300 150 25 31 JULI -5; NO. S7I Jaairgang i I928-- ilitgavs; Firma F. Ui DE VELDE Jr., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen Dit nummer bestaat uit twee bladen. - Eerste Blad. DE VOORMALIGE BEURS FEUILLETON Brieven uit de Hofstad le visie, ze hebben :r ze niet gesteund n'ek, die slechts door Iangdurigen arbeid •n bezocht ik te Ro- ntoonstelling, waar |eel gevuld was met G.-Balla, die boven hrijven „futurisme, e". Er waren daar |kken, waarvoor men nderend bleef staan werk van verschil- ■ngewoon knap was. aar steunend op een van het handwerk, 'k nu en dan futu- joed recht is), maar op de internationale lë vertegenwoordigd quasi modern doen, niet bekwaam zijn. is vaak niet meer Ibehoevendiheid en is Ook in het Neder- plk werk en veel te ote wereldgebeuren, jchilderkunst voorbij beroeren. Bijna in m werk, dat aan de Bjd herinnert. Ik be- jtateer slechts, maar jgste, milisairistische ihet Russische dezer stukken zijn „Roode-Leger-Mu- lal werd al dadelijk [en door een groot een aantal hoogere urnen, met een soort fst, dat dit werk een lale staf voorstelde, |ouwing ontdekte ik heeren ergens een >egen die officieren ierorden") met veel |doek bleek voor te Iers van het Roode |p werk van Basilio ichts heel onbedui- loo'n schilder ook in ilsisch legermuseum (emaakt. Dan zijn er m, veldslagen. Een )d van den commis- id ziet men een le- rood lint om den >p den achtergrond ien vijand tegemoet, il gruwelijk mistee- ;nlijk niet, doch val- ïchtige inzending is /sky, echter, dit is ihilder en ik herin revolutie te Peters- Iwerk te hebben ge- [r wel eenig goeds, m een vrouwelijke fportret van Giorgio >este gerekend kan (eele tentoonstelling ;n is. Goed zijn ook Alexandro Kuprin, isische paviljoen de nieuwe revolution- It, wordt ernstig te- paviljoen vindt men overleden meesters n Toorop. Zeer ze- ;er aan belangrijk- indien men het Ianden gevolgd had an de vorige gene- issenbruch. Mauve, noemen. Blijkbaar lijk plaats willen re- ren, voor tijdgenoo-' I iets te zeggen. Er kan bijna zeggen an W. A. van Ko len uitgebreide col- ^aronder beduidend led genoeg om Ne- lionale tentoonstel- In. Van Gestel is er „portret van den ris de Italiaansche e Rensburg, wiens oo verhaspeld werd lad op meer égards, Jrnrg heeft immers |ken in versvorm in een vertaling, die bijna niemand ge- iar zond eenig goed 's W. Schumacher n, die niet geheel Van Huydekoper |aar veel Multatuli in geen enkel op- Ij, voorstellend bïd- n (afkomstig uit 't um) met den titel schijnheiligen", wat taliaansch vertaald preghiera). er in het Neder- lel minderwaardigs. Verken van Civarle allerongelukkigste Izich afvraagt hoe ien om den naam and na de groote Hem gekregen, na nbruch diens zoon; welke drie jonge- verk hebben gele- bg niet dat men in erkunst een soort eren. n hebben wij bijna itenland gewoond, t op welke niveau schilderkunst staat, dat dit Nederland- ist beeld geeft van lt gebied beteekent. eeld daarvan geeft, noedigend. Zijn er ihilders meer van ïdsche landschap hier dan niet ver- eldhouwers zonden Chabot en Hildo in brons van een Altrof is zeer bij- BREDERODE. VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten opWaicheren 2.20 per 3maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk ƒ3.80. Voor de ove rige landen bij wekeiijksche verzending ƒ3.80, met Zondagsblad ƒ4.75. Afzonderlijke nrs.5ct. ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties betreffende Huur enVerhuur, Koop enVerkoop, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van 1—5 regels 75 ct., iedere regel meer 15 ct. De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor 4nnn Sulden biJ'evens- rfr|II I B 11111 ian8e ongeschikt- H11 I iUUU heid tot werken. tlUU gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. ii. b. Uit de geschiedenis van Vlissingen na 1453. Dat nu ook Vlissingen in de sterke hand was van de heeren van Veere was een groot gevaar voor Middelburg, Zuidwaarts op nog geen mijl afstands lag het kleine Vlissingen en naar het Noorden, eveneens nog geen uur van de stad verwijderd, rees de koop stad Veere. Toen dan ook na 1453 de machtige heeren dezer stad zich ook in het bezit van Vlissingen en van de kuststreek van Walcheren hadden gesteld, raakte Mid delburg in de klem. Machtig waren deze heeren zeker de heeren van Borselen behoorden tot den ouden feodalen adel zij beschouwden zich als gelijke van den landsvorst, en de op komende Bourgondisch-Oostenrijksche een heidsstaat zou nog een heftigen kamp tegen hen te strijden hebben. In den aan vang van Philips' regeering nam dit ge slacht" een zeer aanzienlijke positie in. Als Kabeljauwen stonden zij aan de zijde van Bourgondië vandaar dan ook zeker, dat Hendrik van Borselen in 1428 lid van de pas ingestelde Rekenkamer werd en zitting nam voor Philips van Bourgondië hij be hoorde tot het zestal aanhangers van Phi lips, terwijl er 3 voor Jacoba zaten. Drie leden van dit geslacht met Franck van Borselen als invloedrijk leidsman, voerden van 143032 als „gouverneur" naar eigen wil over Holland en Zeeland het bewind. Wel werd de verstandhouding tusschen deze Borselens en Philips ernstig bedreigd, toen Frank, zich met Jacoba in hetmelijken echt verbindend, naar de grafelijke kroon de hand scheen uit te strekken, doch spoedig reeds 12 April 1433 kwam de ver zoening tot stand Jacoba deed van hare graafschappen afstand, en kon, mits niet met iemand, Philips of den lande vijandig, huwen naar eigen keus. Schreef wijs beleid alzoo den nieuwen landsheer voor, de Borselens met omzichtigheid te behandelen, tegenover Hendrik van Borselen, den heef van Veere, gold dit in bijzonderen zin. „In den oorlog tegen de Hanze, den Duit- schen stedebond, die in 1430 was uitgebro ken naar aanleiding van een veete tusschen Hamburg en Zierikzee en die zich alras tot een algemeenen handelsoorlog tusschen Hol landZeeland en de Hanze uitgebreid had; gedraagt Hendrik van Borselen zich als een zelfstandig heer. Hij zegt in 1429 den koop lieden van Hamburg en van den Duitschen Hanze den vrede op hij onderhandelt in 1432 met den Duitschen koopman te Brugge en biedt voor bepaalden termijn een wapen stilstand aan hij rust kaperschepen uit, en treft krijgstoerustingen tegen zijn vijanden; bezet Vlissingen en beloert vandaar uit de Dtiitsche schepen in het Zwin. In 1436 komt hij met Frank van Borselen in Middelburg tot stilling van het oproer, dat tegen Philips was uitgebroken hij voert de oorlogen van zijn heer en betaalt voor hem de overwin ning op de Wendische steden met hem onderhandelen, als met een zelfstandige macht naast Holland en Zeeland, de Han- zeaten, wanneer zij vrede begeeren. Steeds zien we hem dus werken als zelfstandige kracht, maar die als component tot het totaal der Bourgondische politiek, van groote be- teekenis is."(Dr. Sneller). Wei was de Bour gondische hertog zoo vrij geweest, toen het Hanzeatische gevaar bezworen was (in 1441 door den vrede van Kopenhagen), de ACHTER EEN MASKER. Uit het Engelsch van HEADON HILL. (Nadruk verboden). 28) HOOFDSTUK XIV. Het fret gaat aan het wroeten. Carter Ravenscar had een salaris dat hem in staat stelde zich in zijn particulier leven dezelfde luxe te permitteeren als waarin hij zich verheugde onder het dak van zijn werkgever. Een van zijn zwakheden was, zijn wensch om steeds comfortabel te rei zen. En deze eigenschap van den secretaris maakte het Elisha Crowe gémakkelijk om met denzelfden trein naar Londen te gaan als hij, zonder diens aandacht te trekken. Terwijl Carter Ravenscar zich had neerge vleid in de behagelijkheid van een eerste 'dascompartiment, zat Elisha tusschen twee vrouwen gedrukt in een derde-klascoupé aan het andere eind van den trein. Een uur voor het vertrek van den trein was hij. al aan het station te Wroxford ge weest en hij had zich op den achtergrond gehouden tot hij gezien had dat zijn prooi een plaatsje had gevonden. De werkelijke moeilijkheden begonnen pas op het Londen- sche eindstation. Hij had zoo lang in de rustige eenzaamheid van Beacon Audley geleefd, dat hij' zich eerst een ondeelbaar °ogenblik een beetje verbijsterd voelde, toen Ravenscar er snel .in een taxi vandoor gmg. Hij stond even aarzelend stil op het perron van aankomst, maar een instinct als van een oud-cavaleriepaard, dat trompet signalen hoort, kwam hem te hulp. Er was overdracht van Vlissingen te niet te doen, en de heerlijkheid te schenken aan zijn basterdzoon Cornelis, maar in 1453 kwam zij toch voorgoed in handen van dit mach tige geslacht. Den 25en Maart 1453 had deze afstand plaats onder beperkende voorwaarden de 12000 gouden schilden a 48 grooten Vlaamsch, die de landsheer, om het oproe rige Gent te bedwingen, in zijn finantieelen nood had bedongen, konden ter lossing van het goed, zij het dan ook eerst na 17 jaren, worden terugbetaald maar het was te voorzien, dat de lospenningen niet spoedig zouden zijn bijeengebrachten in geen ge val had de landsheer het recht bij mogelijke lossing zijnerzijds aan een ander dan aan Hendrik van Borselen of aan zijn erfgena men, als dezen voor den gestelden prijs de heerlijkheid andermaal wilden koopen, ook na afloop der bedongen 17 jaren, de stad af te staan.Wanneer dan ook in 1470 de termijn is verstreken, komt er van terugkoop niets en blijft heer Hendrik in het rustig bezit zijner verworven heerlijkheden. „Hij was ridder van de orde van het Gul den Vlies, de koning van Frankrijk schonk hem den titel van admiraal van zijn rijk de koningen van Schotland waren niet te hoog om zich met hem te verzwageren, en in 1444 zag heer Hendrik zijnen zoon de dochter der Stuarts als bruid het vaderlijk kasteel op Sandenburch bij Veere binnen leiden de koning van Polen schreef aan hem ais gelijke. De heeren van Veere, bezitters van Veere, van Vlissingen, van Domburg enWestkappel, zijn een Walchersche grootmacht„princeps ipsius insulae" vorst van dit edand zegt de onbekende reiziger, die in het begin der 16e eeuw Walcheren bezocht; „meer ontsien in Walcheren dan myn Genadige Heer selve", zoo spraken de klagers uit het midden der 15e eeuw toen zij zich door de toenemende macht van Veere en van de heeren dier stad bedreigd gevoelden. Het behoeft dus geen verwondering te baren, waar de geheele kuststrook van Wal cheren met uitzondering van den driehoek MiddelburgArnemuidenRammekens in het bezit der heeren van Ter Veere is, dat dezen op dit eiland een positie bekleedden, zwaar van dreiging zoowel voor de hoog heid van den vorst als voor den bloei van Walcherens oude koopstad Middelburg." (Dr. Sneller.) Het heffen van ankergeld behoorde even als het heffen van tol tot de rechten van den landsheer. Reeds in 1462 had Karei de Stoute, toen hij een deel van de macht reeds van zijn vader verworven had, te Vlissingen een tol opgericht. Misschien had zijn bezoek aan Middelburg als graaf van Charolais van 19 Juli 1460 daartoe bijgedragen. Om nu de schepen van den vreemdeling binnen de havens te lokken, liet de heer van Veere en Vlissingen minder anker- geld heffen dan het geval was in Mid delburg of Arnemuiden, de voorhaven van Middelburg, zoowel Philips als Karei de Stoute legden zich daarbij neer. Doch toen Maria na den dood van haar vader in 1477 aan het bewind kwam, werd het anker- geld niet meer geheven „van Sen scepen, comende ende hunnen ancker werpende voor de stede van der Vere ende voor Vlis- een tijd geweest, dat Elisha Crowe in New- York en Chicago als een geducht detective gold en hij bewees dat hij nog niets van zijn speurdersgaven verloren had. Vóór een halve minuut verstreken was, zat hij ook in een taxi en bevond zich in het spoor van de eerste. Crowe was zoo jong al naar het buiten land gegaan dat hij Londen nooit zoo goed had gekend als de wereldsteden aan den overkant van den Oceaan en hij keek een beetje hulpeloos rond toen de vervolging hem buiten de hoofdverkeerswegen bracht naar rustiger buurten. Toen het verkeer op den hoek van de Wallington Street even werd stop gezet, was hij in de gelegenheid' iets aan zijn haastig gegeven aanwijzing toe te voegen die alleen maar had ingehouden de eerste auto te volgen. Hij zei den chauffeur goed op 'te Ietten en dadelijk te stoppen als de eerste auto stil hield. Als resultaat van deze instructie werd hij op den hoek van War- dour Street afgezet zoodat hij in staat was Ravenscar ongezien te bespieden, toen deze in een van de huisjes verderop in de straat verdween. Twee minuten later died hij een verras sende ontdekking Hij volgde den secre taris naar Londen in het vage idee, dat de ze jacht hem naar Phylis Vaughan zou lei den en. naar alle mogelijkheden die zich door de ontdekking van het meisje zouden kunnen openen. Maar nu zag hij iets wat ten slotte nog veel belangrijker was. Want het huis, dat het doel van Ravens- car's tocht bleek te zijn, •pwibaarde zich als een antiquiteiten winkel juist een plaats waar een ouderwetsch pistool kon zijn gekocht De onmiddellijke conclusie van den ouden singhe". Ook zorgde de heer van Veere er voor, dat op 1 Mei 1477 de koop van Vlis singen, Westkapelle en Domburg bevestigd werd, trouwens de mogelijkheid bestond al tijd nog, dat de landsheer de betaalde som afloste, maar nu stond Maria de heerlijkheid af „van nu voortaen tot eeuwelicken daegen, tot eenen onversterffelycken erfleen, sonder eenige lossinge daeraen te behoudene voor onsv oft voor onzen naercoemelingen in eeniger manieren, mit aire justicien, hooge, middel ende lage toll" enz. Hoewel in deze koopacte slechts van den tol te Vlissingen gesproken werd, was dit voor Wolfert (die in 1474 zijn vader was op gevolgd) rechtsgrond genoeg, om ook in deze stad de betaling der ankerage te wei geren, dit alles om te concurreeren met Middelburg. In de laatste helft der 15de eeuw was de toegangsweg naar Brugge lang niet meer wat deze eerst was. Het Zwin voor Sluis begon te „verslymen", zoodat de eenigszins diepgaande schepen niet meer de Vlaamsche koopstad konden bereiken en Walcheren tot ankerplaats kozen. Ook dit is met de stukken aan te toonen, zoo door de regeling van 1470 toen de schippers van Middelburg en Brugge een compromis trof fen, waarin den handelaars en zeevaarders, die met hunne koopwaren voor Arnemuiden, Rammekens, Vlissingen arriveerden, vergund werd vrachtschippers te kiezen, zoowel uit Brugge als uit Middelburg, ten einde hun goed naar Brugge te kenden, of werwaarts zij verder wilden. Wanneer de groote lastschepen op de reede van Walcheren gelost waren en hun lading door de kleine „heuden" (een soort lichters) naar Brugge, Antwerpen, Bergen- op-Zoom. Middelburg, Ter Neuzen" naar Dordrecht, Delfshaven en Gouda 2) was af gescheept, dan moesten de koggen en kra- veelen (toenmalige zeeschepen) weder uit gerust en geapproviandeerd worden en zoo mogelijk weer vracht innemen. In de eerste plaats het product der Walchersche vissche- rij zelf, de haring, die vaak tegen Fransche wijnen wordt ingeruild. Vooral in het laatst der 15de eeuw schijnt de haringvisscherij op Walcheren een groote uitbreiding te hebben gekregen. Knoeierijen in den haringhandel kwamen ook reeds voor. Als de Duitschers klagen over de boozc praktijken „in den comanscip ende hantiè'ringe van den harin- ge", dan worden ook Veere, Vlissingen, Middelburg en Arnemuiden genoemd. Met deze visscherij hing ook weer de Walcher sche zoutnering samen. Mochten de visschers in 1444 nog slechts mee naar zee nemen om de haring te zouten „zout van grauwen zelte" in 1494 noemt de ordonnantie van Maximiliaan ook „sout van sout gesoden". Die „zelte" was de „darinc", het rietveen, dat als ondergrond onder de klei der Zeeuw- sche eilanden wordt gevonden. De darinc- turf werd tot asch verbrand, vervolgens werd deze asch met zeewater tot een vloei stof vermengd, waaruit dan de pannemannen het zelzout stookten. (Vergelijk nog Lange en Korte Zelke). Toen in de 15de eeuw zout uit Frankrijk en Portugal in steeds grooter hoeveelheid werd aangevoerd, kwam naast de oude nering een nieuw bedrijf op. Het grove Wes- tersche zout werd in de Zeeuwsche keeten gezuiverd en dan naar den vreemde ver scheept en ook werd dit „sout van sout gesoden" bij de visscherij aangewend- Hadden de Vlissingers in de 15de eeuw toch, ondanks de profijten die van den Wal- cherschen handel afvielen, de meeste sche pen langs hen zien varen naar Middelburg en Veere, in de 16e eeuw waren zij toch wel zoo ver, dat zij hun eigen haring zeïf buitenslands brachten. Want daarop doelt Middelburg in 1546 als zij „den poerteren speurder was. dat het opsporen van de herkomst van het pistool van grooter be lang voor de oplossing van het geheim was, dan de ontdekking van Phyllis' ver blijfplaats, al speet het hem dat zijn hulp aan zijn vriendinnetje daardoor misschien werd vertraagd. Maar als het geluk hem diende en Elisha kende maar al te goed de beteekenis van „geluk" bij dit soort van werk zou hij' misschien de beide proble men tegelijk kunnen oplossen. Hij was juist bezig zijn verdere gedragslijn te over wegen, toen hij Ravenscar den winkel uit zag komen en zich vlug in tegenoverge stelde richting verwijderen. Elisha had maar één oogenblik het ge zicht van den secretaris van opzij gezien, maar dit was lang genoeg geweest om hem te doen opmerken dat Ravenscar er geër gerd en teleurgesteld uitzag, na zijn bezoek in den winkel. Elisha begreep dat hij niets moest doen waardoor hij de kans liep, her kend te worden hetgeen zijn verdere na sporingen in Beacon Audley zou belemme ren, maar hij kon nu toch profiteeren van de afwezigheid van zijn tegenstander. Hij aarzelde slechts één moment, toen stak hij' de straat over en trad den winkel van Tho mas "Jenkins binnen, terwijl hij zich den naam die op de deur stond, in het geheu gen prentte. Hij had verwacht dat hij door een ouden antiquair zou worden te woord gestaan, maar hij stond plotseling tegen over een bejaarde vrouw, die haastig haar tranen trachtte weg te wisschen. Elisha maakte onverschrokken gebruik van de ontdekking van Yvonne Wenslade. Die meneer die daar juist den winkel uitkwam, kwam toch om miss Smith te spreken, niet waar vroeg hij met zijn diep-klinkende stem. van Vlissinghe" verwijt „heuren hareynck gewoenlyck te seynden in ingelant, Vranke- ryeke ende andere quartieren ende in de plaetse van retoure te wisselen ende over te bringen wyften ende andere comenscap- pe", dus de Vlissingers voerden hun haring naar vreemde landen en kwamen met re tourlading terug, maar bovendien sloten zij compagnonschappen met de vreemdelingen en verhandelden die vreemde goederen op hun eigen naam om den „thol van de key- serlike majesteit" te ontgaan. Die tol werd nl. geheven van den vreemdeling, de goe deren van den vreemdeling waren „onvrije goeden ende coopmanschappen". Verhan delden zij dus deze op eigen naam, dan ge beurde dit om het heerlijk recht, d.i. het recht van den heer, te ontduiken. Ook dit was slechts een voortzetting van wat hun eigen heer hun had geleerd, want in 1536 lag de heer van Beveren (Adolf van Bourgondië) ook reeds overhoop met Keizer Karei V. Hij belette in de havens van Veere en Vlissingen aan de grafelijke officieren het heffen van het ankergeld, dat geheven werd van de vreemde schepen als zij an kerden in«de havens van Walcheren. Deze handel en scheepvaart namen in den loop der 16de eeuw toe en de bovengenoem de klacht der Middelburgers was dan ook een verweer tegen Vlissingsche havenuitbrei ding. Want immers ook in die zelfde 15de eeuw, den tijd der Bourgondiërs, was wel de Nieuwe Haven gemaakt, nl. in 1443, waar nu de Arnemuiders liggen. Philips de Goede had den 20en Maart 1444 aan Vlissingen vergund tot onderhoud van de havens een belasting te heffen op den haring, die tus schen Westkapelle en Welsingehaven ner gens anders dan te dier stede mocht wor den aangevoerd en gekocht. Wel verzette Middelburg zich daartegen en zond zij her haaldelijk afgevaardigden naar Brugge om haar bezwaren in te brengen, maar vruchte loos. Maar in het midden der 16e eeuw was deze haven niet meer voldoende. Den 7en Februari 1541 werd Maximiliaan van Bour gondië in de plaats van zijn vader als heer van Vlissingen gehuldigd (overleden 4 Juni 1558). Hij bevestigde het in het jaar 1444 verleende privelege van den haring- tol. Wijl Biervliet „par la commodité de Vlissinghe a perdue la traffyeque des harenz", die hierheen zich verplaatst had, was er geen genoegzame ligplaats in de oude havens. Bovendien voeren de visschers van Domburg, Westkapelle en Zoutelande meer en meer te Vlissingen af en aan. Men ziet het, weder een geluk, dat de grilligheid der Zeeuwsche stroomingen Vlissingen in den schoot geworpen werd, daarom wilde Maximiliaan weder een nieuwe haven maken, maar daarvoor moest grond worden aangekocht van West-Sou burg en deze toegevoegd aan zijn heerlijk heid. Middelburg verzette zich 4), doch gaf eindelijk toe op verzoek van den keizer, als de haven maar wordt gebezigd tot gemak van de visscherij zonder dat Middelburgs handel wordt belemmerd. De grond was er, het plan kwam nog niet tot uitvoering, ai had Maximiliaan in December 1552 aan de schippers alhier, ter bevordering van de scheepvaart zekere voorrechten en ordon nantiën gegeven. Alva nam den grond voor zijn citadel, maar onder prins Willem kwam de Pottekade tot stand (1583) (nu tusschen Hendrikstraat en Wilhelminastraat). Maar reeds vóór dien tijd, n.l. na de over gave van Middelburg in 1574, had Prins Willem aan Vlissingen een privelege gege ven, dat onder meer ook een einde maakte aan de dwingelandij van Middelburg, dat altijd angstvallig de ontplooiing van nabu rige havens had trachten tegen te werken. Neen meneer, neen Daar kwam hij niet voor, stamelde de vrouw verschrikt. Dit schichtige optreden van de vrouw maakte Elisha stoutmoediger. Wel, ik ben juist gekomen om haar te spreken, ging hij voort. Is zij thuis Neen mijnheer, ze is hier niet. Ze is een paar dagen geleden weg gegaan, was het antwoord dat op dezelfde aarzelende manier gegeven werd. En toen opeens alsof ze zich beter durfde laten gaan vroeg ze Bent u bevriend met haar, meneer Ja, dat 'ben ik en ik probeer haar spoor te vinden zoowel voor haar vader als voor haar andere vrienden, zei Elisha, die nu zeker wi9t dat hij de goede richting te pakken had. lk zou het erg vriendelijk van u vinden als u me wilde vertellen on der welke omstandigheden ze hier is geko men, hoe lang ze hier gebleven is en waar om ze wegging En vóór alles waar ze naar toe is gegaan. Dat zou u mijn man moeten vragen. Ik weet feitelijk niets alleen dat ze was aangesteld om de goederen te catalogisee- ren. Ik... ik houd van het meisje, als gezel schap, mijnheer, en ik maak me bezorgd over haar om u de waarheid te zeggen. Wanneer as meneer Jenkins thuis vroeg Elisha. Tegen zessen. Er is vandaag een groote antiekveiling in Richmond. Deze vertraging kwam Elisha zeer onge legen, vooral omdat daarvan misschien het gevolg zou zijn, dat hij dien avond niet meer naar Beacon Audley terug kon, maar daar was niets aan te doen. Hij vond dat hij Londen in geen geval mocht verlaten, zonder gebruik te hebben gemaakt van de kansen om iets gewaar te worden, die zich hier voor hem opdeden. STOOMWASSCHER1J jj DE VOLHARDING". Stoomververij Chem. Wasscherij* Singel 1 Telefoon 50 VLISSINGEN Niet meer als vroeger moest van de opge slagen wijnen uit Frankrijk te Middelburg stapelrecht worden betaald. „De koopluyden sullen met heure wynen en coopmanschap pen niet meer verbonden en wezen, maar vryelycken mogen gaen ende opslaen daar 't hunlieden belieft". Zij mochten graan ver voeren zonder licent verlof of later de geiden voor vrij vervoer verschuldigd aan de overheid), zoutkeeten opslaan, enz. En dan „alzoo die van Vlissinghen ons oock verthoont hebben, dat naer de algemeene en natuurlycke rechten, de navigatie ende ladinge by de see eenen yghelycken ende tot allen steden en plaatsen vryelyck behoort toegelaten te worden ende dat niet jegen- staende die van Middelburch en eenige an dere, in voorledene tyden hen vervoordert hebben, de selve Zeevaert ende ladinge over zee te willen beletten", wordt hun nu vrijheid gegeven de vleugels uit te slaan. En zoo zullen ook de schepen van andere steden de Vlissingsche haven vrij mogen binnenkomen. 't Is genoeg bekend uit de geschiedenis, dat de Vlissingers ruim gebruik hebben ge maakt van deze voorrechten van nu af werden het de zeevarende handelaars, die zij de geheele 17de eeuw gebleven zijn. Nu verrees als blijk van hun welvaart, hun kracht, in 1594 het schitterende, 3de stad huis naar het voorbeeld van dat van Ant werpen, het Beursgebouw in 1635, vele particuliere patriciërswoningen als het huis der Lampsins enz. H. G. VAN GROL. O Inv. de Stoppelaar, no. 146, -) Al deze plaatsen worden genoemd in 1504. Inv. de Stoppelaar, no. 908. 3) Inv. Fruin, no. 17, f, 623. 4) Middelburg voerde o.a. bij den keizer aan in 1549 „Wanneer de havenuitbreiding tot stand zou komen, dreigde de handel van geheel Zeeland zich te concentreeren in Vlis singen. Zelfs zouden dan verscheiden koop lieden uit Middelburg zich vestigen in Vlis singen, en het zou haar gaan als Biervliet, dat zijn geheele haringvisscherij verplaatst zag naar Vlissingen de Middelburgsche koophandel zou dan ook aan deze stad komen. Vroeger hadden 's keizers door luchtige voorvaderen Vlissingen verkocht voor zoo'n luttele som, dat de Heeren van Beveren jaarlijks die zelfde som nu trokken uit dat zelfde Vlissingen, dat met wat er bij hoorde wel 200.000 gouden kronen waard was. (R. G. P. 54 en 61.) Hittegolf. Kerk te koop. Den eersten heeten Zondag hebben wij gehad. Snikheet zelfs was het, ook daar waar men de weinige luwte zocht die er haast niet te vinden was. Wat is dan de nabijheid van de zee een groot bezit I 't Was langs de kust weer de groote volks verhuizing en de schatting van het aantal menschen dat hier vertoefde gaat over de vijftig duizend uit. Op sommige plaatsen stonden de linnen tenten vier en vijf rijen Vlug resumeerde hij bij zich zelf de vor deringen die hij gemaakt had. Ravenscar had gebruik gemaakt van het schriftvoor beeld dat hij van kapitein Vaughan had weten los te krijgen. Dien zelfden avond had hij liever een vervalschten brief naar het postkantoor in Wroxford gebracht, dan te riskeeren dat iemand int Beacon Audley het adres zou lezen. Dan volgde de ont dekking van Yvonne Wenslade, dat de brief geadresseerd was aan „miss Smith". En nu had zijn vervolging van Ravenscar hem naar een huis in Londen gebracht, waar die geheimzinnige miss Smith kort geleden was geweest en die verblijfplaats bleek een winkel, waar oude wapens te koop waren. Verder, de tranen en de ze nuwachtigheid van juffrouw Jenkins na het bezoek van Ravenscar en haar bezorgdheid over het meisje, dat hen verlaten had en waarover ze zoo opvallend achterhoudend was Elisha begreep dat de moord op do minee Wenslade niet direct het werk van den secretaris van lord Monksilver was, omdat het buiten kijf was, dat hij op het oogenblik dat het schot viel, met zijn mees ter op het grasveld had geloopen. Maar hij was er van overtuigd, dat Ravenscar uit de eerste hand met de misdaad op de hoogte moest zijn, dat hij de hand had gehad in de verdwijning van Phyllis Vaughan en dat hij het heelemaal niet zou betreuren als Dick Wenslade de maximum-straf zou krijgen, die de wet op moord gesteld had Terwijl hij dit alles snel overdacht had. had hij zij-n oude scherpe oogen terdege den kost gegeven en iedere bijzonderheid van het interieur in zich opgenomen. Plot seling kreeg hij een ingeving. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1928 | | pagina 1