MAANDAG 3 JANUARI
~-IVo.l
65e Jaargang
1927=
GEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
Des avonds
PUROL
Stads* en Provincienieuws
VUSSINGSCHE COURANT
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
DIENSTPLICHT.
Vrijstelling wegens broederdienst.
De Burgemeester van Vlissingen, brengt
ingevolge art. 44, 2e lid van het Dienst
plichtbesluit ter openbare kennis, dat door
Gedeputeerde Staten van Zeeland, bij be
sluit van 30 December 1926, no. 151a, voor
goed van den dienstplicht is vrijgesteld
wegens broederdienst GERHARD HEIN-
RJCH VIJGEBOOM, behoorende tot de
il lichting 1926, uit deze gemeente.
1 Tegen deze uitspraak kan binnen tien
dagen na den dag dezer bekendmaking in
beroep worden gekomen door
a. den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt, of diens wettigen vertegenwoor
diger
b. bij elk der overige, voor deze gemeen
te, voor dezelfde lichting ingeschreven per
sonen, of diens wettigen vertegenwoor
diger.
Het verzoekschrift daartoe, aan de Ko
ningin -te richten, moet met redenen zijn
omkleéd en worden ingediend bij den Bur
gemeester ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzen
ding van het verzoekschrift.
Ook de Commissaris der Koningin kan
bij de Koningin in beroep komen.
Vlissingen,'3 Janiiari 1927.
De Burgemeester voornoemd.
VAN WOELDEREN.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
singen,
brengen ingevolge de artikelen 6 en 7
der Hinderwet ter openbare kennis
dat bij hen is ingekomen een verzoek van
de American Petroleum Company te 's-Gra-
venhage, om vergunning; tot het oprichten
van een ondergrondsche benzine-bewaar-
plaats met aftapinrichting in het perceel ka
dastraal bekend gemeente Vlissingen, sec
tie D no, 333, plaatselijk gemerkt Nieuw-
straat no. 32
dat dit verzoek met de bijlagen, vanaf
heden op de gemeente-secretarie (3e afciee-
ling) ter visie zal worden gelegd en dat
schriftelijk bezwaren bij hun college kunnen
worden ingediend.
Op den veertienden dag na heden,
zijnde den 17en Januari 1927, zal ten Ge-
meentehuize, des namiddags ten 3 ure, ge
legenheid worden gegeven, om bezwaren
tegen het oprichten dier inrichting in te
brengen, terwijl' daarbij zoowel de ver
zoekster als zij, die bezwaren indienen, in
de -getege iffreitf wordettgc-steld- deze "mon
deling en schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoekster, als zij, die be
zwaren iribrerigen, kunnen gedurende drie
daggen vóór den 17en Januari 1927, ter
gemeente-secretarie (3e aideeling) van de
ter zake ingekomen schrifturen kennis ne-
mai.
Voorts zij er de aandacht op gevestigd,
dat volgens de bestaande jurisprudentie
niet tot beroep zijn gerechtigd zij, die niet
overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een of meer
zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne
bezwaren mondeling toe te lichten.
Vlissingen, 3 Januari 1927.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Het Nederlandsch-Belgisch verdrag.
Op de jaarvergadering van de Kamer
van Koophandel te Antwerpen sprak de
voorzitter, de heer Castelein, een groote re
de uit, waarin hij ook sprak over het Ne-
derlandsch-Belgische verdrag. Hij gaf uiting
aan den wensch, dat het verdrag zal wor
den goedgekeurd.
Het bevat, aldus de heer Castelein, voor
beide landen voordeden, die tegen elkaar
opwegen. Wij weten, dat het voornaamste
en onmiddellijke resultaat zijn zal, dat onze
betrekkingen oprecht en vol vertrouwelijke
hartelijkheid zullen zijn. Onze beide landen
zullen daarbij, voor de nog steeds onzekere
toekomst, onschatbare baat vinden.
Er zijn voorzeker in Nederland gematigde
menschen genoeg, om er zich rekenschap
van te geven, vooral wat het Schelde-régi-
me betreft, dat wij in een geografischen
toestand zijn geplaatst, die, om niet meer
te .zeggen, pijnlijk is voor ons.
Wij spreken is alle loyauteit den wensch
uit, dat in ons beider belang de gematigde
Nederlanders het winnen zullen.
Neemt ffeen effecten mede naar Frankrijk.
Naar aan het departement van financiën
bericht wordt is het in den laatsten tijd
herhaaldelijk voorgekomen, dat landgeno'o-
ten zonder voorafgaande toestemming van
het Fransche ministerie van financiën te
goeder trouw geldswaardige papieren in
Frankrijk hebben ingevoerd.'
Deze effecten werden dan in beslag ge
nomen, terwijl later na teruggave van "de
waarden een hooge boete werd opgelegd.
Men vestigt er de aandacht op, dat de
invoer van geldswaardige pa'pieren in
Frankrijk zonder een buitengewone ver-
ning verboden is.
De bevaarbaarheid van de Schelde.
De Belgische Hooge Raad voor de
scheepvaart heeft een motie aangenomen,
waarbij wordt aangedrongen op de benoe
ming van een commissie, welke te beslis
sen zou hebben oyer de bij scheepsonge
vallen in de Schelde te nemen maatrege
len, nl. om -de gezonken schepen spoedig
vlot te brengen en de belemmeringen en
wrakken terstond te verwijderen.
Reeds in 1924 had de Raad een voorstel
n die richting gedaan, doch er werd toen
geen gevolg aan gegeven. De Raad her
nieuwt zijn voorstel op grond van> de
vaststelling dat het verwijderen van de
wrakken thans met buitengewone traag
heid geschiedt, wat nog onlangs tot onge
lukken op scheepvaartgebied aanleiding
heeft gegeven.
Spoor- en schoolreisjes.
De djrectie der Nederlandsche Spoorwe
gen had een wijziging van de bepalingen
voor zgn. schoolreisjes in overweging ge
nomen. O.m. op grond hiervan, dat het ge
vaar voor beschadiging de aanwezigheid
van een geleider in iedere coupé, bij iedere
tien kinderen, gewenscht maakte. Evenals
tot nog toe het geval was zou één geleider
op ieder twintig kinderen vrij vervoer heb
ben.
Volgens de huidige tariefsbepalingen rei
zen kinderen op uitstapbiljetten voor een
vierde van den vrachtprijs voor volwasse
nen. Naar „de Tel." verneemt, wordt dit
tarief met 40 verhoogd, doch hiertegen
over krijgt op iedere tien kinderen beneden
13 jaar één geleider vrij vervoer. Voor kin
deren tusschen 13 en 18 jaar geniet slechts
één geleider op twintig kinderen vrijdom.
De Nederlandsche Spoorwegen hebben
derhalve van de nieuwe regeling geen na
deel, daar tien kinderen, door het hoogere
tarief, de volle reisvracht voor één vol
wassene betalen.
Scheepvaartbeweging.
Gedurende December 1926 kwamen den
Nieuwen Waterweg binnen 1623 schepen
metende 2.338.379 netto reg. ton, waarvan
8 zeelichters, metende 5521 netto reg. ton.
Voor Rotterdam waren hiervan bestemd'
1201 schepen, metende 1.806.903 netto
reg. ton.
In December 1925 kwamen den Nieu
wen Waterweg binnen 1133 schepen, met.
1.706.912 netto reg. ton, waarvan 4 zeil
schepen, met. 351 netto reg. ton en 4 zee
lichters, met. 2755 netto reg. ton. Voor
Rotterdam waren hiervan bestemd 893
schepen, metende 1.407.028 netto reg. ton.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen
Schepen N. R. T.
N. Waterweg 1926 20.262 28.893.050
1925 13.883 20.388.051
Rotterdam 1926 14.548 21.274.282
1925 11.099 16.670.643
De danswoede.
Bij de behandeling van de gemeente-
begrooting te Almelo hebben eenige raads
leden gewezen- op de danswoede aldaar en
zij drongen er bij den burgemeester op aan
maatregelen te nemen om die danswoede
tegen te gaan.
Namens den burgemeester is nu aan de
café- en verlof houders meegedeeld dat tot
danspartijen in hun iocaliteitén niet meer
mogen worden toegelaten personen bene
den den leeftijd van 18 jaar, en verder, dat
voortaan tot het houden van danspartijen
geen vergunning meer verleend zal worden
dan uitsluitend op Zaterdag en Zondag
's avonds van 711 uur.
De kermis te Utrecht.
Op het rekest van het comité van actie
te Utrecht tot wederinvoering van de ker
mis, waaronder ruim 20.000 ingezetenen
hun handteekening hebben gesteld, en
waarbij verzocht werd1 de kermis, welke in
1919 definitef is afgeschaft, weder in te
voeren, waartegen door een aantal organi
saties en verschillende kerkeraden tegen-
rekesten waren ingediend, is thans het ant
woord van Burg. en Weth. verschenen.
Burg. en Weth. geven den raad in over
weging het verzoek van het comité van
actie niet in te willigen.
RAADSOVERZICHT.
Wij hebben onze gewone maandelijksche
vergadering op den Oudejaarsdag ge
houden.
Alvorens tot de benoeming van regenten
van het gasthuis werd overgegaan wees de
heer Van Hal er op, dat het college bijna
geheel is samengesteld uit leden van den
raad of familieleden daarvan. Het was toch
wel gewenscht, dat er personen in dit col
lege gekozen werden die geheel buiten den
raad staan. De heer Huson antwoordde dat
er enkele regenten zijn die reeds als zoo
danig werkzaam waren, vóór zij zitting in
den raad kregen. Een reden te meer meende
de heer Van Hal, om dan te trachten re
genten te benoemen die geheel los van den
raad staan. Toen tot stemming werd over
gegaan, kwamen 4 blanco bliefjes uit de
bus, waaruit te concludeeren valt, dat de
socialisten niet wenschten deel te nemen aan
deze benoemingen.
Er was slechts één punt op de agenda
hetwelk aanleiding zou kunnen geven tot
breedvoerige gedachtenwisseling en dat was
het voorstel van Burg. en Weth. tot het
vaststellen van de bedragen der vergoeding
van de kosten van instandhouding der bij
zondere lagere scholen en van de afreke
ning met deze scholen over de jaren 1922,
1923 en 1924.
Door Burg. en Weth. zijn op deze reke
ningen tal van posten die h.i. daar niet op
behoorden, geschrapt.
Deze posten liepen in de duizenden.
Het was wel te verwachten, dat ver
schillende leden die rekeningen eens nauw
keurig zouden napluizen om op deze wijze
precies te weten te komen welke zijdelings
met het onderwijs in verband staande uit
gaven aan de gemeente in rekening zijn ge-
brrclit geworden.
Mej. Gasille, die uit ervaring over onder
wijszaken kan spreken, heeft verschillende
posten gevonden waarover zij verbaasd
stond. Zij noemde er eeti heele reeks op,
welke in het geheel niet vallen onder de
veelbesproken letter o van de lager onder
wijswet. Met groot genoegen had zij gezien
dat Burg. en Weth. al deze dubieuse pos
ten geschrapt hadden en zij hoopte dat de
besturen van de bijzondere scholen in het
vervolg alleen die uitgaven op rekening der
gemeente zullen stellen, welke werkelijk
moet men voor het verkrijgen en
behouden van een zachte en fraaie
huid, de handen en het gelaat
inwrijven met een weinig
Doos 30, Tube 80 ct.
voor haar rekening zijn. De heer Lindeijer
had ook in de rekeningen zitten grasduinen
en nog meer ontdekt dan mej. Gasille, want
de heer Lindeijer was tot de conclusie ge
komen, dat de administratie der protes-
tantsch christelijke scholen eigenlijk 'n jan
boel is, tot staving v; n welke bewering hij
verschillende eigenaardige staaltjes aan het
licht bracht. Uit de opsomming van den
heer Lindeijer bleek, dat zelfs cadeautjes,
versnaperingen voor de ouderavonden en
meer dergelijke niet te tolereeren uitgaven
zeer gemoedelijk op rekening van de ge
meente zijn gebracht. Er werd wel door
enkele besturen toegegeven, dat de reke
ningen van sommige posten per abuis aan
de gemeente waren gezonden, doch, zoo
merkte de heer Lindeiier op, als deze abu
sieve rekeningen aan de scherpe controle
van Burg. en Weth. waren ontsnapt, zou
den zij toch maar kalm door ons zijn be
taald geworden.
Bij zijn critiek wee? de heer Lindeijer er
uitdrukkelijk op, dat net hem er allerminst
om te doen was, het bijzonder onderwijs
dwars te zitten. Integendeel. Hij is altijd
voor financieele gelijkstelling van openbaar
en bijzonder onderwijs geweest, terwijl hij
onomwonden toegaf, dat de christelijke par
tijen vroeger veel aan het onderwijs ten
koste hebben gelegd Maar dit geeft den
besturen van christelijke scholen niet het
recht om nu de kosten van dit onderwijs
ook ten laste van de gemeente komen, zich
allerlei uitgaven te permitteeren die niet
door den beugel kunnen.
De heeren Van Bennekom, Sorel en
Hoogkamer namen het voor de besturen der
christelijke scholen op. De eerste gaf wel
toe, dat er enkele posten op de rekeningen
voorkomen die daarop niet behooren, doch
over verschillende andere zal in hoogste in
stantie een beslissing moeten worden uitge
lokt.
De heer Sorel meende, dat het de bedoe
ling van den heer Lindeijer is geweest, het
Christelijk onderwijs een duw te geven. Hij
wees er op, dat de bijzondere scholen toch
nog altijd voordeeliger boeren dan de open
bare.
De uitlating van den heer Lindeijer, dat
het met de administratie bij de protestantsch
christelijke scholen een janboel is, ontmoet
te verzet bij den heer Hoogkamer, die er
bovendien op wees, dat, deze janboel ten
spijt, het christelijk onderwijs toch minder
aan de gemeente kost dan het openbaar.
Het voorstel van li&.g. en -Weth. weid
namens dit college verdedigd door den heer
Harts, die daarbij hulde bracht aan de
raadsleden en de ambtenaren die de inge
diende rekeningen aan de wet hebben ge
toetst met het resultaat, dat een belangrijk
bedrag in de gemeentelijke schatkist terug
vloeit. Het is best mogelijk dat nog enkele
posten door de gemeente zullen moeten
worden gerestitueerd, docli daaromtrent
dient een beslissing in hoogste instantie te
worden afgewacht.
De leden der rechterzijde konden zich wel
met het voorstel van Burg. en Weth. ver
eenigen, omdat ook zij van het standpunt
uitgaan dat uitgaven welke niet door de
gemeente betaald behoeven te worden, ook
niet op haar rekening gezet mogen worden.
Alleen de heer Andriessen verklaarde zien
tegen het voorstel. Waar wij hier bovental
lige leerkrachten hebben aangesteld en dus
verder zijn gegaan dan de wet ons voor
schrijft, moet men ook de leermiddelen niet
onthouden, welke de scholen noodig heb
ben.
In den loop van de discussies had de heer
Lindeijer er nog op gewezen, dat uit een
onderzoek, dat ingesteld is onder de leden
der S. D. A. P., gebleken is, dat ongeveer
70 pet. van de leden dezer partij hun op
leiding hebben gehad op christelijke
scholen.
Wij nemen dat aan, zeide de heer Sorel,
doch waar de S. D. A. P. zeer veel ont
wikkelde leden telt, blijkt hieruit dan toch
duidelijk, dat het onderwijs op de christe
lijke scholen ook vóór de gelijkstelling van
openbaar en bijzonder onderwijs, zeer
goed was.
De heer Sorel dacht 'den heer Lindeijer te
kunnen vangen op een uitlating van hem
bij de begrooting gedaan, nl. dat de kosten
voor het openbaar onderwijs duurder zijn
dan voor het bijzonder en er dus allerminst
reden is thans zoo van den toren te blazen,
want de bijzondere scholen zijn nog altijd
goedkooper uit.
Dat heb ik gezegd, aldus verklaarde heer
Lindeijer en wij moeten trachten deze kos
ten te verminderen, doch hij wees er den
heer Sorel op, dat hij één» belangrijk punt
vergeet. De bijzondere scholen hebben in
enkele jaren 41000 uitgegeven voor ver
bouwing en 32000 voor inrichting van
scholen, de openbare scholen resp. slechts
ƒ9000 en niets. Het is dus niet te verwon
deren dat aan oudere schoollokalen, de
openbare scholen dus, heel wat meer moet
worden uitgegeven aan noodzakelijke re
paratie. Hierdoor wordt het budget der
openbare scholen dus belast met verschil
lende uitgaven die de nieuwere bijzondere
scholen niet hebben. Ook mej. Gasille had
op dit bijzonder punt het licht laten vallen.
Een bepaald principieel debat is het niet
geweest, zoodat over geen enkelen bestre
den post gestemd behoefde te worden en
het voorstel van Burg. en Weth. werd dan
ook aangenomen met alleen de stemmen
van de heeren Van Bennekom en Andriessen
tegen.
De andere punten van de agenda werden
in enkele minuten afgehandeld.
Bij het voorstel tot verkoop van bouw
grond in het Villapark werd een motie van
den heer Wesseling aangenomen, teneinde
de commissie voor grondverkoop uit te
noodigen haar meening te kennen te geven
over een aaneengesloten bebouwing in het
Villapark. De verkoop van enkele stukken
bouwgrond in het villapark zonder dat
daarbij tevens tuingrond wordt genomen
noemde de heer Wesseling verkeerd, omdat
de grond in het Villapark op deze wijze te
goedkoop wordt verkrijgbaar gesteld. Het
bleek dat de opvatting van den heer Wes
seling algemeen werd gedeeld, zoodat zeker
een beslissing in den door den heer Wesse
ling bedoelden geest zal genomen worden.
De rondvraag gaf den heer Berger aan
leiding aan Burg. en Weth. te verzoe
ken of het niet mogelijk en wenschelijk is
voor de brandweer een brandladder aan te
schaffen. Bij den laatsten brand hebben wij
leentje-buur moeten spelen bij de electri-
sche tram en hij waardeerde deze hulp zeer
doch vond het toch beter als wij ons zelf
kunnen behelpen.
De voorzitter gaf de verzekering, dat
Burg. en Weth. deze zaak reeds ernstig
onderzocht hebben. Wij mogen wel aanne
men, dat een voorstel tot aanschaffing van
een Magirus ladder in uitzicht is gesteld.
Ook de heer Van Bennekom kreeg een
bevredigend antwoord op zijn verzoek, dat
voor een betere verlichting van de brand
weer zal worden zorg gedragen, opdat het
korps zijn taak naar behooren zal kunnen
verrichten.
Hierna kon de voorzitter met den gebrui-
kelijken wensch in onze laatste bijeenkomst
van dit jaar, ten ongevee;- half vijf de ver
gadering sluiten.
Het twintigste raadslid.
VLISSINGEN, 3 JANUARI.
Het Nederlandsch-Belgisch verdrag.
Tot nu toe zijn. bij het comité ingeleverd
5585 handteekeningen. uit Vlissingen op het
adres aan de Eerste Kamer. Door ziekte
van hen» die zich opgaven voor het verza
melen, waardoor telkens hulpkrachten in
verschillende wijken moesten optreden,
zijn wellicht enkele huizen overgeslagen-
en zijn voorts verschillende briefjes niet
weder opgehaald. Het comité verzoekt hen
die nog niet teekenden dat alsnog vóór of
op 5 dezer op het kantoor van de water
leiding, de Ruyterstraat, te willen doen, of
nog niet opgehaalde briefjes aldaar te wil
len inleveren.
Opening van de nieuwe route
VlissingenHarwich.
Het einde van het jaar 1926 en het be
gin van het nieuwe jaar 1927 hebben voor
de stoomvaart-maatschappij „Zeeland" heel
wat veranderingen gebracht.
Met weemoed is afscheid genomen van
het gastvrije en bekoorlijke Folkestone,
één (ter. liefelijkste .-plaatsen ?ar> Afbioiii's
schoone Zuidkust, lrt één der reclame
platen van de maatschappij was geschre
ven „Gone-but not forgotten". De talrijke
bewijzen van waardeering en achting, de
„Zeeland" en haar vertegenwoordiger in
de laatste dagen bewezen, pleiten zeer
sterk voor de hooge püchtsbetrachtng en
het „savoir-vivre" van haar dienaren. Ware
het invoerverbod van vleesch er niet ge
weest, de route was niet verlegd gewor
den, ondanks den korteren afstand naar
Harwich en de wenschen der machtige
London North Eastern Railway Com
pany.
Op Oudejaarsdag arriveerde het stoom
schip „Oranje Nassau", bestuurd door de
bekwame handen van kapitein Ouwehand,
aan de kade te Harwich. Aan boord was
het koor van den heer Houtekamer, welk
koor den volgenden dag in de reusachtige
„Albert Hall" in Londen tijdens het Folk
Dan-oe Festival de toejuichingen zou oog
sten van duizenden geestdriftige Engel-
schen. Rein en krachtig klonken de zuivere
tonen van het Engelsche volkslied en ons
mooie Wilhelmus den correct in de hou
ding staanden Britten tegemoet en na een
kort oogenfolik lag het mooie schip ge
meerd, door het publiek aan den wal tel
kens meer bewonderd om den mooien
bouw, de helderheid der kleuren en het
zindelijk uiterlijk. Ons was het een bijzon
der persoonlijk genoegen onzen ouden
bekende, den heer J. Noest, weer al ijverig
bezig te zien, waar de verhuizing van zulk
een lichaam natuurlijk geweldig veel be
slommeringen met zich brengt. Het deed
ons dam ook goed dezen echten Vlissinger
later in den salon met een „Lang zal hij
leven te hooren ontvangen.
Later op den avond vereenigden allen
aan boord zich voor de viering van den
Oudejaarsavond. Vaak hebben wij dien in
den vreemde meegemaakt, maar deze van
1926 op 1927 zal ons lang in het geheugen
blijven. Het koor in Zeeuwsch costuum
zong, de redacteur vam „Het Leven" trad
op als telepaath, een „onze-lieve-heers-
beestje" gaf herhaaldelijk blijk van goed
acteur en gezellig causeur, leden van de
bemanning gaven» iets ten beste, terwijl
kapitein, Ouwehand als conferencier fun
geerde. Tegen twaalf uur ging even het
licht uit om beter gelegenheid te geven
over begane zonden na te denken, wat
vooral in den hoek der Zeeuwsche schoo-
nen, blijkens enkele diepe, beklemde zuch
ten met toewijding betracht werd. Klokke
twaalf nam de heer Ad. Mets Jr., als ver
tegenwoordiger der Zeeuwsche pers, na
mens de pers het woord voor een „Oude-
jaarsavondpreekje". Spreker dankte den
heer Mulder en den kapitein allereerst al
len hier, van hoog tot laag vereenigd te
hebben, waar er op den vaderlandschen
bodem zoo'ro treurige en prutserige ver
deeldheid beerscht. Daarna verzocht hij
allen op te staan en met hem door het
gezamenlijk zingen van het Zeeuwsche
volkslied te gedenken hen, die thuis, op
zee of in de koloniën waren. Na allen,
état-major, bedienend personeel en be
manning vermeld te hebben, richtte hij
vervolgens het woord tot den heer Noest,
wien het afscheid van Folkestone zwaar
gevallen moet zijn. Bijzonder dankte hij
hem nog voor hulp en steun den Neder-
landschem padvinders in Engeland bewe
zen. Werd -er veel gemist aan Folkestone,
spreker had reeds te Dovercourt, een Hef
opkomend badplaatsje vlak bij Harwich,
zooveel „Russian Boots" en „Happy Smi
les" gezien, dat het hier wel zou meeval
len. Met woorden van zeer groote waar
deering gewaagde hij verder van de
werkkracht van den aanwezigen directeur,
den -heer Muider. Zoo iemand, dan verdien
de hij den dank van Vlissingen en Zeeland.
Hij heeft de provincie in Engeland bekend
gemaakt, wat van veel meer belang is dan
de „man in- the streef' vermoeden kan.
evenmin als velen de werkkracht rn het
werk, daarvoor vereischt, weten te waar-
deeren. Spreker hoopte, dat ook de heer
Mulder de vruchten van zijn opnieuw „aan
pakken" mocht oogsten in waardeering
voor zijn toegewijd werken en opbloei der
maatschappij, om te eindigen met de beste
wenschen voor dé „Zeeland" in het nieuwe
jaar tot voorspoed der stad1 Vlissingen, tot
eer van- Zeeland en tot trots van het ge
liefde vaderland.
De heer Noest sprak vervolgens namens
het personeel, waarna de heer Mulder zelf
nog even -het woord nam. Hij vergeleek de
maatschappij met een groote familie, waar
in ieder hard zijn plicht deed, maar, waar
de hoofden van het gezin heel wat zorgen
hebben, die velen niet zien. Ondanks de
moeilijke tijden- was toch nog het pensioen
fonds tot stand gekomen, zoodat ook hier
uit bleek dat de directie een open oog
heeft voor de belangen van het personeel
der maatschappij. Spreker wenschte allen
alles goeds, ook voor de familieleden,
waarna een algemeen gewensch onder
lawaai op de diverse schepen en aan den
wal plaats had. Erg vroeg is men dien
avond niet naar kooi gegaan, zeke. niet
door enkele wijsgeerige leden van; het
gezelschap.
Op Nieuwjaarsdag had, na het vertrek
der gepavoiseerde mailboot, een feestlunch
plaats voor de kopstukken der London
North Eastern Railway-Company, der
maatschappij „Zeeland'', o.m. vertegen
woordigd, en dit op eminente wijze door
den heer E. Alberts, vice-voorzitter van
den raad van commissarissen.
Sir Ralph Wedgewood, algemeen leider
bij cte genoemde Britsche maatschappij, en
wiens naam in Europa in de groote zaken
wereld uitstekend bekend is, opende met
een geestige rede de rij van sprekers. De
maatschappij succes toedrinkend, beloofde
hij, dat alles gedaan zou worden, wat
maar mogelijk was om voorspoed te ver
zekeren, daar voor de schitterende booten
der „Zeeland" geen moeite te veel kon zijn.
Daarna voerde ook nog het woord Colonel
Galloway, directeur bij de L. N. E. R. C,
waarna ten slotte de heer Mulder als wel
sprekend en fijn-geestig redenaar >h keurig
Engelsch ónze intellectueele bewondering
en nationalen trots eischte. Zijn doorwroch
te, knappe rede was een schitterend suc
ces, telkens onderbroken door uitroepen
van goedkeuring, instemming of hartelijk
gelach. Spreker memoreerde o.m., hoe
een- samenwerken van meer dan 50 jaar
met de „Southern- Raitway" een vriend
schap kweekte, die niet verbroken kan
worden. De vriendschap en waardeering
blijven, al moest de maatschappij „Zee
land'' nieuwe wegen zoeken. De welbeken
de reclame-plaat van den zeeman met de
uitgestrekte armen moge het symbool
worden van de nieuwe relatie tusschen de
twee maatschappijen. Evenals de beman
ning van het stoomschip „Juliana", dat
destijds bij Harwich op een mijn liep en-
zonk, haar plicht deed, zoo zal het perso
neel bij de „Zeeland" dien blijven vervul
len. De maatschappij heeft schepen, heeft
menschen, maar ook is er in Holland
meer dan voldoende van het fijnste
vleesch, dat zij maar al te blij zal zijn
weer te kunnen vervoeren.. Als spreker dan
verder de hoop uitspreekt, dat de Engel
sche regeering haar verbod zal intrekken,
oogst hij de instemming van het gebeele
gezelschap.
Na een allergeestigst voorbeeld» van de
goede reputatie van de L. N. E. R. C.,
wijst de heer Mulder er nog op, dat men
bij de „Zeelandf' gewoon is te werken
„like devils", zoodat de arbeiders in hun
werk niet gauw te overtreffen zijn, even
min als de bemanning der booten in hoffe
lijkheid tegenover de passagiers. Een ty
pische Engelsche dronk op de „King of
England" en de „Queen of Holland", be
sloot dezen feestelijken maaltijd.
De vertegenwoordigers der Hollandsche
pers zijn daarna nog naar het schitterend,
gebouwde en mooi gelegen Felix Hotel
gereden, op eenigen afstand van Harwich.
Daar werd de thee gebruikt en een blik
geworpen op de uitgestrekte sportterreinen,
die bij het hotel behooren. Gewezen werd
op de mogelijkheid, die de omstreken van
Harwich voor tourisme bieden, het prach
tige merendistrict met alle watersport, bad
plaatsen als Dovercourt, Felixstowe, Cro
mer, oude plaatsen als Cambridge en Ely
met hun middeleeuwsche kerken, terwijl
omgekeerd een intensieve progapanda voor
Zeeland en Holland, ongetwijfeld tot een-
toenemend bezoek van Engelschen moet
voeren.
Voor wij dit verslag eindigen wenschen
wij de directie der maatschappij „Zeeland"
in den persoon van den heer Mulder onze
oprechte erkentelijkheid te betuigen voor
de ruime en steeds zeer innemende gast
vrijheid de pers bewezen. Voor de vrien
delijke hartelijkheid ons betoond, ook door
ieder lid der bemanning, waarmede wij in
aanraking kwamen, hebben wij slechts
woorden van lof.
Moge de verlegging der route blijken te
zijn een stijgend succes m het passagiers-
en vrachtvervoer, zoodat de „Zeeland" blij-
ve een kostbaar bezit van onze stad en
provincie.
Het auto-ongeluk aan de Buitenhaven
Naar aanleiding van het treurig auto
ongeluk aan de Buitenhaven alhier maakt
de heer M. de Jonge te Goes in een inge-