ïipSHJ
DONDERDAG 9 JUNI
-—No. 133;
elkaar
Iheid toe
65e Jaargang
■Ï9257--
SQ3DS
faire Pensioenboiid
Vergadering
-CAROL
d om Recht.
s VHssingen
ilkrgsche
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
dat met den
\Vijn
:>ok" is welis-
zoeten wijn,
pittig als de
oet verwachten.
van de Kaap-
uiven.
INGBOK"
40 per flesch
Zuiver als Goud
Vlissingen
AG 11 JUNI a s.
aal van Calè „De
rnote Markt, Mid*
invang 8 uur n.m.
slid van den Bond.
:rp:
ensionneerden
en Zeemacht
bezoekt deze
r afd. Vlissingen
VAN DER HARST
g 14 Juni, 's mor-
ubliek verkoopen,
en verplaatsing
huis
Meublementen, Ta-
Tapijten, Spiegels,
(asten, Ledikanten,
-gramaphoon, Lam-
Glas, Aardewerk,
partij Wijnen en al-
■uren, enz. enz. Als
Vaschmachine met
iandag 13 Juni, van
oederen (geen zol-
n) kunnen tot a.s.
den bijgebracht ol i
worden gratis door
ster uitgevoerd.
A. BOTTING.
Beëedigd Makelaar.
EERDE KAMER
gd met gebruik van
ichtpaar met 2 kin-
letters N. J., bureau
t".
de een flink
iMEISJE
es Steenenbeer 11.
LOOPJONGEN
res P. M. MERK,
28.
ERKVROUW
res Spuistraat 20
AN
?EN
unr
r.Midd.
r.m.uur
8
8
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
<loor het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbeta
ling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE PRIJS
Van 14 regels: ƒ1.10, voor iedere
•regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs bij
vooruitbetaling van 15 regels 0.75, elke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
COLLECTE STORMRAMP.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen brengen ter openbare kennis,
dat op verzoek van den Commissaris
der Koningin in Zeeland eene geldinza
meling za!' worden gehouden voor de
slachtoffers van de zeer ernstige storm
ramp, die dezer dagen in Nederland
heeft plaats gehad
dat daartoe den 8en Juni 1927 een
comité is opgericht, waarvan de heeren
M. Laernoes, J. de Vlieger en Mr. F. J.
W. Hartelust respectievelijk als Voor
zitter,. Secretaris, en. Penningmeester
(Nationale Bankvereeniging en Giro
nummer 2691) zijn aangewezen
dat zij dit Comité vergunning hebben
verleend om op Zaterdag 11 Juni 1927
eene collecte voor het bovenomschreven
doel te doen houden
dat de ingezamelde gelden aan het
Provinciaal Watersnood Comité in Zee
land zullen worden overgemaakt, het
welk wederom zorg zal dragen voor de
doorzending der gelden aan het Natio
naal Steuncomité, dat ook thans weder
(evenals in 1925) is opgetreden
vertrouwen, dat door de ingezetenen
met milde hand in deze collecte zal wor
den bijgedragen.
Vlissingen, 9 Juni 1927.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
M. VAN DER BEKE CALLENFELS, L.S.
DIENSTPLICHT.
Vrijstelling wegens persoonlijke
onmisbaarheid.
De Burgemeester van Vlissingen brengt
I ingevolge art. 44, 2e lid van liet Dienst
plichtbesluit ter openbare kennis, dat door
den Minister van Oorlog, bij beschikking
I van 3 Juni 1927, no. 244 V., 7e afdeeling,
van den dienstplicht met ingang van 7 Juni
1527 voor een jaar is vrijgesteld wegens
persoonlijke onmisbaarheid, de ingeschre
vene voor den dienstplicht dezer gemeente,
lichting 1927 DIRK LUITWIELER.
Tegen deze uitspraak kunnen vanaf he-
den binnen 10 dagen bij de Kroon in be
roep komen, de ingeschrevene wien de uit
spraak geldt, elk der overige voor deze ge
meente ingeschreven personen van dezelfde
j lichting, of de wettige vertegenwoordiger,
i Het verzoekschrift, dat met redenen om-
I Vleed moet zijn, moet worden ingediend bij
I itn Burgemeester ter Secretarie dezer ge-
I meente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzen-
I ding van het verzoekschrift.
Vlissingen, 8 Juni 1927
De Burgemeester voornoemd.
VAN WOELDEREN.
EINDELIJK OPGELOST
ar het Engefsch van MAVIS TRENT.
(Nadruk verboden)
Stoomvaart
ffdelburg-Rotterdam
gelegen plaatsen.
PASSAGIERS,
EN VEE.
v. Rott.
v.m.uur
en te bekomen
L TrTot vvi-
EENHOORN, Teief. >g'
>,Uw zoons
I Jnee"s S'Hg mrs- Gedway een licht op.
I Misschien had Rahnond junior niets uit-
I staande met het bewuste bericht. Een zucht
I van verlichting ontsnapte haar en terwijl
U') nu onwillekeurig oprees uit haar stoel,
|«adze op den ouden man toe.
I .Philip ook mompelde hij. Philip dus
look al?... Dat Raimondi niet altijd even
oprecht tegenover mij was, wist ik wel,
■maar..."
Mrs. Cerway nam den brief aan, dien hij
baar overreikte en was getroffen door de
onregelmatigheid van het beverig hand-
Iphrift. ,/t Is zeker van een heel arm
pensch", dacht ze en ze moest er haar
ijjiftce-nez bij opzetten. De brief, waar geen
Ijatum of plaats van afzending boven stond,
■■"«Me als volgt
pan Lordi Cedway.
My ford,
I ina^ JUls*en en adres weet ik niet
Ita u sclirÜven> voor geval mijn"
I' achten mij soms begeven mochten, eer ik
I" pproken had.
IV ••ben de vrouw van zoon Philip.
Iiaa ZlJn 111 New-York getrouwd, nu zes
I 'geleden. De papieren en acten, waar-
lïiin We.ttelijkheid van dat huwelijk blijkt,
|J». mijn bezit. Philip en ik werden 'het
e jaar geleden oneens, en terwijl hij
DIENSTPLICHT.
Inschrijvingsregister en Alphabetisch
register.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
bekend, dat het inschrijvingsregister voor de
lichting 1928 met het daaruit opgemaakt
alphabetisch register gedurende tien dagen,
van elf tot en inet twintig Juni a.s., ter ge
meente-secretarie, 4e afdeeling, voor een
ieder ter inzage ligt.
Tegen deze registers kan binnen dien tijd
bezwaar borden ingebracht bij een met
redenen omkleed verzoekschrift. Dit moet
bij den Burgemeester, ter Secretarie dezer
gemeente worden ingediend. Aan den ver
zoeker wordt een bewijs van ontvangst af
gegeven. De Burgemeester zendt het ver
zoekschrift aan den Commissaris der Ko
ningin deze beslist bij een met redenen
omkleed besluit.
Het verzoekschrift behoeft niet gezegeld
te zijn.
Vlissingen, S Juni 1927.
De Burgemeester voornoemd.
VAN\WOELDEREN.
DEN HELDER. SCHIETOEFENINGEN
De Burgemeester van Vlissingen maakt
aan zeevarenden bekend, dat in het tijdvak
van 9 Juni tot 24 Juni 1927 zal worden ge
schoten van de werken Oost-batterij, Erf
prins, Kijkduin, en van een batterij opge
steld nabij den vuurtoren, aanvangende om
9 uur v.m.
Op het werk, vanwaar gevuurd wordt,
za! van één uur voor den aanvang van de
schietoefeningen tot aan het einde een roo-
de vlag worden geheschen.
Onveilig is dan de zee
voor Oost-Batterij in de richtingen N.
W. tor op een afstand van 4 K.M.
voor Erfprins en vuurtorenbatterij in de
richtingen N. Z.W. tot op een afstand
van 11 K.M.
voor Kijkduin in de richtingen NAV.
Z. tot op een afstand van 11 K.M.
Vlissingen, 9 Juni 1927.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN
KAMER-OVERZICHT.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer kwam gisterenavond
bijeen.
De voorzitter zeide naar aanleiding van
de plaats gehad! hebbende stormramp in
den Achterhoek het volgende
Na den watersnood, waarvan de nadee-
lige gevolgen door de natie nauwelijks zijr
gelenigd, treft een gedeelte vani ons vader
land een nieuwe ramp, die, behalve den
dood van eenige medeburgers, groote scha
de berokkende.
Wij allen werden bij het vernemen dezer
nieuwe beproeving diep ontroerd. Ik ben er
dan ook zeker van, uw aller tolk te zijn.
wanneer ik onze hartelijke deelneming be
tuig aan de diep getroffenen.
Het is haast overbodig, hun te verzeke
ren, dat ook thans onze landgenooten ziel;
zullen beijveren zooveel mogelijk hulp te
verltenen.
Met het oog op onzen gemeenschapszin
en niet minder op onze algemeen bekende
hulpvaardigheid, meen ik ook nu het recht
te hebben, gezien het reeds geschiede er
hetgeen, verder in voorbereiding is, te ver
wachten, dat veel gelenigd zal worden en
dat de zwaar beproefde bevolking, met
vertrouwen- op God, het door haar onde -
vonden leed met berusting zal kunnen
dragen.
De rede werd staande aangehoord.
De vergadering werd, nadat besloten
was verschillende wetsontwerpen in de af-
deelingen te onderzoeken, verdaagd tot
hedenavond 9 uur.
Tweede Kamer.
Oorlog en Marine.
Vergadering van Woensdag.
Het vraagstuk der samensmelting der de
partementen van oorlog en marine heeft al
jarenlang de militaire gemoederen bezig ge
houden. Her is volgens sommige een vree-
selijke misdaad, die Nederland doet wanke
len op zijn grondvesten. Vooral de marine
mensehen maken zich er dik over. Altijd
toen weer afwezig was, verliet ik het huis,
nam onze beide meisjes mee en liet geen
adres achter. Sinds dien heb ik nooit meer
wat van- hem gehoord en weet dus niet of
hij dood of levend1 is. Hij heeft mij altijch
beloofd, dat hij mij eens mee naar Enge
land zou nemen en mij daar bij zijn familie
zou brengen maar dat „eens" kwam nooit
en, om derwrHe van de kinderen, mag ik nu
niet langer wachten. Ik heb geen vrienden
en geen verwanten, tot wie ik mij wenden
kan. Ik was in New-York gouvernante,
toen uw zoon mij het eerst ontmoette.
De doktoren hebben mij nu gewaar
schuwd, dat ik zéér, zéér ziek ben dat ik
ieder oogenblik sterven kan en ik heb dus
ook niet de kracht om voor het onderhoud
van mijn kinderen te werken. Daarom zal
ik onze meisjes bij hun grootvader brengen
en dan weggaan. Voor mij zelve vraag ik
niets enkel maar, of u goed wilt zijn voor
haar. Soms vrees ik, dat de kracht mij al
begeven zal, eer..."
Hier hield de brief in eens op en eindigde
met een paar uiterst-onleesbaar geschreven
woorden
„Ik ben stervende, hier in de woning van
mrs. Garth, Woodend Cottage te Warbury.
Zult u de kinderen toch tot u nemen Ik
heb de reis gemaakt onder den naam van
Stone" maar de bewuste papieren liggen
in een doos, onder in mifp
Dit was alles.
Mrs. Cerway las ieder woord, eerst
vluchtig, toen nog eens heel nauwkeurig.
Haar schoonvader scheen haar tegenwoor
digheid te hebben vergeten. Hij was in ge
peins verdiept, en toen zij den brief neer
legde, mompelde hij voor zich heen „Dus
Philip was dan tóch getrouwd En ik had
schijnt het een eer te zijn als een onderwerp
of een tak van dienst een eigen departement
heeft en de opheffing daarvan schijnt zoo
iets als een degradatie, een miskenning, een
schande te zijn.
Men moet militair zijn om de groote be-
teekenis van deze samenvoeging in te zien.
Dat er eenige regelingen zijn te treffen, is
te begrijpen dat de Indische Marine eigen
lijk naar Koloniën diende te verhuizen even
zoo, maar dat een beetje éénheid in onze
defensie geen kwaad kan vat iedereen. Al
die verschrikkelijke vraagstukken zijn nog
in studie. Herhaaldelijk is er al één Minister
voor Oorlog en Marine geweest en het ging
even best of even slecht als met twee mi
nisters. Bij fusie zal deze of gene ambte
naar wel in het gedrang komen, maar dat
is geen reden om een bezuiniging na te
laten. De heer Duymaer-van Twist wil voor
iedere afdeeling een directeur-generaal en
dan is hij tevreden.
Voor de Indische marine vooral kwam de
heer v. d. Bilt op. Hij wenschte voor die
alleen een deskundigen minister, die zich
daaraan geheel wijden kan. Met de befaam
de splitsing der marine in een Nederland-
sche en een Indische mocht deze fusie niets
te maken hebben, meende hij. Hij is tegen
de samenvoeging, omdat de technische en
finar.cieele argumenten onvoldoende waren.
Noodzakelijk is, dat een deskundige aan
het hoofd van het marine-departemeht zal
staan, omdat de marine-aanvoerders een
onbeperkt vertrouwen moeten hebben in het
beleid van het marine-departement. Zoowel
de heer Snoeck Henkemans als zijn partij
genoot Tilanus waren tegen het ontwerp.
Nergens ter wereld waar men een marine
heeft, gaat men op deze wijze te werk. ïn
Nederland is huns inziens ook gebleken dat
het niet mogelijk is, wam het werk is te
omvangrijk en te nitéénloopend voor één
minister. Hoe men de fusie wil doorvoeren
staat nog niet vast. De noodige voorberei
dingen hebben niet uitgewezen dat een
fusie tot stand gebracht kan worden. Bij
aanneming van dit ontwerp zal er een ver
huizing plaats hebben van allerlei ambtena
ren van het ééne departement naar het an
dere. Die verhuizing kan wel eens een duur
zaakje worden, meende de heer Tilanus.
Een groot deel der afdeelingen zou niet
samengevoegd kunnen worden, omdat het
werk daarvan zeer uiteenloopt.
Noch minister Pop, noch minister van
Dijk kon den dubbelen arbeid aan en proe
ven met een fusie zijn feitelijk alle al mis
lukt. Een gevaarlijke proefneming bleef
men daarom een fusie achten. De Minister
ziet een bezuiniging in de samenvoeging,
maar daaraan twijfelen vele leden. Waarom
heeft de Minister dan geen schema van de
fusie gegeven waaruit die bezuiniging
blijkt De kleinere afdeeling der Marine
zal in gedrang komen, meende men, als zij
een onderdeel van een veel grooter depar
tement werd.
In de laatste 9 jaar zijn slechts 4 jaar
ministers van marine aan het bewind ge
weest en die 4 jaar was er een minister die
tegelijk de leiding had van de nieuwe bezol
digingsregeling voor de ambtenaren, ter
wijl duidelijk was gestipuleerd dat hij
eigenlijk voor een overgangsperiode stond.
Er bestaat in de laatste jaren reeds veel
samenwerking tusschen de beide departe
menten en daarin kan nog veel verder wor
den voortgegaan, meent de Minister. Met
name wijst de Minister op de geschiedenis
nog al zóó gehoopt, dat hij bij zijn terug
keer alhier tot een passend huwelijk zou
komen maar steeds..."
„...Heeft hij u misleid", viel mrs. Cedway
in, met een blik op het velletje postpapier 1
„Gelooft u dan, wat die vrouw u daar ver
telt. lord Cedway Hoogstwaarschijnlijk
zal het immers niets dan leugen en bedrog
wezen".
De oude man keek op.
„Ja, dat kam ook wel", zei hij. „En toch
geloof ik, dat het waar is als ik tenminste
de ingevingen van mijn hart volg..."
„Met een zaak van zóóveel belang mag
men niet enkel de ingevingen van zijn hart
volgen", merkte mrs. Cedway op. „De pa
pieren, waar zij van spreekt, zouden dan
beter tot overtuigingsstukken kunnen die
nen. Die moeten we allereerst zien, vóór
we eenig recht van d8t persoontje kunnen
erkennen, 't Is immers mogelijk, dat Philip
en zij nooit wettelijk..."
„En ze spreekt van een huwelijksacte",
viel lord Cedway zijn schoondochter in de
rede. „Wat is dat toch vreemd^, dat jullie
vrouwen altijd geneigd zijt het ergste van
elkaar te gelooven. Philip was een dwaze
jongen en héél veel oprechter, maar tóch...
In ieder geval wou ik maar, dat Gregg hier
in 't land was", zei lord Cedway. „Hoe ter
wereld kwam de man er nu ook bij, om net
uit te zijn op het oogenblik dat zijn tegen
woordigheid zoozeer gewenscht is. In dien
heer stel ik nu niet dat vertrouwen om hem
met mijn particuliere zaken te belasten en
tóch zal er niets anders opzitten, dan hem
maar te telegrafeeren, of hij eens naar
Warbury-gaat om de'zaak te onderzoeken.
Want, als het waarlijk de kinderen van
Philip -zijn, dam..."
der luchtvaartdiensten, waaruit blijkt dat
samenvoeging der diensten gewenscht is.
Aan de zorgen voor de vloot in Indië doet
zoodanige samenvoeging niets ten nadeele.
De deskundige leiding blijft dezelfde.
Volgens den Minister is de bezuiniging
van veel beteekenis, maar de voornaamste
drijfveer voor de ontworpen samenvoeging
bestaat in het verschaffen van een stevigen
waarborg voor een doeltreffend economisch
beheer der weermacht. De samenvoeging
der luchtvaartdiensten alleen brengt" ll/2
millioen bezuiniging en reeds daarom was
fusie al van belang.
Men kan gemakkelijk beweren dat het
departement te zwaar wordt voor één man
en wie tegen een samenvoeging der departe
menten is op grond van allerlei overwegin
gen, kan een dergelijke opvatting gemakke
lijk óverdrijven.
Wat wij als buitenstaander van het werk
dezer departementen zagen èn in de Kamer
én daarbuiten, brengt ons er toe dat wij
alle bezwaren niet zoo zwaar achten. De
militairen achten hun departement ver
schrikkelijk gewichtig en zien een degrada
tie in het bezuinigen en samenvoeging, een
aanslag op die gewichtigheid.
Feitelijk had aan dit ontwerp de kwestie
van de splitsing moeten voorafgaan. Kwam
deze tot stand dan is het restantje Neder-
landsche marine zeker te klein om een eigen
departement te vormen. Kwam die niet tot
stand, dan is het een heel ander vraagstuk
geworden. Dit alles nu is o.a. voor den heer
J. J. C. van Dijk, den oud-Minister van oor
log aanleiding" om zich tegen dit voorstel
te verklaren.
Het blijkt dat de meeste militairen tegen
de fusie zijn echter zijn de oud-minister
Colijn en de tegenwoordige minister van
oorlog er vóór. Het woord bezuiniging
trekt de buitenstaanders daarbij zeer en als
zij zich kunnen beroepen op dergelijke
autoriteiten, dan is het te begrijpen dat zij
het voorstel aanvaarden.
Invaliditeitswet en Ouderdomswet
Op 1 Mei werden 8030 weduwenrenten en
9025 weezenrenten krachtens de Invalidi
teitswet genoten, terwijl op genoemden da
tum krachtens art. 373 dier wet 58.681 per
sonen in het genot verkeerden van een als
vrucht hunner verzekering verkregen ouder
domsrente van drie gulden per week.
Voorts genoten 16.609 personen een in-
validiteitsrente als bedoeld in art. 71 dier
wet.
Krachtens de vrijwillige verzekering, ge
regeld in de Ouderdomswet 1919, waren op
vorengenoemden datum 112.224 personen in
het genot van een als vrucht hunner ver
zekering verkregen ouderdomsrente van
drie gulden per week.
De Roode Kruispostzegels.
Er worden Roode Kruiszegels beschik
baar gesteld en' wel de zegels van 2 ct.
voor 4 ct„ die van 3 ct. voor 5 ct., die van
5 ct. voor 8 ct„ die van iy2 voor 11 ct. en
die van 15 ct. voor 20 ct.
Bij gelegenheid van het 60-jarig bestaan
van het Roode Kruis zal een serie postze
gels worden uitgegeven. Er zulten verschij
nen het 2 ct. zegel, met de beeltenis van
den oprichter van het Roode Kruis, Koning
Willem III (rood») het 3 ct. zegel, met de
beeltenis van de Koningin-Moeder (groen);
het 5 ct. zegel, dragende de beeltenis van
den Prins (staalblauw) het zegel van l/2
ct.. het meest gangbare in verband met de
wijziging van. het briefport op 1 Juli a.s.,
dat de beeltenis van de Koningin zal dra
gen (blauw) het 15 ct. zegel, een decora
tief zegel van blauwe kleur met een rood
kruis.
De zegels van 2, 5 en iy2 ct. zijn van
de hand van mevr. Reitsma geb. Valen^a
het 3 ct. zegel is van de hand) van mej.
Debora Duyvis, beide leerlingen van de
Amsterdamsche academie.
Het zegel van 15 ct. is ontworpen door
den heer Lion Cachet.
De zegels zijn verkrijgbaar vanaf 17 Juni
a.s., den dag waarop de herdenking van
het Roode Kruisfeest valt. Zij blijven ver
krijgbaar tot en- met 31 Juli 1927. De gel
digheidsduur eindigt met 31 December
Toen hield hij even op, en me,t een heel
veranderde uitdrukking op het gelaat, riep
hij ineens „Lieve hemel, waarom is er dan
toch niet één jongen bij
Deze uitroep wekte in hooge mate de
ontsteltenis van mrs. Cerway maar won
der wel had ze haar stem in bedwang, toen
ze antwoordde
„Ja, t is vervelend, die afwezigheid nu
juist van nil Gregg, en ik ben het volko
men met u eens, hoe het niet gewenscht
zou zijn, om dien neef met zoo'n verant
woordelijke opdracht te belasten. Maar
hoe zoudt u het vinden, als ikzelf eens naar
Warbury ging om het een en ander te on
derzoeken 't Is, zeker niet ver Ergens
in de buurt van Tempesthaugh, denk ik?"
Lord Cedway luisterde eens goed toe.
„Wilde... .jijzelf... met die vrouw gaan
spreken vroeg hij.
„Ja, ik stel groot vertrouwen in mijn
eigen doorzicht in dergelijke zaken, en dus
zou ik al heel gauw merken, of er waarheid
school! in de beweringen van dien briefen
als er papieren warën, zou ik die mee
nemen."
„Heel vriendelijk van je, Beatrice",
sprak de oude heer langzaam. „Tegenover
een vrouw zal1 de ongelukkige... dat ik
Philip's vrouw nu zóó noemen moet
misschien handelbaarder zijn dan tegenover
een man.... Maar houd goed in het oog,
Beatrice, dat er geen schandaal moet we
zen. Als zij haar huwelijk bewijzen kan,
dan zal! ik mijn plicht doen tegenover de
kinderen. Philip's kinderen maar als er
iets niet in orders, daip..."
Hier hield zijn lordschap een oogenblik
op en sloeg toen zóó geweldig met de vuist
1927. De na 31 Juli a.s. overgebleven zegefis
zullen worden vernietigd.
Het zegel van 5 ct. zal reeds verkrijg
baar zijn vanaf 9 Juni.
De instelling van een Postraad.
De postale commissie van georganiseerd
overleg heeft in haar vergadering van 31
Mei besloten den minister van waterstaat
te adviseeren, te bevorderen, dat geen
nieuw instituut van toezicht wordt ingesteld
en dat dientengevolge het wetsontwerp tot
instelling van een Postraad wordt terug
genomen.
Volgens de commissie kan het parlement
voldoende invloed en toezicht uitoefenen op
de bedrijfsvoering.
De Van Heutsz-plechtigheid te Amsterdam.
Het stoffelijk overschot van generaal J.
B. van Heutsz kwam gisterenmiddag 3 uur
aan het Centraal Station te Amsterdam aan.
Op het perron waren aanwezig de plaatse
lijke commandant, de commandant der po-
litietroepen, 16 ridders in de Militaire Wil
lemsorde beneden den rang van officier,
overste Van Dam, een detachement politie-
troepen en de hoofd-commissaris van poli
tie. De wagen werd op het doode spoor
geleid. De militaire politie stelde zich in
een haag voor den wagen op en terwijl de
zware, gepolijst notenhouten kist door rid
ders in de Militaire Willemsorde naar buiten
werd gedragen, presenteerden de militairen
het geweer.
De kist werd gedekt met de nationale
vlag en een bloemstuk van den Bond van
Ridders in de Militaire Willemsorde bene
den den rang van officier.
Door de Ridders werd de baar in den
lijkwagen gedragen, die voorafgegaan en
gevolgd door een escorte van 50 man be
reden politiet roepen, naar den Dam reed.
De stormramp.
De schade, door de stormramp in üver-
ijsel veroorzaakt wordt bij voorloopige be
rekening geschat op 800.000, terwijl! de
schade, die in Zeeland eenige dagen tevo
ren door de stormramp is toegebracht,
voornamelijk aan den oogst, volgens be
richten, die te 's-Gravenhage zijn ontvan
gen, op ten minste een gelijk bedrag wordt
getaxeerd. Wanneer deze bedragen opge
teld worden bij de schade in den Achter
hoek, kan men de som berekenen, welke
weer noodig zal zijn voor het herstel in de
getroffen gebieden. Die som zal in de mil-
lioenen loopen. De opbrengst wordt weer
venvacht uit de offervaardigheid» van het
Nederlandsche volk, want evenmin als bij
de vorige gelegenheden zal de regeering
kunnen bijspringen.
Moge het besef hiervan ons volk daar
om evenzeer tot steun prikkelen als bjj de
vorige rampen.
VLISSINGEN, 9 JUNI.
De stormramp.
Gisterenavond had ten stadhuize eer
vergadering plaats van het Comité tot iem-
ging van den Nood voor Algemeene
Rampen, onder voorzitterschap van den
wethouder, den heer M. Laernoes, die
de bijeenkomst opende met te wijzen op de
oproeping van het Nationaal Steuncomité,
waarvan de oorzaak bekend is. Een cycloon
heeft weder in een gedeelte van ons land
ontzettende vernieling aangebracht en de
ramp is zeker niet minder erg dan twee jaar
geleden. Niet alleen de Achterhoek is ge
teisterd, doch evenzoo Zeeuwsch-Vlaande-
ren. Een beroep op de milddadigheid van
het Nederlandsche voJk is nooit tevergeefs
geweest en ook onze Vlissingsche bevol
king heeft zich altijdi bereid betoond mede
te helpen den mood te lenigen. Spreker is
er van overtuigd dat ook nu weer niet te
vergeefs een beroep zal worden gedaan op
onze stadgenooten.
Daar de secretaris van het comité, de
heer D. L. H. van Raalte, voor ge ruimen tijd
afwezig is, werd het secretariaat van het
comité opgedragen aan den heer J. de Vlie
ger, terwijl tot penningmeester werd be
noemd de heer mr. F. J. W. Hartelust.
op tafel, dat het porselein rinkelde „dan,
bij den hemel, kunnen de vrouw en de
kinderen weer terug naar de plaats, waar
ze vandaan kwamen want van mij heb
ben ze dan niets te wachten".
Er klonk groote beslistheid! in zijn toon
en juist wilde zijn schoondochter hem nog
een vraag stellen, in verband met de moei
lijke taak, die zij op zich genomen had',
toen de oude heer achterover viel in zijn
stoel, met gesloten oogen en doodelijk
bleek gelaat. Hij kreeg dikwijls zulke
flauwten, dus was mrs. Cerway nu niet al
te zeer ontsteld, en belde, waarna de lijf
knecht van den graaf verscheen, die met
behulp van een anderen bediende, zijn heer
naar zijn slaapkamer droeg.
Mrs. Cedway zelve ging het geval toen
nog eens goed' overpeinzen.
Er verliepen ongeveer drie dagen, eer
lord Cedway in voldoende mate hersteld
was, om geregeld te kunnen denken en
spreken maar, toen hij weer eenmaal zoo
ver was, drukte hij onmiddellijk zijn ver
wondering uit, dat zijn schoondochter nog
niet haar zending had vervuld.
„Je hebt toch zélf gezegd, dat je gaan
zoudt? Waarom ben je dan tjpg niet
weg vroeg hij ongeduldig.
„Maar waarde lord Ce<hvay", veront
schuldigde zij zich, „hoe kon ik nu het
Park verlaten, zoolang u zich nog zoo ziek
gevoelde Dat zou immers veel te vee)
opzien heben gebaard. Bovendien weet ik
niet zeker, of u wel verlangde, dat ik de
verantwoordelijkheid op mij zal nemen..."
(Wordt vervolgd.)