Wie Duifjes 5paart
VRIJDAG 11 NOVEMBER
Eerste Blad
F. v. d. goes.
65e Jitartfnni
He
riBele
BINNENLAND
FEUILLETON
VERHEUGT ZICH ONGEËVENAARD
WANNEER 5TNIC0LAA5 VERJAART
QUIS NON FLERET!
RIJK, JONG EN KNAP.
SI voet* saiv WitilcrFSanlolfcIs
„Proletarische Levensbeschouwing"
,jMo. 266
'<rygbaar ,n
van 5 en /Octs,
bij:
Viissingen
een revolutie, tot wier w.
Ionische corpsen van e!
met weinin hebben b
we periode in dit brand®
M Z'lJ'e,.en Weidelijk me
Macedonische vraae
■ng duldden, om de eem
volgens hen dan altjjd-
sche grondwet alle be™,
ou maken. Maar ook hi
I en resultaten eikand
lat de ellende bleef
uiteindelijke rust noi» vw
ze helaas heden ten d
ook wel voor afzienban
Dan komt het gróóte mol
Protectoraat van Ruslanï
vordt gevormd door de vie
irv.e, Montenegro, Bal®™
Dit is een belangrijk ooge
wigdurende heksenketel
ans tegen het veelbelovend
Ie Turkije worden op«etn
rste wenschen van den
oordt de Turk op een
>sitieve toezeggingen zord
en de oorlog uitbreekt. Eei
ezers zich vermoedelijk]
;n herinneren en die tot
it de Halve Maan van «c,
Ite van het Balkanschier-
Men gaat over tot een ver-
eeling die natuurlijk opdi
'eling bevredigt, en, geli
eelingen, nieuwe verdeel
eeldheid die hand in hi
haat en nijd. En met
doodslag en moord,
werelddeel krijgt een anuc
>rdelijk gedeelte van Mace-
Servië (inclusief Monastir)
ït Saloniki aan Griekenlan
gooit roet in het eten, d;
oorgenomen tot een iedei
rredenheid te verdeelen ,e.._
;n eischt volgens hef
den oorlog overeengeki
heel Macedonië. Is het ve
le Serven een zoodanig di
wenschen in te willigen
in 1913 tusschen deze bei
nieuwen oorlog komt?
goed visschen en Turkij-
ns verschillende der verlc
)ieden zonder een drop
n bezit te nemen. OokR
legenheid daar, valt Bulgu
an, en de Bulgaren worde;
en. Dan komt de vrede vai
aakt korte metten. Zij ver-,
usschen Servië en Grieken-j
I ga rij e enkel het z.g.n. Stru-
armee is wat als ik ir'
Franschman Caillauxeei.
„het grootste onrech
:rdeeling bevredigt de hei
Ie Macedonische vraag wa...
een vraag en is nog altijd
je gebied, waar Servische,!
ilgaarsche zonen helaas!
oederen samenwonen -I
jaren de rust moeten ont-l
illende diplomaten hebben!
beste weten en kunnen tel
rschillende buitenlandschei
Macedonische geschiede-1
derlinge en merkwaardige!
en en wensch er daarom!
Maar tóch geloof ik dat!
ie recht in dezen kwalijk!
ken valt. Servië heeft onij
,Zuid-Servië" een i
gevoerd. De Turken-oor-|
rlog en den grooten c
ebben naar het middel van
?pen, met andere woorden :r
s bij voorbaat de eindbe-l
ijk gesteld van den afloop I
oor deze oorlogen is Zuid-r
dat wil thans zeggen:!
toegevallen. Men ziet hier
jltaat niet anders aan dan y
kregen recht, waaraan men I
door wie dan ook te laten I
huisdat is tegenvvoor-1
lav/sche wachtwoord Wiel
igeert, bedreigt den vrede. V
r dan ook op den Balkan I
ichtigen vrede kan zijn.Ver-1
rouwens in dit opzicht wel 1
van het andere deel van I
consolideering van de toe- I
bosten wenscht, en de in-1
n den vrede begeert hij I
verwachtingen stellen op I
in de tegenstellingen tus- r
Bulgaren. En zij, die rca-1
noeten verwachten van een I
n de eischen van het1
wedden, naar ik stellig
erkeerde paard.
)or den oiiibevooroordee1"1- l
gróóte bekoring schuin i" 1
heeren, die niet anders ffii- I
waarvoor onze voorouden
hebben gestreden en g^
limmer genoeg te waarde'
Vrijheid en onafhanWr I
lij niet, dat deze caUSj
ai" zal worden genoeg
schuld. Aardrijkskunde
nu eenmaal vakken,
aanlokkelijk kunnen
dan doet gij het nog
ioende te halen...
r Dr C. DE MAREEj»
VAN SWINDEREN-
VLÏSSINGSCHE COURANT
pil nummer bestaat uit 2 bladen.
''^ABONNEMENTS PRIJS
v.or Viissingen en gemeenten op WaP
i 2.20 per drie maanden. Franco
1 tr hét geheele rijk 2.50. Week-abon-
jJenten17 cent, alles bij vooruitbeta-
^Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIE-PRIJS:
o„ i5 regels 1.25, voor iederen
«I meer 25 centbij abonnement spe-
S prijzen. Reclames 50 cent per regel
kleine Advertenties betreffende Huur en
Kuur Koop en Verkoop, Dienstaanbie-
Len én Dienstaanvragen, enz. prijs bij
fooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, voor
Kieren regel meer 15 cent
De gevolgien van intellectualistische
overdrijving.
Het Algemeen Handelsblad" heeft er
Liangs'de aandacht op gevestigd, dat zich
I voor den milila ren dienst in Indië velen
I aanmelden, die vrij goed intellectueel ont-
I wikkeid zij.iv, ja zelfs enkelen, die Neder-
I iandsch geeerd hebben. Nu kan het zijn,
I dat er in de waardeering van den dienst
I [its veranderd is met vroeger het kan.
jok zijn, dat de Communisten, die gaarne
I in eik onderdeel der samenleving doordrin-
„en, trachten zulks ook in het leger te
I doen, maar alGeen daarmede is deze loena-
I me niet verklaard. Die verklar.ng moet dan
ook elders worden gezocht. De ervaring
heeft sedert geleerd, dat bij plotselinge
vermindering van werkgelegenheid b.v. in
de havens, zooals bij het uitbreken van den
I oorlog van 1914, of wanneer bij maatrege-
I jen tot bestrijding van ep.demiën de koe-
I hes zich daaraan niet willen onderwerpen,
ongeschoolde krachten eenvoudig naar de
I dorpen terugkeeren- en daar-in de eigen
maatschappij werden opgenomen. Dat gaat
I echter niet met de intellectueel ontw.kkel-
de krachten, die Indië door de uitbreiding
van het onderwijs op groote schaal heeft
verkregen.
Het rapport-van Ginkel betreffende de
I welvaart in- Indië heeft aan het l.cht ge
bracht, dat er een te veel aan intellectu
ele krachten is in verhouding tot de be
hoeften, welke de Indische maatschtppij
aan haar toont. Hier is een groep ontstaan,
I fie natuurlijk geheel afwijkt van de vroe-
voorkomende groep van ongunst g
HeJteijjdl staande individuen, die niet naar
hen desa konden.ferugkeereri, maar niet
deze gemeeó heeft, dal zij in de dorps-
huishouding geen' plaats meer vindt. Wel
licht is het Legerbestuur geluk te wen
schen met de aanwinst van dergelijke,
goed geschooide krachten, maar of de
maatschappij het verschijnsel, dal uit deze
roevloeiing van nieuwe krachten naar het
leger blijkt, moet waardeeren, is een an
dere vraag.
Nu zou men zeggen, dat er alleszins re-
I den bestaat om met deze verschijnselen re
kening te houden, en bij de richting, die
men bij het onderwijs heeft in te slaan,
matiging te betrachten. Verneemt men ech
ter wat ter conferenties, die de Gouverneur-
Generaal persoonlijk, eerst met de Residen-
ten, daarna met de Regenten heeft gehou-
I den, ten aanzien van het onderwijs is ge-
1, dan verneemt men, dat deze verwach-
ting onjuist is. Integendeel is in beide con-
ferenties van de zijde van de Indische re
dering betoogd, dat met de uitbreiding van
het onderwijs moet worden voortgegaan.
Toen daarentegen gelijk ook in den
Volksraad in het openbaar geschiedde
werd opgemerkt, dat er bij de inlandsche
bevolking zekere tegenstand bestaat tegen
<ht onderwijs, werden printah's in uitzicht
gesteld, die de bevolking eventueel zullen
dwingen „in te gaan". Weliswaar geen di
recte leerplicht, waarvoor men huiverig
blijkt, maar toch maatregelen om het in
tellectualistisch onderwijs aantrekkelijker
temaken en zoodoende het aantal intellec-
Volledige ltyst wan Cadeaux gratis op aanvrage.
Alleen Duifmerken van de pakjes
le SOORT ZEEPPOEDER-VETLOOGMEEL
(oranje en blauw) komen in aanmerking.
MEER DAN 000 CADEAUX.
WAARONDER-
Gekleede Popop 25 Duifmerken
Padvindersmesop 35 Duifmerken
Silverpl. Eversharp Potlood op 50 Duifmerken
Stoommachineop 60 Duifmerken
Zilveren Heerenhorlogeketting op 75 Duifmerken
Theelichtjeop 100 Duifmerken
Lederen Actetaschop 150 Duifmerken
Pnrceleinen Theeservies op 200 Duifmerken
Oud-Hollandsche Hoekstoel op 300 Duifmerken
Sjoelbak of Porcel. Eetservies op 750 Duifmerken
fi€®N. ZEEPFAÖRJEKÊN DE OU!?
v.h. Chr. PLEINES, Den Dolder.
tueelen, waarvoor Indië op dit oogenblik
geen plaats heeft, te vermeerderen. Zou het
niet gewenscht zijn, ook voor de inwendige
structuur der Indische samenleving, dat men
eerst zociht te scheppen de noodig waar
borgen, dat zoodanige intellectueelen in
eigen land een werkkring vinden, die hen,
naar intellectueele opvoeding, tot tevreden
heid stemt.
Zooals het nu is, kan het niet anders of
de intellectueel opgevoede Inlander keert
zich van den eenvoudigen dorpsarbeid af.
Maar als de maatschappij hem geen ande
ren arbeid biedt, is hij daartoe gedwongen
uit hoofde van het noodzakelijk levenson
derhoud. Dat zal er echter toe leiden, dat
hij ontevreden wordt zonder, in het 'alge
meen, eenige opbouwende kracht te kunnen
ontwikkelen. Voor de zooveelste maal b
weer eens, dat op allerlei gebied de maat
regelen, die het Westen heeft aanvaard,
voor een tropische samenleving niet gelij
kelijk kunnen dienen Maar waarom ze dan
zonder wijziging toe te passen
Melk als voedingsmiddel.
Wat kunnen we van de melk als voe
dingsmiddel verwachten Niet te veel
vooral Het is verkeerd oudere kinderen
en volwassenen zooveel melk te geven,
dat de eetlust voor de gemengde kqst er
onder lijdt. Slechts voor zuigelingen lot 6
a 7 maanden kan melk het uitsluitend
voedsel zijn. Di\t geldt reedis voor móeder-
melk, zeker dus voor koemelk. Daarom
wordt uiterlijk vanaf de 7de maand de
zuigeling geleidelijk aan gemengde kost
gewend, op de bijzonderheden waarvan
hier echter niet kan worden ingegaan.
Slechts dient duidelijk te zijn, dat 'anger
voortgezette uitsluitende melkvoeding het
kind ziek zou makenhet zou gevaar
loopen bloedarmoede en Engelsche ziekte
te krijgen. Een van de redenen daarvan
is, dat melk, ook moedermelk, arm is aan
ijzer, dat we voor de vorming van ons
bloed behoeven en dat voortaan door rui-
j me toediening1 van groenten en fruit ver
strekt moet worden. Voor de met koemelk
gevoede zuigelingen komt dan nog het be-
j zwaar van het steeds gekookt zijn van het
j voedsel, waarom niet te laat rauw vruch
tensap in het menu moet verschijnen. Op
het eind van het 1ste levensjaar krijgt het
kind dan ook hoogstens nog 14 L. melk
per dag. lm den loop van het 2de jaar
wordt dit nog verminderd ten gunste van
meer gemengde kost. In het 3de jaar zijn
een beker melk bij het ontbijt en bij het
koffiedrinken voldoende meer zou den
eetlust voor andere, zeker zoo belangrijke
1 spijzen verminderen. Als het kind, ouder
geworden, visch, vleesch, kaas, een ei eet,
is extra melk drinken feitelijk onnoodig,
te meer, waar in pap bij het ontbijt of in
het nagerecht nog dikwijls melk verwerkt
is. Er is één omstandigheid, waarbij we de
melk weer zeer op prijs stellen als tijdens
ziekte de krachten op peil gehouden moe
ten worden, de eetlust slecht is en niet alle
voedsel wordt verdragen. Beter dan met
allerlei liflafjes gelukt het dan ook door
melk in een of anderen vorm te geven vol
doende voedsel binnen te brengen. Het
spreekt vanzelf, dat in een aantal ziekte
gevallen ook meik verboden kan zijn en
dat men dus ook voor dit ziekenvoedsel
dien raad van den dokter behoeft.
Als eiwitbron voor zieken en zwakken
heeft de melk (evenals kaas) het voordeel
voor hetzelfde geld meer eiwit te kunnen
geven dan in den vorm van vleesch of eie
ren mogelijk is. Ook karnemelk en afge
roomde melk zijn daarvoor aan te beve
len ze behooren evenals volle melk ech
ter evenzeer aan het toezicht van een keu
ringsdienst te zijn onderworpen.
(Wie zou niet weenen.)
Herinnering uit de oorlogsjaren door E. J. M.
Vriendelijk krinkelend steeg de grijsblau-
Wé rook uif ;deisGhouwtjes, pluimde vervol-
féiis in westelijke; richting, stoeide met het
értele zefi'rtjè^om eindelijk af te drijven en
zich op te lossen in het wazig verschiet.
In de breedgetakte linde cup 't dorpsplein
tje floot een wielewaal zijn hoogste lied, het
druk gesnap der kiiideren aan- den voet
stoorde blijkbaar den schuwen, kleurigen
zanger niet. Met de koe aan de zeelt kwam
oud Stafken over de hobbelige straat aan
slenteren. Blaar kende haar meester, schoof
met loggen stap behoedzaam naast het uit
gedroogde kereltje voort, regelde hare be
weging naar de zijne. Z'n klompen klosten
over het ruwe plaveisel, nu en dan gaf hij
een rukje aan het touw en klonk het aan
moedigend tusschen de mummelende lippen:
„Alïez dan Blaar, heb je geen goesting in
de bijzeméelkoeken, dat. ge zoo trage stapt
Vandage", waarop de grijsaard het dier
zacht over den glanzenden schouder streel
de en eenige lastige vliegen verjoeg, want
Blaar was volgens hem de treffelijkste koe
van heel de parochie en Stafken stond be
kend om de teedere bezorgdheid voor de
steVige roodbonte. Nooit zou hij verzuimd
hebben haar nog een lekker brokje toe te
werpen, alvorens de stramme leden uit te
strekken op den grooten zolder, waar de
wind zoo droefgeestig tusschen de afschil
ferende pannen door kon zuchten bij storm
weer. Geesten van verslagen Spaansche
roovers, gevallen bij de overrompeling van
het vroegere trotsche kasteel, mom pelden de
bijgeloovigen en menig vroom moederken
sloeg een kruis als het bij nacht langs de
boerderij met haar massieve muren en diepe
kelders, overblijfsels van den hechten
burcht, door de „Spaansche laan" de kom
moest bereiken.
Aan den ingang der dreef woonde de
gareelmaker Basteleer en op de ruwhouten
bank bij diens deur zat Stafkens achttien
jarig nichtje met het mollige kleintje te
spelen. Vol welbehagen liet hij den blik
over de frisch ontloken maagd glijden. Hel
derblauwe kijkers, fluweeldonzige wangen
met verleidelijke kuiltjes, een snoeperig
mondje, altijd lachend en kersroode lippen,
wie zou niet bekoord zijn geworden door
deze goudgelokte, landelijke schoonheid,
bloeiend als het landschap zelf Sylvia
tilde den dreumes in de hoogte en zong
voor 't schaterend kind het mooie liedje
's Avonds keeren schaapkens weer
Van de groote, bruine hei,
Allen roepen, bè, bè, bè,
De beestjes zijn zoo blij
Het zonneke zei genachten
't Kindeken moet naar bed 1
Moeder heeft voor 't schatjen
Het papken klaar gezet.
Wordt het wakker ten uchtend
En wrijft zijn oogskens uit,
Dan blaast een engeltjen boven
Rap de starrekens uit I
,,'t Zal een schoon wijveken worden te
wege", mompelde de ouderling, „altijd bij
den moed, leutig als de kalfkens in de wei
met de voorjaarsdagen. Het groote lot uit
de houwelijksloterij is voor hen, die een
maal hand in hand naast haar zal staan om
den zegen te vragen. Maar Gods wegen zijn
wonderbaar, zoo menig blommeke groeit
fortuinlijk op en tiert om onverwachts ver
trapt te worden."
Daar dreunden zes slagen uit den grijzen
toren, onverwoestbaren reus uit de middel
eeuwen. Met zijn verweerden, stoeren kop
trotseerde hij nog altijd de elefnenten,
staarde trotsch neer op de nietige wezens
aan zijn voet, waarvan hij zooveel geslach
ten in 't oneindige zag verdwijnen, welker
blikken eenmaal met eerbied langs de for-
sche plompe vormen en lijnen bewonderend
en vol eerbied de spits beschouwden, wij
zend naar 't azuur des hemels. Schel klepte
het Angelus, teeken om de werkzaamheden
te eindigen en de bejaarde herder ontblootte
eerbiedig het hoofd, ook het meisje staakte
het stoeien en vouwde de handen tot de
laatste galm verstierf.
Naar het Engelsch van N. BOWLBY.
(Nadruk verboden).
18)
«Weet je", zei Lorna even later tot hem,
w ,arme Sterling is zoo erg ziek Dit
,„as Wt allereerste wat ik hoorde bij mijn
«Ugkomst. Hij was eerst heel verhit en
8room Ifet hem toen zóó in de
staan, zonder een kleed of dek op."
»Kan ik Sterling zien vroeg Godfrey.
Lorna aarzelde en hield even een kleine
"aadslaging met haar tante.
«Kindi, je zult doodziek worden 1"
'och gijjg Lorna hem voor den hall in.
>.u kent den weg naar de stallen
ze. „ik hoef toch niet mee
'-la zeker. Hoe zou ik anders den weg
het donker vinden
«Maar ik ben geen glimworm I"
'•™or niij is n hét licht 1"
it ''.r misschien heeft tante gelijk dat
Niüus> i za' kouvatten."
stop! r dikke bontmantel lag op een
schoude rey ^en k°rna om de
»,Nu S'
20o
hij"n,et eigenwijs wezen vermaande
n,l- ..en dan
'ulleni wi
graag d
i altijd èe
als ik zoo in den maneschijn
7hi? dan.gauw meegekomen I"
en' w'j door den tuin gaan Ik zie
EaS den vijver in het maanlicht. Ik
ee"' gevoel of ik in een toover-
j« ben,
er .overal feeën om mij heen
de"B|i Is de illusie nog grooter. Want
mngin der feeën heb ik aan mijn
zijde
Maar nu waren zij dicht bij den stal en
bij den box van Sterling gekomen, sloeg
zij de armen om den hals van haar lieve
ling en streelde hem teeder. De patiënt
hoestte nog wel erg, maar het gevaar was
toch voorbij.
„Nu moeten we gauw terug, anders
zou Molly nog; denken, dat v/ij verdwaald
waren
In den hall had zij moeite den haak aan
den hals los te krijgen en riep ongeduldig
„Kunt u mij soms even helpen
Godfrey liet zich dit niet tweemaal vra
gen en van dezen ridderlijken dienst ge
noot hij met recht.
In den salon was Molly intusschen op
gestaan. „Ik vrees dat wij nu gaan moe
ten, miss Rivers."
„Waar is Godfrey vroeg St. Aubyn.
„Die is naar Sterling gaan kijken", ant
woordde miss Rivers, „ofschoon ik het
geen weer vind om nu, bij avond, nog uit
te gaan."
Chesney haalde glimlachend de schou
ders op.
„De maneschijn is helder genoeg om
iedereen naar buiten te lokken", meende
lady Carline.
„Het rijtuig staat al een tijdje te wach
ten", zei Molly ongeduldig.
„Doe je mantel om, dan zullen wij mr.
Loraine gaan opzoeken", zei miss Rivers.
Ze traden nu den haH binnen en ver
schrikt trad Lorna een paar schreden terug
van Godfrey, met een ongeduldig „Kan
j je het niet loskrijgen
Zonder een woord te zeggen maakte
Moliy den haak los en zei
„Nu gaan wij, Lorna. Wij wachtten op
mr. Loraine."
„Het spijt mij" zei Godfrey.
In Molly's oogen stond misnoegen te
lezen...
HOOFDSTUK XVII.
Het was ct weer een regendag, zóó
stormachtig zelfs, dat er van jagen geen
kwestie was. In den salon, aan weerskan
ten van den haard, zaten Lorna en. lady
Carline.
De meisjes zaten in vertrouwelijk ge
sprek en Carline zei juist
„Ja, ik kan wel zien, dat hij op het
oogenblik dan wel zeer op mij gesteld is
maar dit was hij toen ook op jou Als
ik wegga, zal hij mij vergeten, net zooals
hij jou vergat, en dan weer een andere
vlam hebben"
„Welneen", antwoordde Lorna vol ver
trouwen.
„Hoe weet je dat nu Je dacht immers
dat hij jou ook niet vergeten zou En ik
moet nu naar huis, want ik ben al twee
maanden weg geweest en moeder heeft
dringend om mij geschreven."
Er klopte iemand op de druipende ven
sterruit en Lorna lachte zachtjes voor
zich heen.
„Kom binnen, Ted 1"
Reeds had Teddy gevolg gegeven aan
deze uitnoodigmg en ging Lorna voort
„Dat ik kranig, zeg, dat je door dien
slagregen bent gegaan Was dat enkel om
van mijn gezelschap te genieten
„Ik wilde... ik kwam..."
„Misschien om mijn nieuwe fotografie
van Sheila te zien opperde Lorna.
„Juist."
„Dat is kras, dat je wist hoe ik Sheila's
portret had gemaakt!... Maar in ieder
geval zal ik het maar even gaan halen."
Ze liep naar haar eigen kamer, waar
Donsje voor een heerlijk vuur lag.
Lorna nam de kleine Perzische op haar
schoot. Pixie maakte ook dat hij er bij
kwam, en dróomende leunde het vrouwtje
achterover in haar laag stoeltje.
Het kamermeisje kwam haar echter sto
ren na een tijdje, met de mededeeling
„Daar is een briefje voor u, miss De
man wacht op antwoord."
„Goed Mary wacht even."
Zij las het briefje door zette zich aan
haar cassette en schreef enkel „Ja", waar
na zij haar antwoord aan Mary overhan
digde en er zich weer eens op haar gemak
voor zette ofh het briefje over te lezen.
„Waarde miss Conway. Er is iets wat ik
u al zoo lang heb willen zeggen, maar ik
vond er maar niet de gelegenheid toe. Als
u hier kwam, zou óf Chesney óf zijn zuster
er bij wezen, en als ik kwam bij uw gast
vrouw, zouden wij weer in gezelschap zijn
van miss Rivers en lady Carline. Wit u nu
soms aan den opstap bij de Zeven Beuken
zijn, morgen om vier uur Ik hoop dat u
het niet? al te vrijpostig van mij vindt
maar wat ik zeggen wil is hoogst belang
rijk.
Altijd de uwe,
Godfrey Loraine."
Lorna's hart klopte van onuitsprekelijke
vreugde. Eindelijk eindelijk dan toch
Toen dacht ze ineens weer aan haar
gasten beneden.
„Ik hoop dat tante ze niet gestoord
heeft", zei ze, het katje oppakkend. „Kom
Donsje, we zullen samen naar beneden
gaan en onze gelukwenschen aanbieden."
,,'t Is hoog tijd Zilleken om de andere
stalwaarts te brengen", waarschuwde het
onkeltje en strompelde daarna langzaam
verder.
De laatste druppel uit den weelderigen
uier van Blaar was reeds met zacht geruisch
in den wachtenden emmer neergezegen en
het meisken vertoonde zich nog altijd niet
aan de deur van den stal.
„Wat heeft ze toch in der kop Mie, ze
komt geregeld al eenige dagen afzakken
als we aan de pap willen beginnen, 'k mot
er 't mijne van weten" en hij dribbelde weg,
want Mie, haar moeder, volhardde in plech
tig zwijgen, schudde alleen veelbeteekenend
het hoofd, liet enkel een vluchtigen glimlach
over het gelaat trekken.
Snel was het raadsel opgelost. Drie bul
kende en naar stal verlangende runderen
verdrongen elkaar bij het hek, maar Sylvia
bekommerde zich ditmaal niet om haar on
geduld, leunde tegen een stammetje van het
elzenbosch en... ze was er niet alleen. Vlak
tegenover haar bevond zich de deelgenoot
van eert zeker belangwekkend onderhoud,
want telkens overtoog een vurige blos het
gelaat van 't meisken. Wat de stevige knaap,
met de leidsels der bonkige rossen, die het
glimmend kouter door den stuggen bodem
hadden gedreven in de hand, deze oogen-
blikken mededeelde, boeide meer dan ge
noeg om den plicht te vergeten. Of de oude
oogen een wonder aanschouwden, staarde
Stafken onafgebroken in de richting van het
koppeltje, zich blijkbaar onbespied wanend.
„Schooner spanneke zou er alevel niet te
vinden zijn. En dat heeft ze voor mij zoo
mooi verzwegen, terwijl ik alles meende te
weten, wat 'r jong herteken beroert, 'k Heb
ze meer vertroeteld dan haar eigen moeder.
Dwazerik, wie kan ooit een vrouwmensch
doorgronden in de liefde mompelde het
mannetje. Daar schoot hem een vrooüjke
gedachte in het brein, snel keerde hij op zijn
schreden terug, posteerde zich achter een
dikken eik en riep, zoo luid de gebroken
stem het veroorloofde „Syvie, Sille schik
je nog te kommen, we wachten te met een
half ure."
Plots verandering van tooneef, een paar
vlugge sprongen en het hek werd ontsloten.
„Waren de deugnieten weer afgézakt naar
den kant der klavers Silleken informeerde
Stafken ondeugend. „Ja, ja, het gras wordt
kort en de beesten zoeken ook het beste"...
„zooals de menschen", vulde nonkeltje on
gevraagd aan, doch geen gelegenheid tot
nadere explicatie werd gevraagd of gebo
den, 't was zich schijnbaar haastig reppen
om de verloren minuten in te halen,
's Avonds liet hij onder het geklikklak der
lepels telkens een onderzoekenden, goed
keurenden blik op de maagd rusten. Blijk
baar geraakte ze in verwarring, zóu hij iets
gemerkt hebben en het voorlóopig verbor
gen houden
Pachter Sfeeninck trok met de bazinne
den volgenden Zondag op familiebezoek.
Veel te bedrijvig óm natuurlijk te'zijn drib
belde de doö'hter heen en weer, liet den
moor onder dë breede schouw een einde
loos liedje neuriën. Stafken stak den brand
in zijn klein neuswarmertje en vermaande
„Kom mijn doesken, zet nou eens een bak-
sken koffie, 't loopt naar vieren en gun je
dan een momentje rust, we hebben samen
wat te klappen. Slim zijt ge, maar nonkeltje
fi
INSTITUUT VOOR
RBEIOERSONTWIKKEUNG
Zondagochtend 13 November
10.30 uur v m.
in het „Alhambra".Theater.
Spreker:
Onderwerp
Toegangspiijs Leden en Donateurs
(zonder seriekaait) f 0 10
Anderenf 0.20
In hall hoestte, ze. e.e.ns,. bij wijze van
waarschuwingook maakte ze onnoodig
leven met de knop van de deur.
Toen ze binnentrad was één blik op
Carline's blozend gelaat haar voldoende.
Teddy sprong op en stak haar de hand
toe. „Wel geluk gewenscht", begon zij.
„Ja, ik begrijp het best f En ik ben er heel
blij om
„Hè... Hoe wist je dit dan Ik wist het
zelve maar enkele minuten
Miss Rivers had er niets van gemerkt en
was er oprecht van verbaasd. Zoodra ze
met Lorna alleen was, zei ze nog eens
„Wel heb ik van mijn leven Wat zal
lady Warrington wel zeggen?"
„Ja, die zal er nu niet zoo zeer mee in
genomen zijn", meende Lorna. „Teddy is
wel van zeer goede familie, maar een titel
heetf hij niet te wachten."
„Blijf dineeren drong Lorna. „Want
dit is toch geem weer om er door te gaan
en je moet geen kou vatten
„Maar ik moet ze thuis toch wel gaan
vertellen, hoe verbazend gelukkig ik ben l"
Lady Carline verscheen ineens, met hoed
op en waterproof aan.
„Ik wil je moeder zien, Teddy laat ik
met je meegaan."
„Ik zal de vigelante laten voorkomen",
zei Lorna. „In zoo'n storm kan je toch niet
loopen
Maar Carline zei óverredend „Ik zou
heel graag loopen. Het is immers niet ver.
Kom Ted 1"
En in storm, wind en regen hepen' de
geliefden
(Wordt vervolgd.)