11888 1904 v. 1918 DONDERDAG 9 DECEMBER UK IWATTA-SPICOUAS BER eitü I ^ge levard ante levard lts f 5.- 3m, Postbox 511 BINNENLAND Stads= en Provincienieuws &WATTA55ci dAR£V-REEP Beter dan Goed: DE BESTE -N0.290 64e Jaar^an^ i 1926 VLISSINGSCHE COURANT Dit nummer bestaat uit 2 bladen >m deze tuigt U, egens plaatsgebrek,! BLEMENT, lieuw. Te bevragen:.] ngsche Courant". uur itknippen J m 3.Si 3 geoorloofde ïn Groep B ende prijzen f 120.000- f 72.000- f 60.000- f 48.000.- f 36.000- f 30.000.- f 28.800- f 7 200- f 14.400- f 14 400- f 28.800- t 23 616- f 43 200- f 57.600- f 113 400- f 697.416- in contanten, lot een prijs I ir iere trekking, -franco, Jen door de Obligatiebank 300.-. Hooftstr. 165 renden aan de Vliss. Courant iroep B elke in postze- unnen worden rding van bet de aanstaande nemen. gratis-franco. lelijk schrijven. ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren f 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE PRIJS Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij vooruitbetaling van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. KAMER-OVERZICHT Tweede Kamer. Vergadering van Woensdag 8 December. Arbeid. Financiën. De begrooting voor Arbeid is afgehan deld eni de Minister is er zonder veel kleer scheuren afgekomen. Het kan niet gezegd worden dat hij een gevoel van tevredenheid bij de leden heeft gewekt, maar de drei gende buien die boven zijn departement opkwamen, zijn voor het oogenblik over gedreven, al blijft in de verte het gerommel van een naderend onweer voortdurend hoorbaar. Een indruk van een vastbesloten staatsman, die precies weet wat hij wil en op een vast doel recht-af gaat, maakt hij niet, maar het zou stellig moeielijk zijn voor dit departement een titularis te vinden die aan dezen eisch voldeed. Het blijft zoeken en tasten naar den juisten weg in de Sociale wetgeving en daarbij komt nóg steeds dat het niet te veel geld mag kosten. Deze Minister zal spoedig met belang rijke voorstellien moeten komen wil hij niet er aan bloot staan, dat hem onaangenaam heden in de Kamer wachten. Er is al een achterstand in de afwerking der wetgeving op sociaal gebied en men verlangt niet langer theorie en studie maar daden. Wij vreezen dat deze Minister nog voor vele heete vuren zal komen te staan en dat hij zich daaraan nog wel eens dikwijls zal branden. Het is éen ondankbaar departe ment omdat over geen onderwerp een stemmigheid in de Kamer valt te consta teren. De begrooting -voor Financiën riep al aanstonds niet minder dan 21 sprekers in het geweer. Het waren natuurlijk allerlei detailpunten die 'behandeld werdén. Zoo wees de héér Deckers er eens op, dat het aantal pleiziervaartuigen ih den Iaatstén tijd zeer sterk is verminderd, o.a. als gevolg van de daarop gehéven belasting. Deze belas ting brengt op dit oogenblik 64 mille op en kost aan perceptie-kosten l/2 mille, een verhouding die. ongunstig' is en die er op wijst dat dit soort belasting niet gewënscht is. Vergisèeh wij ons niet dan heeft de Minister al eens gezegd, dat hij voor deze belasting pok niet veel voelde maar nu zij er eenmaal was, handhaafde hij ze toch maar. Als zë er niet was zou hij ze niet voorstellen. Een geliefd onderwerp bij deze begroo ting is altijd weer de achterstand bij de inning der belastingen. Al is die reeds ge deeltelijk ingehaald, toch is de zaak niet geheel in orde en verschillende leden bleven weer aandringen op sneller afwerking en vooral vroeger uitreiken der belasting biljetten. Een puntje van algemeen belang, maar niet direct verbandhoudend met deze be grooting, behandelde de heer Albarda, nl. de houding der Regeering tegenover de bekende moties die onlangs bij het alge meen debat zijn aangenomen. De Regee ring voert die moties niet uit omdat de fi- nanciëm het niet toelaten. In totaal zoude de uitvoering 20 millioen gulden kosten en dat geld is er op geen stukken na. De uit voering dér; motieSuring (invoering van het 7e leerjaar) is wel het eerste punt dat de Regeering wil ter hand nemen als er geld is, Natuurlijk betreurde de heer Al barda deze hoiiding der Regeering en hij constateerde, dat ér feitelijk een conflict is ontstaan tusscheh Regeering en Kamer. De Regeerïng ho.ppt dat eenig overleg mogelijk zal zijn en dat zij dan uit dé impasse zou komen. Natuurlijk wilde de heer Albarda van eenig terugkrabbelen niet weten en zijn bedoeling was dan ook de Kamer nog ëens op te roepen om stand te houden, opdat de Regeering de consequenties zal aan vaarden. Dfe intermezzo-Regeering zal ech ter die consequenties stellig naast zich neerleggen, want de Kamer heeft geen middel om haar te dwingen. Zelfs een mo tie van afkeuring zou de Regeering naast zich neerleggen. De schuld voor dezen onmogelijken toe stand gaf de heer Albarda aan de Katho lieke partij, die democratische gebaren doet maar nalaat de consequenties daarvan te aanvaarden. Die consequenties zouden daarin moeten bestaan dat zij nu meehelpt om het Kabinet te doen vallen en daarna om met de heusche democraten een Regee- ritvg te vormen. Door dit niet te willen blijft Minister De Geer rustig zitten en deponeert uitspraken van de Kamer in de prullemand. Natuurlijk heeft dit politieke speechje niet veel té beduiden het was meer een uiting van spijt en machteloos heid dan van een pogen om de zaak nader lot een oplossing te brengen. |n verband met deze moties vermelden wij dat de heer Suring, de vader der motie in zake het zevende leerjaar, den Minister aantoonde dat om de financiën de uitvoe ring van zijn motie niet behoefde achter wege te blijven-, aangezien de begrooting nog een overzicht van 5'/2 millioen aan wijst, terwijl voor die uitvoering maar 4 millioen noodig is. Natuurlijk gaat de Mi nister daarop niet in. Het plan is immers voorshands de gelegenheid te openen om een 7e leerjaar op te richten en nog geen algemeene verplichting te steilen. Op die wijze krijgt men ook een geleidelijken over gang naar een herstel der vroegere rege ling, die uit zuinigheidsoverwegingen is ingetrokken. De Leerplicht voor het 7e leerjaar komt dan later wel, als gebleken is dat een algemeene doorvoering van het 7e leerjaar mogelijk is. Tal van andere punten vonden leden die daarvan belangrijke kwesties maakten. De afschaffing der registratie-rechten bij ver koop! ngen van coöperatieve vereenigingen onderling werd door den heer Leenstra bepleit. De Minister zal daarop niet ingaan, evenmin op het pleidooi van den heer Van Rappard om te geraken tot afschaffing van den; vleeschaccijns. Wenschen over de forensen-belasting hebben thans ook niet veel zin nu deze aangelegenheid spoedig aan de orde zal komen. Inderdaad behoeft ze dringend herziening want herwordt hoe langer hoe. moeielijker uit den cffaos wijs te worden. Alles wat gaat in de richting van belas tingverlaging wijst -de Regeering op dit oogenblik af evenals alles wat zou leiden tot verzwaring van het budget. Vandaar dat zij de negen millioen die de geslacht accijns opbrengt, niet wil missen maar ook niet ingaat op de motie—Bulten „in zake den toeslag aan ambtenaren, die een dozijn millioen zou kosten. In dit opzicht houdt de Minister krachtig voet bij stuk en hij kan dat doen omdat hij „slechts" een intermez zo-minister is, die men wel kan wegkogelen maar die niet anders te vervangen is dan door een zelfde type dat dezelfde politiek moet volgen. Belasting-details behandelde de heer J. Ter Laan, die in dergelijke zaken speciali teit is. Hij wees o.a. op het loon-beslag, dat voor de belastingen wordt gelegd en dat den arbeiders veel te zwaar treft Op deze wijze ging het steeds voort. De heer Staalman mopperde weer over den tabaks-accijns, die volgens hem nog steeds ontdoken wordt. Het zal heusch niet aan den Minister liggën als daartegen niet krachtig wordt opgetreden. Wijziging der classificatie der gemeen ten! voor de personeele belasting is een jaarlijks weerkeerend punt. Men noemt die herziening urgent, o.a. met het oog op de veranderingen die ten plattenlande zijn ingetreden. De Minister is wel bereid dif punt ter hand te nemen, maar pas zijn de limieten gewijzigd de Eerste Kamer moet dit wetje nog behandelen en eerst als die zijn ingevoerd, zal de Minister na der overwegen. Wijziging van den drank-accijns, d.i. natuurlijk verlaging, ligt niet in de bedoe ling der Regeering omdat men vreest toe neming van het drankgebruik. Ook de drankbestrijders zijn tegen verlaging. De fraude is wel heel groot bij dezen accijns, maar daartegen wordt zoo krachtig moge lijk opgetreden, gelijk dit ook bij den ta baks-accijns geschiedt. Het debat verliep in kleine puntjes. Het eenige belangrijke was dat door den heer Albarda aangeroerd en op dit punt heeft de Minister een onwrikbaar standpunt, waar van hij niet afwijkt. Hij heeft belasting verlagingen ingediend zij zijn aangeno men en nu zal een overschot der inkom sten niet in de eerste plaats weer dienen voor dergelijke verlaging. Drie puntjes heeft de Regeering liog op haar repertoire, waarvan er één de afschaf fing der speelkaarten-belasting, al tot stand is gekomen. De andere zijn de fiscale verzachtingen ten behoeve van het behoud van natuur schoon, d.i. vermindering der belasting op het bezit van bosschen, èn voorts het ont werp ter zake vam de inkomstenbelasting om de verliezen in het ééne jaar geleden in compensatie te brengen met winsten van een ander jaar. Maar daarmede is het voorloopig uit. Blijken er overschotten te ontstaan in de schatkist, dan zal de Regeering in de mo tieSuring een aanwijzing zien voor het geen de Kamer wil en dat wil de Regeering zelf ook. Het Nederlandsch-Belgisch verdrag. In het Koloniaal Museum te Amsterdam is gisterenavond een druk bezochte verga dering gehouden van het Nationaal Comité van Actie tegen het verdrag met België. Daar werd o.a. het woord gevoerd door mr. J. Adriaanse, lid der Prov. Staten van Zeeland, die zeide, dat de Zeeuwen goede vrienden van België zijn, maar ook weten, dat de contracten goeci moeten zijn. Maar de Wielingenkwestie is in dit contract nog totaal niet geregeld, wat aanleiding, in de eerste plaats voor de Zeeuwen, zal geven tot chicane. De regeling van het loodswezen behoort administratief geregel te worden en niet in het tractaat. Een ander bezwaar is, dat onze jurisdic tie wordt opgeheven, zoodat, als schade aan de oeverdediging b.v. wordt gedaan, dan kunnen wij niets er aan doen. Dan nemen we minister van Karnebeek kwalijk, dat inplaats van ons waterstaats bestuur een commissie van beheer komt, waarboven een permanent scheidsgerecht, bestaande uit drie leden, waarvan twee, de Belg en de Nederlander te zamen een voorzitter moeten kiezen, die heelemaal niets met de zaak te maken heeft En die commissie moet in hoogste instantie beslis sen, hoe onze dijken moeten worden be handeld. De aanneming van dit verdrag is pernicieus en zeker niet in de allerlaatste plaats voor de vrijheid van Zeeland. Een der leden betoogde nadrukkelijk, dat de heffing ten aanzien van autobussen en vrachtauto's te hoog is. Het bedrijfsleven mag niet te zwaar worden belast, omdat dit in strijd met het algpmeen belang zou zijn. Voorts achtte men het o.a. niet juist, dat als maatstaf het gewicht van den auto wordt genomen. Zou hei niet beter zijn, zoo vroeg men, om daarnaast ook rekening te houden met het aantal kilometers, die een auto heeft afgelegd Hiertegen werd anderzijds betoogd, dat zeer zeker de gewichtsmaatstaf de meest juiste is, want de zware auto's vernielen de wegen het meest en net zijn dikwijls juist de zware vrachtauto's die een intensief verkeer op korte afstanden onderhouden, zoodat de kilometermaatstaf niet voldoende zou zijn. Een ander bezwaar werd gezien in de meervoudige heffing van automobielen. Ook tegen vorming van speciale fondsen uit de opbrengst van bepaalde bestem mingsbelastingen werd bezwaar gemaakt. Daartegenover werd opgemerkt, dat het hier alleen geldt fondsvorming door afzon derlijke boeking. Al het geld zal in de alge meen e schatkist worden gestort. Eenige leden achtten het een groot be zwaar, dat de overgangen over de groote rivieren voor rekening van het wegenfonds worden gebracht. Belgische onderscheidingen. De koning van België heeft benoemd tot grootofficier in de Kroonorde den schout bij-nacht K. F. Sluys, chef van den marine staf, en tot ridder in die orde jhr. C. E. J. M. Verheyen, ordonnance-officier van de koningin, die beiden waren toegevoegd aan Hr. Ms. gezant te Brussel, jhr. van Vreeden- burch, toen deze de koningin in bijzondere zending vertegenwoordigde bij de 'kerkelij ke plechtigheid van het huwelijk van den hertog van Brabant met prinses Astrid ran Zweden. Bevordering van het badleven. Opgericht is de vereeniging ter bevorde ring van het Badleven in Nederland (goed gekeurd bij Kon. bestuit van 16 September 1926 no. 32). Voorzitter: J. Batenburg, Scheveningschelaan 109, Den Haag. De vereeniging stelt zich ten doel het bezoek van vreemdelingen, zoowel als van Nederlanders aan de Nederlandsche bad plaatsen te bevorderen. Met medewerking van de vereeniging zal worden uitgegeven de Badgids voor Neder land, welke gids een wegwijzer wenscht te zijn voor hen, die de Nederlandsche bad plaatsen willen bezoeken. De wegenbelasting. Volgens het voorloopig verslag der Eer ste Kamer over het wetsontwerp betreffen de het heffen van een belasting en treffen van verdere voorzieningen ten behoeve van openbare verkeerswegen re land, werden ernstige bezwaren tegen de nieuwe belas ting der motorrijtuigen te berde gebracht. Nederlandsch fabrikaat Het bestuur van de vereeniging „Neder landse h Fabrikaat" heeft aan ir. Th. W. Mundt, ingenieur der Nederlandsche spoor wegen, den zilveren eerepenning der ver eeniging toegekend wegens het feit, dat de heer Mundt eên systeem locomotief-draai schijf heeft ontworpen, waardoor deze, die voorheen in het buitenland gemaakt ber den, in vrijwel onbeperkte lengte hier te lande kunnen worden gemaakt. Het voordeel van deze uitvinding bestaat niet alleen in de goede gangbaarheid van deze draaischijven, doch ook in het feit, dat de aanschaffingsprijzen lager zijn ge worden. De aanmaak van de locomotief-draai schijf systeem-Mundt kan worden be schouwd als een blijvende verbetering en een aanwinst voor de Nederlandsche me taalindustrie. Ten behoeve van de Ned. Scheepsbouw Maatschappij. De Nederlandsche Scheepsbouw maat schappij heeft naar Burg. en Weth. van Amsterdam den raad mededeelen te hun ner kennis gebracht, dat de wateren om haar terreinen aan de Noordzijde van het IJ, waarop haar nieuwe werven zijn geves tigd, een zoo geringe diepte hebben, dat daardoor de uitoefening van haar bedrijf ten zeerste wordt bemoeilijlct, zoo niet on mogelijk gemaakt. Zij heeft daarom ver zocht te wjjlen bevorderen, dat deze wate ren op een voldoende diepte worden ge bracht. Burg. en Weth. meenen dat aan dit ver zoek moet worden voldaan. Zij hebben een plan voor de uitdieping van de genoemde gedeelten water doen opmaken. De kosten hiervan zijn geraamd op 105.000, welk bedrag Burg. en Weth. voorstellen ter uit voering van de bedoelde werkzaamheden te hunner beschikking te stellen. VLISSINGEN, 9 DECEMBER. Het Nederlandsch-Belgisch verdrag. Wij vernemen dat het comité voor het verzamelen van handteekéningen op het adres aan de Eerste Kamer inzake het Nederlandsch-Belgische verdrag Woensdag a.s. bijeenkomt en spoedig daarna de ge legenheid tot teekenen zal worden gege ven. Dit naar aanleiding van het ingezon den stuk van gisteren. Voorstel aan den gemeenteraad. JDoor Burg. en Weth. is nog het volgende voorstel aan den gemeenteraad gedaan In een overgelegden brief brengt het Col lege van Regenten over het Gasthuis onder onze aandacht, dat het niet mogelijk is ge- 'bleken tegen het thans geldende salaris, bedragende in maximum ƒ775, vacatures van gediplomeerd verpleegster aan te vul len, weshalve het zich genoodzaakt gezien heeft een andere salarisregeling te ont werpen. Rekening houdende met de in andere zie kenhuizen van gelijken omvang geldende salarissen hebben Regenten na rijpe over weging besloten ons v.oor te stellen, te be vorderen, dat het salaris voor gediplomeer de verpleegsters worde bepaald op 700 tot 1000 met 3 jaarïijksche verhoogingen van 100, waartm zij het vertrouwen uit- spreken, dat zich alsdan wel voldoende sol- hcitanten zullen aanmelden. Waar het salaris van de eerste verpleeg ster volgens de huidige regeling 100 meer bedraagt dan voor de andere verpleegsters, zou het salaris voor die verpleegsters thans derhalve vastgesteld moeten worden op 800 tot 1100, ingaande 1 Januari 1927. Het salaris van de suppooste op de vrou wenzaal bedraagt thans 275 tot 575, zijn de ƒ100 minder dan voor de naai-, linnen- en kookjuffrouw. Bovendien genoot de tegen woordige suppooste op de boven-vrouwen- afdeeling, toen ze als kookjuffrouw aftrad, een salaris van 675, hetwelk zij behouden heeft. Voorts is in den loop van dit jaar een suppoost voor de mannenafdeeling aangesteld op een salaris van 375 tot 675, wijl voor 275 geen geschikte per soon te krijgen was. In verband hiermede wenschen Regenten het salaris voor de sup poosten te bepalen op 375 tot 675, waarbij dan tevens de jaarïijksche verhoo gingen van 25 gewijzigd zouden kunnen worden in jaarïijksche verhoogingen van Ten slotte geven Regenten nog enkele veranderingen in overweging, welke echter van zeer ondergeschikt belang zijn, o.a. hierin bestaande, dat den leerling-verpleeg sters bij het behalen van het diploma zie kenverpleging, indien zij niet tot gediplo meerd verpleegster aangesteld worden, een salarisverhooging ad 100 zal worden toegekend. Wij kunnen ons met bovenstaande rege ling geheel vereenigen, met uitzondering evenwel van de voorgestelde verhoogingen ad 100 per jaar, welke niet passen in het systeem der in deze gemeente geldende sa larisregelingen. Immers, aan het gemeente- personeel worden in het algemeen periodie ke verhoogingen toegekend ad 50 per jaar of 100 om de twee jaar. Bij het Gast huis treft men een tweetal uitzonderingen op dezen regel aan te weten de directrice en de secretaris-rentmeester, voor welke functies jaarïijksche verhoogingen van 100 gelden. Het komt ons niet raadzaam voor hieraan verdere uitbreiding te geven. Wij wenschen de regeling der periodieke verhoogingen te bepalen od 50 per jaar. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer uwen Raad voor te stellen de overgelegde salarisregeling voor het perso neel van het Gasthuis te wijzigen als volgt In plaats van de woorden „Suppooste vrouwenzaal 275575 (jaarïijksche ver hoogingen van 25)" te lezen „Sup- poost(e) vrouwen- en mannenafdeeling 375—675 (6 jaarïijksche verhoogingen van 50)". Te doen vervallen de woorden achter le verpleegster 475 enz. t/m diploma's 50" en daarvoor te lezen f 800—1100 (6 jaarïijksche verhoogingen van 50)". In te voegen vóór de woorden „Leer ling-verpleegster enz." „Gediplomeerde verpleegster 7001000 (6 jaarïijksche verhoogingen van 50)". Toe te voegen aan de regeling geldende voor de leerling-verpleegsters „Indien het diploma ziekenverpleging door een leerling verpleegster wordt verkregen, terwijl er voor haar geen plaats is voor aanstelling als gediplomeerd verpleegster of zij niet als zoodanig aangesteld wordt, wordt toch een verhooging van 100 toegekend". Aan het slot van de salarisregeling toe te voegen de zin „Verhoogingen worden slechts ingehouden bij gebleken' ongeschikt heid". Ten slotte stellen wij nog voor boven omschreven wijzigingen op 1 Januari 1927 te doen ingaan en Regenten te machtigen bij infunctietreding van nieuw te benoemen gediplomeerde verpleegsters vóór 1 Janu ari a.s., direct de nieuwe regeling toe te passen. Zijn Theosofische Leeringen te bewijzen Over bovenstaand onderwerp hield mr. dr. Albers uit Den Haag gisterenavond in „de Oude Vriendschap" een voordracht voor een zeer aandachtig gehoor. Spreker begon met te zeggen, dat deze vraag wel dikwijls zoowel bij bestuurders der Theoso fie als bij hen, die ermede in aanraking komen, moet opkomen. Doch vóór men over bewijzen kan gaan spreken, moet eerst worden bepaald, wat onder Theoso fie wordt verstaan, en wat er dus redelij kerwijs voor bewijs kan worden verlangd. Men verlangt feitenbewijzen, doch vergeet, dat het weten van feiten nog geen kennis is bovendien is dat, wat feiten zijn voor iemand, wiens zintuigen, verder ontwikkeld zijn dan die van een ander, moeilijk bij dezen als bewijsmateriaal aan te voeren. Er moet in de eerste plaats begrepen worden, dat w ij s h e i d alleen verkregen kan worden in onszelf en uit onszelf. Wanneer iemand dus naar een oplossing zoekt van de wereldraadselen, dan moet hij zelf aan 't werk gaan, in zichzelf tot klaarheid ko men. Boeken kunnen daarbij enkel den weg aangeven, doch het eigenlijke werk moet ieder voor zich doen. Daarom stelt de The osoof zich tot taak, zelf te zoeken naar de groote Grondwetten volgens welke Gods Plan evolueert en tracht hij zijn gegevens te putten uit de combinatie Wetenschap, Godsdienst en Wijsbegeerte. De Waarheid, waarnaar hij zoekt noemt hij Theosofia (Theos God, Sophia Wijsheid). Voorschriften van alle Godsdiensten ko men met elkaar overeen, maar de Theosoof wil iets meer, hij wil weten 't hoe en waarom, kën zich niet tevreden stellen met een „er staat geschreven", en daarom stu deert hij en geeft zich geheel aan zijn stu die, omdat het gaat om het hoogste goed. Toch is Theosofie daarom niet alleen be stemd voor geleerde menschen, maar is ze een gids voor het leven voor iedereen. Ook aan zijn moreelen. aard werkt de Theosoof, want het komt er meer op aan wat een mensch i s dan wat hij weet. Hij huldigt het woord wees rein van hart, en hij studeert om te kunnen komen tot die rein heid van hart, die hém in staat stelt een degelijke levensopvatting op te bouwen hierin ligt juist de groote waarde der Theosofie. Na dezé inleiding gaf spreker enkele uit spraken van vooraanstaande Theosofen, waaruit bleek, dat enkel wordt verlangd, dat de Theosofische stellingen zullen wor den overdacht, om pas te worden verwor pen, als ze blijken zouden, niet te voldoen. Theosofie is niet iets nieuws of een uitvin ding van H. P. Blavatsky, maar is de Al oude Wijsheid in een nieuw kleed, waarvan gedeelten te vinden zijn. in alle Godsdien sten en Wijsbegeerten, terwijl' de Weten schap van verscheidene Theosofische lee- ringen bewijzen geeft. Waar de Weten schap volgens de inductieve methode en de Theosofie volgens de deductieve metho de te werk gaat, kan het zijn, dat de Theo sofie met uitspraken voor den dag komt, waar de Wetenschap nog niet aan toe is. Spreker noemde o.a. als voorbeelden van Theosofische leeringen, die eerst door de Wetenschap bespot, doch later door haar zijn bevestigd dat er geen doode stof be staat, doch iedere vorm door leven is be zield de oneindige deelbaarheid der ato men en de atomentheorie, die behelst, dat alle atomen zijn opgebouwd uit beweging (electriciteit). Als het gaat om bewijzen dan moet men zich afvragen of worden bedoeld bewijzen voor het verstand of voor intuitie (zuivere rede) en hier stelde spreker tegenover elkaar kennis langs proefondervindelijken weg verkregen, en kennis, die eerst een denkbeeld vormt en deze door latere proe ven gaat bewijzen. Deze laatste kennis is hooger, omdat dit zedelijk weten is, dat zonder ervaring is verkregen, en dus kennis is, die uit den. mensch zelf voortkomt. Het verstand is slechts een trap hiertoe. Door in te keeren tot de „binnenkamer" komt men tot de kennis der intuitie. Spreker her innerde aan het bijbelwoord „Gij zijt Goden", en wees erop, hoe men kan leeren, de dingen innerlijk aan te voelen. Toch kunnen verstandelijke bewijzen gegeven worden en hiertoe koos spreker uit enkele grondstellingen uit de Geheime Leer van H. P. Blavatsky. 1). Er is een Alomtegenwoordige Eeuwi ge Werkelijkheid. Spreker vond, dat hier voor wel geen bewijs noodig was, want is er een betere definitie van God mogelijk, waar aan het Goddelijke geen enkele be perking kan worden opgelegd. 2). Het Werkelijke gaat boven openba ring. Ook hiervoor is be\vijs niet moeilijk. De werkelijkheid is het leven, dat de vor men bezieltde vormen gaan voorbij, het inwonende leven, het goddelijke, werke lijke blijft bestaan, 3). Het Goddelijke geeft zich als twee voudigheid en openbaart zich als een drie voudigheid. De tweevoudigheid laat zich zien in stof en leven. Er is geen leven zon der stof en geen stof zonder bezielend le ven. Als de openbaring een levend geheel is, als leven op stof inwerkt, dan is er ook een verband tusschen beide, dat het 3e deel der drievoudigheid vormt 4). Wet van Periodiciteit. Deze is overal waar te nemen in de tegenstellingen Wïn- ter-Zomer, licht-duisternis, in- en uitade ming, openbaring-niet-openbaring. 5). Er is een fundamenteele eenheid van alle zielen met de Goddelijke Overziel. Dit wordt bevestigd door de uitspraak Gij zijt Goden. Ieder zal bovendien wel ervaringen hebben over het feit, dat men het godde lijke kan kennen naarmate men het in zich zelf heeft. 6) Om bij de Wetten van Karma en Reïncarnatie stil te staan zou op zichzelf een of meer avonden behoeven. Spreker wees er echter op, dat zonder deze het wereldgebeuren niet is te verklaren, als vooropgesteld wordt de Goddelijke Liefde en Rechtvaardigheid. Werkelijk bewijs ligt niet in verstandelijk redeneeren, aldus spreker. Redeneering kan niet dwingen, ze kan enkel helpen om tot innerlijk weten te komen. Spreker eindigde zijn kernachtige voordracht met de woor den Theosofie moet niet alleen bestu deerd, maar ook beleefd worden, dan komt men tot dit innerlijk weten, krachtens deze waarheid „Het Koninkrijk Gods ligt bin nen. in U". De maildienst der stoomvaart-maatschappij „Zeeland". Met ingang van 1 Januari a.s. zal de route der mailbooten van de stoomvaart maatschappij „Zeeland" worden verlegd van Folkestone naar Harwich. Het traject VlissingenHarwich is ongeveer even groot als dat van Vlissingen naar Folkesto ne, terwijl ook de treinreis Harwich Londen gelijk is aan die van Londen naar Folkestone. Algemeene Militaire Pensioenbond. De afdeeling Vlissingen van den Atge- meenen Militairen Pensioenbond vergader de gisterenavond in de bovenzaal van „De Oude Vriendschap". Ingekomen was een. schrijven van den heer Hillinga, voorzitter van de afdeeling Vlissingen van den A. M. P., dat hij be dankt als lid der afdeeling wegens treurige familie-omstandigheden en wegens vertrek uit de gemeente. De heer Hillinga opende deze slecht be zochte vergadering en neemt afscheid van het bestuur en leden, en zegt o.m. dat het hem sp«jt te moeten bedanken als lid der afdeeling Vlissingen van den A. M. P., waarvan hij één van Ue mede-oprichters is en steeds heeft medegevoeld het lot den oud-gepensionneerden aangedaan. De secretaris dankte den heer Hillinga voor al hetgeen hij heeft gedaan in het be-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1