KEES HELDER SO sent per pi ZATERDAG 15 OCTOBER lecsjeBlad Euefde van een vrouw 68e Jaargang md >d gENTEBESTUUR rieven uit de Hofstad FEUILLETON VAKKENNIS SMAAK en naar de laatste eischen ingerichte Fotografische Ateliers zijn noodig om hoogstaand Portretwerk te ver vaardigen. d Daarom Uw adres FOTOGRAAF Beursbeschouwingen 0\GöELAAp ;s W KOFFIE <5De Gouden j?tb<yzna 243- I927-- LISSINGSCHE COURANT bestaat utt 2 bladen. lurig. lar. geurig? lar! honing. Int. |oor een koning, de handl In krijgt het I doodmoe handen, weekt bleekt het jpgewekt, [■aschkuip. ÏIÜöQEOEPONttRD ^Wjwe motor- en FIJWIELWET. I„ „meester van Vlissingen maakt ISui die in een der jaren 1906. ftflM 1919 en 1911 een rijbc- iïïeten en thans een rijbewijs ver- I overeenkomstig de nieuwe voor- I; "ch vóór 24 October a.s. ter Ge- Kretarie (2e Afdeeüng) dienen te tr om daar een aanvraagformulier ISicen c.q- ook hulp, bij de ïnvul- |t formulier kosteloos te ont- |Cgeneeskundig onderzoek van den 1,ff mag niet vroeger dan 14 dagen ffianvrage (d i. voor de dagteeke- lir aanvrage) hebben plaats gehad. I'Lm der geneeskundige verklaring Ks ter secretarie (tweede afdee- KjSÏÏ'anvraagformulier met bij- [i| worden ingeleverd ter .ge ld secretarie (2e af deeling). Ettelijk wordt er de aandacht op X>rf dat aan het bovenstaande stipt ■«orden voldaan en dat geenszins kan .„«randeerd, dat spoeüge vernieii- .",8 plaats hebben, wanneer hieraan i tand wordt gehouden. C„ 10 October 1927. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. Overheid en Pers. «reen krant in ons land1, die niet hei [Tander heeft meegedeeld over het Idere feit dat een Nederlandsch minis- |an buitenlandsche zaken zich te mid- ■van de journalisten heeft begeven om leen rede uit te spreken. Intusschen Ideze gebeurtenis voor hen die er bui- liaan niet zóó veel, maar voor ons die I onmiddellijke nabijheid zitten en heel f;e toestanden en verhoudingen heb- fcekend' is het wel1 een zeer belangrijke Rang. Een minister van buitenlandsche i in vroeger jaren een hoogver- 1 ongenaakbare figuur, die in diepste ïinenis leefde en omtrent wiens werk lijk zoo goed als niets bekend was. ■ten journalist praten over de verhou- ftn van ons land tot andere staten was ■iets ongelooflijks, dat het als niet mo- Thverd) beschouwd. Trouwens datzelf- m voor iederen anderen minister in peven sterke mate. En de hoogere lenareni leefden in diezelfde sfeer. Wij ■neren ons dat wij, verdwaald in één Jcooifioven van de departementsgebou- aan een daar toevallig passeerende Ier een inlichting vroegen, om te we- pkomen waar een kamer nummer zoo- gen dat die deftige meneer ons van lot teen opnam en zonder boe of ba te |ta doorliep. herinneren aan het geval dat een jster iedereen dien hij te woord stond een balie liet staan, en hem zelfs stoel aanbood. Deze gebeurtenis was I toen wel een uitzondering, maar ze Di toch nog voor. Thans is dat alles veranderd. De welwillendheid pover iedereen maar speciaal tegen- de vertegenwoordigers der kranten is zeer groot en op deze belangrijke living ui de algemeene positie is de Pi van minister Beelaerts van Blokland 1 een* lunch met journalisten wel haast ftfe kroon te beschouwen. geschiedenis der kranten leert dat |§er een journalist die het waagde iets |thet Engelsch van A. QU1LLE PENNE (Nadruk verboden) LAS 6 VAN HOOFDSTUK XXIII. - oen cynisch genoeg om te vinden, iöe eer van het Victoria-kruis zóóve^ Ptoch niet waard is", sprak sir John broer, terwijl de heeren het terras Een weer stapten J erraa^ John riep kolonel Farrar. ■hi u-zal er ^est weer boven I len Hij heeft nu ook het warme weer en da". de edele handelwijze van ■LP 'Eit bezorgde hem een schok J\za, bij tot het inzicht komen dat J? .'sdat een vrouw als Maud I ij nwit gelukkig had1 kunnen ma- mw-dat nu reeds zoo ver is. iwitó sPreekt zeer kalm van haar lven"P'e'l voor Z1ïn onderscheidingsver- aatwoordde sir John. .Alleen wil- IkJ.' Murray gunstiger rapport L van toestand. Hij vindt dat El00 ^dr«kt lijkt.- I?ien is dat nu wonder [veel nn|en ?eleden> toen je kwam, was ^'opgewekter." Zekei-aS Hf'L,Url'ik DliJ mij weer te zien." ïti dat L;-aar daarom is er toch ge m N van J?-nu gedrukt zou zijn. Weet il'.ibt wccthVi'"0Vingmet LesKe ■het v0(. ,^em verteld ik wist niet dat pen» em geheim wilde gehouden ft" iiet hem verteld?... O, ziin ft» *oen Leslie en ik naav ft,la m ?eweest ftOj dacK ik het mH weer-" 'k welHoe heeft Deane te schrijven wat de hooge oomes niet aan- stondl, ter verantwoording werdi geroepen. Er wordtt zelfs gewag van gemaakt dat in een krant een buitenlandsch vorst niet met al zijn voorname titels werd genoemd en dat de krantenman over dat gemis aan eerbied werd gekapitteld. Menig journalist heeft in de gevangenis gebromd, omdat hij het gewaagd had iets te vertellen dat de heeren niet aanstond. Het is voorgekomen dat men hem er toe dwong het stuk dat nij geschreven had zelf in stukken te scheu ren en men hem de snippers over het hoofd strooide of preste om 't papier op te eten Ongetwijfeld is het aan de crisisjaren 1914—-191& te danken dat er een omme keer is gekomen. Toen had de Regeering de pers hard noodig, er moest toen her haaldelijk heel snel worden gehandeld en alleen door middel van de kranten was het mogelijk in weinige uren tijds aan alle burgers in ons land een mededeeling te doen toekomen. Het staatsorganisme schoot voor de snelle functie volstrekt te •kort en de ondeugd' van zoo vlug te zijn, gelijk die duizendmaal de pers als ondeugd was voorgehouden, werd nu plotseling voor de regeering de grootste deugd. Haast zonder uitzondering fi^eft de pers zich toen in dienst der overheid gesteld en uit die samenwerking is de betere verhou ding tusschen overheid en pers geboren, waarbij nog tal van andere factoren van gewichtigen invloed zijn geweest, o.a. het persoonlijk contact van de journalisten met de autoriteiten. De ietwat vijandige hou ding over en weer is verdwenen en zij heeft plaats gemaakt voor een vriendschappelijk contact. Wel verschilt de aard van beide nog heel veel omdat de overheid in. publiciteit niet altijd! heil ziet en de pers liefst zooveel mo gelijk publiceert, maar de toenadering gaat steeds verder en in het noenmaal met den minister van buitenlandsche zaken heeft zij weer een belangrijken stap vooruit gedaan. Als er iemand) over het resultaat van deze nauwere toenadering tevreden kan* zijn, dan is het wel de minister, die door zijn rede nog eens in, het voile licht der be langstelling van gansch Nederland heeit gestaan. Omtrent het nut van zijn rede in Genève was men in twijfel wijl1 het nu een maal moeielijk ,is den. gang van zaken in dén Volkenbond! te begrijpen. Daarover nu heeft de minister op duidelijke wijze nog eens ons land kunnen inlichten. Enorm is de massa artikelen en verslagen die over deze rede in ons land is gepubliceerd men krijgt daarvan pas-een denkbeeld als men het alles bijeen ziet en men begrijpt dan ook eens hoe snel de inlichtingen daar omtrent tot in alle uithoeken verspreid worden. Wel geen lezer in ons land of hij heeft er kennis van genomen en het moet voor de Regeering van belang zijn dat op die wijze iedereen wordt bereikt, wat op andere wijze eenvoudig onmogelijk is. Voor den minister zit aan deze nieuwer- wetsche methode van contact zoeken met de pers ook dit voordeel vast dat bij nu ook verschoond blijft van persoonlijke be zoeken der journalisten, die ieder voor zich eens iets naders willen weten. De bijeenkomst was zeer genoegelijk én gemoedelijk, zeer ongedwongen en een voudig. Hotel Pauléz, waar het noenmaal plaats had, is één der voornaamste inrich tingen die voor een dergelijk doel beschik baar zijn. Onmiddellijk bij den ingang van het hotel zijn een paar fraaie salons ge.e- gen, die geheel vrij van eenig verband met het overige hotel zijn. Voor de ontvangst van een honderdtal personen zijn ze bij uitstek geschikt en... de keuken van het hotel is gerenommeerd, goed. Er is alle ge legenheid even bijeen te zijn voor het maal aanvangt en in de directe nabijheid is de tafel gereed. Waarlijk voor een dergelijk contact met een regeeringspersoon was cr geen beter mlieu te vinden. Het was voor den minister ook iets nieuws om op deze wijze geïnterviewd' te worden en men kan zich begrijpen dat een diplomaait-van-de-oude-school zich n'et bijster op. zijn gemak gevoeld' zou hebben, maar minister Beelaerts was zeer thuis in het nieuwe milieu en het zou ons niet ver wonderen of ook hij is zeer tevreden over he gansche verloop. Verleden jaar Juli is mr. Zimmerman de eerste geweest die zich dit smakelijk inter view liet welgevallen. Toen waren 38 ver tegenwoordigers van de pers aanwezig, thans was dit aantal al tot een 50 geste gen, hetgeen bewijst dat het systeem in gang vindt. Het Jaat zich aanzien dat bij een volgende gelegenheid: dit getal nog hooger zal zijn. Voor ons journalisten ligt de waarde van dezeni officieelen maaltijd vooral in het verheugend' verschijnsel, dat er samenwer king is tusschen Regeering en Pers en dat deze op zoo aangename en onvormelijke wijze is verkregen. Den Haag als centrum der Regeering heeft voor de pers een be- teekenis die wellicht iiitgaat boven die der hoofdstad, hoe onplezierig dat misschien, voor de fanatici van de hoofdstad moge zijn. Voor een goede uitwerking der regee- VLiSSINGEN, BELLAMYPARK 38 MIDDELBURG, LANGEDELFT 34 die mededéeling opgevat ,,lk geloof niet, dat hij cr veel meer van heeft gezegd dan dat hij heel blij was het te hooren en dat hij hoopte, hoe je beiden gelukkig zoudt worden. Of ben je soms van plan Leslie op te geven „Juist. I'k ben van plan twee menschen gelukkig te maken' in plaats van drie ellen dig Ik wil alleen zeker zijn van Deane, zie je. Vertel mij eens eerlijk, houdt jij het er niet voor dat hij groote liefde voelt voor mijn verloofde Dat zij liefde voelt voor bèm... daar ben ik zeker van Dat heb ik altijd wel gedacht." „Maar waarom...", begon Bruce. „...Heb je haar dan gevraagd?... Ja, zeg dat wèlDat was in zoo'n oogenblik van dwaasheid, zooals wij er allen wel eens op nahouden. Ik wist dat zij voelde voor Deane maar ik dacht dat hij liefde voelde voor M'aud en dat Leslie en ik'; die bei den onze teleurstelling hadden; gehad elkander zouden kunnen helpen..." Kolonel Farrar draalde nog een oogen blik toen; sprak hij „Ik geloof wel, dat hij voor haar voe'C. Hij leek mij zeer rusteloos en ongelukkig toen wij Engeland pas hadden verlaten en ik meende dat dit kwam omdat hij al 'ot het inzicht was geraakt, dat Maud zoo n lichtzinnig schepseltje was. Maar toch viel hij flauw, toen hij hoorde van Maud's verraad „Het was ook zoo'n onverwachte slag en hij was nog zoo vreeselijk zwak moet je denken Al pakte het hem voor het oogenblik nu ook zoo zeer aan dat hij be zwijmde, daarna ging hij weer ééns zoo gauw vooruit. Als ge hem nu vanavond meedeelt, dat je engagement verbroken 'S dat je je vergist hebt of wat dan ook waardoor je hem te verstaan geeft, dat Leslie vrij is, dan zal je eens zien, wat hier van het gevolg is. Maar laten wij au naar binnen gaan. Misschien dat Leslie vanavond nog wat zingt. En het is haar laatste avond. Je weet toch, dat zij morgen naar Londen vertrekt „Naar Londen?... Morgen? Waarom „Och, voor zaken. Arm ding Het is een vlucht maar een vlucht, waar in dit ge val evenveel moed toe noodig is als tot een standhouden in den strijd HOOFDSTUK XXIV. „Maar je kunt waarlijk niet heengaan zonder Stephen goedendag te hebben gezegd' „Ik heb er geen tijd meer voor dan loop ik den trein mis", verzette Leslie zich. „Onzin Er is nog meer dan tijd genoeg, nietwaar John vroeg Violet op overre- denden toon. „Kijk, daar is Stephen al ■voegde ze er bij, toen de patiënt langzaam, met behulp van een stok, den: hall door liep. Hij glimlachte, maar zag er toch nog ellendig bleek en mager uit „Ik was bang, dat ik vergeten werd^', zei hij, terwijl hij zich met de linkerhand aan de tafel vasthield. Bovendien wilde ik mrs. Lestrange geen moeite aandoen." „Ik vrees", antwoordde Leslie, „dat je heel onvoorzichtig hebt gedaan je hadt niet zoo ver moeten Ioopen „O, ik ben niet langer een invalide. Ik moet nu weer leeren onafhankelijk te zijn, wat niet makkelijk zal wezen voor iemand die zoo verwend werd." „Je zult nog heel wat moeten aanster ken, man, eer je „the Court" verlaten mag. Mrs. Leslie is misschien al lang weer terug voor je weg bent." Leslie schudde het hoofd en zei vlug „Ik weet niet, hoe lang ik voor zaken in Londen zal moeten blijven. Maar zoodra ik kan moet ik in Duitschland mijn moeder gaan opzoeken." „Dus dan zou ik je niet weerzien vroeg hij met onvaste stem. „In dit geval moet ik je wel hartelijk dank zeggen voor ai de betoonde hulp en vriendelijkheid. Eerst nu ik dit wil uitspreken kom ik tot ringsdaden op het gansche volk is het van beteekenis dat er een nauwe en geregelde samenwerking tusschen regeering en psrs bestaat. Aan beide zijden ziet men dit hoe langer hoe meer in en het lijdt geen twijfel of het publiek zal daar wel bij varen. We zijn met de regeeringspubliciteit nog wel niet waar wij wezen willen, maar de vooruitgang die in de latere jaren te con- stateeren valt, geeft alle hoop dat op der. duur alle tegenstelling tusschen overhead en pers zal verdwijnen en zij als kinderen van een zelfde huis als zusters zullen sa menleven. EIBER. Zwakkere markt, zoowel te New- York als te Amsterdam. Interesse te New-York voor buitenlandsche fondsen. De stijgende ponden- koers. Verhooging van het dis conto der Nederlandsche Bank. Gespecialiseerde belangstelling. Succesvolle actie van Sir Deterding tegen de Sovjets. Peruvius willig. De boog kan niet altoos gespannen zijn. Het lijkt er op de effectenbeurzen wel eens naar alsof het wèl kan, maar die op dien schijn afgaan, komen bedrogen uit. Hoe vast ook de beurs mag wezen, hoe mooi ook de vooruitzichten worden afgeschilderd, het blijft een (goede vingerwijzing koop nimmer na een groote rijzing. Zoowel te New-Yonk als te Amsterdam is de fondsenmarkt minder willig dan de vo rige weken en wordt zij door winstnemin gen gednukt. Industrieele aandeelen en Spoorwegshares zijn in koers teruggegaan er ook. de omzetten, die tot drie millioen shares per dag waren gestegen, zijn inge krompen. Over den Amerikaanschen voor spoed is men weliswaar nog niet uitge praat, maar van to'enemenden voorspoed is nu althans igeen sprake, blijkens de cij fers der spoorwegontvangsten cn de kwar- taalstaten der industrieele ondernemingen. De meeste cijfers zijn lager dan verleden jaar. Er is dus feitelijk geen raison voor een verdere (hausse, wat voor de hausse specialiteiten in Wallstreet een minder prettige situatie is. Want stilstand is voor de beurzeniers achteruitgang. Is het misschien daarom, dat men zich in de Unie thans zoo voor buitenlandsche fondsen interesseert? Reeds eenigen tijd geleden was er sprake van dat verschillende buitenlandsche aandeelen ter beurze van New-York zouden worden geïntroduceerd, waaronder ook genoemd werden, de aan deelen JurgensPhilips, Koloniale Bank, Deli Batavia, H.V.A. en de Enka. De jong ste koerswijzigingen dezer aandeelen heb ben ongetwijfeld verband gehouden met aankoopen voor rekening van het Ameri- kaansche consortium, dat zich met de in troductie zal belasten. Dezer dagen zijn ae voorwaarden gepubliceerd', waaraan moet worden voldaan, alvorens de aandeelen ter beurze van New-York worden toegelaten. Die voorwaarden zijn veelomvattend en streng. Veel strenger dan die, welke ten onzent gelden, hetgeen trouwens ook vroe ger wel gebleken is bij de introductie van Hollandsche aandeelen in de Unfêl Wie weet of we door de uit New-York gevraag de gegevens niet te weten komen, wat we anders nimmer zoudeni hebben vernomen. Gelijk we eender opmerkten zijn de publi caties onzer industrieele ondernemingen thans inderdaad onvoldoende. Wanneer daarin door de introductie van aandeelen te New-York, een verandering kwam, zou dat voor de Hollandsche aandeelhouders winst beteekenen. Dat New-York zich voor buitenlandsche aandeelen begint te interesseeren houdt verband met het streven in elk opzicht een internationaal centrum van den geld- en fondsenhandel te worden, gelijk Londen dit vóór den oorlog was. Aan de internatio nale financiering van goederen etc. komt het uiteraard ten goede, wanneer men in de Unie ook buitenlandsche fondsen kan koopen en verkoopen. Als algemeen ver- het besef hoe weinig toereikend woorden zijn om dit gevoelen van dankbaarheid uit te drukken." „Maar ik heb niets gedaan ik kón nie:s doen haperde Leslie. Enkel' met een hoofdschudden antwoord de Deane „Mag ik je in Londen komen opzoeken als ik weer wat beter in staat zal wezen om uit te drukken wat ik voel? Als ik „the Court" verlaat, ga ik naar de sta 1. Mag ik komen, Leslie „Ik zal maar een paar dagen in Londen blijven", antwoordde zij. „En dan ga ik naar Duitschland. Vaarwel Ze waren nu heel alleen in den hall, want Violet was sir John gevoLgd naar het rij tuigje, dat Leslie naar het station brengen zou. Het was een heerlijke ochtend de zon scheen stralende. Op het kussen in het rijtuigje lagen losse Maréchal Niel-rozen, die verrukkelijk teer uitkwamen tegen het donkerblauwe laken. Maar dat Leslie zoo van hem had kunnen weggaan, zonder eens antwoord te geven op zijn vraag, dat deed hem pijn. Wezenloos stond hij dan ook nog op her- zelfde plekje, toen de Farra's weer binnen traden en Violet, die getroffen was door zijn slecht-uitzien, trok moederlijk zijn arm door den1 hare en zei „Kom, ik zal je terugbrengen naar je kamer Voor zulke krachtproeven ben je nog niet sterk genoeg Haar woorden drongen niet tot hem door. Hij was slechts vervuld van dat eene dat Leslie weg was Toen sir John Leslie's vertrek als een; soort „vlucht" had betiteld', was dit nóg niet zoo verkeerd gedaan Het was ook een vlucht. Leslie had gevoeld dat ha.ir weerstandsvermogen uitgeput was dat zij niet langer op „the Court" kon blijven, zonder te verraden, hoe ellendig zij te moede was. „Het zal zoo'n verademing zijn, als ik weer heel alleen in Park Lane ben en daar gl6óElAAR^jOFnEJ>OOnVOORbO^ A-v-pBIGQELAaR E-CS ROOaeNDAAl- schijnsel immers te Londen en Amster dam wordt ook de belangstelling voor bui tenlandsche fondsen opgewekt kan het worden toegejuicht Het is een symtoom van den vrede, na een periode, waarin men zich met zijn geld niet buiten de grenzen van eigen land dorst wagen. Dat een volk zijn spaargelden uitsluitend belegt in eigen land "is onder normale omstandigheden uit een oogpunt van veiligheid even afkeurens waardig als het beleggen van de reserves eenen groote onderneming in eigen bedrijf. Aan de risicoverdeeling kan bij de beleg ging van gelden niet te veel aandacht worden geschonken. Een crisis in eigen land kan in haar kracht worden gebroken, wanneer het mogelijk is de reserven in het buitenland aan te spreken. En voor de beurzen is het natuurlijk een groote aan trekkelijkheid, dat de handel wordt „ge ïnternationaliseerd", want voor de popu lariteit van een fonds is niets beter dan een breede" markt. Het ontbreken daarvan was vroeger het (groote bezwaar tegen „locale" fondsen. Er stonden betrekkelijk kleine bedragen van uit en men moest soms dagen wachten alvorens een orde- kon worden uitgevoerd. Door de aanmer kelijke kapitaalsvergrootingen der laatste jaren, is dit wel beter geworden, maar wanneer eenzelfde fonds tegelijk aan twee of drie beurzen wordt verhandeld, heeft zulks voor den fondsenhouder, met name voor den speculant, ongetwijfeld voordee- ltn. Het „beursleven" zal duis bij de intro ductie van onze Hollandsche* aandeelen te New-York vermoedelijk welvaren, wanneer tenminste te vliegers op gaan. Het lijkt ons wel een bezwaar, dat de Hollandsche aan deelen tc New-York worden ingevoerd op een zoo hoog koersniveau, dat men zich moeilijk aan een verder avans binnen ar- zienbaren tijd kan voorstellen. En niets is minder geschikt voor de populariteit van een fonds, dan dat het van meet af een da lende richting inslaat. Beteekent dit, dat voor de hierboven genoemde leidende fondsen aan onze beurs, die reeds een groo te rijzing achter den rug hebben, nog hoo gere koersen zijn weggefegd Wij weten het niet. Men zal vermoedelijk pogen de koersen verder op te zetten. Ons'komt het niveau van heden vooreerst hoog genoeg VOOiT. niet hoef te praten of te lachen, maar er moe mag zijn zooveel als ik wil." En die eenzaamheid' deed' haar in h?t eerst ook goed om haar over haar al te groote vermoeidheid heen te helpen. Toen trad de reactie in Zij begon de eenzaam heid niet langer aangenaam, maar troos teloos te vinden. Het eenige wat haar nog wat afleiding bood, waren de brieven van Violet en sir John. Een paar maal was zij op het punt, Rachel orders te geven o.n maar weer in te pakken en naar „the Court" terug te gaan. Maar hoe kwam ze eigenlijk zoo dwaas. Niemand', die daar naar haar verlangde. Zelfs sir John had haar stil laten trekken zonder dat het hem in het minst scheen te spijten Maar zij verlangde wèi naar „the Court", waar Stephen Deane immers was... Met' een. gevoel van schaamte dacht ze ineens hoe goed en feeder sir John Famr toch was geweest en ze besloot haar over denkingen met de overweging „Kon ik hem toch maar liefhebben Misschien dat, als wij getrouwd waren en hij nam mij weg hier uit Engeland dat ik zou leeren vergeten. Zooals het nu is, kan ik niets doen dan denken en tobben. En dat tobben maakt mij nog gek Zoo verliepen er drie weken en de zomer ging in herfst over. De Farrars gingen naar Schotland', waar sir John een jacht bezat. Zou Stephen Deane van de partij zijn vroeg Leslie zich af. Zoo keerde ze op een goeden dag lust loos van een rijtoer weer, toen de bedien de haar een kaartje bood. „De bezoeker wilde uw terugkomst hte- blijven afwachten, madam." „Waar is de bezoeker „In het boudoir, madam." De man ging haar voor om de deur te openen toen stond zij tegenover Stephen Deane. (Wordt vervoJgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1927 | | pagina 1