DONDERDAG 27 OCTOBER
H
jjjtéw
"binnenland
|Ontvangtoestelle|
Ontvangtoestellen
Intvangapparatej
che Courant" Mill
^.^53ooe daargang1MZ7—
(LISSINGSCHE COURANT
65e Jaargang
1927-?
TUIS-
|ste's
laak
ïd in
ver
lam,
ibus.
Handels Bureaj
lEFELBUSq
VLISSINGElj
NIEUWSTRAATJj
TEL. No. 388
1 en f 175 per stuk
|en f 225 per stuk
|per stuk
en Anode-Batterije]
bde-Batterijen
Imulatoren
den op"^ aanvrage gezondeij
Ire nagenieten korting
door G. TH. ROTlIj
'er bestaat uit 2 bladen.
Kste^BSad^
24 -idi
:hter het houten beschotg l
:n wachten. Met Wj*\
(10e ze hun vriendin" /.J
elpen. „Ik knaaghetto™ J
kop", zei vader, Jg»i
er af? Neen we s 'P^J
tlaufpen."11
1U0NNEMENTS-PRIJS
J vvssingen en gemeenten op Wal
kt V Vofl ner drie maanden. Franco
T 'hfeie riik 2.50. Week-abon-
17 cent. alles bij vooruitbeta-
„.rfjke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
4 rfgels 1.10, voor iedere
f' '726 centbij abonnement spe-
I?Reclames 52 cent per regel
l"»dverlenties betreffende Huur en
Koop en Verkoop, Dienstaanbie-
L ,n Dienstaanvragen, enz. prijs bij
Ruling van 1—5 regels 0.75, elke
A-.pr 15 cent.
ISenchten van 1—6 regels 1.70,
el meer 26 cent.
Gastmaal ten Hove.
kterenavond heeft* de Koningin ten
fcViike' paleize in het Noordeinde te
Evenhage in audiëntie ontvangen prins
Rinses Ri- Dezen werden in de vesH-
Kffh-antgen door den Prins.
|de ontvangst gaf de Koningin ter eere
Jjet bezoek een gastmaal. Met de Ko
en Prins Hendrik .zaten, behalve
k en prinses Ri (en .gevolg) verschil
de leden der hofhouding aan, als ook
fcter Beetaerts van Blokland, de Japan
(«zant en leden der Japansche legatie.
Viafel prijkte met goudkleurige chry-
le Koningin heeft prins Ri het Groot-
s der Orde van den Nederlandschen
verleend.
Nederland en België.
renmiddag is te Brussel door den
jschen minister van buitenlandsche za-
fdf," heer Vandervelde, en den Neder-
jsehen gezant te Brussel, jhr. Van Vre-
jturch, voor hunne respectievelijke re
ten het verdrag onderteekend inzake
Bltttueele toenadering tusschen België en
Ierland.
Jilverdrag heeft ten doel de intellectueele
tklngen tusschen België en Nederland
jrsterken, inzonderheid door de uitwis-
ig van hoogleeraren mogelijk te maken,
pede door" de beschikbaarstelling van
beurzen, één door de Belgische regee-
igten behoeve van een Belgischen onder
la die zijn studiën in Nederland wenscht
Kt te zetten of aldaar onderzoekingen
ischt te doen, en één door de Nederland-
Ie regeering ten behoeve van een Neder-
jier, dié zijn studiën in België wenscht
ii te zetten, of aldaar onderzoekingen
ischt te doen.
Wederinvoering van de doodstraf.
Verbond van/ Actualist en heeft een
Is tot de Tweede Kamer gericht, waar-
Ibet „ten volle beseffende welke gevaren
li tiet instituut van de doodstraf zijn ver-
pen; overtuigd van den rnoreelen in-
Bcd, welke als afschrikwekkend dreigen
genoemd' instituut uitgaatgezien het
pover hand toenemen van halsmisdrij-
gezien de algemeene verwording ten-
olge van het afbrekend -streven der he-
hdaagsche „democratie" gezien de ac-
tot afschaffing van de doodstraf in
™dië!'aandringt op wederinvoering
p de doodstraf in Nederland.
Uitvoer van vee naar België.
|n verband! met de rfieuwe maatregelen,
"'~ië met ingang van 15 dlezer heeft
i tegen- het binnenbrengen van run-
wculose, heeft de Nederlandsche
Ja van Veehandelaren bij den veerartse-
pndigert dienst in 's-Gravenhage geïn-
rmeerd, of er van de zijde van Nederland
paren bestaan tegen het weder-invoe-
1 wn eventueel door België om deze re-
1 geweigerde dieren. Het antwoord luid-
lj volgens ^de „Vee- en Vleeschhandel",
pr op het oogenblik, voor zoover bij de
fctie van dezen dienst bekend, bij onze
jK ?een voornemens bestaan, om
n België geweigerde, uit ons land af-
s«ge dieren de vergunning tot weder-
^houden. Dit beteekent dus dat
België geweigerde dieren naar Neder-
Kunnen worden teruggezonden.
Huldiging van luitenant Koppen.
c" a zullen in hotel „Soeren
^ocsterberg luitenant Koppen en
icjDton gehuldigd worden. Uit in-
•bfpn0n van'. Soest en Soesterberg heeft
Isrha cornmissie gevormd onder voorzit
tcrpti/ VÜa den' Heer Grootewal met aio
iS« den hee>' F- M. Houbaer, die de
I LUF(L °5ani?eert.
Et p"??.,„K2l'Pen is tlifgenoodigd met
P'tew'l ,Zaterdagmidd'ag tegen drie
V™. t,erbcrS te wille" aankomen. De
ijopgeluisterd' worden door mu-
i'flrden |gif-ers 2l,U'eri door schoolkinderen
INa h to.eSez°ngen.
lin rf huldiging in
n,.Li.de vlieppTQ in
o -ö in hotel „Soesterdal"
ubliek■.v',e§ers in een auto langs het
Oor P«n J, waarna luitenant Koppen
en beértSn optocht' naar Huis zal wor-
-Dn dP3e weersomstandigheden ligt
ferUf te steke"8 aV°nd* 6Gn VU"
[He, "Ctrruptie 00k te Rotterdam.
raar de hpe!!,eriCiam Higestelde onderzoek
r'Stel 3®uWlSmg van den- heer Van
lïrdauische n~ ?T!Ptie ook aan het Rot-
Fïcteur niffS waarbij echter de
Pfbben uifff0, was betrokken, zou reeds
ping niet frpvf^H da* bedoelde beschul-
resf'Officii^? en al.ongegrond is ge-
I e bevestiging van dit bericht
kon de „Voorwaarts", waaraan wij dit be
richt ontleenen, niet bekomen- in verband
met het stadium, waarin het onderzoek
zich nog bevindt.
De Nederlandsche Padvinders.
Wij ontvingen een exemplaar van het
nieuwe reglement van ,^de Nederlandsche
Padvinders", regeJs van het spel van ver
kennen voor jongens.
Het geheeL wordt, overeenkomstig de
oorspronkelijke bedoelingen van den stich
ter, thans meer opgevat als een spel, doch
dan een karaktervormend spel mét bewus
te doelstelling. Hierdoor zal de padvinders
beweging ook in ons land nog meer die
afzonderlijke, karakteristieke plaats gaan
innemen, welke haar toekomt. Immers als
karaktervormend spel valt de beweging
zeker niet onder de jeugdzorg, terwijl wij
ons hierin onderscheiden van hetgeen n
or.s land gewoonlijk de vrije jeugdvor-
ming wordt genoemd, dat zij aarr het
igedachtenleven leiding geven en vooral
wenschen te voorkomen, dat door het ont
staan van een groote gaping tusschen be
schouwen en handelen onevenwichtighei i
ontstaat.
Wij vesfigen ook de aandacht op het
nieuwe instituut „speciale troepen", waar
door padvinderstroepen kunen worden op
gericht, die verbonden zijn aan scholen, fa
brieken, kerken etc. en- welke troepen on
der leidiiüg blijven van de betrokken cor
poratie.
PROVINCIALE STATEN.
Zitting van Woensdag 26 October.
(Vervolg en slot.)
Een verkeerscommissie.
Inzake de motieWeieman c.s. tot het
instelen van een verkeersco-mmissie, waar
bij Ged1. Staten hebben opgemerkt, dat
reeds een bijeenkomst is gehouden van bij
het verkeer belanghebbende instellingen en
lichamen en zij bereid zijn het volgende
jaar een gelijken s-tap te doen, werd in alle
afdeelïngen op aanneming aangedrongen
en ook op meer openbaarheid omtrent dat
gene, wat Ged. Staten in deze materie
doen. Men meende dat het bijeenroepen
niet moet uitgaan van den Commissaris
der Koningin, doch van Ged. Staten en de
pers in de bijeenkomst moet worden toe-,
gelaten. Door een ander Lid werd uiting
gegeven aan de waardeering voor het
werk dat in dezen gedaan is door den
Commissaris der Koningin. Er^werd met
nadruk op gewezen, dat de commissie er
zuiver een van adivies moet zijn, en Ged.
Staten, dus niet door die commissie zouden
worden verdrongen. De commissie werd
vergeleken met deji rijkswegenraad.
Ged. Staten- hebben in alle afdeelingen
de instelling van een permanente verkeers
commissie ontraden. Dat de bootcommissie
weinig^ resultaat bereikt; wordt toege
schreven aan het feit dat de tramdirecties
autonoom zijn en slechts rekening houden
-met het voordeel hunner maatschappij.
Toch zal haar invioed o.a. in- den spoor-
wegraad) groofer blijken dan die van de
leden eener verkeerscommissie.
Slechts in één afdeeling werd gestemd
en verklaarden zich 5 leden voor de motie,
terwijl 7 zich hun stem voorbehielden.
Opgemerkt werd nog dat het een be
zwaar is, dat verschillende leden van Ged.
Staten- betrokken zijn in de directies der
diverse verkeersmiddelen, terwijl een an
der l'idi het juist goed vindt, dat leden, van
Ged. Staten zitting hebben in besturen van
gesubsidieerde maatschappijen.
Ged. Staten blijven in hun antwoord op
het algemeen verslag aanneming der motie
ontraden.
De heer Welleman blijft voorstander van
een -vaste commissie boven een jaarlijks
bijeen te roepen vergaderinjg, gezien ook
zomer- en winterdiensten. De commissie
moet adviseerend blijven en om dit goed te
doen uitkomen stelt spr. nader voor te le
zen, dat de commissie niet aan de verschil
lende belanghebbenden, doch aan Ged.
Staten voorstellen zal kunnen doen. In
plaats van allerlei afzonderlijke adviezen,
zullen Ged. Staten een georganiseerd ad
vies krijgen.
Als mem de dienstregelingen beziet,
komt men tot de conclusie, dat veel kan
en moet verbeterd worden, als er samen
werking is en ieder wat wil nemen en ge
ven. Er is geen sprake van opdragen, doen
van verzoeken aan Ged. Staten.
De heer Onderdijk zal met zijn fractie
het voorstel steunen men voorkomt aller
lei op- en aanmerkingen in de pers. Men
moet deze dan ook tot die com missieverga-
derinigen toelaten, die het publiek voor
lichten kan.
De heer Van Dixhoorn stond aanvanke
lijk niet sympathiek tegenover de motie,
maar nu. duidelijk blijkt de, commissie al
leen adviseerend- zal zijn, is spreker voor
de motie.
De heer Van Dusseldorp zegt, dat allen
voelen het nutyvan overleg. Ged. Staten
vinden het echter beter direct met de be
trokkenen- te kunnen onderhandelen, dan
dat er eerst weer een commissie van advies
tusschen staat. Het is niet zoo eenvoudig,
dat men kan zeggen, men neemt wat ei
men geeft wat. De aanwezigheid van dc
pers zal' -wellicht maken, dat de spoor- en
tramdirecties minder mededeelzaam zijn
maar als men- de zaak publiek wil doen zijn,
neemt spreker het voorstel over de pers
tcegang te verleenen tot de bijeenkomsten.
Spreker blijft er bij meer te verwachten
van de bijeenkomsten, zoöals Ged. Staten
die willen voorstellen dan van een vaste
commissie.
De heer Welleman licht nader toe, dat
Ged. Staten de vergaderingen toch zeker
bij zullen kunnen wonen. De kans op be
middelen zal grooter 'Jfti ff m,eerdere bij
eenkomsten eener commissie, dan bij eën
vergadering per jaar.
De heer Van- Dusseldorp verdedigt nader
het standpunt van Ged. Staten en de heer
Onderdijk zegt, dank voor de toezegging
dc pers toe te laten, die ten slotte nog altijd
bereid is iets weg te laten.
De motie-Wellémam word.t verworpen
met 23 tegen 15 stemmen.
Voor stemden de V.D., de S.D.A.P., en
verder de heeren Van Dixhoorn, Moelker,
Van Oeveren, Wallien, Kakebeeke, De Jon
ge en Dieleman.
In de middagvergadering kwam aan de
orde de wijziging der Provinciale wet.
Wijziging Provinciale Wet.
lm verband met de motie Adriaanse c.s.
om aan te dringen op behoud van den ver
antwoordingsplicht -van Ged. Staten tegen
over Prov. Staten ingevolge van het door
hen op de gemeentebesturen uitgeoefende
toezicht bij de wijzigingder Provinciale
wet, werd in al-i'e afdeelingen uitvoerig van
gedachten gewisseld. Men meende o.a. dai
Ged. Staten ook bij dat toezicht optreden
als vertegenwoordigers, als lasthebbers vai.
de Prov." Staten. Andere leden wilden zich
niet verdiepen in de vraag of deze verant
woordingsplicht op historischen grond is te
verdedigen, maar meenen zij wel dat hij in
het raam der tegenwoordige tijdsomstandig
heden past, die als eerste voorwaarden
stellen, dat de publieke zaak publiek be
handeld wordt. Ook meende men, dat zoo
van de uitspraken van de Prov. Staten in
de meeste gevallen al geen repressieve
kracht kan uitgaan, een heilzame preven
tieve werking daarvan niet kan worden
ontzegd. Er werd van andere zijde op ge-
vrezen, dat Ged. Staten ook zonder ver
antwoordingsplicht aan de Prov. Staten,
wel rekening moeten houden met het feit,
dat van hunne beslissingen beroep op de
Kroon open staat. Zij zijn trouwens ten
deze opzichte veel meer op de hoogte dan
de Prov. Staten. Prov. Staten houden altijd
de macht, de leden van Ged. Staten niet te
herkiezen. Hiertegenover werd' opgemerkt,
dat herkiezing van Ged. Staten eens in de
vier jaren voorkomt en dan nog door an
dere, zuiver politieke overwegingen kar.
worden beïnvloed.
In hun antwoord op dit algemeen verslag
merken Ged. Staten op, dat onderscheid
dient te worden gemaakt tusschen hun taak
als bestuurders van het provinciale huis
houden en als toezicht houdend orgaan ten
aanzien der gemeentebesturen, als hoedanig
zij slechts een schakel zijn in het algemee
nt 'staatsorganisme en waarbij hunne ge
dragingen onderworpen zijn aan het opper
toezicht van de Kroon. Ook wijzen zij op
het spaarzaam gebruik, dat sinds 1850 van
het interpellatierecht is gemaakt en op de
resultaten, die in verschillende gevallen
door het controleerend niet slechts preven
tief, doch ook en bovenal repressief, op
treden van de Kroon, werden bereikt, en
meenen zij, dat de vestiging of de instand
houding van het interpellatierecht inder
daad allerminst een eisch van de praktijk
schijnt en het verwerven, resp. behouden
daarvan geenszins onverdeeld ter verhoo-
ging van het prestige dér Prov. Staten kan
strekken.
Ged. Staten kunnen dan ook niet anders
cloen, dan in overweging geven, de motie
niet aan te nemen.
De heer Adriaanse heeft uit.de afdeelings-
verslagen bemerkt, dat men de strekking
van zijn motie niet goed heeft begrepen.
Ook volgens prof. Buis zijn Ged. een com
missie uit de Prov. Staten. Spr. en zijn
medevoorstellers willen dien band behou
den, zulks uit een provinciaal belang en
ook om de verantwoordelijkheid van de
Ged. Staten te behouden, dus van de man
nen, die door de Staten gekozen zijn. Zij
moeten het reglement door de Staten voor
hen vastgesteld opvolgen. Spr. zet dit nader
uiteen aan de hand van uitspraken van
deskundigen. Het gaat hier om een recht
van de Prov. Staten niet los te laten, want
dan krijgt men het in de eeuwigheid niet
terug.
De heer Van der Beke Callenfels meent;
dat de Ged. Staten twee taken hebben.
Reeds bij de grondwetswijziging van 1887
is de controle aan de Prov. Staten ontno
men en nu moet de prov. wet daarmede in
overeenstemming worden gebracht.
De heer Van 't Hoff zegt, dat het hier
gaat om meer kracht te geven aan de Volks-
souvereiniteit en dat keurt spr. en zijn
kring juist niet goed. Als men zoo doorgaat
zouden Burg. en Wetb. ook voor alles ver
antwoording schuldig zijn aan den raad.
Een preventieve werking ziet spr. niet in de
controle en de Staten zouden er niets mede
bereiken en zich zelf dus naar beneden
halen.
Bovendien is de Statenvergadering niet
de geëigende vergadering voor controle op
gemeenten, daar er zooveel leden van ge
meentebesturen zitting in hebben.
De heer Dieleman sprekend voor zich zelf
niet als lid van Ged. Staten, geeft toe, dat
Ged. Staten is een commissie uit de Staten,
een van lasthebbers maar ook is het een
administratief lichaam. Als zoodanig zijn
zij niet verantwoording schuldig aan de
Prov. Staten, die mem toch reeds in hun
autonomie beknibbeld heeft, waaruit blijkt,
dat het niet de bedoeling kan zijn hen met
controle te belasten. De provincie staat niet
boven de gemeente, maar is de verzameling
van gemeenten. Het toezicht gebeurt dan
ook niet namens de Prov. Staten. Machtbe-
kleeders zijn geen verantwoording schuldig
aan degenen, die hen kozen. Men moet per
sonen kiezen, die onafhankelijk zijn en zelf
standigs-kunnen optreden.
De lieer Brandsma wijst ook op het ver
schil ten deze tusschen de Prov. wet en de
Grondwet. Gevaar bestaat, dat Ged. Staten
zouden beïnvloed worden door de Prov.
Staten. De Kroon is er ten slotte om tegen
de Ged. Staten te zeggen tot hiertoe en niet
verder. Ook bestaat er groote kans, dat
Ged. Staten zich van een interpellatie toch
veel zouden kunnen aantrekken.
De heer De Baare meent, dat het nog
niet zoo zeker is, dat het in 1887 de bedoe
ling is geweest om de controle aan de Prov.
Staten te ontnemen, want in 1S05 heeft
men ook ten deze niets aan de Prov. wet
veranderd. Het is maar ten deele juist, dat
de controle op de gemeenten ver zou af
staan van de prov. huishouding. Ged. Staten
is toch ook een politiek college en dit blijkt
dikwijls bij de beslissingen. De Kroon kan
wel kennis nemen van een beroep doch kan
Ged. Staten nkt tot verantwoording roepen.
Het is een stap achteruit op den weg der
democratie.
De heer Kodde meent, dat de beslissin
gen van Ged. Staten toch openbaar komen.
Als het beschouwd moet worden als admi
nistratieve rechtspraak is inmenging van
anderen zeker niet goed.
De heer Van Dusseldorp meent, dat hij na
het gesprokene kort kan zijn in de verde
diging van het standpunt van Ged. Staten,
dat ook schriftelijk reeds uitvoerig is ge
schied. Het toezicht is wel degelijk aan
Ged. Staten opgedragen. Men kan toch niet
eischen, dat de Prov. wet niet in overeen
stemming blijft met de Grondwet. Ged. Sta
ten zijn bij hunne beslissingen gehouden
aan de bepalingen der wet en aan hun
eigen geweten.
Nadat de heeren Adriaanse en Dieieman
nogmaals hun standpunt hadden toegelicht
werd de motie verworpen met 25 tegen 12
stemmen. Vóór stemden de V.-D., de S. D.
A. P. en de heeren Erasmus, van Dixhoorn,
Moelker en Reilingh (allen V.B.).
Hierna sloot de voorzitter de buitenge
wone zitting der Staten in naam der Ko
ningin.
De winterzitting der Provinciale Staten
zal Dinsdag 29 November worden geopend.
Stads= en Provincienieuw s
VL1SSINGEN, gl OCTOBER.
Nagekomen belastinggelden.
De minister van financiën maakt «bekend
dat uit Vlissingen onder letter Q. is ont
vangen een bedrag van 200.60, wegens
te weinig betaalde vermogens- en inkom
stenbelasting over de jaren 1924—-1927,
van welk bedrag 102.77 komt ten voor-
deele van- het rijk, 13.30 ten voordeele
van de provincie Zeeland en 84.53 ten
voordeele van de gemeente Vlissingen.
Een avond van vroolijke kunst.
Grand Hotel Britannia.
Dat een dergelijke avond altijd trekt,
bleek wel uit de volle zaal van het Grand
Hotel Britannia, waar het gezelschap van
Jean Louis Pisuisse zijn intrek had geno
men om ons te doen schateren om een
nietsje. Eigenaardig is het, dat, wat in het
gewone leven het gelaat nauwelijks rimpe
len doet, zoo'n lachwekkenden invloed
heeft op de massa, zoodat de grootste
Nurks zelfs zich niet onthouden kan zich te
laten meesleepen. Reeds onmiddellijk bij
het optreden van den grooten Jean Louis
barstte een applaus los, dat de wanden
deed daveren. En elk simpel ge/baartje, elk
eenvoudig woordje bracht hernieuwde toe
juiching, een simpele herinnering aan vroe
ger tijden het uitbeelden bijv. in klank
en woord van> het naar zee rijden van een
badkoetsje gepaard met die kostelijke
mimiek van den oud-Vlissinger, ontlokte
weer een salvo van toejuichingen aan de
gesuggereerde massa. Jean Louis en zijn
medewerkenden toonden weer eens te meer,
dat hun liedjes insloegen, als ze maar voor
gedragen werden met dien zwier, die elegan
ce, welke een inherent deel vormen van
het luchtige cabaret-liedje, waaraan onze
Hollandsche dichters zich niet vaak bezon
digen. Dat is het domein van de Fransche
poëten van „rond en even na de 80", zoo
als de conférencier Pisuisse het uitduidde.
Dat is het geheim van de dichters der lied
jes, gezongen door Paul Collin, die met
liedjes ais „Sur Ie boulevard" aantoont,
dat met luchtige klankjes heel aardige ge
dachten kunnen' worden vertolkt dat is de
aantrekkelijkheid van een sentimenteele
compositie als de „Spieldozen-Melodie",
waar de drie leeftijden jeugd, volwassen
leeftijd' en ouderdom na elkaar in herin
nering worden gebracht. Mengeling van
ernst en vrooJijkheid brengt ons het „les
Vitriers", waarin de hoorn-signalen, der sol
daten wordien verklankt in woorden. De
afwisseling, die we vroeger al eens hebben
waargenomen op de avonden van vroolijke
kunst en die we toen zeer geapprecieerd
hebben, brak ook hier weer den stroom
van lichte, luchtige woordjes en gedach
ten ontbrak ook ditmaal niet op het pro
gramma. We hebben staaltjes gezien van
de lichtvoetige kunst der, naar de program
maleider ons meedeelde, geïmporteerde,
ras-zuivere Spaansche danseres Sophia
Galirrné, waarbij de gemoedstoestand uit
gebeeld werd van de Tzigane in minne
strijd, die echter ons inziens overtroffen
werd' dóór de kostelijke parodieën van de
types op een boerenkermis. Het nummer
daaraan voorafgaande deed ons de presta
ties waardeeren van Jenny Gilliams en
Tjakke Kuyper, die ons van amoureuse
liedekens van Engelsche afkomst deden
genieten.
Waar Hollanders in den vreemde, vooral
in Amerika zijn, wordt dadelijk gekeken
naar voet- en beenbekleeding, naar wijde
broek en klompen. Vandaar dat het gezel
schap een lied met passende, typische
ensceneering van een Volendamsch voor
komen heeft ingestudeerd voor „ex
port", waarop echter eerst het „waardee-
ringsmerk" van hef Hollandsche publiek
wordt gevraagd. En dat is gisterenavond
ten volle gegeven aan dit „Vroom en Vroo-
lïjk Volendam", dat een lach en een traan
samenvoegt.
Na de pauze was het woord geheel al
leen aan den conférencier, die ons eenige
liedjes voorzong, waarin o.a. bij „La fem
me dti Bossu" sterk het dramatische op den
voorgrond drong, bij het „Spieldosen-me-
Iodie" de sentimentaliteit hoogtij vierde en
bij Vermageringskuur het jolige domineer
de, vooral door de mimiek. En al deze lied
jes werden aaneengeregen door dc met
anecdoten, vertellingen en herinneringen
gekruide „speech", waarvan Pisuisse zoo
zeer het geheim verstaat.
Dat bij dezen avond van vroolijke kunst,
waarop Henk Stuurop op zeer verdienstelij
ke wijze de pianobegeleiding verzorgde, gul
gelachen en geapplaudisseerd is, voegen
we, hoewel het eigenlijk niet noodig is,
nog even hieraan toe.
English Association in Holland.
Flushing Branch.
Major General Dunsterville opende de rij
van sprekers voor dit seizoen met het on
derwerp „Voor-Indië".
De meeste van ons leeken denken waar
schijnlijk bij het woord Indië aan Insulinde.
Maar de spreker van Dinsdagavond liet ons
heel wat anders zien dan het land van palm-
boomen en plantages, van vuurspuwende
bergen en strootjes rookende inlanders.
Van Engelsch-Indië, een land bijna zoo
groot als Europa, trachtte spr. een beschrij
ving te geven. Het was een geweldige op
dracht en heel veel terreinen heeft spr. even
aangestipt. Hij bekeek het land gëogra-
phisch en liet natuurtafereelen zien, zooals
Duitschland of andere bergachtige streken
opleveren maar ook een sneeuwtooneeltje,
waar we ons verplaatst dachten in Scandi
navië en zeer zeker niet in Indië. Het is
het land der zeer hooge temperaturen
(120° in de schaduw) en lage 5°). Toen
de heer Dunsterville de historie van het
land naging noemde hij de Grieksche, de
Mohammedaanschb, en nog veel meerdere
overheerschingen. Op sanitair gebied gaf
spr. eenige bijzonderheden van veel voor
komende ziekten de koortsen, die zoo af
schuwelijk waren om aan te zien, dat hij
er liever zelf aan leed dan anderen het
slachtoffer er van te zien.
Eveneens sprak de heer Dunsterville over
de Engelsche kolonisatiepolitiek, de Indi
sche godsdiensten, het heerschende kasten
stelsel, waarbij een lid van de eene kaste
zoo onrein kan worden door aanraking van
een lid van1 een andere kaste, dat ver
scheidene afwasschingen noodig waren om
hem weer te zuiveren.
Spr. spotte eenigszins met het verlangen
naar Home-rule, nadat hij zijn gehoor eerst
had doen duizelen door een eindeloozen
reeks van namen der verschillende volkeren
met hun respectievelijke talen.
Het treffendst van al was misschien nog
de monumentale bouwkunst, waarvan zulke
wonderschoone resten de eeuwen getrot
seerd hebben.
Van deze verscheidenheid maakte de
heer Dunsterville een pittige met veel humor
gekruide causerie.
De waarnemende voorzitter, de heer
Coster dankte spr. voor de boeiende wijze
waarop de heer Dunsterville dit land na
derbij had gebracht.
Zilveren jubileums.
Hedea herdachten de heereni J. B. Dan-
ckaerts en M. L. Garcia den dag waarop
zij 25 jaar geleden in dienst traden bij de
firma Gebr. Polak, thans N.V. v/h Gebr.
Polak alhier, waar zij thans de functie van
resp. vertegenwoordiger en boekhouder
vervullen.
Ten kantore van de vennootschap wer
den de jubilarissen namens de directie toe
gesproken en werd' hun een gouden remon
toir horloge met inscriptie, alsmede een
loffelijk getuigschrift overhandigd.
Van verschillende zijden mochten de ju
bilarissen vele blijken van belangstelling
in ontvangst nemen.
Harmonicla-vereeniging „Crescendo".
De eerste Vlissingsche Harmonjca-ver-
eeniging „Crescendo" met haar onderaf
delingen mond-harmonica en tooneel, di
recteur de heer W. Lijnberg, geeft a.s. Za
terdag in het Concertgebouw een uitvoering.
Voor bijzonderheden verwijzen wij naar
de in dit nummer voorkomende advertentie.
Henrick Sillem.
Concert- en Gehoorzaal
Middelburg.
Een middelmatige liederen-avond in de
kleine zaal, niet wat de keuze van het pro
gramma betreft, want dit bevatte een
prachtig melos, als wel de vertolking van
hetzelve. Er prijkten toch o.a. vier liederen
van Schubert, twee van Brahms, twee van
Strauss, drie van Borodin en andere mo
derne Russen benevens één van Andriessen
op den spelwijzer.
Ontroering, emotie, bekoring heeft Sil-
lem heel weinig gebracht, 't bleef een kalm
zingen zonder polychromie, een voordra
gen in nagenoeg éénzelfde stemming. Mis
schien was er ook te veel van het' goede.
Eerst aan het slot geraakte de zaal in ver
voering en werd de zanger gedwongen
„Druiventrossen" van Andriessen te bis-
seeren.
Henrick Sillem heeft geen onverwoest
baar geluid, al mag zijn timbre innemend
genoemd worden. Schuberfs „Mut" en
„Zweignung" van Strauss werden wel het
best gezongen de bekende aria „Non piu
andrai" uit Mozart's „Figaro", die lichte,
tintelende, vroolijke muziek, werd verdien
stelijk weergegeven. Wat had „La Prin-
cesse endormie" van Borodin een roman
tisch, betooverend lied kunnen zijn. en welk
een diepe weemoed had er moeten spieken
uit „Les Formats" van Gretschaninow.
Treffend illustreert de pianopartij de
zware stappen van de zich voortsleepende
tot dwangarbeid! veroordeelden, die denken
aan de oevers van den sterken Wolga-
stroom vèr weg in hun Russische aarde en
die hun gezang doen klinken gelijktijdig
met het knarsen der ketenen. We mogen
ze gaarne, die zwaarmoedige doch schoo-
ne Russische kunst. De moderne Italianen
waren vertegenwoordigd' door „Nebbie"
van Respighi.
Ena Heyse was een zeer ernstig accom-
pagnatrice, die ten volle verdiende; dat de
zanger haar in het sijcces liet deelen. Bei
den hadden bloemen in ontvangst te
nemen.
Het auditorium was niet bijster groot,
ook de Vlissingsche muzieklievenden wa
ren zeer slecht opgekomen. De Pisuisse*
avond zat hieraan wel niet vreemd geweest
zijn. Vérité.