DONDERDAG 27 OCTOBER H jjjtéw "binnenland |Ontvangtoestelle| Ontvangtoestellen Intvangapparatej che Courant" Mill ^.^53ooe daargang1MZ7— (LISSINGSCHE COURANT 65e Jaargang 1927-? TUIS- |ste's laak ïd in ver lam, ibus. Handels Bureaj lEFELBUSq VLISSINGElj NIEUWSTRAATJj TEL. No. 388 1 en f 175 per stuk |en f 225 per stuk |per stuk en Anode-Batterije] bde-Batterijen Imulatoren den op"^ aanvrage gezondeij Ire nagenieten korting door G. TH. ROTlIj 'er bestaat uit 2 bladen. Kste^BSad^ 24 -idi :hter het houten beschotg l :n wachten. Met Wj*\ (10e ze hun vriendin" /.J elpen. „Ik knaaghetto™ J kop", zei vader, Jg»i er af? Neen we s 'P^J tlaufpen."11 1U0NNEMENTS-PRIJS J vvssingen en gemeenten op Wal kt V Vofl ner drie maanden. Franco T 'hfeie riik 2.50. Week-abon- 17 cent. alles bij vooruitbeta- „.rfjke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS 4 rfgels 1.10, voor iedere f' '726 centbij abonnement spe- I?Reclames 52 cent per regel l"»dverlenties betreffende Huur en Koop en Verkoop, Dienstaanbie- L ,n Dienstaanvragen, enz. prijs bij Ruling van 1—5 regels 0.75, elke A-.pr 15 cent. ISenchten van 1—6 regels 1.70, el meer 26 cent. Gastmaal ten Hove. kterenavond heeft* de Koningin ten fcViike' paleize in het Noordeinde te Evenhage in audiëntie ontvangen prins Rinses Ri- Dezen werden in de vesH- Kffh-antgen door den Prins. |de ontvangst gaf de Koningin ter eere Jjet bezoek een gastmaal. Met de Ko en Prins Hendrik .zaten, behalve k en prinses Ri (en .gevolg) verschil de leden der hofhouding aan, als ook fcter Beetaerts van Blokland, de Japan («zant en leden der Japansche legatie. Viafel prijkte met goudkleurige chry- le Koningin heeft prins Ri het Groot- s der Orde van den Nederlandschen verleend. Nederland en België. renmiddag is te Brussel door den jschen minister van buitenlandsche za- fdf," heer Vandervelde, en den Neder- jsehen gezant te Brussel, jhr. Van Vre- jturch, voor hunne respectievelijke re ten het verdrag onderteekend inzake Bltttueele toenadering tusschen België en Ierland. Jilverdrag heeft ten doel de intellectueele tklngen tusschen België en Nederland jrsterken, inzonderheid door de uitwis- ig van hoogleeraren mogelijk te maken, pede door" de beschikbaarstelling van beurzen, één door de Belgische regee- igten behoeve van een Belgischen onder la die zijn studiën in Nederland wenscht Kt te zetten of aldaar onderzoekingen ischt te doen, en één door de Nederland- Ie regeering ten behoeve van een Neder- jier, dié zijn studiën in België wenscht ii te zetten, of aldaar onderzoekingen ischt te doen. Wederinvoering van de doodstraf. Verbond van/ Actualist en heeft een Is tot de Tweede Kamer gericht, waar- Ibet „ten volle beseffende welke gevaren li tiet instituut van de doodstraf zijn ver- pen; overtuigd van den rnoreelen in- Bcd, welke als afschrikwekkend dreigen genoemd' instituut uitgaatgezien het pover hand toenemen van halsmisdrij- gezien de algemeene verwording ten- olge van het afbrekend -streven der he- hdaagsche „democratie" gezien de ac- tot afschaffing van de doodstraf in ™dië!'aandringt op wederinvoering p de doodstraf in Nederland. Uitvoer van vee naar België. |n verband! met de rfieuwe maatregelen, "'~ië met ingang van 15 dlezer heeft i tegen- het binnenbrengen van run- wculose, heeft de Nederlandsche Ja van Veehandelaren bij den veerartse- pndigert dienst in 's-Gravenhage geïn- rmeerd, of er van de zijde van Nederland paren bestaan tegen het weder-invoe- 1 wn eventueel door België om deze re- 1 geweigerde dieren. Het antwoord luid- lj volgens ^de „Vee- en Vleeschhandel", pr op het oogenblik, voor zoover bij de fctie van dezen dienst bekend, bij onze jK ?een voornemens bestaan, om n België geweigerde, uit ons land af- s«ge dieren de vergunning tot weder- ^houden. Dit beteekent dus dat België geweigerde dieren naar Neder- Kunnen worden teruggezonden. Huldiging van luitenant Koppen. c" a zullen in hotel „Soeren ^ocsterberg luitenant Koppen en icjDton gehuldigd worden. Uit in- •bfpn0n van'. Soest en Soesterberg heeft Isrha cornmissie gevormd onder voorzit tcrpti/ VÜa den' Heer Grootewal met aio iS« den hee>' F- M. Houbaer, die de I LUF(L °5ani?eert. Et p"??.,„K2l'Pen is tlifgenoodigd met P'tew'l ,Zaterdagmidd'ag tegen drie V™. t,erbcrS te wille" aankomen. De ijopgeluisterd' worden door mu- i'flrden |gif-ers 2l,U'eri door schoolkinderen INa h to.eSez°ngen. lin rf huldiging in n,.Li.de vlieppTQ in o -ö in hotel „Soesterdal" ubliek■.v',e§ers in een auto langs het Oor P«n J, waarna luitenant Koppen en beértSn optocht' naar Huis zal wor- -Dn dP3e weersomstandigheden ligt ferUf te steke"8 aV°nd* 6Gn VU" [He, "Ctrruptie 00k te Rotterdam. raar de hpe!!,eriCiam Higestelde onderzoek r'Stel 3®uWlSmg van den- heer Van lïrdauische n~ ?T!Ptie ook aan het Rot- Fïcteur niffS waarbij echter de Pfbben uifff0, was betrokken, zou reeds ping niet frpvf^H da* bedoelde beschul- resf'Officii^? en al.ongegrond is ge- I e bevestiging van dit bericht kon de „Voorwaarts", waaraan wij dit be richt ontleenen, niet bekomen- in verband met het stadium, waarin het onderzoek zich nog bevindt. De Nederlandsche Padvinders. Wij ontvingen een exemplaar van het nieuwe reglement van ,^de Nederlandsche Padvinders", regeJs van het spel van ver kennen voor jongens. Het geheeL wordt, overeenkomstig de oorspronkelijke bedoelingen van den stich ter, thans meer opgevat als een spel, doch dan een karaktervormend spel mét bewus te doelstelling. Hierdoor zal de padvinders beweging ook in ons land nog meer die afzonderlijke, karakteristieke plaats gaan innemen, welke haar toekomt. Immers als karaktervormend spel valt de beweging zeker niet onder de jeugdzorg, terwijl wij ons hierin onderscheiden van hetgeen n or.s land gewoonlijk de vrije jeugdvor- ming wordt genoemd, dat zij aarr het igedachtenleven leiding geven en vooral wenschen te voorkomen, dat door het ont staan van een groote gaping tusschen be schouwen en handelen onevenwichtighei i ontstaat. Wij vesfigen ook de aandacht op het nieuwe instituut „speciale troepen", waar door padvinderstroepen kunen worden op gericht, die verbonden zijn aan scholen, fa brieken, kerken etc. en- welke troepen on der leidiiüg blijven van de betrokken cor poratie. PROVINCIALE STATEN. Zitting van Woensdag 26 October. (Vervolg en slot.) Een verkeerscommissie. Inzake de motieWeieman c.s. tot het instelen van een verkeersco-mmissie, waar bij Ged1. Staten hebben opgemerkt, dat reeds een bijeenkomst is gehouden van bij het verkeer belanghebbende instellingen en lichamen en zij bereid zijn het volgende jaar een gelijken s-tap te doen, werd in alle afdeelïngen op aanneming aangedrongen en ook op meer openbaarheid omtrent dat gene, wat Ged. Staten in deze materie doen. Men meende dat het bijeenroepen niet moet uitgaan van den Commissaris der Koningin, doch van Ged. Staten en de pers in de bijeenkomst moet worden toe-, gelaten. Door een ander Lid werd uiting gegeven aan de waardeering voor het werk dat in dezen gedaan is door den Commissaris der Koningin. Er^werd met nadruk op gewezen, dat de commissie er zuiver een van adivies moet zijn, en Ged. Staten, dus niet door die commissie zouden worden verdrongen. De commissie werd vergeleken met deji rijkswegenraad. Ged. Staten- hebben in alle afdeelingen de instelling van een permanente verkeers commissie ontraden. Dat de bootcommissie weinig^ resultaat bereikt; wordt toege schreven aan het feit dat de tramdirecties autonoom zijn en slechts rekening houden -met het voordeel hunner maatschappij. Toch zal haar invioed o.a. in- den spoor- wegraad) groofer blijken dan die van de leden eener verkeerscommissie. Slechts in één afdeeling werd gestemd en verklaarden zich 5 leden voor de motie, terwijl 7 zich hun stem voorbehielden. Opgemerkt werd nog dat het een be zwaar is, dat verschillende leden van Ged. Staten- betrokken zijn in de directies der diverse verkeersmiddelen, terwijl een an der l'idi het juist goed vindt, dat leden, van Ged. Staten zitting hebben in besturen van gesubsidieerde maatschappijen. Ged. Staten blijven in hun antwoord op het algemeen verslag aanneming der motie ontraden. De heer Welleman blijft voorstander van een -vaste commissie boven een jaarlijks bijeen te roepen vergaderinjg, gezien ook zomer- en winterdiensten. De commissie moet adviseerend blijven en om dit goed te doen uitkomen stelt spr. nader voor te le zen, dat de commissie niet aan de verschil lende belanghebbenden, doch aan Ged. Staten voorstellen zal kunnen doen. In plaats van allerlei afzonderlijke adviezen, zullen Ged. Staten een georganiseerd ad vies krijgen. Als mem de dienstregelingen beziet, komt men tot de conclusie, dat veel kan en moet verbeterd worden, als er samen werking is en ieder wat wil nemen en ge ven. Er is geen sprake van opdragen, doen van verzoeken aan Ged. Staten. De heer Onderdijk zal met zijn fractie het voorstel steunen men voorkomt aller lei op- en aanmerkingen in de pers. Men moet deze dan ook tot die com missieverga- derinigen toelaten, die het publiek voor lichten kan. De heer Van Dixhoorn stond aanvanke lijk niet sympathiek tegenover de motie, maar nu. duidelijk blijkt de, commissie al leen adviseerend- zal zijn, is spreker voor de motie. De heer Van Dusseldorp zegt, dat allen voelen het nutyvan overleg. Ged. Staten vinden het echter beter direct met de be trokkenen- te kunnen onderhandelen, dan dat er eerst weer een commissie van advies tusschen staat. Het is niet zoo eenvoudig, dat men kan zeggen, men neemt wat ei men geeft wat. De aanwezigheid van dc pers zal' -wellicht maken, dat de spoor- en tramdirecties minder mededeelzaam zijn maar als men- de zaak publiek wil doen zijn, neemt spreker het voorstel over de pers tcegang te verleenen tot de bijeenkomsten. Spreker blijft er bij meer te verwachten van de bijeenkomsten, zoöals Ged. Staten die willen voorstellen dan van een vaste commissie. De heer Welleman licht nader toe, dat Ged. Staten de vergaderingen toch zeker bij zullen kunnen wonen. De kans op be middelen zal grooter 'Jfti ff m,eerdere bij eenkomsten eener commissie, dan bij eën vergadering per jaar. De heer Van- Dusseldorp verdedigt nader het standpunt van Ged. Staten en de heer Onderdijk zegt, dank voor de toezegging dc pers toe te laten, die ten slotte nog altijd bereid is iets weg te laten. De motie-Wellémam word.t verworpen met 23 tegen 15 stemmen. Voor stemden de V.D., de S.D.A.P., en verder de heeren Van Dixhoorn, Moelker, Van Oeveren, Wallien, Kakebeeke, De Jon ge en Dieleman. In de middagvergadering kwam aan de orde de wijziging der Provinciale wet. Wijziging Provinciale Wet. lm verband met de motie Adriaanse c.s. om aan te dringen op behoud van den ver antwoordingsplicht -van Ged. Staten tegen over Prov. Staten ingevolge van het door hen op de gemeentebesturen uitgeoefende toezicht bij de wijzigingder Provinciale wet, werd in al-i'e afdeelingen uitvoerig van gedachten gewisseld. Men meende o.a. dai Ged. Staten ook bij dat toezicht optreden als vertegenwoordigers, als lasthebbers vai. de Prov." Staten. Andere leden wilden zich niet verdiepen in de vraag of deze verant woordingsplicht op historischen grond is te verdedigen, maar meenen zij wel dat hij in het raam der tegenwoordige tijdsomstandig heden past, die als eerste voorwaarden stellen, dat de publieke zaak publiek be handeld wordt. Ook meende men, dat zoo van de uitspraken van de Prov. Staten in de meeste gevallen al geen repressieve kracht kan uitgaan, een heilzame preven tieve werking daarvan niet kan worden ontzegd. Er werd van andere zijde op ge- vrezen, dat Ged. Staten ook zonder ver antwoordingsplicht aan de Prov. Staten, wel rekening moeten houden met het feit, dat van hunne beslissingen beroep op de Kroon open staat. Zij zijn trouwens ten deze opzichte veel meer op de hoogte dan de Prov. Staten. Prov. Staten houden altijd de macht, de leden van Ged. Staten niet te herkiezen. Hiertegenover werd' opgemerkt, dat herkiezing van Ged. Staten eens in de vier jaren voorkomt en dan nog door an dere, zuiver politieke overwegingen kar. worden beïnvloed. In hun antwoord op dit algemeen verslag merken Ged. Staten op, dat onderscheid dient te worden gemaakt tusschen hun taak als bestuurders van het provinciale huis houden en als toezicht houdend orgaan ten aanzien der gemeentebesturen, als hoedanig zij slechts een schakel zijn in het algemee nt 'staatsorganisme en waarbij hunne ge dragingen onderworpen zijn aan het opper toezicht van de Kroon. Ook wijzen zij op het spaarzaam gebruik, dat sinds 1850 van het interpellatierecht is gemaakt en op de resultaten, die in verschillende gevallen door het controleerend niet slechts preven tief, doch ook en bovenal repressief, op treden van de Kroon, werden bereikt, en meenen zij, dat de vestiging of de instand houding van het interpellatierecht inder daad allerminst een eisch van de praktijk schijnt en het verwerven, resp. behouden daarvan geenszins onverdeeld ter verhoo- ging van het prestige dér Prov. Staten kan strekken. Ged. Staten kunnen dan ook niet anders cloen, dan in overweging geven, de motie niet aan te nemen. De heer Adriaanse heeft uit.de afdeelings- verslagen bemerkt, dat men de strekking van zijn motie niet goed heeft begrepen. Ook volgens prof. Buis zijn Ged. een com missie uit de Prov. Staten. Spr. en zijn medevoorstellers willen dien band behou den, zulks uit een provinciaal belang en ook om de verantwoordelijkheid van de Ged. Staten te behouden, dus van de man nen, die door de Staten gekozen zijn. Zij moeten het reglement door de Staten voor hen vastgesteld opvolgen. Spr. zet dit nader uiteen aan de hand van uitspraken van deskundigen. Het gaat hier om een recht van de Prov. Staten niet los te laten, want dan krijgt men het in de eeuwigheid niet terug. De heer Van der Beke Callenfels meent; dat de Ged. Staten twee taken hebben. Reeds bij de grondwetswijziging van 1887 is de controle aan de Prov. Staten ontno men en nu moet de prov. wet daarmede in overeenstemming worden gebracht. De heer Van 't Hoff zegt, dat het hier gaat om meer kracht te geven aan de Volks- souvereiniteit en dat keurt spr. en zijn kring juist niet goed. Als men zoo doorgaat zouden Burg. en Wetb. ook voor alles ver antwoording schuldig zijn aan den raad. Een preventieve werking ziet spr. niet in de controle en de Staten zouden er niets mede bereiken en zich zelf dus naar beneden halen. Bovendien is de Statenvergadering niet de geëigende vergadering voor controle op gemeenten, daar er zooveel leden van ge meentebesturen zitting in hebben. De heer Dieleman sprekend voor zich zelf niet als lid van Ged. Staten, geeft toe, dat Ged. Staten is een commissie uit de Staten, een van lasthebbers maar ook is het een administratief lichaam. Als zoodanig zijn zij niet verantwoording schuldig aan de Prov. Staten, die mem toch reeds in hun autonomie beknibbeld heeft, waaruit blijkt, dat het niet de bedoeling kan zijn hen met controle te belasten. De provincie staat niet boven de gemeente, maar is de verzameling van gemeenten. Het toezicht gebeurt dan ook niet namens de Prov. Staten. Machtbe- kleeders zijn geen verantwoording schuldig aan degenen, die hen kozen. Men moet per sonen kiezen, die onafhankelijk zijn en zelf standigs-kunnen optreden. De lieer Brandsma wijst ook op het ver schil ten deze tusschen de Prov. wet en de Grondwet. Gevaar bestaat, dat Ged. Staten zouden beïnvloed worden door de Prov. Staten. De Kroon is er ten slotte om tegen de Ged. Staten te zeggen tot hiertoe en niet verder. Ook bestaat er groote kans, dat Ged. Staten zich van een interpellatie toch veel zouden kunnen aantrekken. De heer De Baare meent, dat het nog niet zoo zeker is, dat het in 1887 de bedoe ling is geweest om de controle aan de Prov. Staten te ontnemen, want in 1S05 heeft men ook ten deze niets aan de Prov. wet veranderd. Het is maar ten deele juist, dat de controle op de gemeenten ver zou af staan van de prov. huishouding. Ged. Staten is toch ook een politiek college en dit blijkt dikwijls bij de beslissingen. De Kroon kan wel kennis nemen van een beroep doch kan Ged. Staten nkt tot verantwoording roepen. Het is een stap achteruit op den weg der democratie. De heer Kodde meent, dat de beslissin gen van Ged. Staten toch openbaar komen. Als het beschouwd moet worden als admi nistratieve rechtspraak is inmenging van anderen zeker niet goed. De heer Van Dusseldorp meent, dat hij na het gesprokene kort kan zijn in de verde diging van het standpunt van Ged. Staten, dat ook schriftelijk reeds uitvoerig is ge schied. Het toezicht is wel degelijk aan Ged. Staten opgedragen. Men kan toch niet eischen, dat de Prov. wet niet in overeen stemming blijft met de Grondwet. Ged. Sta ten zijn bij hunne beslissingen gehouden aan de bepalingen der wet en aan hun eigen geweten. Nadat de heeren Adriaanse en Dieieman nogmaals hun standpunt hadden toegelicht werd de motie verworpen met 25 tegen 12 stemmen. Vóór stemden de V.-D., de S. D. A. P. en de heeren Erasmus, van Dixhoorn, Moelker en Reilingh (allen V.B.). Hierna sloot de voorzitter de buitenge wone zitting der Staten in naam der Ko ningin. De winterzitting der Provinciale Staten zal Dinsdag 29 November worden geopend. Stads= en Provincienieuw s VL1SSINGEN, gl OCTOBER. Nagekomen belastinggelden. De minister van financiën maakt «bekend dat uit Vlissingen onder letter Q. is ont vangen een bedrag van 200.60, wegens te weinig betaalde vermogens- en inkom stenbelasting over de jaren 1924—-1927, van welk bedrag 102.77 komt ten voor- deele van- het rijk, 13.30 ten voordeele van de provincie Zeeland en 84.53 ten voordeele van de gemeente Vlissingen. Een avond van vroolijke kunst. Grand Hotel Britannia. Dat een dergelijke avond altijd trekt, bleek wel uit de volle zaal van het Grand Hotel Britannia, waar het gezelschap van Jean Louis Pisuisse zijn intrek had geno men om ons te doen schateren om een nietsje. Eigenaardig is het, dat, wat in het gewone leven het gelaat nauwelijks rimpe len doet, zoo'n lachwekkenden invloed heeft op de massa, zoodat de grootste Nurks zelfs zich niet onthouden kan zich te laten meesleepen. Reeds onmiddellijk bij het optreden van den grooten Jean Louis barstte een applaus los, dat de wanden deed daveren. En elk simpel ge/baartje, elk eenvoudig woordje bracht hernieuwde toe juiching, een simpele herinnering aan vroe ger tijden het uitbeelden bijv. in klank en woord van> het naar zee rijden van een badkoetsje gepaard met die kostelijke mimiek van den oud-Vlissinger, ontlokte weer een salvo van toejuichingen aan de gesuggereerde massa. Jean Louis en zijn medewerkenden toonden weer eens te meer, dat hun liedjes insloegen, als ze maar voor gedragen werden met dien zwier, die elegan ce, welke een inherent deel vormen van het luchtige cabaret-liedje, waaraan onze Hollandsche dichters zich niet vaak bezon digen. Dat is het domein van de Fransche poëten van „rond en even na de 80", zoo als de conférencier Pisuisse het uitduidde. Dat is het geheim van de dichters der lied jes, gezongen door Paul Collin, die met liedjes ais „Sur Ie boulevard" aantoont, dat met luchtige klankjes heel aardige ge dachten kunnen' worden vertolkt dat is de aantrekkelijkheid van een sentimenteele compositie als de „Spieldozen-Melodie", waar de drie leeftijden jeugd, volwassen leeftijd' en ouderdom na elkaar in herin nering worden gebracht. Mengeling van ernst en vrooJijkheid brengt ons het „les Vitriers", waarin de hoorn-signalen, der sol daten wordien verklankt in woorden. De afwisseling, die we vroeger al eens hebben waargenomen op de avonden van vroolijke kunst en die we toen zeer geapprecieerd hebben, brak ook hier weer den stroom van lichte, luchtige woordjes en gedach ten ontbrak ook ditmaal niet op het pro gramma. We hebben staaltjes gezien van de lichtvoetige kunst der, naar de program maleider ons meedeelde, geïmporteerde, ras-zuivere Spaansche danseres Sophia Galirrné, waarbij de gemoedstoestand uit gebeeld werd van de Tzigane in minne strijd, die echter ons inziens overtroffen werd' dóór de kostelijke parodieën van de types op een boerenkermis. Het nummer daaraan voorafgaande deed ons de presta ties waardeeren van Jenny Gilliams en Tjakke Kuyper, die ons van amoureuse liedekens van Engelsche afkomst deden genieten. Waar Hollanders in den vreemde, vooral in Amerika zijn, wordt dadelijk gekeken naar voet- en beenbekleeding, naar wijde broek en klompen. Vandaar dat het gezel schap een lied met passende, typische ensceneering van een Volendamsch voor komen heeft ingestudeerd voor „ex port", waarop echter eerst het „waardee- ringsmerk" van hef Hollandsche publiek wordt gevraagd. En dat is gisterenavond ten volle gegeven aan dit „Vroom en Vroo- lïjk Volendam", dat een lach en een traan samenvoegt. Na de pauze was het woord geheel al leen aan den conférencier, die ons eenige liedjes voorzong, waarin o.a. bij „La fem me dti Bossu" sterk het dramatische op den voorgrond drong, bij het „Spieldosen-me- Iodie" de sentimentaliteit hoogtij vierde en bij Vermageringskuur het jolige domineer de, vooral door de mimiek. En al deze lied jes werden aaneengeregen door dc met anecdoten, vertellingen en herinneringen gekruide „speech", waarvan Pisuisse zoo zeer het geheim verstaat. Dat bij dezen avond van vroolijke kunst, waarop Henk Stuurop op zeer verdienstelij ke wijze de pianobegeleiding verzorgde, gul gelachen en geapplaudisseerd is, voegen we, hoewel het eigenlijk niet noodig is, nog even hieraan toe. English Association in Holland. Flushing Branch. Major General Dunsterville opende de rij van sprekers voor dit seizoen met het on derwerp „Voor-Indië". De meeste van ons leeken denken waar schijnlijk bij het woord Indië aan Insulinde. Maar de spreker van Dinsdagavond liet ons heel wat anders zien dan het land van palm- boomen en plantages, van vuurspuwende bergen en strootjes rookende inlanders. Van Engelsch-Indië, een land bijna zoo groot als Europa, trachtte spr. een beschrij ving te geven. Het was een geweldige op dracht en heel veel terreinen heeft spr. even aangestipt. Hij bekeek het land gëogra- phisch en liet natuurtafereelen zien, zooals Duitschland of andere bergachtige streken opleveren maar ook een sneeuwtooneeltje, waar we ons verplaatst dachten in Scandi navië en zeer zeker niet in Indië. Het is het land der zeer hooge temperaturen (120° in de schaduw) en lage 5°). Toen de heer Dunsterville de historie van het land naging noemde hij de Grieksche, de Mohammedaanschb, en nog veel meerdere overheerschingen. Op sanitair gebied gaf spr. eenige bijzonderheden van veel voor komende ziekten de koortsen, die zoo af schuwelijk waren om aan te zien, dat hij er liever zelf aan leed dan anderen het slachtoffer er van te zien. Eveneens sprak de heer Dunsterville over de Engelsche kolonisatiepolitiek, de Indi sche godsdiensten, het heerschende kasten stelsel, waarbij een lid van de eene kaste zoo onrein kan worden door aanraking van een lid van1 een andere kaste, dat ver scheidene afwasschingen noodig waren om hem weer te zuiveren. Spr. spotte eenigszins met het verlangen naar Home-rule, nadat hij zijn gehoor eerst had doen duizelen door een eindeloozen reeks van namen der verschillende volkeren met hun respectievelijke talen. Het treffendst van al was misschien nog de monumentale bouwkunst, waarvan zulke wonderschoone resten de eeuwen getrot seerd hebben. Van deze verscheidenheid maakte de heer Dunsterville een pittige met veel humor gekruide causerie. De waarnemende voorzitter, de heer Coster dankte spr. voor de boeiende wijze waarop de heer Dunsterville dit land na derbij had gebracht. Zilveren jubileums. Hedea herdachten de heereni J. B. Dan- ckaerts en M. L. Garcia den dag waarop zij 25 jaar geleden in dienst traden bij de firma Gebr. Polak, thans N.V. v/h Gebr. Polak alhier, waar zij thans de functie van resp. vertegenwoordiger en boekhouder vervullen. Ten kantore van de vennootschap wer den de jubilarissen namens de directie toe gesproken en werd' hun een gouden remon toir horloge met inscriptie, alsmede een loffelijk getuigschrift overhandigd. Van verschillende zijden mochten de ju bilarissen vele blijken van belangstelling in ontvangst nemen. Harmonicla-vereeniging „Crescendo". De eerste Vlissingsche Harmonjca-ver- eeniging „Crescendo" met haar onderaf delingen mond-harmonica en tooneel, di recteur de heer W. Lijnberg, geeft a.s. Za terdag in het Concertgebouw een uitvoering. Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de in dit nummer voorkomende advertentie. Henrick Sillem. Concert- en Gehoorzaal Middelburg. Een middelmatige liederen-avond in de kleine zaal, niet wat de keuze van het pro gramma betreft, want dit bevatte een prachtig melos, als wel de vertolking van hetzelve. Er prijkten toch o.a. vier liederen van Schubert, twee van Brahms, twee van Strauss, drie van Borodin en andere mo derne Russen benevens één van Andriessen op den spelwijzer. Ontroering, emotie, bekoring heeft Sil- lem heel weinig gebracht, 't bleef een kalm zingen zonder polychromie, een voordra gen in nagenoeg éénzelfde stemming. Mis schien was er ook te veel van het' goede. Eerst aan het slot geraakte de zaal in ver voering en werd de zanger gedwongen „Druiventrossen" van Andriessen te bis- seeren. Henrick Sillem heeft geen onverwoest baar geluid, al mag zijn timbre innemend genoemd worden. Schuberfs „Mut" en „Zweignung" van Strauss werden wel het best gezongen de bekende aria „Non piu andrai" uit Mozart's „Figaro", die lichte, tintelende, vroolijke muziek, werd verdien stelijk weergegeven. Wat had „La Prin- cesse endormie" van Borodin een roman tisch, betooverend lied kunnen zijn. en welk een diepe weemoed had er moeten spieken uit „Les Formats" van Gretschaninow. Treffend illustreert de pianopartij de zware stappen van de zich voortsleepende tot dwangarbeid! veroordeelden, die denken aan de oevers van den sterken Wolga- stroom vèr weg in hun Russische aarde en die hun gezang doen klinken gelijktijdig met het knarsen der ketenen. We mogen ze gaarne, die zwaarmoedige doch schoo- ne Russische kunst. De moderne Italianen waren vertegenwoordigd' door „Nebbie" van Respighi. Ena Heyse was een zeer ernstig accom- pagnatrice, die ten volle verdiende; dat de zanger haar in het sijcces liet deelen. Bei den hadden bloemen in ontvangst te nemen. Het auditorium was niet bijster groot, ook de Vlissingsche muzieklievenden wa ren zeer slecht opgekomen. De Pisuisse* avond zat hieraan wel niet vreemd geweest zijn. Vérité.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1927 | | pagina 1