GEMENGD NIEUWS
Door de enge straatjes en nauwe steegjes
baan ik mij over allerlei steenen en derge
lijke obstacles een weg naar de moderne
stad. Het is stikdonker en dood, doodstil
in dit oude gedeelte. Slechts hier en daar
buigt zich een verweerde kop uit een
raampje en beantwoordt mijn groet met een
vriendelijk „Lakunotsj". Een Servisch
Wel te rusten.
Alles slaapt, alles rust, slechts een enkel
groentewinkeltje is nog open en een gele
acetyleenvlam snijdt hel een gat in het mij
ten allen kant omringend duister. Welk een
kleurenweelde, deze vruchten van dit geze
gende klimaat...
In de nieuwe stad verflauwt ook reeds
het roezige leven van den Altag. Wat wilt
ge Het is onderhand ook al negen uur
geworden en niet alleen kin der-bedtijd...
En morgen vroeg zal ik dit Europeesche
stukje leven alreeds hebben te verlaten om
mij voor eenige weken af te zonderen en
terug te trekken in een deel van de wereld,
waar men eigenlijk nog slechts in een we
reld van het herdenken leeft.
En die daarom in menig opzicht zooveel
verkieselijker dan de tegenwoordige is.
Dr. C. DE MAREES VAN
SWINDEREN.
HET SCHAAKSPEL
Redacteur J. D. C. DE VRIES.
Correspondentie en oplossingen te zenden
onder motto „Schaakrubriek" aan het
bureau der „Vlissingsche Courant"
Walstraat 5860.
Probleem No. 54.
Componist A. Ellerman.
Zwart.
Wit.
abcdefgh
Wit: Khl, Db5, Tf6, La8, Lh2, Pe5, Pfl,
p d5, g4 (9).
Zwart Ke4, Td3, La2, Lb4, Pb2, Ph7
p a3, c5, d2, d4, g5 (11).
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
N.B. den eersten zet wordt geen schaak
gegeven en geen stuk geslagen.
Oplossing Probleem No. 52.
1b7b8P
A. Ke8d8 2. De6—d7i
B. Ke8—f8 2. De6—m
C. Lc7d8 2. idem
D. Lc7 ad 2. De6—c8:j:
libitum
E. TI18—f8 2. De6—d7t
F. Th8g8 2. De6Xg8t
G. Th8 ad 2. De6—g8j
libitum.
Goede oplossingen G. H., T. St., A. C.,
Pion A„ Pion B„ W. J. G. L.
Opmerking van den heer T. St.
„Het paard op a8 kan evengoed wegge
laten worden. Het probleem verandert
daardoor niet. Of staat dat daar om den
oplosser te verleiden tot bxa8D, waarop
volgt Lc7d8 en geen mat
Wenscht men de economie der stukken
bij problemen streng in acht te nemen, dan
moet geen stuk worden aangebracht, dat
niet meewerkt tot de matstelling. In dien
strikten zin is het paard opüS overbodig.
Naar onze meening is het aangebracht om
den oplosser van 't probleem de vraag te
stellen Is een mat bij b7Xa8 ook moge
lijk 7 De opgave wordt dus door het paard
op a8 iets verzwaard 1
Eindspel V van Pion A.
WitKb8. Td5, p a6 (3).
Zwart Khl, Tal, p c7, c4, d6 (5).
Zwart maakt remise.
Het is duidelijk, dat, wanneer zwart pion
a6 verovert, zonder zijn kasteel te verliezen,
de partij voor hem minstens remise oplevert.
Wit zal dus allereerst pion aS bescher
men en speelt derhalve
1 a 6a7
Verder is het duidelijk, dat, als zwarts
kasteel en koning op de eerste rij blijven,
wit door Td5dit zwart dwingt dit kasteel
te slaan. Dan volgt a7a8Dt en zwart ver
liest de partij. De zwarte koning moet dus
de eerste rij verlaten en za! zwart de partij
willen winnen, dan moet hij een pion tot de
eerste rij laten oprukken. Dat opmarcheeren
moet geschieden met hulp van den koning,
daar anders het witte kasteel de zwarte
pionnen verovert, want het zwarte kasteel,
moet pion al blijven bewaken. De zwarte
koning moet dus bij de pionnen worden ge
bracht. Zwart speelt dus
1 Khl—g2
Het witte kasteel kan niet Td5d3 spe
len, daar het dan verloren gaat. De koning
kan dus de derde rij bereiken.
Door de volgende variant krijgt wit een
verloren spel.
2 Td5d2f Kg2—f3
3 Td2c2 d6d5
4 Tc2c3f Kf3e4
Wit zal dus beproeven den pion c4 te
veroveren, daar hij den koning niet kan
tegenhouden. Probeert hij dat laatste, dan
dringen de zwarte pionnen op.
We kunnen nu krijgen
A.
2 Td5—d4 c4c3
3 Td4c4 Kg2—f3
4 Tc4Xc3f Kf3e4
5- Tc3xc7 d6—d5
De witte koning kan niet naderbij komen
om den pion te helpen veroveren, b.v.
6 a7a8D Talxa8f
7 Kb8Xa8 Ke4—e3
Nu kan het witte kasteel den zwarten
pion wel slaanmaar niet veroveren, b.v.
8 Tc7—e7f Ke—d3
9 Te7—h7 d5—d4
10 ffh7—h3f Kd3c4
11 jpih3h4 Kc4c3
12 Th4h3t d4—d3
13 Th3hl d3—d2
14 Thl—al Kc3c2
15 Tal—a2f Kc2—dl
16 Ta2—alt Kdl—e2
17 Tal— a2 Ke2—el
18 Ta2—alt d2—dlD
19 TalXdlt KelXdl
Remise.
Er kunnen natuurlijk wel andere zetten
gespeeld worden, maar het einde is bij goed
spel steeds remise. Zoo ook bij 't volgende.
B.
2 Td5d4 c4—c3
3 Td4d3 c3c2
4 Td3d2t Kg2—f3
5 Td2Xc7 Kf3e4
Verder als A.
Partij No. 55.
Tournooi te Bad Homburg 1927.
Dame-pion-opening.
WitBogoljubow.
1 d2d4
2 c2c4
3 Pbl—c3
4 Pgl— f3
e2e3
Zwart Reti.
Pg8—f6
e7e6
d7—d5
Pb8d7
c7c5
Van dezen zet maakt wit gebruik om aan
zwart een alleenstaanden pion te bezorgen.
Om de verovering van dezen pion draait
dan het verdere spel.
6-
c4Xd5
e6Xd5
7
d4Xc5
Pd7xc5
8
LflXb5t
Lc8d7
9
0—0
Ld7Xb5
10
Pc3Xb5
Lf8e7-
11
b2b3
0—0
12
Lel—b2
Dd8b6
13
Pb5c3
Tf8d8
14
Pf3—d4
Tal—cl
15
Pd4—f5
Le7—f8
16
Pc3e2
Pc5e4
17
f2—f3
Pe4d6
18
Lb2d4
Db6a6
19
Pf5—h6f
Een mooie zet, waardoor de rokadestel-
ling van zwart ontwricht wordt.
19 g7Xh6
20 Ld4Xf6 Pd6—f5
Speelt wit nu 21 Lf6Xd8, dan volgt
Pf5xe3 en zwart wint een pion.
21 Lf6d4 Td8e8
22 Ddld2 Pt6Xe3
Aardig, maar niet voldoende.
23 Ld4xe3 Da6—e6
24 Le3Xa6 De6Xe2
25 Dd2xd5
De pion is veroverd 1 Het spel is voor
zwart verloren. Met twee pionnen tegen een
op den dame-vleugel moet wit winnen.
25 Te8—d8
26 Dd5—f5 Tc8—c6
27 La7f2
Anders komt b7b6.
27 Lf8g7
28 Df5a5
Dekt den a-pion.
Td8c8
28
29 Tal—dl
30 Da5—a4
31 Tfl—el
32 b3b4
33 Tel—e4
34 Tdl Xd6
35 g2—g3
36 Kglg2
37 Da4a6
38 Da6c4
b7—b6
De2—e8
De8—f8
Lg7c3
Tc6d6
Df8xd6
Dd6d3
Dd3d2
Tc8b8
Tb8—d8
Nu maakt wit op een elegante wijze een
eind aan het spel.
39- Te4—e2 Dd2—d3
Op Dd2—cl volgt 40 Te2—e7 Td8—f8,
41 Te7—c7
40 Te2e8f Kg8g7
41 Dc4—g4f Kg7—f6
42 Dg4h4f Opgegeven
Zwart verliest zijn kasteel.
Schaaknieuws.
Match RetiWeenink: Reti 3, Weenink 1.
J. D. C. DE VRIES.
DE JAS VAN OPA.
Kerstvertelling in briefvorm uit het
Vlissingsche leven.
door E. J. M.
Vlissingen, 3 November 1899.
Allerbeste broer,
Je weet, hoe ik gefoeterd en gesakkerd
heb en het noodlot vervloekte, dat me uit
het gezellige hoekje onder de schaduw van
Rotterdam naar het waterachtige Zeeland
dreef, lustoord voor muggen, kikkers, meeu
wen, waterhoentjes et tutti quanti en over
de nieuwe standplaats Vlissingen had ik 't
idee van een verbanningsoord, een half
Siberië. Wat viel echter alles mee
Maar nu, 'k zweef rond den zevenden
hemel en geen fanatiek volger van Moham
med kan meer genoegen hebben gesmaakt
bij 't aanschouwen der houris, dansende op
den met fijn tarwemeel bestrooiden bodem
van het Paradijs dan ik op een kleine esca
pade gister naar Domburg. De storm gee-
selt op 't oogenblik pui en ruit, dichte regen
vlagen kletteren met woest geweld, mijn
onderdanen zijn verstijfd, want de kachel
is voor de zooveelste maal uitgegaan, maar
in de borst van den jongsten der beide
spruiten onzes onvergetelijken vaders gloeit
een verterend, blakend vuur. Leve Vlissin
gen met zijn mooie meisjes Stel je voor,
waarde mentor, het gezegend toeval bracht
me in kennis met het allerliefste kindje,
waarom bestaan er geen sterkere superla
tieven ooit gewiegd hebbend op de
schoonste voetjes in het aardsche tranen
dal. Ze leunde bij Der Boede tegen een
boom, aan wanhoop ten prooi door een on
geval aan de fiets en ik, galante ridder,
verleende con amore den ongevraagden bij
stand. Samen peddelden we vervolgens
langzaam stadwaarts, éénige gelegenheid
om haar mooi gevormde taille te bewonde
ren en het snoeperig mondje, zooals men er
tot heden geen zag. Levenslust en spirit fon
kelen uit de bruine kijkers en een bij-de-
handje nou zoek de wedergade eens. Jam
mer genoeg wordt dit aanminnig wicht be
waakt door een ongenaakbaren brombeer
van een vader en heeft ze het twijfelachtig
genot een tante te bezitten, die het zich tot
levenstaak schijnt gesteld te hebben alle
vertegenwoordigers van het sterkere ge
slacht op eerbiedigen afstand van dezen
schat te houden. Al moest ik echter voor
proefstuk een tweede editie van den Mino-
taurus uit de krochten van Creta sleuren,
mijn zal deze bloeiende lente worden, ze
heeft me gewoon gefacsineerd, overrom
peld, begeesterd of wat je maar wil. 'k Hoor
van hier een flegmatisch aangelegden broer
grinniken, vier jaar zweefde zijn stoïcijnsche
geest door Vlissing's straten en alle vrou
welijk schoon deerde den ijsklomp niet.
Mogelijk herinnert zich je scherp geheu
gen den naam van de familie der uitverko
rene, zij heet Lucie Steers en woont in de
P. straat.
Vanmorgen kwam ze toevallig voorbij en
gaf een haast onmerkbaar knikje van ver
standhouding. De bulletjes kloppen kerel
Maar ach de ouwe en zijn rechterhand ,de
lastige moeial, ze zitten me als een doorn
in het vleesch. Wat zullen ze nog een hoofd
zeer baren 1
Daar speelt de St. Jacob één uur na mid
dernacht een heel sympathiek mopje. Even
dit episteltje naar de post dragen en dan
onder de wol om zalig te droomen van mijn
welbeminde. Watblief Jij kunt dat toch
niet begrijpen, dit soort snaren zijn niet in
je gemoed aan het trillen te brengen, niet
waar verstokte celibatair
Je KEES.
II. Philip de Vlak aan zijn broer Kees.
Breda, 7 November 1899.
Keesje,
Proficiat metde juiste diagnose om
trent mijn starre weigering Hijmans juk te
torsen.
Neen, 'k zal je geen stortbad toedienen,
maar wensch even nuchter op te merken
Pas op hoor, van bloem tot bloem fladde
rende vlinder, de Vlissingsche meisjes ver
staan op 't punt „vrijen" geen gekheid, be
zitten een aangeboren talent om te onder
scheiden of ,,'t meenens" is. Je grillige na
tuur en zwervende neigingen bieden den
minsten waarborg niet voor een huisvader
in spe.
Als dat zusje echter in staat is iemand
voor goed, let wel, aan den band te leggen
van jouw kaliber, nou, dan heeft ze een
wonder verricht. Op 't huidig moment be
schouw ik de fel oplaaiende vlam als die
van een stroovuur, binnen „no time" is ze
mogelijk gebluscht of de liefdegloed verkild
als de avondlucht bij plotseling opgestoken
noordoostenwind in de beruchte Maartsche
maan, het eerste overtreft in duidelijkheid
het tweede. Hoeveel „schatjes" bleven in
R. niet ongetroost achter, don Juan Daar
om maakt dit „veni,vidi, vici" niet den min
sten indruk op me.
Toevallig ken ik den in wonenden groot
vader van het nette gezin, een respectabelen
grijsaard, we legden menigmaal samen een
kaartje in het druk beklante restaurant van
den heer B. op den Nieuwendijk, waar je
zcowat alle loodsen op z'n tijd ziet binnen
stevenen.
Het is een algemeen geldende regel, de
vaders van knappe huwbare dochters de
grootste reserve in acht te zien nemen voor
dit kraakporcelein, wanneer eventueele can-
didaten de deur beginnen te belegeren
niet alle hout toch si timmerhout, gesnapt
en ze hebben volkomen gelijk, overschot
zelfs.
Als je deze vluchtige liaison een maand
hebt volgehouden en nog even hartstochte
lijk denkt, begin dan den „beer" te naderen,
maar leg het uiterst voorzichtig aan, want,
ondanks je 27 blijf je nu eenmaal zoo'n
heetgebakerde snuiter en is eenmaal de
kaas bedorven, dan heeft mogelijk dat on-
noozel en onschuldig wicht er voor gerui-
men tijd den bitteren nasmaak van te ver
duren.
Drinkt veel water om den kop koel en
bezadigd te houden, is de welgemeende
raad van Je broer
FLIP.
III. Van Kees aan Philip.
Vlissingen, 24 November 1899.
Waarde Broeder,
„Onnoozel wichtkwam het niet uit den
koker van mijn bloedeigen broer en mentor,
bij de eerste ontmoeting gooide ik je den
handschoen voor de voeten tot een strijd
op leven en dood Ze is de achttien al ge
passeerd, gewiekst voor zes, bestuurt de
halve mikmak en kan zekeren naasten ver
want met visschennatuur best een lesje in
levenswijsheid geven. Bij alle goden zweer
ik „dezen keer is 't echt gemeend Dank
zij je oude kennis met opa schieten we aar
dig in de goede richting. Luus heeft een
tipje van den sluier voor hem opgelicht,
want tante Greet gooide roet in 't eten. On
verwachts kwam ze opgedoken, had den
voorwereldlijken hoed met grijnzende dolken
op tafel gesmeten en snibbig gevraagd
„En nu zou ik wel eens willen weten, waar
om Luus altijd met zoo'n vreemden snoes
haan staat te smoezen over de Tonnen-
brug. Der moest nog bijkomen, dat ze me
kaar „rendivoe" gaven in 't Laantje. Een
schandaal, terwijl de vader zwalkt op de
groene baren om den kost voor zijn gezin
samen te grabbelen. Er zal een eind aan
komen, ons fatsoen mag niet door het slijk
worden gesleurd."
Ze wil haar liever aan een Middelburger
onder haar kennissen lappen, een echten
dandy daar zit hem de kicksaus Het is
hem geraden mij uit de voeten te blijven
Opa was uit zijn slof geschoten en had
geroepen „Wel allemachtig, bleven Adam
en Eva dan ook eenige kilometers van el
kaar Als 't nou in de bestemming van het
juffie ligt om met een fatsoenlijken knul aan
boord te gaan, mot jij dan een spaak in 't
wiel steken De wereld moet toch geen
magazijn van ouwe vrijers en vrijsters wor
den, het Vlissingsch bloed verloochent zich
nooit, bruist als de golven. Trouwde onze
onsterfelijke Michiel niet drie- of viermaal
Afijn, 't is nog ver van lachen, zei de bruid
en we zullen er meer van hooren."
Nog denzelfden avond heeft hij zijn nicht
je aan den tand gevoeld en over mij gepolst.
De verweerde rob herinnert zich jou wat
goed en verklaarde „Is die grappenmaker
van dezelfde soliede stof als z'n broer, nou,
dan kan je op opa's steun rekenen,
snoesje
Haar moeder heeft ook zeer behendig
gehengeld naar mijn vooruitzichten en
waarschijnlijk de balans opgemaakt, waarop
het credit een volle bladzijde beslaat, al
thans ik heb er een voorgevoel van eerlang
bij het goede mensch mijn zaak te kunnen
bepleiten. Dit blijft echter sub rosa zwart
gallige voogd. Zondag a.s. kom ik even
overwippen.
Je KEES.
IV. Philip aan Kees.
Breda, 2 December 1899.
Ongeduldige Vlak-junior,
Of je werkelijk van plan bent de vesting
stormenderhand in te nemen óf zachtjes de
batterijen vooruit te schuiven om tot capi
tulatie te geraken, moet je met eigen ge
weten uitmaken. Amor heeft het rechte pijl
tje uit den koker gehaald en van retroga-
deeren bij een mislukten aanval geloof ik
na het vluchtig bezoek van 1.1. Zondag
waarachtig niet veel meer.
Maar je bent er nog niet baasje, al heb je
me de ooren laten tuiten over de beminne
lijke eigenschappen van het hupsche deern
tje. Hef vaarwel leek dezen keer op een
vreugdekreet van verlossing en een uur
voor 't vertrek van den trein keek zeker
iemand precies elke seconde naar de ouder-
wetsche hangklok vader noemde haar de
secuurste der wereld en voelde bepaald
aanvechting haar van luiheid te beschuldi
gen Mijn hospita vindt je heelemaal niet
toerekenbaar meer, het beste mensch klaagt
over pijn in den rechtervoet, welke op on
aangename wijze kennis maakte met de
laars van een onbesuisden driftkop, die vijf
trappen tegelijk nam, ofschoon de detecti
ves hem niet op de hielen zaten en als een
afloopende wekker ratelde over een aan
vallig schepseltje, tot groot genoegen der
belangstellende overburen. De hopelooze
graad van verkikkering heeft den doorslag
gegeven bij de karakterschets, op verzoek
van den ouden heer over mijn lief broertje
opgemaakt. Hij gaat niet over één nacht ijs,
de pientere bejaarde baas, zoo kwiek en
monter met een Old Smokers tusschen de
lippen geklemd over de straten flaneerend
er< ondanks zijn 70 jaren zijn de vijf in de
bovenverdieping bij hem beter thuis dan bij
sommige heethoofdige verliefden.
Houd je gedekt voor de toekomst man en
loop niet met de armen in de lucht te slin
geren langs de Bulgia om de wacht der
Jantjes in 't geweer te brengen, bazuin de
vreugde niet uit over de daken, immers de
ontgoocheling zit dikwijls op haar slippen.
Nogmaals dank voor je aangename (sic
visite 1 Je Broer
FLIP.
V. Van Kees aan Philip.
Vlissingen, 7 December 1899.
Broeder,
Van verre voelde ik de stekelige aan
merkingen en wijsgeerige preeken aanko
men, moderne Salomo, doch ondanks de
nurksche papieren grijnzen heb je me genoeg
in de hoogte gestoken bij den senior en
mama is ook overgezwaaid naar onze l"
lederen. Rest nog de „geweldige". Deze had
bepaald lont geroken, want voor Piepa naar
zee ging keek hij Luusje met doordringen
den blik aan en zei met afgemeten woorden:
„De boeren zeggen, dat men de beste paar
den van stal haalt. Daarom geen onbezon
nen streken, dametje. Als er over je wel en
wee moet beslist worden, heb ik en ik alleen
de beslissende stem in het kapittel. Voor
donker thuis in 't vervolg hoor en geen uit
vlucht-boodschapjes meer. Een goed ver
staander heeft maar een half woord noodig,
nietwaar
Eergister zijn we er haast leelijk ingevlo
gen. Luusjes moe wenschte den belager van
dochtertjes hart eens te spreken, natuurlijk
om gewapend te zijn voor den toekomsti-
gen, spannenden strijd. Allerliefste vrouw
kerel, wat meer gevuld formaat, overigens
het evenbeeld mijner Dulcinea. Opa bleef
in de keuken. Het ijs was spoedig gebroken
onder 't slurpen van een kopje overheerlijke
thee en we zouden juist aan een portje be
ginnen, babbelden honderd en een uit,
zwommen letterlijk in de zaligheid, toen een
paar nijdige rukjes aan de bel de komst
van tante wijsneus verrieden.
„Gauw mee of we zijn verraden," riep
Luus. Of liefde list beraamt? Voor ik het
wist, zat ik in grootvaders jas, zijn pet
werd me over de ooren getrokken en daar
sjokte uw onderdanige dienaar kalmpjes
naar buiten, beantwoordde den avondgroet
met half hoorbaar gegrom.
Tot negen uur ruim heb ik staan blauw
bekken, reeds lang was tante moeial opge
kraamd en vele „blokjes rond" waren ge
maakt eer de deur behoedzaam werd ge
opend en een aanvallig snuitje schuchter
het terrein verkende, 'k Werd van de ge
leende bedekking verlost over de beloo
ning geen syllabe, het laat je toch onver
schillig en vernam nog even, hoe de
eigenaar onmiddellijk na 't eclipseeren in de
gang was gekomen, een verbaasden blik op
zijn vuurrood nichtje had gericht, zich het
gestommel herinnerde en kalmpjes met de
voeten in den oven van de keukenkachel
weer ging zitten, rookend als een schoor
steen.
Ondeugend plagend voegde hij haar nog
toe voor 't naar kooi gaan „Vreemde din
gen overvallen ons in deze donkere dagen,
sommige zaken verdwijnen plotseling spoor
loos om onverwachts weer te verschijnen
even zal ik toch eens onderzoeken of mijn
portefeuille in deze spookgeschiedenis niet
is betrokken." Dit laatste ving ik straks op,
Lucie deelde in vliegende haast mee, dat
morgen de Groot-Mogol onverwachts arri
veert met een stevigen aanval van jicht.
Natuurlijk wordt zeker iemand aan den ket
ting gelegd. Heb je nu werkelijk geen enkel
middeltje ter beschikking om het steenen
hart van dezen kolos te vermurwen Ik
snak er naar als een visch naar 't water.
Je wanhopige broer
KEES.
Het antwoord op dit schrijven ontbreekt.
Het goed slot der historie luidde als volgt
Vlissingen, 26 December 1899.
Dierbare, eenige Broeder,
Hiep, hoep, hiep, hoera Verloofd man,
de zege is behaald, maar 't heeft wat ge
kost Ik leed hellepijnen, jij bleeft stom als
een visch. Een gloeiend epistel van onwan
kelbare trouw en nederig verzoek alles
mondeling te verdedigen, bleef onbeant
woord, >eenige volgende verging het even
slecht. De „achterwacht" deelde mee, dat
mijn sweathart geen voet meer buiten
mocht zetten, verging als sneeuw voor de
zon. Elke verbinding onmogelijk, de gor
dijntjes dichtgeschoven, de heele boel her
metisch gesloten De politie kreeg arg
waan in den kerel, die onophoudelijk in de
omgeving kruiste. Steenen vroeg ik raad,
kreeg verdachte aanvechtingen. Gelukkig
was de Bellamy-kade te modderig en de
zeemuur te hoog, anders, een kat in 't
nauw gedreven maakt vieze sprongen. Wie
heeft het pleit beslecht Niemand anders
dan opa, mogen legioenen goede geesten
zijn schreden blijven geleiden 's Avonds
voor Kerstmis haalde hij me in persoon af.
„Proficiat jongen, de twaalf oogen heb je
gegooid De goede man hijgde als een
blaasbalg op straat, zoo zette ik er de sok
ken in.
„Wacht even aan 't eind der gang", waar
schuwde hij. Door 'een raampje zag ik het
bleeke snuitje van- Luusje. Op de tafel lagen
reeds eenige Kerstgeschenken, de boom zelf
scheen me vol stervende nachtpitten, zij
stond er lusteloos en droevig bij. Wat een
zelfbeheersching noodig om niet naar bin
nen te vliegen De oude heer haalde een
doosje uit den zak, reikte het over en zei
„Onmiddellijk open maken, kindje". Een
mooie, gladde gouden heerenring viel er
uit. Vragend keek ze hem aan. „Nietwaar,
beste meid, zoo'n cadeau is tweedeelig. Je
moet hem aan iemands vingers kunnen schui
ven of anders ben je zoo rijk als een per
soon met een prachtige kooi zonder vogel.
Voor 't andere, wel het beste, is dan straks
ook gezorgd." De kans werd hem echter
benomen verder te gaan, want het was me
te machtig en 't volgend oogenblik lagen
we in eikaars armen Onze „patres fa-
miliae", als een Egyptische mummie in fla
nellen lappen boven gewikkeld op de sofa,
bleef nog tamelijk gereserveerd, tante Greet
draaide om als een blad van den boom.
Groote plannen hangen in de luchtNieuw
jaar brengt me 100 pop verhooging en als
de Meidoornbloem in de hagen geurt, zeg ik
het jonggezellenleven vaarwel. Nou, ben je
er niet trotsch op, dat den naam De Vlak
een kans geboden wordt niet uit te sterven.
P.S. Een waggonlading groeten van
Luusje en de familie, ze hopen allen op
spoedige kennismaking
Je KEES.
„Hier kon het punctum staan, bii dit his
torisch, echt stukje Vlissingsch familie
leven, maar ginds verneem ik ooren, die na
een laatste woord nog graag een „laatster"
hooren en de Vlissingsche schoonen be
kleedden bij schrijver dezes ook een ruime
plaats in het „harte". Vooruit dus op gevaar
af van een schrobbeering wegens indiscretie,
al zijn namen en data gewijzigd.
In Augustus 1921 deponeerde de sneltrein
mij te A. Druk gewoel op het perron. Een
leuk bakvischje speurde rond, nummer 4
van het half dozijn 1 Vlakjes, uit den
echt gesproten. Vergissing onmogelijk, 't
was weer de moeder redivivus. Hun in-ge-
zellig nestje keurig onderhouden, op z'n
Vlissingsch en de kamers vol gezichten uit
de Scheldestad, ook hierin verloochende de
oud-Vlissingsche hare herkomst niet. Tot
laat in den nacht hebben we geboomd om
altijd tot hetzelfde plint weer te keeren
de plaats, waaraan voor ons zooveel vroo-
lijke en... ook smartelijke herinneringen
waren verbonden. Als ik nu uit de school
klap en vertel, dat deze twee nog even
„dol" op elkaar waren als in den verlovings
tijd, ondanks de vele zorgen, den gekeerden
„demi" van papa en de oud-modische klee-
dij der echtgenoote had wijlen opa hun
dan beter Kerstgeschenk kunnen bezorgen,
waarde lezeressen vooral
De schatten der wereld zijn er immers
geen schaduw bij Toch schijnt er eenigen
tijd geleden een haar in de boter gevallen.
De post verraste mij met de huwelijksaan
kondiging J. C. Reepmer en G. de Vlak
(de bewuste no. 4). Luus had er eigenhan
dig een kattebelletje bijgevoegd „Stel je
voor, dat mijn dwaze vent er eerst niet van
hooren wilde, obstinaat bleef, Oostindisch
doof voor alle vertoogen. Flip heeft zijn
schaapjes binnen, woont bij ons in en is
aardig op weg de kinderen totaal te verwen
nen. In deze zaak liet hii zich echter kranig
gelden. Toen niets baatte, zei hij „De jas
van opa hangt nog boven, haal hem er eens
af Luus, dat goéd bewaard erfstuk doet be
slist wonderen. Overigens heb ik nog eenige
vergeelde briefjes in petto."
's Avonds was Kees bekeerd. Wat dat
oude duffeltje nog uit kan werken niet
waar Of zou het wat anders geweest
zijn." Wie weet
In de „Vlaamsche Gids" is van de hand
van den heer K. Bollengier, hoofd-ingenieur
en bestuurder der havenwerken te Antwer
pen, een artikel verschenen over de uitbrei
ding der Antwerpsche havens. Naar alle
waarschijnlijkheid zal nog vóór het einde
van 1928 begonnen worden met den aanleg
van twee nieuwe dokken, tusschen de bocht
van het verlengde Kanaaldok en de Boe-
rinnesluis, met inbegrip van de verlenging
van het nieuwe Kanaaldok tot nabij deze
sluis.
Verder kondigt de heer Bollengier aan,
dat het nieuwe Kanaaldok tegen begin 1928
langs den kant der bestaande dokken ge
deeltelijk in gebruik zou kunnen worden ge
steld en dat daarop half 1928 de eerste zee
schepen uit de Schelde tot de nieuwe sluis
der Kruisschans de Antwerpsche dokken
zouden kunnen binnenvaren.
Een geheimzinnig drama heeft zich
dezer dagen te Nice afgespeeld. Twee
vrouwen waren met een paar haar on
bekende mannen gaan autorijden toen er
plotseling eenige revolverschoten op de
auto werden gelost, waardoor een der
vrouwen dioodelijk werd igewOnd. De man,
die naast de getroffene zat, versnelde zijn
vaart en hield stil voon de woning van een
dokter, -die edhter niet thuis bleek te zijn.
Daarop werd de gewonde afgezet bij een
apotheek, waar zij den laatsten adem uit
blies. De andere vrouw bleef bij (het slacht
offer. De beide mannen zouden er volgens
haar vèrklaring met de auto vandoor zijn
gegaan.
Van hef oude Herculanum zijn nu
weer 45 Meter van een oude uitstekend
geplaveide straat blootgelegd. Er is een
deel van een villa te voorschijn gekomen,
me/t houten architraven, gedeeltelijk ver
koold, maar verder goed' bewaard geble
ven. Professor Majuri, die de opgravingen
leidt, acht dit gebouw van groot belang.
Een andere merkwaardige ontdekking is
een winkel met houten architraven en
houten lijsten. Ook zijn er huizen opge
graven met mozaiek vloeren en een goed
bewaard gebleven trap naar een hoogere
verdieping. In een ander huis zijn de mu
ren bedekt met fresco's, waarvan een een
tuin weergeeft met boomen en springende
fonteinen, waarbij ganzen zich verlusti
gen. Een volgend huis bevat een altaar in
roode en1 gele baksteen.
Licht op voor Auto's en Fietsen.
December uur
Zaterdag
24
4.17
Zondag
25
4.18
Maandag
26
4.19
Dinsdag
27
4.20
Woensdag
28
4.21