsluitend op zaadplanten letten. Maar groote stukken rotswand 'kunnen be dekt zijn met korstmossen, waardoor ze soms een zéér bijzondere kleur krijgen. Mossen en levermossen zijn in Noorwegen zéér talrijk, met tal van interessante soor ten. Juist op dit gebied is 't Noorsche kustgebergte bijzonder rijk, door 't bezit van een aantal Atlantische soorten, die het o.a. met Ierland gemeen heeft. Trouwens ook onder de zaadplanten is een vrij aan zienlijk contingent Atlantische typen. Men moet er niet op rekenen, veel van het Noorsche dierenleven te zien te krij gen het merkwaardigste deel van de •fauna kunnen we ook niet te zien krijgen, omdat het zeedieren zijn De vele typen van weekdieren enz.,*die de fjorden bewo nen, kan men in geconserveerde exempla ren bekijken in 't museum te Bergen. Al is het laatst van Juli geen geschikte tijd om de zangvogels in Noorwegen waar te nemen, zoo zullen vogels (vooral zwem vogels in den ruimsten zin) e« insecten het meest opvallend zijn in dien tijd van het jaar. Bekend genoeg is het, dat verschil lende typen meeuwen, ganzen, alken, enz. soms in zulke kolossale hoeveelheden een bepaalde rots bewonen, dat deze achter den vogelzwerm schuil gaat en door zijn kleur duidelijk getuigt van 't actieve vogel leven Ook roofvogels zijn nog gewoon in Noorwegen hoe kan 't ook anders Maar van roofdieren zal niets te zien zijn. Wie gehoopt (of gevreesd heeft ergens een beer of veelvraat tegen te komen, kan hoop en vrees gerust op zij zetten. Zeker, er zijn noa wel groote roofdieren, maar toch zeker niet meer in 't dichter bevolkte Zuidelijk deel van Noorwegen De beste kans op dierenwaai neming heeft men, als 't weer wil meewerken, bij de insekten, die bloemen bestuiven, en bij de bewoners van weide en bosch. Maar evenals de Noorsche flora eigenlijk minder door haar soorten, dan door de combinatie van soorten verschilt van bijv. de Midden- Europeesche, zoo zal men ook in de insec ten-fauna niet zoo spoedig soortverschil met de Midden-Europeesche fauna opmer ken. Juist deze groote eenheid, die zich over een zeer groot gebied van Europa en Azië uitstrekt, heeft er toe geleid een paleark- tisch gebied als biographische eenheid te beschouwen. En wie met West- en Mid den weg te ruimen. Maar ik weet alleen niet, wat voor bedoeling hij ermee had. Hij was geen familie van mij, dus kon hij er niet op rekenen, dat hij mijn titel en for tuin zou erven. Uw fortuin niet, mylord zei Elisha eerbiedig. Er is mij verteld, dat het ge slacht na den dood van meneer Richard Wenslade uitgestorven zou zijn en dat u dan uw bezittingen kon vermaken aan wien u wilde. Ravenscar was toch veel te slim, wierp de burggraaf tegen, om te denken dat ik hem meer zou nalaten dan een be scheiden legaat. Hij wist toch heel goed, dat, al had ik geen mannelijke erfgenamen meer, ik er nog een vrouwelijke had En lord Monksilver wendde zijn gezicht naar Yvonne toe, die naast hem zat en kneep haar zacht in de wangen. Ravenscar zou er misschien wel wat op gevonden hebben om toch van die er fenis te profiteeren als die in het bezit van miss Wenslade was gekomen, meende mr. Crowe. Hoe durft u zooiets te zeggen, riep de oude pair een beetje ontstemd. Maar het was Yvonne, die de opkomende booze bui wist te bezweren. Ik geloof dat mr. Crowe gelijk heeft, oom, zei het meisje. Die ellendeling heeft den laatsten tijd akelig lief tegen me gedaan, 't ls heel waarschnlijk dat hij de een of andere bedoeling er niee heeft gehad. Maar mijn lieve kind, het is eenvou dig te zot, lachte Monksilver. Ik zou liever den laatsten stuiver aan het Heils leger hebben vermaakt 1 Elisha meende dat dit een goede gele genheid was om een troef uit te spelen. den-Europeesche typen van flora en fauna min of meer vertrouwd is, heeft dan in Noorwegen de gelegenheid om ook eens, zij 't dan maar even, met het subarktische type kennis te maken. Visscherij en Scheepvaart. Na wat hiervoren gezegd is over de kust en het klimaat, behoeft het niet te verwonderen, dat visscherij en scheepvaart de hoofdbronnen van bestaan van Noorwe gen zijn. Over de visscherij als middel van bestaan zegt een schrijver kernachtig „Rijke vischvangsten hebben voor Noorwegen de zelfde beteekenis als goede oogsten goede vischjaren vermeerderen de huwelijken, verminderen de sterfte slechte vischjaren nopen tot landverhuizing", In het Noorden (Lofoten) is de vangst van kabeljauw de hoofdzaak, in het Zuiden (Bergen) wordt vooral haring gevangen De walvischvangst wordt door Noorsche maatschappijen in hoofdzaak uitgeoefend in de Zuidelijke IJszee. Voor den wereldoorlog werd de Noor sche handelsvloot in tonnenmaat alleen overtroffen door de Duitsche en de Engel- sche. Door de buitengewone inspanning der geallieerden ter vermeerdering hunner vloot, door de geweldige verliezen, aan de Noorsche vloot toegebracht door de Duit sche duikbooten, anderzijds, neemt Noor wegen thans de zevende plaats in. In den ♦aanvang van het jaar 1927 bezat Noorwe gen 1806 handelsschepen boven 100 ton, met een gezamenlijken inhoud van 2.796.000 ton bruto. ls Noorwegen naar de volstrekte ton nenmaat van de 3e naar de 7e plaats ver drongen, naar verhouding van zijn inwo ners staat het nog ver vooraan, d.w.z. deelt men de tonnenmaat der handelsvloot der verschillende zeevarende volken door het aantal inwoners, dan laat Noorwegen zijn mededingers ver achter zich. HET DAWES-PLAN. üp 30 Augustus 1924 is in Londen de Dawes-overeenkomst aangenomen, waar bij de betalingen van Duitschland aan de voormalige tegenstanders in den oorlog worden geregeld. De eerste vier jaren, dai het be-palings-plan in werkinig was, moes ten zoogenaamde jaren van ontziening voor Duitschland, zijn. Het begin van het eerste normaal-jaar der reparatie-betalin gen werd vastgesteld op den len Septem ber 1928. Te beginnen met dien datum heeft Duitschland een minimum-som van 2500 millioen goud-mark per jaar te be talen, een bedrag, dat de laagste grens der betalingen vaststelt. Want voor het ge val, dat Duitschlands rijkdom mocht toe nemen volgens den index berekend zou de som van 2500 millioen overeen komstig worden verhoogd, zonder dat de grens naar boven is vastgesteld. In de eer ste vier reparatiejaren heeft Duitschland de geheele betalingen, die aan het land zijn opgelegd, voldaan in het eerste jaar (1924/1925) 1000, in thet tweede 1220, in het derde 1500 en in het vierde reparatie jaar 1750 millioen goud-mark. In het derde jaar (1926/1927) zou Duitschland op nor male wijze maar 1200 te betalen hebben gehad. De Duitsche minister van rijksfinan ciën echter maakte gebruik van de moge lijkheid, om een zoogenaamd verbetenngs- regu in te lossen. Te dien. einde werden er aan de kas van den reparatie-aigent 300 millioen meer afgeleverd en daardoor voor de jaren 1927/1928 en 1928/1929 twee be talingen eik van 250 millioen ineens afge daan. Uit deze geldnmanipulatie vloeide dus voor Duitschland een besparing voort van 200 millioen goud-mark. In de beschouwingen, die nu van Duit- schen kamt worden gehouden en die zich bezighouden met de reparatie-prestaties der vier laatste jaren, evenals met de ko mende minimumnprestaties van 2500 mil lioen goivd-mark jaarlijks, wordt in de eer ste plaats de vraag besproken, wat den reparatie-agent in 1926 eigenlijk heeft be- wQigien, om de betaling van het kleine verbeterings-reQu aan te nemen. Het was immers geen „moet" voor Parker Gilbert ttt voor de, door hem vertegenwoordigde leparatieschuldeischers gingen daardoo.- 300 millioen (goud-mark verloren. Men stelt nu vast, dat het er Parker Gilbert volstrekt niet om te doen is geweest, Duitschland ten verlichting toe te staan, evenmin als ue reparatie schuldeischets het vlugge binnenvloeien der 300 millioen dringend noodig hadden. Het is veeleer een feit, dat in 1926 de rtparatie-schuldeiscliers de eco nomische en financieele ontwikkeling» van Terwille van Phyllis Vaughan's goeden naam, was het noodfo om lord Monksilver aan het verstand te brengen dat zijn ge heime neiging, al was deze dan ook het gevolg van een ziekelijke afwijking, niet onopgemerkt was gebleven. - Ik hoop dat u het mij vergeven zult, mylord, wanneer ik onbescheiden schijn met wat ik zeggen ga, zei de oude detec tive rustig, maar er zijn veel menschen, hoog of minder hoog geplaatst, in wier leven een geheim is dat ze ten koste van alles willen bewaren. Is het niet mogelijk, dat deze schurk, dien wij nu achterna zit ten, een geheim van u kent, waardoor hij u, als hij het goede oogenblik gekomen achtte, naar zijn hand had kunnen zetten De vriendelijke blauwe oogen van den ouden edelman waren gefascineerd door den onderzoekenden blik van Elisha en de vrees die er in lag, bewees dat het proef- schot van den ouden man raak was ge weest. Het was gelukkig dat de spanning verbroken werd, doordat Dick de kamer weer binnen kwam. Hij had Elisha's mede- deeüngen naar het politie-bureau van Wroxford getelefoneerd en de hoofdcom missaris was dadelijk in zijn auto op weg naar -Beacon Audley gegaan. Hij zal wel direct bij het hek van de oprijlaan zijn, zei Dick geagiteerd. La ten we naar den weg Ioópen om hem daar op te pikken. Dat spaart tijd. Maar mijn lieve jongen, je verwacht toch niet, dat Yvonne en ik op dezen tijd van den dag aan die achtervolging mee doen zei lord Monksilver verschrikt. En mr. Crowe kan op zijn leeftijd ook be ter hier blijven na zoo'n vermoeienflen dag. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1928 | | pagina 5