DONDERDAG 16 DECEMBER
Eerste Blad
KWATTAs5d
dSm-REEP
No. ^@664e .Jaargang 1926
BINNENLAND
Stads- en Provincienieaws
Beter dan 6oed: DE BESTE
VLISSINGSCHE COURANT
Oit nummer bestaat uit 2 bladen
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk f 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, aJles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels 0.75, elke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent
KAMER-OVERZICHT
Tweede Kamer.
Vergadering van 15 December.
Onderwijs.
Vóór Onderwijs werd voortgezet werden
de in de avondvergadering van Dinsdag
ingediende amendementenKuiper en Van
Braambeek verworpen.. Zij strekten om de
volgens -ichte vergrijpen ontslagen perso
nen in dienst der Spoorwegen alsnog het
pensioenrecht te laten en om de oud-ge-
pensionneerden toeslag op hun pensioen te
geven. De Minister had beide onaanneme
lijk verklaard, maar niettegenstaande bleef
het aantal tegenstemmers niet ver boven
het aantal voorstemmers Waren we dus
dicht bij een crisis Of was het niet zoo
erg geworden
Een korte discussie werd daarna ge
voerd over het subsidie van tien mille ge
durende vier jaar aan den A. N. W. B. ten
einde bij den ingang van alle gemeenten
een naambord der gemeente te plaatsen.
Men weet dat de bond van bedrijfsauto
houders heeft aangeboden deze borden
gratis te plaatsen mits er reclame aan ver
bonden mag worden. Dit wil de Minister
liever niet en hij gaf daarom het subsidie.
Hiertegen verzette de heer Van Gijn zich,
echter zonder succes want de Kamer aan
vaardde den nieuwen post met groote
meerderheid.
tf
Lager Onderwijs heeft ook zijn vaste
pleitbezorgers, want er zijn vele onderwijs
mannen in de Kamer. De onderwerpen zijn
algemeen bekend. Verbetering der salari-
eering is natuurlijk een geliefd onderwerp
vermindering van het aantal leerlingen per
klasse, afschaffing der assistenten niet
minder. Wij hebben het al vele mafeirge-
hoord. Het aantal assistenten neemt zéér
sterk toe. Op 31 December 1924 waren er
89, op 30 Juni 1925 131, op 31 December
1925 264 en op 30 Juni 1926 406. Van die
406 waren er 32 zonder bevoegdheid, dat
zijn dus die snoezige meisjes, die bereid
willig het onderwijs hebben gekozen. De
overige 374 zijn houders van acten die op
deze wijze trachten er in te komen. Het
blijkt dus dat het resultaat is dat er zeer
vele bevoegde krachten zijn die tegen een
laag salaris werken omdat zij op die wijze
de kans krijgen eens een definitieve be
trekking te veroveren.
Leerplicht voor doofstommen bepleitte de
heer Gerhard op het besmettingsgevaar
van tuberculeuse onderwijzers voor de
jeugd wees de heer Ketelaar.
Het jaarlijksch weerkeerend debatje over
vernietigde besluiten van gemeenteraden
er. schoolbesturen bleef ook dit jaar niet
uit. De Minister geeft daardoor een wets-
uitlegging en daarmede kan men zich niet
altijd vereenigen.
Vooraf stond wel vast dat de Minister tal
van wenschen zou afwijzen. Bijna altijd
kost de uitvoering daarvan zeer veel geld
en dat is er nu eenmaal niet.
Hij schijnt wel niet warm voor het insti
tuut der schoolartsen te zijn, maar is niet
bereid het om hals te brengen. Op 31 De
cember 1929 neemt het van zelf^een einde
er dus is voor vervroegd ingrijpen geen
aanleiding, al geeft de Ministdr toe dat de
aanvankelijke verwachting dat zich vele
onbevoegden zouden aanmelden niet is ver
wezenlijkt.
Vele vraagstukken heeft de Minister moe
ten laten rusten, omdat de bekende staats
commissie, die in Juli van dit jaar is inge
steld en die zal hebben te adviseeren over
de herziening van de Lager Onderwijswet,
deze zal behandelen. Daaronder behoort
ook het vraagstuk van het aantal leerlingen
per leerkracht.
Over invoering van Esperanto op de
school heeft de Minister nog geen oordeel.
Inzooverre behoort dit vraagstuk bij die
Staatscommissie, omdat die ook zal hebben
na te gaan in hoeverre een algemeen leer
plan voor alle Jagere scholen al dan niet
gewenscht is. Al dergelijke onderwerpen
moeten dus wachten. Ook dient gewacht te
worden met een oplossing van het vraag
stuk der overtollige onderwijzers, wier
aantal op dit oogenblik zeer groot is. In
1922 is groote bezuiniging toegepast, maai
de aanwas van onderwijzers is onvermin
derd doorgegaan en het gevolg is dat er nu
zeer vele rondloopen met de akte in den
zak, maar zonder kans op een betrekking
ln het algemeen is men niet ontevreden
over dezen Minister, omdat hij een begin
er mee maakt om de verslechteringen der
laatste jaren weer op te ruimen. Natuurlijk
gaat dit niet zoo vlug als vele leden wel
wenschen. Zóó zijn er die aanstonds het
7e leerjaar willen invoeren en tevens het
aantal leerlingen per klas verminderen. Dit
zou alles te samen weer schatten kosten en
het is te begrijpen dat de Minister niet alles
tegelijk doet. Hij begint met de facultatieve
invoering van het 7e leerjaar en dan volgt
er van zelf meer.
De heer Lingbeek blijft op onderwijsge
bied de groote naïeveling. De gansche ge
schiedenis van den onderwijsstrijd schijnt
aan hem te zijn voorbijgegaan en hij pleit
nog voor christianiseering van de openbare
school. Hij wil daarom beginnen met de
opleiding der onderwijzers in dien geest te
leiden, dan komt de rest van zelf wel. De
Kamer pleegt zich met de redevoeringen
van dezen afgevaardigde te vermaken.
Praktisch nut hebben zij natuurlijk niet, nu
niet en in de toekomst niet, want de groote
fout van zijn redeneering is dat hij het
goed recht van een andersdenkende niet
erkent.
Natuurlijk moest hij zijn verzet nog uiten
tegen de salarieering van de religieuse zus
ters die onderwijs geven.
Er zijn drieduizend kloosterlingen die
enderwijs geven en zij ontvangen te samen
zeven millioen gulden 's jaars aan subsidie.
De heer Lingbeek meent dat een klooster
ling voor 700 is te onderhouden, zoodat
van die 7 millioen er 5 millioen in de kerk-
kas terecht komen. Natuurlijk gaat de Mi
nister er niet op in om deze theorie te
aanvaarden.
Op een nader te bepalen dag zal een
motie van den heer Lingbeek om de sala
rissen van de kloosterlingen in overeen
stemming te brengen met hun levenskosten,
behandeld worden. Dit belooft een aardig
debatje.
Alles te samen leverde het debat over
het lager onderwijs niets op dat de vermel
ding waard is. Het zijn alle de bekende
klachten en wenschen die jaar-in en jaar-
uit uit den treure worden herhaald.
NederlandBelgië.
ln antwoord op een schriftelijke vraag
van het Tweede Kamerlid Staalman be-
tteffende een voornemen tot maritieme toe
rusting van België, merkt de minister van
buitenlandsche zaken op, dat het persbe-^
richt, volgens hetwelk België voornemens
zou hebben, zich maritiem te gaan toerus
ten met gebruikmaking van in 1924 opge-
maakte plannen voor den bouw van breede
monitors met zeer zware kanonnen, reeds
van officieele Belgische zijde op de meest
stellige wijze is tegengesproken.
De militaire relletjes.
Naar aanleiding van schriftelijke vragen
van den heer K. ter Laan, deelen de minis
ters van justitie en van oorlog mee, dat zij
geen stappen hebben gedaan om te bevor
deren, dat de verdachten van strafbare
handelingen ter gelegenheid van de herha
lingsoefeningen uit de voorloopige hechtenis
worden ontslagen. De minister van justitie
heeft echter aan den auditeur-militair op
dracht gegeven te bevorderen, dat een
spoedige berechting ter zake zoude plaats
"riebnerï ~(De elnrg der terechtzitting-
heeft inmiddels plaats gehad).
Voorts wordt nog meegedeeld, dat blij
kens berichten van den auditeur-militair ter
zake van het weigeren patronen in ont
vangst te nemen door soldaten van de
wacht te Assen, geen personen in voor
arrest zijn en ook nimmer in voorarrest
geweest zijn.
Tegen uitroeiing van bepaalde roofvogels.
Dc minister van binnenlandsche zaken
beeft aan de burgemeesters een circulaire
gezonden, waarin wordt" opgemerkt, dat
sedert lang jacht wordt gemaakt op roof
vogels, vooral buizerds, torenvalken en
uilen, terwijl juist deze vogels wel zeer
i oodig zouden kunnen zijn wegens een
beginnende, door den mensch mogelijk nog
niet opgemerkte vermeerdering van mus-
schen, muizen, rupsen enz.
Den burgemeesters wordt dan ook aan
bevolen voorzichtig te zijn bij het uitreiken
van betreffende jachtvergunningen.
De leiduig der R. Kath. Staatspartij.
Naar „de Tijd" meldt vergaderde Zater
dag jl. het nieuwe partijbestuur der R. K.
Staatspartij te Utrecht.
De voorzitter, jhr. mr. Ruys de Beeren-
Lrouck, sprak over de taak der leiding. Een
leider, aldus spreker, moet veel gemeen
hebben met een paedagoog, vooral twee
eigenschappen le. liefde Voor zijn taak
2e. geen heerschzucht, maar opvoedende
c vertuigingskracht.
Tusschen de beide bestuursorganen
partijbestuur en dagelijksch bestuur
heerschte eenzelfde vertrouwen en waar-
deering. Spreker verzekert er steeds naar
te zullen streven, dat de bevoegdheden
van het partijbestuur, als hoogste orgaan
der leiding, in alles en immer worden er
kend en geëerbiedigd. Aan het dagelijksch
bestuur worde vertrouwvol initiatief, voor
bereiding en uitvoerende zorg toever
trouwd.
Tot partijsecretaris werd benoemd mr.
Fians Teulings te 's-Hertogenbosch. Tot
adjunct-secretaris (met ingang van 1 Janu
ari a.s.) mr. H. Kolfschoten te 's-Graven-
hage.
^Dr. A. Kuyperstichting.
Naar de „Rott." verneemt is in de vaca
ture-prof. Dooyeweerd benoemd tot ad
junct-directeur der dr. A. Kuyperstichting te
Den Haag mr. J. W. Noteboom te Scheve-
ningen. thans adjunct-secretaris dier stich
ting.
Voorshands blijft prof. Dooyeweerd nog
aan de dr. Kuyperstichting verbonden,
speciaal ter behandeling ran wetenschap
pelijke vraagstukken.
Het bestuur der stichting heeft in prin
cipe besloten tot aankoop van het belen
dende perceel, teneinde daar de bibliotheek
der stichting en het centraal comité der
anti-rev. partij te kunnen huisvesten en de
wegens de uitbreiding van den arbeid der
partij zoo noodige ruimte te vinden.
Tevens zal met ingang van 1 Januari
a.s. het tijdschrift „A. R. Staatkunde", of
ficieel orgaan der stichting, gesplitst wor
den in een practisch-wetenschappelijk en
een theoretisch-wetenschappelijk periodiek.
Laatstgenoemde periodiek zal per kwartaal
verschijnen, terwijl het practisch-weten-
schappelijke orgaan alsnu iedere maand het
licht zal zien. Beide tijdschriften zullen
staan onder de -^uidige redactie.
Nederlandsche automobielen in België.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Westelijk Noord-Brabant heeft pogin
gen aangewend om, vooral voor degenen,
die geregeld de grens met een automobiel
passeeren, een gemakkelijker regeling der
betaling van de taxe de séjour in België
verkrijgen.
Dat deze pogingen met succes zijn be
kroond kan blijken uit de volgende mede-
deeling, die de Kamer van den minister van
arbeid, handel en nijverheid ontving en
waarbij bericht wordt, dat onze gezant te
Brussel van het Belgische ministerie van
financiën een mededeeling ontving, hande
lend over de wijze van neffing der auto
mobielbelasting ten aanzien van buitenland
sche houders 'van motorrijtuigen, die gere
geld op Belgisch gebied vertoeven. Deze
inededeeling houdt in, dat voor de heffing
der bekende belasting rr>en er zich van kan
onthouden, op het „carnet de séjour no.
493 D" aan te teekenen het komen op en
het verlaten van Belgisch grondgebied van
motorrijtuigen, gebezigd door personen,
van wie bepaaldelijk bekend is, dat zij zich
regelmatig naar België begeven. Voor deze
personen zal men er zich toe bepalen door
in de kolommen 2 tot 4 van het „carnet"
een mededeeling te schrijven als bijv. deze
„eiken rijdag tweemaal per week, enz."
Bovendien zal, indien de belangen der
schatkist, daardoor niet in gevaar worden
gebracht, de dagelijksche belasting gehe
ven worden naar het genoegen van belang
hebbenden, bijvoorbeeld maandelijks.
Uit het boekdrukkersöedrijf.
De Federatie van Werkgevers organisa-
tiën in het Boekdrukkersbedrijf hield haar
najaarsvergadering in het Jaarbeursgebouw
te Utrecht.
De voorzitter van de Federatie, de heer
S. S. Korthuis, wees in zijn openingswoord
op de vele moeilijkheden, waarmede het
bedrijf nog heeft te jcampen, als de te
groote capaciteit van vele drukkerijen, de
lconzettenjen, de ontwikkeling van kan
toormachines en huisdrukkerijen, de min
der goede arbeidsvoorwaarden bij vele on
georganiseerde drukkerijen, enz. Spreker
meent, dat het noodig zal zijn, dat de Fe
deratie deze moeilijkheden in het komende
jaar ernstig onder het oog ziet, om te
trachten, waar mogelijk, verbetering aan
te brengen.
Tot leden van den centralen bond voor
vakbelangen werden benoemd de heeren
S. S. Korthuis en F. H. H. Herold en de
heeren J. F. Duwaer en B. C. E. Zwart als
plaatsvervangende leden.
VLISSINGEN, 16 DECEMBER.
Het Nederlandsch-Belgisch verdrag.
In antwoord op de door den heer mr. J.
Adriaanse in de vergadering van 30 No
vember 1926 gestelde vraag deelen Ged.
Staten mede, dat zij steeds hebben ge
staan en nog staan op het standpunt, dat
aanneming van het verdrag met België, in
den vorm, waarin het aan de Staten-Gene-
raal is aangeboden, in strijd zou zijn met
ae belangen der provincie Zeeland, in het
bijzonder met het oog op de waterstaats-
onderwerpen, en daarom zeer te betreuren
zoude zijn.
Voor de Zeeuwsche adresbeweging aan
de Eerste Kamer tot verwerping van het
tractaat NederlandBelgië heeft hier ter
stede een commissie zich geconstitueerd,
bestaande uit de heeren
H. K. van Baaren, W. R. J. Ceulen, A. L.
Franken, J. van Hoeflaken, "dr. J. Hoogka
mer, G. de Jonge, ds.. W. A. B. ten Kate,
J. J. Klij berg, M. Laernoes, F. G. Lemmers,
M. de Nooijer, A. P. K. Onderdijk.
C. Ouwehand, J. P. Pluijmers, D. L. H. van
Raalte, W. de Ridder, C. Romijn, A. de
Ruijsscher, A. van de Sande, B. N. W.
Stof koper, A. Schout, T. H. Verhoef, P. van
der Vliet, H C. Wesseling en N. Zandee.
Deze commissie heeft besloten om door
huisbezoek te trachten zooveel mogelijk
handteekeningen in korten tijd te verzame
len op het volgende adres
„Aan de Eerste Kamer der Staten-Gene-
raal
Ondergeteekenden, allen kiezers of kie
zeressen in de provincie Zeeland over
tuigd dat het thans aan uw college ter goed
keuring voorgelegde verdrag met België
niet is in het landsbelang, verzoeken U
dringend geen goedkeuring aan dit verdrag
te verleenen".
De verzamelaars zullen in hun wijk in
elk huis een of meer kleine strookjes papier
afgeven en later weer ophalen op deze
strooken zal het bovenstaande adres met
kleine ietter gedrukt zijn, terwijl daarbij
ruimte voor ongeveer zes handteekeningen
overblijft.
De argumenten tegen* het verdrag zijn al
zoo dikwijls naar voren gebracht, dat het
niet noodig is dit hier nogmaals te doen.
De commissie verzoekt de medewerking
van overtuigde tegenstanders van dit ver
drag om in een kleine wijk handteekeningen
te verzamelen. Zij die daartoe genegen zijn
worden verzocht zich schriftelijk of mon
deling op te geven bij den heer D. L. H.
van Raalte, op het kantoor der Waterlei
ding.
Maandagavond 8 uur zal dan in de kleine
zaal van het Concertgebouw, Emmastraat,
aan hen worden uitgereikt een aantal
strookjes, een kleine wijk en een handlei
ding, waarin in het kort de nadeelen voor
Nederland als geheel en voor Zeeland in
het bijzonder nog eens worden aangestipt.
De commissie rekent op een groot aantal
medewerkers, dan kunnen de wijken klein
zijn. Vele handen maken het werk licht.
Bij het Zeeuwsch comité zijn tot nu toe
uit de volgende gemeenten de lijsten met
handteekeningen ingekomen, het eerste cij-
Ifer geeft het aantal handteekeningen, het
tweede het aantal kiezers en kiezeressen
aan Meliskerke 323, 341 Nieuw- en St.
I Joosiand 158, 538 Schoor.dijke 708, 953
Ritthem 239, 313 't Zand (deel van Kou-
dekerke) 379, 600 Nieuwvliet 233, 282
Haamstede 218, 635 Duh endijke 77, 287
Oostburg 967, 1355 Oost- en West-Sou
burg 1048, 2035 Veere 253, 493 Hoek
332, 1349 Wissekerke 1263, 1792 Renes-
sc 251, 359 Arnemuiden 116, 980 Poort
vliet 640, 831 Ellemeet 139, 272 Eikerzee
188, 323; Noordwelle 196, 213; Seroos-
kerke (Schouwen) 36, 144 Scherpenisse
651, 756; Baarland 43, 397 Kruiningen
435, 1910's-Gravenpolder 194, 554
Groede 809, 1325 Sint Annaland 1055,
1608. Totaal dus resp. met 10941 en 20345
handteekeningen.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor de Zeeuwsche Eilanden besloot met
algemeene stemmen de destijds tot de
Tweede Kamer gerichte motie houdende
verzoek aan het verdrag NederlandBel
gië haar goedkeuring te onthouden ter
kennis te brengen van de Eerste Kamer,
onder mededeeling dat de Kamer van
Koophandel haar in die motie tegen het
verdrag uitgesproken bezwaren onver
zwakt handhaaft en derhalve aan de Eerste
Kamer verzoekt haar goedkeuring aan het
verdrag niet te verleenen.
Zangvereeniging „Looft den Heer
Gisterenavond gaf de gemengde zang
vereeniging „Looft'den Heer in het Con
certgebouw voor een uitverkochte zaal een
Kerstuitvoering. De stemming werd ge
wekt door de beide Kerstboomen, die aan
weerskanten van het podium hun stille lich
ten lieten schijnen. Na de gebruikelijke ope
ning klonk Vondels „Lof der Godtheit"
door de volle zaal. Deze „rei" uit Lucifer
is wel een waarachtig bewijs van Vondels
meesterschap over de „sprake". Het moei
lijke gedicht, waarin Gods Heerlijkheid
wordt bezongen is waard gekend te wor
den. Wèl heeft de bezieling van het onder
werp den dichter gegrepen als hij spreekt
van God als „De Macht, die geen verbeel
ding, tong noch teeken melden kan het
hart, de broriaer, d' oceaan en oorsprong
van alle goeds, der eeuwigheden glans en
ader."
De declamatrice, mevrouw Wegener
Sleeswijkvan Balen Blanken uit Leeuwar
den, droeg dit gedicht voor, rustig en een
voudig. Ze was woordelijk verstaanbaar en
werd met volle aandacht gevolgd. Na haar
inleiding werden de lichten van de Kerst-
hoornen, ontstoken en haar slotwoord „Ver
heft de Gcw^theit zingt haer eer sloot
zich waardig aan bij het Engelenlied dat
volgde „Stille Nacht, Heilige Nacht". De
eenvoudige abt, die dit Kerstlied toonzette,
zal niet gedacht hebben, dat het de Kerst
zang bij uitnemendheid zou worden voor
de gansche Christelijke wereld. En'het koor
moet iets gevoeld hebben van de wijding,
toen het dezen Engelenzang als eerste num
mer van het programma ten gehoore
bracht.
Daarna volgde „die Flucht der Heiligen
Familie", voor koor en orkest vaji Max
Bruch.
De inzet voor de mannenstemmen was
beschaafd en goed en we kregen trouwens
van het geheele koor al dadelijk den indruk,
dat de koren ons veel te genieten zouden
geven dezen avond ln de laatste zinnen
„O gebenedeite ZeitO schone Zeitwa
ren de alten mooi vol van toon. Het orkest,
waarin de fluit een geliefd instrument is
om te hooren, was uitstekend.
In no. 3 van het programma maakten we
kennis met de sopraansoliste, mejuffrouw
Nanda Gerritsen uit Nijmegen of liever, we
hernieuwden de kennismaking, want mejuf
frouw Gerritsen was voor ons geen vreem
de meer. En die hernieuwing leidde tot de
erkenning, dat haar geluid de laatste jaren
enorm in kracht is toegenomen.
Van de drie liederen voor de pauze ge
zongen, bekoorde ons het eerste het meest,
met, omdat het muzikaal het hoogste
staat, maar omdat het zoo geheel het genre
vertegenwoordigt, dat voor haar stem het
•geschiktste is.
De twee volgende liederen, nl. één'van
v. Brucken Fock en één van v. d. Sigten-
horst Meijer worden gaarne op een modern
programma gekozen, maar lang niet iedere
stem is geschikt deze moeilijke zettingen
volkomen te vertolken. Toch wist mej. Ger
ritsen er veel van te maken, terwijl een en
kel woord van waardeering voor de voor
treffelijke begeleiding hief zeker op zijn
plaats is.
„Die Heilige Nacht" van Niels W. Gade
voor alt-solo, koor en orkest was het laatste
nummer voor de pauze. De altzangeres,
mejuffrouw Jeanne van Emmerick uit Rot
terdam. boeide ons vooral in het laatste
vers, „Es naht der müden Erde" enz. Het
orkest met de mooie koper- en fluitbezet-
ting gaf ons zooveel te genieten, dat het
nog lang naklonk in onze ooren.
Vóór de pauze werd de pianiste, mejuf
frouw Minderhoud, die voor de eerste maal
de begeleiding op zich genomen had, bij
monde van den voorzitter bedankt, terwijl
hij de hoop uitsprak, dat zij nog menige
keer haar krachten beschikbaar zou stel
len voor de vereeniging, een wensch, die
wij gaarne ondersteunen, gezien of liever
gehoord de ernstig opgevatte en muzikaal
aanvoelende wijze, waarop zij zich den ge-
heelen avond van haar taak gekweten heeft.
Na de pauze kwam het hoofdwerk van
dezen avond „Athalia" van Mendelssohn-
Bartholdy, voor declamatie, soli, koor en
orkest.
Het verhaal, zooals het ons in het oude
treurspel van Racine gegeven wordt, is
weinig aantrekkelijk. Athalia, de Baal-aan-
bidster, die uit bloedwraak en heerschzucht
al haar verwanten vermoordt, opdat haar
God en haar macht in Israël onaantastbaar
zullen zijn, is geen persoon, die onze geest
drift kan wekken. Des te merkwaardiger is
het, dat twee componisten zich geroepen
hebben gevoeld, dit verhaal te dramatisee-
ren. Handel en Mendelssohn hebben beiden
den weedom van Israels geschiedenis in dien
zwarten tijd bezongen. Mendelssohn gaf in
zijn ouverture de schildering van Israëls lij
den en het koor verheerlijkte daarna zijn
Schepper in het plechtige„Herr, durch
die ganze Welt ist deine Macht verkün-
det". „Lob und Dank imd Anbetung sei
euwig dir gebracht".
De volledige „Athalia" met de uitvoerige
declamatiepartij wordt zelden gegeven. Men
houdt zich gewoonlijk alleen aan het muzi
kale gedeelte met de koren, die dan een
eenigszins onvolledigen indruk maken, om
dat de draad van het verhaal dan telkens
afbreekt. De koren geven de stemming
weer, die het verhaal bij de toehoorders
moet wekken en als zoodanig is de decla
matie hier een onmisbaar deel. Merkwaardig
is het, dat de dichter Eduard Devrient na
de voltooiing van het werk deze rijmlooze
verzen schreef en met fijn gevoel de leem
ten aanvulde tusschen de verschillende mu
zikale gedeelten, zoodat hij den indruk ver
mocht te wekken, dat niet de componist,
maar de dichter het eerst aan het werk is
geweest. Bijzonder bekend is geworden de
ouverture, waarvan het klaagmotief zich
later herhaalt in de koren en de „krijgs-
marsch der Priesters".
Wij mogen „Looft den Heer dankbaar
ziin, dat zij ons dir muzikale werk onver
kort heeft gebracht.
Voor het orkest kunnen wij niets anders
hebben clan lof. De declamatrice had geen
gemakkelijke taak. Gedeeltelijk mèt en ge
deeltelijk zonder orkestbegeleiding moest
ze den band leggen tusschen de koren en
ze deed het bezielend en met warme over
tuiging. Ze volgde nauwelijks de partij en
er rnoet een grondige studie aan vooraf
zijn gegaan, om deze vertolking zóó be-
heerscht en doorleefd tot ons te brengen.
Haar uitspraak was duidelijk en sommige
gedeelten werden tot een indrukwekkende
plechtigheid.
De sopraansoliste was in de geheele
Athalia uitstekend. We vinaen in ons tekst
boekje, dat nu als een herinnering naast
ons ligt, vele uitroepteekens als zoovele
bewijzen, dat zij ons bijzonder heeft ge
boeid en ook zonder die teekens zouden
wij het geweten hebben. Steeds gloedvoller
ging ten slotte geheel op in haar partij en
konden we ook bij haar bemerken, dat er
veel en ernstig gewerkt moet zijn om zon
der eenige wijfeling de lange en belangwek
kende taak tot een zoo goed einde te
brengen.
Om over de mezzo-sopraan, mejuffrouw
Aleid Goettsch uit Utrecht een voiledig oor
deel te kunnen uitspreken, zouden wij haar
in een andere partij moeten hooren. Nu
bestond haar werk hoofdzakelijk in het
zingen van de terzetten en duetten met de
andere solisten en konden we constateeren,
dat de twee sopranen mooi bij elkaar klem
den, terwijl de alt, die zwaarder geluid
had, zich zeer muzikaal aanpaste. Mejuf
frouw Jeanne van Emmerick uit Rotterdam
zal haar weg wel vinden in de kunst. Haar
warme timbre en het prachtige, soms ge-
passionneerde geluid, deed ons weldadig
aan en we hopen van harte haar nog eenige
keeren hier terug te zien. ZooweMn haar
solo's als in haar samenzang met anderen,
had ze de geluidskwaliteiten, die de be
voorrechten als zij zelve in staat stellen
duizenden menschen in hun leven van hun
hun geluid te laten genieten.
De koren waren prachtig van klankvolu
me en hadden een goedé verzorging van
uitspraak, wat bijzonder uitkwam «n het
„Wir harren aus in Frieden vertrauen fest
auf seine Huid".
Het koor, dat eindigt met den zin „Dein
Lied soli stets in meinem Munde sein", was
van dien aard, dat we de grootste bewon
dering hebben voor den dirigent, die in
zóó'n korten tijd dit koor heeft weten op te
voeren tot een vereeniging, die onder de
eersten van deze stad genoemd mag wor-
oen. Wij kunnen dan ook niet beter doen
dan hem geluk te wenschen met dit zeer
verdiende succes.
Dat er zich vele nieuwe begunstigers
hebben opgegeven, verwondert ons niet en
zal voor leider en leden een steun zijn voort
te gaan op dezen weg van ernstig studee-
ren. Zij' hebben bereikt, dat bij de meesten
een indruk van iets zeer goeds zal zijn
achtergebleven en de belangstelling voor
een volgend concert zal zoo mogelijk nog
grooter zijn, zoodat ze in ae toekomst ge
noodzaakt zullen wezen hun concerten
twee avonden achter elkaar te geven.
Ds. Voorhoeve dankte den heer Höfelein
en allen, die hadden medegewerkt en be
sloot dezen avond met dankzegging.
Uit de praktijk van het schoolarts wezen.
Over bovengenoemd onderwerp heeft de
heer dr. A. P. Smitt gisteren voor het Insti
tuut voor Arbeidersontwikkeling in „de
Oude Vriendschap" een lezing gehouden.
Nadat de voorzitter van het instituut, de
heer J. de Meij, zijn vreugde er over had
uitgesproken, dat de opkomst zoo goed
was, in aanmerking genomen het groot
aantal zieken in de stad, deelde hij mede,
dat, toen het inschrijven van leden voor de
vereeniging „Artikel 188" eenigen tijd aan
den gang was, gisterenavond door den
commissaris van politie beslag werd gelegd
cp alles, wat zich daar bevond lijsten,
kaarten en geld waartegen hij protes
teerde. Er zal zoo noodig een civiele actie
worden ingesteld. Over de meening van
den rechtskundigen raadsman zal niets ge
zegd worden, maar spreker is nog steeds
cvertuigd, dat er geen onrechtmatige daad
is begaan. Mocht het gelukken het afdraai
en van de film hier te beletten, dan is het
zoo goëd als zeker, dat ze in Middelburg
nog tot Zondagavond blijft draaien, daar
zullen de Vlissingers het dan moeten gaan
zien, indien ze er belang in stellen, wat
spreker een zeer ongezonde toestand
noemt. Wat de inbeslaggenomen gelden be
treft, zei spreker, dat ze bij terugontvangst
terugbetaald zullen worden aan degenen,