flissispche Courait R-THEATER EN PA® js-Maldeghem. Advertentiën tggsgggg* IthÊATEE n Bontmantel Tweede Blad fOEISIMS 24 NOVEMBER IS28 ie. 277 COLLECTIE-VAN WOELDEREN IN HET STEDELIJK MUSEUM. FEUILLETON EEN DROEVE TELEURSTELLING Land= en Tuinbouw A.S. VRIJDAG INT he Verloting ten een inrichting voor llerlei gezindten te luit 5 Dec. 1925. tl op 1926. 20000 Loten. Koeien, t Paard wei f 4000,.; itgew. Motor f 250 adiotoestel f 200 adiotoestel f 200 xe Naai machine f 150 ctr. Stof zuiger f 100 Gouden Horloges, ijwielcn: LIEBERS, Bone- t 16; C. LiEBERS ij M. TAZELAAR, EKE, Hoenderwee ^ROORT Markt -2 kstraat 123, ofwel ngeteekende brief kking. kkingsl. a f 2,25 - 425 - 10.10 -20. - 50.— AAS, t 1 L, Tilburg sm-IVIaatschappij rcteur maakt be met ingang van 25 November enstop het baan- £de- IVtaldeghem rvat (Zie dienst- [ecteur vö'irnoemcl, ED. DE THOUARS. 20 November 1926, ECTRICIEN fcelfstandig' kunnende lieven letters B. A-, Courant". RDIEPINGSHUIS grooten achtertuin. Jen Vrijdomweg 44. 5IFFEURS. ben flinke BEDIENDE loed kunnende scheren 1 Hoog loon. MACHTIG, Coiffeur, SE KOOP lames- en Heeren lage (lak en Chroomleder, [rijzen. ladsbank van leening, raat 11. gevraagd f200 jorten tijd. Ruim over- luis en goederen. Con- 1 overeen te komen, letters B. E., bureau leen net 3 VENHUIS Itand. Prijs 30 a f 40. Indr letters B.D., hu- I Cour." eine Benedenwoning mooien stand voor t leeftijd, f-tters B. C., bureau tie Maatschappij Tan Itoomvaart Middelb.-Rotterdam ïngelegen plaatsen. VAN PASSAGIERS. EREN EN VEE. v.Mldd. v. Rott. v.m.uur v.m.t"" 8 8 nber '-5 p 29 50 itién t» bikomm lU.V. Er«n a. V08, B. EENHOORN, TO- A.S. VRIJDAG VAN DE VAN VIII. Historiepenningen. Eveneens aan de geschiedenis van Mid delburg herinnert een fraaie zilveren ge denkpenning van 1742. geslagen bij de in wijding van de l.uthersche kerk tg Middel burg Op de voorzijde ziet men een vrouwen figuur, symbool van den godsdienst, zit tende voor dc nieuw gebouwde kerk, zij houdt in haar linkerhand een waterpas en in de rechter een opengeslagen boek, waar op de woorlen PAULUS AD EPHES(IOS) lil, vs. 20, 21. Op den voorgrond eenigc bouwkundige werktuigen. Om den rand leest men STRUCTA SUPER LAPIDEM NON RU ET 1ST A DOMUS d.i. Dit huis, op eenen rotssteen gebouwd, zal niet nederstorten. Onder staat het jaartal MDCC XLI waarboven de naam van den stempelsnijder MART IN US HOLTZHEY FEC(IT) l) Op den buitensten rand leest men „Ingewijd 20 May 1742 door Zacharias Feldman, Haggai 2, vs. 10 en Christoffel Miekels uyt Nehem(ia) 8 vs. 6.". Aan de keerzijde zit een vrouwenfiguur, de stad Middelburg voorstellende, op een verheven gestoelte, waarboven een gekroon de arend met het wapen der stad, aan welks zijden de burgemeesterlijke bundel pijlen. Zij reikt aan den godsdienst een rol, waarop de schets van het nieuwe gebouw wordt gezien. Op den voorgrond liggen een korenschoof en een spade, verder meekrap enz. Een genius stort een hoorn van over vloed uitterwijl de vlaggen der Oost- en West-Indische Compagnie te kennen geven, dat deze hare kamers binnen Middelburg hebben. In het verschiet een zeilend schip en de torens der stad. Om den rand en onderaan 1) Martinus Holtzhy, beroemd medail- leur, geb. in laatsit helft 17de eeuw te Ulm, begaf zich naar Holland, was eerst Muntmeester van Gelderland, en daarna in 1752 Muntmeester van Zeeland, f 1764 MUNIFICENTIA SENATUS POPOLI QUE MEDIOBURGENSIS AUGUSTANAM CONFESSIONEM PROFESSIS AREA AD TEMPLUM AEDIFICANDUM CONCESSA d.i. Door de weldadigheid van den Raad en het volk van Middelburg is aan de be lijders der Augsburgsche Confessie de grond, om een kerk te bouwen, geschonken. Oostenrijksche Successie-oorlog. Inval in Staats Vlaanderen. De verheffing van Willem Karei Hendrik Friso tot stadhouder als prins Willem IV gaat uit van Zeeland. Zooals men weet mocht het de Republiek niet gelukken onzijdig te blijven in den Oostenrijkschen Successie-oorlog, toen o.a. Frankrijk aan Maria Theresia, na den dood van haar vader Karei VI in October 1740, de erfenis betwistte. De Pragmatieke Sanc tie ten spijt, een bronzen spotpenning op het verbreken ervan is in ons bezit geko men, gordde men van alle zijden het zwaard aan, om de strijdhafte koningin van Hongarije haar wettig erfdeel te ont futselen. De Fransche legers, onder hun schitterende.n leider graaf Maurits van Sak sen, bastaard van Augustus II van Saksen en Polen en in Maart 1744 maarschalk van Frankrijk geworden, maakte zich gereed om de Oostenrijksche Nederlanden aan te val len. De eene barrièrevesting na de andere viel weldra in zijn handen, Kortrijk, Namen, Yperen, Veurne, Knocke vielen bijna zonder slag of stoot. Het „pragmatieke" leger rukte eindelijk in den zomer van 1744 van Oudenaarde op en drong de Franschen werkelijk over hunne grenzen terug. In 1745 echter en nu onder bevel van den maar schalk zelf, drongen de Franschen weder de Zuidelijke Nederlanden binnen, versloe gen de „Pragmatieken", waarbij Staatsche hulptroepen, den llen Mei in den slag bij Fontenoy. Brabant en Vlaanderen vielen den vijand in handen, alleen de hoofdsteden van Brabant hielden het nog, doch den 20en Februari 1746 viel ook Brussel, na een be leg van drie weken, in handen van Maurits van Saksen en de oriflamme van Frans I, bij Pavia door Kerel V buitgemaakt^ 525), kon met andere tropheeën door den nieuwen „tapissier de Notre Dame" naar Parijs worden gezonden. Nu lagen de grenzen van de republiek open deze wilde wel vrede sluiten en er werd over en weer druk on derhandeld, men hield zelfs een congres te Breda, maar tegen Engelands zin durfde men niet goed. Daar kwam bij, dat de energieke Maurits van Saksen, begeerig naar nog grooter krijgsroem, niets liever wenschte dan krijg, de machtige oorlogs partij wist den Franschen weifelenden mi- j nister van buitenlandsche zaken te doen vallen en zoo kwam men niet verder met onderhandelen. In April 1747 kreeg Mau rits van Saksen de vergunning om zijn gang te gaan. Hij zond 20.000 man de grenzen van Staats-Vlaanderen over, die het platteland tot bij Cadzand en, Ijzendijke plunderden, Sluis en Ijzendijke vielen wel dra, Axel en Hulst zouden het niet lang meer uithouden, de schansen Lilloo en Lief- kenshoek en de Peerl bezweken. Half Mei was geheel Staats-Vlaanderen in* Fransche handen, ook het sterk gelegen Axel, dat zich bij de eerste opeisching overgaf „il faut avouer que nous avons affaire a des gens biens obligeants", zeide de maarschalk de Noailles, terwijl de opperbevelhebber zich erop beroemde deze zaak zoo spoedig ten einde gebracht te hebben. Maar die inval, hoe goed gelukt ook, had nog een ander gevolg, waarop van Fran- j sche zijde evenmin gerekend was als op de gemakkelijke overwinningen in Staats- j Vlaanderen. Bij het toenemen van het gevaar in de Zuidelijke Nederlanden had menig oog zich weder op den Frieschen stadhouder, den Prins van Oranje gericht. De Prins liet van zijn kant niet na, zijn levendige belangstel ling in alles wat de landsverdediging be trof te kennen te geven, met name wat aan ging juist de verdediging van Zeeland, het meest bedreigdegewest. De vlucht van een aantal ingezetenen uit Staats-Vlaanderen naar Walcheren had daar een hevige ontroering veroorzaakt. Een EngelscH eskader, onder Robert Mit chell, verscheen voor Vlissingen en nam de bewaking van de Schelde op zich. Reeds begon t'e Middelburg de lagere volksklasse oproerig te worden en te plunderen, waar op soldaten uit Veere en Vlissingen naar de hoofdstad werden ontboden. In den nacht van den 24en op den 25en April kwam de schutterij te Veere onder de wapenen en verlangde van den Oranjegezinden burge meester Vereist de belofte, dat Veere den Prins als stadhouder van het gewest zou voorslaan. De regenten besloten den vol- naar het Engelsch van CLARA LEMORE. (Nadruk verboden.) 13) „Dit doe ik niet. Maar ze ontvangen de vriendelijkheid veel liever uit jouw hand, dan uit de mijne. Bovendien hebben zij ze °ok waarlijk meer aan jou te danken, dan aan mij. Als jij het goed niet zoo zuinig had beheerd dan zou ik nu niet in staat z'jn tot zulk een vrijgevigheid Hermione drong niet verder aan. Die arme Ray had al genoeg kwellingen Vrij wat beter toch, dat zij hem nu maar niet meer plaagde. Om de een of andere reden schonk mrs. Ueresford gedurende de paar weken, die n°g voorafgingen aan het huwelijk niet veel tijd aan de dames op Pinchurst die dit nu niet al te zeer betreurden. Soms vroeg miss Freymuth zich wel eens wat er toch komen moest van dit huwe- m 00 'n geheel niet op liefde gegrond, h ïï.rs- Beresford moest openlijk erkend nebben, dat liefde niets te maken had met ae verbintenis, die zij zich voorstelde. „Mr. Freymuth had een vrouw noodig, geschikt om aan het hoofd van zulk een groote huishouding te staan. En daar ik We' geneigd was hem mee te laten genieten mijn vijfhonderd pond 's jaars, voor de Positie die hij mij bieden kon, gingen wij H 1v.erstands-huwelijk over "et ging Hermione ook vooral zoo zeer fttch ^art V°0r ^en arnien' kleinen P®t Raymond zelve ook alles behalve huweUk WaS' k*eek weer den dag vóór het geilden morgen, den Prins voor te slaan als stadhouder, admiraal- en kapitein-gene raal van Zeeland. Van Veere sloeg de volksbeweging dadelijk Over naar Middel burg, waar na eenige aarzeling de regee ring spoedig toegaf, evenals weldra in de andere Zeeuwsche steden, met uitzondering van Tholen#en Zierikzee: Binnen een paar dagen was alles afgeloopen overal woei de oranjevlag, alom droeg men oranjelinten en oranjestrikken en reeds den 28en beslo ten de Staten van Zeeland den Prins de waardigheden aan te bieden. Ook in Hol land ontstond onmiddellijk een groote be weging op het bericht van het in Zeeland gebeurde. Den 3en Mei volgden de Staten van Holland het Zeeuwsche voorbeeld. Zoo deden ook den zelfden dag die van Utrecht en eenige dagen later die van Overijsel. Den 4den stelden de Staten-Generaal den Prins tot kapitein- en admiraal-generaal der Unie aan. Daarmee was de omwenteling vol tooid, tot groote tevredenheid des Prinsen, zonder dat er bloed had gevloeid of onge regeldheden van beteekenis hadden plaats gehad. De oorlog liep intusscheii slecht. Of schoon de Franschen niet in staat waren verder in Zeeland door te dringen, bevei ligd als het werd door Ejigelsche schepen en door de sterke bezetting van Zuid-Beve land onder generaal Smïssaert, sloegen zij den len Juli het Pragmatieke leger bij Lafeld, niet ver van Maastricht, en sloten daarna Bergen op Zoom in, dat den 16en September door den vijand werd genomen, een feit, dat diepen indruk maakte. Het erfelijk verklaren der stadhouderlijke waar- dgiheid en die van het kapitein-generaal- j admiraalschap konden hieraan niet veel veranderen. Gelukkig voor de bondgenooten was de Fransche regeering in de zwakke handen van Lodewijk XV en zijn gunstelin gen en maitressen, zoodat de inmiddels aangevangen vredesonderhandelingen te Aken den 18en October 1748 tot den vrede leidden. De bovengenoemde collectie bevat een aantal penningen, die aan de boven kort geschetste gebeurtenissen herinneren. Zoo b.v. behalve de spotpenning een bronzen gedenkpenning, die de kroning van Maria Theresia tot keizerin in 1741, een idem, die de wederverovering van Praag door prins Karei van Lotharingen in 1744, een idem, die de kroning van Frans I (den gemaal van Maria Theresia) te Frankfort in 1745, een tinnen, die het overlijden van Maurits, maarschalk van Saksen, te Straatsburg be graven, vereeuwigt. Bij den bronzen spotpenning van 1742 ziet men op de voorzijde kardinaal Fleury, eerste minister van Frankrijk, een uitge vouwen kaart van Duitschland vertoonen aan drie vorsten, nl. den koning van Prui sen, keurvorst van Brandenburg, den ko ning van Polen, keurvorst van Saksen, en den keurvorst van Beieren, die met den vinger de landen aanwijzen die tot de erfe nis van Karei VI behooren, en waarop zij beweren aanspraak te kunnen maken het randschrift luidt EEDE EN VERBONDE GEBROOKEN EN 'T VUUR ALOMME AANGESTOOKEN Op de keerzijde ziet men Maria Theresia haar zoontje in de armen houdende en het toonende aan de Hongaarsche Sta ten-ver gadering, met randschrift DE PRAGMATIQUE SANCTIE BELOOFT EN NOU VAN MIJN ERVELANDE BEROOFT. In de afsnede staat 1742. Ter verklaring het volgende In den zo mer van 1741 trokken de Vereenigde Beier- sche, Saksische en Fransche troepen Bohe- men binnen, vanwaar zij tot op drie dag reizen afstands van Weenen doordrongen. Maria Theresia zag geen uitkomst, dan in een overijlde vlucht naar Hongarije op de trouw en de dapperheid der Magyaren was haar laatste hoop gevestigd. Zij vond zich niet bedrogen zij riep te Presburg een Rijksdag bijeen, waar zij met de kroon van den Heiligen Stephanus op het hoofd en den ouden koningsmantel om de schouders verscheen en plechtig den eed aflegde. Het was daar, dat de Hongaren vol geestdrift een leger van 30.000 man in het leven riepen en zelfs de opkomst van het volk in massa decreteerden het was daar, dat Maria Theresia met haar zuigeling, den lateren jozef II, op den arm, in de vergadering der Stenden verscheen om hen te danken voor wat zij voor haar hadden gedaan het is daar, dat Voltaire de bekende aangrijpende, doch waarschijnlijk onhistorische scène plaatst, hoe de Hongaren vol geestdrift op het gezicht hunner verdrukte koningin (of hun koning"), het zwaard trokken en iuide uitroepen Moriamur pro rege Mr. Pentony en Priscilla kwamen dien dag naar Pinchurst om Ray „goeden dag" te zeggen en de dominé sprak van de edelmoedige bijdrage van den jongen man aan het restauratie-fonds. „Wat doen zulke dingen toch gauw de ronde op een plaats als deze", zei mr. Freymuth. „Wie heeft u verteld van mijn edelmoedigheid, mr. Pentony „Ik geloof niet, dat ik het gehoord heb, maar eerder dat ik het gezien heb in een opgave, die lady Courtthorpe aan „the Standard" heeft gezonden. Ze dacht, dat dit misschien enkelen oudheidkundigen nog zou bewegen om ook mee te werken aan het fonds". „Ja", zei Hermione, „het heeft in het blad van gisteren gestaan." „Met mijn naam er bij vroeg haar neef. „Ja", antwoordde zij. Daar bleef het voor het oogenblik bij maar een half uur later vond miss Frey muth haar neef in den hall met een blad in de hand, dat hij zeker zoo even gelezen had. En terwijl hij met den vinger op een kolom wees; sprak hij „Daar staat het" „Onder andere donateurs vermelden wij nog Raymond Freymuth, heer van Pinc hurst, in Norfolk, enz." „En nu had ik dit juist als voorwaarde gesteld, dat het niet in de bladen zou verschijnen Hermione wilde nog een soort excuusje bedenken, en zei „Misschien is het wei een vergissing van lady Courtthorpe „O neen. Haar ladyschap is veel te zeer een vrouw van zaken. Als zij er ingevolge mijn verlangen had bijgevoegd „Mr. Frey muth wil volstrekt niet, dat zijn naam be kend zal worden", dan zou dit ook niet gebeurd zijn. Maar nu moet ze zelve ook maar de gevolgen dragen „De gevolgen...? Kom, Ray, nu maak je het toch wel wat heel erg „Als ze wist, wat hiervan komen kon, dan zou ze er toch wel eenigszins berouw van hebben. O, Mione, wat kan ik nu voor geluk verwachten van het samenleven met een vrouw, die zoo precies regelrecht tegen je in is Hermione had verbazend veel meelij met hem maar toch dacht ze tegelijkertijd dat zij niet graag de vrouw was, die hem getrouwd had daar ze het onvergeeflijk zwak van hem vond, dat hij zoo met open oogen in deze val liep. Dit was toch zoo heel anders dan vroeger. Toen had Ray zich moedig betoond, tot roekeloosheid toe... HOOFDSTUK IX. De dag, dien Hermione zoo zeer geducht had, brak dan eindelijk aan. Na een afwezigheid van twee maanden kwamen mr. Freymuth en zijn vrouw op hun goed Pinchurst. Miss Freymuth, haar moeder en Pitchers hadden hun best gedaan 'zooveel mogelijk te genieten van dien tijd van vrijheid. Alle bedienden zouden nabij het huis de jongelui staan afwachten. „En breng ze goed onder het oog, Put- tick", vermaande zij den grijzen butler, „dat ze verheugd kijken, of ze zeer zijn ingenomen met den staat van zaken... Ja, ja ik weet al wat je zeggen wiltWe zijn nu alleen zoo zeer aan elkaar gewend, dat we liever op de oude wijze waren doorgegaan. Maar het zou heel dwaas zijn als wij de nieuwe slotvrouw zoo iets lieten vermoeden. Zeg hun maar, dat ze daar door juist de zaken onaangenaam zouden maken voor mij en dat ze daarom waarlijk hun best moeten doen om zoo vriendelijk mogelijk té kijken." nostro Maria Theresia (Wij zullen sterven j voor onzen koning Maria Theresia). j Maar behalve deze zijn er ook een vijftal bronzen gedenkpenningen, die de verheffing van den Prins illustreeren, en wel drie soorten, waarvan ik de beschrijving hier onder laat volgen. Een bronzen penning Op de voorzijde ziet men de borstbeel den van den Prins en de Prinses van Oranje, met randschrift W(ILHELMUS) C(AROLUS) H(ENRICUS) F(RISO) PRINCEPS AVR(ANIAE) ET ANNA MAG(NAE) BRIT(ANNIAE) PRINCEPS d.i. Willem Karei Hendrik Friso, Prins .van Oranje en Anna, Prinses van Groot-Brit- tannië. Keerzijde De gekroonde wapenschilden der Zeven Vereenigde Gewesten met een gekronkeld lint verbonden in het midden het wapen van den Staatonder de wapen schilden en om den rand Stadhouder, Admiraal en Kapitein Generaal van 7 Provintien. Een dito Voorzijde De Prins als Kapitein-Gene raal met uitgetrokken degen te paard zit tend. Keerzijde De gekroonde wapens der Zeven Provinciën, met een lint in een kring vereenigd in het midden het gekroonde wapen van den Staat. Óm den rand van voor- en keerzijde WIL(lem) CAR(el) HEN(drik) FRISO PRINCE V(an) ORANJEN EN NASSAU, Stadhouder Admiraal enz. en op de afsnede der voorzijde 3 MAY 1747. Een idem Voorzijde Het borstbeeld van den Prins met ordelint. Onderaan op een- gekronkeld lint HET VADERLANDT. Keerzijde Een gekroonde staande Ne- derl. leeuw, met den eenen klauw een ont bloot zwaard en met den ander de zeven pijlen verheugd verheffende. Op de afsnede VOX POPULI VOX DEI 1747 d.i. De stem des volks is de stem van God. Op den rand der voor- en keerzijde Wil lem Karei Hendrik Friso enz. Een andere bronzen penning gedenkt de benoeming van Prins Willem IV tot ridder in den kousenband den 8en Maart 1749. Den 22en October 1751 overleed Willem IV en werd opgevolgd door zijn zoontje, dat den 8en Maart 1748 geboren was, onder regentschap van de moeder, Prinses Anna. H. G. VAN GROL. Het weder in October. Aan het overzicht van het Kon. Ned. Met. Instituut over het weder in October is het volgende ontleend Tot den 5en was de luchtdruk hoog van de Azoren tot de Oostzee, van 9 tot 17 in het Zuiden. Van 11 tot 17 was de lucht druk hoog bij Groenland, van 17 tot 20 van het Noord-Westen tot het Zuid-Oosten, van 28 tot 31 in de omgeving van IJsland. Dientengevolge trokken de vele depressies aanvankelijk ten Noorden van ons land, daarna over onze omgeving. In de eerste en derde dekade waren Noordelijke en Oostelijke winden talrijker dan normaal, in de tweede dekade waren Westelijke en Noord-Westelijke winden veel talrijker dan gemiddeld. In alle deka- den was de gemiddelde windkracht boven normaal, m de eerste slechts weinig, in de tweede belangrijk. Gedurende den storm van 9 op 10 werd de grootste windsnelheid te Vlissingen waargenomen, de grootste gemiddelde snel heid gedurende een uur bedroeg 27 meters per seconde, de sterkste stoot 37 meters per seconde. Gemiddeld over de geheele maand was de overdag temperatuur 1°.2, het gemid deld maximifm 1°.3, het gemiddeld mini mum 0°.9 te laag. De eerste dekade was warmer dan normaal met afwijkingen 1°.4, 1°.5 en 1°.0, de derde dekade was belang rijk te koud met afwijkingen 3°.9, 4°.4 en 3 .5. De hoogste temperatuur was 24° .2 en werd waargenomen te Maastricht op den 6, de laagste was 3°.7 te Den Hulst op den 21 en 23. Nachtvorsten kwamen voor op 18, 19, 20, 21, 23, 24 en 27, maar waren van weinig beteekenis. Sneeuw viel op 24 in Limburg, op 25 te Groningen, op 31 in het Zuid-Oosten van Gelderland, het Oosten van Noord-Brabant en in Limburg. De regenval gemiddeld over het geheele land bedroeg 107 mm tegen 78 normaal. Per brief was Hermione met haar neef afgesproken, dat de Deanes bij hen zouden dineeren op den avond van hun terug komst. Tegenover Ray had zij maar ge zegd dat Ada het zeker prettig zou vinden, als er familie van haar tegenwoordig was maar in waarheid had zij het gedaan in de hoop, dat hun tegenwoordigheid soms een heiTzime afleiding zou kunnen geven bij voorkomende moeilijkheden. Het oude huis zag er op z'n best uit op dien helderen Aprilmiddag. Er stonden al- lerwege bloemen en een gezellig vuurtje knapte nog in den haard. „Denk wel, Pitchers, dat je moeder een hartelijk welkom toeroeptZij zal o zoo aardig voor je zijn Zoodra het rijtuig voor de deur stil hield, en Pitchers de deur had open gehou den, stond Ray glimlachend neer te kijken op Hermione en den kleinen jongen, terwijl hij zijn vrouw hielp uitstappen.. „Welkom thuis riep Hermione en kleine Pitchers zei ook „Welkom thuis, moeder „Zijn ie handjes wel schoon vroeg Ada, en duwde hem een eindje uit den weg. „Welkom thuis, moeder Zoo'n kleine papegaai. Wie heeft je dat lesje geleerd Het ventje keek droevig maar door de teedere omhelzing van zijn vader was hij weer gauw getroost. „Heb je altijd het kind bij je vroeg Ada, toen ze even later om de theetafel zaten geschaard. „O ja in den regel is hij hier. Tenzij we dan al heel deftig bezoek hebben", antwoordde Hermione. m „Dan kan hij toch wel eens geweldig in den weg zijn Met kinderen moet je altijd zoo oppassen F' „Och, wij vinden hem nooit -lastig. Hij In het Noorden van het land was de regen val ongeveer normaal. De afwijkingen na men naar het Zuiden en Oosten geleidelijk toe en bedroegen in Zuid-Holland, Zeeland en Drente 20 tot 35 In Utrecht, Noord- Brabant en Gelderland 60 tot 80 in Zuid-Limburg 125 boven het gemiddelde. De eerste dekade was over het geheele land iets onder, de tweede belangrijk boven nor maal, in de derde dekade was het Noord- Westen iets beneden, het Zuid-Oosten be langrijk boven normaal. Onweer kwam vooral voor op den 8, 9, 10, 25 en 26, ver spreide berichten nog op 2 andere dagen Het aantal uren met zonneschijn gemid deld over de 5 hoofdstations bedroeg 89 tegen 90 normaal, de 3 dekaden telden res pectievelijk 43, 25 en 21 uren. Het Bietenrooivraagstuk. Naar de oplossing van dit vraagstuk zoekt men reeds eenige jaren. In 't Noor den, in de Veenkoloniën, begon men er mee. Tot heden echter werd geen machine gevonden, die aan de gestelde redelijke eischen geheel voldeed, niettegenstaande een prijsvraag werd uitgeschreven, waar bij een bedrag van 10.000 werd uitgeloofd. Het voorbeeld van de Veenkoloniën is ge volgd door den Bond van Coöp. Suikerfa brieken in Nederland, de Centrale Suiker- Maatschappij en de Zeeuwsche Landbouw- Mij., die te zamen eveneens 10.000 bijeen brachten en deze som beschikbaar stelden voor een doelmatigen bietenrooier. Een 6-tal eischen werden gesteld, en de uitwer king van het denkbeeld werd opgedragen aan een commissie, waarvan prof. Visser te Wageningen als voorzitter werd be noemd. Deze commissie ging allereerst op onderzoek uit, in Frankrijk en Duitsch land, bezichtigde daar verschillende machi nes en het door deze gepresteerde werk, en heeft haar bevindingen neergelegd in een geïllustreerde brochure. Daaruit blijkt, dat ook deze commissie in haar zoeken nog niet is geslaagd. In haar conclusies zegt zij on der meer „Het machinale bietenrooien met gecombineerde kop- en rooimachines levert, in vergelijking met het handrooien, gelijk dat in ons land wordt verricht, op het punt van loofbehandeling, zuiver koppen en rooien, zulk minderwaardig werk, dat aan de invoering van die machines vooreerst niet gedacht kan worden". Een blij per spectief wordt hier dus niet geopend de gestelde eischen moeten blijkbaar voor de naaste toekomst worden gematigd. Maar wat dan, wat nu De commissie vestigt de aandacht op de nieuwe zoogenaamde „Pommritzer kop en rooimethode"waar mee een uitstekende loofbehandeling wordt verkregen, zoodat zij zich in 't bijzonder leent voor die bedrijven, waar het loof grootendeels vervoederd wordt. Maar ook voor andere bedrijven wordt een proef met die methode ernstig aanbevolen, omdat waarschijnlijk, althans op niet te zware gronden, de mogelijkheid bestaat tot ver laging der rooikosten en beperking van den rooitijd. Voor hen, die het niet weten, zij nog meegedeeld, dat de Pommritzer-metho- de in 't kort hierop neerkomt de bieten worden met een bak of een schoffel gekopt; het loof wordt met een vork of een zwad- liggende hark op rijen gelogd de bieten worden met een door Pommritz aanbevolen bietenheffer gerooid, die de bieten op den grond brengtde bieten worden vervolgens gereinigd door één- of meermalen met een akkereg, met de tanden naar achteren ge richt, of met een kettingegge, daarover te gaan. Het verbod van Engeland. Voor iederen landbouwer is dit opschrift duidelijk genoeg. Hij weet, dat hiermee be doeld wordt het op 4 Juni 1926 door Enge land uitgevaardigde verbod tot invoer van versch vleesch. Niet alleen uit ons land, maar uit het geheele vasteland van Euro pa. Als motief werd opgegeven vrees voor besmetting met mond- en klauwzeer. Die besmetting zoo meende men in En geland komt van het vasteland ons land daarbij inbegrepen, want het was ge bleken, dat ook met geslachte varkens, uit ons land ingevoerd, de besmetting was overgebracht. Dit viel niet te ontkennen evenwel waren dat varkens, uit België af komstig, via Rotterdam in Engeland inge voerd. Dit werd de Engelsche regeering duidelijk gemaakt, en haar tevens de over tuiging bijgebracht, dat besmetting van hier gefokte en gemeste varkens door de maatregelen van den keuringsdienst ook niet mogelijk was. Maar Engeland bleef niettemin ook uit ons land het versche vleesch weren, zich grondende op de rede neering, dat ook van varkens in het incuba- tie-tijdperk het vleesch de besmettende stof kan uitstekend zichzelven amuseeren en als we een enkelen keer eens iets willen zeg gen, dat hij liever niet hooren mag, dan zeggen wij het in 't Fransch." „Och ja, maar tot nog toe heb je hier ook zoo'n kalm leventje geleid. Dit zal nu wel anders worden „Dit heb ik je nu al eens meer hooren zeggen, Ada Ik geloof waarlijk dat je denkt, hoe Hermione het leven heeft geleid van een non. Dat is toch niet zoo. Tot den dood van oom George, nu zoo wat twee jaar geleden, ontving zij druk. Ééns per jaar was er altijd een groote jachtpartij en Pinchurst was zeer in trek, dat verzeker ik je Lord Courtthorpe zei, toen hij hoorde dat ik trouwen ging, dat hij hoopte, hoe de oude plaats weer zou opvroolijken of schoon hij vreesde dat ze niet weer zoo populair zou worden als broeger." „O, maar natuurlijk zal dat zoo zijn", viel Hermione gauw in. „Maar wat zie jij er weer goed uit, Ray Van de Deanes kan ik tot mijn spijt niet hetzelfde getuigen. Mabel en de kinderen klagen weer erg over hun keel en de dokter zelve is zoo mager geworden als een brandhout „Ik zal ze morgenochtend eens gaan opzoeken", meende Ada. (Wordt vervolgd.) VOLKSGEZONDHEIDS. EN VEILIGHEIDSHOEKJE Goede verlichting, verwarming en luchtverversching bevorderen den lust tot werken. GEZONDHEIDSRAAD.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1