eerste BLAD ^""binnenland No- 192® VRIJDAG 27 JULI Stads= en Provincienieuws VLISS1NGSCHE COURANT Dit nummer bestaat uit 2 bladen. ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal keren f2.20 per drie maanden. Franco door liet gelieele rijk ƒ2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij voormtbeta- ''".Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 1—5 regels 1.25, voor iederen regel meer 25 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 50 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs bij vooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, voor iederen regel meer 15 cent. De heer H. Colijn in den Nederlandschen Journalisten Kring. Gisteren heeft in ihotel Paulez te 's-Gra- venhage het noenmaal plaats gehad, dat tie Nederlandsche Journalisten kring aan bood aan den heer H. Colijn, oud-minister president en- «voorzitter der economische conferentie van den Volkenbond. Onder de deelnemers waren verschillen de bestuursleden van den Journalisten kring benevens de eere-voorzitter mr. L. Plemp van Duiveland en het eere-lid de heer Johan de Meester. Ook eenige bij den Kring aangesloten- plaatselijke vereenigin- o-en waren vertegenwoordigd. Namens de R.-Kath. Journalisten vereeniging was haar voorzitter, de 'heer j. B. Vesters, aanwezig en namens de directeuren-vereeniging „De Nederlandsche Dagbladpers" haar be stuurslid de -heer H. Diemer. Voorts werd aan den maaltijd deelgenomen door tal van vertegenwoordigers der bladen van aller lei richting. Ook de Indische en de buiten- land9che pers waren vertegenwoordigd. Op de tafels was een keurige bloemver- siering aangebracht. Een strijkje luisterde den maaltijd op. De heer Colijn werd in de vestibule van het hotel ontvangen door de heeren D. Hans voorzitter, Henri Dekking, vice-voor- zitter en W. N. van der Hout, secretaris van den Journalistenkring, die alle aan wezigen aan hem voorstelde. Bij den aanvang van de lunch hield de heer Hans de «volgende toespraak Hooggeachte heer Colijn, Het is ons een voorrecht en een onder scheiding, dat gij heden als onze gast aan dit noenmaal tegenwoordig zijt. In 1926 was het mr. A. R. Zimmerman, in 1927 minister jhr. F. Beelaerts van Blokland, die in ons midden verscheen, en nu zijt gij het, onze oudminister-president, de voorzitter van de Economische Conferentie van den Volken bond, die hier, waar de vaderlandsche pers van alle richtingen vertegenwoordigd is, met ons wilt aanzitten en een woord tot ons spreken. Wij stellen dit te meer op prijs, waar wij sinds eenige weken weten, dat u in de zomermaanden aan zwemmen de voor keur geeft boven officieele maaltijden. Wij vragen u verontschuldiging, dat wij u, nadat gij nauwelijks den voet op vaderlandschen bodem hadt gezet, niet naar het zwembassin, maar naar een restaurant hebben gelokt. Onze vreugde over uw aanwezigheid hier is van velerlei aard. De pers is een soort van volksvertegenwoordiging. De beste fi guren des volks zijn dus in ons midden op hun plaats. Daaronder behoort gij. Als staatsman van een bepaalde en krachtige overtuiging is er altijd veel gerucht en ook veel critiek om u heen geweest. Dat kan niet anders, en alle leidende staatslieden hebben daarvan hun deel gehad. Maar ik voeg er dit onmiddellijk bij ons volk weet toch altijd met sterke beslistheid de figuren te herkennen en te waardeeren, die zich, hoe onwankelbaar van politieke en godsdiensti ge overtuiging ook, boven alle schakeeringen uit in breedheid van overtuiging hebben weten te verheffen tot op het algemeen na tionale platform, zich hebben weten te vor men tot een volks-bezit in den besten en ruimsten zin van het woord. Zoo zien wij u, en zoo zijn wij trotsch op u. Zelfs uw meest- principieele tegenstanders hebben toch in een hoekje van hun hart wel dat gevoel van bewondering voor u, dat wij koesteren voor ieder, in wien zich de beste eigenschappen van ons volk demonstreeren en die de eer en de reputatie van onzen stam handhaaft voor het aangezicht der wereld. Het is geen wonder, dat de Volkenbond beslag op u heeft gelegd en dat de veelzijdige bekwaam heid en de stoere kracht van uw persoon ook in internationaal milieu worden benut. Bij dit alles heeft het voor ons nog bij zondere bekoring, dat dit noenmaal wordt aangeboden aan een lid van den Kring, hoofdredacteur van „de Standaard", opvol ger van dien onvergetelijken journalist, wiens naam als voorzitter en eerevoorzitter aan onze vereeniging verbonden is geweest en wiens voetspoor in de geschiedenis der Nederlandsche journalistiek nooit zal wor- ®n mtgewischt. Wij begroeten u dus hier a's Nederlandsch staatsman, als internatio- «Hlefiguur, en als journalist. Wij wenschen u van harte geluk met uw Denouden terugkeer in het vaderland, wij spreken de hoop uit dat ons volk nog vele jaren op u als één van zijn beste zonen zal mogen wijzen, en wij brengen een dronk uit op u en de uwen. Bij het 'desert nam de heer Colijn het woord. Spreker zeide dankbaar te zijn voor de 'Ot hem gerichte uitnoodiging. P dankbaarheid uit zich bij spreker uitff +0nc*ere mate- omdat de uitnooddging imS? van oen Krimg van vakgenooten. s sinds eenige jaren heeft spreker 2SLï2PrreJ?ht zich tot 'dien Kring van va'k- jv i?k rekenen. ankbaar is spreker eveneens voor de woorden van den voorzitter, al heeft deze daardoor sprekers taak niet gemakkelijk gemaakt en verwachtingen gewekt, waar tan spreker misschien niet geheel zal kun nen voldoen. In cüt «verband herinnert spreker aan een passage in het boekje „La session diplo matique", dat versch'enen is tijdens de conferentie in Geneve. Daarin wordt ver haald, dat eenige journalisten bij elkaar waren, toen nog een andere journalist de kamer' binnenkwam, hetgeen aan één der ïeeds aanwezigen de opmerking ontlokte „Que fap.tesHvous ici malheureux waar aan hij nog toevoegde „Gij hoort hier im mers toch niets bijlzonders Spreker vreesde, dat dit gezegde van toepassing zal zijn op hetgeen hij hier he denmiddag zeggen zou. Bovendien is het onderwerp nu niet zoo bepaald amusant en sprekei zeide niet de gave te bezitten van den Frigisohen koning der oudheid, Médas, om alles wat hij zei in goud om te zetten. Het feit dat spreker het woord voert in een kring van vakgenooten, stemde hem echter gerust, al blijft spreker igelooven, dat hij sommigen in hun verwachting zal moeten teleurstellen. Het onderwerp van de rede van den heer Colijn was „«Het economisch werk van den Volkenbond', gezien in het licht van de internationale politiek", dat door den heer Colijn uitvoerig werd toegelicht. Spr. noemde het duidelijk, dat de Econ. Conf. bijdraagt om de scherpe kanten, die er op allerlei gebied in Europa zijn, af te slijten. Alles wat op dit gebied tot stand komt, neemt meteen weer een steen des aanstoots weg, vooral wat betreft de nieu we gebieddeelen. Waar vroeger tusschen verschillende deelen samenwerking bestond, is deze bij de vorming van een nieuw ge biedsdeel afgebroken en met opzet verzet men er soms tegen om de oude betrekkingen weer aan te knoopen. Ook daardoor wordt het sluiten van tractaten bemoeilijkt, maar door het werk van de Econ. Conferentie wordt die rivaliteit, zoo niet geheel opge heven, dan toch aanmerkelijk verzacht. Voorts zeide spr. dat misschien het werk der Econom. Conferentie wel leidt tot de mogelijkheid, dat besprekingen zullen wor den gehouden over de internationale schul denregeling. Thans is dit nog volstrekt uit gesloten, doch de noodzakelijkheid daarvan is onvermijdelijk voor Europa. Spreker ziet deze mogelijkheid dan ook in de toekomst verwezenlijkt, met het uitzicht op eenig succes. Daarom verdient het werk van de Economische Conferentie aller be langstelling. Tot de ongeduldigen zou spre ker willen zeggen Vergeet niet, welk een behoedzaamheid noodig is in verband met de verhoudingen, teneinde geen toestanden te scheppen welke erger zouden zijn dan de thans reeds bestaande. Tot de twijfelaars zegt spreker dat zij niet alles moeten afme ten naar wat zij in het korte bestek van een jaar hebben zien groeien. En tot hen, die gelooven wil spreker zeggen Laat ons allen samen ons uiterste best doen en onze krach ten inspannen, om het werk die beteekenis te geven, welke het verdient. Spreker achtte zich gelukkig dit alles te hebben kunnen zeggen in een bijeenkomst van persmenschen, omdat de voorlichting van de pers van zoo grooten invloed op ons volk is. Spreker uitte de 'hoop, dat de Nedei- landsche pers het werk van de economi sche conferentie zal bezien in het licht, waarin dit moet worden bezien. Spreker is er van overtuigd, dat daar door meer zal worden bijgedragen tot de vordering van den vrede in Europa. Daarna had nog eenige gedachtenwisse- ling plaats, waarop de heer Hans den heer Colijn hartelijk dank zegde voor zijn rede. Nederland en België. De correspondent van het „Hbl." te Brus sel seinde gisterenavond Na wel meer zijn denkbeelden te hebben ontwikkeld over de Belgisch-Nederlandsche verhoudingen, na de verwerping van het ontwerp-tractaat door de Eerste Kamer ont staan, betoogt thans Ajax in de „Nation Beige" dat, indien hij niet overtuigd was dat minister Beelaerts alleen door liefde tot zijn land wordt geleid, hij zou gelooven dat het uitstel tot aanknooping van nieuwe on derhandelingen met België eenigszins te wijten is aan sympathie voor Duitschland, van welke sympathie jhr. Beelaerts gedu rende den oorlog als vertegenwoordiger van onzijdig Nederland te Peking blijk heeft ge geven. Er is echter een middel, schrijft Ajax verder, om Nederland tot het nakomen zijner verplichtingen te dwingen, zonder zelf den eersten stap daartoe te doen. België wende zich namelijk tot den Volkenbond, welk instituut grooten invloed op Nederland sche staatslieden oefent. Over een maand komt de algemeene vergadering bijeen. Het internationaal karakter van het vraagstuk kan niet geloochend worden, en dan zal Nederland wel moeten zeggen of zij het se dert 1648 bestaande geschil, waarvan de nadeelen sindsdien steeds erger zijn gewor den, niet liever aan een internationale recht bank zou willen onderwerpen en het verkeer langs Rijn, Maas en Schelde door een inter nationaal statuut geregeld zou willen zien. België zou in elk geval niet beter vragen, meent Ajax. De nieuwe wet op de N.V. De minister van justitie heeft een com missie ingesteld, aan welke is opgedragen hem voor te lichten over de vraag of, en zoo ja, in hoeverre wijziging is te brengen in de nieuwe wettelijke regeling van de N.V. .(wet van 2 Juli) voor wat betreft openbaarmaking van balans en winst- en verliesrekening. het collectief contract voor wat betreft de rechtspositie der arbeiders, over te nemen, terwijl daarentegen de werklieden wat van hun looneischen hebben laten vallen. Met het oog hierop is gisteren het werk hervat. De staking heeft ongeveer drie we ken geduurd. Een gunstig oordeel over den zomertijd. Naar aanleiding van een verzoek van de afdeeling Bovenkerk om te ijveren voor in trekking van den zomertijd deelde de heer J. D. Kok van Loosduinen in de .hoofdbe stuursvergadering van den R.-Kath. Land en Tuinbouwbond in het bisdom Haarlem als zijn ervarinig; mede, dat de Westland- sc'he groenten dank zij mede den zomertijd, bijna versoh de buitenlandsche markten bereiken, zoodat voor den tuinbouw za- kelijikerwijs gesproken veel van de bezwa ren van den zomertijd zijn opgeheven. De Emmabloem. Het orgaan van de Ned. Centrale ver eeniging tot bestrijding van de tuberculose deelt mede Aan de Emma-bloem col^cte is dit jaar deelgenomen door 544 vereenigingen te gen 393 in 1927. Bovendien werd dóór bemiddeling van 10 proivinciale vereenigin gen ini 83 plaatsen, waar dit niet door een plaatselijke vereeniging werd gedaan, de collecte uitgevoerd. Het aantal bestelde bloempjes was 1.373.500 tegen 1.341.600 in 1927, waar van er 127.900 teruggezonden werden, tegen 116.000 in 1927, zoodat in het geheel geplaatst werden 1.245.600 bloempjes. In 1927 bedroeg dit aantal 1.225.600. De netto-opbrenigst was, zoover ons be kend is geworden"/ 126.472.15, welk be drag in 1927 120.282.74 bedroeg. Hierbij moet nog gevoegd worden het aandeel, dat de sanatoria, hospitalen en de Nederl. Centrale Vereeniginjg tot bestrij ding van de tuberculose rechtstreeks uit de opbengst van de bloempjes ontvangen, en dat 19.778.08 bedraagt. De geheele opbrengst is dus 146.250.23. Scheepsbouw. Op de. Noordzee heeft met gunstig ge volg de proeftocht plaats gehad met het dubbelschroef stoomtankschip „Juliana", door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. te Amsterdam gebouwd voor de Curacao- sche Scheepvaart Maatschappij te Willem stad (Curacao). Het schip werd gebouwd volgens Lloyd's Klasse 100 A I en het is ingericht voor het vervoeren van olie. Het laadvermogen be draagt 3000 ton bij een diepgang van 13 Eng. voet. De hoofdafmetingen zijn 305'0" X 50'0" X 15'0" en de bruto tonnenmaat is 2587 ton. De maehine-mst&iatie, bestaande uit 2 triple-expansie-machines met een gezamen lijk vermogen van 1500 I.P.K., werd gele verd door de Machinefabriek Gebr. Stork Co. te Hengelo. De snelheid zal 10*4 mijl per uur bedragen. Op den proeftocht voldeed de „Juliana" uitstekend en werd het schip door de ree- de rij van de bouwers overgenomen. Een Holland-nummer. Het ..Heidelberger Fremdenblatt" heeft een HoIIand^nummer uitgegeven, waarin de toeristen die Zuid-Duitschlandi bezoeken tal van bijzonderheden kunnen vinden om trent verschillende steden alsHeidelberg, Mainz, Frankfurt, Wiesbaden enz. Dit buitengewoon goed verzorgd num mer is met 74 illustraties in den tekst voorzien. VLISSINGEN, 27 JULI. Een staking opgeheven. Na een hernieuwde bespreking tusschen de patroons en de vereenigde stukadoors- bonden is men tot overeenstemming geko men met betrekking tot het conflict in het stukadoorsbedrijf te Enschedé. De patroons hebben zich verbonden, de bepalingen van De staking aan „de Schelde". In „de Metaalbewerker", orgaan van den Christelijken Metaalbewerkersbond, schrijft de heer W(etselaar) onder het opschrift „De beoordeeling van het conflict door onze geestverwanten" het volgende Het conflict, dat zoo diep insnijdt in het maatschappelijk leven van de bevolking van Zeeland, wordt, wat zeer verklaarbaar is, aan alle kanten bekeken en beoordeeld. Het oordeel dat dan volgt is meerdere ■malen vertroebeld, omdat men het ziet door en in het licht van het eigenbelang. Neringdoenden, die door het derven van inkomsten worden geschaad in hun belan gen, zullen hun oordeel daardoor doen be- invloeden. Dan raakt echter de objectiviteit zoek. Wij zullen daarover niet te hard oor- deelen. Br zijn heel wat zakenmenschen die een toer hebben om staande te blijven. Die worstelen om het hoofd boven water te houden. En, die bij buitengewone tegen vallers, zooals nu door de staking ontstaan zijn, allicht bitter worden en daardoor hun oordeel doen beheerschen. Begrijpelijk zal het echter wel wezen, dat wij dan aan zulk een oordeel niét te groote waarde zullen toekennen. De maatstaf, die deze menschen aanleg gen is zulk een gansch andere, dan die waarnaar het conflict moet worden geme ten. Het is die van het belang en niet van h-e»t «recht. Anders staat het met de beoordeeling van onze geestverwanten, die het conflict bezien in het licht van de Christelijke be ginselen. Hier hebben wij een meer objec tieven maatstaf, waarbij niet het belang do mineert, doch de zedelijke norm van „doe irecht en weest waar." Dan geldt de Christelijke grondwet voor den gemeenschappelijken arbeid op het ter rein "van het maatschappelijk leven. Waarbij absoluut uitgeschakeld moet worden, sterker nog met alle macht en kracht moet worden tegengestaan, de leer van het economisch 'liberalisme, dat in in dividualisme haar heil en kracht zoekt en door de macht van het kapitaal het maat schappelijk. leven wil doen beheerschen. Dan worden dé dingen gézien in hun or ganisch verband1 en gelet op het machtige feit, dat gemeenschappelijke arbeid eischt samenwerking van allen in het bedrijfsleven om te komen tot een zoodanige verhouding dat aan allen, die in het bedrijfsleven hun krachten geven, hun recht en hun plaats gehandhaafd blijft. En, wat constateeren wij nu en onze geestverwanten met ons in de maatschap- rijr-verhoudingen, in het bedrijfsleven Dit dat aam den arbeid steeds de lage plaats van loonarbeid wordt toebedeeld zonder meer, terwijl toch naar luid van de gezonde Christelijke beginselen alle arbeid van allen in het licht moet worden gezien van de arbeidsgemeenschap, waarbij men als elkanders natuurlijke vennooten elkaar waardeert en samenwerkt. Wat tevens in houdt, daar kan geen streep van af, dat de arbeiders recht hebben, niet in de allereer ste plaats op het hun rechtvaardig toeko mende loon en wat daarbij behoort, doch dat de arbeiders erkend worden en mede- spreken over die zaken, die het belang van het bedrijf, doch niet minder het belang van den. arbeider raken. Erkenning en overleg, om nu geen ander woord te gebruiken, moeten als een onver vreemdbaar recht van den arbeider in het bedrijfsleven gehandhaafd worden. De ar beider is geen nummer, maar een mensch. Hij moet in den arbeid opkomen voor zijn menschenwaarde. Hij kan en mag niet toe laten, dat over zijn tijd, zijn leven, zonder hem wordt beslist. De arbeider is geen stuk koopwaar, doch een redelijk, zedelijk wezen en het zou ver laging van zijn mensch-zijn beteekenen, wanneer hij alle zaken, zijn positie raken de, liet geworden op grond van het feit, dat hij er voor wordt betaald. En iiu is het dit, wat inderdaad tot ver heuging stemt, dat onze geestverwanten, welke een vooraanstaande positie innemen in Zeeland, dit zeer wel begrijpen. Vandaar dan oo-k, dat het oordeel van velen niet veroordeelend is als gezegd, geschreven en gesproken is, voor het weigeren van over werk aan „de Schelde" zonder eenige er kenning of overleg met de organisaties der arbeiders, dat hier een elementen het ge ding zou zijn, dat als revolutionair kon worden gekwalificeerd. Neen, de zaak staat gelukkig zóó, dat onze geestverwanten erkennen het recht van den arbeider, als van zijn. tijd een deel in het belang van het bedrijf moet worder. gegeven, dat dan minstens met hem gere kend moet worden en door overleg en sa- mensprekimg de weg wordt bewandeld, noodig om aan zijn recht en menschen waarde te voldoen. Daarnaast staat de zaak mede geiukkig vzoo, dat waar in het land meer en meer als sociaal recht groeit dat loon op erkend Christelijke feestdagen moet worden be taald, den arbeiders in» Zeeland dit niet mag worden onthouden. Wat echter bovenal deugd heeft gedaan dat is, dat het verzoek om eenige vacantie- dagen per jaar met behoud van loon zoo redelijk en menschelijk wordt gevonden, dat het oordeel van onze geestverwanten, tem aanzien van de hier genoemde zaken, nl. erkenning en overleg bij het overwerken en doorbetaling van' het loon op erkend Christelijke feestdagen en het verkrijgen van eenige vacantiedagen, als moreel ge wettigd wordt erkend. De voorlichting, die ons orgaan gegeven heeft tijdens het conflict, is daarop mede van beduidende beteekenis geweest. Dit bleek mij nog weer een dezer dagen, toen in ons orgaan mededeeling werd ge daan, dat als resultaat op de loonacties m Utrecht bij eenige leden van den MetfUl- bond, waaronder „Werkspoor", was be reikt, dat in het vervolg het loon op erken de Christelijke feestdagen vol zal worden doorbetaald en dat eveneens de drie vacan tiedagen met Vol loon zullen worden door betaald. Zulk een bericht geeft stof tot denken en men gaat vragen waarom kunnen andere leden van den Metaalbond dit billijk ver zoek wel voldoen en waarom weigert de directie van „de Schelde" halsstarrig Dit vragen doet denken en het denken vormt dan een oordeel, dat het verkeerd van deze onderneming is om wat redelijk, billijk en goed is en door zeer velen wordt toegestaan, te blijven weigeren. Dat men niet even vlug met zijn oordeel klaar is ten aanzien van de loonverzoeken ligt voor de hand. Te dien aanzien verklaart men zich in den regel niet tot oordeelen bevoegd, al hoewel men de juistheid van ons betoog nooit in twijfel trekt als wij zeggen, dat het toch zeker redelijk is dat de Zeeuwsche arbeiders niet minder verdienen dan in ge lijksoortige bedrijven op andere plaatsen wordt betaald. Dit temeer, daar door ons steeds op het gebied van de belooning, in verband1 met de geêtelde verzoeken, een houding is aangenomen om tot overeen stemming te geraken. Dit alles bij elkander genomen heeft het grootste deel van onze geestverwanten doen komen aan onzen kant. Terwijl zij, die aarzelen en twijfelen, heel wat milder in hun oordeel zijn geworden, nu ze gezien hebben, hoe steeds door ons alles is ge daan om scherpte te vermijden en verzoe ning te bevorderen. Het resultaat na weken arbeid door schriftelijke en mondelinge voorlichting en toelichting heeft onze Zeeuwsche geestver wanten gebracht aan den kant van hen, die strijden voor het Christelijk-sociale recht in den arbeid. Dat kan ook niet anders. Want het Chistelijk beginsel is het sociale begin sel bij uitnemendheid. En waar wij in het bedrijfsleven nog telkens ervaren, dat het onchristelijke element met zijn destructieve werking streeft naar ontwrichting van het maatschappelijke van het bedrijfsleven, daar kampen wij met truffel en zwaard om dat element te bestrijden uit alle macht, tot zegen van allen, die bij het bedrijfsleven hun taak en roeping hebben te vervullen In het dagblad „de Zeeuw" koriit de voi- ende driestar voor over „het conflict te Vlissingen", welke wij ook onder de aan dacht van onze lezers willen brengen De staking te Vlissingen duurt nog altijd voort. De pogingen van den Rijksbemiddelaar, mr. Aalberse, om aan het conflict een einde te maken, zijn afgestuit op een botte wei gering van de directie van „de Schelde". Terwijl de arbeiders zich bereid verklaar den over een bemiddelingsvoorstel te onder handelen, verklaarden de vertegenwoordi gers van den Metaalbond en de directie van ,de Schelde", dat zij tot geen enkele con cessie bereid waren en dat de werklieden op de oude voorwaarden aan den arbeid konden gaan. Daarmee was men weer gekomen op het doode punt. De staking duurt voort tot groote financieele en ook moreele schade van de bij het conflict betrokkenen. Het is toch duidelijk, dat wanneer straks van over winnaars en overwonnenen kan worden ge sproken, de goede verhoudingen voor lan gen tijd worden verstoord. Dat er groote bitterheid komt in de harten. Voor velen is deze gang van zaken een ernstige teleurstelling. Gehoopt werd, dat het aan den Rijks bemiddelaar gelukken zou, de partijen tot elkaar te brengen. Gewoonlijk lukt dit ook wel. Als regel is er toch bij dergelijke arbeidsconflicten bij beide partijen wel de begeerte om tot een oplossing te komen. Maar niemand doet gaarne den eersten stap, aangezien dit in vele gevallen als een bewijs van zwakte zal worden aangemerkt. Bij het optreden van een bemiddelaar be staat die vrees niet. En zoo gelukt het dan ook heel vaak, partijen aan de conferentie tafel te brengen en na langer of korter on derhandeling het conflict te beëindigen. In dit geval is zulks echter niet gelukt. Mr. Aalberse was gedwongen onverrichter- zake naar huis te gaan. Naar aanleiding hiervan werd ons ge vraagd of de rijksbémiddelaar niet krasser had kunnen optreden, of hij niet tot arbitra ge had kunnen verplichten. Het antwoord moet ontkennend luiden. Daartoe geeft de wet tot bevordering van de vreedzame bijlegging van geschillen over arbeidsaangelegenheden enz. niet het recht. Niemand kan tot arbitrage worden ver plicht. Wel kan bij conflicten, waarbij het alge meen belang in ernstige mate is betrokken, b.v. groote stakingen die den geheelen ge- ordenden gang van het maatschappelijk le ven desorganiseeren, door de regeering een enquête worden gelast, maar om te begin nen is hier van zulk een conflict geen sprake en bovendien kan ook bij een enquête nie mand verplicht worden zich aan een uit spraak te onderwerpen. En dan moet hier de strijd tot het bittere einde worden uitgevochten'? Het heeft er allen schijn van. Toch hopen we niet, dat het dien kant op zal gaan. Dat zou de slechtste oplossing zijn die zich denken laat. Omdat het geen oplossing is. Wij hopen dat de directie van „de Schel de" mede tot dit inzicht zal komen en dat het ook na de ontmoedigende ervaringen van den rijksbemiddelaar aan pogingen in die richting niet zal ontbreken. Strandconcert. De Vlissingsche Postfanfare, directeur de heer H. B. Woltering, geeft Zondag a.s., des avonds 8 uur, een concert in de kiosk op den Boulevard Evertsen. Programma: „De Zeeuwsche Bonds- marsch" J. Horst „Bij Zomerdag", ouverture G. Feremans „Valse Nationale", wals over Nederlandsche Volks liederen Ch. de Carmonl „Tante Griet wat wordt ge mager", populaire step, arr. H. B. Woltering Pauze. „Bon Souvenir", pas rédoublé O. Filsfils „Simple comme Bonjour, ouverture Jan van Tright „Am Friihlingsmorgen", Grande valse F. v. d. Bossche „L'Aurore d'un Beau Jour", fantaisie Martin Finale. Strandhuis. Mr. A. W. Kamp. De kunstavonden in dit etablissement zijn van een zeer goed gehalte, de laatste in de beteekenis van de jongste natuurlijk, want de volijverige exploitant, de heer Oos terhuis, zal nog wel niet aan het eind van zijn lijstje zijn toegekomen gisterenavond was er echter een, die het predicaat supe rieur ten volle verdient. Het is zeer wel mogelijk ook bij dichter-zangers en decla matoren van superlatieven gebruik te ma ken, en dan noemen we mr. Kamp een der beste, een der meest aristocratische, een der meest principale voordragers, die we hier ooit hebben ontmoet. En bij voorbaat roe- VOLKSGEZONDHEIDS- EN VEILIGHEIDSHOEKJE Wanneer gij verkouden zijt, neem u dan in acht, zoodat gij deze lastige kwaal niet op anderen overbrengt. Be denk, dat zij gevaarlijk kan worden en dit altijd! is voor jonge kinderen en ouden van dagen. Hoest en nies niet in het rond maar houd den zakdoek voor neus en mond en wanneer gij het on verwacht moet doen, de linkerhand. Wasch uw handen dikwijls. GEZONDHEIDSRAAD.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1928 | | pagina 1