102 X E| DONDERDAG 1 SEPTEMBER 'Eerste Blad binnenland 65e Jaargang -1927! :richt Md a «INDE F IE. delburgsche ipij v. Stoomvaar' I ^No.205 m.3 g' ?TLIJNEN. 30 Aug. van Am- u. van Batavia Penm, Rotterdam Singapore, Batavia Ouessant, Rotter- Gibraltar, Amster- van Port Said, Java Tanger, Rotterdam i Colombo, Batavia te Rotterdam vat avand van 1 Sep- zwakke wind uit Mogelijk ochtend- ns geringe kans op ndering in tempera- Vlissingen. v.m. n.m, 5.10 5.22 5.43 5.54 to's en Fietsen. ber uur 8.19 8.17 lijkhed-en, Openbare giaderingen enz. - Vrijdag, Zaterdag, tndag bioscoop-voor- ds 8 uur. elijks bioscoop-voor- ds 8 uur. Woens- en Zondagmiddag Dagelijks soirée- - Zaterdags en Zon- te van 3.305.30. - )ndags Diner-concert nina. lederen 11.30 soirée dansante, af cabaret-avond. Saterdag en Zondag- matinée-dansante. dag en Vrijdag Con ti r. Zondag Tlié-dansante tensdag. Donderdag, dag, Soirée-dansante ir is onze TST naar ld, ■LEFOON 373 i wordt n de per pakje g Aiddelburg-Rotterfai» engelegen plaatsen. VAN PASSAGIERS, IEREN EN VEE. v.Midd-V.Rot' v.m.uufv.m."»' tmber 1 2 3 5 7 "n 8 natiën te bekomen NV. Transport- 8 9 VUSSINGSCHE COURANT nummer bestaat uit 2 bladen. ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- f 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Webabon nementen 17 cent, alles bij vooruitbeta- "Afzonderlijke nummers 5 cent ADVERTENTIE-PRIJS Van i4 regels 1.10, voor iedere reeel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur Koop en Verkoop, Dienstaanbie dingen én Dienstaanvragen, enz. prijs bij vooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent. Familieberichten van 1—6 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. Waterweg binnen 2263 schepen, metemie 3.105.280 netto reg. ton, waarvan 8 zee lichters, metende 4201 netto reg. ton. Voor Rotterdam waren hiervan bestemd 1542 schepen, met. 2.129.944 netto reg. ton. Sedert 1 Januari zijn aangekomen Schepen N.R.T. N. Waterweg 1927 10.743 16.976.818 1926 12.544 18.430.995 i Rotterdam 1927 8836 14.241.118 1926 8958 13.558.542 Koninginnedag. De jaardag van H. M. de Koningin is aisteren overal in den lande met opge wektheid gevierd. Te 's-Gravenhage werd een groote pa rade gehouden op het Malieveld. De troe pen werden gecommandeerd door kolone. J. C. Wagner, commandant van de brigade grenadiers en jagers. Verder werden daar volksspelen gehou den, verschillende concerten gegeven en des'avonds waren meerdere openbare ge bouwen geïllumineerd. Ook te Amsterdam en Rotterdam was het den geheelen dag feest. In de hoofd stad bereikte het feest zijn hoogtepunt in een groote uitvoering in het stadion met specialiteiten, clowns, wielerwedstrijden, ruiterspelen en de opstijging van een luchtballon. „Koninginnedag" is te Brussel nog nooit met zooveel geestdrift en luister gevierd als gisteren het geval is geweest. f Het grootste aandeel van dit succes komt toe aan den raad van beheer van het Holland Huis en vooral aan zijn president, den heer Bern. J. Veldhuis, die niet alleen de belangen van Nederland en Indië die nen op economische wijze, wat hun hoofd doel is, maar tevens ook geen enkele ge legenheid laten voorbijgaan, om het Ne- derlandsch bewustzijn en saamhoorigheids- gevoel van hun landgenooten in het bui tenland wakker te houden en in echt natio nale feestvieringen tot uiting te brengen. Scheepsbouw. De vioot der bekende N. V. Nederland sche StoomsJeepdienst v/h van P. Smit Jr. te Rotterdam is weder uitgebreid met 2 nieuwe sleepbooten. Deze booten zijn door de Machinefabriek en Scheepswerf van P. Smit Jr. te Rotter dam gebouwd en voorzien van een tripte expansie machine met oppervlak conden satie, welke op de gehouden proefvaart 375 I.P.K. heeft ontwikkeld'. De booten zijn onder klasse van Bureau Veritas gebouwd (kustvaart) en van stoom- stuurinrichting, alsmede electrisch licht voorzien. Na goedgeslaagden proeftocht werden zij overgenomen en onder de namen „En gelland" en „Italië" aan de vloot toege voegd. Door aanschaffing van deze nieuwe modern ingerichte sleepbooten bewijst de firma, dat zij in de tweede halve eeuw van haar bestaan op gelijke wijze blijft voort- 1 gaan haar materiaal aan de eischen van een modern havenverkeer aan te passen. I Het Friesch Genootschap. Het persbureau Vaz Dias meldt ons uit Leeuwarden Friesland1 viert deze week feest ter gele genheid van het 100-jarig bestaan van het Friesche Genootschap. Van heinde en ver kwamen Friezen naar „A'Hoitelan" om met trotsch de daden van het voorgeslacht te herdenken en het verbond' met de stamver wanten te vernieuwen. Ze beloven elkaar ook voortaan pal te staan voor de Friesche idealen, waarvoor de voorouders van dit rechtschapen volk reeds zoolang gestreden hebben. De betrouwbaarheid en ernst der Friezen is een waarborg, dat zij dit voor nemen zullen volbrengen. Allerlei feestelijkheden zullen het con gres opluisteren, dat heden en morgen te Leeuwarden plaats vindt. Er worden ver schillende tentoonstellingen gehouden; ook een landbouwtentoonstelling, waarop het Friesche vee te bewonderen is, dat be roemd is van Argentinië tot Canada en van Ierland' tot Nieuw-Zeeland en boven alle andere rassen de voorkeur verdient. Maar terwijl het Friesche rasvee steeds in aantal toeneemt, daar het over de ge heele wereld' zuiver wordt gekweekt, ver mindert het aantal echte Friezen steeds. Dr. Folmer wees daarop reeds een halve eeuw geleden, later heeft prof. Bolk er de aandacht op gevestigd-.- Gedurende de laat ste jaren is door dr. Nyessen een onderzoek ingesteld naar de terpbevolking. Daarmede Jieeft hij de huidige bewoners den streek vergeleken. De uitslag van het onderzoek, waarvan het verslag juist bij de firma Nij- hoff te 's-Gravenhage is verschenen (The passing of the Frisians, Ondergang der Friezen), js niet blijmoedig. Het toont aan ,(iat de blondie, langhoofdige Friezen reeds •voor meer dan een vierde deel door bru nette rondhoofden verdrongen zijn. De tondhoofdige vreemdelingen komen vooral la"gs de steden het land binnen. Daar de instrooming langzaam plaats vindt, hebben ze gelegenheid' de Friesche taal te leeren, zoodat zij vaak ten onrechte voor echte hrrezen worden aangezien. Kortgeleden toonde dr. Nyessen in „Genetica" aan, dat de toenemende bevolking van Friesland bet geringst is van aille provinciën, 'och emigreeren de Friezen meer dan der andere Nederlandsche stammen, ue P,rov'nc'e stroomt dus leeg en de kort- nootdi'ge vreemdelingen nemen de openge- ct F^a*sen 'n- Wanneer de huidige toe- d t bestaan is het onvermijdelijk, a* e£. over een paar honderd jaar geen ente Friezen meer zijn, ook af spreekt de geneele provincie dan Friesch. Het is te hopen, dat de Friezen op hun JSTOs middelen weten te vinden om dit nned te voorkomen, daar de Friesche 'i de meest waardgevolle bestand- ien van het Nederlandsche volk behoort beïa s een slgomeen Nederlandsch iatiën te bekome" Exp. N.V. Transport- e' (oc3 Erven G. VU», B. EENHOORN. T«$; fil v. OOSTERHOUT, T iebrs. BUITENHEK, Scheepvaartbewegüng. Nipim^Urevir" ^gustus 1927 kwamen den mew?" «Xï^rweg binnne 1390 schepen, 7 7PPi^e»,? 372 netto reg. ton. waarvan Vnn,( Def' met 4421 neii0 reS ton- li?s Ju tert*am waren hiervan bestemd £0 schepen, met. 1.827.420 netto reg. ton. "gustus 1926 kwamen den Nieuwen De halve centstukken. Och, zoo'n halfje, wat heb je er aan, j wat doe je er mee Het is de bronzenbe- t lichaming van het nietige. j je ziet het toevallijg in je portemonnaie j zitten, timide verschoten in een vouw van f het leder. Je negeert het. Je kijkt liever naar de rijksdaalders en guldens, kwartjes en dubbeltjes. Zoo'n halfjeen wanneer je soms, tegen het einde der maand, eens tuurt in een gapend niets, als je je porte monnaie opent en je ontdekt dan dal halfje, dan haal je je schouders op. Zoo'n halfje, wat heb je er aan, wat doe je er mee Toen we, aldus de „Arnhemsche Cou rant" kleine jongens waren kochten we nog wel eens „een halfje van 't blaadje" en we waren diep ongelukkig als de lekkernij ens in school door den paedagoog, die ons had op te voeden in alle christelijke en maatschappelijke deugden, werd afgepakt. Zou je tegenwoordig nog „een halfje van het blaadje" kunnen krijgen? We weten het niet. Maar wel w.eten we ditdat het halfje ook bij de schoolgaande jeugd tegen woordig geacht is als niets. Het is de As- schepoetster in de muntenwereld. Je kunt een zaak niet erger déprecieeren dan door te zeggen „Ik geef er geen halfje voor". Maar lees nu eens het jaarverslag van 's rijks munt over 1926. Daarin wordt o.m. gegeven een raming van den circulatie-omvang op 1 Januari. 'En volgens die raming is er aan halfjes, aan nietige, pietluttige halfjes in omloop... een kapitaal van 468.000. Vierhonderd acht en zestig duizend (gulden. Een som, waar op een groote handelszaak kan drijven, waar een wijdvertakte, liefdadige instel ling van kan bestaan Niet minder dan 468.000 X 200 halfjes of halve centstukken, zooals zij in het verslag met een wijdschen naam worden genoemd dat is drie en negentig mil- hoen zes honderd duizend halfjes, zijn er in omloop. Het zou iemand gaan duizelen van die (geweldige getallen. Natuurlijk theoretisch hebben we al tijd geweten, dat de macht van het kleine groot kan zijn. Kleine droppels water en kleine korrels zand wie kent het rijmpje niet Maar in de practijk zijn we toch meestal geneigd om het héél kleine, het belachelijk-nietige, te negeeren. En als we weer eens lezen van een man, die million- nair is geworden met het oprapen van spelden, dan zeggen we met een smeer „Maar 't is in Amerika Het jaarverslag van 's rijks munt leert het ons echter anders, laat voor ons klare, I levende waarheid worden, dat de macht van het zich geleidelijk ongemerkt verme nigvuldigde nietige, geweldig groot kan worden. Maar nu een vraag. Waar zitten die halfjes toch allemaal? We zijn er, toen we het verslag van de munt hadden gelezen, eens speciaal op gaan letten. Volgens de aangehaalde cijfers moet ieder Nederlan der 13 a 14 halfjes op zak hebben. Of eigenlijk nog meer, misschien wel 20, want zuigelingen en zgn. loopertjes plegen zich nog niet in het slijk der aarde te wentelen, zelfs niet met halfjes om te gaan. Maar het is bij ons een heele zeldzaamheid als we eens vier halfjes* tegelijk hebben. En bij onze kennissen is het precies eender. Waar hangt dlaf grut dan toch uit Zouden er menschen zijn, die ze opsparen Dan moeten ze toch al heel intensief aan dat manietje toegeven. Drie en negentig mil- lioen zeshonderd duizend halve centstuk ken het is niet voor de poes. Of liggen ze soms in de toonbankladen en verreken machines van winkels We kunnen het ons niet voorstellen. KONINGINNEDAG. De feestelijke herdenking van de jaar dag van H. M. de Koningin is hier gis teren uitnemend geslaagd en de „Vlissing- sche Oranjebond" mag met-groote vol doening op zijn zoo welgeslaagd werk terugzien. Alles was uitstekend georgani seerd en liep geheel naar wensch van sta- pel. Wij zullen ter aanvulling van ons verslag in ons vorig nummer een verdere beschrij ving géven van de verschillende feeste lijkheden. Reeds om even over eenen kwamen de eerste deelnemers van buiten de stad aan, want terwijl het aan iedereen bekend ^"was, dat de kinderen, die aan de spelen zouden deelnemen, eerst een rondgang zouden ma ken, wisten slechts enkele ingewijden, dat er nog iets andws zou gebeuren.- Het zal dan oók voor velen een vreemd gezicht zijn geweest, die twee auto's met Walchersche boeren en boerinnen en bovenal, die lege versierde wagens, welke door de Walstraat trokken. De boerinnen waren hierheen ge komen en hadden plaats genomen in den wagen van den Oranjebond, voorstellende een hulde van Zeeland aan het Oranjehuis. De versierde wagens dienden tot tooneel voor de rij kaboutertjes, feeën zoo boo ze als goede nimfen, prinsen en prin sessen, vlinders en wat nog meer de „per sona dramatea" van sprookjes uitmaken. Wii kunnen niet af deze wagens beschrij ven, waarom we slechts de namen van Asschepoester, Sneeuwwitje en de kabou ters, Reepelsteeltje en Goudmuiltje vermel den. Dat alles keurig verzorgd was, is te begrijpen, want door de goede zorgen van de firma Witte, den heer Jacobs en den heer Sandifort was een keurig geheel ver kregen. Artistiek door schikking van planten en requisieten en schilderachtig door de klee ding. Met de schijnbaar onvermoeibare mu ziek van „St. Caecilia" voorop en met de kinderen die aan de wedstrijden deelnamen tusschen de wagens gegroepeerd, waarbij ook nog een bloemenwagen gevoegd was, zette de" lange stoet zich in beweging om de route af te leggen, die Maandag in ons blad is vermeld. Door eenige vertraging bij het opstellen werd wat later met die spelen begonnen dan bepaald was, doch door vlugger afwerken waren deze om ongeveer kwart over vier geëindigd, waarna allen zich voor de prijs- uitdeeling naar de Willem III begaven. De ze geschiedde voor een klein deöl door den voorzitter van den Oranjebond, voor de rest door den burgemeester, die door of- ficieele zaken verhinderd was eerder aan wezig te zijn. Hij memoreerde de feesten van vroeger bij Koninginnedagen en ver heugde zich uitermate, dat deze feesten nn door den Oranjebond werden georga- seerd. Hij sprak de hoop uit, dat dit nog jaren mocht gebeuren en eindigde met het aanheffen van een driewerf hoera op H.M. de Koningin, waarna hij overging tot de prijsuitdeeling. Deze had voor de verschil lende groepen den volgenden uitslag. Hindernisbaan jongens P. Poland, N. Doense, A. Peeters en P. de Kam. Zakioopen jongens T. de Kam, R. de Ridder, H. Marijs en Jl van Rosevelt. Driebeenwedloop jongens: P. Roelse en S. van Houke, M. Stouthart en P. Bosselaar, D. de Paigter en A. Roelse. Driebeenwedloop meisjes J. Elfrink en B. Roos, P. de Wijze en B. van de Broeke, W. van der Grijp en C. Lako, T. van Ak keren en M. Stroo. Eierwedloop jongens J. Buijs, J. Parent, J. Lavooy en H. Dattin. Eierwedloop meisjes D. van der Hoe ven, B. van der Hoéven, L. Alewijnse, A. Verkou wen. Ringsteken per fiets jongens S. Prins, J. Butler, C. Noom en S. Minderhoud. Ringsteken te voet jongens, 2 groepen W. van der Hoeven, A. van Rosevelt, A. Hamelink en D. Huiszoon, K. Gunst, F. Heijman, Bas Veldhuis, P. Schroevers. Ringsteken meisjes Klazina Florijn. Van de drie groepen roosjesknippen voor meisjes noteerden we de namen Butz, de Ridder, Jonkman, Roelse, Snijders, de Rui ter, Pauwelse, do Dreu, L. Pierens, A. Cats- man, M. Dinigemanse, B. v. d. Heide, C. Valkier, M. Buijs en als troostprijs S. Jil- Ieba. Hierbij miste door het ontbreken van een der lijsten een der prijswinsters. Balwedloop voor meisjesC. Versluijs, C. Kimmel, L. Compeer en M. Spuij. Balwedloop voor jongens j. Oreel, J. Marinissen, A. Bongers. Zoo was de middag, hoewel voor de deel nemers niet zonder menig zweetdruppeltje geplengd te hebben, vroolijk voorbijgegaan. Na eenige uren rusten, gedurende welke een groote menigte zich op straat bevond, werd de feestviering voortgezet, ditmaal voor een korte wijle op ietwat ernstiger toon. Öm 7 uur had op het terrein van de voormalige kazerne Willem III een open- lucht-samenkomst plaats, waar als sprekers optraden de heenen ds. W. A. B. ten Kate j em ds. P. N. Kruyswijk. Voor deze bijeen komst bestond zeer groote belangstelling. Nadaf door „St. Caecifia" het Zeeuwsche Volkslied! was gespeeld, werd' gezamen ijk gezongen Psalm 68 10. A\s eerste spreker voerde ds. Ten Kate het woord, die met groote vreugde de uit- noodiging had aangenomen om op dezen feestdag een woord' te spreken over de groote beteekenis van dezen dag. Het was voor spreker niet alleen een voorrecht, doch hij voelde ook hoe nood zakelijk het is het hooge belang van dezen dag uiteen te zetten. Er was een tijd dat dit niet noodig was, dat heel ons volk een Oranjedag voelde als een feestdag, dat een Oranjedag was een nationaal feest, waar aan iedereen meedeed-, arm -en rijk, alle rangen en standen van ons volk. Zoo is het nu niet meer. Daar is een breede schare, al is het gelukkig een> minderheid, die niet meedoet met onze feestvreugde. Spreker wil een oogenblik stilstaan bij de bezwa ren door hen genoemd' en- dan wijzen op den gdooten schat, dSen wij hebben in ons nationaal Koningsschap, in het Oranjehuis, vooral op den grooten zegen dieni God ons schonk in onze beminde Vorstin. Er zijn velen die van geen gezag boven zich willen weten, hun leuze is de oude revolutiekreet„ni Dieu na maitre", geen God en geen meester. De mensch zijn eigen meesfer. Doch ieder die -met open oog de wereld aanziet, iedier die maar een weinig menschenkennis heeft, weet, dat een maatschappij zonder gezag zijn zou een- maatschappij zonder orde, een chaos een onbestaanbare wereld', die al1 spoedig in ellende zou ondergaan. Er zijn anderen die een gezag boven zich willen erkennen. Maar waarom moet het Koningsschap de drager zijn van dat ge zag en niet een president of hoe men hem andërs wil noemen Spreker noemt het groote voordeel van een erfelijk Koningsschap boven een repu bliek, dat men niet telkens bij verkiezingen allerlei woelingen en partijstrijd heeft wie de drager zijn zal van het hoogste gezag, maar dat er continuïteit is geen partijre- geering, maar een gezag boven de partijen. Verder heeft men het voordeel bij een erfe lijk Koningsschap dat de vorst niet optreedt als gekozene door een volksvergadering of door eigen aanstelling, maar op een wijze, die het besef en dén indruk geeft dat God door geboorte den persoon aanwijst, die met het gezag zal worden bekleed. Het is dit besef dat juist in de vol-ksconscientie en het volksleven den hechten steun geeft aan het gezag. Daar komt nog bij dat in den loop der eeuwen het karakter van het ge- zagdragen is veranderd, wat spreker nader uiteenzette. Onze Koningin heeft geen ab solute regeermacht meer, maar zij is de vertegenwoordigster onzer natie, het sym bool onzer eenheid. Om Jfaar groepeeren zich de verschillende standen en klassen van ons volk, Zij is het hoogste maatschap pelijke en persoonlijke voorbeeld. Onze Vorstin uit het Huis van Oranje wordt geschraagd door den eerbied en de liefdé, die ons volk eeuwen lang aan haar Huis heeft toegedragen. Eeuwen lang vond ons in allerlei partijen verdeeld- volk zijn eenheid in het zich scharen rondom den Oranjetroon. In- den 'loop der geschiedenis schonk God ons volk telkens een persoon lijkheid) in de Oranjevorsten. Spontaan voelt dat de ziel van ons volk. A-Is er geva ren dreigen voor de Oranjevorsten dan schaart ons volk zich vastberaden om dien troon. Spreker herinnert aan November 1918, toen er een golf van geestdrift ging van den Dollard tot de Schelde handen af van het Oranjehui !s Spreker wees op de groote offers door de Oranjevorsten steeds gebracht voor het heil van -het Nederlandsche volk. Willem de Zwijger, die zijn schitterende positie, zijn groote rijkdommen prijsgaf om ons ellendige, verlaten- volk te redden die zijn b'loed veil gaf voor de vrijheid dier Neder landen. Wij denken met groote dankbaar heid aan zoovele nobele figuren uit dat edele stamhuis, aan wie ons volk zooveel te danken heeftdie van zoo groote betee kenis geweest zijn niet alleen voor ons land, maar ook voor Europa, voor de zaak van het Godsrijk in de wereld. Spreker eindigde met God te danken dat Hij ons een Vorstin heeft gegeven, in wien wij mogen eeren haar nobele eigen schappen- vau eenvoud en naastenliefde, voor haar deelen in het lief en leed van ons volk, om haar voorbeeld van hooge plichts betrachting en om -haar moed, een waar dige telg uit het aloude Oranjehuis, het middelpunt, waarom alle goede vaderlan ders zich vereenigen. Hierna werd gezongen Psalm 150:1 en 3, waarna ds. P. N. Kruyswijk het woord nam en ongeveer het volgende zeide Onderdanen van H. M. de Koningin, Laat mij u zoo mogen aanspreken, want in die hoedanigheid zijn- we hier bijeen. Zeker ook als die onze Vorstin in hoog achting liefhebben. Helaas is dat met al Haar onderdanen niet zoo. Maar wij ver staan, dat die daardoor juist de kroon van het Nederlanderschap missen. Niet zien, wat in het Oranjehuis en in onze Koningin aan Nederland' gegeven is hoewel vele buitenlanders dat zelfs zeer goed voelen. Daar is voorzeker voor ons als onderdar nen van H. M. de Koningin wel reden, om dezen dag met trots te gedenken. Het had ook zoo heel anders kunnen zijn. Het is dikwijls heel anders geweest. Wij zijn hier in vrijheid bijeen, en kunnen in vrijheid en blijheid, in oprechtheid en met geestdrift uiting geven, aan wat ons gemoed vervult. Dat is ook in Nederland wel' ancters ge weest. In d-e 18e eeuw, als in een oude Oranjestad als Rotterdam eenvoudige menschen werden gekerkerd, daar ze uiting gaven aan hun Oranjeliefde. Voor n«u ruim 100 jaar geleden, als onder het Fransch bewind' vrijheid van spreken en handelen allerminst bestond. Ja bijzonder in dien bangen tijd, toen-Willem I in de J6e eeuw het Nederlandsche volk uit een- put van slavernij, heeft moeten opheffen tot de gouden vrijheid. Het kon nu ook zoo heel anders zijn. Het is in dezen tijd' hier en daar ook zoo heel anders, waar vergaderingen als deze een onmogelijkheid zijn. In het arme Rus land, waar onder het inhoudloos gelal dfer vrijheid een mil'lioenenhoofdige massa is geknecht, in schrik voor het bewind, dat zijn duizenden martelaren maakt, in hon ger en armoede. Waar vrije uiting van ge dachte niet bestaanbaar is. Evenzoo in heele stukken van het oude Hongarije, waar de hulde aan het oude stamhuis, zelfs aan het oude vaderland, verboden is. In zoo menigen staat, waar het der bevolking aan liefde tot en eerbied voor het Vorstenhuis ontbreekt. Het kon zoo heel anders zijn. Hoe komt het, dat we onze gouden vrijheid zoo van zelfsprekend vinden Immers, omdat het Oranjehuis het Nederlandsche volk daarin eeuwen lang heeft opgevoed. Gezag èn vrijheid, in zuivere verhouding. Zeker, er zijn vele redenen om trotsch op ons Sta-m- hus te zijn. Ik behoef niet te spreken van wereldvermaarde krijgsbedrijven, van on verflauwde liefdadigheid, van voortdurend en vruchtbaar belangstellen in handel en industrie waaraan Vlissingen ook zooveel te danken heeft hoe nauw is de Kon. Maatschappij „de Schelde" in haar oor sprong verbonden aan Koning Willem III, de Kon. Maatschappij „Zeeland" aan den- overleden Prins Hendrik. En Vlissingen is daarin geen -uitzondering. Wel heeft Vlis singen bijzondere banden in de historie aan het Oranjehuis, vooral sinds in 1581 Prins Willem I door aankoop Heer van Vlissingen werdlde man, van wien een Engelschman zeide, dat hij zijns gelijke in de Christen heid niet had. Aan wien tevoren reeds onze stad had' gezworen een eed van trouw. Omdat eenig gezag toen reeds daartoe verplichte Neen Omdat hij het plecht anker was hunner hoop op de vrijheid van leven in den staat. Spreker eindigde met er op te wijzen dat dit dezen avond wel een der rijkste oorza ken van blijden eerbied is, dat ons onder daan zijn (op zichzelf reeds een zegen), door H. M. onze Koningin, gelijk door Haar voorzaten, ons verguld wordt met den -glans Harer persoonlijkheid, bijzonder be- oogende de vrijheid van den burger. Na deze beide toespraken werden spon taan door de aanwezigen staande twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. De gezongen liederen werden door „St. Caecilia" begeleid. Nauwelijks was dit gedeelte van het piogramma afgewerkt of de wagens kwa men voor om den avondrondgang te ma ken. Hadden we 's middags al, dank zij de gelukkige samenwerking der firma Wit te, en de heeren Jacobse en Sandifort ons kunnen verlustigen in den aanblik van netjes versierde, goed geroepeerde wa gens, deze avondomgang kon slechts tot zijn recht komen door de goede zorgen aan de verlichting besteed door de heeren Boonstra en Visser. En wie, om maar een enkel voorbeeld te noemen, zich voor den geest brengt den wagen van Sneeuwwitje en de 7 dwergen, waarop de kist van het meisje zich in lichtlijnen afteekende op den aardigen wagen van den Oranjebond, zal wel het werk van den heer Visser kunnen waardeeren. En daarnaast mag zeker ook de snoezige verlichting van dwergen, kabouters, elfen, feeën en prin sen, vlinders en heksen genoemd worden, met de kleine lampjes in de hoofdbedek king, waardoor gloeiende puntjes den weg van den stoet doorprikkelde, en met welke verlichting de heer Boonstra alle eer heeft ingelegd. Evenals 's middags waren de kinderen, die meededen aan de spelen en ditmaal ook nog heel wat anderen, gegroepeerd tus schen de wagens, voor het overgroote deel voorzien van verlichte lampions. Wie dien stoet gezien heeft, zoodat hij vrij was in het gezicht en daarin niet belemmerd door den drom menschen, over wier hoofden men loopen kon en die aan de politie, dank zij haar kalm en waardig optredien, niet- veel last bezorgde, zal in straten als de Spuistraat en de Walstraat kunnen geno ten hebben van een zich in de donkerte langzaam voortbewegen den lichtenden stoet, die aangenaam aandeed aan de oogen. Bij zoo'n optocht behoort muziek en het was dan ook weer de onvermoeibare „St. Caecilia", die den stoet opende, terwijl hij gesloten werd door de „Postfanfare", die er eveneens lustig op losblies. De lange stoet zou echter niet voldoende muzikaal opgeluisterd zijn, wanneer niet in het midden „Ons Genoegen" was meegeloo- pen. Dit muziekgezelschap had eerst van 8 tot 9 uur eenige nummers geblazen oo die tent in het Bellamypark, waar een drom menschen den stoet afwachtte. Toen ^eze daar was aangekomen, gaf „Ons Ge- tiivegen" eenige verschillende taptoes ten beste, waarbij o.a. de altijd imposante Rus sische taptoe niet ontbrak. Daarna schoof het muziekgezelschap in de lange rij, waarvan het begin zich bevond aan den ingang der Spuistraat, terwijl de „Postfan fare", vlak bij den Nieuwendiijk stond. De route, die gisteren in ons blad is afgedrukt, werd afgelegd en na dezen ommegang trokken de wagens naar de Oranjestraat, waar de groepen afstapten en de kinderen, die zich zoowel 's middags als 's avonds op een versnapering waren onthaald naar de achterplaats der voormalige kazerne. Nog een korte spanne tijds en alle actief aan de feestviering meewerkenden waren van het terrein verdwenen. Na afloop van dit officieele gedeelte van den feestdag vereenigden het bestuur en de leiders zich in het hotel Noordzee-Boule- vard, waar de voorzifter van den Oranje bond, de heer P. G. Laernoes een woord van dank aan allen bracht voor de mee werking en de uitvoering, waardoor de goedgeslaagde wagengroepen in den kor ten tijd1 van twee dagen zoo mooi voor elkaar waren gekomen. De heer Laernoes besloot zijn toespraak met het volgende gedicht Hooge waat'ren zijn, o Nêerland dikwerf over U gegaan, Zeeëm tranen U verzekerd onder vanen, beurt om beurt Of met koningstrots geslingerd, óf met koningsbloed gekleurd Spaansche haters, Fransche vrienden, Britsche mededingers, ja, Eigen Landgenooten zelve (de herinnering verga Dreigden midden in de welvaart U den wissen ondergang, 't Werd den Leeuw der zeven pijlen voor die waafren dikwerf bang kome tegen Nêerland haat, verleiding, afgunst, smaad Dreige Dwangzucht of OmwentTing wêer ons volksbestaan den dood Wil de Bondsgod der Oranje's ook nog de onze zijn? geen nood (Naar Da Costa). De tekst van het telegram, gisteren aan H M. de Koningin verzonden, luidde H. M. de Koningingv- s-Gravenhage. Namens Vlissingschen Oranjebond "wor den Uwe Majesteit, met betuiging van hulde, gelukwenschen aangeboden. LAERNOES, Voorzitter. Te iWiddelburg werd' de verjaardag van H. M. de Koningin herdacht door het hou den van verschillende kinderspelen op het gemeentelijk sportterein, uitgaande van de vereeniging „Uit het VolkVoor het Volk". Op de receptie door den Commissaris der Koningin gehouden zijn vele civiele en militaire autoriteiten verschenen. Des avonds van 8 tot 9 uur werd op het Molenwater een concert gegeven door het

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1927 | | pagina 1