predikbeurten" WAARSCHUWT U. tbt van een brandende I de loozin?, of de urinj met een scherpen ne,,,! bloeddeeltjes, bestaat erl jw nieren zijn verzwakt! ipijn Nieren Pillen, Waiul behoefte aan een speci-l e hoeveelheid geloosde r groote of zeer kleineL als gij. te vaak of tel rijgt, wijst dit vrij zeker! dat is ernstig genoe»! voor bloedvergiftijTjnpl evolgen op iedere zenuir l an uw lichaam. neem Foster's Rugpijn! ^vaarloozing kan ernstige! brengen. Foster's pj||gnl sinds vele jaren gebruikt! nd om hun goede resul-f reen beter middel tegen I en urinestoornissen, rug f chtige zwellingen, 'rheu-1 gevolgen van schadelijke! re werking der nieren jn| [ven. Laat Foster's Rug.l n u gezond maken glasverpakking met geel vooral op) bij apotheken! 5 per flacon. 33 overweging waard zou! n of op deze aanzienlijkei It te bezuinigen. Want...! tand der hoofdstad is al eens opmerkten end. Daarbij komt nogj ieder tooneelgezelschapl ongeacht zijn financieelël ijd maar te subsidieeren T Het werkt ook de op'! chappen met weinig as-| het rationeeler te sub-l aantal bezoekers over! zou het publiek aldus! nen doen, doch van hetl en het op „hooger peil'T :en sprake meer. i een volksschouwhur» l aanbevolen, zou spoedig! ken, waar nu reeds on-| zoo groot meeningsver-| aanzien van de kunst-| en het zedelijk gehalte| e stukken. Een volks-l >g een betere oplossing! nerawerken met een be-| of politieke tendenz is! tegenover staat, dat hetl >ertoire onder alle stan-L 2r maatschappij geliefd! 's land' geen werkelijk-| pera bestaat. De Co-1 een enkele uitzondering! het Fransch of Duitsch nen niet, althans niet to rn deze opera dan ook| wegblijft. Het Italiaan-I ap is een „uitheemsche"| n daar niet anders dan| verwachten. Maar ook| hier dit jaar lang zool :ocht als in voorgaande| wreekt zelfs van eenigl an den kortelings opge-f r-Schouwburg. L het vast, dat hier eenl verrijzen. Het kapitaal.! nte voor een belangrijk! is daarvoor reeds ge-f rein (achter het Rijks-L ct gemeentebestuur be-l Maar van een operage-J en sprake, zoodat ver-I ansche Opera daar wel| rofiteeren. Ook nu weerl in een nationaal opera-L ook een Nederlandschel Ten taal zingt en Neder-| ten gelegenheid geeft! et voetlicht te brengen I ;ers en zangeressen be-J jt langer hun talent inl dsche opera's te stellen, r ons met haar fraai I jbouw en Vlaamsch-| n wel ver vooruit sympathieke stedelijke! aan onze dilettanten, r eft altijd hoogtij gevierd! en vele voortreffelijke! iet beroepstooneel ge-I waren het de Rede-I rvan „In Liefde Bloeijen-I ademie (later Keizers- j aan de spits stond, rederijkers nogal eensl aar het bekende „Rede-I de kunst, niet hetl nst, werd er met groote V rtgezet door het dilet-l in de hoofdstad weerl heeft, 'n 20 jaar gele-l ijdperk gekend, ook inl De z.g. liefhebberij-I ien vaste bespelers vanl (thans Bellevue). hetl -schappij v. d. Werken-1 Werkman in de Suiker-1 speelde er geregeld Za-| en Maandagavond voor! n een dankbaar, gemak-1 ubliek, mits de stukken f .enuwschokkend en ro-l Van de meest geliefde I dilettantisten-reperfoire I „De twee weezen, „Jac-1 >f De ridders van den 1 brug of Den nacht van I ballino de groote ban-1 eehoeder of Misdaad en I anne, de vrouw uit de Eervreter". Dzervreter is 1 geweest van den be- ïltman, den marque 01 nemendheid, wiens sug- hoogere rangen meesral bedreigingen ontlokten den hardvochtigen no- elly", is het zelfs voor- erontwaardigde public^ tgang van het „Grana 1 ep m den (75-iangen) irdamsch eens flink ,.a Veltman den schouw- ïeime deur moest ver-1 werken nooit genoeg krijgen. Wilde men de dilettantenvoorstellingen een bijzondere attractie geven, dan werd een vrouwelijke gast geëngageerd. In den regel waren dat de in Amsterdam algemeen bekende dilet tant-actrices mevrouw BakelsTer Horst en De Vries (natuurlijk niet de onvergete lijke Sophie de Vries van 't Nederlandsch laatstgenoemde speciaal uitmuntend in het genre canaille o.a. als vrouw Frochard in de „Twee Weezen". Deze dames maakten sedert hun huwelijk wel geen deel meer uit van een vereeniging, doch bleven steeds be reid om hier of daar als gasten op te treden en wel tegen een bepaald honorarium, varieerende tusschen 10 a ƒ25 per avond. Eén repetitie was voor zoo'n gaste vol doende en toezending der rol totaal over bodig. Beide populaire volksactrices waren gedurende het tooneelseizoen soms wel drie avonden per week op de planken zij konden dus hun lijfrollen wel droomen. Mevrouw Bakels was een, wat men noemt, ras-artiste. Zij bewoog zich met gratie en voornaamheid op het tooneel en gaf vooral aan de moederrollen in gepoemde drama's een bijzonder relief. Die oude draken (we bedoelen natuurlijk de tooneelwerken) mochten wel eens onwezenlijk en te zoet sappig zijn, ze misten in ieder geval de schunnigheden van veel modern tooneel- werk, waarmede men thans bezig is de volksziel te bederven. Kwaad werd in die stukken kwaad genoem-, en deugd dèügd. Misdaad, liefdeloosheid, huwelijksontrouw enz. werden althans niet vergoelijkt door rhetorische spitsvondigheden of gemarchan deer met moraliteitsbegrippen. En dan was het heel eigenaardig deze populaire actrice, die men 's avonds als hertogin, markiezin of als vorstin, omringd door een schitterenden stoet van edelen, had hooren toejuichen, 's morgens in de Ferdinand Bolstraat, waar zij woonde, als correcte huismoeder bii den groentenwagen te zien wikken en wegen aangaande de spruitjes, aardappelen en wat dies meer zij, of in een zakelijk ^esprek met den „olie- boer". Een eenvoudige, verdienstelijke ar tiste, zonder pretentie, en voortreffelijke huismoeder tevens zóó was Amstels ge vierde dilettant-actrice, mevrouw A. Ba kelsTer Horst. Over het onder de volksklasse eens zoo populair permanent dilettantgezelschap in „De Roode Leeuw" (Warmoesstraat) schrij ven we in een volgende correspondentie, s Zal ons gemeentebestuur de a.s. Olym- piade laten passeeren zonder eenig blijk van meeleven te geven Zoo'n houding ware de hoofdstad als tijdelijk internatio naal centrum toch onwaardig, zelfs waar moet worden toegegeven dat het N.O.C. door zijn streng volgehouden isolement tot een zoodanig officieel „non possumus" wel aanleiding geeft. Naar ons ter oore kwam moet echter, ondanks alles, het voornemen bestaan in de Olympiade-dagen van ge meentewege te recipieeren. ♦Zal dit ook ten paleize alhier geschie den Men zou het willen afleiden van eenige ongewone schikkingen, niet in ver band staande met het jaarlijksfche bezoek, aldaar genomen, en \an opdrachten aan bepaalde leveranciers. Men verwacht de Koninklijke Familie dezen zomer ook meer malen in Amsterdam en neemt aan, dat een internationaal gala-diner in het Paleis op den Dam niet zal uitblijven. Ook zouden op groote schaal onderscheidingen worden toegekend. Men herinnert zich, dat wij Maandag jl. reeds uitvoerig wezen op gebrek aan or ganisatie bii het N.O.C. en haar raadsel achtige houding inzake huisvesting. Blij kens de telegrammen oefenen th^ns ook Engelsche bladen in dien geest critiek en veronderstellen zij o.m., dat genoemd co mité niet voldoende berekend is voor zijn taak. Het gevolg hiervan kan niet anders zijn. dan dat het comité zijn houding zal wijzigen, 't Buitenland is ons toch reeds naijverig om deze spelen, hetgeen uit de critieken in de buitenlandsche sportpers en stelselmatige tegenwerking van eenige groote sportbonden dezen zomer reeds ge bleken is. zoodat nog toenemende impopu lariteit bij de bezoekers het succes en de financieele resultaten der Olympiade ern stig zouden kunnen schaden. Corres Pondent. DE WERELD jN HET OOSTEN. DWARS DOOR MACEDONIË. IV, Kroatië, December 1927. Ik heb u alreeds geschreven, dat het doel der Macedonische Liga, aan te too- nen dat de Servische heerschappij een on recht is, geen reden heeft van bestaan. Allerlei attentaten, moord en doodslag van de zijde der Kbmitadschhis, zij kunnen aan het verkregen recht der Serven dan ook niets veranderen. En zoolang de Balkan blijft bestaan, zoolang zal in dit deel van cfe wereld -dan ook wel nimmer de zoo- noodage rust heerschen. Daarvoor is er in de wereld te veel gedraai en gekonkel, en daarvoor zijn er óók te veel belangstellen den uit het Westen, die hier in het Oosten hun invloed willen doen gelden. Het hangt alles met elkander samen. En ik voor mij geloof dat men deze gansche Balkan ge- sch edenis niet beter kan samenvatten dan een collega der groote Engelsche bladen deed, toen hij er den nadruk op legde dit gesprek speelde zich af in een klein vlekje in. het uiterste zuiden van Macedo nië in een klein vergeten smoezelig cafétje, waar wij elkander toevallig hadden getrof fen en als twee samenzweerders bij het flakkerende licht van een kaarsvlammetje aan een groezel g en wankel tafeltje geze ten, onze indrukken uitwisselden De groote zaak is deze Italië wenscht een overheerschende rol in den Balkan te spe len, en wanneer Mussolini het bij het rechte eind heeft, dan zullen de jaren 1930 1935 eigenlijk de gewichtigste van a'le zijn. We hebben dus nog den tijd. Daar tegenover staat, dat Zuid-Slavië van de zen Italiaanschen invloed niets wil weten, zich houdende aan de Monroeleer der Bal- kaneezen „De Balkan voor de Balkan volkeren". Hoe zal Italië zijn doel wen- schen te verwezenlijken De oplossing ligt voor de hand. Door Albanië te gebrui ken. Want het is inderdaad geen geringe bedreiging, die voortvloeit uit het verdrag van' Tirana, dat Italië zich verklaart ten allen tijde dit 'and gewapenderhand tegen eiken binnen- en buitenlandschen aanval te zullen verdedigen. En wanneer Italië een maal vasten voet in Albanië hééft en ik zelf heb gezien dat het al aardig op weg is dan zullen de Serven dezen staat van zaken zeker niet passief aanzien. Maar ongetwijfeld ingrijpen. Doch daartegen over staat, dat Alussolini zich wel zal wachten tegen Zuid-Slavië op te treden, wanneer dit land den steun van een Bal kan-alliantie geniet. En hier heeft men aan Frankrijk te denken, dat reeds langen tijd bezig is een aansluiting der Balkanstaten te bereiken. Te beg'nnen met een toena dering tusschen Zuid-Slavië en Bulgarije. Is het wonder, dat deze politiek lijnrecht tegen de Italiaansche belangen inbotst, en dat Mussolini alle pogingen in het werk stelt, dit BalkawLocarno te verhinderen Het Zuid-SlavischBulgjaarsch pact van non-agressie mag niet tot stand komen. En in de Italiaansche bladen kan men dan ook stemmen vernemen, die Bulgarije waarschuwen, opdat het toch niet door zijn machtigen nabuur zal worden ver zwolgen. Ja ja, de Italianen hebben het beste voor Vandaar dan ook in letterlijk alle kringen h.er een zoo intense haat te gen dit land, als ik niet had verwacht. Waar dit alles realiteit is, kunnen wij ook nog van verschillende „on dits" gewagen. Zoo zegt „men", dat een financieele Itali aansche manoeuvre het plan heeft weten te verhinderen, dat een Zuid-Slavisch Grieksch verdrag zou worden gesloten, waarbij het eerstgenoemde land een vrije zone bij Saloniki zou hebben gekregen, terwijl' eveneens Italië een Zuid-Slavisch Hongaarsche overeenkomst zou hebben weten te dwarsboomen, een overeenkomst waarbij dan Hongarije een vrije zone zou krijgen in een Zuid-Slavische haven, door het aanbod van Italië aan Hongarije van een vrije zone te Fiume. Zoo ziet men de toestand is zoo gemakkelijk nog niet. En wie in dezen Balkan-doolhof meer of min der thuis is, die denkt onwillekeurig aan het gezegde der ouden dat terwijl de Senaat beraadslaagt, Saguntum ten onder gaat. En aan nog een ander gezegde denkt hij, die een oog voor de werkelijk heid heeft. Namelijk aan dit, dat w e den vrede begeert, zich ten krijge gereed dient te houden. En waar d i t beginsel nog geldt, daar kan van een werkelijke rust en vrede nimmer sprake zijn... Zoo is het in deze buurt... Zooals ik al verteld heb, vindt men ten allen kant in Macedonië nog de meest in teressante overblijfselen uit oude tijden. Ik zag o.a. een fort in Nis, gebouwd een paar honderd jaar voor Christus en in de 18e eeuw door de Turken gerestaureerd. Waar men de spade in den grond wenscht te steken, haalt men de schoonste overblij- selen van oude cultuur naar de opper vlakte, en dat alles toont, op welk een ouden bodem wij ons hier bevinden. Ro- meinsche, Grieksche, Sloveensche, Turk- sche stuken en brokken steen, oude graf- steenen, en zéér fraa'e reliefen, men kan ze nog in Hiille and FiiJIe vinden. Daar is dan ook in Skoplje een museum opgericht, waar al deze vondsten worden onderge bracht en welk gebouw wel de moeite waard! is een oogenblik nader bij stil te staan. Het is een gebouw, opgetrokken in Turkschen stijl, met geweldige muren en zwaar beslagen poorten en waar om zoo te zeggen uit iederen steen ons het verre verleden aankijkt. Men gaat de poort door en komt op een groot plein, waaromheen een arcaden bouw met twee verdiepingen. Men noemde het in den ouden tijd „Kur- simli Han", hetwelk zooveel beteekent als een logement met een zinken dak. En het diende dan ook in de alleroudste tijden voor een st>ort doorgangshuis voor de rei zigers d e, met allerlei kostbare goederen •rijk beladen, h:er een onderdak vonden op hun weg van het Oosten naar het Wes ten en omgekeerd, in deze arcaden kan men thans nog twee rijen kamers zien, dat wil zeggen, tweeërlei soort „gaten", die in vroegere tijden de reizigers onderdak ver leenden, en waarin zelfs voor de rijken een vuurhaard was ingebouwd. Geweldige steenen- banken bij de poorten herinneren er aan, dat h er eens de welbewapende wachters zaten of lagen, en er voor zorg den dat er na zonsondergang niemand meer uit kon. Want tusschen zons op- en ondergang bleef het gebouw gesloten. Op het plein staat nog als herinnering aan de dagen die gingen een fraaie Turksche wa terbron, en In de zware pilaren ziet ge nog de ringen gemetseld, waaraan de met hun schatten aan geld en goederen beladen ka- meelen destijds werden gebonden. En in deze historische omgev'ng wordt thans een museum ondergebracht, dat den kenner der oudheid een schat van architectonisch schoons zal kunnen bieden... Was ik tot dusver in dat deel van de wereld geweest, hetwelk men met een dosis goeden wil dan altijd „Europeesch" zou kunnen noemen, mijn wensch mij in de dagen der vergrijsde oudheid terug te mogen wanen, werd weldra vervuld. Want in de Middeleeuwen, toen men in iederen vreemdeling zooiets als een spion of een ergerlijken schavuit meende te mogen zien, ikon men niet voorzichtiger zijn geweest. Er schuilt een groote bekoring in, om een dergèlijken tocht te ondernemen, avontu ren en ondervindingen te beleven die ver moedelijk wel goed zullen afloopen, maar waaraan dan toch nog precies genoeg ro mantiek zit, om interessant te blijven. In trouwe, ik heb mij daarover geen oogen blik kunnen en mogen beklagen. Het liet weinig te wenschen over. En begon aller grappigst. Officieren in Nis hadden mij nl. als aandenken een ouden Turkschen stee nen kanonskogel meegegeven, die mijn koffer dérmate bezwaarde, dat de plichts getrouwe gendarme oogenblikkelijk het ding in beslag nam, en onder een huiver van ontzetting der toeschouwers, die mij vrijwel van mijn plaats drukten, dit prae- historische voorwerp verwisselden met een... Bulgaarsche handgranaat... Het is werkelijk allergeestigst om dan de „Ent rusting" te zien, die deze brave heeren overvalt en de gesprekken te beluisteren die dit kogeltje ontketende I Daarbij die onuitspreekbare Hollandsche naam, het beroep, een schrijfmachine, het stereotype antwoord' op de vraag wat ik hier dan tcch eigenlijk wel wou. „In mijn schild voerde" zou een betere vertaling zijn, „niets, enkel eens kijken", het is een roman op zich zelf. Vóór mij de wanhopige gendarme, de Hol landsche letter zóó nateekenend, dat men er alles, behalve mijn naam uit kon lezen, op zij en achter mij een dringende, deels mij verdedigende, deels beschuldigende bende inboorlingen, tot er tenslotte een officier opdook, een paar van de grootste belhamels op zij smeet, en de zaak in het reine bracht. En dan die gezichten! Jon gen, jongen, dat moest wat wezen Een officier» een officier en dat is hier weinig anders dan een koning die een vreemdeling die nog wel met een handgranaat reist, zijn verontschuldigingen aanbiedt... Dat moet iets geweldigs zijn Werkelijk, als ik geen nuchtere Noorde ling was, zou ik nu wegens hoogmoeds waanzin in een gesticht opgesloten zitten Maar toch is het mij overal opgevallen, deze ruwe gendarmen, en daar is letterlijk geen oogenblik dat ge er niet mee in aan raking komt, hetzij om uw pas na te kij ken, hetzij om op andere wijze eens even met een vriendelijk praatje poolshoogte te nemen en dan schielijk aan een collega op een volgend station de komst van dezen „geheimzinnigen" reiziger aan te kondigen zoodat al die verrassingen wederom aan u voorbijgaan al die heeren waren van een 'buitengewone voorkomendheid. Maar men moet zich in gezend-Hollandsch gezegd: gedekt houden! Want*eenmaal kwaaie vrinden, is de zaak vrij hopeloos, ge verstaat dan van dat dialect geen woord, hoogstens een paar lettergrepen en zit een ondeelbaar oogenblik later ergens veilig opgeborgen. Trouwens ook al grappig. Ge weet immers bij voorbaat, dat ge weer o-p vrije voeten komt, zoodra er maar iemand wenscht te verschijnen waar mee ge u kunt onderhouden, en wordt in- tusschen aUergastvrij met sigaretten en kof fie gelaafd! en befeest. Alleen en dat is al méér dan reden genoeg om uw mond te houden, ge mist uw trein, en wat dat zeggen wil. Midden in den macht hield) een dergelijk vehikel stil voor een alleraardigst station netje en ik begreep dat wij in Stip moesten zijn. Dat was ook zoo. Dan begint een reisje per auto, dat den reiziger heugen za Want de prijzen wisselen met het aantal passagiers en niet ieder gaat naar het „beste" hotel en wekt daardoor alleen al achterdocht, dat hij wel een mensch „in bonis" zal zijn. Deze chauffeurs zijn eigen lijk groote schavuiten, en hoe vriendeijk ge de onderhandelingen dan ook al voert, denkt om het Hollandsche stormsein „Weest op uw hoede Koffers, tasschen, kisten, doozen, pakken, manden, óók nog reizigers, hoe moet in vredesnaam dat a'les in dat alleronge.ukkigste Fordje Wil de heele zaak tenminste ook nog... „fort"... Maar deze chauffeurs zijn ongelooflijk handige kerels en alles wordt met dikke touwen op de treeplanken vastgesnoerd. Dan wordt nog eens de nadruk op den overeengekomen prijs gelegd en de wagen snelt weg in> den stikdonkeren nacht.... Drommels, dat sturend heer is een kunste naar rn zijn vak. Met ongelóóflijke behen digheid mikt hij don wagen over aller lei kuilen en gaten em toetert en scheldt als een bezetene als opeens in het zwakke lampenlicht een donkere massa opduikt, gevormd door een boer met een aantal koeien en geiten die verschrikt in den grep pel langs den weg stuiven, en ge komt aan het oord uwer bestemming. Een donker ge bouw rijst voor u op. Het beste hotef... Servische Koning. ProostWat ziet ge, wanneer ge u uit de ingewanden van den wagen hebt gewrongen, uw koffer uit deze massa goederen hebt losgewurmd, en het hotel binnentreedt Allereerst een soldaat, met een geweldig geweer em daarop een nóg geweldiger bajonet Een Russische bajonet, lang en spits. Volgens de deskun digen alleen „maar" goed om mee te ste ken. Ze deugen eigenlijk niet, want je kunt er niet eens mee snijden I Gelukkig snijdt noch steekt deze wachter en be schermer van ons lijf en goed, maar steekt de aangeboden sigaret op en blijkt aireede van mijn komst op de hoogte te zijn. Weet precies wie ik ben en wat ik wil. Gaat met mij naar binnen en stelt mij aan den eige naar voor. Een vrij onsmakelijk heer, die mij als een oude bekende begroet en de hand schudt. „Ik ben blij dat u gekomen bent", zegt hij. „Ik niet", denk ik, maar pas wel op hem dat te zeggen. Een kellner ver schijnt, brengt of het onderdehand twee uur is doet er niets toe twee fleschjes Sl'bovié. en bedient verder de vier gasten die in dit sombere hol beduimelde kaarten met een smak op de ruwgetimmerde tafel kletsen... Dan ontdek ik opeens iemand die in deze omgeving... Engelsch praat! Wat een ontdekking Een arbeider, d:e eenige jaren in Amerika is geweest, en mij zijn diensten als wegwijzer aanbiedt. Dikke vrienden zijn wij .geworden. Dikke vrien den.... Zijn portret staat op mijn bureau. Want hij is nog meer. nee, nee. dat is geen gekheid, hij is nog véél meer. Hij is ons beroep is een nobel beroeo correspon dent van een plaatselijk blaadje. „Collega, wat wilt u „Rust", zeg ik, „rust" en denk aan het grapie dat ik eens op het gymnasium uit het Grieksch moest verta len toen een klant, wien door den barbier gevraagd! werd hoe hij hem zou scheren, ten antwoord gaf: Zwijgend... Wij gaan de krakende traD naar boven 00. Op de trao werkeliik wéér een soldaat. De goede oude Van Alphen sch:et mij te binnen. Je krijgt soms op dergelijke stroopt tochten de zonderlingste hallicunaties.... „Wie ziit gij krijgsman zoo vol moed1?" vraag ik hem. Hij blijkt hier gelukkig „ten gerieve der veiligheid" te zijn opgesteld. En dus heb ik als een vorst kunnen sla pen. Ook hier heeft de bedreiging „Als het bed niet zuiver is, betaal ik niet"... voortreffelijk gewerkt... Stip bekend door den moord op den Servischen generaal, en waar ik door toe val in de gelegenheid was de jacht of lie ver den veldslag op deze moordenaars mee te maken, is een echt Balkanoord. Ik zwijg er dus verder over. Over het Anti malaria instituut vertelde ik u immers reeds Allerhartelijkst werd ik hier ontvangen, men moet in Holland en ge kunt u niet voorstellen wat al voor allerongelooflijkste deugden men ons hier toedicht een goe den indruk krijgen. De eene kennis was nog niet verdwenen of de ander kwam. Ik moest een interview geven, en gauw óók, want het moest en zou naar Beograd wor den getelefoneerd. Ik heb het gedaan, ik heb alles gedaan, want de menschen deden a Nes voor mij. 's Nachts noodigde mij een gendarme, die vroeger in Parijs had gediend be staat het leven niet uit de schrilste tegen stellingen ons uit met hem op patrouille te gaan. En wij zwierven cfoor deze oude, steenige, bochtige straatjes, onverlicht, on geplaveid, controleerden de verschillende café'ö, genoten van den zang van eenige aftandsche zangeressen die van Tjechi- schen bloede bleken te zijn, voor zoover deze stumperds dan nog van bloed kon den zijn. Want haar temperament had meer overeenkomst met water... Héél troe bel water en waarin men niet visschen moet... „En zïe je nu wel", zei onze begeleider, „zie je nu wel dat wij Serven werkelijk verdraagzaam zijn Want anders zouden wij hier toch geen Tsjechische zangeres sen introduceeren En geen Italiaansche Want een van deze zangeressen het waren trouwens zonder een uitzondering de uitgezochtste schreeuwlelijkerds was inderdaad uit het land van den groo- ten Mussolini. Waar zoo ongeveer 50 jaar geleden eens haar wieg moest hebben gestaan „Gebeurt er hier 's nachts ook wel 's iets?" informeerde ik, „want het lijkt mij hier een saaie beweging". En toen gebeur de er. inderdaad iets kostelijks. Ik vergeet het nóóit. „Och", zei mijn gendarme, „als ik niet wil, nee, dan gebeurt er niets".... „Wil dan eens iets", zei ik, „doe me dat plezier nou eens". En dus gingen wij naar een klein kroegje, dat een geheim achter deurtje had en waar dingen gebeurden die er hier niet toe doen. En ten mijnen gerieve werd er een procesverbaar opge maakt, en een der heeren en dames mee genomen... Tusschen ons beiden in, alleen maar om door eenige sensatie aan die doo- dende en enerveerende slenterpartij wat kleur en leven bij te zetten. Is het niet heerlijk En toen ik den volgenden morgen eens informeerde hoe dit alles was afgeloopen, bleek mij, dat dit heele gevalletje door dezen psychologisch aangelegden gendar me in elkaar was gezet om den vreemde ling eenige afleiding te bezorgen... Ziedaar eenige indrukken uit de binnen landen van den Balkan. Indrukken, die, nu ik ze op papier zet, mij nog eens weer de verzekering van een Hollandsch collega in herinnering terugroepen die, toen hij hoorde dat mijn vrouw en ik hier wilden gaan wonen, mij zei „Zoolang en als je maar oog hebt om het grappige te zien en een oor om de stem van het volk te beluisteren, en niet meer pretenties dan een tandborstel, zoo lang zul je daarginder a I t ij di wel wat te beleven vinden". En hij had geiijk. Dr. C. DE MAREES VAN SWINDEREN. ZONDAG 1 JANUARI 1928. (Nieuwjaarsdag) Gebouw voor Chr. Soc. Belangen. Palingstraat. 10 uur Dienst voor Jongeren. Gereformeerde Kerk. 9.30 uur Ds. P. N. KRUYSWIJK. 5.30 uur Ds. P. N. KRUYSWIJK. Christ. Geref. Kerk. (Kasteelstraat.) 9.30 uur Preeklezen. 5 uur Preeklezen. Evang. Luth. Kerk. 0 uur Ds. M. VAN EMPEL, van Middelburg. Doopsgezinde Kerk. Geen dienst. Vrijzinnig Hervormden. Geen dienst. Hersteld Apost Gemeente „Stam Juda". (Molenstr. Hoek Bakkersgang). Kerkdienst10 en 6 uur. Gereformeerde Gemeente. (Glacisstraat). 9.30 uur Leeskerk. 2 uur Leeskerk. 6 uurLeeskerk. SOUBURG. Ned. Herv. Kerk. 9.30 uur Dr. J. TH. UBBINK. (Bevestiging van Kerkeraadsieden). 2 uur Ds. H. VAN O YEN van Ritthem. Gereformeerde Kerk. 9.30 uur Dr. G. B. WURTR. 2 uur Dr. G. B. WURTH. RITTHEM. 9.30 uur: Ds. H. VAN OYEN- 2 uur Dr. J. TH. UBBINK, van Souburg. KOUDEKERKE. Ned. Herv. Kerk. 9.30 uur Ds. R. TEN KATE. (Bevestiging- van Kerkeraadsieden). 2 uurGeen dienst. 'T ZAND. 10 uur Ds. A. S. TALMA, van VWssingeu. BUITENGEWONE DIENSTEN. Gereformeerde Gemeente. (Glacisstraat). Vrijdag 6 Januari 7.30 uur Ds. VAN NEERBOS, van Ter Neuzen. DE GESCHIEDENIS VAN PRINSESJE STERREMUUR door G. TH. ROTMAN. dit soort tooneel-1 Hu, wat was dat een naar gezicht, dat groote beest daar zoo te zien hangen, klepperend met snavel en vleugels, dat de veeren er af vlogen. Moest het arme beest daar nu zoo eenzaam dag en nacht blijven hangen, in storm en regen, om van honger te sterven „Dat nooitdacht Elsje. „Ik zól hem bevrijden, wat het kosten moge Nu nam de koning haar mee naar zijn paleis. De ingang was een eenvoudig gat tusschen de wortels van een ouden eik. Maar van binnen was 't prachtig In een der hel verlichte zalen zat de Staats-secretaris, zocht en zocht in zijn dikke boe ken en zei„Ik lees hier van een zekere fee Mira- bilis, die gewoond heeft Eik no. 20, bovenste oksel." „Maar", besloot de secretaris, „ze is al maan den geleden vertrokken om haar kindje te zoeken en ria dien tijd door niemand meer gezien." Nu had Elsje wel kunnen huilen van teleurstel ling. Maar.ze hield zich flink, dat moet gezegd wor den En toen dé koning haar den volgenden och tend bij den aangeduiden eik bracht, herkende ze dien dadelijk. Des middags, toen de kabouters sliepen, pakte Elsje stilletjes de lans van een der kabouter-solda ten en sloop naar den ooievaar. Met de punt van de lans peuterde ze net zoo lang tot het koord los raakte. De ooievaar viel met 'n smak omlaag, maar gelukkig bezeerde hij zich niet erg. Woensdag vervolg.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1927 | | pagina 7