eerste BLAD
^""binnenland
No-
192®
VRIJDAG 27 JULI
Stads= en Provincienieuws
VLISS1NGSCHE COURANT
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
keren f2.20 per drie maanden. Franco
door liet gelieele rijk ƒ2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij voormtbeta-
''".Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 1—5 regels 1.25, voor iederen
regel meer 25 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 50 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs bij
vooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, voor
iederen regel meer 15 cent.
De heer H. Colijn in den Nederlandschen
Journalisten Kring.
Gisteren heeft in ihotel Paulez te 's-Gra-
venhage het noenmaal plaats gehad, dat
tie Nederlandsche Journalisten kring aan
bood aan den heer H. Colijn, oud-minister
president en- «voorzitter der economische
conferentie van den Volkenbond.
Onder de deelnemers waren verschillen
de bestuursleden van den Journalisten
kring benevens de eere-voorzitter mr. L.
Plemp van Duiveland en het eere-lid de
heer Johan de Meester. Ook eenige bij den
Kring aangesloten- plaatselijke vereenigin-
o-en waren vertegenwoordigd. Namens de
R.-Kath. Journalisten vereeniging was haar
voorzitter, de 'heer j. B. Vesters, aanwezig
en namens de directeuren-vereeniging „De
Nederlandsche Dagbladpers" haar be
stuurslid de -heer H. Diemer. Voorts werd
aan den maaltijd deelgenomen door tal van
vertegenwoordigers der bladen van aller
lei richting. Ook de Indische en de buiten-
land9che pers waren vertegenwoordigd.
Op de tafels was een keurige bloemver-
siering aangebracht. Een strijkje luisterde
den maaltijd op.
De heer Colijn werd in de vestibule van
het hotel ontvangen door de heeren D.
Hans voorzitter, Henri Dekking, vice-voor-
zitter en W. N. van der Hout, secretaris
van den Journalistenkring, die alle aan
wezigen aan hem voorstelde.
Bij den aanvang van de lunch hield de
heer Hans de «volgende toespraak
Hooggeachte heer Colijn,
Het is ons een voorrecht en een onder
scheiding, dat gij heden als onze gast aan
dit noenmaal tegenwoordig zijt. In 1926 was
het mr. A. R. Zimmerman, in 1927 minister
jhr. F. Beelaerts van Blokland, die in ons
midden verscheen, en nu zijt gij het, onze
oudminister-president, de voorzitter van de
Economische Conferentie van den Volken
bond, die hier, waar de vaderlandsche pers
van alle richtingen vertegenwoordigd is, met
ons wilt aanzitten en een woord tot ons
spreken. Wij stellen dit te meer op prijs,
waar wij sinds eenige weken weten, dat u
in de zomermaanden aan zwemmen de voor
keur geeft boven officieele maaltijden. Wij
vragen u verontschuldiging, dat wij u, nadat
gij nauwelijks den voet op vaderlandschen
bodem hadt gezet, niet naar het zwembassin,
maar naar een restaurant hebben gelokt.
Onze vreugde over uw aanwezigheid hier
is van velerlei aard. De pers is een soort
van volksvertegenwoordiging. De beste fi
guren des volks zijn dus in ons midden op
hun plaats. Daaronder behoort gij. Als
staatsman van een bepaalde en krachtige
overtuiging is er altijd veel gerucht en ook
veel critiek om u heen geweest. Dat kan
niet anders, en alle leidende staatslieden
hebben daarvan hun deel gehad. Maar ik
voeg er dit onmiddellijk bij ons volk weet
toch altijd met sterke beslistheid de figuren
te herkennen en te waardeeren, die zich, hoe
onwankelbaar van politieke en godsdiensti
ge overtuiging ook, boven alle schakeeringen
uit in breedheid van overtuiging hebben
weten te verheffen tot op het algemeen na
tionale platform, zich hebben weten te vor
men tot een volks-bezit in den besten en
ruimsten zin van het woord. Zoo zien wij u,
en zoo zijn wij trotsch op u. Zelfs uw meest-
principieele tegenstanders hebben toch in
een hoekje van hun hart wel dat gevoel van
bewondering voor u, dat wij koesteren voor
ieder, in wien zich de beste eigenschappen
van ons volk demonstreeren en die de eer
en de reputatie van onzen stam handhaaft
voor het aangezicht der wereld. Het is geen
wonder, dat de Volkenbond beslag op u
heeft gelegd en dat de veelzijdige bekwaam
heid en de stoere kracht van uw persoon
ook in internationaal milieu worden benut.
Bij dit alles heeft het voor ons nog bij
zondere bekoring, dat dit noenmaal wordt
aangeboden aan een lid van den Kring,
hoofdredacteur van „de Standaard", opvol
ger van dien onvergetelijken journalist,
wiens naam als voorzitter en eerevoorzitter
aan onze vereeniging verbonden is geweest
en wiens voetspoor in de geschiedenis der
Nederlandsche journalistiek nooit zal wor-
®n mtgewischt. Wij begroeten u dus hier
a's Nederlandsch staatsman, als internatio-
«Hlefiguur, en als journalist.
Wij wenschen u van harte geluk met uw
Denouden terugkeer in het vaderland, wij
spreken de hoop uit dat ons volk nog vele
jaren op u als één van zijn beste zonen zal
mogen wijzen, en wij brengen een dronk
uit op u en de uwen.
Bij het 'desert nam de heer Colijn het
woord.
Spreker zeide dankbaar te zijn voor de
'Ot hem gerichte uitnoodiging.
P dankbaarheid uit zich bij spreker
uitff +0nc*ere mate- omdat de uitnooddging
imS? van oen Krimg van vakgenooten.
s sinds eenige jaren heeft spreker
2SLï2PrreJ?ht zich tot 'dien Kring van va'k-
jv i?k rekenen.
ankbaar is spreker eveneens voor de
woorden van den voorzitter, al heeft deze
daardoor sprekers taak niet gemakkelijk
gemaakt en verwachtingen gewekt, waar
tan spreker misschien niet geheel zal kun
nen voldoen.
In cüt «verband herinnert spreker aan een
passage in het boekje „La session diplo
matique", dat versch'enen is tijdens de
conferentie in Geneve. Daarin wordt ver
haald, dat eenige journalisten bij elkaar
waren, toen nog een andere journalist de
kamer' binnenkwam, hetgeen aan één der
ïeeds aanwezigen de opmerking ontlokte
„Que fap.tesHvous ici malheureux waar
aan hij nog toevoegde „Gij hoort hier im
mers toch niets bijlzonders
Spreker vreesde, dat dit gezegde van
toepassing zal zijn op hetgeen hij hier he
denmiddag zeggen zou.
Bovendien is het onderwerp nu niet zoo
bepaald amusant en sprekei zeide niet de
gave te bezitten van den Frigisohen koning
der oudheid, Médas, om alles wat hij zei
in goud om te zetten.
Het feit dat spreker het woord voert in
een kring van vakgenooten, stemde hem
echter gerust, al blijft spreker igelooven,
dat hij sommigen in hun verwachting zal
moeten teleurstellen.
Het onderwerp van de rede van den
heer Colijn was „«Het economisch werk
van den Volkenbond', gezien in het licht
van de internationale politiek", dat door
den heer Colijn uitvoerig werd toegelicht.
Spr. noemde het duidelijk, dat de Econ.
Conf. bijdraagt om de scherpe kanten, die
er op allerlei gebied in Europa zijn, af te
slijten. Alles wat op dit gebied tot stand
komt, neemt meteen weer een steen des
aanstoots weg, vooral wat betreft de nieu
we gebieddeelen. Waar vroeger tusschen
verschillende deelen samenwerking bestond,
is deze bij de vorming van een nieuw ge
biedsdeel afgebroken en met opzet verzet
men er soms tegen om de oude betrekkingen
weer aan te knoopen. Ook daardoor wordt
het sluiten van tractaten bemoeilijkt, maar
door het werk van de Econ. Conferentie
wordt die rivaliteit, zoo niet geheel opge
heven, dan toch aanmerkelijk verzacht.
Voorts zeide spr. dat misschien het werk
der Econom. Conferentie wel leidt tot de
mogelijkheid, dat besprekingen zullen wor
den gehouden over de internationale schul
denregeling. Thans is dit nog volstrekt uit
gesloten, doch de noodzakelijkheid daarvan
is onvermijdelijk voor Europa.
Spreker ziet deze mogelijkheid dan ook in
de toekomst verwezenlijkt, met het uitzicht
op eenig succes. Daarom verdient het werk
van de Economische Conferentie aller be
langstelling. Tot de ongeduldigen zou spre
ker willen zeggen Vergeet niet, welk een
behoedzaamheid noodig is in verband met
de verhoudingen, teneinde geen toestanden
te scheppen welke erger zouden zijn dan de
thans reeds bestaande. Tot de twijfelaars
zegt spreker dat zij niet alles moeten afme
ten naar wat zij in het korte bestek van een
jaar hebben zien groeien. En tot hen, die
gelooven wil spreker zeggen Laat ons allen
samen ons uiterste best doen en onze krach
ten inspannen, om het werk die beteekenis
te geven, welke het verdient.
Spreker achtte zich gelukkig dit alles te
hebben kunnen zeggen in een bijeenkomst
van persmenschen, omdat de voorlichting
van de pers van zoo grooten invloed op ons
volk is.
Spreker uitte de 'hoop, dat de Nedei-
landsche pers het werk van de economi
sche conferentie zal bezien in het licht,
waarin dit moet worden bezien.
Spreker is er van overtuigd, dat daar
door meer zal worden bijgedragen tot de
vordering van den vrede in Europa.
Daarna had nog eenige gedachtenwisse-
ling plaats, waarop de heer Hans den heer
Colijn hartelijk dank zegde voor zijn rede.
Nederland en België.
De correspondent van het „Hbl." te Brus
sel seinde gisterenavond
Na wel meer zijn denkbeelden te hebben
ontwikkeld over de Belgisch-Nederlandsche
verhoudingen, na de verwerping van het
ontwerp-tractaat door de Eerste Kamer ont
staan, betoogt thans Ajax in de „Nation
Beige" dat, indien hij niet overtuigd was
dat minister Beelaerts alleen door liefde tot
zijn land wordt geleid, hij zou gelooven dat
het uitstel tot aanknooping van nieuwe on
derhandelingen met België eenigszins te
wijten is aan sympathie voor Duitschland,
van welke sympathie jhr. Beelaerts gedu
rende den oorlog als vertegenwoordiger van
onzijdig Nederland te Peking blijk heeft ge
geven. Er is echter een middel, schrijft
Ajax verder, om Nederland tot het nakomen
zijner verplichtingen te dwingen, zonder zelf
den eersten stap daartoe te doen. België
wende zich namelijk tot den Volkenbond,
welk instituut grooten invloed op Nederland
sche staatslieden oefent. Over een maand
komt de algemeene vergadering bijeen. Het
internationaal karakter van het vraagstuk
kan niet geloochend worden, en dan zal
Nederland wel moeten zeggen of zij het se
dert 1648 bestaande geschil, waarvan de
nadeelen sindsdien steeds erger zijn gewor
den, niet liever aan een internationale recht
bank zou willen onderwerpen en het verkeer
langs Rijn, Maas en Schelde door een inter
nationaal statuut geregeld zou willen zien.
België zou in elk geval niet beter vragen,
meent Ajax.
De nieuwe wet op de N.V.
De minister van justitie heeft een com
missie ingesteld, aan welke is opgedragen
hem voor te lichten over de vraag of, en
zoo ja, in hoeverre wijziging is te brengen
in de nieuwe wettelijke regeling van de
N.V. .(wet van 2 Juli) voor wat betreft
openbaarmaking van balans en winst- en
verliesrekening.
het collectief contract voor wat betreft de
rechtspositie der arbeiders, over te nemen,
terwijl daarentegen de werklieden wat van
hun looneischen hebben laten vallen.
Met het oog hierop is gisteren het werk
hervat. De staking heeft ongeveer drie we
ken geduurd.
Een gunstig oordeel over den zomertijd.
Naar aanleiding van een verzoek van de
afdeeling Bovenkerk om te ijveren voor in
trekking van den zomertijd deelde de heer
J. D. Kok van Loosduinen in de .hoofdbe
stuursvergadering van den R.-Kath. Land
en Tuinbouwbond in het bisdom Haarlem
als zijn ervarinig; mede, dat de Westland-
sc'he groenten dank zij mede den zomertijd,
bijna versoh de buitenlandsche markten
bereiken, zoodat voor den tuinbouw za-
kelijikerwijs gesproken veel van de bezwa
ren van den zomertijd zijn opgeheven.
De Emmabloem.
Het orgaan van de Ned. Centrale ver
eeniging tot bestrijding van de tuberculose
deelt mede
Aan de Emma-bloem col^cte is dit jaar
deelgenomen door 544 vereenigingen te
gen 393 in 1927. Bovendien werd dóór
bemiddeling van 10 proivinciale vereenigin
gen ini 83 plaatsen, waar dit niet door een
plaatselijke vereeniging werd gedaan, de
collecte uitgevoerd.
Het aantal bestelde bloempjes was
1.373.500 tegen 1.341.600 in 1927, waar
van er 127.900 teruggezonden werden,
tegen 116.000 in 1927, zoodat in het geheel
geplaatst werden 1.245.600 bloempjes. In
1927 bedroeg dit aantal 1.225.600.
De netto-opbrenigst was, zoover ons be
kend is geworden"/ 126.472.15, welk be
drag in 1927 120.282.74 bedroeg.
Hierbij moet nog gevoegd worden het
aandeel, dat de sanatoria, hospitalen en de
Nederl. Centrale Vereeniginjg tot bestrij
ding van de tuberculose rechtstreeks uit
de opbengst van de bloempjes ontvangen,
en dat 19.778.08 bedraagt. De geheele
opbrengst is dus 146.250.23.
Scheepsbouw.
Op de. Noordzee heeft met gunstig ge
volg de proeftocht plaats gehad met het
dubbelschroef stoomtankschip „Juliana",
door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij.
te Amsterdam gebouwd voor de Curacao-
sche Scheepvaart Maatschappij te Willem
stad (Curacao).
Het schip werd gebouwd volgens Lloyd's
Klasse 100 A I en het is ingericht voor het
vervoeren van olie. Het laadvermogen be
draagt 3000 ton bij een diepgang van 13
Eng. voet. De hoofdafmetingen zijn 305'0"
X 50'0" X 15'0" en de bruto tonnenmaat
is 2587 ton.
De maehine-mst&iatie, bestaande uit 2
triple-expansie-machines met een gezamen
lijk vermogen van 1500 I.P.K., werd gele
verd door de Machinefabriek Gebr. Stork
Co. te Hengelo. De snelheid zal 10*4 mijl
per uur bedragen.
Op den proeftocht voldeed de „Juliana"
uitstekend en werd het schip door de ree-
de rij van de bouwers overgenomen.
Een Holland-nummer.
Het ..Heidelberger Fremdenblatt" heeft
een HoIIand^nummer uitgegeven, waarin de
toeristen die Zuid-Duitschlandi bezoeken
tal van bijzonderheden kunnen vinden om
trent verschillende steden alsHeidelberg,
Mainz, Frankfurt, Wiesbaden enz.
Dit buitengewoon goed verzorgd num
mer is met 74 illustraties in den tekst
voorzien.
VLISSINGEN, 27 JULI.
Een staking opgeheven.
Na een hernieuwde bespreking tusschen
de patroons en de vereenigde stukadoors-
bonden is men tot overeenstemming geko
men met betrekking tot het conflict in het
stukadoorsbedrijf te Enschedé. De patroons
hebben zich verbonden, de bepalingen van
De staking aan „de Schelde".
In „de Metaalbewerker", orgaan van den
Christelijken Metaalbewerkersbond, schrijft
de heer W(etselaar) onder het opschrift
„De beoordeeling van het conflict door onze
geestverwanten" het volgende
Het conflict, dat zoo diep insnijdt in het
maatschappelijk leven van de bevolking
van Zeeland, wordt, wat zeer verklaarbaar
is, aan alle kanten bekeken en beoordeeld.
Het oordeel dat dan volgt is meerdere
■malen vertroebeld, omdat men het ziet door
en in het licht van het eigenbelang.
Neringdoenden, die door het derven van
inkomsten worden geschaad in hun belan
gen, zullen hun oordeel daardoor doen be-
invloeden. Dan raakt echter de objectiviteit
zoek. Wij zullen daarover niet te hard oor-
deelen. Br zijn heel wat zakenmenschen
die een toer hebben om staande te blijven.
Die worstelen om het hoofd boven water te
houden. En, die bij buitengewone tegen
vallers, zooals nu door de staking ontstaan
zijn, allicht bitter worden en daardoor hun
oordeel doen beheerschen.
Begrijpelijk zal het echter wel wezen, dat
wij dan aan zulk een oordeel niét te groote
waarde zullen toekennen.
De maatstaf, die deze menschen aanleg
gen is zulk een gansch andere, dan die
waarnaar het conflict moet worden geme
ten. Het is die van het belang en niet van
h-e»t «recht.
Anders staat het met de beoordeeling
van onze geestverwanten, die het conflict
bezien in het licht van de Christelijke be
ginselen. Hier hebben wij een meer objec
tieven maatstaf, waarbij niet het belang do
mineert, doch de zedelijke norm van „doe
irecht en weest waar."
Dan geldt de Christelijke grondwet voor
den gemeenschappelijken arbeid op het ter
rein "van het maatschappelijk leven.
Waarbij absoluut uitgeschakeld moet
worden, sterker nog met alle macht en
kracht moet worden tegengestaan, de leer
van het economisch 'liberalisme, dat in in
dividualisme haar heil en kracht zoekt en
door de macht van het kapitaal het maat
schappelijk. leven wil doen beheerschen.
Dan worden dé dingen gézien in hun or
ganisch verband1 en gelet op het machtige
feit, dat gemeenschappelijke arbeid eischt
samenwerking van allen in het bedrijfsleven
om te komen tot een zoodanige verhouding
dat aan allen, die in het bedrijfsleven hun
krachten geven, hun recht en hun plaats
gehandhaafd blijft.
En, wat constateeren wij nu en onze
geestverwanten met ons in de maatschap-
rijr-verhoudingen, in het bedrijfsleven
Dit dat aam den arbeid steeds de lage
plaats van loonarbeid wordt toebedeeld
zonder meer, terwijl toch naar luid van de
gezonde Christelijke beginselen alle arbeid
van allen in het licht moet worden gezien
van de arbeidsgemeenschap, waarbij men
als elkanders natuurlijke vennooten elkaar
waardeert en samenwerkt. Wat tevens in
houdt, daar kan geen streep van af, dat de
arbeiders recht hebben, niet in de allereer
ste plaats op het hun rechtvaardig toeko
mende loon en wat daarbij behoort, doch
dat de arbeiders erkend worden en mede-
spreken over die zaken, die het belang van
het bedrijf, doch niet minder het belang
van den. arbeider raken.
Erkenning en overleg, om nu geen ander
woord te gebruiken, moeten als een onver
vreemdbaar recht van den arbeider in het
bedrijfsleven gehandhaafd worden. De ar
beider is geen nummer, maar een mensch.
Hij moet in den arbeid opkomen voor zijn
menschenwaarde. Hij kan en mag niet toe
laten, dat over zijn tijd, zijn leven, zonder
hem wordt beslist.
De arbeider is geen stuk koopwaar, doch
een redelijk, zedelijk wezen en het zou ver
laging van zijn mensch-zijn beteekenen,
wanneer hij alle zaken, zijn positie raken
de, liet geworden op grond van het feit, dat
hij er voor wordt betaald.
En iiu is het dit, wat inderdaad tot ver
heuging stemt, dat onze geestverwanten,
welke een vooraanstaande positie innemen
in Zeeland, dit zeer wel begrijpen. Vandaar
dan oo-k, dat het oordeel van velen niet
veroordeelend is als gezegd, geschreven en
gesproken is, voor het weigeren van over
werk aan „de Schelde" zonder eenige er
kenning of overleg met de organisaties der
arbeiders, dat hier een elementen het ge
ding zou zijn, dat als revolutionair kon
worden gekwalificeerd.
Neen, de zaak staat gelukkig zóó, dat
onze geestverwanten erkennen het recht
van den arbeider, als van zijn. tijd een deel
in het belang van het bedrijf moet worder.
gegeven, dat dan minstens met hem gere
kend moet worden en door overleg en sa-
mensprekimg de weg wordt bewandeld,
noodig om aan zijn recht en menschen
waarde te voldoen.
Daarnaast staat de zaak mede geiukkig
vzoo, dat waar in het land meer en meer als
sociaal recht groeit dat loon op erkend
Christelijke feestdagen moet worden be
taald, den arbeiders in» Zeeland dit niet mag
worden onthouden.
Wat echter bovenal deugd heeft gedaan
dat is, dat het verzoek om eenige vacantie-
dagen per jaar met behoud van loon zoo
redelijk en menschelijk wordt gevonden,
dat het oordeel van onze geestverwanten,
tem aanzien van de hier genoemde zaken,
nl. erkenning en overleg bij het overwerken
en doorbetaling van' het loon op erkend
Christelijke feestdagen en het verkrijgen
van eenige vacantiedagen, als moreel ge
wettigd wordt erkend.
De voorlichting, die ons orgaan gegeven
heeft tijdens het conflict, is daarop mede
van beduidende beteekenis geweest.
Dit bleek mij nog weer een dezer dagen,
toen in ons orgaan mededeeling werd ge
daan, dat als resultaat op de loonacties m
Utrecht bij eenige leden van den MetfUl-
bond, waaronder „Werkspoor", was be
reikt, dat in het vervolg het loon op erken
de Christelijke feestdagen vol zal worden
doorbetaald en dat eveneens de drie vacan
tiedagen met Vol loon zullen worden door
betaald.
Zulk een bericht geeft stof tot denken en
men gaat vragen waarom kunnen andere
leden van den Metaalbond dit billijk ver
zoek wel voldoen en waarom weigert de
directie van „de Schelde" halsstarrig
Dit vragen doet denken en het denken
vormt dan een oordeel, dat het verkeerd
van deze onderneming is om wat redelijk,
billijk en goed is en door zeer velen wordt
toegestaan, te blijven weigeren.
Dat men niet even vlug met zijn oordeel
klaar is ten aanzien van de loonverzoeken
ligt voor de hand.
Te dien aanzien verklaart men zich in
den regel niet tot oordeelen bevoegd, al
hoewel men de juistheid van ons betoog
nooit in twijfel trekt als wij zeggen, dat het
toch zeker redelijk is dat de Zeeuwsche
arbeiders niet minder verdienen dan in ge
lijksoortige bedrijven op andere plaatsen
wordt betaald. Dit temeer, daar door ons
steeds op het gebied van de belooning, in
verband1 met de geêtelde verzoeken, een
houding is aangenomen om tot overeen
stemming te geraken.
Dit alles bij elkander genomen heeft het
grootste deel van onze geestverwanten
doen komen aan onzen kant. Terwijl zij,
die aarzelen en twijfelen, heel wat milder
in hun oordeel zijn geworden, nu ze gezien
hebben, hoe steeds door ons alles is ge
daan om scherpte te vermijden en verzoe
ning te bevorderen.
Het resultaat na weken arbeid door
schriftelijke en mondelinge voorlichting en
toelichting heeft onze Zeeuwsche geestver
wanten gebracht aan den kant van hen, die
strijden voor het Christelijk-sociale recht in
den arbeid. Dat kan ook niet anders. Want
het Chistelijk beginsel is het sociale begin
sel bij uitnemendheid. En waar wij in het
bedrijfsleven nog telkens ervaren, dat het
onchristelijke element met zijn destructieve
werking streeft naar ontwrichting van het
maatschappelijke van het bedrijfsleven,
daar kampen wij met truffel en zwaard om
dat element te bestrijden uit alle macht, tot
zegen van allen, die bij het bedrijfsleven
hun taak en roeping hebben te vervullen
In het dagblad „de Zeeuw" koriit de voi-
ende driestar voor over „het conflict te
Vlissingen", welke wij ook onder de aan
dacht van onze lezers willen brengen
De staking te Vlissingen duurt nog altijd
voort.
De pogingen van den Rijksbemiddelaar,
mr. Aalberse, om aan het conflict een einde
te maken, zijn afgestuit op een botte wei
gering van de directie van „de Schelde".
Terwijl de arbeiders zich bereid verklaar
den over een bemiddelingsvoorstel te onder
handelen, verklaarden de vertegenwoordi
gers van den Metaalbond en de directie van
,de Schelde", dat zij tot geen enkele con
cessie bereid waren en dat de werklieden
op de oude voorwaarden aan den arbeid
konden gaan.
Daarmee was men weer gekomen op het
doode punt. De staking duurt voort tot
groote financieele en ook moreele schade
van de bij het conflict betrokkenen. Het is
toch duidelijk, dat wanneer straks van over
winnaars en overwonnenen kan worden ge
sproken, de goede verhoudingen voor lan
gen tijd worden verstoord. Dat er groote
bitterheid komt in de harten.
Voor velen is deze gang van zaken een
ernstige teleurstelling.
Gehoopt werd, dat het aan den Rijks
bemiddelaar gelukken zou, de partijen tot
elkaar te brengen.
Gewoonlijk lukt dit ook wel. Als regel is
er toch bij dergelijke arbeidsconflicten bij
beide partijen wel de begeerte om tot een
oplossing te komen. Maar niemand doet
gaarne den eersten stap, aangezien dit in
vele gevallen als een bewijs van zwakte zal
worden aangemerkt.
Bij het optreden van een bemiddelaar be
staat die vrees niet. En zoo gelukt het dan
ook heel vaak, partijen aan de conferentie
tafel te brengen en na langer of korter on
derhandeling het conflict te beëindigen.
In dit geval is zulks echter niet gelukt.
Mr. Aalberse was gedwongen onverrichter-
zake naar huis te gaan.
Naar aanleiding hiervan werd ons ge
vraagd of de rijksbémiddelaar niet krasser
had kunnen optreden, of hij niet tot arbitra
ge had kunnen verplichten.
Het antwoord moet ontkennend luiden.
Daartoe geeft de wet tot bevordering van
de vreedzame bijlegging van geschillen over
arbeidsaangelegenheden enz. niet het recht.
Niemand kan tot arbitrage worden ver
plicht.
Wel kan bij conflicten, waarbij het alge
meen belang in ernstige mate is betrokken,
b.v. groote stakingen die den geheelen ge-
ordenden gang van het maatschappelijk le
ven desorganiseeren, door de regeering een
enquête worden gelast, maar om te begin
nen is hier van zulk een conflict geen sprake
en bovendien kan ook bij een enquête nie
mand verplicht worden zich aan een uit
spraak te onderwerpen.
En dan moet hier de strijd tot het bittere
einde worden uitgevochten'?
Het heeft er allen schijn van.
Toch hopen we niet, dat het dien kant
op zal gaan.
Dat zou de slechtste oplossing zijn die
zich denken laat.
Omdat het geen oplossing is.
Wij hopen dat de directie van „de Schel
de" mede tot dit inzicht zal komen en dat
het ook na de ontmoedigende ervaringen
van den rijksbemiddelaar aan pogingen in
die richting niet zal ontbreken.
Strandconcert.
De Vlissingsche Postfanfare, directeur de
heer H. B. Woltering, geeft Zondag a.s.,
des avonds 8 uur, een concert in de kiosk
op den Boulevard Evertsen.
Programma:
„De Zeeuwsche Bonds-
marsch" J. Horst
„Bij Zomerdag", ouverture G. Feremans
„Valse Nationale", wals
over Nederlandsche Volks
liederen Ch. de Carmonl
„Tante Griet wat wordt ge
mager", populaire step,
arr. H. B. Woltering
Pauze.
„Bon Souvenir",
pas rédoublé O. Filsfils
„Simple comme Bonjour,
ouverture Jan van Tright
„Am Friihlingsmorgen",
Grande valse F. v. d. Bossche
„L'Aurore d'un Beau Jour",
fantaisie Martin
Finale.
Strandhuis.
Mr. A. W. Kamp.
De kunstavonden in dit etablissement zijn
van een zeer goed gehalte, de laatste in
de beteekenis van de jongste natuurlijk,
want de volijverige exploitant, de heer Oos
terhuis, zal nog wel niet aan het eind van
zijn lijstje zijn toegekomen gisterenavond
was er echter een, die het predicaat supe
rieur ten volle verdient. Het is zeer wel
mogelijk ook bij dichter-zangers en decla
matoren van superlatieven gebruik te ma
ken, en dan noemen we mr. Kamp een der
beste, een der meest aristocratische, een
der meest principale voordragers, die we hier
ooit hebben ontmoet. En bij voorbaat roe-
VOLKSGEZONDHEIDS-
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
Wanneer gij verkouden zijt, neem u
dan in acht, zoodat gij deze lastige
kwaal niet op anderen overbrengt. Be
denk, dat zij gevaarlijk kan worden en
dit altijd! is voor jonge kinderen en
ouden van dagen. Hoest en nies niet in
het rond maar houd den zakdoek voor
neus en mond en wanneer gij het on
verwacht moet doen, de linkerhand.
Wasch uw handen dikwijls.
GEZONDHEIDSRAAD.