102
X E|
DONDERDAG 1 SEPTEMBER
'Eerste Blad
binnenland
65e Jaargang
-1927!
:richt
Md a
«INDE
F IE.
delburgsche
ipij v. Stoomvaar' I
^No.205
m.3
g'
?TLIJNEN.
30 Aug. van Am-
u. van Batavia
Penm, Rotterdam
Singapore, Batavia
Ouessant, Rotter-
Gibraltar, Amster-
van Port Said, Java
Tanger, Rotterdam
i Colombo, Batavia
te Rotterdam vat
avand van 1 Sep-
zwakke wind uit
Mogelijk ochtend-
ns geringe kans op
ndering in tempera-
Vlissingen.
v.m. n.m,
5.10 5.22
5.43 5.54
to's en Fietsen.
ber uur
8.19
8.17
lijkhed-en, Openbare
giaderingen enz.
- Vrijdag, Zaterdag,
tndag bioscoop-voor-
ds 8 uur.
elijks bioscoop-voor-
ds 8 uur. Woens-
en Zondagmiddag
Dagelijks soirée-
- Zaterdags en Zon-
te van 3.305.30. -
)ndags Diner-concert
nina. lederen
11.30 soirée dansante,
af cabaret-avond.
Saterdag en Zondag-
matinée-dansante.
dag en Vrijdag Con
ti r.
Zondag Tlié-dansante
tensdag. Donderdag,
dag, Soirée-dansante
ir is onze
TST naar
ld,
■LEFOON 373
i wordt
n de
per pakje g
Aiddelburg-Rotterfai»
engelegen plaatsen.
VAN PASSAGIERS,
IEREN EN VEE.
v.Midd-V.Rot'
v.m.uufv.m."»'
tmber
1
2
3
5
7 "n 8
natiën te bekomen
NV. Transport-
8
9
VUSSINGSCHE COURANT
nummer bestaat uit 2 bladen.
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
f 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Webabon
nementen 17 cent, alles bij vooruitbeta-
"Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIE-PRIJS
Van i4 regels 1.10, voor iedere
reeel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen én Dienstaanvragen, enz. prijs bij
vooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, elke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van 1—6 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
Waterweg binnen 2263 schepen, metemie
3.105.280 netto reg. ton, waarvan 8 zee
lichters, metende 4201 netto reg. ton. Voor
Rotterdam waren hiervan bestemd 1542
schepen, met. 2.129.944 netto reg. ton.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen
Schepen N.R.T.
N. Waterweg 1927 10.743 16.976.818
1926 12.544 18.430.995 i
Rotterdam 1927 8836 14.241.118
1926 8958 13.558.542
Koninginnedag.
De jaardag van H. M. de Koningin is
aisteren overal in den lande met opge
wektheid gevierd.
Te 's-Gravenhage werd een groote pa
rade gehouden op het Malieveld. De troe
pen werden gecommandeerd door kolone.
J. C. Wagner, commandant van de brigade
grenadiers en jagers.
Verder werden daar volksspelen gehou
den, verschillende concerten gegeven en
des'avonds waren meerdere openbare ge
bouwen geïllumineerd.
Ook te Amsterdam en Rotterdam was
het den geheelen dag feest. In de hoofd
stad bereikte het feest zijn hoogtepunt in
een groote uitvoering in het stadion met
specialiteiten, clowns, wielerwedstrijden,
ruiterspelen en de opstijging van een
luchtballon.
„Koninginnedag" is te Brussel nog nooit
met zooveel geestdrift en luister gevierd
als gisteren het geval is geweest. f
Het grootste aandeel van dit succes
komt toe aan den raad van beheer van het
Holland Huis en vooral aan zijn president,
den heer Bern. J. Veldhuis, die niet alleen
de belangen van Nederland en Indië die
nen op economische wijze, wat hun hoofd
doel is, maar tevens ook geen enkele ge
legenheid laten voorbijgaan, om het Ne-
derlandsch bewustzijn en saamhoorigheids-
gevoel van hun landgenooten in het bui
tenland wakker te houden en in echt natio
nale feestvieringen tot uiting te brengen.
Scheepsbouw.
De vioot der bekende N. V. Nederland
sche StoomsJeepdienst v/h van P. Smit Jr.
te Rotterdam is weder uitgebreid met 2
nieuwe sleepbooten.
Deze booten zijn door de Machinefabriek
en Scheepswerf van P. Smit Jr. te Rotter
dam gebouwd en voorzien van een tripte
expansie machine met oppervlak conden
satie, welke op de gehouden proefvaart
375 I.P.K. heeft ontwikkeld'.
De booten zijn onder klasse van Bureau
Veritas gebouwd (kustvaart) en van stoom-
stuurinrichting, alsmede electrisch licht
voorzien.
Na goedgeslaagden proeftocht werden
zij overgenomen en onder de namen „En
gelland" en „Italië" aan de vloot toege
voegd. Door aanschaffing van deze nieuwe
modern ingerichte sleepbooten bewijst de
firma, dat zij in de tweede halve eeuw van
haar bestaan op gelijke wijze blijft voort- 1
gaan haar materiaal aan de eischen van
een modern havenverkeer aan te passen. I
Het Friesch Genootschap.
Het persbureau Vaz Dias meldt ons uit
Leeuwarden
Friesland1 viert deze week feest ter gele
genheid van het 100-jarig bestaan van het
Friesche Genootschap. Van heinde en ver
kwamen Friezen naar „A'Hoitelan" om met
trotsch de daden van het voorgeslacht te
herdenken en het verbond' met de stamver
wanten te vernieuwen. Ze beloven elkaar
ook voortaan pal te staan voor de Friesche
idealen, waarvoor de voorouders van dit
rechtschapen volk reeds zoolang gestreden
hebben. De betrouwbaarheid en ernst der
Friezen is een waarborg, dat zij dit voor
nemen zullen volbrengen.
Allerlei feestelijkheden zullen het con
gres opluisteren, dat heden en morgen te
Leeuwarden plaats vindt. Er worden ver
schillende tentoonstellingen gehouden; ook
een landbouwtentoonstelling, waarop het
Friesche vee te bewonderen is, dat be
roemd is van Argentinië tot Canada en van
Ierland' tot Nieuw-Zeeland en boven alle
andere rassen de voorkeur verdient.
Maar terwijl het Friesche rasvee steeds
in aantal toeneemt, daar het over de ge
heele wereld' zuiver wordt gekweekt, ver
mindert het aantal echte Friezen steeds.
Dr. Folmer wees daarop reeds een halve
eeuw geleden, later heeft prof. Bolk er de
aandacht op gevestigd-.- Gedurende de laat
ste jaren is door dr. Nyessen een onderzoek
ingesteld naar de terpbevolking. Daarmede
Jieeft hij de huidige bewoners den streek
vergeleken. De uitslag van het onderzoek,
waarvan het verslag juist bij de firma Nij-
hoff te 's-Gravenhage is verschenen (The
passing of the Frisians, Ondergang der
Friezen), js niet blijmoedig. Het toont aan
,(iat de blondie, langhoofdige Friezen reeds
•voor meer dan een vierde deel door bru
nette rondhoofden verdrongen zijn. De
tondhoofdige vreemdelingen komen vooral
la"gs de steden het land binnen. Daar de
instrooming langzaam plaats vindt, hebben
ze gelegenheid' de Friesche taal te leeren,
zoodat zij vaak ten onrechte voor echte
hrrezen worden aangezien. Kortgeleden
toonde dr. Nyessen in „Genetica" aan, dat
de toenemende bevolking van Friesland bet
geringst is van aille provinciën,
'och emigreeren de Friezen meer dan
der andere Nederlandsche stammen,
ue P,rov'nc'e stroomt dus leeg en de kort-
nootdi'ge vreemdelingen nemen de openge-
ct F^a*sen 'n- Wanneer de huidige toe-
d t bestaan is het onvermijdelijk,
a* e£. over een paar honderd jaar geen
ente Friezen meer zijn, ook af spreekt de
geneele provincie dan Friesch.
Het is te hopen, dat de Friezen op hun
JSTOs middelen weten te vinden om dit
nned te voorkomen, daar de Friesche
'i de meest waardgevolle bestand-
ien van het Nederlandsche volk behoort
beïa s een slgomeen Nederlandsch
iatiën te bekome" Exp.
N.V. Transport- e' (oc3
Erven G. VU»,
B. EENHOORN. T«$; fil
v. OOSTERHOUT, T
iebrs. BUITENHEK,
Scheepvaartbewegüng.
Nipim^Urevir" ^gustus 1927 kwamen den
mew?" «Xï^rweg binnne 1390 schepen,
7 7PPi^e»,? 372 netto reg. ton. waarvan
Vnn,( Def' met 4421 neii0 reS ton-
li?s Ju tert*am waren hiervan bestemd
£0 schepen, met. 1.827.420 netto reg. ton.
"gustus 1926 kwamen den Nieuwen
De halve centstukken.
Och, zoo'n halfje, wat heb je er aan, j
wat doe je er mee Het is de bronzenbe- t
lichaming van het nietige. j
je ziet het toevallijg in je portemonnaie j
zitten, timide verschoten in een vouw van f
het leder. Je negeert het. Je kijkt liever
naar de rijksdaalders en guldens, kwartjes
en dubbeltjes. Zoo'n halfjeen wanneer
je soms, tegen het einde der maand, eens
tuurt in een gapend niets, als je je porte
monnaie opent en je ontdekt dan dal
halfje, dan haal je je schouders op. Zoo'n
halfje, wat heb je er aan, wat doe je er
mee
Toen we, aldus de „Arnhemsche Cou
rant" kleine jongens waren kochten we nog
wel eens „een halfje van 't blaadje" en
we waren diep ongelukkig als de lekkernij
ens in school door den paedagoog, die ons
had op te voeden in alle christelijke en
maatschappelijke deugden, werd afgepakt.
Zou je tegenwoordig nog „een halfje van
het blaadje" kunnen krijgen? We weten
het niet. Maar wel w.eten we ditdat het
halfje ook bij de schoolgaande jeugd tegen
woordig geacht is als niets. Het is de As-
schepoetster in de muntenwereld. Je kunt
een zaak niet erger déprecieeren dan door
te zeggen „Ik geef er geen halfje voor".
Maar lees nu eens het jaarverslag van
's rijks munt over 1926.
Daarin wordt o.m. gegeven een raming
van den circulatie-omvang op 1 Januari. 'En
volgens die raming is er aan halfjes, aan
nietige, pietluttige halfjes in omloop... een
kapitaal van 468.000. Vierhonderd acht
en zestig duizend (gulden. Een som, waar
op een groote handelszaak kan drijven,
waar een wijdvertakte, liefdadige instel
ling van kan bestaan
Niet minder dan 468.000 X 200 halfjes
of halve centstukken, zooals zij in het
verslag met een wijdschen naam worden
genoemd dat is drie en negentig mil-
hoen zes honderd duizend halfjes, zijn er in
omloop.
Het zou iemand gaan duizelen van die
(geweldige getallen.
Natuurlijk theoretisch hebben we al
tijd geweten, dat de macht van het kleine
groot kan zijn. Kleine droppels water en
kleine korrels zand wie kent het rijmpje
niet Maar in de practijk zijn we toch
meestal geneigd om het héél kleine, het
belachelijk-nietige, te negeeren. En als we
weer eens lezen van een man, die million-
nair is geworden met het oprapen van
spelden, dan zeggen we met een smeer
„Maar 't is in Amerika
Het jaarverslag van 's rijks munt leert
het ons echter anders, laat voor ons klare, I
levende waarheid worden, dat de macht
van het zich geleidelijk ongemerkt verme
nigvuldigde nietige, geweldig groot kan
worden.
Maar nu een vraag. Waar zitten die
halfjes toch allemaal? We zijn er, toen we
het verslag van de munt hadden gelezen,
eens speciaal op gaan letten. Volgens de
aangehaalde cijfers moet ieder Nederlan
der 13 a 14 halfjes op zak hebben. Of
eigenlijk nog meer, misschien wel 20, want
zuigelingen en zgn. loopertjes plegen zich
nog niet in het slijk der aarde te wentelen,
zelfs niet met halfjes om te gaan. Maar het
is bij ons een heele zeldzaamheid als we
eens vier halfjes* tegelijk hebben. En bij
onze kennissen is het precies eender. Waar
hangt dlaf grut dan toch uit Zouden er
menschen zijn, die ze opsparen Dan
moeten ze toch al heel intensief aan dat
manietje toegeven. Drie en negentig mil-
lioen zeshonderd duizend halve centstuk
ken het is niet voor de poes. Of liggen
ze soms in de toonbankladen en verreken
machines van winkels We kunnen het ons
niet voorstellen.
KONINGINNEDAG.
De feestelijke herdenking van de jaar
dag van H. M. de Koningin is hier gis
teren uitnemend geslaagd en de „Vlissing-
sche Oranjebond" mag met-groote vol
doening op zijn zoo welgeslaagd werk
terugzien. Alles was uitstekend georgani
seerd en liep geheel naar wensch van sta-
pel.
Wij zullen ter aanvulling van ons verslag
in ons vorig nummer een verdere beschrij
ving géven van de verschillende feeste
lijkheden.
Reeds om even over eenen kwamen de
eerste deelnemers van buiten de stad aan,
want terwijl het aan iedereen bekend ^"was,
dat de kinderen, die aan de spelen zouden
deelnemen, eerst een rondgang zouden ma
ken, wisten slechts enkele ingewijden, dat
er nog iets andws zou gebeuren.- Het zal
dan oók voor velen een vreemd gezicht zijn
geweest, die twee auto's met Walchersche
boeren en boerinnen en bovenal, die lege
versierde wagens, welke door de Walstraat
trokken. De boerinnen waren hierheen ge
komen en hadden plaats genomen in den
wagen van den Oranjebond, voorstellende
een hulde van Zeeland aan het Oranjehuis.
De versierde wagens dienden tot tooneel
voor de rij kaboutertjes, feeën zoo boo
ze als goede nimfen, prinsen en prin
sessen, vlinders en wat nog meer de „per
sona dramatea" van sprookjes uitmaken.
Wii kunnen niet af deze wagens beschrij
ven, waarom we slechts de namen van
Asschepoester, Sneeuwwitje en de kabou
ters, Reepelsteeltje en Goudmuiltje vermel
den. Dat alles keurig verzorgd was, is te
begrijpen, want door de goede zorgen van
de firma Witte, den heer Jacobs en den
heer Sandifort was een keurig geheel ver
kregen.
Artistiek door schikking van planten en
requisieten en schilderachtig door de klee
ding. Met de schijnbaar onvermoeibare mu
ziek van „St. Caecilia" voorop en met de
kinderen die aan de wedstrijden deelnamen
tusschen de wagens gegroepeerd, waarbij
ook nog een bloemenwagen gevoegd was,
zette de" lange stoet zich in beweging om de
route af te leggen, die Maandag in ons blad
is vermeld.
Door eenige vertraging bij het opstellen
werd wat later met die spelen begonnen dan
bepaald was, doch door vlugger afwerken
waren deze om ongeveer kwart over vier
geëindigd, waarna allen zich voor de prijs-
uitdeeling naar de Willem III begaven. De
ze geschiedde voor een klein deöl door den
voorzitter van den Oranjebond, voor de
rest door den burgemeester, die door of-
ficieele zaken verhinderd was eerder aan
wezig te zijn. Hij memoreerde de feesten
van vroeger bij Koninginnedagen en ver
heugde zich uitermate, dat deze feesten
nn door den Oranjebond werden georga-
seerd. Hij sprak de hoop uit, dat dit nog
jaren mocht gebeuren en eindigde met het
aanheffen van een driewerf hoera op H.M.
de Koningin, waarna hij overging tot de
prijsuitdeeling. Deze had voor de verschil
lende groepen den volgenden uitslag.
Hindernisbaan jongens P. Poland, N.
Doense, A. Peeters en P. de Kam.
Zakioopen jongens T. de Kam, R. de
Ridder, H. Marijs en Jl van Rosevelt.
Driebeenwedloop jongens: P. Roelse en S.
van Houke, M. Stouthart en P. Bosselaar,
D. de Paigter en A. Roelse.
Driebeenwedloop meisjes J. Elfrink en
B. Roos, P. de Wijze en B. van de Broeke,
W. van der Grijp en C. Lako, T. van Ak
keren en M. Stroo.
Eierwedloop jongens J. Buijs, J. Parent,
J. Lavooy en H. Dattin.
Eierwedloop meisjes D. van der Hoe
ven, B. van der Hoéven, L. Alewijnse, A.
Verkou wen.
Ringsteken per fiets jongens S. Prins, J.
Butler, C. Noom en S. Minderhoud.
Ringsteken te voet jongens, 2 groepen
W. van der Hoeven, A. van Rosevelt, A.
Hamelink en D. Huiszoon, K. Gunst, F.
Heijman, Bas Veldhuis, P. Schroevers.
Ringsteken meisjes Klazina Florijn.
Van de drie groepen roosjesknippen voor
meisjes noteerden we de namen Butz, de
Ridder, Jonkman, Roelse, Snijders, de Rui
ter, Pauwelse, do Dreu, L. Pierens, A. Cats-
man, M. Dinigemanse, B. v. d. Heide, C.
Valkier, M. Buijs en als troostprijs S. Jil-
Ieba. Hierbij miste door het ontbreken van
een der lijsten een der prijswinsters.
Balwedloop voor meisjesC. Versluijs,
C. Kimmel, L. Compeer en M. Spuij.
Balwedloop voor jongens j. Oreel, J.
Marinissen, A. Bongers.
Zoo was de middag, hoewel voor de deel
nemers niet zonder menig zweetdruppeltje
geplengd te hebben, vroolijk voorbijgegaan.
Na eenige uren rusten, gedurende welke
een groote menigte zich op straat bevond,
werd de feestviering voortgezet, ditmaal
voor een korte wijle op ietwat ernstiger
toon.
Öm 7 uur had op het terrein van de
voormalige kazerne Willem III een open-
lucht-samenkomst plaats, waar als sprekers
optraden de heenen ds. W. A. B. ten Kate j
em ds. P. N. Kruyswijk. Voor deze bijeen
komst bestond zeer groote belangstelling.
Nadaf door „St. Caecifia" het Zeeuwsche
Volkslied! was gespeeld, werd' gezamen ijk
gezongen Psalm 68 10.
A\s eerste spreker voerde ds. Ten Kate
het woord, die met groote vreugde de uit-
noodiging had aangenomen om op dezen
feestdag een woord' te spreken over de
groote beteekenis van dezen dag.
Het was voor spreker niet alleen een
voorrecht, doch hij voelde ook hoe nood
zakelijk het is het hooge belang van dezen
dag uiteen te zetten. Er was een tijd dat
dit niet noodig was, dat heel ons volk een
Oranjedag voelde als een feestdag, dat een
Oranjedag was een nationaal feest, waar
aan iedereen meedeed-, arm -en rijk, alle
rangen en standen van ons volk. Zoo is het
nu niet meer. Daar is een breede schare, al
is het gelukkig een> minderheid, die niet
meedoet met onze feestvreugde. Spreker
wil een oogenblik stilstaan bij de bezwa
ren door hen genoemd' en- dan wijzen op
den gdooten schat, dSen wij hebben in ons
nationaal Koningsschap, in het Oranjehuis,
vooral op den grooten zegen dieni God ons
schonk in onze beminde Vorstin.
Er zijn velen die van geen gezag boven
zich willen weten, hun leuze is de oude
revolutiekreet„ni Dieu na maitre", geen
God en geen meester. De mensch zijn eigen
meesfer. Doch ieder die -met open oog de
wereld aanziet, iedier die maar een weinig
menschenkennis heeft, weet, dat een
maatschappij zonder gezag zijn zou een-
maatschappij zonder orde, een chaos een
onbestaanbare wereld', die al1 spoedig in
ellende zou ondergaan.
Er zijn anderen die een gezag boven zich
willen erkennen. Maar waarom moet het
Koningsschap de drager zijn van dat ge
zag en niet een president of hoe men hem
andërs wil noemen
Spreker noemt het groote voordeel van
een erfelijk Koningsschap boven een repu
bliek, dat men niet telkens bij verkiezingen
allerlei woelingen en partijstrijd heeft wie
de drager zijn zal van het hoogste gezag,
maar dat er continuïteit is geen partijre-
geering, maar een gezag boven de partijen.
Verder heeft men het voordeel bij een erfe
lijk Koningsschap dat de vorst niet optreedt
als gekozene door een volksvergadering of
door eigen aanstelling, maar op een wijze,
die het besef en dén indruk geeft dat God
door geboorte den persoon aanwijst, die
met het gezag zal worden bekleed. Het is
dit besef dat juist in de vol-ksconscientie en
het volksleven den hechten steun geeft aan
het gezag. Daar komt nog bij dat in den
loop der eeuwen het karakter van het ge-
zagdragen is veranderd, wat spreker nader
uiteenzette. Onze Koningin heeft geen ab
solute regeermacht meer, maar zij is de
vertegenwoordigster onzer natie, het sym
bool onzer eenheid. Om Jfaar groepeeren
zich de verschillende standen en klassen
van ons volk, Zij is het hoogste maatschap
pelijke en persoonlijke voorbeeld.
Onze Vorstin uit het Huis van Oranje
wordt geschraagd door den eerbied en de
liefdé, die ons volk eeuwen lang aan haar
Huis heeft toegedragen. Eeuwen lang vond
ons in allerlei partijen verdeeld- volk zijn
eenheid in het zich scharen rondom den
Oranjetroon. In- den 'loop der geschiedenis
schonk God ons volk telkens een persoon
lijkheid) in de Oranjevorsten. Spontaan
voelt dat de ziel van ons volk. A-Is er geva
ren dreigen voor de Oranjevorsten dan
schaart ons volk zich vastberaden om dien
troon. Spreker herinnert aan November
1918, toen er een golf van geestdrift ging
van den Dollard tot de Schelde handen
af van het Oranjehui !s
Spreker wees op de groote offers door
de Oranjevorsten steeds gebracht voor het
heil van -het Nederlandsche volk. Willem
de Zwijger, die zijn schitterende positie,
zijn groote rijkdommen prijsgaf om ons
ellendige, verlaten- volk te redden die zijn
b'loed veil gaf voor de vrijheid dier Neder
landen. Wij denken met groote dankbaar
heid aan zoovele nobele figuren uit dat
edele stamhuis, aan wie ons volk zooveel
te danken heeftdie van zoo groote betee
kenis geweest zijn niet alleen voor ons
land, maar ook voor Europa, voor de zaak
van het Godsrijk in de wereld.
Spreker eindigde met God te danken
dat Hij ons een Vorstin heeft gegeven, in
wien wij mogen eeren haar nobele eigen
schappen- vau eenvoud en naastenliefde,
voor haar deelen in het lief en leed van ons
volk, om haar voorbeeld van hooge plichts
betrachting en om -haar moed, een waar
dige telg uit het aloude Oranjehuis, het
middelpunt, waarom alle goede vaderlan
ders zich vereenigen.
Hierna werd gezongen Psalm 150:1 en
3, waarna ds. P. N. Kruyswijk het woord
nam en ongeveer het volgende zeide
Onderdanen van H. M. de Koningin,
Laat mij u zoo mogen aanspreken, want
in die hoedanigheid zijn- we hier bijeen.
Zeker ook als die onze Vorstin in hoog
achting liefhebben. Helaas is dat met al
Haar onderdanen niet zoo. Maar wij ver
staan, dat die daardoor juist de kroon van
het Nederlanderschap missen. Niet zien,
wat in het Oranjehuis en in onze Koningin
aan Nederland' gegeven is hoewel vele
buitenlanders dat zelfs zeer goed voelen.
Daar is voorzeker voor ons als onderdar
nen van H. M. de Koningin wel reden, om
dezen dag met trots te gedenken. Het had
ook zoo heel anders kunnen zijn. Het is
dikwijls heel anders geweest. Wij zijn hier
in vrijheid bijeen, en kunnen in vrijheid en
blijheid, in oprechtheid en met geestdrift
uiting geven, aan wat ons gemoed vervult.
Dat is ook in Nederland wel' ancters ge
weest. In d-e 18e eeuw, als in een oude
Oranjestad als Rotterdam eenvoudige
menschen werden gekerkerd, daar ze uiting
gaven aan hun Oranjeliefde. Voor n«u ruim
100 jaar geleden, als onder het Fransch
bewind' vrijheid van spreken en handelen
allerminst bestond. Ja bijzonder in dien
bangen tijd, toen-Willem I in de J6e eeuw
het Nederlandsche volk uit een- put van
slavernij, heeft moeten opheffen tot de
gouden vrijheid.
Het kon nu ook zoo heel anders zijn.
Het is in dezen tijd' hier en daar ook zoo
heel anders, waar vergaderingen als deze
een onmogelijkheid zijn. In het arme Rus
land, waar onder het inhoudloos gelal dfer
vrijheid een mil'lioenenhoofdige massa is
geknecht, in schrik voor het bewind, dat
zijn duizenden martelaren maakt, in hon
ger en armoede. Waar vrije uiting van ge
dachte niet bestaanbaar is.
Evenzoo in heele stukken van het oude
Hongarije, waar de hulde aan het oude
stamhuis, zelfs aan het oude vaderland,
verboden is. In zoo menigen staat, waar
het der bevolking aan liefde tot en eerbied
voor het Vorstenhuis ontbreekt.
Het kon zoo heel anders zijn. Hoe komt
het, dat we onze gouden vrijheid zoo van
zelfsprekend vinden Immers, omdat het
Oranjehuis het Nederlandsche volk daarin
eeuwen lang heeft opgevoed. Gezag èn
vrijheid, in zuivere verhouding. Zeker, er
zijn vele redenen om trotsch op ons Sta-m-
hus te zijn. Ik behoef niet te spreken van
wereldvermaarde krijgsbedrijven, van on
verflauwde liefdadigheid, van voortdurend
en vruchtbaar belangstellen in handel en
industrie waaraan Vlissingen ook zooveel
te danken heeft hoe nauw is de Kon.
Maatschappij „de Schelde" in haar oor
sprong verbonden aan Koning Willem III,
de Kon. Maatschappij „Zeeland" aan den-
overleden Prins Hendrik. En Vlissingen is
daarin geen -uitzondering. Wel heeft Vlis
singen bijzondere banden in de historie aan
het Oranjehuis, vooral sinds in 1581 Prins
Willem I door aankoop Heer van Vlissingen
werdlde man, van wien een Engelschman
zeide, dat hij zijns gelijke in de Christen
heid niet had. Aan wien tevoren reeds onze
stad had' gezworen een eed van trouw.
Omdat eenig gezag toen reeds daartoe
verplichte Neen Omdat hij het plecht
anker was hunner hoop op de vrijheid van
leven in den staat.
Spreker eindigde met er op te wijzen dat
dit dezen avond wel een der rijkste oorza
ken van blijden eerbied is, dat ons onder
daan zijn (op zichzelf reeds een zegen),
door H. M. onze Koningin, gelijk door Haar
voorzaten, ons verguld wordt met den
-glans Harer persoonlijkheid, bijzonder be-
oogende de vrijheid van den burger.
Na deze beide toespraken werden spon
taan door de aanwezigen staande twee
coupletten van het Wilhelmus gezongen.
De gezongen liederen werden door „St.
Caecilia" begeleid.
Nauwelijks was dit gedeelte van het
piogramma afgewerkt of de wagens kwa
men voor om den avondrondgang te ma
ken. Hadden we 's middags al, dank zij
de gelukkige samenwerking der firma Wit
te, en de heeren Jacobse en Sandifort ons
kunnen verlustigen in den aanblik van
netjes versierde, goed geroepeerde wa
gens, deze avondomgang kon slechts tot
zijn recht komen door de goede zorgen
aan de verlichting besteed door de heeren
Boonstra en Visser. En wie, om maar een
enkel voorbeeld te noemen, zich voor den
geest brengt den wagen van Sneeuwwitje
en de 7 dwergen, waarop de kist van het
meisje zich in lichtlijnen afteekende op
den aardigen wagen van den Oranjebond,
zal wel het werk van den heer Visser
kunnen waardeeren. En daarnaast mag
zeker ook de snoezige verlichting van
dwergen, kabouters, elfen, feeën en prin
sen, vlinders en heksen genoemd worden,
met de kleine lampjes in de hoofdbedek
king, waardoor gloeiende puntjes den weg
van den stoet doorprikkelde, en met welke
verlichting de heer Boonstra alle eer heeft
ingelegd.
Evenals 's middags waren de kinderen,
die meededen aan de spelen en ditmaal ook
nog heel wat anderen, gegroepeerd tus
schen de wagens, voor het overgroote deel
voorzien van verlichte lampions. Wie dien
stoet gezien heeft, zoodat hij vrij was in
het gezicht en daarin niet belemmerd door
den drom menschen, over wier hoofden
men loopen kon en die aan de politie, dank
zij haar kalm en waardig optredien, niet-
veel last bezorgde, zal in straten als de
Spuistraat en de Walstraat kunnen geno
ten hebben van een zich in de donkerte
langzaam voortbewegen den lichtenden
stoet, die aangenaam aandeed aan de oogen.
Bij zoo'n optocht behoort muziek en het
was dan ook weer de onvermoeibare „St.
Caecilia", die den stoet opende, terwijl hij
gesloten werd door de „Postfanfare", die
er eveneens lustig op losblies. De lange
stoet zou echter niet voldoende muzikaal
opgeluisterd zijn, wanneer niet in het
midden „Ons Genoegen" was meegeloo-
pen. Dit muziekgezelschap had eerst van
8 tot 9 uur eenige nummers geblazen oo
die tent in het Bellamypark, waar een
drom menschen den stoet afwachtte. Toen
^eze daar was aangekomen, gaf „Ons Ge-
tiivegen" eenige verschillende taptoes ten
beste, waarbij o.a. de altijd imposante Rus
sische taptoe niet ontbrak. Daarna schoof
het muziekgezelschap in de lange rij,
waarvan het begin zich bevond aan den
ingang der Spuistraat, terwijl de „Postfan
fare", vlak bij den Nieuwendiijk stond. De
route, die gisteren in ons blad is afgedrukt,
werd afgelegd en na dezen ommegang
trokken de wagens naar de Oranjestraat,
waar de groepen afstapten en de kinderen,
die zich zoowel 's middags als 's avonds
op een versnapering waren onthaald naar
de achterplaats der voormalige kazerne.
Nog een korte spanne tijds en alle actief
aan de feestviering meewerkenden waren
van het terrein verdwenen.
Na afloop van dit officieele gedeelte van
den feestdag vereenigden het bestuur en de
leiders zich in het hotel Noordzee-Boule-
vard, waar de voorzifter van den Oranje
bond, de heer P. G. Laernoes een woord
van dank aan allen bracht voor de mee
werking en de uitvoering, waardoor de
goedgeslaagde wagengroepen in den kor
ten tijd1 van twee dagen zoo mooi voor
elkaar waren gekomen.
De heer Laernoes besloot zijn toespraak
met het volgende gedicht
Hooge waat'ren zijn, o Nêerland
dikwerf over U gegaan,
Zeeëm tranen U verzekerd onder vanen,
beurt om beurt
Of met koningstrots geslingerd, óf met
koningsbloed gekleurd
Spaansche haters, Fransche vrienden,
Britsche mededingers, ja,
Eigen Landgenooten zelve
(de herinnering verga
Dreigden midden in de welvaart U
den wissen ondergang,
't Werd den Leeuw der zeven pijlen
voor die waafren dikwerf bang
kome tegen Nêerland haat,
verleiding, afgunst, smaad
Dreige Dwangzucht of OmwentTing wêer
ons volksbestaan den dood
Wil de Bondsgod der Oranje's ook
nog de onze zijn? geen nood
(Naar Da Costa).
De tekst van het telegram, gisteren aan
H M. de Koningin verzonden, luidde
H. M. de Koningingv- s-Gravenhage.
Namens Vlissingschen Oranjebond "wor
den Uwe Majesteit, met betuiging van
hulde, gelukwenschen aangeboden.
LAERNOES, Voorzitter.
Te iWiddelburg werd' de verjaardag van
H. M. de Koningin herdacht door het hou
den van verschillende kinderspelen op het
gemeentelijk sportterein, uitgaande van de
vereeniging „Uit het VolkVoor het Volk".
Op de receptie door den Commissaris
der Koningin gehouden zijn vele civiele en
militaire autoriteiten verschenen.
Des avonds van 8 tot 9 uur werd op het
Molenwater een concert gegeven door het