!YS
DINSDAG S MEI
IeëRSTE blad
i der
skomt
tale Muziek 1 jy|;chiel Adriaansz. de Ruyter
IEI 1928
^BINNENLAND
Stads» en Provincienieuws
LNo. 103
JliBustvfg-aiig
192®
pLEY'S P.K.
verrassing.
lebruikt het
>r zijn werk
het rooken.
I hij er toch
#an denken
gde kinderen
f.auwgom it
Een ge-
die den eet-
pijsvertering
iOM
1/LISSiNCSCKE COURANT
pit nummer bestaat uit 2 bladen.
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
ƒ2.20 per drie maanden. Franco
I u>r het geheele rijk 2.50. Week-abon-
I jeinenten 17 cent, alles bij vooruitbeta-
I f«g-
ADVERTENTIE-PRIJS
Yan i_5 regels 1.25, voor iederen
I „«el meer 25 centbij abonnement spe-
I n!e prijzen. Reclames 50 cent per regel
I Kleine Advertenties betreffende Huur en
I Verbuur. Koop en Verkoop, Dienstaanbie-
Ii.jen en Dienstaanvragen, enz. prijs bij
I «'uitbetaling van 15 regels ƒ0.75, voor
liederen regel meer 15 cent.
door Prof. Dr. P. j. BLOK
eeniging -
Middelburg
fEREENIGINGj
des avonds 8 uur.
Franz Schubertl
Jos. Hayin\
bleidine.
IR
Ide/sso/m BartholdA
lamille Saint Sfl®|
pleiding.
Niels W. Gadt
pr en Orkest.
Den Haag.l
Middelburg,!
|30 uur. Toeganke-|
grepen.
net inbegrip van!
Stedelijke belasting]
bnds aan het Bureau.
loting)
O
[10—10.30 uur v.ir
11 12 uur v.K
VKELHUIS
letten stand. Brieven 1
lbureau „Vliss. Crt."|
I vraagt voor uitbrei-|
aak 3 a 4 mille. 1'
Impagnon gevest
lend met galanferièn|
It aanbeveling,
ltters S. H., bureau
[int".
[uiSHOUDSTER
Jie huishouding ge- L
Ind voor de huishou-l
[meisje aanwezig, -f
/oiledige inlichtingen,]
letters S. K„ bureau
int".
I KOOP
ibruikte, in
MOTORRIJWIELEN I
van 75 tot 400 gl».
!DEN, „Harley-HuiS
1.
Dagdienstbode
et beneden de 17
evr. VAN DE VELDE,
t 44, boven.
ïes vragen voor lluibl
uur-, Stopwerk, enz.I
ejuffrouw SMID, Ka-|
(boven).
delburgsche
spij v. Stoomvaaril
Aiddelburg-Rotterdam
ngelegen
VAN PASSAGIERS)
EREN EN VEE, I
v.Midd. v. R
Mei v.m.uurv.m.®'!
3
4
7
8
10
8
8
n
latlên te bekomen:
■N. V. Transport- c8|
Erven O. VOS, Te"10 I
B. EENHOORN, Jel'ff' f
OOSTERHOUT, Te^j
ebr>. BUITENHEK,
I.
juist in het laatst van April is bovenge
noemd werk uitgekomen, welks verschijnen
I voor de ingewijden de laatste jaren geen
I geheim was. Toch was het een vreugdevolle
I verrassing te zien, tot welk een volumineus
I boek in folio formaat deze studie van den
I oud-hoogleeraar is uitgedijd. Na schrijvers
I emeritaat heeft hij twee en een half jaar
j zijn leven er aan mogen wijden, zooals
I hij zelf mededeelt.
I Waar een onzer beste historici zoo'n
I tosfbaar deel van de hem restende levens-
I jaren geofferd heeft aan een van Vlissin-
«ens grootste zonen, een werk tot stand
heeft gebracht, zooals sinds 1687, toen het
beroemde foliowerk van Gerard Brandt uit
kwam, niet meer over onzen admiraal ver
schenen is, lijkt het mij niet meer dan plicht,
den aard van dit werk juist aan de Vlissin-
gers van deze dagen nader bekend te maken.
En juist omdat dit mij plicht toescheen, heb
I ik mij vóór dit bijzondere geval niet laten
weerhouden door mijn aarzeling iets te pu-
bliceeren wat in drukvorm gemeengoed van
alien is geworden, 't Is immers niet oor-
geen usance althans, bronnenstudie
van anderen nog eens te publiceeren. Indien
men niets nieuws weet te brengen, doet men
beter te zwijgen, doch hier staat de kwestie
eenigszins anders. Dit groote en tevens
kostbare werk, verlucht als het is met hon
derd reproduction naar oude kaartenpor
tretten, schilderijen, teekeningen, gravuren
gedenkpenningen, kan onmogelijk ge-
meen goed worden van de meeste lezers
I van dit blad, maar bovenal het verschijnen
van dit werk is voor Vlissingen speciaal een
I monumentaal feit zooals sinds bijna 2%
I eeuw niet meer is voorgekomen. En daar
komt nog dit bij, dat uitvoerig het leven en
bedrijf van De Ruyter is nagegaan in zijn
Vlissingschen tijd, d.w.z. den tijd van 1607
1655, toen hij in het voorjaar naar Amster
dam vertrok en zijn internationale ver
maardheid begon. Verreweg het grootste
gedeelte van zijn leven heeft hij hier door
gebracht „in een snel en krachtig opbloeien
de omgeving, temidden van een roerige, on
dernemende, welvarende bevolking, die alles
van de zee verwachtte. Hier heeft hij dus
geleefd tot ver over de helft zijner jaren,
van den aanvang af vertrouwd met alles
wat op de zee betrekking had, in een ha
venplaats immers, waar het Zeeuwsche zee
mansleven zich in zijn stoeren, zeventiende-
eeuwschen vorm glorierijk ontwikkelde en
tal van onze beste zeelieden opleverde, vol
durf en met bijzondere geschiktheid voor de
taak, die de gansche bevolking der stad
het naast aan het hart lag, haaf denken en
gevoelen van den morgen tot den avond in
beslag nam."
't Is dan ook mijn bedoeling, juist voor de
lezers van dit blad mij in hoofdzaak te be
palen tot het weergeven van wat De Ruyter,
'oen hij hier woonde, gedaan heeft, omdat
dit leven een spiegelbeeld zal geven van de
Vlissingsche zeevarende bevolking in het
tweede kwart der 17e eeuw.
Alvorens echter hiertoe in de volgende
artikelen over te gaan, wil ik iets naders
mededeelen over het ontstaan van dit
standaardwerk, waaruit tevens zal blijken,
welk een ontzaglijke arbeid is moeten
worden verricht, ook vóór de hoogleeraar
"og met zijn werk aanving en tevens waar-
om het toch wel zeer wenschelijk was, dat
ondanks de zeer uitvoerige uitgave van den
I'jdgenoot Brandt, een werk van recenten
datum verscheep.
Reeds in 1907 heeft de Commissie voor
»et De Ruyter Fonds definitief het besluit
genomen tot de uitgave eener nieuwe levens-
TOrjjving van De Ruyter. Het 3 October
1907 opgerichte Fonds is voortgekomen uit
de werkzaamheden der Historische Com
missie voor de De Ruyter herdenking(1906).
Aan Dr. H. T. Colenbrander werd door de
genoemde Historische Commissie gevraagd
een wetenschappelijke levensbeschrijving
samen te stellen, die op waardige wijze het
joor zijn tijd' voortreffelijke boek van
Brandt kon vervangen, terwijl aan luitenant
ter zee le klasse H. E. baron van Asbeck
de taak ten deel zou vallen om dezen ge
schiedkundige „bij te staan" ten opzichte
:an. de „strategie, de scheeps- en ge-
echts-techniek" in de geleverde zeeslagen,
2oo mogelijk, een „technisch-miiitaire
anvulling" te geven, ten einde ook in deze
icntmg aan de eischen van onzen tijd te
oidoen. De heeren zetten zich weldra aan
et werk de eerste aan het verzamelen
an bouwstoffen voor de eigenlijke 'ievens-
eschrijving, zoowel in het Algemeen Rijks-
hp? 'n Haag, waar zich sedert 1896
et door de nakomelingen zorgvuldig be
erde archief van De Ruyter en de'over-
hJi 'en der oude Admiraliteits-Archieven
enevens die der Staten-Generaal enz. be-
J! n' a'? in andere binnen- en buitenland-
ne archieven en bibliotheken.
Mgr. A. J. Callier, Bisschop van Haarlem, die in den ouderdom van 79 jaar is overleden. Z. D. H. op zijn sterfbed.
Dit zeer omvangrijke onderzoek, door den
heer Colenbrander persoonlijk achtereenvol
gens ook te Londen, Oxford, Cambridge, Pa
rijs, Stockholm, Upsala, Kopenhagen en Lu-
beck ingesteld, had tot resultaat de opspo
ring van een groot aantal weinig of niet be
kende documenten. Zij werden door den ver
zamelaar in 1919 uitgegeven in twee deelen
der Kleine Serie van de Rijks Geschiedkun
dige Publicatiën onder den titel Bescheiden
uit vreemde archieven omtrent de groote Ne-
derlandsche Zeeoorlogen (16521676)
De heer van Asbeck heeft tot zijn overlijden
(1922), ondanks zijn oogziekte, die op het
laatst tot zoo goed als algeheele blindheid
verergerde, en ondanks den grooten oorlog,
met behulp van zijn broeder een omvangrijk
bronnenmateriaal verzameld en zelfs groo-
tendeels verwerkt tot een lijvig manuscript,
waarin de verschillende militaire zeetochten
en zeeslagen uit een militair-technisch oog
punt uitvoerig werden behandeld. Toen de
heer Colenbrander in 1918 hoogleeraar in de
koloniale geschiedenis te Leiden werd, ver
hinderden zijn drukke werkzaamheden hem
de veelomvattende taak te verrichten. Ten
slotte stelde de heer P. J. Blok na diens af
treden als hoogleeraar (Juni 1925) hem
voor, zijn taak over te nemen. En, zooals
men ziet, het resultaat van zijn arbeid ligt
voor me en is aan de Archiefbibliotheek
geschonken door den schrijver, uit erken
telijkheid voor de zeer geringe diensten, die
ik met behulp van het Archief aan hem kon
verleenen.
Het hoogst belangrijke van zijn werk ligt
hierin, dat de schrijver heeft kunnen raad
plegen behalve de gegevens uit de reeds
genoemde buitenlandsche archieven, de aan
merkelijke aanwinst van het Rijksarchief in
1896 door aankoop van de hrchieven van
Michiel Adriaansz. en zijn zoon Engel, be
nevens van stukken uit dat van zijnvschoon-
zoon kapitein Jan de Witte, zijn secretaris
Joris Andringa, enz., die tot dien tijd door
zijn nakomelingen zorgvuldig waren be
waard.. In die 248 nummers bezit het Alge
meen Rijksarchief een reeks van kostbare
gegevens, die in uitstekenden toestand tot
ons zijn gekomen. Daaronder bevinden zich
niet minder dan 30 door De Ruyter dage
lijks op zijn schip bijgehouden journalen en
een aantal deelen met copieën, door zijn se
cretarissen geschreven, van zijn in- en uit
gaande brieven, notulen van de door hem
bijgewoonde krijgsraden ter zee, orders, in-
structiën, commissiën, allerlei stukken van
persoonlijken aard, aanteekeningen van hem
zeiven en van zijn familieleden, door hem
met die familieleden gewisselde brieven, enz.
Bovendien zijn er in verschillende verzame
lingen in het bezit van Rijk, provinciën, ge
meenten en particuliere lichamen of perso
nen een aantal losse brieven van en aan
hem. Daarbij komen nog talrijke berichten
in stukken van officieelen of officieuzen aard
betreffende hem en zijn verrichtingen, in de
archieven van de Staten-Generaal, van de
Staten van Holland en Zeeland, van die der
overige gewesten, den Raad van State en
de Admiraliteiten, al zijn deze laatste ten
gevolge van den noodlottigen brand van het
Ministerie van Marine (Januari J844) voor
een groot deel zeer onvolledig geworden,
voor een deel ernstig beschadigd. Dit wat
het archief-materiaal betreft.
In de gedrukte bronnen zijn natuurlijk
ook zeer belangrijke gegevens, in de eerste
plaats in het reeds genoemde boek van
Gerard Brandt. Nu meene men niet, dat
Gerard Brandt niets van het genoemde Ar
chiefmateriaal gebruikt heeft, hij heeft in
derdaad na den dood van den admiraal een
aanzienlijk deel van diens nagelaten papie
ren mogen gebruiken, maar uit den aard
der zaak zijn de buitenlandsche archieven
door hem niet kunnen geraadpleegd worden.
De andere tallooze gedrukte stukken som ik
Hier niet op, want „behalve over Prins Wil
lem I is waarschijnlijk over geen Nederlan
der in binnen- en buitenland zooveel ge
schreven als over dezen zeeheld."
De schrijver getuigt, dat het werk voor
hem „langen tijd een bron van groot intel
lectueel genot is geweest. Met geestdrift
heb ik gewerkt aan het bonk, dat, naar ik
l) 's-i
Gravenhage, April 1928.
2) Dit werk is ook aanwezig in de Ar
chiefbibliotheek als alle uitgaven van Rijks
Geschiedk. Publicatiën, die periodiek ver
schijnen en door ons ten geschenke worden
ontvangen.
hoop, den grooten zeeheld niet onwaar
dig is.
De Ruyter was, het zij hier met nadruk
gezegd, niet slechts een onvergelijkelijk
oorlogsman, die nooit streed om het proble
matieke genot van het strijden, maar alleen
om het „lieve Vaderland", zooals hij placht
te zeggen, te dienen, het ter zee te verdedi
gen tegen hen, die het belaagden en zijn
bloei trachtten te vernietigen altijd met het
herhaaldelijk door hem uitgesproken doel
om de belagers van zijn land te dwingen
tot den vrede, dien hij als het hoogste goed,
als het éénige doel van den oorlog be
schouwde. Daarbij muntte hij uit, boven alle
andere groote zeelieden van zijn tijd, door
zijn zorgvuldige voorbereiding, zijn beleid
en voorzichtigheid, nooit zijn mannen en zijn
schepen onnoodig blootstellend aan geva
ren, vriend en vijand telkens weer verras
send door onverwachte manoeuvres, door
wèl overlegde wijzigingen in zijn taktiek en
strategie, tevens nooit verloochenend zijn
zeemanseenvoud, zijn vrome gezindheid, zijn
hoog ontwikkeld plichtgevoel.
Zijn levensbeschrijving, niet zoozeer de
beschrijving der gehouden zeeslagen en der
ondernomen tochten in het algemeen scherp
op den voorgrond stellend, heb ik, waar diet
pas gaf, tevens de gelegenheid waargeno
men om licht te doen vallen op de ontwik
keling van het Nederlandsche zeewezen in
zijn tijd, op den toestand van den handel in
de Middellandsche Zee, West-Afrika, Bra
zilië en West-lndië, waar hij als zeevaarder
optrad, op dien van den zeeroof der Bar-
baryssche Staten en de. Kaapvaart in het
algemeen, waartegenover hij den door de
Staten gestelden regel vrij schip, vrij goed,
naar vermogen heeft verdedigd, als een
trouw dienaar de hem verstrekte instructies
stipt opvolgend. Zoo is deze levensbeschrij
ving, geloof ik, tevens van belang geworden
voor de geschiedenis van onzen handel en
ons zeewezen in het algemeen."
Mijne bedoeling in de' volgende artikelen
zal zijn in hoofdzaak, zooals ik in het kort
al aangaf, te schetsen hoe De Ruyter als
Vlissingsch burger leefde en den kost ver
diende vergeef de gemeenzame uitdruk
king. Zijn leven hier temidden zijner stad-
genooten geeft tevens een kijk op het sociale
leven onzer vaderen in deze goede stad.
Men verwachte dus niet een histoire de
batailles of brallende oorlogsfanfares mijn
streven zal zijn vooral dat te geven, wat
men niet in ieder geschiedboek kan naslaan.
Het spreekt intusschen vanzelf, dat het af
en toe niet te vermijden zal zijn, geschiede
nisfeiten te memoreeren, daar onze held be
hoorde tot degenen, die geschiedenis maak
ten. Merkwaardig is echter ook weer bij
hem, dat hij eerst na zijn 45e jaar zich ten
volle ontplooide. Vóór dien tijd was hij een
gewoon Vlissingsch zeeman zooals er in die
dagen zoovelen waren, al behoorde hij tot
diegenen die boven de middelmaat uitstaken.
Daarover in een volgend artikel.
H. G. VAN GROL.
Archivaris.
De verjaardag van Prinses Juliana.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
de Prinses had de geheele residentie giste
ren een feestelijk aanzien. Van-den stads
toren, van alle rijks-, gemeente- en verde
re openbare gebouwen wapperde de Ne
derlandsche driekleur, terwijl! de gezant
schapsgebouwen eveneens de vlaggen ont
plooid hadidlen. Ook van particuliere zijde
werd druk gevlagd, vooral in de binnen
stad. Verder leverde de gebruikelijke pa-
voiseering aan de beugels van de tramwa
gens een fleurigen indruk op, terwijl int het
Lange Voorhout de traditioneele feestver
lichting was aangebracht.
Op de ten Paleize liggende felicitatie-
reisters werd in den loop van den dag door
de verschillende autoriteiten druk getee-
kend. Vanwege het Haagsche comité voor
Volksfeesten werd er des middags in den
Dierentuin een kindervoorstelling gegeven,
terwijl in het Voorhout een concert werd
gegeven. Tenslotte had ito den tuin vani het
Paleis aan het Noordeinde een défilé voor
de Prinses plaats door den Kinder-Oranje-
bond, welke stoet door de stad trok onder
de woohj'ke tonen vain het muziekcorps
„Klein maar Dapper".
De dag werd besloten met een groot
vuurwerk op het Malieveld, dat opgeluis
terd' werd door muziek.
Uit Brussel meldt men aan dé „N.R.Ct,"
Zaterdag is die verjaardag van de Prin
ses door onze kolonie in, het Holland-Huis
reeds gevierd, waar voor een overvolle
zaal (aanwezig waren een paar duizend
belangstellenden, onder wie ook de gezant
jhr. mr. Van Nispen tot Sevenaer, en de
gezantschapssecretaris, ridder Huyssen van
Kattendycke) de folkloristische zomerfilm
met groot succes vertoond werd. De heer
Van de Ven lichtte de film toe en prof.
Röntgen zorgde voor de passende muzikale
illustratie. Aan de groote zaali was door
een versiering met tulpen en narcissen,
wélke later aan de dames werden geschon
ken, een feestelijk en echt Hollandsch aan
zien gegeven.
Na een pauze verschenen op het doek
foto's van Prinses Juliana, welke met luid
gejuich werden begroet, waarna spontaan
alle aanwezigen het Wilhelmus zongen.
Ook de vertooning van eenige gebeurtenis
sen uit het leven der Prinses vielen zeer in
den smaak. Het feest werd1 besloten met
een zeer geanimeerde danspartij, welke tot
vroeg in den ochtend honderden Nederlan
ders uit Brussel en omstreken gezellig bij
elkaar hield.
verplichting thans geen gelden beschikbaar
zijn. Daarom verzoeken adressanten drin
gend, het voorstel van wet tot wijziging van
de artikelen I en II der wet van 30 Juni
1924 enz. aan te nemen.
Ruimere toekenning van ouderdomsrente
Bij de behandeling van de begrooting
van arbeid in de Eerste Kamer heeft minis
ter Slotemaker de Bruine verklaard, dat hij
zal pogen de invaliditeits- era ouderdoms
wetten beter aan haar doel te doen beant
woorden.
In verband hiermede verneemt de parle
mentaire redacteur van „dé Tel.", dat een
wetsontwerp in voorbereiding is tot aan
vulling van de invaliditeitswet, waardoor
o.m. zal worden voorgesteld de mogelijk
heid' te verruimen tot het verkrijgen van
ouderdomsrente.
Nederland en België.
In een blijkbaar geïnspireerd artikel over
het Nederlandsch-Belgische vraagstuk
schrijft de „Soir" De bladen meenen uit
de dezer dagen in de Nederlandsche Eerste
Kamer gesproken woorden te mogen aflei
den dat de Belgische en de Nederlandsche
regeeringen de besprekingen over een rege
ling der moeilijkheden hebben hervat. Dit
is geenszins het geval, en de wijze, waarop
de quaestie aan het Nederlandsche parle
ment is voorgelegd, toont ten duidelijkste
dat d'e vertraging niet aan de Belgische re
geering te wijten is. Jhr. Beelaerts, die zich
tot dé echo maakte van de woorden van
prof. Anema, zeidie dat het onbetwistbaar
is, dat het initiatief tot nieuwe onderhan
delingen in Den Haag dient te worden ge
nomen.
Indien dit aldus het blad de openlijk
verkondigde' voornemens der Nederland
sche regeering zijn, is er geen- tijd te ver
liezen. De door den heer Beelaerts van
Blokland) gestelde termijn (vóór de Neder
landsche verkiezingen van 1929) is feitelijk
kort, en indien de Nederlandsche minister
werkelijk binnen den door hem zelf ge
stelden termijn een beslissing wil krijgen, is
het duidelijk dat zijn voorstellen niet langer
op zich kunnen laten wachten. Een politiek
van óp de l'anige baan schuiven zou nood-
lottiger wijs tot grooter moeilijkheden lei
den.
Leerplichtwet.
De besturen van het R.-K. Werklieden
verbond in Nederland, den Ned. R.-K. Bond
voor Groote Gezinnen, der Canisius-Fede-
ratie en der St. Willebrordus-Federatie (Fe
deratie van Alg. Dioc. Vereen, vai* R.-K.
Bijzondere Onderwijzers in Nederland) heb
ben aan de Eerste Kamer een adres gezon
den naar aanleiding van het ontwerp van
wet tot wijziging van de Leerplichtwet enz.,
zoomede van het voorstel van wet van den
heer Zijlstra, tot wijziging van de Lager
Onderwijswet 1920.
Beide wetsontwerpen, zeggen adressanten,
beoogen een verbetering van het lager on
derwijs, speciaal voor het volkskind, wijl
eenerzijds door verlenging van den leer
plichtigen leeftijd de aansluiting tusschen
Arbeidswet en Leerplichtwet belangrijk
wordt bevorderd en de mogelijkheid wordt
geschapen, dat het ontwikkelingspeil der
Nederlandsche jeugd aanzienlijk wordt ver
hoogd, terwijl andei^ijds de kleine scholen
in niet geringe mate gebaat zullen zijn door
verlaging der leerlingen-schalen voor deze
scholen.
De werkingsfeer van het regeeringsont-
werp evenwel strekt zich over een belang
rijk grooter aantal kinderen uit dan zulks
met het initiatief-voorstel van den heer Zijl
stra het geval is. De minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen heeft bo
vendien verklaard dat voor het tegelijk in
voeren van herstel der-leerlingenschalen van
1923 en invoering van de zevenjarige leer-
De reis van de „Schuttevaer".
De Nederlandsche onzinkbare reddings
boot „Schuttevaer', die eenige weken gele
den uiifc Margate vertrokken was, om te
trachten Plymouth te bereiken^ alvorens
den Atlantischen Oceaan over te steken, is
thans wederom te Margate teruggekeerd, na
een anker te hebben verforen!.
De „Schuttevaer" lijgt thans in de haven
te Margate em wacht op herstel van het an
ker, dat van een speciaal bij de boot be-
hoorend tyipe is.
Het verloren anker, dat, naar gemeld
wordt, uit zee is opgedregd, wordt spoedig
te Margate verwajcht, waarna de reis kan
worden voortgezet.
Een Nederlandsch stoomschip vergaan.
Het Nederlandsche stoomschip „Callisto"
is ter hoogte van Louisburg(Nieuw-Schot-
landi) in eeni dichten mist aan den grond
geloopen. Het stoomschip „Monteailm" van
cfe kustwacht is ter assistentie vertrokken.
Nader meldt een Reuter-telegTam dat het
kustwachtvaartuig de „Callisto" niet heeft
kunnen vinden. Wel zag men bij het eiland
Scatari ten ZO. van Kaap Breton een wrak
op de kust.
Lloyds meldt verder dat wrakstukken
zouden zijn aangespoeld.
De „Callisto" is een schip, groot 4311
bruto register tons, toebehoorend' aan de
Maatschappij „Zeevaart" te Rotterdam. De
bemanning bestaat uit 31 koppen.
Reuter meldt nog dat het lijk van een lid
der bemanning zou zijn aangespoeld.
Volgens een bij dé maatschappij ontvan
gen bericht zijn alle opvarenden waar
schijnlijk omgekomen. Het waren bijna al
len Nederlandérs.
(Zie verder Draad en Lucht)
Scheepvaartbeweging.
Gedurende April 1928 kwamen den Nieu
wen Waterweg binnen 1242 schepen, met.
2.011.158 netto reg. ton, waarvan 7 zee
lichters met. 5242 netto reg. ton. Voor
Rotterdam waren hieivan bestemd 1013
schepen, met. 1.692.207 netto reg. ton.
In April 1927 kwamen den Nieuwen Wa
terweg binnen 1270 schepen, metende
2.100.037 netto reg. ton, waarvan: 6 zee
lichters, met. 3482 netto reg. ton. Voor
Rotterdam waren hiervan bestemd 1049
schepen, met. 1.705.485 netto reg. ton.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen
Schepen N. R. T.
N. Waterweg 1928 4936 8.040.971
1927 5249 9.097.035
Rotterdam 1928 4075 6.793.492
1927 4400' 6.985.335
Het Lentenummer van de Kampioen.
„De Kampioen" heeft een lentenummer
uitgegeven, welk nummer een mooie pro
paganda maakt voor het toerisme.
Er werd met opzet geen 'Kerstnummer
uitgegeven, omdat „ide Kampioen" liever
liet voorjaar verbeidt, omdat in de lente het
buiten aanvangt te leven. En de toerist ver
langt naar buiten, waar het ook voor hem
hernieuwd, leven is.
Het lentenummer is mooi geïllustreerd
en bevat vele artikelen op het toerisme be
trekking hebbende.
VLISSINGEN, 1 MEI.
Het 25-jarig bestaan van de Zeevaartschool.
De feestelijkheden ter herdenking van
het 25-jarig bestaan van die Zeevaartschool
werden hedenmorgen (geopend door het
houden van verschillende sportfeesten.
Voorafgegaan door de Postfanfare mar
cheerden de leeraren en leerlingen naar het
Eiland, alwaar de vreedzame strijd dadelijk
een aanvang nam. Alvorens de stoet van
de De Ruyterschoof vertrok werd een auba
de gebracht aan den directeur der school,
den heen S, Visser.
Hedenmiddag werden in het gebouw dei-
school de directeur en leeraren door de
leerlingen gehuldigd, waar het woord' ge
voerd werd-door den heer Bartstra, die de
twee jubilarissen, de heeren Visser en
Roos, in het bijzonder toesprak,, welke toe
spraak door de jubilarissen werd) beant
woord.
De eigenlijke feestelijke herdenking be
gint eerst hedenmiddag, zoodat wij het ver
slag daarvan in het4 volgend nummer zullen
opnemen.
De actie aan „de Schelde".
Gisterenavond is in het Concertgebouw
een buitengewoon goed bezochte perso
neelsvergadering gehouden door de sa--
menwerkende metaalbewerkersbonden.
Toegelicht werden de voorstellen aan de
directie gedaan, en besproken de argumen
ten welke steeds door de directie van „de
Schelde" daartegenover worden gesteld.
Mededeeling werd' gedaan dat momen
teel ongeveer 1400 man georganiseerd zijn,
waarvan 800 in den Alg. Bond', 400 in den
Christ. Bond, 100 in den R. K. Bond en 100
in de Synd. Federatie.