11888
1904
v. 1918
DONDERDAG 9 DECEMBER
UK
IWATTA-SPICOUAS
BER
eitü
I
^ge
levard
ante
levard
lts f 5.-
3m, Postbox 511
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
&WATTA55ci
dAR£V-REEP
Beter dan Goed: DE BESTE
-N0.290
64e Jaar^an^ i
1926
VLISSINGSCHE COURANT
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
>m deze
tuigt U,
egens plaatsgebrek,!
BLEMENT,
lieuw. Te bevragen:.]
ngsche Courant".
uur
itknippen
J m 3.Si
3
geoorloofde
ïn Groep B
ende prijzen
f 120.000-
f 72.000-
f 60.000-
f 48.000.-
f 36.000-
f 30.000.-
f 28.800-
f 7 200-
f 14.400-
f 14 400-
f 28.800-
t 23 616-
f 43 200-
f 57.600-
f 113 400-
f 697.416-
in contanten,
lot een prijs I
ir
iere trekking,
-franco,
Jen door de
Obligatiebank
300.-.
Hooftstr. 165
renden aan de
Vliss. Courant
iroep B
elke in postze-
unnen worden
rding van bet
de aanstaande
nemen.
gratis-franco.
lelijk schrijven.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren f 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE PRIJS
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels 0.75, elke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
KAMER-OVERZICHT
Tweede Kamer.
Vergadering van Woensdag 8 December.
Arbeid. Financiën.
De begrooting voor Arbeid is afgehan
deld eni de Minister is er zonder veel kleer
scheuren afgekomen. Het kan niet gezegd
worden dat hij een gevoel van tevredenheid
bij de leden heeft gewekt, maar de drei
gende buien die boven zijn departement
opkwamen, zijn voor het oogenblik over
gedreven, al blijft in de verte het gerommel
van een naderend onweer voortdurend
hoorbaar. Een indruk van een vastbesloten
staatsman, die precies weet wat hij wil en
op een vast doel recht-af gaat, maakt hij
niet, maar het zou stellig moeielijk zijn
voor dit departement een titularis te vinden
die aan dezen eisch voldeed. Het blijft
zoeken en tasten naar den juisten weg in
de Sociale wetgeving en daarbij komt nóg
steeds dat het niet te veel geld mag kosten.
Deze Minister zal spoedig met belang
rijke voorstellien moeten komen wil hij niet
er aan bloot staan, dat hem onaangenaam
heden in de Kamer wachten. Er is al een
achterstand in de afwerking der wetgeving
op sociaal gebied en men verlangt niet
langer theorie en studie maar daden. Wij
vreezen dat deze Minister nog voor vele
heete vuren zal komen te staan en dat hij
zich daaraan nog wel eens dikwijls zal
branden. Het is éen ondankbaar departe
ment omdat over geen onderwerp een
stemmigheid in de Kamer valt te consta
teren.
De begrooting -voor Financiën riep al
aanstonds niet minder dan 21 sprekers in
het geweer. Het waren natuurlijk allerlei
detailpunten die 'behandeld werdén. Zoo
wees de héér Deckers er eens op, dat het
aantal pleiziervaartuigen ih den Iaatstén tijd
zeer sterk is verminderd, o.a. als gevolg van
de daarop gehéven belasting. Deze belas
ting brengt op dit oogenblik 64 mille op en
kost aan perceptie-kosten l/2 mille, een
verhouding die. ongunstig' is en die er op
wijst dat dit soort belasting niet gewënscht
is. Vergisèeh wij ons niet dan heeft de
Minister al eens gezegd, dat hij voor deze
belasting pok niet veel voelde maar nu zij
er eenmaal was, handhaafde hij ze toch
maar. Als zë er niet was zou hij ze niet
voorstellen.
Een geliefd onderwerp bij deze begroo
ting is altijd weer de achterstand bij de
inning der belastingen. Al is die reeds ge
deeltelijk ingehaald, toch is de zaak niet
geheel in orde en verschillende leden bleven
weer aandringen op sneller afwerking en
vooral vroeger uitreiken der belasting
biljetten.
Een puntje van algemeen belang, maar
niet direct verbandhoudend met deze be
grooting, behandelde de heer Albarda, nl.
de houding der Regeering tegenover de
bekende moties die onlangs bij het alge
meen debat zijn aangenomen. De Regee
ring voert die moties niet uit omdat de fi-
nanciëm het niet toelaten. In totaal zoude
de uitvoering 20 millioen gulden kosten en
dat geld is er op geen stukken na. De uit
voering dér; motieSuring (invoering van
het 7e leerjaar) is wel het eerste punt dat
de Regeering wil ter hand nemen als er
geld is, Natuurlijk betreurde de heer Al
barda deze hoiiding der Regeering en hij
constateerde, dat ér feitelijk een conflict is
ontstaan tusscheh Regeering en Kamer. De
Regeerïng ho.ppt dat eenig overleg mogelijk
zal zijn en dat zij dan uit dé impasse zou
komen. Natuurlijk wilde de heer Albarda
van eenig terugkrabbelen niet weten en zijn
bedoeling was dan ook de Kamer nog ëens
op te roepen om stand te houden, opdat
de Regeering de consequenties zal aan
vaarden. Dfe intermezzo-Regeering zal ech
ter die consequenties stellig naast zich
neerleggen, want de Kamer heeft geen
middel om haar te dwingen. Zelfs een mo
tie van afkeuring zou de Regeering naast
zich neerleggen.
De schuld voor dezen onmogelijken toe
stand gaf de heer Albarda aan de Katho
lieke partij, die democratische gebaren
doet maar nalaat de consequenties daarvan
te aanvaarden. Die consequenties zouden
daarin moeten bestaan dat zij nu meehelpt
om het Kabinet te doen vallen en daarna
om met de heusche democraten een Regee-
ritvg te vormen. Door dit niet te willen
blijft Minister De Geer rustig zitten en
deponeert uitspraken van de Kamer in de
prullemand. Natuurlijk heeft dit politieke
speechje niet veel té beduiden het was
meer een uiting van spijt en machteloos
heid dan van een pogen om de zaak nader
lot een oplossing te brengen.
|n verband met deze moties vermelden
wij dat de heer Suring, de vader der motie
in zake het zevende leerjaar, den Minister
aantoonde dat om de financiën de uitvoe
ring van zijn motie niet behoefde achter
wege te blijven-, aangezien de begrooting
nog een overzicht van 5'/2 millioen aan
wijst, terwijl voor die uitvoering maar 4
millioen noodig is. Natuurlijk gaat de Mi
nister daarop niet in. Het plan is immers
voorshands de gelegenheid te openen om
een 7e leerjaar op te richten en nog geen
algemeene verplichting te steilen. Op die
wijze krijgt men ook een geleidelijken over
gang naar een herstel der vroegere rege
ling, die uit zuinigheidsoverwegingen is
ingetrokken. De Leerplicht voor het 7e
leerjaar komt dan later wel, als gebleken
is dat een algemeene doorvoering van het
7e leerjaar mogelijk is.
Tal van andere punten vonden leden die
daarvan belangrijke kwesties maakten. De
afschaffing der registratie-rechten bij ver
koop! ngen van coöperatieve vereenigingen
onderling werd door den heer Leenstra
bepleit. De Minister zal daarop niet ingaan,
evenmin op het pleidooi van den heer Van
Rappard om te geraken tot afschaffing van
den; vleeschaccijns. Wenschen over de
forensen-belasting hebben thans ook niet
veel zin nu deze aangelegenheid spoedig
aan de orde zal komen. Inderdaad behoeft
ze dringend herziening want herwordt hoe
langer hoe. moeielijker uit den cffaos wijs
te worden.
Alles wat gaat in de richting van belas
tingverlaging wijst -de Regeering op dit
oogenblik af evenals alles wat zou leiden
tot verzwaring van het budget. Vandaar
dat zij de negen millioen die de geslacht
accijns opbrengt, niet wil missen maar ook
niet ingaat op de motie—Bulten „in zake
den toeslag aan ambtenaren, die een dozijn
millioen zou kosten. In dit opzicht houdt de
Minister krachtig voet bij stuk en hij kan
dat doen omdat hij „slechts" een intermez
zo-minister is, die men wel kan wegkogelen
maar die niet anders te vervangen is dan
door een zelfde type dat dezelfde politiek
moet volgen.
Belasting-details behandelde de heer J.
Ter Laan, die in dergelijke zaken speciali
teit is. Hij wees o.a. op het loon-beslag,
dat voor de belastingen wordt gelegd en
dat den arbeiders veel te zwaar treft
Op deze wijze ging het steeds voort. De
heer Staalman mopperde weer over den
tabaks-accijns, die volgens hem nog steeds
ontdoken wordt. Het zal heusch niet aan
den Minister liggën als daartegen niet
krachtig wordt opgetreden.
Wijziging der classificatie der gemeen
ten! voor de personeele belasting is een
jaarlijks weerkeerend punt. Men noemt
die herziening urgent, o.a. met het oog op
de veranderingen die ten plattenlande zijn
ingetreden. De Minister is wel bereid dif
punt ter hand te nemen, maar pas zijn de
limieten gewijzigd de Eerste Kamer
moet dit wetje nog behandelen en eerst
als die zijn ingevoerd, zal de Minister na
der overwegen.
Wijziging van den drank-accijns, d.i.
natuurlijk verlaging, ligt niet in de bedoe
ling der Regeering omdat men vreest toe
neming van het drankgebruik. Ook de
drankbestrijders zijn tegen verlaging. De
fraude is wel heel groot bij dezen accijns,
maar daartegen wordt zoo krachtig moge
lijk opgetreden, gelijk dit ook bij den ta
baks-accijns geschiedt.
Het debat verliep in kleine puntjes. Het
eenige belangrijke was dat door den heer
Albarda aangeroerd en op dit punt heeft de
Minister een onwrikbaar standpunt, waar
van hij niet afwijkt. Hij heeft belasting
verlagingen ingediend zij zijn aangeno
men en nu zal een overschot der inkom
sten niet in de eerste plaats weer dienen
voor dergelijke verlaging.
Drie puntjes heeft de Regeering liog op
haar repertoire, waarvan er één de afschaf
fing der speelkaarten-belasting, al tot stand
is gekomen.
De andere zijn de fiscale verzachtingen
ten behoeve van het behoud van natuur
schoon, d.i. vermindering der belasting op
het bezit van bosschen, èn voorts het ont
werp ter zake vam de inkomstenbelasting
om de verliezen in het ééne jaar geleden
in compensatie te brengen met winsten van
een ander jaar.
Maar daarmede is het voorloopig uit.
Blijken er overschotten te ontstaan in de
schatkist, dan zal de Regeering in de mo
tieSuring een aanwijzing zien voor het
geen de Kamer wil en dat wil de Regeering
zelf ook.
Het Nederlandsch-Belgisch verdrag.
In het Koloniaal Museum te Amsterdam
is gisterenavond een druk bezochte verga
dering gehouden van het Nationaal Comité
van Actie tegen het verdrag met België.
Daar werd o.a. het woord gevoerd door
mr. J. Adriaanse, lid der Prov. Staten van
Zeeland, die zeide, dat de Zeeuwen goede
vrienden van België zijn, maar ook weten,
dat de contracten goeci moeten zijn. Maar
de Wielingenkwestie is in dit contract nog
totaal niet geregeld, wat aanleiding, in de
eerste plaats voor de Zeeuwen, zal geven
tot chicane. De regeling van het loodswezen
behoort administratief geregel te worden
en niet in het tractaat.
Een ander bezwaar is, dat onze jurisdic
tie wordt opgeheven, zoodat, als schade
aan de oeverdediging b.v. wordt gedaan,
dan kunnen wij niets er aan doen.
Dan nemen we minister van Karnebeek
kwalijk, dat inplaats van ons waterstaats
bestuur een commissie van beheer komt,
waarboven een permanent scheidsgerecht,
bestaande uit drie leden, waarvan twee,
de Belg en de Nederlander te zamen een
voorzitter moeten kiezen, die heelemaal
niets met de zaak te maken heeft En die
commissie moet in hoogste instantie beslis
sen, hoe onze dijken moeten worden be
handeld. De aanneming van dit verdrag is
pernicieus en zeker niet in de allerlaatste
plaats voor de vrijheid van Zeeland.
Een der leden betoogde nadrukkelijk, dat
de heffing ten aanzien van autobussen en
vrachtauto's te hoog is. Het bedrijfsleven
mag niet te zwaar worden belast, omdat
dit in strijd met het algpmeen belang zou
zijn.
Voorts achtte men het o.a. niet juist, dat
als maatstaf het gewicht van den auto
wordt genomen. Zou hei niet beter zijn,
zoo vroeg men, om daarnaast ook rekening
te houden met het aantal kilometers, die
een auto heeft afgelegd
Hiertegen werd anderzijds betoogd, dat
zeer zeker de gewichtsmaatstaf de meest
juiste is, want de zware auto's vernielen
de wegen het meest en net zijn dikwijls
juist de zware vrachtauto's die een intensief
verkeer op korte afstanden onderhouden,
zoodat de kilometermaatstaf niet voldoende
zou zijn.
Een ander bezwaar werd gezien in de
meervoudige heffing van automobielen.
Ook tegen vorming van speciale fondsen
uit de opbrengst van bepaalde bestem
mingsbelastingen werd bezwaar gemaakt.
Daartegenover werd opgemerkt, dat het
hier alleen geldt fondsvorming door afzon
derlijke boeking. Al het geld zal in de alge
meen e schatkist worden gestort.
Eenige leden achtten het een groot be
zwaar, dat de overgangen over de groote
rivieren voor rekening van het wegenfonds
worden gebracht.
Belgische onderscheidingen.
De koning van België heeft benoemd tot
grootofficier in de Kroonorde den schout
bij-nacht K. F. Sluys, chef van den marine
staf, en tot ridder in die orde jhr. C. E. J.
M. Verheyen, ordonnance-officier van de
koningin, die beiden waren toegevoegd aan
Hr. Ms. gezant te Brussel, jhr. van Vreeden-
burch, toen deze de koningin in bijzondere
zending vertegenwoordigde bij de 'kerkelij
ke plechtigheid van het huwelijk van den
hertog van Brabant met prinses Astrid ran
Zweden.
Bevordering van het badleven.
Opgericht is de vereeniging ter bevorde
ring van het Badleven in Nederland (goed
gekeurd bij Kon. bestuit van 16 September
1926 no. 32). Voorzitter: J. Batenburg,
Scheveningschelaan 109, Den Haag.
De vereeniging stelt zich ten doel het
bezoek van vreemdelingen, zoowel als van
Nederlanders aan de Nederlandsche bad
plaatsen te bevorderen.
Met medewerking van de vereeniging zal
worden uitgegeven de Badgids voor Neder
land, welke gids een wegwijzer wenscht te
zijn voor hen, die de Nederlandsche bad
plaatsen willen bezoeken.
De wegenbelasting.
Volgens het voorloopig verslag der Eer
ste Kamer over het wetsontwerp betreffen
de het heffen van een belasting en treffen
van verdere voorzieningen ten behoeve van
openbare verkeerswegen re land, werden
ernstige bezwaren tegen de nieuwe belas
ting der motorrijtuigen te berde gebracht.
Nederlandsch fabrikaat
Het bestuur van de vereeniging „Neder
landse h Fabrikaat" heeft aan ir. Th. W.
Mundt, ingenieur der Nederlandsche spoor
wegen, den zilveren eerepenning der ver
eeniging toegekend wegens het feit, dat de
heer Mundt eên systeem locomotief-draai
schijf heeft ontworpen, waardoor deze, die
voorheen in het buitenland gemaakt ber
den, in vrijwel onbeperkte lengte hier te
lande kunnen worden gemaakt.
Het voordeel van deze uitvinding bestaat
niet alleen in de goede gangbaarheid van
deze draaischijven, doch ook in het feit,
dat de aanschaffingsprijzen lager zijn ge
worden.
De aanmaak van de locomotief-draai
schijf systeem-Mundt kan worden be
schouwd als een blijvende verbetering en
een aanwinst voor de Nederlandsche me
taalindustrie.
Ten behoeve van de Ned. Scheepsbouw
Maatschappij.
De Nederlandsche Scheepsbouw maat
schappij heeft naar Burg. en Weth. van
Amsterdam den raad mededeelen te hun
ner kennis gebracht, dat de wateren om
haar terreinen aan de Noordzijde van het
IJ, waarop haar nieuwe werven zijn geves
tigd, een zoo geringe diepte hebben, dat
daardoor de uitoefening van haar bedrijf
ten zeerste wordt bemoeilijlct, zoo niet on
mogelijk gemaakt. Zij heeft daarom ver
zocht te wjjlen bevorderen, dat deze wate
ren op een voldoende diepte worden ge
bracht.
Burg. en Weth. meenen dat aan dit ver
zoek moet worden voldaan. Zij hebben een
plan voor de uitdieping van de genoemde
gedeelten water doen opmaken. De kosten
hiervan zijn geraamd op 105.000, welk
bedrag Burg. en Weth. voorstellen ter uit
voering van de bedoelde werkzaamheden te
hunner beschikking te stellen.
VLISSINGEN, 9 DECEMBER.
Het Nederlandsch-Belgisch verdrag.
Wij vernemen dat het comité voor het
verzamelen van handteekéningen op het
adres aan de Eerste Kamer inzake het
Nederlandsch-Belgische verdrag Woensdag
a.s. bijeenkomt en spoedig daarna de ge
legenheid tot teekenen zal worden gege
ven. Dit naar aanleiding van het ingezon
den stuk van gisteren.
Voorstel aan den gemeenteraad.
JDoor Burg. en Weth. is nog het volgende
voorstel aan den gemeenteraad gedaan
In een overgelegden brief brengt het Col
lege van Regenten over het Gasthuis onder
onze aandacht, dat het niet mogelijk is ge-
'bleken tegen het thans geldende salaris,
bedragende in maximum ƒ775, vacatures
van gediplomeerd verpleegster aan te vul
len, weshalve het zich genoodzaakt gezien
heeft een andere salarisregeling te ont
werpen.
Rekening houdende met de in andere zie
kenhuizen van gelijken omvang geldende
salarissen hebben Regenten na rijpe over
weging besloten ons v.oor te stellen, te be
vorderen, dat het salaris voor gediplomeer
de verpleegsters worde bepaald op 700
tot 1000 met 3 jaarïijksche verhoogingen
van 100, waartm zij het vertrouwen uit-
spreken, dat zich alsdan wel voldoende sol-
hcitanten zullen aanmelden.
Waar het salaris van de eerste verpleeg
ster volgens de huidige regeling 100 meer
bedraagt dan voor de andere verpleegsters,
zou het salaris voor die verpleegsters thans
derhalve vastgesteld moeten worden op
800 tot 1100, ingaande 1 Januari 1927.
Het salaris van de suppooste op de vrou
wenzaal bedraagt thans 275 tot 575, zijn
de ƒ100 minder dan voor de naai-, linnen- en
kookjuffrouw. Bovendien genoot de tegen
woordige suppooste op de boven-vrouwen-
afdeeling, toen ze als kookjuffrouw aftrad,
een salaris van 675, hetwelk zij behouden
heeft. Voorts is in den loop van dit jaar
een suppoost voor de mannenafdeeling
aangesteld op een salaris van 375 tot
675, wijl voor 275 geen geschikte per
soon te krijgen was. In verband hiermede
wenschen Regenten het salaris voor de sup
poosten te bepalen op 375 tot 675,
waarbij dan tevens de jaarïijksche verhoo
gingen van 25 gewijzigd zouden kunnen
worden in jaarïijksche verhoogingen van
Ten slotte geven Regenten nog enkele
veranderingen in overweging, welke echter
van zeer ondergeschikt belang zijn, o.a.
hierin bestaande, dat den leerling-verpleeg
sters bij het behalen van het diploma zie
kenverpleging, indien zij niet tot gediplo
meerd verpleegster aangesteld worden, een
salarisverhooging ad 100 zal worden
toegekend.
Wij kunnen ons met bovenstaande rege
ling geheel vereenigen, met uitzondering
evenwel van de voorgestelde verhoogingen
ad 100 per jaar, welke niet passen in het
systeem der in deze gemeente geldende sa
larisregelingen. Immers, aan het gemeente-
personeel worden in het algemeen periodie
ke verhoogingen toegekend ad 50 per
jaar of 100 om de twee jaar. Bij het Gast
huis treft men een tweetal uitzonderingen
op dezen regel aan te weten de directrice
en de secretaris-rentmeester, voor welke
functies jaarïijksche verhoogingen van
100 gelden. Het komt ons niet raadzaam
voor hieraan verdere uitbreiding te geven.
Wij wenschen de regeling der periodieke
verhoogingen te bepalen od 50 per jaar.
Op grond van het bovenstaande hebben
wij de eer uwen Raad voor te stellen de
overgelegde salarisregeling voor het perso
neel van het Gasthuis te wijzigen als volgt
In plaats van de woorden „Suppooste
vrouwenzaal 275575 (jaarïijksche ver
hoogingen van 25)" te lezen „Sup-
poost(e) vrouwen- en mannenafdeeling
375—675 (6 jaarïijksche verhoogingen
van 50)".
Te doen vervallen de woorden achter le
verpleegster 475 enz. t/m diploma's
50" en daarvoor te lezen f 800—1100
(6 jaarïijksche verhoogingen van 50)".
In te voegen vóór de woorden „Leer
ling-verpleegster enz." „Gediplomeerde
verpleegster 7001000 (6 jaarïijksche
verhoogingen van 50)".
Toe te voegen aan de regeling geldende
voor de leerling-verpleegsters „Indien het
diploma ziekenverpleging door een leerling
verpleegster wordt verkregen, terwijl er
voor haar geen plaats is voor aanstelling
als gediplomeerd verpleegster of zij niet als
zoodanig aangesteld wordt, wordt toch een
verhooging van 100 toegekend".
Aan het slot van de salarisregeling toe te
voegen de zin „Verhoogingen worden
slechts ingehouden bij gebleken' ongeschikt
heid".
Ten slotte stellen wij nog voor boven
omschreven wijzigingen op 1 Januari 1927
te doen ingaan en Regenten te machtigen
bij infunctietreding van nieuw te benoemen
gediplomeerde verpleegsters vóór 1 Janu
ari a.s., direct de nieuwe regeling toe te
passen.
Zijn Theosofische Leeringen te bewijzen
Over bovenstaand onderwerp hield mr.
dr. Albers uit Den Haag gisterenavond in
„de Oude Vriendschap" een voordracht
voor een zeer aandachtig gehoor. Spreker
begon met te zeggen, dat deze vraag wel
dikwijls zoowel bij bestuurders der Theoso
fie als bij hen, die ermede in aanraking
komen, moet opkomen. Doch vóór men
over bewijzen kan gaan spreken, moet
eerst worden bepaald, wat onder Theoso
fie wordt verstaan, en wat er dus redelij
kerwijs voor bewijs kan worden verlangd.
Men verlangt feitenbewijzen, doch vergeet,
dat het weten van feiten nog geen kennis
is bovendien is dat, wat feiten zijn voor
iemand, wiens zintuigen, verder ontwikkeld
zijn dan die van een ander, moeilijk bij
dezen als bewijsmateriaal aan te voeren. Er
moet in de eerste plaats begrepen worden,
dat w ij s h e i d alleen verkregen kan
worden in onszelf en uit onszelf. Wanneer
iemand dus naar een oplossing zoekt van
de wereldraadselen, dan moet hij zelf aan
't werk gaan, in zichzelf tot klaarheid ko
men. Boeken kunnen daarbij enkel den weg
aangeven, doch het eigenlijke werk moet
ieder voor zich doen. Daarom stelt de The
osoof zich tot taak, zelf te zoeken naar de
groote Grondwetten volgens welke Gods
Plan evolueert en tracht hij zijn gegevens
te putten uit de combinatie Wetenschap,
Godsdienst en Wijsbegeerte. De Waarheid,
waarnaar hij zoekt noemt hij Theosofia
(Theos God, Sophia Wijsheid).
Voorschriften van alle Godsdiensten ko
men met elkaar overeen, maar de Theosoof
wil iets meer, hij wil weten 't hoe en
waarom, kën zich niet tevreden stellen met
een „er staat geschreven", en daarom stu
deert hij en geeft zich geheel aan zijn stu
die, omdat het gaat om het hoogste goed.
Toch is Theosofie daarom niet alleen be
stemd voor geleerde menschen, maar is ze
een gids voor het leven voor iedereen. Ook
aan zijn moreelen. aard werkt de Theosoof,
want het komt er meer op aan wat een
mensch i s dan wat hij weet. Hij huldigt
het woord wees rein van hart, en hij
studeert om te kunnen komen tot die rein
heid van hart, die hém in staat stelt een
degelijke levensopvatting op te bouwen
hierin ligt juist de groote waarde der
Theosofie.
Na dezé inleiding gaf spreker enkele uit
spraken van vooraanstaande Theosofen,
waaruit bleek, dat enkel wordt verlangd,
dat de Theosofische stellingen zullen wor
den overdacht, om pas te worden verwor
pen, als ze blijken zouden, niet te voldoen.
Theosofie is niet iets nieuws of een uitvin
ding van H. P. Blavatsky, maar is de Al
oude Wijsheid in een nieuw kleed, waarvan
gedeelten te vinden zijn. in alle Godsdien
sten en Wijsbegeerten, terwijl' de Weten
schap van verscheidene Theosofische lee-
ringen bewijzen geeft. Waar de Weten
schap volgens de inductieve methode en
de Theosofie volgens de deductieve metho
de te werk gaat, kan het zijn, dat de Theo
sofie met uitspraken voor den dag komt,
waar de Wetenschap nog niet aan toe is.
Spreker noemde o.a. als voorbeelden van
Theosofische leeringen, die eerst door de
Wetenschap bespot, doch later door haar
zijn bevestigd dat er geen doode stof be
staat, doch iedere vorm door leven is be
zield de oneindige deelbaarheid der ato
men en de atomentheorie, die behelst, dat
alle atomen zijn opgebouwd uit beweging
(electriciteit).
Als het gaat om bewijzen dan moet men
zich afvragen of worden bedoeld bewijzen
voor het verstand of voor intuitie (zuivere
rede) en hier stelde spreker tegenover
elkaar kennis langs proefondervindelijken
weg verkregen, en kennis, die eerst een
denkbeeld vormt en deze door latere proe
ven gaat bewijzen. Deze laatste kennis is
hooger, omdat dit zedelijk weten is, dat
zonder ervaring is verkregen, en dus kennis
is, die uit den. mensch zelf voortkomt. Het
verstand is slechts een trap hiertoe. Door
in te keeren tot de „binnenkamer" komt
men tot de kennis der intuitie. Spreker her
innerde aan het bijbelwoord „Gij zijt
Goden", en wees erop, hoe men kan leeren,
de dingen innerlijk aan te voelen.
Toch kunnen verstandelijke bewijzen
gegeven worden en hiertoe koos spreker
uit enkele grondstellingen uit de Geheime
Leer van H. P. Blavatsky.
1). Er is een Alomtegenwoordige Eeuwi
ge Werkelijkheid. Spreker vond, dat hier
voor wel geen bewijs noodig was, want is
er een betere definitie van God mogelijk,
waar aan het Goddelijke geen enkele be
perking kan worden opgelegd.
2). Het Werkelijke gaat boven openba
ring. Ook hiervoor is be\vijs niet moeilijk.
De werkelijkheid is het leven, dat de vor
men bezieltde vormen gaan voorbij, het
inwonende leven, het goddelijke, werke
lijke blijft bestaan,
3). Het Goddelijke geeft zich als twee
voudigheid en openbaart zich als een drie
voudigheid. De tweevoudigheid laat zich
zien in stof en leven. Er is geen leven zon
der stof en geen stof zonder bezielend le
ven. Als de openbaring een levend geheel
is, als leven op stof inwerkt, dan is er ook
een verband tusschen beide, dat het 3e deel
der drievoudigheid vormt
4). Wet van Periodiciteit. Deze is overal
waar te nemen in de tegenstellingen Wïn-
ter-Zomer, licht-duisternis, in- en uitade
ming, openbaring-niet-openbaring.
5). Er is een fundamenteele eenheid van
alle zielen met de Goddelijke Overziel. Dit
wordt bevestigd door de uitspraak Gij zijt
Goden. Ieder zal bovendien wel ervaringen
hebben over het feit, dat men het godde
lijke kan kennen naarmate men het in zich
zelf heeft.
6) Om bij de Wetten van Karma en
Reïncarnatie stil te staan zou op zichzelf
een of meer avonden behoeven. Spreker
wees er echter op, dat zonder deze het
wereldgebeuren niet is te verklaren, als
vooropgesteld wordt de Goddelijke Liefde
en Rechtvaardigheid.
Werkelijk bewijs ligt niet in verstandelijk
redeneeren, aldus spreker. Redeneering kan
niet dwingen, ze kan enkel helpen om tot
innerlijk weten te komen. Spreker eindigde
zijn kernachtige voordracht met de woor
den Theosofie moet niet alleen bestu
deerd, maar ook beleefd worden, dan komt
men tot dit innerlijk weten, krachtens deze
waarheid „Het Koninkrijk Gods ligt bin
nen. in U".
De maildienst der stoomvaart-maatschappij
„Zeeland".
Met ingang van 1 Januari a.s. zal de
route der mailbooten van de stoomvaart
maatschappij „Zeeland" worden verlegd
van Folkestone naar Harwich. Het traject
VlissingenHarwich is ongeveer even
groot als dat van Vlissingen naar Folkesto
ne, terwijl ook de treinreis Harwich
Londen gelijk is aan die van Londen naar
Folkestone.
Algemeene Militaire Pensioenbond.
De afdeeling Vlissingen van den Atge-
meenen Militairen Pensioenbond vergader
de gisterenavond in de bovenzaal van „De
Oude Vriendschap".
Ingekomen was een. schrijven van den
heer Hillinga, voorzitter van de afdeeling
Vlissingen van den A. M. P., dat hij be
dankt als lid der afdeeling wegens treurige
familie-omstandigheden en wegens vertrek
uit de gemeente.
De heer Hillinga opende deze slecht be
zochte vergadering en neemt afscheid van
het bestuur en leden, en zegt o.m. dat het
hem sp«jt te moeten bedanken als lid der
afdeeling Vlissingen van den A. M. P.,
waarvan hij één van Ue mede-oprichters is
en steeds heeft medegevoeld het lot den
oud-gepensionneerden aangedaan.
De secretaris dankte den heer Hillinga
voor al hetgeen hij heeft gedaan in het be-