R
WOENSDAG 38 DECEMBER
burgsche
v. Stoomvaart
In passagiers,
IHET JAAR 1927.
I
toe dtuirgting!
m n-
ge-
faaie
Eta-
o e
:igen.
'ER
IS MINE
1EHM
feijagers
is mine
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
DE HUWELIJKSLOTERIJ.
BINNENLAND
Autoritten Station
IM
»s
i
v.Midd
v. Rott,
er
v.m.uur
v.m.uur
0
8
n
8
8
ari
8
8
i te bekomen
I. Tranaport- en Exp.
Q. VOS, Telefoon
Eenhoorn, Teiei. 153.
psterhout, Tel. 282.
buitenhek, Tel. 101
[door de bladen
|n ons land dit
[eland" geabon-
pindigen zonder
:bt gehaald. De
let genoegen dat
|g heden onder-
)pe met 2 cents
,Ons Zeeland"
Istraat F 33
|e!burg.
ruari 1928 voor
er tot wederop-
id en tevens te
n „Rawana het
stnummer 1927.
s.v.p.
MLISSINGSCHE COURANT
ond. -&&
Kinder- en
nmers
net
^ISJE
Adres: Mevrouw
brit 47.
schaatsen.
i „Vliss. Courant".
Jielburg-Rotterdam
lelegen plaatsen.
EN EN VEE.
ABONNEMENTS PRIJS
J Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
llitren 2.20 per drie maanden. Franco
lljor liet gelieele rijk 2.50. Week-abon-
l.tnienten 17 cent, alles bij vooruitbeta-
!i"e'
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 5 regels 1.25, voor iederen
'gel meer 25 centbij abonnement spe-
lliaie prijzen. Reclames 50 cent per regel
l(|eitie Advertenties betreffende Huur en
■Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie-
Ifmgen en Dienstaanvragen, enz. prijs bij
Ijooruitbetalimg van 15 regels 0.75, voor
léderen regel meer 15 cent
BERICHT.
Zij, die zich met 1
Januari op de „Vlis-
jsingsche Courant" abonnee-
ren, ontvanger» de tot dien
(datum verschijnende num-
|mers gratis.
DIENSTPLICHT.
Vrijstellingen wegens kostwinnerschap.
De Burgemeester van Vlissingen brengt
Iingevolge art. 44, 2e lid van het Dienst-
Iplichtbesluit ter openbare kennis, dat door
Iden Minister van Oorlog, bij beschikkin-
1 gen van 23 December 1927 nos. 228 V.
I en 244 V. van den Dienstplicht zijn vrijge-
Isteld wagens kostwinnerschap voor den tijd
Ivan twee jaren, reap. ingaande 18 en 19
I.Maart 1928 de ingeschrevenen voor den
I Dienstplicht dezer gemeente HUIBRECHT
IhUBERTUS JACOBUS QUITE, lichting
11926 en ANTONIUS PETRUS VAN PAME-
ILEN, lichting 1928.
I Tegen deze uitspraken kunnen van af
I lieden binnen tien 'dagen bij de Kroon in
I beroep komen, de ingeschrevenen wien de
I uitspraken gelden, elk der overiige voor
I deze gemeente ingeschreven personen of
I de wettige vertegenwoordigers.
I Het verzoekschrift dat met redenen om-
I kleed moet zijn, moet worden ingediend bij
I den Burgemeester ter Secretarie dezer ge-
I meente.
De Burgemeester zoqgt voor de doonzen-
I ding van het verzoekschrift.
Vlissingen, 27 December 1927.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
I.
Onze tijd is een tijd van steeds sterker
I en steeds dieper bewustwording. Het is de
instinctieve drang naar een duidelijker in
zicht, een zuiverder kennis, die er zich in
uitspreekt. Maar het is de ontwikkeling van
het leven zelve, die dezen drang aandrijft
I en versterkt, die ons dwin,gt, telkens op
nieuw, ons rekenschap te geven. Wij moe
ten ons bezinnen en ons de strekking van
I het gebeuren rondom ons duidelijk maken,
willen we tot den systematischen opbouw
van het leven in staat zijn, waartoe de toe-
I nemende samengesteldheid van dat leven
ons noodzaakt. Heeft niet de oeconomische;
conferentie, het afgeloopen jaar te Genève
gehouden, ons getoond, hoe de oeconomi-
sche noodstand, waarin we verkeeren, ons
tot de bezinning op ons oeconomisch leven
drong? Hef is deze bezinning alleen, die
ons den wqg kan wijzen in het onbekende
land der toekomst. En daarom is 'het nog
iets anders dan een geheohtheid aan het
verleden, het verzet, steilken wordende
naarmate de jaren klimmen, ons van dat
verleden los te maken, die ons telkens op
nieuw dwingt tot een stilstaan en een te
rugzien over den weg, dien wij gingen. Het
leven gaat veelal te snel aan ons voorbij.
Wij kunnen de momenten niet vasthouden
om er de zwaarte van te wegen. De betee-
kenis van wat vaak in zoo verbijsterende
vlucht langs ons heentrekt, ontgaat ons
Uit het Engelsch
CHARLOTTE O'CONNOR ECCLES.
(Nadruk verboden),
ol)
Ja, zeide de dame met een beminne-
lijken glimlach. Mijn vriend1... een vriend
zou een rood'e anjelier in zijn knoopsgat
en witte zakdoek dragen en zou mij hier
ontmoeten. Ik begin te vreezen dat ik hem
•nisgefoopen ben. Hebt u hem bij toeval
niet ergens gezien? Terwijl zij sprak
schudde zij haar bouquet anjelieren.
Goede hemel, neen mevrouw, riep de
graaf met het vuur van iemand, die in
doodsangst zit, en terwijl hij sprak liet hij
Z1jn eigen anjelier door een handige bewe
ging van vinger en duipj, verborgen onder
de panden van zijn ja§>» om gemerkt in het
gras vallen.
O, zei de dame, verwonderd over zijn
onstuimigheid. Ik vraag u wel excuss.
k dacht dat u hem misschien gezien kon
nebben. Ik wacht al zoo lang. Het is ver
velend, dat mijn vriend zoo laat is.
Is hij dan laatstamelde de graaf.
Ja> erg laat. Hij zou om vier uur hier
zijn en het is nu al half vijf.
Het spookte wild in de hersenen van den
graaf. Hij verzette zich met kracht tegen
de afschuwelijke gedachte, die bij hem op
kwam. Neen het was niets anders dan
den heel toevallige samenloop van omstan
digheden, maar dan toch wel een heel toe-
vallige, die twee vrouwen met anjelieren
°P precies dezelfde plaats, hetzelfde uur
€n den zelfden dag een afspraak deed
maar al te dikwijls. Maar er zijn oogen-
blfikken, uren, dagen, waarop de behoefte
aan bezinning zich aan ons opdringt, waar
op we als vanzelf stil worden en den blik
van het voorbijvliegende leven keeren naar
binnen toe en naar de beelden van het
voorbijgegane, die er levend gebleven zijn,
en dat we duidelijker de gestalte en den
vorm dier beelden trachten te ontwaren en
ons hun beteekenis te verklaren. Dat is,
wanneer het leven of de dood met bijzon
dere nadrukkelijkheid aan de deur van ons
hart klopt. Maar het is ook op die dagen
en uren van algemeene herinnering, wan
neer nieuwe vormen en nieuwe gezichten
ons doen opzien en het leven voor ons oog
een andere gedaante schijnt aan te nemen,
wanneer we met alle anderen luisteren naar
den klank der klokken, die boven de sche
merige velden en in het geheimzinnig half
duister der steden en stadjes het oude jaar
uitluiden. En terugziend over het verleden,
vragen we ons af, wat dat verleden, wat
in de eerste plaats het weigstervende jaar
voor ons, voor anderen, voor de wereld
beteekende.
De verwachtingen, die we in 1918 koes
terden, zijn reeds lang teniet gedaan. Wij
hopen niet meer op een nabije toekomst
van vrede en gerechtigheid, als toen we
meenden dat de wenelctöorlog de mensch-
heid voor goed den waanzin van allen oor-
ilbg had geleerd. Maar met steeds angstiiger
nadrukkedijkheid begint de laatste jaren de
vrees aan ons op te dringen, dat zelfs het
tegenwoordig geslacht, dat de verschrik
kingen van den oorlog doorleefde, van deze
ervaring maar weinig geleerd heeft, zoodat
VERSCHERPING DER POLITIEKE EN
OECONOMISCHE TEGENSTELLINGEN
de mogelijkheid, ja de waarschijnlijkheid
van den oorlog niet in het verre verschiet,
maar in de naaste toekomst met ontstellen
de duidelijkheid openbaart. Met onzen fan
tastisch snei'ien vooruitgang op technisch
gebied, zooals zich die ook het afgeloopen
jaar in de fabelachtige ontwikkeling van
het vhegwezen en de vliegtochten over
den Oceaan en naar andere werelddeelen
zoo duidelijk heeft igetoond, houdt de ver
ruiming van ons verstandelijk inzicht en
den groei van ons zedelijk leven geen ge
lijken tred. In velerlei opzicht kunnen we
ons aan de babaarschheid nog niet ontwor
stelen. En wanneer we ons van de betee
kenis van het jaar 1927 rekenschap geven,
dan zien we dit jaar allereerst als het jaar,
waarin de groeiende internationale tegen
stellingen zich tot een gevaarlijke scherpte
hebben toegespitst, en in Europa een steer
hebben doen ontstaan, die ongetwijfeld het
oorlogsgevaar beduidend naderbij heeft
gebracht.
Van de bestaande tegenstellingen hebben
de meeste £ieh min of meer onverzwakt ge
handhaafd en hebben andere aanzienlijk
aan kracht gewonnen en is slechts een en
kele tengevolge van den afloop van den
oorlog geheel verdwenen. Maar nieuwe
hebben zich ontwikkeld', zoo in als buiten
Europa. En in het lugubere spel om de
macht treden nog vrijwel dezelfde spelers
op met vrijwel dezelfde eischen, zij het met
grootere felheid vaak, zij het soms in ge
wijzigde gedaante en met gewijzigde wa
penrusting. De strijd tussohen Engeland en
Duitschland om de wereldmacht is feitelijk
beslist. Maar een andere en gevaarlijker
mededinger is in het zoo machtig gegroeide
Amerika tegenover Engeland opgetreden.
En de botsing tusschen Amerikaansche en
Engeüsche belangen in Abessinië, waar
Amerikaansche ingenieurs een 'stuwdam in
den Nij'l zouden bouwen, waardoor Egyp-
de's en Soedan's watervoorziening be
dreigd werd, heeft in het afgeloopen jaar
reeds de beteekenis der nieuwe tegenstel
ling in het licht gesteld. Amerika is de
groote nieuwe wereldmacht, die alleen nog
in het Britsohe rijk zijn gelijke heeft te
vreezen. Het Amerikaansch-Japansch anta
gonisme, voor den vrede in den' Grooten
Oceaan zoo gevaarlijk, is daardoor tot an
dere proporties teruggebracht. En de ma
ritieme conferentie te Genève, op presi
dent Coolidge's voorstel na de weigering
van Frankrijk en Italië, tusschen Amerika,
Engeland en Japan over de beperking der
bewapening gehouden en de oneenighejd
tusschen Amerika en Engeland over de
tonnenmaat der toe te stane kruisers te
bouwen, loonden wel duidelijk, hoe" Japan
hebben.
Ik hoop dat u mij niet kwalijk nemen
zult dat ik u aangesproken heb, ging de
dame opefinnemenden toon voort, maar
u ziet er zoo vriendlelijk uit en ir was hier
eerder dan ik en... en u scheen zelf ook
naar iemand uit te kijken daarom dacht
ik, dat u misschien mijn... mijn vriend op
gemerkt zou hebben.
O neen, zie de graaf snel. Ik wacht
op niemand misschien doe ik zoo omdat
dat nu eenmaal zoo mijn manier is. Ik ik
ben een vreemdeling.
HOOFDSTUK XXI.
De zedige Boschviooltje.
Plotseling werd MacCarthy's aandacht
getrokken door een beweging van zijn
buurvrouw. Ze begon de knoopen van
haar langen donkeren mantel los te knoo
pen en ontdeed zich ervan en ontsluierde
zoo voor de verschrikte oogen van den
graaf een blauwe ceintuur en een japon
van witte stof.
Was het mogelijk? Neen dit was
zeker „Boschviooltje" niet. Hij zette het
idee met kracht van zich af, maar een ver
schrikkelijk angstgevoel maakte zich van
hem meester. Wie kon het dan wel zijn,
als zi; het niet was
Verbijsterd1, terwijl zijn visioenen van
geluk zich bij het gezicht van deze vreem
de verschijning in de oneindigheid oplos
ten, zat hij met afgrijzen nair zijn buur
vrouw te staren. De zékerlieM kwam over
hem Er kon geen vergissing in het spel
zijn. Dit was het verschrikkelijke noodlot.
Of zij de werkelijke prijswinster was of
niet, de werkelijke schrijfster van- den brief
geteekend „Boschviooltje", de origineele
Arethusa Jenkins, de eigenares van coupon
Te Amsterdam werd de bekende tooneelkunstenaar Frans van Diepenbeek gehuldigd ter gelegenheid van zijn 40-jarig
jubileum als tooneelkunstenaar. Eerste rij van links naar rechts: J. H. Vonk, Secretaris; Fr. van Diepenbeek; Mevr.
Van DiepenbeekA. Groen, Voorzitter, en Schumacher, 2e Secretaris (Comité.)
tegenover deze twee wereldmachten tot
een mogendheid van den tweeden rang was
gedaald. Ook de EngelschRussische te
genstelling heeft door den machtsgroei van
Engeland maar meer nog tengevo'ge van
Rusland's tijdelijke machteloosheid, veel
van haar beteekenis verloren. Niettemin
heeft ze in China, waar de anti-Engelsche
boycot hoofdzakelijk van Russischen 'oor
sprong was, en in het afbreken der En
gelschRussische diplomatieke betrekkin
gen na den bekenden inval in het Londen-
sche kantoor der Alrussische coöperatieve
vereenigingen, ook dat jaar haar scherpte
en gevaarlijkheid getoond. Het commu
nisme heeft haar bovendien een nieuwen
scherpen, kant gegeven, die ook in den
Chineesehen strijd duchtig voelbaar is ge
worden.
Deze tijdelijke machteloosheid van Rus
land heeft ook in Europa en wel in het
bijzonder op den Balkan zijn invloed doen
gelden. De tegenstellingen tiisschen Rus-
'l'and en de Donaumonarc tie, die 'daar groo
ten deels den toestand bèheerschte, kwam
te vervallen. En de EngelschRussische
verloor er, doordat het Russische gevaar
-voor Konstantinopel en den weg naar In-
dië voorloopig was uitgeschakeld, haar
groote beteekenis. Maar andere tegenstel
lingen, ook voor den oorlog reeds bestaan
de, wonnen aan kracht en schiepen op
nieuw dreigende gevaren, waarvan juist in
1927 de ernst zich duidelijk demonstreerde.
De tegenstelling tusschen Italië en het ver-
groote Servië, thans Zuid-Slavië, kreeg
nu de ItaliaanschOostenrijksche en Ser
vischOostenrijksche was opgeheven, een
scherpte, die op dit oogenblik den Euro-
peeschen vrede op het ernstigst bedreigt.
Het fascistisch Italië, imperialistischer en
nationalistischer dan het Italië van vóór den
oortog, streefde feller en beslister naar de
heerschappij over de Adriatische Zee en den
Westelijken Balkan en trachtte zijn aspi
raties door middel van een overheerschende
positie in Albanië te verwezenlijken. Dat
bracht het in steeds dreigender tegenstel
ling tot Zuid-Slavië. En de poging van Italië
om Zuid-Slavië het beramen van een inval
in A'Iibanië en het nemen van omvangrijke
militaire maatregelen aan te wrijven, blijk
baar de bedoeling verradend, om eigen mi
litaire maatregelen te rechtvaardigen, toon
de duidelijk tot welk een hoogte de be
staande spanning reeds gestegen was. De
bemiddelingspogingen van 'Frankrijk en
Engeland hadden weliswaar een kaïmee-
rende uitwerking, maar konden toch we
gens Italië's afwerende houding de span-
no. 31858, een feit was het, dit stond als
een paal boven water, dat dit de persoon
was, die gekomen was voor de afspraak.
Witte japon, blauwe ceintuur, bouquet an
jelieren, alles klopte.
Toen opeens herinnerde hij zich, waar
hij deze dame gezien had. Zij was het
geweest, die uit het huis in Camonile
Street gekomen was met een tasch in haar
hand. De duivel hale Liza, zuchtte hij
en het koude zweet brak hem uit.
Zei u iets vroeg cfe dame, hem
scherp aankijkend.
Pardon, antwoordde de graaf onrus^
tig. Ik was... ik was... bezig een paar
dichtregels op te zeggen.
Ik aanbid de poëzie, zei de dame.
De graaf keek schuin naar haar.
Als dit werkelijk „Boschviooltje" is,
dacht hij, dan ben ik uitgepraat. Ik moet
dat op de een of andere manier zien uit te
visschen. Als zij het is, dan smeer ik 'm.
Ik hoop maar, dat zij mij niet verdenkt....
Wat moet ik doen Wat moet ik zeggen
O... O... Wat een gek ben ik geweest
Hij hoestte zenuwachtig. De dame keek
hem met eenige onrust aan. Zij begon te
gelooven dat hij er heel gekke manieren
op na hield. Toen zij haar mantel had op
gevouwen en naast zich en haar bloemen
in het oog vallend op haar knie had ge
legd, keek zij voor de zooveelste maal de
Broad Walk af. De graaf, die zich door
een vluggen blik achter zich overtuigd had,
dat zijn anjelier niet meer zichtbaar was,
vatte weer een weinig moed.
De mijnheer is nog niet gekomen,
merkte hij vriendelijk op.
Neen, zei zijn buurvrouw bezorgd.
Het is erg vreemd.
O, heelemaal niet, heelemaal niet, zei
ninig niet opheffen. En in het eind van het
afgeloopen jaar bereikte die een hoogte,
die het ernstigste voor >de naaste toekomst
doet vreezen.
Het was vooral Frankrijk's rechtstreek-
sche bemoeiing, die er dat dreigend karak
ter aan gaf, toen het verdrag tusschen
Frankrijk en Zuid-Slavië het antwoord' van
de publicatie van een nieuw Italiaansch
Albaneesch verdrag uitlokte. Want het is
de FranschItaliaansche tegenstelling, zich
ook hier openbarend, die niet enkel op den
Balkan, maar overal in Europa den vrede
bedreigt. De Italiaansche vlootdemonstra-
tie te Tanger, zoo levendig aan de Duitsche
demonstratie van 1904 herinnerend, de
monstreerde die tegenstelling in de Middel-
Iandsche Zee. Maar ook in Midden-Europa
deed ze haar gevaarlijken invloed gelden.
Door de ratificatie van het verdrag van
Parijs, dat, de in bezitname van Bessara-
bië door Roemenië erkennend, Roemenië
tot vriend moest maken, 'het verdrag met
Hongarije en het verdrag met Duitschland
trachtte Italië zich gezag en invloed in
Midden^ en Zuid-Oost-Europa te verzeke
ren en Frankrijk uit zijn hegemonistische
positie te dringen.
Tegenover deze nieuwe tegenstelling
verloor het FranschDuitsche antagonisme
ongetwijfeld veel van zijn beteekenis. Dat
het niettemin noig vrijwel onverzwakt be
staat, bewees het aanvankelijk verzet van
Frankrijk tegen vermindering van de Rijn
land-bezetting, die Duitschland als uitvloei
sel der Locarno-politiek meende te mogen
eischen en de felle woordenstrijd over den
oorlog door Poincaré's redevoeringen te
Lunéville en Orchies ingezet en door de
Belgische beschuldigingen aan Duitsch-
land's adres, eindigend in het afwijzen van
Duitschland's voorstel1 om over de franc-
tireurskwestie een enquete te openen, en
Duitschland's replieken vervolgd. Maar het
was toch meer dan deze de FranschIta
liaansche tegenstelling die het Európeesche
leven overheerschte en het oorlogsgevaar
gevaarlijk dichtbij bracht.
Kosten van steunverleening.
Op de vraag van den heer Knottenbelt
betreffende het verstrekken van gegevens
nopens de kosten van rijk en gemeenten
van de in het belang der werkloozen ge
troffen maatregelen, antwoordt de minister
van binnenil'andsche zaken en landbouw
de graaf. Ik denk dat hij door het een
of ander is opgehouden. Hij zal nog wel
komen opdagen. Hoe zei u ook weer dat
hij eruit zag Ik zou hem misschien kun
nen opsporen.
O, hernam de dame een beetje ver
legen, een knappe jonge man, groot en
slank en breedgeschouderd... met donker
krulhaar.
Is het werkelijk, vroeg d'e graaf, die
vrijer begon adem te halen. En zijn
gezicht
Zijn gezicht Dat kan ik niet zoo
precies beschrijven, maar ik zou hem in
reder geval herkennen.
Zei u niet dat het uw broer was
loog de graaf brutaal. Dan lijkt hij ze
ker" op u.
O neen, dat het mij-n broer was heb
ik niet gezegd1, antwoordde Boschviooltje
met kiesche verlegenheid. U hebt mij
verkeerd begrepen. Het is... natuurlijk...
mijn verloofd'e.
Uw wat
Mijn verloofde.
Uw verloofde
Ja, zei miss Jenkins, die vertrouwe
lijk begon te worden, ik ben met ee«n
edelman verloofd.
Dus u is verloofd met een edelman
zei MacCarthy, zoodra het hem weer mo
gelijk was te spreken.
Ja, bevestigde de dame. Het is een
lange geschiedenis, net een roman. Hij
maakte per brief een afspraak met mij om
hem vanmiddag hier te ontmoeten. Ik zou
een bouquet anjelieren dragen.
Goede hemel 1 riep de graaf uit.
Zei u wat vroeg de dame.
Ik Weineen, mevrouw, hoe komt u
erbij zei de graaf kortweg Gaat u
De gemeenten plegen in haar begrootin
gen en rekeningen niet altijd nauwkeurig te
onderscheiden de uitgaven, welke zij o.m.
doen voor steunverleening en werkver
schaffing. De toenmalige minister van biiv-
nenlandsche zaken en landbouw heeft dan
ook, toen de heer H. Colijnsop 13 Maart
1923 over deze materie vragen stelde, een/
omvangrijk onderzoek doen instellen. De
resultaten van dat onderzoek zijn medege
deeld op 12 April en 6 Juli 1923.
Ook thans is het instellen van een uit
gebreid onderzoek noodzakelijk, weshalve
de ondergeteekende, zoolang dat niet is
afgeloopen, niet de gevraagde gegevens
kan verstrekken.
Wijziging reglement van orc^e der Tweede
Kamer.
Verschenen is het verslag der Tweede
Kamer over het wetsvoorstel der heeren
Braat en Lingbeek tot wijziging van net
reglement van orde der Kamer.
Zeer vele leden hadden tegen dit voor
stel ernstig bezwaar, daar de beoaling, dat
een motie of een wijzigingsvoorstel der.
steun moet hebben van tenminste 5 leden
in het reglement van orde is opgenomen
om te voorkomen dat een enkel lid of een
zeer gering aantal leden den geregelde»
voortgang van den arbeid dei Kam ar zou
den kunnen belemmeren. De ervarmg heeft
geenszins aangetoond, dat de z.g. een
manspartijen moeite hebben om bij andere
partijen den noodigen steun te krijgen.
Eenige leden merkten op, dat naar hun
meening de practijk, om steun te verieenen
aan moties en wijzigingsvoorstell»an, waar
mede men het niet eens is, alleen om de
behandeling daarvan mogelijk te maken,
een misbruik ïs, waaraan een eind dient te
komen.
De nieuwe Nederlandsche gezant
te Brussel.
Naar het „Huisgezin" uit Den Haag ver
neemt, zou onze tegenwoordige gezant te
§aragevon dcrHcul
AUTO-VERHUUR-INRICHTING
TELEFOON 133
WF DAG en wacht
alstublieft verder.
Ik vroeg hem, m'n lieven jongen, een
zelfde bloem in zijn knoopsgat te dragen,
't Zijn mijn lievelingsbloemen, weet u...
maar... o... lieve deugd, als ik eraan denk
dat ik dit alles aan u zit te vertellen... aan
een wildvreemde.
Uw vertrouwelijkheid is bij mij vol
komen veilig, madam, zei de graaf. Ik
zal er met niemand over praten. Maar mag
ik u vragen, waarom, als u met een heer
verloofd is...
Met een edelman, verbeterde de
dame.
O, pardon, met een edelman mag
ik u dan vragen waarom die bloemen
dan eigenlijk noodig waren
O, dat is juist het romantische, legde
de dame uit. Ofschoon we verloofd zijn
hebben we elkaar nog nooit ontmoet, dat
is te zeggen, ik heb hèm gezien, maar hij
mij nooit. Het is een allerzonderlingste
geschiedenis.
Dat schijnt tenminste zoo, monkelde
de graaf. Maar nil u mij toch eenmaal
in vertrouwen hebt genomen, madam, mag
ik dan vragen, hoe het mogelijk is, dat u
met hem verloofd is, als u hem nooit ge
zien hebt
O... dat, zei de dame met een inne-
menden glimlach, dat is juist ons ge
heim, en ze keek haar buurman cocquet
aan. Ik kan u wel verklaren, dat het
grootendeels door correspondentie tot
stand kwam.
Terwijl zij sprak haalde zij een papier
voor den dag, dat de verbijsterde graaf
herkende als zijn eigen brief.
(Wordt vervolgd.)