DONDERDAG 16 DECEMBER Eerste Blad KWATTAs5d dSm-REEP No. ^@664e .Jaargang 1926 BINNENLAND Stads- en Provincienieaws Beter dan 6oed: DE BESTE VLISSINGSCHE COURANT Oit nummer bestaat uit 2 bladen ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, aJles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij vooruitbetaling van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent KAMER-OVERZICHT Tweede Kamer. Vergadering van 15 December. Onderwijs. Vóór Onderwijs werd voortgezet werden de in de avondvergadering van Dinsdag ingediende amendementenKuiper en Van Braambeek verworpen.. Zij strekten om de volgens -ichte vergrijpen ontslagen perso nen in dienst der Spoorwegen alsnog het pensioenrecht te laten en om de oud-ge- pensionneerden toeslag op hun pensioen te geven. De Minister had beide onaanneme lijk verklaard, maar niettegenstaande bleef het aantal tegenstemmers niet ver boven het aantal voorstemmers Waren we dus dicht bij een crisis Of was het niet zoo erg geworden Een korte discussie werd daarna ge voerd over het subsidie van tien mille ge durende vier jaar aan den A. N. W. B. ten einde bij den ingang van alle gemeenten een naambord der gemeente te plaatsen. Men weet dat de bond van bedrijfsauto houders heeft aangeboden deze borden gratis te plaatsen mits er reclame aan ver bonden mag worden. Dit wil de Minister liever niet en hij gaf daarom het subsidie. Hiertegen verzette de heer Van Gijn zich, echter zonder succes want de Kamer aan vaardde den nieuwen post met groote meerderheid. tf Lager Onderwijs heeft ook zijn vaste pleitbezorgers, want er zijn vele onderwijs mannen in de Kamer. De onderwerpen zijn algemeen bekend. Verbetering der salari- eering is natuurlijk een geliefd onderwerp vermindering van het aantal leerlingen per klasse, afschaffing der assistenten niet minder. Wij hebben het al vele mafeirge- hoord. Het aantal assistenten neemt zéér sterk toe. Op 31 December 1924 waren er 89, op 30 Juni 1925 131, op 31 December 1925 264 en op 30 Juni 1926 406. Van die 406 waren er 32 zonder bevoegdheid, dat zijn dus die snoezige meisjes, die bereid willig het onderwijs hebben gekozen. De overige 374 zijn houders van acten die op deze wijze trachten er in te komen. Het blijkt dus dat het resultaat is dat er zeer vele bevoegde krachten zijn die tegen een laag salaris werken omdat zij op die wijze de kans krijgen eens een definitieve be trekking te veroveren. Leerplicht voor doofstommen bepleitte de heer Gerhard op het besmettingsgevaar van tuberculeuse onderwijzers voor de jeugd wees de heer Ketelaar. Het jaarlijksch weerkeerend debatje over vernietigde besluiten van gemeenteraden er. schoolbesturen bleef ook dit jaar niet uit. De Minister geeft daardoor een wets- uitlegging en daarmede kan men zich niet altijd vereenigen. Vooraf stond wel vast dat de Minister tal van wenschen zou afwijzen. Bijna altijd kost de uitvoering daarvan zeer veel geld en dat is er nu eenmaal niet. Hij schijnt wel niet warm voor het insti tuut der schoolartsen te zijn, maar is niet bereid het om hals te brengen. Op 31 De cember 1929 neemt het van zelf^een einde er dus is voor vervroegd ingrijpen geen aanleiding, al geeft de Ministdr toe dat de aanvankelijke verwachting dat zich vele onbevoegden zouden aanmelden niet is ver wezenlijkt. Vele vraagstukken heeft de Minister moe ten laten rusten, omdat de bekende staats commissie, die in Juli van dit jaar is inge steld en die zal hebben te adviseeren over de herziening van de Lager Onderwijswet, deze zal behandelen. Daaronder behoort ook het vraagstuk van het aantal leerlingen per leerkracht. Over invoering van Esperanto op de school heeft de Minister nog geen oordeel. Inzooverre behoort dit vraagstuk bij die Staatscommissie, omdat die ook zal hebben na te gaan in hoeverre een algemeen leer plan voor alle Jagere scholen al dan niet gewenscht is. Al dergelijke onderwerpen moeten dus wachten. Ook dient gewacht te worden met een oplossing van het vraag stuk der overtollige onderwijzers, wier aantal op dit oogenblik zeer groot is. In 1922 is groote bezuiniging toegepast, maai de aanwas van onderwijzers is onvermin derd doorgegaan en het gevolg is dat er nu zeer vele rondloopen met de akte in den zak, maar zonder kans op een betrekking ln het algemeen is men niet ontevreden over dezen Minister, omdat hij een begin er mee maakt om de verslechteringen der laatste jaren weer op te ruimen. Natuurlijk gaat dit niet zoo vlug als vele leden wel wenschen. Zóó zijn er die aanstonds het 7e leerjaar willen invoeren en tevens het aantal leerlingen per klas verminderen. Dit zou alles te samen weer schatten kosten en het is te begrijpen dat de Minister niet alles tegelijk doet. Hij begint met de facultatieve invoering van het 7e leerjaar en dan volgt er van zelf meer. De heer Lingbeek blijft op onderwijsge bied de groote naïeveling. De gansche ge schiedenis van den onderwijsstrijd schijnt aan hem te zijn voorbijgegaan en hij pleit nog voor christianiseering van de openbare school. Hij wil daarom beginnen met de opleiding der onderwijzers in dien geest te leiden, dan komt de rest van zelf wel. De Kamer pleegt zich met de redevoeringen van dezen afgevaardigde te vermaken. Praktisch nut hebben zij natuurlijk niet, nu niet en in de toekomst niet, want de groote fout van zijn redeneering is dat hij het goed recht van een andersdenkende niet erkent. Natuurlijk moest hij zijn verzet nog uiten tegen de salarieering van de religieuse zus ters die onderwijs geven. Er zijn drieduizend kloosterlingen die enderwijs geven en zij ontvangen te samen zeven millioen gulden 's jaars aan subsidie. De heer Lingbeek meent dat een klooster ling voor 700 is te onderhouden, zoodat van die 7 millioen er 5 millioen in de kerk- kas terecht komen. Natuurlijk gaat de Mi nister er niet op in om deze theorie te aanvaarden. Op een nader te bepalen dag zal een motie van den heer Lingbeek om de sala rissen van de kloosterlingen in overeen stemming te brengen met hun levenskosten, behandeld worden. Dit belooft een aardig debatje. Alles te samen leverde het debat over het lager onderwijs niets op dat de vermel ding waard is. Het zijn alle de bekende klachten en wenschen die jaar-in en jaar- uit uit den treure worden herhaald. NederlandBelgië. ln antwoord op een schriftelijke vraag van het Tweede Kamerlid Staalman be- tteffende een voornemen tot maritieme toe rusting van België, merkt de minister van buitenlandsche zaken op, dat het persbe-^ richt, volgens hetwelk België voornemens zou hebben, zich maritiem te gaan toerus ten met gebruikmaking van in 1924 opge- maakte plannen voor den bouw van breede monitors met zeer zware kanonnen, reeds van officieele Belgische zijde op de meest stellige wijze is tegengesproken. De militaire relletjes. Naar aanleiding van schriftelijke vragen van den heer K. ter Laan, deelen de minis ters van justitie en van oorlog mee, dat zij geen stappen hebben gedaan om te bevor deren, dat de verdachten van strafbare handelingen ter gelegenheid van de herha lingsoefeningen uit de voorloopige hechtenis worden ontslagen. De minister van justitie heeft echter aan den auditeur-militair op dracht gegeven te bevorderen, dat een spoedige berechting ter zake zoude plaats "riebnerï ~(De elnrg der terechtzitting- heeft inmiddels plaats gehad). Voorts wordt nog meegedeeld, dat blij kens berichten van den auditeur-militair ter zake van het weigeren patronen in ont vangst te nemen door soldaten van de wacht te Assen, geen personen in voor arrest zijn en ook nimmer in voorarrest geweest zijn. Tegen uitroeiing van bepaalde roofvogels. Dc minister van binnenlandsche zaken beeft aan de burgemeesters een circulaire gezonden, waarin wordt" opgemerkt, dat sedert lang jacht wordt gemaakt op roof vogels, vooral buizerds, torenvalken en uilen, terwijl juist deze vogels wel zeer i oodig zouden kunnen zijn wegens een beginnende, door den mensch mogelijk nog niet opgemerkte vermeerdering van mus- schen, muizen, rupsen enz. Den burgemeesters wordt dan ook aan bevolen voorzichtig te zijn bij het uitreiken van betreffende jachtvergunningen. De leiduig der R. Kath. Staatspartij. Naar „de Tijd" meldt vergaderde Zater dag jl. het nieuwe partijbestuur der R. K. Staatspartij te Utrecht. De voorzitter, jhr. mr. Ruys de Beeren- Lrouck, sprak over de taak der leiding. Een leider, aldus spreker, moet veel gemeen hebben met een paedagoog, vooral twee eigenschappen le. liefde Voor zijn taak 2e. geen heerschzucht, maar opvoedende c vertuigingskracht. Tusschen de beide bestuursorganen partijbestuur en dagelijksch bestuur heerschte eenzelfde vertrouwen en waar- deering. Spreker verzekert er steeds naar te zullen streven, dat de bevoegdheden van het partijbestuur, als hoogste orgaan der leiding, in alles en immer worden er kend en geëerbiedigd. Aan het dagelijksch bestuur worde vertrouwvol initiatief, voor bereiding en uitvoerende zorg toever trouwd. Tot partijsecretaris werd benoemd mr. Fians Teulings te 's-Hertogenbosch. Tot adjunct-secretaris (met ingang van 1 Janu ari a.s.) mr. H. Kolfschoten te 's-Graven- hage. ^Dr. A. Kuyperstichting. Naar de „Rott." verneemt is in de vaca ture-prof. Dooyeweerd benoemd tot ad junct-directeur der dr. A. Kuyperstichting te Den Haag mr. J. W. Noteboom te Scheve- ningen. thans adjunct-secretaris dier stich ting. Voorshands blijft prof. Dooyeweerd nog aan de dr. Kuyperstichting verbonden, speciaal ter behandeling ran wetenschap pelijke vraagstukken. Het bestuur der stichting heeft in prin cipe besloten tot aankoop van het belen dende perceel, teneinde daar de bibliotheek der stichting en het centraal comité der anti-rev. partij te kunnen huisvesten en de wegens de uitbreiding van den arbeid der partij zoo noodige ruimte te vinden. Tevens zal met ingang van 1 Januari a.s. het tijdschrift „A. R. Staatkunde", of ficieel orgaan der stichting, gesplitst wor den in een practisch-wetenschappelijk en een theoretisch-wetenschappelijk periodiek. Laatstgenoemde periodiek zal per kwartaal verschijnen, terwijl het practisch-weten- schappelijke orgaan alsnu iedere maand het licht zal zien. Beide tijdschriften zullen staan onder de -^uidige redactie. Nederlandsche automobielen in België. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant heeft pogin gen aangewend om, vooral voor degenen, die geregeld de grens met een automobiel passeeren, een gemakkelijker regeling der betaling van de taxe de séjour in België verkrijgen. Dat deze pogingen met succes zijn be kroond kan blijken uit de volgende mede- deeling, die de Kamer van den minister van arbeid, handel en nijverheid ontving en waarbij bericht wordt, dat onze gezant te Brussel van het Belgische ministerie van financiën een mededeeling ontving, hande lend over de wijze van neffing der auto mobielbelasting ten aanzien van buitenland sche houders 'van motorrijtuigen, die gere geld op Belgisch gebied vertoeven. Deze inededeeling houdt in, dat voor de heffing der bekende belasting rr>en er zich van kan onthouden, op het „carnet de séjour no. 493 D" aan te teekenen het komen op en het verlaten van Belgisch grondgebied van motorrijtuigen, gebezigd door personen, van wie bepaaldelijk bekend is, dat zij zich regelmatig naar België begeven. Voor deze personen zal men er zich toe bepalen door in de kolommen 2 tot 4 van het „carnet" een mededeeling te schrijven als bijv. deze „eiken rijdag tweemaal per week, enz." Bovendien zal, indien de belangen der schatkist, daardoor niet in gevaar worden gebracht, de dagelijksche belasting gehe ven worden naar het genoegen van belang hebbenden, bijvoorbeeld maandelijks. Uit het boekdrukkersöedrijf. De Federatie van Werkgevers organisa- tiën in het Boekdrukkersbedrijf hield haar najaarsvergadering in het Jaarbeursgebouw te Utrecht. De voorzitter van de Federatie, de heer S. S. Korthuis, wees in zijn openingswoord op de vele moeilijkheden, waarmede het bedrijf nog heeft te jcampen, als de te groote capaciteit van vele drukkerijen, de lconzettenjen, de ontwikkeling van kan toormachines en huisdrukkerijen, de min der goede arbeidsvoorwaarden bij vele on georganiseerde drukkerijen, enz. Spreker meent, dat het noodig zal zijn, dat de Fe deratie deze moeilijkheden in het komende jaar ernstig onder het oog ziet, om te trachten, waar mogelijk, verbetering aan te brengen. Tot leden van den centralen bond voor vakbelangen werden benoemd de heeren S. S. Korthuis en F. H. H. Herold en de heeren J. F. Duwaer en B. C. E. Zwart als plaatsvervangende leden. VLISSINGEN, 16 DECEMBER. Het Nederlandsch-Belgisch verdrag. In antwoord op de door den heer mr. J. Adriaanse in de vergadering van 30 No vember 1926 gestelde vraag deelen Ged. Staten mede, dat zij steeds hebben ge staan en nog staan op het standpunt, dat aanneming van het verdrag met België, in den vorm, waarin het aan de Staten-Gene- raal is aangeboden, in strijd zou zijn met ae belangen der provincie Zeeland, in het bijzonder met het oog op de waterstaats- onderwerpen, en daarom zeer te betreuren zoude zijn. Voor de Zeeuwsche adresbeweging aan de Eerste Kamer tot verwerping van het tractaat NederlandBelgië heeft hier ter stede een commissie zich geconstitueerd, bestaande uit de heeren H. K. van Baaren, W. R. J. Ceulen, A. L. Franken, J. van Hoeflaken, "dr. J. Hoogka mer, G. de Jonge, ds.. W. A. B. ten Kate, J. J. Klij berg, M. Laernoes, F. G. Lemmers, M. de Nooijer, A. P. K. Onderdijk. C. Ouwehand, J. P. Pluijmers, D. L. H. van Raalte, W. de Ridder, C. Romijn, A. de Ruijsscher, A. van de Sande, B. N. W. Stof koper, A. Schout, T. H. Verhoef, P. van der Vliet, H C. Wesseling en N. Zandee. Deze commissie heeft besloten om door huisbezoek te trachten zooveel mogelijk handteekeningen in korten tijd te verzame len op het volgende adres „Aan de Eerste Kamer der Staten-Gene- raal Ondergeteekenden, allen kiezers of kie zeressen in de provincie Zeeland over tuigd dat het thans aan uw college ter goed keuring voorgelegde verdrag met België niet is in het landsbelang, verzoeken U dringend geen goedkeuring aan dit verdrag te verleenen". De verzamelaars zullen in hun wijk in elk huis een of meer kleine strookjes papier afgeven en later weer ophalen op deze strooken zal het bovenstaande adres met kleine ietter gedrukt zijn, terwijl daarbij ruimte voor ongeveer zes handteekeningen overblijft. De argumenten tegen* het verdrag zijn al zoo dikwijls naar voren gebracht, dat het niet noodig is dit hier nogmaals te doen. De commissie verzoekt de medewerking van overtuigde tegenstanders van dit ver drag om in een kleine wijk handteekeningen te verzamelen. Zij die daartoe genegen zijn worden verzocht zich schriftelijk of mon deling op te geven bij den heer D. L. H. van Raalte, op het kantoor der Waterlei ding. Maandagavond 8 uur zal dan in de kleine zaal van het Concertgebouw, Emmastraat, aan hen worden uitgereikt een aantal strookjes, een kleine wijk en een handlei ding, waarin in het kort de nadeelen voor Nederland als geheel en voor Zeeland in het bijzonder nog eens worden aangestipt. De commissie rekent op een groot aantal medewerkers, dan kunnen de wijken klein zijn. Vele handen maken het werk licht. Bij het Zeeuwsch comité zijn tot nu toe uit de volgende gemeenten de lijsten met handteekeningen ingekomen, het eerste cij- Ifer geeft het aantal handteekeningen, het tweede het aantal kiezers en kiezeressen aan Meliskerke 323, 341 Nieuw- en St. I Joosiand 158, 538 Schoor.dijke 708, 953 Ritthem 239, 313 't Zand (deel van Kou- dekerke) 379, 600 Nieuwvliet 233, 282 Haamstede 218, 635 Duh endijke 77, 287 Oostburg 967, 1355 Oost- en West-Sou burg 1048, 2035 Veere 253, 493 Hoek 332, 1349 Wissekerke 1263, 1792 Renes- sc 251, 359 Arnemuiden 116, 980 Poort vliet 640, 831 Ellemeet 139, 272 Eikerzee 188, 323; Noordwelle 196, 213; Seroos- kerke (Schouwen) 36, 144 Scherpenisse 651, 756; Baarland 43, 397 Kruiningen 435, 1910's-Gravenpolder 194, 554 Groede 809, 1325 Sint Annaland 1055, 1608. Totaal dus resp. met 10941 en 20345 handteekeningen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Zeeuwsche Eilanden besloot met algemeene stemmen de destijds tot de Tweede Kamer gerichte motie houdende verzoek aan het verdrag NederlandBel gië haar goedkeuring te onthouden ter kennis te brengen van de Eerste Kamer, onder mededeeling dat de Kamer van Koophandel haar in die motie tegen het verdrag uitgesproken bezwaren onver zwakt handhaaft en derhalve aan de Eerste Kamer verzoekt haar goedkeuring aan het verdrag niet te verleenen. Zangvereeniging „Looft den Heer Gisterenavond gaf de gemengde zang vereeniging „Looft'den Heer in het Con certgebouw voor een uitverkochte zaal een Kerstuitvoering. De stemming werd ge wekt door de beide Kerstboomen, die aan weerskanten van het podium hun stille lich ten lieten schijnen. Na de gebruikelijke ope ning klonk Vondels „Lof der Godtheit" door de volle zaal. Deze „rei" uit Lucifer is wel een waarachtig bewijs van Vondels meesterschap over de „sprake". Het moei lijke gedicht, waarin Gods Heerlijkheid wordt bezongen is waard gekend te wor den. Wèl heeft de bezieling van het onder werp den dichter gegrepen als hij spreekt van God als „De Macht, die geen verbeel ding, tong noch teeken melden kan het hart, de broriaer, d' oceaan en oorsprong van alle goeds, der eeuwigheden glans en ader." De declamatrice, mevrouw Wegener Sleeswijkvan Balen Blanken uit Leeuwar den, droeg dit gedicht voor, rustig en een voudig. Ze was woordelijk verstaanbaar en werd met volle aandacht gevolgd. Na haar inleiding werden de lichten van de Kerst- hoornen, ontstoken en haar slotwoord „Ver heft de Gcw^theit zingt haer eer sloot zich waardig aan bij het Engelenlied dat volgde „Stille Nacht, Heilige Nacht". De eenvoudige abt, die dit Kerstlied toonzette, zal niet gedacht hebben, dat het de Kerst zang bij uitnemendheid zou worden voor de gansche Christelijke wereld. En'het koor moet iets gevoeld hebben van de wijding, toen het dezen Engelenzang als eerste num mer van het programma ten gehoore bracht. Daarna volgde „die Flucht der Heiligen Familie", voor koor en orkest vaji Max Bruch. De inzet voor de mannenstemmen was beschaafd en goed en we kregen trouwens van het geheele koor al dadelijk den indruk, dat de koren ons veel te genieten zouden geven dezen avond ln de laatste zinnen „O gebenedeite ZeitO schone Zeitwa ren de alten mooi vol van toon. Het orkest, waarin de fluit een geliefd instrument is om te hooren, was uitstekend. In no. 3 van het programma maakten we kennis met de sopraansoliste, mejuffrouw Nanda Gerritsen uit Nijmegen of liever, we hernieuwden de kennismaking, want mejuf frouw Gerritsen was voor ons geen vreem de meer. En die hernieuwing leidde tot de erkenning, dat haar geluid de laatste jaren enorm in kracht is toegenomen. Van de drie liederen voor de pauze ge zongen, bekoorde ons het eerste het meest, met, omdat het muzikaal het hoogste staat, maar omdat het zoo geheel het genre vertegenwoordigt, dat voor haar stem het •geschiktste is. De twee volgende liederen, nl. één'van v. Brucken Fock en één van v. d. Sigten- horst Meijer worden gaarne op een modern programma gekozen, maar lang niet iedere stem is geschikt deze moeilijke zettingen volkomen te vertolken. Toch wist mej. Ger ritsen er veel van te maken, terwijl een en kel woord van waardeering voor de voor treffelijke begeleiding hief zeker op zijn plaats is. „Die Heilige Nacht" van Niels W. Gade voor alt-solo, koor en orkest was het laatste nummer voor de pauze. De altzangeres, mejuffrouw Jeanne van Emmerick uit Rot terdam. boeide ons vooral in het laatste vers, „Es naht der müden Erde" enz. Het orkest met de mooie koper- en fluitbezet- ting gaf ons zooveel te genieten, dat het nog lang naklonk in onze ooren. Vóór de pauze werd de pianiste, mejuf frouw Minderhoud, die voor de eerste maal de begeleiding op zich genomen had, bij monde van den voorzitter bedankt, terwijl hij de hoop uitsprak, dat zij nog menige keer haar krachten beschikbaar zou stel len voor de vereeniging, een wensch, die wij gaarne ondersteunen, gezien of liever gehoord de ernstig opgevatte en muzikaal aanvoelende wijze, waarop zij zich den ge- heelen avond van haar taak gekweten heeft. Na de pauze kwam het hoofdwerk van dezen avond „Athalia" van Mendelssohn- Bartholdy, voor declamatie, soli, koor en orkest. Het verhaal, zooals het ons in het oude treurspel van Racine gegeven wordt, is weinig aantrekkelijk. Athalia, de Baal-aan- bidster, die uit bloedwraak en heerschzucht al haar verwanten vermoordt, opdat haar God en haar macht in Israël onaantastbaar zullen zijn, is geen persoon, die onze geest drift kan wekken. Des te merkwaardiger is het, dat twee componisten zich geroepen hebben gevoeld, dit verhaal te dramatisee- ren. Handel en Mendelssohn hebben beiden den weedom van Israels geschiedenis in dien zwarten tijd bezongen. Mendelssohn gaf in zijn ouverture de schildering van Israëls lij den en het koor verheerlijkte daarna zijn Schepper in het plechtige„Herr, durch die ganze Welt ist deine Macht verkün- det". „Lob und Dank imd Anbetung sei euwig dir gebracht". De volledige „Athalia" met de uitvoerige declamatiepartij wordt zelden gegeven. Men houdt zich gewoonlijk alleen aan het muzi kale gedeelte met de koren, die dan een eenigszins onvolledigen indruk maken, om dat de draad van het verhaal dan telkens afbreekt. De koren geven de stemming weer, die het verhaal bij de toehoorders moet wekken en als zoodanig is de decla matie hier een onmisbaar deel. Merkwaardig is het, dat de dichter Eduard Devrient na de voltooiing van het werk deze rijmlooze verzen schreef en met fijn gevoel de leem ten aanvulde tusschen de verschillende mu zikale gedeelten, zoodat hij den indruk ver mocht te wekken, dat niet de componist, maar de dichter het eerst aan het werk is geweest. Bijzonder bekend is geworden de ouverture, waarvan het klaagmotief zich later herhaalt in de koren en de „krijgs- marsch der Priesters". Wij mogen „Looft den Heer dankbaar ziin, dat zij ons dir muzikale werk onver kort heeft gebracht. Voor het orkest kunnen wij niets anders hebben clan lof. De declamatrice had geen gemakkelijke taak. Gedeeltelijk mèt en ge deeltelijk zonder orkestbegeleiding moest ze den band leggen tusschen de koren en ze deed het bezielend en met warme over tuiging. Ze volgde nauwelijks de partij en er rnoet een grondige studie aan vooraf zijn gegaan, om deze vertolking zóó be- heerscht en doorleefd tot ons te brengen. Haar uitspraak was duidelijk en sommige gedeelten werden tot een indrukwekkende plechtigheid. De sopraansoliste was in de geheele Athalia uitstekend. We vinaen in ons tekst boekje, dat nu als een herinnering naast ons ligt, vele uitroepteekens als zoovele bewijzen, dat zij ons bijzonder heeft ge boeid en ook zonder die teekens zouden wij het geweten hebben. Steeds gloedvoller ging ten slotte geheel op in haar partij en konden we ook bij haar bemerken, dat er veel en ernstig gewerkt moet zijn om zon der eenige wijfeling de lange en belangwek kende taak tot een zoo goed einde te brengen. Om over de mezzo-sopraan, mejuffrouw Aleid Goettsch uit Utrecht een voiledig oor deel te kunnen uitspreken, zouden wij haar in een andere partij moeten hooren. Nu bestond haar werk hoofdzakelijk in het zingen van de terzetten en duetten met de andere solisten en konden we constateeren, dat de twee sopranen mooi bij elkaar klem den, terwijl de alt, die zwaarder geluid had, zich zeer muzikaal aanpaste. Mejuf frouw Jeanne van Emmerick uit Rotterdam zal haar weg wel vinden in de kunst. Haar warme timbre en het prachtige, soms ge- passionneerde geluid, deed ons weldadig aan en we hopen van harte haar nog eenige keeren hier terug te zien. ZooweMn haar solo's als in haar samenzang met anderen, had ze de geluidskwaliteiten, die de be voorrechten als zij zelve in staat stellen duizenden menschen in hun leven van hun hun geluid te laten genieten. De koren waren prachtig van klankvolu me en hadden een goedé verzorging van uitspraak, wat bijzonder uitkwam «n het „Wir harren aus in Frieden vertrauen fest auf seine Huid". Het koor, dat eindigt met den zin „Dein Lied soli stets in meinem Munde sein", was van dien aard, dat we de grootste bewon dering hebben voor den dirigent, die in zóó'n korten tijd dit koor heeft weten op te voeren tot een vereeniging, die onder de eersten van deze stad genoemd mag wor- oen. Wij kunnen dan ook niet beter doen dan hem geluk te wenschen met dit zeer verdiende succes. Dat er zich vele nieuwe begunstigers hebben opgegeven, verwondert ons niet en zal voor leider en leden een steun zijn voort te gaan op dezen weg van ernstig studee- ren. Zij' hebben bereikt, dat bij de meesten een indruk van iets zeer goeds zal zijn achtergebleven en de belangstelling voor een volgend concert zal zoo mogelijk nog grooter zijn, zoodat ze in ae toekomst ge noodzaakt zullen wezen hun concerten twee avonden achter elkaar te geven. Ds. Voorhoeve dankte den heer Höfelein en allen, die hadden medegewerkt en be sloot dezen avond met dankzegging. Uit de praktijk van het schoolarts wezen. Over bovengenoemd onderwerp heeft de heer dr. A. P. Smitt gisteren voor het Insti tuut voor Arbeidersontwikkeling in „de Oude Vriendschap" een lezing gehouden. Nadat de voorzitter van het instituut, de heer J. de Meij, zijn vreugde er over had uitgesproken, dat de opkomst zoo goed was, in aanmerking genomen het groot aantal zieken in de stad, deelde hij mede, dat, toen het inschrijven van leden voor de vereeniging „Artikel 188" eenigen tijd aan den gang was, gisterenavond door den commissaris van politie beslag werd gelegd cp alles, wat zich daar bevond lijsten, kaarten en geld waartegen hij protes teerde. Er zal zoo noodig een civiele actie worden ingesteld. Over de meening van den rechtskundigen raadsman zal niets ge zegd worden, maar spreker is nog steeds cvertuigd, dat er geen onrechtmatige daad is begaan. Mocht het gelukken het afdraai en van de film hier te beletten, dan is het zoo goëd als zeker, dat ze in Middelburg nog tot Zondagavond blijft draaien, daar zullen de Vlissingers het dan moeten gaan zien, indien ze er belang in stellen, wat spreker een zeer ongezonde toestand noemt. Wat de inbeslaggenomen gelden be treft, zei spreker, dat ze bij terugontvangst terugbetaald zullen worden aan degenen,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1