!YS DINSDAG S MEI IeëRSTE blad i der skomt tale Muziek 1 jy|;chiel Adriaansz. de Ruyter IEI 1928 ^BINNENLAND Stads» en Provincienieuws LNo. 103 JliBustvfg-aiig 192® pLEY'S P.K. verrassing. lebruikt het >r zijn werk het rooken. I hij er toch #an denken gde kinderen f.auwgom it Een ge- die den eet- pijsvertering iOM 1/LISSiNCSCKE COURANT pit nummer bestaat uit 2 bladen. ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- ƒ2.20 per drie maanden. Franco I u>r het geheele rijk 2.50. Week-abon- I jeinenten 17 cent, alles bij vooruitbeta- I f«g- ADVERTENTIE-PRIJS Yan i_5 regels 1.25, voor iederen I „«el meer 25 centbij abonnement spe- I n!e prijzen. Reclames 50 cent per regel I Kleine Advertenties betreffende Huur en I Verbuur. Koop en Verkoop, Dienstaanbie- Ii.jen en Dienstaanvragen, enz. prijs bij I «'uitbetaling van 15 regels ƒ0.75, voor liederen regel meer 15 cent. door Prof. Dr. P. j. BLOK eeniging - Middelburg fEREENIGINGj des avonds 8 uur. Franz Schubertl Jos. Hayin\ bleidine. IR Ide/sso/m BartholdA lamille Saint Sfl®| pleiding. Niels W. Gadt pr en Orkest. Den Haag.l Middelburg,! |30 uur. Toeganke-| grepen. net inbegrip van! Stedelijke belasting] bnds aan het Bureau. loting) O [10—10.30 uur v.ir 11 12 uur v.K VKELHUIS letten stand. Brieven 1 lbureau „Vliss. Crt."| I vraagt voor uitbrei-| aak 3 a 4 mille. 1' Impagnon gevest lend met galanferièn| It aanbeveling, ltters S. H., bureau [int". [uiSHOUDSTER Jie huishouding ge- L Ind voor de huishou-l [meisje aanwezig, -f /oiledige inlichtingen,] letters S. K„ bureau int". I KOOP ibruikte, in MOTORRIJWIELEN I van 75 tot 400 gl». !DEN, „Harley-HuiS 1. Dagdienstbode et beneden de 17 evr. VAN DE VELDE, t 44, boven. ïes vragen voor lluibl uur-, Stopwerk, enz.I ejuffrouw SMID, Ka-| (boven). delburgsche spij v. Stoomvaaril Aiddelburg-Rotterdam ngelegen VAN PASSAGIERS) EREN EN VEE, I v.Midd. v. R Mei v.m.uurv.m.®'! 3 4 7 8 10 8 8 n latlên te bekomen: ■N. V. Transport- c8| Erven O. VOS, Te"10 I B. EENHOORN, Jel'ff' f OOSTERHOUT, Te^j ebr>. BUITENHEK, I. juist in het laatst van April is bovenge noemd werk uitgekomen, welks verschijnen I voor de ingewijden de laatste jaren geen I geheim was. Toch was het een vreugdevolle I verrassing te zien, tot welk een volumineus I boek in folio formaat deze studie van den I oud-hoogleeraar is uitgedijd. Na schrijvers I emeritaat heeft hij twee en een half jaar j zijn leven er aan mogen wijden, zooals I hij zelf mededeelt. I Waar een onzer beste historici zoo'n I tosfbaar deel van de hem restende levens- I jaren geofferd heeft aan een van Vlissin- «ens grootste zonen, een werk tot stand heeft gebracht, zooals sinds 1687, toen het beroemde foliowerk van Gerard Brandt uit kwam, niet meer over onzen admiraal ver schenen is, lijkt het mij niet meer dan plicht, den aard van dit werk juist aan de Vlissin- gers van deze dagen nader bekend te maken. En juist omdat dit mij plicht toescheen, heb I ik mij vóór dit bijzondere geval niet laten weerhouden door mijn aarzeling iets te pu- bliceeren wat in drukvorm gemeengoed van alien is geworden, 't Is immers niet oor- geen usance althans, bronnenstudie van anderen nog eens te publiceeren. Indien men niets nieuws weet te brengen, doet men beter te zwijgen, doch hier staat de kwestie eenigszins anders. Dit groote en tevens kostbare werk, verlucht als het is met hon derd reproduction naar oude kaartenpor tretten, schilderijen, teekeningen, gravuren gedenkpenningen, kan onmogelijk ge- meen goed worden van de meeste lezers I van dit blad, maar bovenal het verschijnen van dit werk is voor Vlissingen speciaal een I monumentaal feit zooals sinds bijna 2% I eeuw niet meer is voorgekomen. En daar komt nog dit bij, dat uitvoerig het leven en bedrijf van De Ruyter is nagegaan in zijn Vlissingschen tijd, d.w.z. den tijd van 1607 1655, toen hij in het voorjaar naar Amster dam vertrok en zijn internationale ver maardheid begon. Verreweg het grootste gedeelte van zijn leven heeft hij hier door gebracht „in een snel en krachtig opbloeien de omgeving, temidden van een roerige, on dernemende, welvarende bevolking, die alles van de zee verwachtte. Hier heeft hij dus geleefd tot ver over de helft zijner jaren, van den aanvang af vertrouwd met alles wat op de zee betrekking had, in een ha venplaats immers, waar het Zeeuwsche zee mansleven zich in zijn stoeren, zeventiende- eeuwschen vorm glorierijk ontwikkelde en tal van onze beste zeelieden opleverde, vol durf en met bijzondere geschiktheid voor de taak, die de gansche bevolking der stad het naast aan het hart lag, haaf denken en gevoelen van den morgen tot den avond in beslag nam." 't Is dan ook mijn bedoeling, juist voor de lezers van dit blad mij in hoofdzaak te be palen tot het weergeven van wat De Ruyter, 'oen hij hier woonde, gedaan heeft, omdat dit leven een spiegelbeeld zal geven van de Vlissingsche zeevarende bevolking in het tweede kwart der 17e eeuw. Alvorens echter hiertoe in de volgende artikelen over te gaan, wil ik iets naders mededeelen over het ontstaan van dit standaardwerk, waaruit tevens zal blijken, welk een ontzaglijke arbeid is moeten worden verricht, ook vóór de hoogleeraar "og met zijn werk aanving en tevens waar- om het toch wel zeer wenschelijk was, dat ondanks de zeer uitvoerige uitgave van den I'jdgenoot Brandt, een werk van recenten datum verscheep. Reeds in 1907 heeft de Commissie voor »et De Ruyter Fonds definitief het besluit genomen tot de uitgave eener nieuwe levens- TOrjjving van De Ruyter. Het 3 October 1907 opgerichte Fonds is voortgekomen uit de werkzaamheden der Historische Com missie voor de De Ruyter herdenking(1906). Aan Dr. H. T. Colenbrander werd door de genoemde Historische Commissie gevraagd een wetenschappelijke levensbeschrijving samen te stellen, die op waardige wijze het joor zijn tijd' voortreffelijke boek van Brandt kon vervangen, terwijl aan luitenant ter zee le klasse H. E. baron van Asbeck de taak ten deel zou vallen om dezen ge schiedkundige „bij te staan" ten opzichte :an. de „strategie, de scheeps- en ge- echts-techniek" in de geleverde zeeslagen, 2oo mogelijk, een „technisch-miiitaire anvulling" te geven, ten einde ook in deze icntmg aan de eischen van onzen tijd te oidoen. De heeren zetten zich weldra aan et werk de eerste aan het verzamelen an bouwstoffen voor de eigenlijke 'ievens- eschrijving, zoowel in het Algemeen Rijks- hp? 'n Haag, waar zich sedert 1896 et door de nakomelingen zorgvuldig be erde archief van De Ruyter en de'over- hJi 'en der oude Admiraliteits-Archieven enevens die der Staten-Generaal enz. be- J! n' a'? in andere binnen- en buitenland- ne archieven en bibliotheken. Mgr. A. J. Callier, Bisschop van Haarlem, die in den ouderdom van 79 jaar is overleden. Z. D. H. op zijn sterfbed. Dit zeer omvangrijke onderzoek, door den heer Colenbrander persoonlijk achtereenvol gens ook te Londen, Oxford, Cambridge, Pa rijs, Stockholm, Upsala, Kopenhagen en Lu- beck ingesteld, had tot resultaat de opspo ring van een groot aantal weinig of niet be kende documenten. Zij werden door den ver zamelaar in 1919 uitgegeven in twee deelen der Kleine Serie van de Rijks Geschiedkun dige Publicatiën onder den titel Bescheiden uit vreemde archieven omtrent de groote Ne- derlandsche Zeeoorlogen (16521676) De heer van Asbeck heeft tot zijn overlijden (1922), ondanks zijn oogziekte, die op het laatst tot zoo goed als algeheele blindheid verergerde, en ondanks den grooten oorlog, met behulp van zijn broeder een omvangrijk bronnenmateriaal verzameld en zelfs groo- tendeels verwerkt tot een lijvig manuscript, waarin de verschillende militaire zeetochten en zeeslagen uit een militair-technisch oog punt uitvoerig werden behandeld. Toen de heer Colenbrander in 1918 hoogleeraar in de koloniale geschiedenis te Leiden werd, ver hinderden zijn drukke werkzaamheden hem de veelomvattende taak te verrichten. Ten slotte stelde de heer P. J. Blok na diens af treden als hoogleeraar (Juni 1925) hem voor, zijn taak over te nemen. En, zooals men ziet, het resultaat van zijn arbeid ligt voor me en is aan de Archiefbibliotheek geschonken door den schrijver, uit erken telijkheid voor de zeer geringe diensten, die ik met behulp van het Archief aan hem kon verleenen. Het hoogst belangrijke van zijn werk ligt hierin, dat de schrijver heeft kunnen raad plegen behalve de gegevens uit de reeds genoemde buitenlandsche archieven, de aan merkelijke aanwinst van het Rijksarchief in 1896 door aankoop van de hrchieven van Michiel Adriaansz. en zijn zoon Engel, be nevens van stukken uit dat van zijnvschoon- zoon kapitein Jan de Witte, zijn secretaris Joris Andringa, enz., die tot dien tijd door zijn nakomelingen zorgvuldig waren be waard.. In die 248 nummers bezit het Alge meen Rijksarchief een reeks van kostbare gegevens, die in uitstekenden toestand tot ons zijn gekomen. Daaronder bevinden zich niet minder dan 30 door De Ruyter dage lijks op zijn schip bijgehouden journalen en een aantal deelen met copieën, door zijn se cretarissen geschreven, van zijn in- en uit gaande brieven, notulen van de door hem bijgewoonde krijgsraden ter zee, orders, in- structiën, commissiën, allerlei stukken van persoonlijken aard, aanteekeningen van hem zeiven en van zijn familieleden, door hem met die familieleden gewisselde brieven, enz. Bovendien zijn er in verschillende verzame lingen in het bezit van Rijk, provinciën, ge meenten en particuliere lichamen of perso nen een aantal losse brieven van en aan hem. Daarbij komen nog talrijke berichten in stukken van officieelen of officieuzen aard betreffende hem en zijn verrichtingen, in de archieven van de Staten-Generaal, van de Staten van Holland en Zeeland, van die der overige gewesten, den Raad van State en de Admiraliteiten, al zijn deze laatste ten gevolge van den noodlottigen brand van het Ministerie van Marine (Januari J844) voor een groot deel zeer onvolledig geworden, voor een deel ernstig beschadigd. Dit wat het archief-materiaal betreft. In de gedrukte bronnen zijn natuurlijk ook zeer belangrijke gegevens, in de eerste plaats in het reeds genoemde boek van Gerard Brandt. Nu meene men niet, dat Gerard Brandt niets van het genoemde Ar chiefmateriaal gebruikt heeft, hij heeft in derdaad na den dood van den admiraal een aanzienlijk deel van diens nagelaten papie ren mogen gebruiken, maar uit den aard der zaak zijn de buitenlandsche archieven door hem niet kunnen geraadpleegd worden. De andere tallooze gedrukte stukken som ik Hier niet op, want „behalve over Prins Wil lem I is waarschijnlijk over geen Nederlan der in binnen- en buitenland zooveel ge schreven als over dezen zeeheld." De schrijver getuigt, dat het werk voor hem „langen tijd een bron van groot intel lectueel genot is geweest. Met geestdrift heb ik gewerkt aan het bonk, dat, naar ik l) 's-i Gravenhage, April 1928. 2) Dit werk is ook aanwezig in de Ar chiefbibliotheek als alle uitgaven van Rijks Geschiedk. Publicatiën, die periodiek ver schijnen en door ons ten geschenke worden ontvangen. hoop, den grooten zeeheld niet onwaar dig is. De Ruyter was, het zij hier met nadruk gezegd, niet slechts een onvergelijkelijk oorlogsman, die nooit streed om het proble matieke genot van het strijden, maar alleen om het „lieve Vaderland", zooals hij placht te zeggen, te dienen, het ter zee te verdedi gen tegen hen, die het belaagden en zijn bloei trachtten te vernietigen altijd met het herhaaldelijk door hem uitgesproken doel om de belagers van zijn land te dwingen tot den vrede, dien hij als het hoogste goed, als het éénige doel van den oorlog be schouwde. Daarbij muntte hij uit, boven alle andere groote zeelieden van zijn tijd, door zijn zorgvuldige voorbereiding, zijn beleid en voorzichtigheid, nooit zijn mannen en zijn schepen onnoodig blootstellend aan geva ren, vriend en vijand telkens weer verras send door onverwachte manoeuvres, door wèl overlegde wijzigingen in zijn taktiek en strategie, tevens nooit verloochenend zijn zeemanseenvoud, zijn vrome gezindheid, zijn hoog ontwikkeld plichtgevoel. Zijn levensbeschrijving, niet zoozeer de beschrijving der gehouden zeeslagen en der ondernomen tochten in het algemeen scherp op den voorgrond stellend, heb ik, waar diet pas gaf, tevens de gelegenheid waargeno men om licht te doen vallen op de ontwik keling van het Nederlandsche zeewezen in zijn tijd, op den toestand van den handel in de Middellandsche Zee, West-Afrika, Bra zilië en West-lndië, waar hij als zeevaarder optrad, op dien van den zeeroof der Bar- baryssche Staten en de. Kaapvaart in het algemeen, waartegenover hij den door de Staten gestelden regel vrij schip, vrij goed, naar vermogen heeft verdedigd, als een trouw dienaar de hem verstrekte instructies stipt opvolgend. Zoo is deze levensbeschrij ving, geloof ik, tevens van belang geworden voor de geschiedenis van onzen handel en ons zeewezen in het algemeen." Mijne bedoeling in de' volgende artikelen zal zijn in hoofdzaak, zooals ik in het kort al aangaf, te schetsen hoe De Ruyter als Vlissingsch burger leefde en den kost ver diende vergeef de gemeenzame uitdruk king. Zijn leven hier temidden zijner stad- genooten geeft tevens een kijk op het sociale leven onzer vaderen in deze goede stad. Men verwachte dus niet een histoire de batailles of brallende oorlogsfanfares mijn streven zal zijn vooral dat te geven, wat men niet in ieder geschiedboek kan naslaan. Het spreekt intusschen vanzelf, dat het af en toe niet te vermijden zal zijn, geschiede nisfeiten te memoreeren, daar onze held be hoorde tot degenen, die geschiedenis maak ten. Merkwaardig is echter ook weer bij hem, dat hij eerst na zijn 45e jaar zich ten volle ontplooide. Vóór dien tijd was hij een gewoon Vlissingsch zeeman zooals er in die dagen zoovelen waren, al behoorde hij tot diegenen die boven de middelmaat uitstaken. Daarover in een volgend artikel. H. G. VAN GROL. Archivaris. De verjaardag van Prinses Juliana. Ter gelegenheid van den verjaardag van de Prinses had de geheele residentie giste ren een feestelijk aanzien. Van-den stads toren, van alle rijks-, gemeente- en verde re openbare gebouwen wapperde de Ne derlandsche driekleur, terwijl! de gezant schapsgebouwen eveneens de vlaggen ont plooid hadidlen. Ook van particuliere zijde werd druk gevlagd, vooral in de binnen stad. Verder leverde de gebruikelijke pa- voiseering aan de beugels van de tramwa gens een fleurigen indruk op, terwijl int het Lange Voorhout de traditioneele feestver lichting was aangebracht. Op de ten Paleize liggende felicitatie- reisters werd in den loop van den dag door de verschillende autoriteiten druk getee- kend. Vanwege het Haagsche comité voor Volksfeesten werd er des middags in den Dierentuin een kindervoorstelling gegeven, terwijl in het Voorhout een concert werd gegeven. Tenslotte had ito den tuin vani het Paleis aan het Noordeinde een défilé voor de Prinses plaats door den Kinder-Oranje- bond, welke stoet door de stad trok onder de woohj'ke tonen vain het muziekcorps „Klein maar Dapper". De dag werd besloten met een groot vuurwerk op het Malieveld, dat opgeluis terd' werd door muziek. Uit Brussel meldt men aan dé „N.R.Ct," Zaterdag is die verjaardag van de Prin ses door onze kolonie in, het Holland-Huis reeds gevierd, waar voor een overvolle zaal (aanwezig waren een paar duizend belangstellenden, onder wie ook de gezant jhr. mr. Van Nispen tot Sevenaer, en de gezantschapssecretaris, ridder Huyssen van Kattendycke) de folkloristische zomerfilm met groot succes vertoond werd. De heer Van de Ven lichtte de film toe en prof. Röntgen zorgde voor de passende muzikale illustratie. Aan de groote zaali was door een versiering met tulpen en narcissen, wélke later aan de dames werden geschon ken, een feestelijk en echt Hollandsch aan zien gegeven. Na een pauze verschenen op het doek foto's van Prinses Juliana, welke met luid gejuich werden begroet, waarna spontaan alle aanwezigen het Wilhelmus zongen. Ook de vertooning van eenige gebeurtenis sen uit het leven der Prinses vielen zeer in den smaak. Het feest werd1 besloten met een zeer geanimeerde danspartij, welke tot vroeg in den ochtend honderden Nederlan ders uit Brussel en omstreken gezellig bij elkaar hield. verplichting thans geen gelden beschikbaar zijn. Daarom verzoeken adressanten drin gend, het voorstel van wet tot wijziging van de artikelen I en II der wet van 30 Juni 1924 enz. aan te nemen. Ruimere toekenning van ouderdomsrente Bij de behandeling van de begrooting van arbeid in de Eerste Kamer heeft minis ter Slotemaker de Bruine verklaard, dat hij zal pogen de invaliditeits- era ouderdoms wetten beter aan haar doel te doen beant woorden. In verband hiermede verneemt de parle mentaire redacteur van „dé Tel.", dat een wetsontwerp in voorbereiding is tot aan vulling van de invaliditeitswet, waardoor o.m. zal worden voorgesteld de mogelijk heid' te verruimen tot het verkrijgen van ouderdomsrente. Nederland en België. In een blijkbaar geïnspireerd artikel over het Nederlandsch-Belgische vraagstuk schrijft de „Soir" De bladen meenen uit de dezer dagen in de Nederlandsche Eerste Kamer gesproken woorden te mogen aflei den dat de Belgische en de Nederlandsche regeeringen de besprekingen over een rege ling der moeilijkheden hebben hervat. Dit is geenszins het geval, en de wijze, waarop de quaestie aan het Nederlandsche parle ment is voorgelegd, toont ten duidelijkste dat d'e vertraging niet aan de Belgische re geering te wijten is. Jhr. Beelaerts, die zich tot dé echo maakte van de woorden van prof. Anema, zeidie dat het onbetwistbaar is, dat het initiatief tot nieuwe onderhan delingen in Den Haag dient te worden ge nomen. Indien dit aldus het blad de openlijk verkondigde' voornemens der Nederland sche regeering zijn, is er geen- tijd te ver liezen. De door den heer Beelaerts van Blokland) gestelde termijn (vóór de Neder landsche verkiezingen van 1929) is feitelijk kort, en indien de Nederlandsche minister werkelijk binnen den door hem zelf ge stelden termijn een beslissing wil krijgen, is het duidelijk dat zijn voorstellen niet langer op zich kunnen laten wachten. Een politiek van óp de l'anige baan schuiven zou nood- lottiger wijs tot grooter moeilijkheden lei den. Leerplichtwet. De besturen van het R.-K. Werklieden verbond in Nederland, den Ned. R.-K. Bond voor Groote Gezinnen, der Canisius-Fede- ratie en der St. Willebrordus-Federatie (Fe deratie van Alg. Dioc. Vereen, vai* R.-K. Bijzondere Onderwijzers in Nederland) heb ben aan de Eerste Kamer een adres gezon den naar aanleiding van het ontwerp van wet tot wijziging van de Leerplichtwet enz., zoomede van het voorstel van wet van den heer Zijlstra, tot wijziging van de Lager Onderwijswet 1920. Beide wetsontwerpen, zeggen adressanten, beoogen een verbetering van het lager on derwijs, speciaal voor het volkskind, wijl eenerzijds door verlenging van den leer plichtigen leeftijd de aansluiting tusschen Arbeidswet en Leerplichtwet belangrijk wordt bevorderd en de mogelijkheid wordt geschapen, dat het ontwikkelingspeil der Nederlandsche jeugd aanzienlijk wordt ver hoogd, terwijl andei^ijds de kleine scholen in niet geringe mate gebaat zullen zijn door verlaging der leerlingen-schalen voor deze scholen. De werkingsfeer van het regeeringsont- werp evenwel strekt zich over een belang rijk grooter aantal kinderen uit dan zulks met het initiatief-voorstel van den heer Zijl stra het geval is. De minister van onder wijs, kunsten en wetenschappen heeft bo vendien verklaard dat voor het tegelijk in voeren van herstel der-leerlingenschalen van 1923 en invoering van de zevenjarige leer- De reis van de „Schuttevaer". De Nederlandsche onzinkbare reddings boot „Schuttevaer', die eenige weken gele den uiifc Margate vertrokken was, om te trachten Plymouth te bereiken^ alvorens den Atlantischen Oceaan over te steken, is thans wederom te Margate teruggekeerd, na een anker te hebben verforen!. De „Schuttevaer" lijgt thans in de haven te Margate em wacht op herstel van het an ker, dat van een speciaal bij de boot be- hoorend tyipe is. Het verloren anker, dat, naar gemeld wordt, uit zee is opgedregd, wordt spoedig te Margate verwajcht, waarna de reis kan worden voortgezet. Een Nederlandsch stoomschip vergaan. Het Nederlandsche stoomschip „Callisto" is ter hoogte van Louisburg(Nieuw-Schot- landi) in eeni dichten mist aan den grond geloopen. Het stoomschip „Monteailm" van cfe kustwacht is ter assistentie vertrokken. Nader meldt een Reuter-telegTam dat het kustwachtvaartuig de „Callisto" niet heeft kunnen vinden. Wel zag men bij het eiland Scatari ten ZO. van Kaap Breton een wrak op de kust. Lloyds meldt verder dat wrakstukken zouden zijn aangespoeld. De „Callisto" is een schip, groot 4311 bruto register tons, toebehoorend' aan de Maatschappij „Zeevaart" te Rotterdam. De bemanning bestaat uit 31 koppen. Reuter meldt nog dat het lijk van een lid der bemanning zou zijn aangespoeld. Volgens een bij dé maatschappij ontvan gen bericht zijn alle opvarenden waar schijnlijk omgekomen. Het waren bijna al len Nederlandérs. (Zie verder Draad en Lucht) Scheepvaartbeweging. Gedurende April 1928 kwamen den Nieu wen Waterweg binnen 1242 schepen, met. 2.011.158 netto reg. ton, waarvan 7 zee lichters met. 5242 netto reg. ton. Voor Rotterdam waren hieivan bestemd 1013 schepen, met. 1.692.207 netto reg. ton. In April 1927 kwamen den Nieuwen Wa terweg binnen 1270 schepen, metende 2.100.037 netto reg. ton, waarvan: 6 zee lichters, met. 3482 netto reg. ton. Voor Rotterdam waren hiervan bestemd 1049 schepen, met. 1.705.485 netto reg. ton. Sedert 1 Januari zijn aangekomen Schepen N. R. T. N. Waterweg 1928 4936 8.040.971 1927 5249 9.097.035 Rotterdam 1928 4075 6.793.492 1927 4400' 6.985.335 Het Lentenummer van de Kampioen. „De Kampioen" heeft een lentenummer uitgegeven, welk nummer een mooie pro paganda maakt voor het toerisme. Er werd met opzet geen 'Kerstnummer uitgegeven, omdat „ide Kampioen" liever liet voorjaar verbeidt, omdat in de lente het buiten aanvangt te leven. En de toerist ver langt naar buiten, waar het ook voor hem hernieuwd, leven is. Het lentenummer is mooi geïllustreerd en bevat vele artikelen op het toerisme be trekking hebbende. VLISSINGEN, 1 MEI. Het 25-jarig bestaan van de Zeevaartschool. De feestelijkheden ter herdenking van het 25-jarig bestaan van die Zeevaartschool werden hedenmorgen (geopend door het houden van verschillende sportfeesten. Voorafgegaan door de Postfanfare mar cheerden de leeraren en leerlingen naar het Eiland, alwaar de vreedzame strijd dadelijk een aanvang nam. Alvorens de stoet van de De Ruyterschoof vertrok werd een auba de gebracht aan den directeur der school, den heen S, Visser. Hedenmiddag werden in het gebouw dei- school de directeur en leeraren door de leerlingen gehuldigd, waar het woord' ge voerd werd-door den heer Bartstra, die de twee jubilarissen, de heeren Visser en Roos, in het bijzonder toesprak,, welke toe spraak door de jubilarissen werd) beant woord. De eigenlijke feestelijke herdenking be gint eerst hedenmiddag, zoodat wij het ver slag daarvan in het4 volgend nummer zullen opnemen. De actie aan „de Schelde". Gisterenavond is in het Concertgebouw een buitengewoon goed bezochte perso neelsvergadering gehouden door de sa-- menwerkende metaalbewerkersbonden. Toegelicht werden de voorstellen aan de directie gedaan, en besproken de argumen ten welke steeds door de directie van „de Schelde" daartegenover worden gesteld. Mededeeling werd' gedaan dat momen teel ongeveer 1400 man georganiseerd zijn, waarvan 800 in den Alg. Bond', 400 in den Christ. Bond, 100 in den R. K. Bond en 100 in de Synd. Federatie.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1928 | | pagina 1