R WOENSDAG 38 DECEMBER burgsche v. Stoomvaart In passagiers, IHET JAAR 1927. I toe dtuirgting! m n- ge- faaie Eta- o e :igen. 'ER IS MINE 1EHM feijagers is mine GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON DE HUWELIJKSLOTERIJ. BINNENLAND Autoritten Station IM »s i v.Midd v. Rott, er v.m.uur v.m.uur 0 8 n 8 8 ari 8 8 i te bekomen I. Tranaport- en Exp. Q. VOS, Telefoon Eenhoorn, Teiei. 153. psterhout, Tel. 282. buitenhek, Tel. 101 [door de bladen |n ons land dit [eland" geabon- pindigen zonder :bt gehaald. De let genoegen dat |g heden onder- )pe met 2 cents ,Ons Zeeland" Istraat F 33 |e!burg. ruari 1928 voor er tot wederop- id en tevens te n „Rawana het stnummer 1927. s.v.p. MLISSINGSCHE COURANT ond. -&& Kinder- en nmers net ^ISJE Adres: Mevrouw brit 47. schaatsen. i „Vliss. Courant". Jielburg-Rotterdam lelegen plaatsen. EN EN VEE. ABONNEMENTS PRIJS J Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- llitren 2.20 per drie maanden. Franco lljor liet gelieele rijk 2.50. Week-abon- l.tnienten 17 cent, alles bij vooruitbeta- !i"e' Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 5 regels 1.25, voor iederen 'gel meer 25 centbij abonnement spe- lliaie prijzen. Reclames 50 cent per regel l(|eitie Advertenties betreffende Huur en ■Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie- Ifmgen en Dienstaanvragen, enz. prijs bij Ijooruitbetalimg van 15 regels 0.75, voor léderen regel meer 15 cent BERICHT. Zij, die zich met 1 Januari op de „Vlis- jsingsche Courant" abonnee- ren, ontvanger» de tot dien (datum verschijnende num- |mers gratis. DIENSTPLICHT. Vrijstellingen wegens kostwinnerschap. De Burgemeester van Vlissingen brengt Iingevolge art. 44, 2e lid van het Dienst- Iplichtbesluit ter openbare kennis, dat door Iden Minister van Oorlog, bij beschikkin- 1 gen van 23 December 1927 nos. 228 V. I en 244 V. van den Dienstplicht zijn vrijge- Isteld wagens kostwinnerschap voor den tijd Ivan twee jaren, reap. ingaande 18 en 19 I.Maart 1928 de ingeschrevenen voor den I Dienstplicht dezer gemeente HUIBRECHT IhUBERTUS JACOBUS QUITE, lichting 11926 en ANTONIUS PETRUS VAN PAME- ILEN, lichting 1928. I Tegen deze uitspraken kunnen van af I lieden binnen tien 'dagen bij de Kroon in I beroep komen, de ingeschrevenen wien de I uitspraken gelden, elk der overiige voor I deze gemeente ingeschreven personen of I de wettige vertegenwoordigers. I Het verzoekschrift dat met redenen om- I kleed moet zijn, moet worden ingediend bij I den Burgemeester ter Secretarie dezer ge- I meente. De Burgemeester zoqgt voor de doonzen- I ding van het verzoekschrift. Vlissingen, 27 December 1927. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. I. Onze tijd is een tijd van steeds sterker I en steeds dieper bewustwording. Het is de instinctieve drang naar een duidelijker in zicht, een zuiverder kennis, die er zich in uitspreekt. Maar het is de ontwikkeling van het leven zelve, die dezen drang aandrijft I en versterkt, die ons dwin,gt, telkens op nieuw, ons rekenschap te geven. Wij moe ten ons bezinnen en ons de strekking van I het gebeuren rondom ons duidelijk maken, willen we tot den systematischen opbouw van het leven in staat zijn, waartoe de toe- I nemende samengesteldheid van dat leven ons noodzaakt. Heeft niet de oeconomische; conferentie, het afgeloopen jaar te Genève gehouden, ons getoond, hoe de oeconomi- sche noodstand, waarin we verkeeren, ons tot de bezinning op ons oeconomisch leven drong? Hef is deze bezinning alleen, die ons den wqg kan wijzen in het onbekende land der toekomst. En daarom is 'het nog iets anders dan een geheohtheid aan het verleden, het verzet, steilken wordende naarmate de jaren klimmen, ons van dat verleden los te maken, die ons telkens op nieuw dwingt tot een stilstaan en een te rugzien over den weg, dien wij gingen. Het leven gaat veelal te snel aan ons voorbij. Wij kunnen de momenten niet vasthouden om er de zwaarte van te wegen. De betee- kenis van wat vaak in zoo verbijsterende vlucht langs ons heentrekt, ontgaat ons Uit het Engelsch CHARLOTTE O'CONNOR ECCLES. (Nadruk verboden), ol) Ja, zeide de dame met een beminne- lijken glimlach. Mijn vriend1... een vriend zou een rood'e anjelier in zijn knoopsgat en witte zakdoek dragen en zou mij hier ontmoeten. Ik begin te vreezen dat ik hem •nisgefoopen ben. Hebt u hem bij toeval niet ergens gezien? Terwijl zij sprak schudde zij haar bouquet anjelieren. Goede hemel, neen mevrouw, riep de graaf met het vuur van iemand, die in doodsangst zit, en terwijl hij sprak liet hij Z1jn eigen anjelier door een handige bewe ging van vinger en duipj, verborgen onder de panden van zijn ja§>» om gemerkt in het gras vallen. O, zei de dame, verwonderd over zijn onstuimigheid. Ik vraag u wel excuss. k dacht dat u hem misschien gezien kon nebben. Ik wacht al zoo lang. Het is ver velend, dat mijn vriend zoo laat is. Is hij dan laatstamelde de graaf. Ja> erg laat. Hij zou om vier uur hier zijn en het is nu al half vijf. Het spookte wild in de hersenen van den graaf. Hij verzette zich met kracht tegen de afschuwelijke gedachte, die bij hem op kwam. Neen het was niets anders dan den heel toevallige samenloop van omstan digheden, maar dan toch wel een heel toe- vallige, die twee vrouwen met anjelieren °P precies dezelfde plaats, hetzelfde uur €n den zelfden dag een afspraak deed maar al te dikwijls. Maar er zijn oogen- blfikken, uren, dagen, waarop de behoefte aan bezinning zich aan ons opdringt, waar op we als vanzelf stil worden en den blik van het voorbijvliegende leven keeren naar binnen toe en naar de beelden van het voorbijgegane, die er levend gebleven zijn, en dat we duidelijker de gestalte en den vorm dier beelden trachten te ontwaren en ons hun beteekenis te verklaren. Dat is, wanneer het leven of de dood met bijzon dere nadrukkelijkheid aan de deur van ons hart klopt. Maar het is ook op die dagen en uren van algemeene herinnering, wan neer nieuwe vormen en nieuwe gezichten ons doen opzien en het leven voor ons oog een andere gedaante schijnt aan te nemen, wanneer we met alle anderen luisteren naar den klank der klokken, die boven de sche merige velden en in het geheimzinnig half duister der steden en stadjes het oude jaar uitluiden. En terugziend over het verleden, vragen we ons af, wat dat verleden, wat in de eerste plaats het weigstervende jaar voor ons, voor anderen, voor de wereld beteekende. De verwachtingen, die we in 1918 koes terden, zijn reeds lang teniet gedaan. Wij hopen niet meer op een nabije toekomst van vrede en gerechtigheid, als toen we meenden dat de wenelctöorlog de mensch- heid voor goed den waanzin van allen oor- ilbg had geleerd. Maar met steeds angstiiger nadrukkedijkheid begint de laatste jaren de vrees aan ons op te dringen, dat zelfs het tegenwoordig geslacht, dat de verschrik kingen van den oorlog doorleefde, van deze ervaring maar weinig geleerd heeft, zoodat VERSCHERPING DER POLITIEKE EN OECONOMISCHE TEGENSTELLINGEN de mogelijkheid, ja de waarschijnlijkheid van den oorlog niet in het verre verschiet, maar in de naaste toekomst met ontstellen de duidelijkheid openbaart. Met onzen fan tastisch snei'ien vooruitgang op technisch gebied, zooals zich die ook het afgeloopen jaar in de fabelachtige ontwikkeling van het vhegwezen en de vliegtochten over den Oceaan en naar andere werelddeelen zoo duidelijk heeft igetoond, houdt de ver ruiming van ons verstandelijk inzicht en den groei van ons zedelijk leven geen ge lijken tred. In velerlei opzicht kunnen we ons aan de babaarschheid nog niet ontwor stelen. En wanneer we ons van de betee kenis van het jaar 1927 rekenschap geven, dan zien we dit jaar allereerst als het jaar, waarin de groeiende internationale tegen stellingen zich tot een gevaarlijke scherpte hebben toegespitst, en in Europa een steer hebben doen ontstaan, die ongetwijfeld het oorlogsgevaar beduidend naderbij heeft gebracht. Van de bestaande tegenstellingen hebben de meeste £ieh min of meer onverzwakt ge handhaafd en hebben andere aanzienlijk aan kracht gewonnen en is slechts een en kele tengevolge van den afloop van den oorlog geheel verdwenen. Maar nieuwe hebben zich ontwikkeld', zoo in als buiten Europa. En in het lugubere spel om de macht treden nog vrijwel dezelfde spelers op met vrijwel dezelfde eischen, zij het met grootere felheid vaak, zij het soms in ge wijzigde gedaante en met gewijzigde wa penrusting. De strijd tussohen Engeland en Duitschland om de wereldmacht is feitelijk beslist. Maar een andere en gevaarlijker mededinger is in het zoo machtig gegroeide Amerika tegenover Engeland opgetreden. En de botsing tusschen Amerikaansche en Engeüsche belangen in Abessinië, waar Amerikaansche ingenieurs een 'stuwdam in den Nij'l zouden bouwen, waardoor Egyp- de's en Soedan's watervoorziening be dreigd werd, heeft in het afgeloopen jaar reeds de beteekenis der nieuwe tegenstel ling in het licht gesteld. Amerika is de groote nieuwe wereldmacht, die alleen nog in het Britsohe rijk zijn gelijke heeft te vreezen. Het Amerikaansch-Japansch anta gonisme, voor den vrede in den' Grooten Oceaan zoo gevaarlijk, is daardoor tot an dere proporties teruggebracht. En de ma ritieme conferentie te Genève, op presi dent Coolidge's voorstel na de weigering van Frankrijk en Italië, tusschen Amerika, Engeland en Japan over de beperking der bewapening gehouden en de oneenighejd tusschen Amerika en Engeland over de tonnenmaat der toe te stane kruisers te bouwen, loonden wel duidelijk, hoe" Japan hebben. Ik hoop dat u mij niet kwalijk nemen zult dat ik u aangesproken heb, ging de dame opefinnemenden toon voort, maar u ziet er zoo vriendlelijk uit en ir was hier eerder dan ik en... en u scheen zelf ook naar iemand uit te kijken daarom dacht ik, dat u misschien mijn... mijn vriend op gemerkt zou hebben. O neen, zie de graaf snel. Ik wacht op niemand misschien doe ik zoo omdat dat nu eenmaal zoo mijn manier is. Ik ik ben een vreemdeling. HOOFDSTUK XXI. De zedige Boschviooltje. Plotseling werd MacCarthy's aandacht getrokken door een beweging van zijn buurvrouw. Ze begon de knoopen van haar langen donkeren mantel los te knoo pen en ontdeed zich ervan en ontsluierde zoo voor de verschrikte oogen van den graaf een blauwe ceintuur en een japon van witte stof. Was het mogelijk? Neen dit was zeker „Boschviooltje" niet. Hij zette het idee met kracht van zich af, maar een ver schrikkelijk angstgevoel maakte zich van hem meester. Wie kon het dan wel zijn, als zi; het niet was Verbijsterd1, terwijl zijn visioenen van geluk zich bij het gezicht van deze vreem de verschijning in de oneindigheid oplos ten, zat hij met afgrijzen nair zijn buur vrouw te staren. De zékerlieM kwam over hem Er kon geen vergissing in het spel zijn. Dit was het verschrikkelijke noodlot. Of zij de werkelijke prijswinster was of niet, de werkelijke schrijfster van- den brief geteekend „Boschviooltje", de origineele Arethusa Jenkins, de eigenares van coupon Te Amsterdam werd de bekende tooneelkunstenaar Frans van Diepenbeek gehuldigd ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum als tooneelkunstenaar. Eerste rij van links naar rechts: J. H. Vonk, Secretaris; Fr. van Diepenbeek; Mevr. Van DiepenbeekA. Groen, Voorzitter, en Schumacher, 2e Secretaris (Comité.) tegenover deze twee wereldmachten tot een mogendheid van den tweeden rang was gedaald. Ook de EngelschRussische te genstelling heeft door den machtsgroei van Engeland maar meer nog tengevo'ge van Rusland's tijdelijke machteloosheid, veel van haar beteekenis verloren. Niettemin heeft ze in China, waar de anti-Engelsche boycot hoofdzakelijk van Russischen 'oor sprong was, en in het afbreken der En gelschRussische diplomatieke betrekkin gen na den bekenden inval in het Londen- sche kantoor der Alrussische coöperatieve vereenigingen, ook dat jaar haar scherpte en gevaarlijkheid getoond. Het commu nisme heeft haar bovendien een nieuwen scherpen, kant gegeven, die ook in den Chineesehen strijd duchtig voelbaar is ge worden. Deze tijdelijke machteloosheid van Rus land heeft ook in Europa en wel in het bijzonder op den Balkan zijn invloed doen gelden. De tegenstellingen tiisschen Rus- 'l'and en de Donaumonarc tie, die 'daar groo ten deels den toestand bèheerschte, kwam te vervallen. En de EngelschRussische verloor er, doordat het Russische gevaar -voor Konstantinopel en den weg naar In- dië voorloopig was uitgeschakeld, haar groote beteekenis. Maar andere tegenstel lingen, ook voor den oorlog reeds bestaan de, wonnen aan kracht en schiepen op nieuw dreigende gevaren, waarvan juist in 1927 de ernst zich duidelijk demonstreerde. De tegenstelling tusschen Italië en het ver- groote Servië, thans Zuid-Slavië, kreeg nu de ItaliaanschOostenrijksche en Ser vischOostenrijksche was opgeheven, een scherpte, die op dit oogenblik den Euro- peeschen vrede op het ernstigst bedreigt. Het fascistisch Italië, imperialistischer en nationalistischer dan het Italië van vóór den oortog, streefde feller en beslister naar de heerschappij over de Adriatische Zee en den Westelijken Balkan en trachtte zijn aspi raties door middel van een overheerschende positie in Albanië te verwezenlijken. Dat bracht het in steeds dreigender tegenstel ling tot Zuid-Slavië. En de poging van Italië om Zuid-Slavië het beramen van een inval in A'Iibanië en het nemen van omvangrijke militaire maatregelen aan te wrijven, blijk baar de bedoeling verradend, om eigen mi litaire maatregelen te rechtvaardigen, toon de duidelijk tot welk een hoogte de be staande spanning reeds gestegen was. De bemiddelingspogingen van 'Frankrijk en Engeland hadden weliswaar een kaïmee- rende uitwerking, maar konden toch we gens Italië's afwerende houding de span- no. 31858, een feit was het, dit stond als een paal boven water, dat dit de persoon was, die gekomen was voor de afspraak. Witte japon, blauwe ceintuur, bouquet an jelieren, alles klopte. Toen opeens herinnerde hij zich, waar hij deze dame gezien had. Zij was het geweest, die uit het huis in Camonile Street gekomen was met een tasch in haar hand. De duivel hale Liza, zuchtte hij en het koude zweet brak hem uit. Zei u iets vroeg cfe dame, hem scherp aankijkend. Pardon, antwoordde de graaf onrus^ tig. Ik was... ik was... bezig een paar dichtregels op te zeggen. Ik aanbid de poëzie, zei de dame. De graaf keek schuin naar haar. Als dit werkelijk „Boschviooltje" is, dacht hij, dan ben ik uitgepraat. Ik moet dat op de een of andere manier zien uit te visschen. Als zij het is, dan smeer ik 'm. Ik hoop maar, dat zij mij niet verdenkt.... Wat moet ik doen Wat moet ik zeggen O... O... Wat een gek ben ik geweest Hij hoestte zenuwachtig. De dame keek hem met eenige onrust aan. Zij begon te gelooven dat hij er heel gekke manieren op na hield. Toen zij haar mantel had op gevouwen en naast zich en haar bloemen in het oog vallend op haar knie had ge legd, keek zij voor de zooveelste maal de Broad Walk af. De graaf, die zich door een vluggen blik achter zich overtuigd had, dat zijn anjelier niet meer zichtbaar was, vatte weer een weinig moed. De mijnheer is nog niet gekomen, merkte hij vriendelijk op. Neen, zei zijn buurvrouw bezorgd. Het is erg vreemd. O, heelemaal niet, heelemaal niet, zei ninig niet opheffen. En in het eind van het afgeloopen jaar bereikte die een hoogte, die het ernstigste voor >de naaste toekomst doet vreezen. Het was vooral Frankrijk's rechtstreek- sche bemoeiing, die er dat dreigend karak ter aan gaf, toen het verdrag tusschen Frankrijk en Zuid-Slavië het antwoord' van de publicatie van een nieuw Italiaansch Albaneesch verdrag uitlokte. Want het is de FranschItaliaansche tegenstelling, zich ook hier openbarend, die niet enkel op den Balkan, maar overal in Europa den vrede bedreigt. De Italiaansche vlootdemonstra- tie te Tanger, zoo levendig aan de Duitsche demonstratie van 1904 herinnerend, de monstreerde die tegenstelling in de Middel- Iandsche Zee. Maar ook in Midden-Europa deed ze haar gevaarlijken invloed gelden. Door de ratificatie van het verdrag van Parijs, dat, de in bezitname van Bessara- bië door Roemenië erkennend, Roemenië tot vriend moest maken, 'het verdrag met Hongarije en het verdrag met Duitschland trachtte Italië zich gezag en invloed in Midden^ en Zuid-Oost-Europa te verzeke ren en Frankrijk uit zijn hegemonistische positie te dringen. Tegenover deze nieuwe tegenstelling verloor het FranschDuitsche antagonisme ongetwijfeld veel van zijn beteekenis. Dat het niettemin noig vrijwel onverzwakt be staat, bewees het aanvankelijk verzet van Frankrijk tegen vermindering van de Rijn land-bezetting, die Duitschland als uitvloei sel der Locarno-politiek meende te mogen eischen en de felle woordenstrijd over den oorlog door Poincaré's redevoeringen te Lunéville en Orchies ingezet en door de Belgische beschuldigingen aan Duitsch- land's adres, eindigend in het afwijzen van Duitschland's voorstel1 om over de franc- tireurskwestie een enquete te openen, en Duitschland's replieken vervolgd. Maar het was toch meer dan deze de FranschIta liaansche tegenstelling die het Európeesche leven overheerschte en het oorlogsgevaar gevaarlijk dichtbij bracht. Kosten van steunverleening. Op de vraag van den heer Knottenbelt betreffende het verstrekken van gegevens nopens de kosten van rijk en gemeenten van de in het belang der werkloozen ge troffen maatregelen, antwoordt de minister van binnenil'andsche zaken en landbouw de graaf. Ik denk dat hij door het een of ander is opgehouden. Hij zal nog wel komen opdagen. Hoe zei u ook weer dat hij eruit zag Ik zou hem misschien kun nen opsporen. O, hernam de dame een beetje ver legen, een knappe jonge man, groot en slank en breedgeschouderd... met donker krulhaar. Is het werkelijk, vroeg d'e graaf, die vrijer begon adem te halen. En zijn gezicht Zijn gezicht Dat kan ik niet zoo precies beschrijven, maar ik zou hem in reder geval herkennen. Zei u niet dat het uw broer was loog de graaf brutaal. Dan lijkt hij ze ker" op u. O neen, dat het mij-n broer was heb ik niet gezegd1, antwoordde Boschviooltje met kiesche verlegenheid. U hebt mij verkeerd begrepen. Het is... natuurlijk... mijn verloofd'e. Uw wat Mijn verloofde. Uw verloofde Ja, zei miss Jenkins, die vertrouwe lijk begon te worden, ik ben met ee«n edelman verloofd. Dus u is verloofd met een edelman zei MacCarthy, zoodra het hem weer mo gelijk was te spreken. Ja, bevestigde de dame. Het is een lange geschiedenis, net een roman. Hij maakte per brief een afspraak met mij om hem vanmiddag hier te ontmoeten. Ik zou een bouquet anjelieren dragen. Goede hemel 1 riep de graaf uit. Zei u wat vroeg de dame. Ik Weineen, mevrouw, hoe komt u erbij zei de graaf kortweg Gaat u De gemeenten plegen in haar begrootin gen en rekeningen niet altijd nauwkeurig te onderscheiden de uitgaven, welke zij o.m. doen voor steunverleening en werkver schaffing. De toenmalige minister van biiv- nenlandsche zaken en landbouw heeft dan ook, toen de heer H. Colijnsop 13 Maart 1923 over deze materie vragen stelde, een/ omvangrijk onderzoek doen instellen. De resultaten van dat onderzoek zijn medege deeld op 12 April en 6 Juli 1923. Ook thans is het instellen van een uit gebreid onderzoek noodzakelijk, weshalve de ondergeteekende, zoolang dat niet is afgeloopen, niet de gevraagde gegevens kan verstrekken. Wijziging reglement van orc^e der Tweede Kamer. Verschenen is het verslag der Tweede Kamer over het wetsvoorstel der heeren Braat en Lingbeek tot wijziging van net reglement van orde der Kamer. Zeer vele leden hadden tegen dit voor stel ernstig bezwaar, daar de beoaling, dat een motie of een wijzigingsvoorstel der. steun moet hebben van tenminste 5 leden in het reglement van orde is opgenomen om te voorkomen dat een enkel lid of een zeer gering aantal leden den geregelde» voortgang van den arbeid dei Kam ar zou den kunnen belemmeren. De ervarmg heeft geenszins aangetoond, dat de z.g. een manspartijen moeite hebben om bij andere partijen den noodigen steun te krijgen. Eenige leden merkten op, dat naar hun meening de practijk, om steun te verieenen aan moties en wijzigingsvoorstell»an, waar mede men het niet eens is, alleen om de behandeling daarvan mogelijk te maken, een misbruik ïs, waaraan een eind dient te komen. De nieuwe Nederlandsche gezant te Brussel. Naar het „Huisgezin" uit Den Haag ver neemt, zou onze tegenwoordige gezant te §aragevon dcrHcul AUTO-VERHUUR-INRICHTING TELEFOON 133 WF DAG en wacht alstublieft verder. Ik vroeg hem, m'n lieven jongen, een zelfde bloem in zijn knoopsgat te dragen, 't Zijn mijn lievelingsbloemen, weet u... maar... o... lieve deugd, als ik eraan denk dat ik dit alles aan u zit te vertellen... aan een wildvreemde. Uw vertrouwelijkheid is bij mij vol komen veilig, madam, zei de graaf. Ik zal er met niemand over praten. Maar mag ik u vragen, waarom, als u met een heer verloofd is... Met een edelman, verbeterde de dame. O, pardon, met een edelman mag ik u dan vragen waarom die bloemen dan eigenlijk noodig waren O, dat is juist het romantische, legde de dame uit. Ofschoon we verloofd zijn hebben we elkaar nog nooit ontmoet, dat is te zeggen, ik heb hèm gezien, maar hij mij nooit. Het is een allerzonderlingste geschiedenis. Dat schijnt tenminste zoo, monkelde de graaf. Maar nil u mij toch eenmaal in vertrouwen hebt genomen, madam, mag ik dan vragen, hoe het mogelijk is, dat u met hem verloofd is, als u hem nooit ge zien hebt O... dat, zei de dame met een inne- menden glimlach, dat is juist ons ge heim, en ze keek haar buurman cocquet aan. Ik kan u wel verklaren, dat het grootendeels door correspondentie tot stand kwam. Terwijl zij sprak haalde zij een papier voor den dag, dat de verbijsterde graaf herkende als zijn eigen brief. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1927 | | pagina 1