300
150
25
31 JULI
-5; NO. S7I
Jaairgang i
I928--
ilitgavs; Firma F. Ui DE VELDE Jr., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
Dit nummer bestaat uit twee bladen. - Eerste Blad.
DE VOORMALIGE BEURS
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
le visie, ze hebben
:r ze niet gesteund
n'ek, die slechts door
Iangdurigen arbeid
•n bezocht ik te Ro-
ntoonstelling, waar
|eel gevuld was met
G.-Balla, die boven
hrijven „futurisme,
e". Er waren daar
|kken, waarvoor men
nderend bleef staan
werk van verschil-
■ngewoon knap was.
aar steunend op een
van het handwerk,
'k nu en dan futu-
joed recht is), maar
op de internationale
lë vertegenwoordigd
quasi modern doen,
niet bekwaam zijn.
is vaak niet meer
Ibehoevendiheid en is
Ook in het Neder-
plk werk en veel te
ote wereldgebeuren,
jchilderkunst voorbij
beroeren. Bijna in
m werk, dat aan de
Bjd herinnert. Ik be-
jtateer slechts, maar
jgste, milisairistische
ihet Russische
dezer stukken zijn
„Roode-Leger-Mu-
lal werd al dadelijk
[en door een groot
een aantal hoogere
urnen, met een soort
fst, dat dit werk een
lale staf voorstelde,
|ouwing ontdekte ik
heeren ergens een
>egen die officieren
ierorden") met veel
|doek bleek voor te
Iers van het Roode
|p werk van Basilio
ichts heel onbedui-
loo'n schilder ook in
ilsisch legermuseum
(emaakt. Dan zijn er
m, veldslagen. Een
)d van den commis-
id ziet men een le-
rood lint om den
>p den achtergrond
ien vijand tegemoet,
il gruwelijk mistee-
;nlijk niet, doch val-
ïchtige inzending is
/sky, echter, dit is
ihilder en ik herin
revolutie te Peters-
Iwerk te hebben ge-
[r wel eenig goeds,
m een vrouwelijke
fportret van Giorgio
>este gerekend kan
(eele tentoonstelling
;n is. Goed zijn ook
Alexandro Kuprin,
isische paviljoen de
nieuwe revolution-
It, wordt ernstig te-
paviljoen vindt men
overleden meesters
n Toorop. Zeer ze-
;er aan belangrijk-
indien men het
Ianden gevolgd had
an de vorige gene-
issenbruch. Mauve,
noemen. Blijkbaar
lijk plaats willen re-
ren, voor tijdgenoo-'
I iets te zeggen. Er
kan bijna zeggen
an W. A. van Ko
len uitgebreide col-
^aronder beduidend
led genoeg om Ne-
lionale tentoonstel-
In. Van Gestel is er
„portret van den
ris de Italiaansche
e Rensburg, wiens
oo verhaspeld werd
lad op meer égards,
Jrnrg heeft immers
|ken in versvorm in
een vertaling, die
bijna niemand ge-
iar zond eenig goed
's W. Schumacher
n, die niet geheel
Van Huydekoper
|aar veel Multatuli
in geen enkel op-
Ij, voorstellend bïd-
n (afkomstig uit 't
um) met den titel
schijnheiligen", wat
taliaansch vertaald
preghiera).
er in het Neder-
lel minderwaardigs.
Verken van Civarle
allerongelukkigste
Izich afvraagt hoe
ien om den naam
and na de groote
Hem gekregen, na
nbruch diens zoon;
welke drie jonge-
verk hebben gele-
bg niet dat men in
erkunst een soort
eren.
n hebben wij bijna
itenland gewoond,
t op welke niveau
schilderkunst staat,
dat dit Nederland-
ist beeld geeft van
lt gebied beteekent.
eeld daarvan geeft,
noedigend. Zijn er
ihilders meer van
ïdsche landschap
hier dan niet ver-
eldhouwers zonden
Chabot en Hildo
in brons van een
Altrof is zeer bij-
BREDERODE.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten opWaicheren 2.20 per 3maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk ƒ3.80. Voor de ove
rige landen bij wekeiijksche verzending ƒ3.80, met Zondagsblad ƒ4.75. Afzonderlijke nrs.5ct.
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties betreffende Huur enVerhuur, Koop
enVerkoop, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van 1—5 regels 75 ct., iedere regel meer 15 ct.
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
4nnn Sulden biJ'evens- rfr|II
I B 11111 ian8e ongeschikt- H11 I
iUUU heid tot werken. tlUU
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
ii.
b. Uit de geschiedenis van Vlissingen na 1453.
Dat nu ook Vlissingen in de sterke hand
was van de heeren van Veere was een groot
gevaar voor Middelburg, Zuidwaarts op nog
geen mijl afstands lag het kleine Vlissingen
en naar het Noorden, eveneens nog geen
uur van de stad verwijderd, rees de koop
stad Veere. Toen dan ook na 1453 de
machtige heeren dezer stad zich ook in het
bezit van Vlissingen en van de kuststreek
van Walcheren hadden gesteld, raakte Mid
delburg in de klem.
Machtig waren deze heeren zeker de
heeren van Borselen behoorden tot den
ouden feodalen adel zij beschouwden zich
als gelijke van den landsvorst, en de op
komende Bourgondisch-Oostenrijksche een
heidsstaat zou nog een heftigen kamp
tegen hen te strijden hebben. In den aan
vang van Philips' regeering nam dit ge
slacht" een zeer aanzienlijke positie in. Als
Kabeljauwen stonden zij aan de zijde van
Bourgondië vandaar dan ook zeker, dat
Hendrik van Borselen in 1428 lid van de
pas ingestelde Rekenkamer werd en zitting
nam voor Philips van Bourgondië hij be
hoorde tot het zestal aanhangers van Phi
lips, terwijl er 3 voor Jacoba zaten. Drie
leden van dit geslacht met Franck van
Borselen als invloedrijk leidsman, voerden
van 143032 als „gouverneur" naar eigen
wil over Holland en Zeeland het bewind.
Wel werd de verstandhouding tusschen deze
Borselens en Philips ernstig bedreigd, toen
Frank, zich met Jacoba in hetmelijken echt
verbindend, naar de grafelijke kroon de
hand scheen uit te strekken, doch spoedig
reeds 12 April 1433 kwam de ver
zoening tot stand Jacoba deed van hare
graafschappen afstand, en kon, mits niet
met iemand, Philips of den lande vijandig,
huwen naar eigen keus. Schreef wijs beleid
alzoo den nieuwen landsheer voor, de
Borselens met omzichtigheid te behandelen,
tegenover Hendrik van Borselen, den heef
van Veere, gold dit in bijzonderen zin.
„In den oorlog tegen de Hanze, den Duit-
schen stedebond, die in 1430 was uitgebro
ken naar aanleiding van een veete tusschen
Hamburg en Zierikzee en die zich alras tot
een algemeenen handelsoorlog tusschen Hol
landZeeland en de Hanze uitgebreid had;
gedraagt Hendrik van Borselen zich als een
zelfstandig heer. Hij zegt in 1429 den koop
lieden van Hamburg en van den Duitschen
Hanze den vrede op hij onderhandelt in
1432 met den Duitschen koopman te Brugge
en biedt voor bepaalden termijn een wapen
stilstand aan hij rust kaperschepen uit, en
treft krijgstoerustingen tegen zijn vijanden;
bezet Vlissingen en beloert vandaar uit de
Dtiitsche schepen in het Zwin. In 1436 komt
hij met Frank van Borselen in Middelburg
tot stilling van het oproer, dat tegen Philips
was uitgebroken hij voert de oorlogen van
zijn heer en betaalt voor hem de overwin
ning op de Wendische steden met hem
onderhandelen, als met een zelfstandige
macht naast Holland en Zeeland, de Han-
zeaten, wanneer zij vrede begeeren. Steeds
zien we hem dus werken als zelfstandige
kracht, maar die als component tot het totaal
der Bourgondische politiek, van groote be-
teekenis is."(Dr. Sneller). Wei was de Bour
gondische hertog zoo vrij geweest, toen het
Hanzeatische gevaar bezworen was (in
1441 door den vrede van Kopenhagen), de
ACHTER EEN MASKER.
Uit het Engelsch van HEADON HILL.
(Nadruk verboden).
28)
HOOFDSTUK XIV.
Het fret gaat aan het wroeten.
Carter Ravenscar had een salaris dat hem
in staat stelde zich in zijn particulier leven
dezelfde luxe te permitteeren als waarin hij
zich verheugde onder het dak van zijn
werkgever. Een van zijn zwakheden was,
zijn wensch om steeds comfortabel te rei
zen. En deze eigenschap van den secretaris
maakte het Elisha Crowe gémakkelijk om
met denzelfden trein naar Londen te gaan
als hij, zonder diens aandacht te trekken.
Terwijl Carter Ravenscar zich had neerge
vleid in de behagelijkheid van een eerste
'dascompartiment, zat Elisha tusschen twee
vrouwen gedrukt in een derde-klascoupé
aan het andere eind van den trein.
Een uur voor het vertrek van den trein
was hij. al aan het station te Wroxford ge
weest en hij had zich op den achtergrond
gehouden tot hij gezien had dat zijn prooi
een plaatsje had gevonden. De werkelijke
moeilijkheden begonnen pas op het Londen-
sche eindstation. Hij had zoo lang in de
rustige eenzaamheid van Beacon Audley
geleefd, dat hij' zich eerst een ondeelbaar
°ogenblik een beetje verbijsterd voelde,
toen Ravenscar er snel .in een taxi vandoor
gmg. Hij stond even aarzelend stil op het
perron van aankomst, maar een instinct als
van een oud-cavaleriepaard, dat trompet
signalen hoort, kwam hem te hulp. Er was
overdracht van Vlissingen te niet te doen,
en de heerlijkheid te schenken aan zijn
basterdzoon Cornelis, maar in 1453 kwam
zij toch voorgoed in handen van dit mach
tige geslacht.
Den 25en Maart 1453 had deze afstand
plaats onder beperkende voorwaarden
de 12000 gouden schilden a 48 grooten
Vlaamsch, die de landsheer, om het oproe
rige Gent te bedwingen, in zijn finantieelen
nood had bedongen, konden ter lossing van
het goed, zij het dan ook eerst na 17 jaren,
worden terugbetaald maar het was te
voorzien, dat de lospenningen niet spoedig
zouden zijn bijeengebrachten in geen ge
val had de landsheer het recht bij mogelijke
lossing zijnerzijds aan een ander dan aan
Hendrik van Borselen of aan zijn erfgena
men, als dezen voor den gestelden prijs de
heerlijkheid andermaal wilden koopen, ook
na afloop der bedongen 17 jaren, de stad af
te staan.Wanneer dan ook in 1470 de termijn
is verstreken, komt er van terugkoop niets
en blijft heer Hendrik in het rustig bezit
zijner verworven heerlijkheden.
„Hij was ridder van de orde van het Gul
den Vlies, de koning van Frankrijk schonk
hem den titel van admiraal van zijn rijk
de koningen van Schotland waren niet te
hoog om zich met hem te verzwageren, en
in 1444 zag heer Hendrik zijnen zoon de
dochter der Stuarts als bruid het vaderlijk
kasteel op Sandenburch bij Veere binnen
leiden de koning van Polen schreef aan
hem ais gelijke.
De heeren van Veere, bezitters van Veere,
van Vlissingen, van Domburg enWestkappel,
zijn een Walchersche grootmacht„princeps
ipsius insulae" vorst van dit edand
zegt de onbekende reiziger, die in het begin
der 16e eeuw Walcheren bezocht; „meer
ontsien in Walcheren dan myn Genadige
Heer selve", zoo spraken de klagers uit
het midden der 15e eeuw toen zij zich door
de toenemende macht van Veere en van de
heeren dier stad bedreigd gevoelden.
Het behoeft dus geen verwondering te
baren, waar de geheele kuststrook van Wal
cheren met uitzondering van den driehoek
MiddelburgArnemuidenRammekens in
het bezit der heeren van Ter Veere is, dat
dezen op dit eiland een positie bekleedden,
zwaar van dreiging zoowel voor de hoog
heid van den vorst als voor den bloei van
Walcherens oude koopstad Middelburg."
(Dr. Sneller.)
Het heffen van ankergeld behoorde even
als het heffen van tol tot de rechten van
den landsheer. Reeds in 1462 had Karei de
Stoute, toen hij een deel van de macht reeds
van zijn vader verworven had, te Vlissingen
een tol opgericht. Misschien had zijn bezoek
aan Middelburg als graaf van Charolais
van 19 Juli 1460 daartoe bijgedragen.
Om nu de schepen van den vreemdeling
binnen de havens te lokken, liet de heer
van Veere en Vlissingen minder anker-
geld heffen dan het geval was in Mid
delburg of Arnemuiden, de voorhaven van
Middelburg, zoowel Philips als Karei
de Stoute legden zich daarbij neer. Doch
toen Maria na den dood van haar vader in
1477 aan het bewind kwam, werd het anker-
geld niet meer geheven „van Sen scepen,
comende ende hunnen ancker werpende
voor de stede van der Vere ende voor Vlis-
een tijd geweest, dat Elisha Crowe in New-
York en Chicago als een geducht detective
gold en hij bewees dat hij nog niets van
zijn speurdersgaven verloren had. Vóór een
halve minuut verstreken was, zat hij ook in
een taxi en bevond zich in het spoor van
de eerste.
Crowe was zoo jong al naar het buiten
land gegaan dat hij Londen nooit zoo goed
had gekend als de wereldsteden aan den
overkant van den Oceaan en hij keek een
beetje hulpeloos rond toen de vervolging
hem buiten de hoofdverkeerswegen bracht
naar rustiger buurten.
Toen het verkeer op den hoek van de
Wallington Street even werd stop gezet,
was hij in de gelegenheid' iets aan zijn
haastig gegeven aanwijzing toe te voegen
die alleen maar had ingehouden de eerste
auto te volgen. Hij zei den chauffeur goed
op 'te Ietten en dadelijk te stoppen als de
eerste auto stil hield. Als resultaat van deze
instructie werd hij op den hoek van War-
dour Street afgezet zoodat hij in staat was
Ravenscar ongezien te bespieden, toen deze
in een van de huisjes verderop in de straat
verdween.
Twee minuten later died hij een verras
sende ontdekking Hij volgde den secre
taris naar Londen in het vage idee, dat de
ze jacht hem naar Phylis Vaughan zou lei
den en. naar alle mogelijkheden die zich
door de ontdekking van het meisje zouden
kunnen openen. Maar nu zag hij iets wat
ten slotte nog veel belangrijker was.
Want het huis, dat het doel van Ravens-
car's tocht bleek te zijn, •pwibaarde zich
als een antiquiteiten winkel juist een
plaats waar een ouderwetsch pistool kon
zijn gekocht
De onmiddellijke conclusie van den ouden
singhe". Ook zorgde de heer van Veere er
voor, dat op 1 Mei 1477 de koop van Vlis
singen, Westkapelle en Domburg bevestigd
werd, trouwens de mogelijkheid bestond al
tijd nog, dat de landsheer de betaalde som
afloste, maar nu stond Maria de heerlijkheid
af „van nu voortaen tot eeuwelicken daegen,
tot eenen onversterffelycken erfleen, sonder
eenige lossinge daeraen te behoudene voor
onsv oft voor onzen naercoemelingen in
eeniger manieren, mit aire justicien, hooge,
middel ende lage toll" enz.
Hoewel in deze koopacte slechts van den
tol te Vlissingen gesproken werd, was dit
voor Wolfert (die in 1474 zijn vader was op
gevolgd) rechtsgrond genoeg, om ook in
deze stad de betaling der ankerage te wei
geren, dit alles om te concurreeren met
Middelburg. In de laatste helft der 15de
eeuw was de toegangsweg naar Brugge lang
niet meer wat deze eerst was. Het Zwin
voor Sluis begon te „verslymen", zoodat de
eenigszins diepgaande schepen niet meer de
Vlaamsche koopstad konden bereiken en
Walcheren tot ankerplaats kozen. Ook dit
is met de stukken aan te toonen, zoo door de
regeling van 1470 toen de schippers van
Middelburg en Brugge een compromis trof
fen, waarin den handelaars en zeevaarders,
die met hunne koopwaren voor Arnemuiden,
Rammekens, Vlissingen arriveerden, vergund
werd vrachtschippers te kiezen, zoowel uit
Brugge als uit Middelburg, ten einde hun
goed naar Brugge te kenden, of werwaarts
zij verder wilden.
Wanneer de groote lastschepen op de
reede van Walcheren gelost waren en hun
lading door de kleine „heuden" (een soort
lichters) naar Brugge, Antwerpen, Bergen-
op-Zoom. Middelburg, Ter Neuzen" naar
Dordrecht, Delfshaven en Gouda 2) was af
gescheept, dan moesten de koggen en kra-
veelen (toenmalige zeeschepen) weder uit
gerust en geapproviandeerd worden en zoo
mogelijk weer vracht innemen. In de eerste
plaats het product der Walchersche vissche-
rij zelf, de haring, die vaak tegen Fransche
wijnen wordt ingeruild. Vooral in het laatst
der 15de eeuw schijnt de haringvisscherij op
Walcheren een groote uitbreiding te hebben
gekregen. Knoeierijen in den haringhandel
kwamen ook reeds voor. Als de Duitschers
klagen over de boozc praktijken „in den
comanscip ende hantiè'ringe van den harin-
ge", dan worden ook Veere, Vlissingen,
Middelburg en Arnemuiden genoemd. Met
deze visscherij hing ook weer de Walcher
sche zoutnering samen. Mochten de visschers
in 1444 nog slechts mee naar zee nemen
om de haring te zouten „zout van grauwen
zelte" in 1494 noemt de ordonnantie van
Maximiliaan ook „sout van sout gesoden".
Die „zelte" was de „darinc", het rietveen,
dat als ondergrond onder de klei der Zeeuw-
sche eilanden wordt gevonden. De darinc-
turf werd tot asch verbrand, vervolgens
werd deze asch met zeewater tot een vloei
stof vermengd, waaruit dan de pannemannen
het zelzout stookten. (Vergelijk nog Lange
en Korte Zelke).
Toen in de 15de eeuw zout uit Frankrijk
en Portugal in steeds grooter hoeveelheid
werd aangevoerd, kwam naast de oude
nering een nieuw bedrijf op. Het grove Wes-
tersche zout werd in de Zeeuwsche keeten
gezuiverd en dan naar den vreemde ver
scheept en ook werd dit „sout van sout
gesoden" bij de visscherij aangewend-
Hadden de Vlissingers in de 15de eeuw
toch, ondanks de profijten die van den Wal-
cherschen handel afvielen, de meeste sche
pen langs hen zien varen naar Middelburg
en Veere, in de 16e eeuw waren zij toch
wel zoo ver, dat zij hun eigen haring zeïf
buitenslands brachten. Want daarop doelt
Middelburg in 1546 als zij „den poerteren
speurder was. dat het opsporen van de
herkomst van het pistool van grooter be
lang voor de oplossing van het geheim
was, dan de ontdekking van Phyllis' ver
blijfplaats, al speet het hem dat zijn hulp
aan zijn vriendinnetje daardoor misschien
werd vertraagd. Maar als het geluk hem
diende en Elisha kende maar al te goed
de beteekenis van „geluk" bij dit soort van
werk zou hij' misschien de beide proble
men tegelijk kunnen oplossen. Hij was
juist bezig zijn verdere gedragslijn te over
wegen, toen hij Ravenscar den winkel uit
zag komen en zich vlug in tegenoverge
stelde richting verwijderen.
Elisha had maar één oogenblik het ge
zicht van den secretaris van opzij gezien,
maar dit was lang genoeg geweest om hem
te doen opmerken dat Ravenscar er geër
gerd en teleurgesteld uitzag, na zijn bezoek
in den winkel. Elisha begreep dat hij niets
moest doen waardoor hij de kans liep, her
kend te worden hetgeen zijn verdere na
sporingen in Beacon Audley zou belemme
ren, maar hij kon nu toch profiteeren van
de afwezigheid van zijn tegenstander. Hij
aarzelde slechts één moment, toen stak hij'
de straat over en trad den winkel van Tho
mas "Jenkins binnen, terwijl hij zich den
naam die op de deur stond, in het geheu
gen prentte. Hij had verwacht dat hij door
een ouden antiquair zou worden te woord
gestaan, maar hij stond plotseling tegen
over een bejaarde vrouw, die haastig haar
tranen trachtte weg te wisschen.
Elisha maakte onverschrokken gebruik
van de ontdekking van Yvonne Wenslade.
Die meneer die daar juist den winkel
uitkwam, kwam toch om miss Smith te
spreken, niet waar vroeg hij met zijn
diep-klinkende stem.
van Vlissinghe" verwijt „heuren hareynck
gewoenlyck te seynden in ingelant, Vranke-
ryeke ende andere quartieren ende in de
plaetse van retoure te wisselen ende over
te bringen wyften ende andere comenscap-
pe", dus de Vlissingers voerden hun haring
naar vreemde landen en kwamen met re
tourlading terug, maar bovendien sloten zij
compagnonschappen met de vreemdelingen
en verhandelden die vreemde goederen op
hun eigen naam om den „thol van de key-
serlike majesteit" te ontgaan. Die tol werd
nl. geheven van den vreemdeling, de goe
deren van den vreemdeling waren „onvrije
goeden ende coopmanschappen". Verhan
delden zij dus deze op eigen naam, dan ge
beurde dit om het heerlijk recht, d.i. het
recht van den heer, te ontduiken.
Ook dit was slechts een voortzetting van
wat hun eigen heer hun had geleerd, want
in 1536 lag de heer van Beveren (Adolf van
Bourgondië) ook reeds overhoop met Keizer
Karei V. Hij belette in de havens van Veere
en Vlissingen aan de grafelijke officieren
het heffen van het ankergeld, dat geheven
werd van de vreemde schepen als zij an
kerden in«de havens van Walcheren.
Deze handel en scheepvaart namen in den
loop der 16de eeuw toe en de bovengenoem
de klacht der Middelburgers was dan ook
een verweer tegen Vlissingsche havenuitbrei
ding. Want immers ook in die zelfde 15de
eeuw, den tijd der Bourgondiërs, was wel de
Nieuwe Haven gemaakt, nl. in 1443, waar
nu de Arnemuiders liggen. Philips de Goede
had den 20en Maart 1444 aan Vlissingen
vergund tot onderhoud van de havens een
belasting te heffen op den haring, die tus
schen Westkapelle en Welsingehaven ner
gens anders dan te dier stede mocht wor
den aangevoerd en gekocht. Wel verzette
Middelburg zich daartegen en zond zij her
haaldelijk afgevaardigden naar Brugge om
haar bezwaren in te brengen, maar vruchte
loos.
Maar in het midden der 16e eeuw was
deze haven niet meer voldoende. Den 7en
Februari 1541 werd Maximiliaan van Bour
gondië in de plaats van zijn vader als heer
van Vlissingen gehuldigd (overleden 4
Juni 1558). Hij bevestigde het in het jaar
1444 verleende privelege van den haring-
tol. Wijl Biervliet „par la commodité
de Vlissinghe a perdue la traffyeque des
harenz", die hierheen zich verplaatst had,
was er geen genoegzame ligplaats in de
oude havens. Bovendien voeren de visschers
van Domburg, Westkapelle en Zoutelande
meer en meer te Vlissingen af en aan.
Men ziet het, weder een geluk, dat de
grilligheid der Zeeuwsche stroomingen
Vlissingen in den schoot geworpen werd,
daarom wilde Maximiliaan weder een
nieuwe haven maken, maar daarvoor moest
grond worden aangekocht van West-Sou
burg en deze toegevoegd aan zijn heerlijk
heid. Middelburg verzette zich 4), doch gaf
eindelijk toe op verzoek van den keizer, als
de haven maar wordt gebezigd tot gemak
van de visscherij zonder dat Middelburgs
handel wordt belemmerd. De grond was er,
het plan kwam nog niet tot uitvoering, ai
had Maximiliaan in December 1552 aan de
schippers alhier, ter bevordering van de
scheepvaart zekere voorrechten en ordon
nantiën gegeven. Alva nam den grond voor
zijn citadel, maar onder prins Willem kwam
de Pottekade tot stand (1583) (nu tusschen
Hendrikstraat en Wilhelminastraat).
Maar reeds vóór dien tijd, n.l. na de over
gave van Middelburg in 1574, had Prins
Willem aan Vlissingen een privelege gege
ven, dat onder meer ook een einde maakte
aan de dwingelandij van Middelburg, dat
altijd angstvallig de ontplooiing van nabu
rige havens had trachten tegen te werken.
Neen meneer, neen Daar kwam hij
niet voor, stamelde de vrouw verschrikt.
Dit schichtige optreden van de vrouw
maakte Elisha stoutmoediger.
Wel, ik ben juist gekomen om haar te
spreken, ging hij voort. Is zij thuis
Neen mijnheer, ze is hier niet. Ze is
een paar dagen geleden weg gegaan, was
het antwoord dat op dezelfde aarzelende
manier gegeven werd. En toen opeens alsof
ze zich beter durfde laten gaan vroeg ze
Bent u bevriend met haar, meneer
Ja, dat 'ben ik en ik probeer haar
spoor te vinden zoowel voor haar vader als
voor haar andere vrienden, zei Elisha, die
nu zeker wi9t dat hij de goede richting te
pakken had. lk zou het erg vriendelijk
van u vinden als u me wilde vertellen on
der welke omstandigheden ze hier is geko
men, hoe lang ze hier gebleven is en waar
om ze wegging En vóór alles waar ze
naar toe is gegaan.
Dat zou u mijn man moeten vragen.
Ik weet feitelijk niets alleen dat ze was
aangesteld om de goederen te catalogisee-
ren. Ik... ik houd van het meisje, als gezel
schap, mijnheer, en ik maak me bezorgd
over haar om u de waarheid te zeggen.
Wanneer as meneer Jenkins thuis
vroeg Elisha.
Tegen zessen. Er is vandaag een
groote antiekveiling in Richmond.
Deze vertraging kwam Elisha zeer onge
legen, vooral omdat daarvan misschien het
gevolg zou zijn, dat hij dien avond niet
meer naar Beacon Audley terug kon, maar
daar was niets aan te doen.
Hij vond dat hij Londen in geen geval
mocht verlaten, zonder gebruik te hebben
gemaakt van de kansen om iets gewaar te
worden, die zich hier voor hem opdeden.
STOOMWASSCHER1J
jj DE VOLHARDING".
Stoomververij
Chem. Wasscherij*
Singel 1
Telefoon 50
VLISSINGEN
Niet meer als vroeger moest van de opge
slagen wijnen uit Frankrijk te Middelburg
stapelrecht worden betaald. „De koopluyden
sullen met heure wynen en coopmanschap
pen niet meer verbonden en wezen, maar
vryelycken mogen gaen ende opslaen daar
't hunlieden belieft". Zij mochten graan ver
voeren zonder licent verlof of later de
geiden voor vrij vervoer verschuldigd aan
de overheid), zoutkeeten opslaan, enz. En
dan „alzoo die van Vlissinghen ons oock
verthoont hebben, dat naer de algemeene
en natuurlycke rechten, de navigatie ende
ladinge by de see eenen yghelycken ende
tot allen steden en plaatsen vryelyck behoort
toegelaten te worden ende dat niet jegen-
staende die van Middelburch en eenige an
dere, in voorledene tyden hen vervoordert
hebben, de selve Zeevaert ende ladinge
over zee te willen beletten", wordt hun nu
vrijheid gegeven de vleugels uit te slaan.
En zoo zullen ook de schepen van andere
steden de Vlissingsche haven vrij mogen
binnenkomen.
't Is genoeg bekend uit de geschiedenis,
dat de Vlissingers ruim gebruik hebben ge
maakt van deze voorrechten van nu af
werden het de zeevarende handelaars, die
zij de geheele 17de eeuw gebleven zijn. Nu
verrees als blijk van hun welvaart, hun
kracht, in 1594 het schitterende, 3de stad
huis naar het voorbeeld van dat van Ant
werpen, het Beursgebouw in 1635, vele
particuliere patriciërswoningen als het huis
der Lampsins enz.
H. G. VAN GROL.
O Inv. de Stoppelaar, no. 146,
-) Al deze plaatsen worden genoemd in
1504. Inv. de Stoppelaar, no. 908.
3) Inv. Fruin, no. 17, f, 623.
4) Middelburg voerde o.a. bij den keizer
aan in 1549 „Wanneer de havenuitbreiding
tot stand zou komen, dreigde de handel van
geheel Zeeland zich te concentreeren in Vlis
singen. Zelfs zouden dan verscheiden koop
lieden uit Middelburg zich vestigen in Vlis
singen, en het zou haar gaan als Biervliet,
dat zijn geheele haringvisscherij verplaatst
zag naar Vlissingen de Middelburgsche
koophandel zou dan ook aan deze stad
komen. Vroeger hadden 's keizers door
luchtige voorvaderen Vlissingen verkocht
voor zoo'n luttele som, dat de Heeren van
Beveren jaarlijks die zelfde som nu trokken
uit dat zelfde Vlissingen, dat met wat er bij
hoorde wel 200.000 gouden kronen waard
was. (R. G. P. 54 en 61.)
Hittegolf. Kerk te koop.
Den eersten heeten Zondag hebben wij
gehad. Snikheet zelfs was het, ook daar
waar men de weinige luwte zocht die er
haast niet te vinden was. Wat is dan de
nabijheid van de zee een groot bezit I 't
Was langs de kust weer de groote volks
verhuizing en de schatting van het aantal
menschen dat hier vertoefde gaat over de
vijftig duizend uit. Op sommige plaatsen
stonden de linnen tenten vier en vijf rijen
Vlug resumeerde hij bij zich zelf de vor
deringen die hij gemaakt had. Ravenscar
had gebruik gemaakt van het schriftvoor
beeld dat hij van kapitein Vaughan had
weten los te krijgen. Dien zelfden avond
had hij liever een vervalschten brief naar
het postkantoor in Wroxford gebracht, dan
te riskeeren dat iemand int Beacon Audley
het adres zou lezen. Dan volgde de ont
dekking van Yvonne Wenslade, dat de
brief geadresseerd was aan „miss Smith".
En nu had zijn vervolging van Ravenscar
hem naar een huis in Londen gebracht,
waar die geheimzinnige miss Smith kort
geleden was geweest en die verblijfplaats
bleek een winkel, waar oude wapens te
koop waren. Verder, de tranen en de ze
nuwachtigheid van juffrouw Jenkins na het
bezoek van Ravenscar en haar bezorgdheid
over het meisje, dat hen verlaten had en
waarover ze zoo opvallend achterhoudend
was Elisha begreep dat de moord op do
minee Wenslade niet direct het werk van
den secretaris van lord Monksilver was,
omdat het buiten kijf was, dat hij op het
oogenblik dat het schot viel, met zijn mees
ter op het grasveld had geloopen. Maar hij
was er van overtuigd, dat Ravenscar uit de
eerste hand met de misdaad op de hoogte
moest zijn, dat hij de hand had gehad in de
verdwijning van Phyllis Vaughan en dat hij
het heelemaal niet zou betreuren als Dick
Wenslade de maximum-straf zou krijgen,
die de wet op moord gesteld had
Terwijl hij dit alles snel overdacht had.
had hij zij-n oude scherpe oogen terdege
den kost gegeven en iedere bijzonderheid
van het interieur in zich opgenomen. Plot
seling kreeg hij een ingeving.
(Wordt vervolgd.)