Wie Duifjes 5paart VRIJDAG 11 NOVEMBER Eerste Blad F. v. d. goes. 65e Jitartfnni He riBele BINNENLAND FEUILLETON VERHEUGT ZICH ONGEËVENAARD WANNEER 5TNIC0LAA5 VERJAART QUIS NON FLERET! RIJK, JONG EN KNAP. SI voet* saiv WitilcrFSanlolfcIs „Proletarische Levensbeschouwing" ,jMo. 266 '<rygbaar ,n van 5 en /Octs, bij: Viissingen een revolutie, tot wier w. Ionische corpsen van e! met weinin hebben b we periode in dit brand® M Z'lJ'e,.en Weidelijk me Macedonische vraae ■ng duldden, om de eem volgens hen dan altjjd- sche grondwet alle be™, ou maken. Maar ook hi I en resultaten eikand lat de ellende bleef uiteindelijke rust noi» vw ze helaas heden ten d ook wel voor afzienban Dan komt het gróóte mol Protectoraat van Ruslanï vordt gevormd door de vie irv.e, Montenegro, Bal®™ Dit is een belangrijk ooge wigdurende heksenketel ans tegen het veelbelovend Ie Turkije worden op«etn rste wenschen van den oordt de Turk op een >sitieve toezeggingen zord en de oorlog uitbreekt. Eei ezers zich vermoedelijk] ;n herinneren en die tot it de Halve Maan van «c, Ite van het Balkanschier- Men gaat over tot een ver- eeling die natuurlijk opdi 'eling bevredigt, en, geli eelingen, nieuwe verdeel eeldheid die hand in hi haat en nijd. En met doodslag en moord, werelddeel krijgt een anuc >rdelijk gedeelte van Mace- Servië (inclusief Monastir) ït Saloniki aan Griekenlan gooit roet in het eten, d; oorgenomen tot een iedei rredenheid te verdeelen ,e.._ ;n eischt volgens hef den oorlog overeengeki heel Macedonië. Is het ve le Serven een zoodanig di wenschen in te willigen in 1913 tusschen deze bei nieuwen oorlog komt? goed visschen en Turkij- ns verschillende der verlc )ieden zonder een drop n bezit te nemen. OokR legenheid daar, valt Bulgu an, en de Bulgaren worde; en. Dan komt de vrede vai aakt korte metten. Zij ver-, usschen Servië en Grieken-j I ga rij e enkel het z.g.n. Stru- armee is wat als ik ir' Franschman Caillauxeei. „het grootste onrech :rdeeling bevredigt de hei Ie Macedonische vraag wa... een vraag en is nog altijd je gebied, waar Servische,! ilgaarsche zonen helaas! oederen samenwonen -I jaren de rust moeten ont-l illende diplomaten hebben! beste weten en kunnen tel rschillende buitenlandschei Macedonische geschiede-1 derlinge en merkwaardige! en en wensch er daarom! Maar tóch geloof ik dat! ie recht in dezen kwalijk! ken valt. Servië heeft onij ,Zuid-Servië" een i gevoerd. De Turken-oor-| rlog en den grooten c ebben naar het middel van ?pen, met andere woorden :r s bij voorbaat de eindbe-l ijk gesteld van den afloop I oor deze oorlogen is Zuid-r dat wil thans zeggen:! toegevallen. Men ziet hier jltaat niet anders aan dan y kregen recht, waaraan men I door wie dan ook te laten I huisdat is tegenvvoor-1 lav/sche wachtwoord Wiel igeert, bedreigt den vrede. V r dan ook op den Balkan I ichtigen vrede kan zijn.Ver-1 rouwens in dit opzicht wel 1 van het andere deel van I consolideering van de toe- I bosten wenscht, en de in-1 n den vrede begeert hij I verwachtingen stellen op I in de tegenstellingen tus- r Bulgaren. En zij, die rca-1 noeten verwachten van een I n de eischen van het1 wedden, naar ik stellig erkeerde paard. )or den oiiibevooroordee1"1- l gróóte bekoring schuin i" 1 heeren, die niet anders ffii- I waarvoor onze voorouden hebben gestreden en g^ limmer genoeg te waarde' Vrijheid en onafhanWr I lij niet, dat deze caUSj ai" zal worden genoeg schuld. Aardrijkskunde nu eenmaal vakken, aanlokkelijk kunnen dan doet gij het nog ioende te halen... r Dr C. DE MAREEj» VAN SWINDEREN- VLÏSSINGSCHE COURANT pil nummer bestaat uit 2 bladen. ''^ABONNEMENTS PRIJS v.or Viissingen en gemeenten op WaP i 2.20 per drie maanden. Franco 1 tr hét geheele rijk 2.50. Week-abon- jJenten17 cent, alles bij vooruitbeta- ^Afzonderlijke nummers 5 cent ADVERTENTIE-PRIJS: o„ i5 regels 1.25, voor iederen «I meer 25 centbij abonnement spe- S prijzen. Reclames 50 cent per regel kleine Advertenties betreffende Huur en Kuur Koop en Verkoop, Dienstaanbie- Len én Dienstaanvragen, enz. prijs bij fooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, voor Kieren regel meer 15 cent De gevolgien van intellectualistische overdrijving. Het Algemeen Handelsblad" heeft er Liangs'de aandacht op gevestigd, dat zich I voor den milila ren dienst in Indië velen I aanmelden, die vrij goed intellectueel ont- I wikkeid zij.iv, ja zelfs enkelen, die Neder- I iandsch geeerd hebben. Nu kan het zijn, I dat er in de waardeering van den dienst I [its veranderd is met vroeger het kan. jok zijn, dat de Communisten, die gaarne I in eik onderdeel der samenleving doordrin- „en, trachten zulks ook in het leger te I doen, maar alGeen daarmede is deze loena- I me niet verklaard. Die verklar.ng moet dan ook elders worden gezocht. De ervaring heeft sedert geleerd, dat bij plotselinge vermindering van werkgelegenheid b.v. in de havens, zooals bij het uitbreken van den I oorlog van 1914, of wanneer bij maatrege- I jen tot bestrijding van ep.demiën de koe- I hes zich daaraan niet willen onderwerpen, ongeschoolde krachten eenvoudig naar de I dorpen terugkeeren- en daar-in de eigen maatschappij werden opgenomen. Dat gaat I echter niet met de intellectueel ontw.kkel- de krachten, die Indië door de uitbreiding van het onderwijs op groote schaal heeft verkregen. Het rapport-van Ginkel betreffende de I welvaart in- Indië heeft aan het l.cht ge bracht, dat er een te veel aan intellectu ele krachten is in verhouding tot de be hoeften, welke de Indische maatschtppij aan haar toont. Hier is een groep ontstaan, I fie natuurlijk geheel afwijkt van de vroe- voorkomende groep van ongunst g HeJteijjdl staande individuen, die niet naar hen desa konden.ferugkeereri, maar niet deze gemeeó heeft, dal zij in de dorps- huishouding geen' plaats meer vindt. Wel licht is het Legerbestuur geluk te wen schen met de aanwinst van dergelijke, goed geschooide krachten, maar of de maatschappij het verschijnsel, dal uit deze roevloeiing van nieuwe krachten naar het leger blijkt, moet waardeeren, is een an dere vraag. Nu zou men zeggen, dat er alleszins re- I den bestaat om met deze verschijnselen re kening te houden, en bij de richting, die men bij het onderwijs heeft in te slaan, matiging te betrachten. Verneemt men ech ter wat ter conferenties, die de Gouverneur- Generaal persoonlijk, eerst met de Residen- ten, daarna met de Regenten heeft gehou- I den, ten aanzien van het onderwijs is ge- 1, dan verneemt men, dat deze verwach- ting onjuist is. Integendeel is in beide con- ferenties van de zijde van de Indische re dering betoogd, dat met de uitbreiding van het onderwijs moet worden voortgegaan. Toen daarentegen gelijk ook in den Volksraad in het openbaar geschiedde werd opgemerkt, dat er bij de inlandsche bevolking zekere tegenstand bestaat tegen <ht onderwijs, werden printah's in uitzicht gesteld, die de bevolking eventueel zullen dwingen „in te gaan". Weliswaar geen di recte leerplicht, waarvoor men huiverig blijkt, maar toch maatregelen om het in tellectualistisch onderwijs aantrekkelijker temaken en zoodoende het aantal intellec- Volledige ltyst wan Cadeaux gratis op aanvrage. Alleen Duifmerken van de pakjes le SOORT ZEEPPOEDER-VETLOOGMEEL (oranje en blauw) komen in aanmerking. MEER DAN 000 CADEAUX. WAARONDER- Gekleede Popop 25 Duifmerken Padvindersmesop 35 Duifmerken Silverpl. Eversharp Potlood op 50 Duifmerken Stoommachineop 60 Duifmerken Zilveren Heerenhorlogeketting op 75 Duifmerken Theelichtjeop 100 Duifmerken Lederen Actetaschop 150 Duifmerken Pnrceleinen Theeservies op 200 Duifmerken Oud-Hollandsche Hoekstoel op 300 Duifmerken Sjoelbak of Porcel. Eetservies op 750 Duifmerken fi€®N. ZEEPFAÖRJEKÊN DE OU!? v.h. Chr. PLEINES, Den Dolder. tueelen, waarvoor Indië op dit oogenblik geen plaats heeft, te vermeerderen. Zou het niet gewenscht zijn, ook voor de inwendige structuur der Indische samenleving, dat men eerst zociht te scheppen de noodig waar borgen, dat zoodanige intellectueelen in eigen land een werkkring vinden, die hen, naar intellectueele opvoeding, tot tevreden heid stemt. Zooals het nu is, kan het niet anders of de intellectueel opgevoede Inlander keert zich van den eenvoudigen dorpsarbeid af. Maar als de maatschappij hem geen ande ren arbeid biedt, is hij daartoe gedwongen uit hoofde van het noodzakelijk levenson derhoud. Dat zal er echter toe leiden, dat hij ontevreden wordt zonder, in het 'alge meen, eenige opbouwende kracht te kunnen ontwikkelen. Voor de zooveelste maal b weer eens, dat op allerlei gebied de maat regelen, die het Westen heeft aanvaard, voor een tropische samenleving niet gelij kelijk kunnen dienen Maar waarom ze dan zonder wijziging toe te passen Melk als voedingsmiddel. Wat kunnen we van de melk als voe dingsmiddel verwachten Niet te veel vooral Het is verkeerd oudere kinderen en volwassenen zooveel melk te geven, dat de eetlust voor de gemengde kqst er onder lijdt. Slechts voor zuigelingen lot 6 a 7 maanden kan melk het uitsluitend voedsel zijn. Di\t geldt reedis voor móeder- melk, zeker dus voor koemelk. Daarom wordt uiterlijk vanaf de 7de maand de zuigeling geleidelijk aan gemengde kost gewend, op de bijzonderheden waarvan hier echter niet kan worden ingegaan. Slechts dient duidelijk te zijn, dat 'anger voortgezette uitsluitende melkvoeding het kind ziek zou makenhet zou gevaar loopen bloedarmoede en Engelsche ziekte te krijgen. Een van de redenen daarvan is, dat melk, ook moedermelk, arm is aan ijzer, dat we voor de vorming van ons bloed behoeven en dat voortaan door rui- j me toediening1 van groenten en fruit ver strekt moet worden. Voor de met koemelk gevoede zuigelingen komt dan nog het be- j zwaar van het steeds gekookt zijn van het j voedsel, waarom niet te laat rauw vruch tensap in het menu moet verschijnen. Op het eind van het 1ste levensjaar krijgt het kind dan ook hoogstens nog 14 L. melk per dag. lm den loop van het 2de jaar wordt dit nog verminderd ten gunste van meer gemengde kost. In het 3de jaar zijn een beker melk bij het ontbijt en bij het koffiedrinken voldoende meer zou den eetlust voor andere, zeker zoo belangrijke 1 spijzen verminderen. Als het kind, ouder geworden, visch, vleesch, kaas, een ei eet, is extra melk drinken feitelijk onnoodig, te meer, waar in pap bij het ontbijt of in het nagerecht nog dikwijls melk verwerkt is. Er is één omstandigheid, waarbij we de melk weer zeer op prijs stellen als tijdens ziekte de krachten op peil gehouden moe ten worden, de eetlust slecht is en niet alle voedsel wordt verdragen. Beter dan met allerlei liflafjes gelukt het dan ook door melk in een of anderen vorm te geven vol doende voedsel binnen te brengen. Het spreekt vanzelf, dat in een aantal ziekte gevallen ook meik verboden kan zijn en dat men dus ook voor dit ziekenvoedsel dien raad van den dokter behoeft. Als eiwitbron voor zieken en zwakken heeft de melk (evenals kaas) het voordeel voor hetzelfde geld meer eiwit te kunnen geven dan in den vorm van vleesch of eie ren mogelijk is. Ook karnemelk en afge roomde melk zijn daarvoor aan te beve len ze behooren evenals volle melk ech ter evenzeer aan het toezicht van een keu ringsdienst te zijn onderworpen. (Wie zou niet weenen.) Herinnering uit de oorlogsjaren door E. J. M. Vriendelijk krinkelend steeg de grijsblau- Wé rook uif ;deisGhouwtjes, pluimde vervol- féiis in westelijke; richting, stoeide met het értele zefi'rtjè^om eindelijk af te drijven en zich op te lossen in het wazig verschiet. In de breedgetakte linde cup 't dorpsplein tje floot een wielewaal zijn hoogste lied, het druk gesnap der kiiideren aan- den voet stoorde blijkbaar den schuwen, kleurigen zanger niet. Met de koe aan de zeelt kwam oud Stafken over de hobbelige straat aan slenteren. Blaar kende haar meester, schoof met loggen stap behoedzaam naast het uit gedroogde kereltje voort, regelde hare be weging naar de zijne. Z'n klompen klosten over het ruwe plaveisel, nu en dan gaf hij een rukje aan het touw en klonk het aan moedigend tusschen de mummelende lippen: „Alïez dan Blaar, heb je geen goesting in de bijzeméelkoeken, dat. ge zoo trage stapt Vandage", waarop de grijsaard het dier zacht over den glanzenden schouder streel de en eenige lastige vliegen verjoeg, want Blaar was volgens hem de treffelijkste koe van heel de parochie en Stafken stond be kend om de teedere bezorgdheid voor de steVige roodbonte. Nooit zou hij verzuimd hebben haar nog een lekker brokje toe te werpen, alvorens de stramme leden uit te strekken op den grooten zolder, waar de wind zoo droefgeestig tusschen de afschil ferende pannen door kon zuchten bij storm weer. Geesten van verslagen Spaansche roovers, gevallen bij de overrompeling van het vroegere trotsche kasteel, mom pelden de bijgeloovigen en menig vroom moederken sloeg een kruis als het bij nacht langs de boerderij met haar massieve muren en diepe kelders, overblijfsels van den hechten burcht, door de „Spaansche laan" de kom moest bereiken. Aan den ingang der dreef woonde de gareelmaker Basteleer en op de ruwhouten bank bij diens deur zat Stafkens achttien jarig nichtje met het mollige kleintje te spelen. Vol welbehagen liet hij den blik over de frisch ontloken maagd glijden. Hel derblauwe kijkers, fluweeldonzige wangen met verleidelijke kuiltjes, een snoeperig mondje, altijd lachend en kersroode lippen, wie zou niet bekoord zijn geworden door deze goudgelokte, landelijke schoonheid, bloeiend als het landschap zelf Sylvia tilde den dreumes in de hoogte en zong voor 't schaterend kind het mooie liedje 's Avonds keeren schaapkens weer Van de groote, bruine hei, Allen roepen, bè, bè, bè, De beestjes zijn zoo blij Het zonneke zei genachten 't Kindeken moet naar bed 1 Moeder heeft voor 't schatjen Het papken klaar gezet. Wordt het wakker ten uchtend En wrijft zijn oogskens uit, Dan blaast een engeltjen boven Rap de starrekens uit I ,,'t Zal een schoon wijveken worden te wege", mompelde de ouderling, „altijd bij den moed, leutig als de kalfkens in de wei met de voorjaarsdagen. Het groote lot uit de houwelijksloterij is voor hen, die een maal hand in hand naast haar zal staan om den zegen te vragen. Maar Gods wegen zijn wonderbaar, zoo menig blommeke groeit fortuinlijk op en tiert om onverwachts ver trapt te worden." Daar dreunden zes slagen uit den grijzen toren, onverwoestbaren reus uit de middel eeuwen. Met zijn verweerden, stoeren kop trotseerde hij nog altijd de elefnenten, staarde trotsch neer op de nietige wezens aan zijn voet, waarvan hij zooveel geslach ten in 't oneindige zag verdwijnen, welker blikken eenmaal met eerbied langs de for- sche plompe vormen en lijnen bewonderend en vol eerbied de spits beschouwden, wij zend naar 't azuur des hemels. Schel klepte het Angelus, teeken om de werkzaamheden te eindigen en de bejaarde herder ontblootte eerbiedig het hoofd, ook het meisje staakte het stoeien en vouwde de handen tot de laatste galm verstierf. Naar het Engelsch van N. BOWLBY. (Nadruk verboden). 18) «Weet je", zei Lorna even later tot hem, w ,arme Sterling is zoo erg ziek Dit ,„as Wt allereerste wat ik hoorde bij mijn «Ugkomst. Hij was eerst heel verhit en 8room Ifet hem toen zóó in de staan, zonder een kleed of dek op." »Kan ik Sterling zien vroeg Godfrey. Lorna aarzelde en hield even een kleine "aadslaging met haar tante. «Kindi, je zult doodziek worden 1" 'och gijjg Lorna hem voor den hall in. >.u kent den weg naar de stallen ze. „ik hoef toch niet mee '-la zeker. Hoe zou ik anders den weg het donker vinden «Maar ik ben geen glimworm I" '•™or niij is n hét licht 1" it ''.r misschien heeft tante gelijk dat Niüus> i za' kouvatten." stop! r dikke bontmantel lag op een schoude rey ^en k°rna om de »,Nu S' 20o hij"n,et eigenwijs wezen vermaande n,l- ..en dan 'ulleni wi graag d i altijd èe als ik zoo in den maneschijn 7hi? dan.gauw meegekomen I" en' w'j door den tuin gaan Ik zie EaS den vijver in het maanlicht. Ik ee"' gevoel of ik in een toover- j« ben, er .overal feeën om mij heen de"B|i Is de illusie nog grooter. Want mngin der feeën heb ik aan mijn zijde Maar nu waren zij dicht bij den stal en bij den box van Sterling gekomen, sloeg zij de armen om den hals van haar lieve ling en streelde hem teeder. De patiënt hoestte nog wel erg, maar het gevaar was toch voorbij. „Nu moeten we gauw terug, anders zou Molly nog; denken, dat v/ij verdwaald waren In den hall had zij moeite den haak aan den hals los te krijgen en riep ongeduldig „Kunt u mij soms even helpen Godfrey liet zich dit niet tweemaal vra gen en van dezen ridderlijken dienst ge noot hij met recht. In den salon was Molly intusschen op gestaan. „Ik vrees dat wij nu gaan moe ten, miss Rivers." „Waar is Godfrey vroeg St. Aubyn. „Die is naar Sterling gaan kijken", ant woordde miss Rivers, „ofschoon ik het geen weer vind om nu, bij avond, nog uit te gaan." Chesney haalde glimlachend de schou ders op. „De maneschijn is helder genoeg om iedereen naar buiten te lokken", meende lady Carline. „Het rijtuig staat al een tijdje te wach ten", zei Molly ongeduldig. „Doe je mantel om, dan zullen wij mr. Loraine gaan opzoeken", zei miss Rivers. Ze traden nu den haH binnen en ver schrikt trad Lorna een paar schreden terug van Godfrey, met een ongeduldig „Kan j je het niet loskrijgen Zonder een woord te zeggen maakte Moliy den haak los en zei „Nu gaan wij, Lorna. Wij wachtten op mr. Loraine." „Het spijt mij" zei Godfrey. In Molly's oogen stond misnoegen te lezen... HOOFDSTUK XVII. Het was ct weer een regendag, zóó stormachtig zelfs, dat er van jagen geen kwestie was. In den salon, aan weerskan ten van den haard, zaten Lorna en. lady Carline. De meisjes zaten in vertrouwelijk ge sprek en Carline zei juist „Ja, ik kan wel zien, dat hij op het oogenblik dan wel zeer op mij gesteld is maar dit was hij toen ook op jou Als ik wegga, zal hij mij vergeten, net zooals hij jou vergat, en dan weer een andere vlam hebben" „Welneen", antwoordde Lorna vol ver trouwen. „Hoe weet je dat nu Je dacht immers dat hij jou ook niet vergeten zou En ik moet nu naar huis, want ik ben al twee maanden weg geweest en moeder heeft dringend om mij geschreven." Er klopte iemand op de druipende ven sterruit en Lorna lachte zachtjes voor zich heen. „Kom binnen, Ted 1" Reeds had Teddy gevolg gegeven aan deze uitnoodigmg en ging Lorna voort „Dat ik kranig, zeg, dat je door dien slagregen bent gegaan Was dat enkel om van mijn gezelschap te genieten „Ik wilde... ik kwam..." „Misschien om mijn nieuwe fotografie van Sheila te zien opperde Lorna. „Juist." „Dat is kras, dat je wist hoe ik Sheila's portret had gemaakt!... Maar in ieder geval zal ik het maar even gaan halen." Ze liep naar haar eigen kamer, waar Donsje voor een heerlijk vuur lag. Lorna nam de kleine Perzische op haar schoot. Pixie maakte ook dat hij er bij kwam, en dróomende leunde het vrouwtje achterover in haar laag stoeltje. Het kamermeisje kwam haar echter sto ren na een tijdje, met de mededeeling „Daar is een briefje voor u, miss De man wacht op antwoord." „Goed Mary wacht even." Zij las het briefje door zette zich aan haar cassette en schreef enkel „Ja", waar na zij haar antwoord aan Mary overhan digde en er zich weer eens op haar gemak voor zette ofh het briefje over te lezen. „Waarde miss Conway. Er is iets wat ik u al zoo lang heb willen zeggen, maar ik vond er maar niet de gelegenheid toe. Als u hier kwam, zou óf Chesney óf zijn zuster er bij wezen, en als ik kwam bij uw gast vrouw, zouden wij weer in gezelschap zijn van miss Rivers en lady Carline. Wit u nu soms aan den opstap bij de Zeven Beuken zijn, morgen om vier uur Ik hoop dat u het niet? al te vrijpostig van mij vindt maar wat ik zeggen wil is hoogst belang rijk. Altijd de uwe, Godfrey Loraine." Lorna's hart klopte van onuitsprekelijke vreugde. Eindelijk eindelijk dan toch Toen dacht ze ineens weer aan haar gasten beneden. „Ik hoop dat tante ze niet gestoord heeft", zei ze, het katje oppakkend. „Kom Donsje, we zullen samen naar beneden gaan en onze gelukwenschen aanbieden." ,,'t Is hoog tijd Zilleken om de andere stalwaarts te brengen", waarschuwde het onkeltje en strompelde daarna langzaam verder. De laatste druppel uit den weelderigen uier van Blaar was reeds met zacht geruisch in den wachtenden emmer neergezegen en het meisken vertoonde zich nog altijd niet aan de deur van den stal. „Wat heeft ze toch in der kop Mie, ze komt geregeld al eenige dagen afzakken als we aan de pap willen beginnen, 'k mot er 't mijne van weten" en hij dribbelde weg, want Mie, haar moeder, volhardde in plech tig zwijgen, schudde alleen veelbeteekenend het hoofd, liet enkel een vluchtigen glimlach over het gelaat trekken. Snel was het raadsel opgelost. Drie bul kende en naar stal verlangende runderen verdrongen elkaar bij het hek, maar Sylvia bekommerde zich ditmaal niet om haar on geduld, leunde tegen een stammetje van het elzenbosch en... ze was er niet alleen. Vlak tegenover haar bevond zich de deelgenoot van eert zeker belangwekkend onderhoud, want telkens overtoog een vurige blos het gelaat van 't meisken. Wat de stevige knaap, met de leidsels der bonkige rossen, die het glimmend kouter door den stuggen bodem hadden gedreven in de hand, deze oogen- blikken mededeelde, boeide meer dan ge noeg om den plicht te vergeten. Of de oude oogen een wonder aanschouwden, staarde Stafken onafgebroken in de richting van het koppeltje, zich blijkbaar onbespied wanend. „Schooner spanneke zou er alevel niet te vinden zijn. En dat heeft ze voor mij zoo mooi verzwegen, terwijl ik alles meende te weten, wat 'r jong herteken beroert, 'k Heb ze meer vertroeteld dan haar eigen moeder. Dwazerik, wie kan ooit een vrouwmensch doorgronden in de liefde mompelde het mannetje. Daar schoot hem een vrooüjke gedachte in het brein, snel keerde hij op zijn schreden terug, posteerde zich achter een dikken eik en riep, zoo luid de gebroken stem het veroorloofde „Syvie, Sille schik je nog te kommen, we wachten te met een half ure." Plots verandering van tooneef, een paar vlugge sprongen en het hek werd ontsloten. „Waren de deugnieten weer afgézakt naar den kant der klavers Silleken informeerde Stafken ondeugend. „Ja, ja, het gras wordt kort en de beesten zoeken ook het beste"... „zooals de menschen", vulde nonkeltje on gevraagd aan, doch geen gelegenheid tot nadere explicatie werd gevraagd of gebo den, 't was zich schijnbaar haastig reppen om de verloren minuten in te halen, 's Avonds liet hij onder het geklikklak der lepels telkens een onderzoekenden, goed keurenden blik op de maagd rusten. Blijk baar geraakte ze in verwarring, zóu hij iets gemerkt hebben en het voorlóopig verbor gen houden Pachter Sfeeninck trok met de bazinne den volgenden Zondag op familiebezoek. Veel te bedrijvig óm natuurlijk te'zijn drib belde de doö'hter heen en weer, liet den moor onder dë breede schouw een einde loos liedje neuriën. Stafken stak den brand in zijn klein neuswarmertje en vermaande „Kom mijn doesken, zet nou eens een bak- sken koffie, 't loopt naar vieren en gun je dan een momentje rust, we hebben samen wat te klappen. Slim zijt ge, maar nonkeltje fi INSTITUUT VOOR RBEIOERSONTWIKKEUNG Zondagochtend 13 November 10.30 uur v m. in het „Alhambra".Theater. Spreker: Onderwerp Toegangspiijs Leden en Donateurs (zonder seriekaait) f 0 10 Anderenf 0.20 In hall hoestte, ze. e.e.ns,. bij wijze van waarschuwingook maakte ze onnoodig leven met de knop van de deur. Toen ze binnentrad was één blik op Carline's blozend gelaat haar voldoende. Teddy sprong op en stak haar de hand toe. „Wel geluk gewenscht", begon zij. „Ja, ik begrijp het best f En ik ben er heel blij om „Hè... Hoe wist je dit dan Ik wist het zelve maar enkele minuten Miss Rivers had er niets van gemerkt en was er oprecht van verbaasd. Zoodra ze met Lorna alleen was, zei ze nog eens „Wel heb ik van mijn leven Wat zal lady Warrington wel zeggen?" „Ja, die zal er nu niet zoo zeer mee in genomen zijn", meende Lorna. „Teddy is wel van zeer goede familie, maar een titel heetf hij niet te wachten." „Blijf dineeren drong Lorna. „Want dit is toch geem weer om er door te gaan en je moet geen kou vatten „Maar ik moet ze thuis toch wel gaan vertellen, hoe verbazend gelukkig ik ben l" Lady Carline verscheen ineens, met hoed op en waterproof aan. „Ik wil je moeder zien, Teddy laat ik met je meegaan." „Ik zal de vigelante laten voorkomen", zei Lorna. „In zoo'n storm kan je toch niet loopen Maar Carline zei óverredend „Ik zou heel graag loopen. Het is immers niet ver. Kom Ted 1" En in storm, wind en regen hepen' de geliefden (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1927 | | pagina 1