flissispche Courait
R-THEATER
EN PA®
js-Maldeghem.
Advertentiën
tggsgggg*
IthÊATEE
n Bontmantel
Tweede Blad
fOEISIMS 24 NOVEMBER IS28 ie. 277
COLLECTIE-VAN WOELDEREN
IN HET STEDELIJK MUSEUM.
FEUILLETON
EEN DROEVE TELEURSTELLING
Land= en Tuinbouw
A.S. VRIJDAG
INT
he Verloting ten
een inrichting voor
llerlei gezindten te
luit 5 Dec. 1925.
tl op
1926.
20000 Loten.
Koeien, t Paard
wei f 4000,.;
itgew. Motor f 250
adiotoestel f 200
adiotoestel f 200
xe Naai
machine f 150
ctr. Stof
zuiger f 100
Gouden Horloges,
ijwielcn:
LIEBERS, Bone-
t 16; C. LiEBERS
ij M. TAZELAAR,
EKE, Hoenderwee
^ROORT Markt -2
kstraat 123, ofwel
ngeteekende brief
kking.
kkingsl. a f 2,25
- 425
- 10.10
-20.
- 50.—
AAS,
t 1 L, Tilburg
sm-IVIaatschappij
rcteur maakt be
met ingang van
25 November
enstop het baan-
£de- IVtaldeghem
rvat (Zie dienst-
[ecteur vö'irnoemcl,
ED. DE THOUARS.
20 November 1926,
ECTRICIEN
fcelfstandig' kunnende
lieven letters B. A-,
Courant".
RDIEPINGSHUIS
grooten achtertuin.
Jen Vrijdomweg 44.
5IFFEURS.
ben flinke BEDIENDE
loed kunnende scheren
1 Hoog loon.
MACHTIG, Coiffeur,
SE KOOP
lames- en Heeren lage
(lak en Chroomleder,
[rijzen.
ladsbank van leening,
raat 11.
gevraagd f200
jorten tijd. Ruim over-
luis en goederen. Con-
1 overeen te komen,
letters B. E., bureau
leen net
3 VENHUIS
Itand. Prijs 30 a f 40.
Indr letters B.D., hu-
I Cour."
eine Benedenwoning
mooien stand voor
t leeftijd,
f-tters B. C., bureau
tie Maatschappij Tan
Itoomvaart
Middelb.-Rotterdam
ïngelegen plaatsen.
VAN PASSAGIERS.
EREN EN VEE.
v.Mldd. v. Rott.
v.m.uur v.m.t""
8
8
nber
'-5
p
29
50
itién t» bikomm
lU.V.
Er«n a. V08,
B. EENHOORN, TO-
A.S. VRIJDAG
VAN DE
VAN
VIII.
Historiepenningen.
Eveneens aan de geschiedenis van Mid
delburg herinnert een fraaie zilveren ge
denkpenning van 1742. geslagen bij de in
wijding van de l.uthersche kerk tg Middel
burg
Op de voorzijde ziet men een vrouwen
figuur, symbool van den godsdienst, zit
tende voor dc nieuw gebouwde kerk, zij
houdt in haar linkerhand een waterpas en
in de rechter een opengeslagen boek, waar
op de woorlen PAULUS AD EPHES(IOS)
lil, vs. 20, 21. Op den voorgrond eenigc
bouwkundige werktuigen. Om den rand
leest men
STRUCTA SUPER LAPIDEM NON
RU ET 1ST A DOMUS
d.i. Dit huis, op eenen rotssteen gebouwd,
zal niet nederstorten.
Onder staat het jaartal
MDCC XLI
waarboven de naam van den stempelsnijder
MART IN US HOLTZHEY FEC(IT) l)
Op den buitensten rand leest men
„Ingewijd 20 May 1742 door Zacharias
Feldman, Haggai 2, vs. 10 en Christoffel
Miekels uyt Nehem(ia) 8 vs. 6.".
Aan de keerzijde zit een vrouwenfiguur,
de stad Middelburg voorstellende, op een
verheven gestoelte, waarboven een gekroon
de arend met het wapen der stad, aan
welks zijden de burgemeesterlijke bundel
pijlen. Zij reikt aan den godsdienst een rol,
waarop de schets van het nieuwe gebouw
wordt gezien. Op den voorgrond liggen een
korenschoof en een spade, verder meekrap
enz. Een genius stort een hoorn van over
vloed uitterwijl de vlaggen der Oost- en
West-Indische Compagnie te kennen geven,
dat deze hare kamers binnen Middelburg
hebben. In het verschiet een zeilend schip
en de torens der stad. Om den rand en
onderaan
1) Martinus Holtzhy, beroemd medail-
leur, geb. in laatsit helft 17de eeuw te
Ulm, begaf zich naar Holland, was eerst
Muntmeester van Gelderland, en daarna in
1752 Muntmeester van Zeeland, f 1764
MUNIFICENTIA SENATUS POPOLI QUE
MEDIOBURGENSIS AUGUSTANAM
CONFESSIONEM PROFESSIS AREA AD
TEMPLUM AEDIFICANDUM CONCESSA
d.i. Door de weldadigheid van den Raad
en het volk van Middelburg is aan de be
lijders der Augsburgsche Confessie de
grond, om een kerk te bouwen, geschonken.
Oostenrijksche Successie-oorlog.
Inval in Staats Vlaanderen.
De verheffing van Willem Karei Hendrik
Friso tot stadhouder als prins Willem IV
gaat uit van Zeeland.
Zooals men weet mocht het de Republiek
niet gelukken onzijdig te blijven in den
Oostenrijkschen Successie-oorlog, toen o.a.
Frankrijk aan Maria Theresia, na den dood
van haar vader Karei VI in October 1740,
de erfenis betwistte. De Pragmatieke Sanc
tie ten spijt, een bronzen spotpenning op
het verbreken ervan is in ons bezit geko
men, gordde men van alle zijden het
zwaard aan, om de strijdhafte koningin
van Hongarije haar wettig erfdeel te ont
futselen. De Fransche legers, onder hun
schitterende.n leider graaf Maurits van Sak
sen, bastaard van Augustus II van Saksen
en Polen en in Maart 1744 maarschalk van
Frankrijk geworden, maakte zich gereed om
de Oostenrijksche Nederlanden aan te val
len. De eene barrièrevesting na de andere
viel weldra in zijn handen, Kortrijk, Namen,
Yperen, Veurne, Knocke vielen bijna zonder
slag of stoot. Het „pragmatieke" leger
rukte eindelijk in den zomer van 1744 van
Oudenaarde op en drong de Franschen
werkelijk over hunne grenzen terug. In 1745
echter en nu onder bevel van den maar
schalk zelf, drongen de Franschen weder
de Zuidelijke Nederlanden binnen, versloe
gen de „Pragmatieken", waarbij Staatsche
hulptroepen, den llen Mei in den slag bij
Fontenoy. Brabant en Vlaanderen vielen den
vijand in handen, alleen de hoofdsteden van
Brabant hielden het nog, doch den 20en
Februari 1746 viel ook Brussel, na een be
leg van drie weken, in handen van Maurits
van Saksen en de oriflamme van Frans I,
bij Pavia door Kerel V buitgemaakt^ 525),
kon met andere tropheeën door den nieuwen
„tapissier de Notre Dame" naar Parijs
worden gezonden. Nu lagen de grenzen van
de republiek open deze wilde wel vrede
sluiten en er werd over en weer druk on
derhandeld, men hield zelfs een congres te
Breda, maar tegen Engelands zin durfde
men niet goed. Daar kwam bij, dat de
energieke Maurits van Saksen, begeerig
naar nog grooter krijgsroem, niets liever
wenschte dan krijg, de machtige oorlogs
partij wist den Franschen weifelenden mi-
j nister van buitenlandsche zaken te doen
vallen en zoo kwam men niet verder met
onderhandelen. In April 1747 kreeg Mau
rits van Saksen de vergunning om zijn
gang te gaan. Hij zond 20.000 man de
grenzen van Staats-Vlaanderen over, die
het platteland tot bij Cadzand en, Ijzendijke
plunderden, Sluis en Ijzendijke vielen wel
dra, Axel en Hulst zouden het niet lang
meer uithouden, de schansen Lilloo en Lief-
kenshoek en de Peerl bezweken. Half Mei
was geheel Staats-Vlaanderen in* Fransche
handen, ook het sterk gelegen Axel, dat
zich bij de eerste opeisching overgaf „il
faut avouer que nous avons affaire a des
gens biens obligeants", zeide de maarschalk
de Noailles, terwijl de opperbevelhebber
zich erop beroemde deze zaak zoo spoedig
ten einde gebracht te hebben.
Maar die inval, hoe goed gelukt ook, had
nog een ander gevolg, waarop van Fran-
j sche zijde evenmin gerekend was als op
de gemakkelijke overwinningen in Staats-
j Vlaanderen.
Bij het toenemen van het gevaar in de
Zuidelijke Nederlanden had menig oog zich
weder op den Frieschen stadhouder, den
Prins van Oranje gericht. De Prins liet van
zijn kant niet na, zijn levendige belangstel
ling in alles wat de landsverdediging be
trof te kennen te geven, met name wat aan
ging juist de verdediging van Zeeland, het
meest bedreigdegewest.
De vlucht van een aantal ingezetenen uit
Staats-Vlaanderen naar Walcheren had
daar een hevige ontroering veroorzaakt.
Een EngelscH eskader, onder Robert Mit
chell, verscheen voor Vlissingen en nam de
bewaking van de Schelde op zich. Reeds
begon t'e Middelburg de lagere volksklasse
oproerig te worden en te plunderen, waar
op soldaten uit Veere en Vlissingen naar de
hoofdstad werden ontboden. In den nacht
van den 24en op den 25en April kwam de
schutterij te Veere onder de wapenen en
verlangde van den Oranjegezinden burge
meester Vereist de belofte, dat Veere den
Prins als stadhouder van het gewest zou
voorslaan. De regenten besloten den vol-
naar het Engelsch van CLARA LEMORE.
(Nadruk verboden.)
13)
„Dit doe ik niet. Maar ze ontvangen de
vriendelijkheid veel liever uit jouw hand,
dan uit de mijne. Bovendien hebben zij ze
°ok waarlijk meer aan jou te danken, dan
aan mij. Als jij het goed niet zoo zuinig
had beheerd dan zou ik nu niet in staat
z'jn tot zulk een vrijgevigheid
Hermione drong niet verder aan. Die
arme Ray had al genoeg kwellingen Vrij
wat beter toch, dat zij hem nu maar niet
meer plaagde.
Om de een of andere reden schonk mrs.
Ueresford gedurende de paar weken, die
n°g voorafgingen aan het huwelijk niet
veel tijd aan de dames op Pinchurst die
dit nu niet al te zeer betreurden.
Soms vroeg miss Freymuth zich wel eens
wat er toch komen moest van dit huwe-
m 00 'n geheel niet op liefde gegrond,
h ïï.rs- Beresford moest openlijk erkend
nebben, dat liefde niets te maken had met
ae verbintenis, die zij zich voorstelde.
„Mr. Freymuth had een vrouw noodig,
geschikt om aan het hoofd van zulk een
groote huishouding te staan. En daar ik
We' geneigd was hem mee te laten genieten
mijn vijfhonderd pond 's jaars, voor de
Positie die hij mij bieden kon, gingen wij
H 1v.erstands-huwelijk over
"et ging Hermione ook vooral zoo zeer
fttch ^art V°0r ^en arnien' kleinen
P®t Raymond zelve ook alles behalve
huweUk WaS' k*eek weer den dag vóór het
geilden morgen, den Prins voor te slaan
als stadhouder, admiraal- en kapitein-gene
raal van Zeeland. Van Veere sloeg de
volksbeweging dadelijk Over naar Middel
burg, waar na eenige aarzeling de regee
ring spoedig toegaf, evenals weldra in de
andere Zeeuwsche steden, met uitzondering
van Tholen#en Zierikzee: Binnen een paar
dagen was alles afgeloopen overal woei
de oranjevlag, alom droeg men oranjelinten
en oranjestrikken en reeds den 28en beslo
ten de Staten van Zeeland den Prins de
waardigheden aan te bieden. Ook in Hol
land ontstond onmiddellijk een groote be
weging op het bericht van het in Zeeland
gebeurde. Den 3en Mei volgden de Staten
van Holland het Zeeuwsche voorbeeld. Zoo
deden ook den zelfden dag die van Utrecht
en eenige dagen later die van Overijsel. Den
4den stelden de Staten-Generaal den Prins
tot kapitein- en admiraal-generaal der Unie
aan. Daarmee was de omwenteling vol
tooid, tot groote tevredenheid des Prinsen,
zonder dat er bloed had gevloeid of onge
regeldheden van beteekenis hadden plaats
gehad.
De oorlog liep intusscheii slecht. Of
schoon de Franschen niet in staat waren
verder in Zeeland door te dringen, bevei
ligd als het werd door Ejigelsche schepen
en door de sterke bezetting van Zuid-Beve
land onder generaal Smïssaert, sloegen zij
den len Juli het Pragmatieke leger bij
Lafeld, niet ver van Maastricht, en sloten
daarna Bergen op Zoom in, dat den 16en
September door den vijand werd genomen,
een feit, dat diepen indruk maakte. Het
erfelijk verklaren der stadhouderlijke waar-
dgiheid en die van het kapitein-generaal-
j admiraalschap konden hieraan niet veel
veranderen.
Gelukkig voor de bondgenooten was
de Fransche regeering in de zwakke
handen van Lodewijk XV en zijn gunstelin
gen en maitressen, zoodat de inmiddels
aangevangen vredesonderhandelingen te
Aken den 18en October 1748 tot den vrede
leidden.
De bovengenoemde collectie bevat een
aantal penningen, die aan de boven kort
geschetste gebeurtenissen herinneren. Zoo
b.v. behalve de spotpenning een bronzen
gedenkpenning, die de kroning van Maria
Theresia tot keizerin in 1741, een idem, die
de wederverovering van Praag door prins
Karei van Lotharingen in 1744, een idem,
die de kroning van Frans I (den gemaal
van Maria Theresia) te Frankfort in 1745,
een tinnen, die het overlijden van Maurits,
maarschalk van Saksen, te Straatsburg be
graven, vereeuwigt.
Bij den bronzen spotpenning van 1742
ziet men op de voorzijde kardinaal Fleury,
eerste minister van Frankrijk, een uitge
vouwen kaart van Duitschland vertoonen
aan drie vorsten, nl. den koning van Prui
sen, keurvorst van Brandenburg, den ko
ning van Polen, keurvorst van Saksen, en
den keurvorst van Beieren, die met den
vinger de landen aanwijzen die tot de erfe
nis van Karei VI behooren, en waarop zij
beweren aanspraak te kunnen maken het
randschrift luidt
EEDE EN VERBONDE GEBROOKEN
EN 'T VUUR ALOMME AANGESTOOKEN
Op de keerzijde ziet men Maria Theresia
haar zoontje in de armen houdende en het
toonende aan de Hongaarsche Sta ten-ver
gadering, met randschrift
DE PRAGMATIQUE SANCTIE BELOOFT
EN NOU VAN MIJN ERVELANDE
BEROOFT.
In de afsnede staat 1742.
Ter verklaring het volgende In den zo
mer van 1741 trokken de Vereenigde Beier-
sche, Saksische en Fransche troepen Bohe-
men binnen, vanwaar zij tot op drie dag
reizen afstands van Weenen doordrongen.
Maria Theresia zag geen uitkomst, dan in
een overijlde vlucht naar Hongarije op de
trouw en de dapperheid der Magyaren was
haar laatste hoop gevestigd. Zij vond zich
niet bedrogen zij riep te Presburg een
Rijksdag bijeen, waar zij met de kroon van
den Heiligen Stephanus op het hoofd en
den ouden koningsmantel om de schouders
verscheen en plechtig den eed aflegde. Het
was daar, dat de Hongaren vol geestdrift
een leger van 30.000 man in het leven riepen
en zelfs de opkomst van het volk in massa
decreteerden het was daar, dat Maria
Theresia met haar zuigeling, den lateren
jozef II, op den arm, in de vergadering der
Stenden verscheen om hen te danken voor
wat zij voor haar hadden gedaan het is
daar, dat Voltaire de bekende aangrijpende,
doch waarschijnlijk onhistorische scène
plaatst, hoe de Hongaren vol geestdrift op
het gezicht hunner verdrukte koningin (of
hun koning"), het zwaard trokken en
iuide uitroepen Moriamur pro rege
Mr. Pentony en Priscilla kwamen dien
dag naar Pinchurst om Ray „goeden dag"
te zeggen en de dominé sprak van de
edelmoedige bijdrage van den jongen man
aan het restauratie-fonds.
„Wat doen zulke dingen toch gauw de
ronde op een plaats als deze", zei mr.
Freymuth. „Wie heeft u verteld van mijn
edelmoedigheid, mr. Pentony
„Ik geloof niet, dat ik het gehoord heb,
maar eerder dat ik het gezien heb in een
opgave, die lady Courtthorpe aan „the
Standard" heeft gezonden. Ze dacht, dat
dit misschien enkelen oudheidkundigen nog
zou bewegen om ook mee te werken aan
het fonds".
„Ja", zei Hermione, „het heeft in het
blad van gisteren gestaan."
„Met mijn naam er bij vroeg haar
neef.
„Ja", antwoordde zij.
Daar bleef het voor het oogenblik bij
maar een half uur later vond miss Frey
muth haar neef in den hall met een blad in
de hand, dat hij zeker zoo even gelezen
had. En terwijl hij met den vinger op een
kolom wees; sprak hij „Daar staat het"
„Onder andere donateurs vermelden wij
nog Raymond Freymuth, heer van Pinc
hurst, in Norfolk, enz."
„En nu had ik dit juist als voorwaarde
gesteld, dat het niet in de bladen zou
verschijnen
Hermione wilde nog een soort excuusje
bedenken, en zei „Misschien is het wei
een vergissing van lady Courtthorpe
„O neen. Haar ladyschap is veel te zeer
een vrouw van zaken. Als zij er ingevolge
mijn verlangen had bijgevoegd „Mr. Frey
muth wil volstrekt niet, dat zijn naam be
kend zal worden", dan zou dit ook niet
gebeurd zijn. Maar nu moet ze zelve ook
maar de gevolgen dragen
„De gevolgen...? Kom, Ray, nu maak
je het toch wel wat heel erg
„Als ze wist, wat hiervan komen kon,
dan zou ze er toch wel eenigszins berouw
van hebben. O, Mione, wat kan ik nu
voor geluk verwachten van het samenleven
met een vrouw, die zoo precies regelrecht
tegen je in is
Hermione had verbazend veel meelij met
hem maar toch dacht ze tegelijkertijd dat
zij niet graag de vrouw was, die hem
getrouwd had daar ze het onvergeeflijk
zwak van hem vond, dat hij zoo met open
oogen in deze val liep. Dit was toch zoo
heel anders dan vroeger. Toen had Ray
zich moedig betoond, tot roekeloosheid
toe...
HOOFDSTUK IX.
De dag, dien Hermione zoo zeer geducht
had, brak dan eindelijk aan.
Na een afwezigheid van twee maanden
kwamen mr. Freymuth en zijn vrouw op
hun goed Pinchurst.
Miss Freymuth, haar moeder en Pitchers
hadden hun best gedaan 'zooveel mogelijk
te genieten van dien tijd van vrijheid.
Alle bedienden zouden nabij het huis de
jongelui staan afwachten.
„En breng ze goed onder het oog, Put-
tick", vermaande zij den grijzen butler,
„dat ze verheugd kijken, of ze zeer zijn
ingenomen met den staat van zaken... Ja,
ja ik weet al wat je zeggen wiltWe
zijn nu alleen zoo zeer aan elkaar gewend,
dat we liever op de oude wijze waren
doorgegaan. Maar het zou heel dwaas zijn
als wij de nieuwe slotvrouw zoo iets lieten
vermoeden. Zeg hun maar, dat ze daar
door juist de zaken onaangenaam zouden
maken voor mij en dat ze daarom waarlijk
hun best moeten doen om zoo vriendelijk
mogelijk té kijken."
nostro Maria Theresia (Wij zullen sterven j
voor onzen koning Maria Theresia). j
Maar behalve deze zijn er ook een vijftal
bronzen gedenkpenningen, die de verheffing
van den Prins illustreeren, en wel drie
soorten, waarvan ik de beschrijving hier
onder laat volgen.
Een bronzen penning
Op de voorzijde ziet men de borstbeel
den van den Prins en de Prinses van
Oranje, met randschrift
W(ILHELMUS) C(AROLUS)
H(ENRICUS) F(RISO) PRINCEPS
AVR(ANIAE) ET ANNA MAG(NAE)
BRIT(ANNIAE) PRINCEPS
d.i. Willem Karei Hendrik Friso, Prins .van
Oranje en Anna, Prinses van Groot-Brit-
tannië.
Keerzijde De gekroonde wapenschilden
der Zeven Vereenigde Gewesten met een
gekronkeld lint verbonden in het midden
het wapen van den Staatonder de wapen
schilden en om den rand Stadhouder,
Admiraal en Kapitein Generaal van 7
Provintien.
Een dito
Voorzijde De Prins als Kapitein-Gene
raal met uitgetrokken degen te paard zit
tend.
Keerzijde De gekroonde wapens der
Zeven Provinciën, met een lint in een kring
vereenigd in het midden het gekroonde
wapen van den Staat.
Óm den rand van voor- en keerzijde
WIL(lem) CAR(el) HEN(drik) FRISO
PRINCE V(an) ORANJEN EN NASSAU,
Stadhouder Admiraal enz.
en op de afsnede der voorzijde 3 MAY
1747.
Een idem
Voorzijde Het borstbeeld van den Prins
met ordelint. Onderaan op een- gekronkeld
lint
HET VADERLANDT.
Keerzijde Een gekroonde staande Ne-
derl. leeuw, met den eenen klauw een ont
bloot zwaard en met den ander de zeven
pijlen verheugd verheffende.
Op de afsnede
VOX POPULI VOX DEI 1747
d.i. De stem des volks is de stem van God.
Op den rand der voor- en keerzijde Wil
lem Karei Hendrik Friso enz.
Een andere bronzen penning gedenkt de
benoeming van Prins Willem IV tot ridder
in den kousenband den 8en Maart 1749.
Den 22en October 1751 overleed Willem
IV en werd opgevolgd door zijn zoontje, dat
den 8en Maart 1748 geboren was, onder
regentschap van de moeder, Prinses Anna.
H. G. VAN GROL.
Het weder in October.
Aan het overzicht van het Kon. Ned.
Met. Instituut over het weder in October
is het volgende ontleend
Tot den 5en was de luchtdruk hoog van
de Azoren tot de Oostzee, van 9 tot 17 in
het Zuiden. Van 11 tot 17 was de lucht
druk hoog bij Groenland, van 17 tot 20
van het Noord-Westen tot het Zuid-Oosten,
van 28 tot 31 in de omgeving van IJsland.
Dientengevolge trokken de vele depressies
aanvankelijk ten Noorden van ons land,
daarna over onze omgeving.
In de eerste en derde dekade waren
Noordelijke en Oostelijke winden talrijker
dan normaal, in de tweede dekade waren
Westelijke en Noord-Westelijke winden
veel talrijker dan gemiddeld. In alle deka-
den was de gemiddelde windkracht boven
normaal, m de eerste slechts weinig, in de
tweede belangrijk.
Gedurende den storm van 9 op 10 werd
de grootste windsnelheid te Vlissingen
waargenomen, de grootste gemiddelde snel
heid gedurende een uur bedroeg 27 meters
per seconde, de sterkste stoot 37 meters
per seconde.
Gemiddeld over de geheele maand was
de overdag temperatuur 1°.2, het gemid
deld maximifm 1°.3, het gemiddeld mini
mum 0°.9 te laag. De eerste dekade was
warmer dan normaal met afwijkingen 1°.4,
1°.5 en 1°.0, de derde dekade was belang
rijk te koud met afwijkingen 3°.9, 4°.4 en
3 .5. De hoogste temperatuur was 24° .2 en
werd waargenomen te Maastricht op den
6, de laagste was 3°.7 te Den Hulst op
den 21 en 23. Nachtvorsten kwamen voor
op 18, 19, 20, 21, 23, 24 en 27, maar waren
van weinig beteekenis. Sneeuw viel op 24
in Limburg, op 25 te Groningen, op 31 in
het Zuid-Oosten van Gelderland, het Oosten
van Noord-Brabant en in Limburg.
De regenval gemiddeld over het geheele
land bedroeg 107 mm tegen 78 normaal.
Per brief was Hermione met haar neef
afgesproken, dat de Deanes bij hen zouden
dineeren op den avond van hun terug
komst. Tegenover Ray had zij maar ge
zegd dat Ada het zeker prettig zou vinden,
als er familie van haar tegenwoordig was
maar in waarheid had zij het gedaan in de
hoop, dat hun tegenwoordigheid soms een
heiTzime afleiding zou kunnen geven bij
voorkomende moeilijkheden.
Het oude huis zag er op z'n best uit op
dien helderen Aprilmiddag. Er stonden al-
lerwege bloemen en een gezellig vuurtje
knapte nog in den haard.
„Denk wel, Pitchers, dat je moeder een
hartelijk welkom toeroeptZij zal o zoo
aardig voor je zijn
Zoodra het rijtuig voor de deur stil
hield, en Pitchers de deur had open gehou
den, stond Ray glimlachend neer te kijken
op Hermione en den kleinen jongen, terwijl
hij zijn vrouw hielp uitstappen..
„Welkom thuis riep Hermione en
kleine Pitchers zei ook „Welkom thuis,
moeder
„Zijn ie handjes wel schoon vroeg
Ada, en duwde hem een eindje uit den
weg. „Welkom thuis, moeder Zoo'n
kleine papegaai. Wie heeft je dat lesje
geleerd
Het ventje keek droevig maar door de
teedere omhelzing van zijn vader was hij
weer gauw getroost.
„Heb je altijd het kind bij je vroeg
Ada, toen ze even later om de theetafel
zaten geschaard.
„O ja in den regel is hij hier. Tenzij
we dan al heel deftig bezoek hebben",
antwoordde Hermione. m
„Dan kan hij toch wel eens geweldig
in den weg zijn Met kinderen moet je
altijd zoo oppassen F'
„Och, wij vinden hem nooit -lastig. Hij
In het Noorden van het land was de regen
val ongeveer normaal. De afwijkingen na
men naar het Zuiden en Oosten geleidelijk
toe en bedroegen in Zuid-Holland, Zeeland
en Drente 20 tot 35 In Utrecht, Noord-
Brabant en Gelderland 60 tot 80 in
Zuid-Limburg 125 boven het gemiddelde.
De eerste dekade was over het geheele land
iets onder, de tweede belangrijk boven nor
maal, in de derde dekade was het Noord-
Westen iets beneden, het Zuid-Oosten be
langrijk boven normaal. Onweer kwam
vooral voor op den 8, 9, 10, 25 en 26, ver
spreide berichten nog op 2 andere dagen
Het aantal uren met zonneschijn gemid
deld over de 5 hoofdstations bedroeg 89
tegen 90 normaal, de 3 dekaden telden res
pectievelijk 43, 25 en 21 uren.
Het Bietenrooivraagstuk.
Naar de oplossing van dit vraagstuk
zoekt men reeds eenige jaren. In 't Noor
den, in de Veenkoloniën, begon men er
mee. Tot heden echter werd geen machine
gevonden, die aan de gestelde redelijke
eischen geheel voldeed, niettegenstaande
een prijsvraag werd uitgeschreven, waar
bij een bedrag van 10.000 werd uitgeloofd.
Het voorbeeld van de Veenkoloniën is ge
volgd door den Bond van Coöp. Suikerfa
brieken in Nederland, de Centrale Suiker-
Maatschappij en de Zeeuwsche Landbouw-
Mij., die te zamen eveneens 10.000 bijeen
brachten en deze som beschikbaar stelden
voor een doelmatigen bietenrooier. Een
6-tal eischen werden gesteld, en de uitwer
king van het denkbeeld werd opgedragen
aan een commissie, waarvan prof. Visser
te Wageningen als voorzitter werd be
noemd. Deze commissie ging allereerst op
onderzoek uit, in Frankrijk en Duitsch
land, bezichtigde daar verschillende machi
nes en het door deze gepresteerde werk, en
heeft haar bevindingen neergelegd in een
geïllustreerde brochure. Daaruit blijkt, dat
ook deze commissie in haar zoeken nog niet
is geslaagd. In haar conclusies zegt zij on
der meer „Het machinale bietenrooien met
gecombineerde kop- en rooimachines levert,
in vergelijking met het handrooien, gelijk
dat in ons land wordt verricht, op het punt
van loofbehandeling, zuiver koppen en
rooien, zulk minderwaardig werk, dat aan
de invoering van die machines vooreerst
niet gedacht kan worden". Een blij per
spectief wordt hier dus niet geopend de
gestelde eischen moeten blijkbaar voor de
naaste toekomst worden gematigd. Maar
wat dan, wat nu De commissie vestigt de
aandacht op de nieuwe zoogenaamde
„Pommritzer kop en rooimethode"waar
mee een uitstekende loofbehandeling wordt
verkregen, zoodat zij zich in 't bijzonder
leent voor die bedrijven, waar het loof
grootendeels vervoederd wordt. Maar ook
voor andere bedrijven wordt een proef met
die methode ernstig aanbevolen, omdat
waarschijnlijk, althans op niet te zware
gronden, de mogelijkheid bestaat tot ver
laging der rooikosten en beperking van den
rooitijd. Voor hen, die het niet weten, zij
nog meegedeeld, dat de Pommritzer-metho-
de in 't kort hierop neerkomt de bieten
worden met een bak of een schoffel gekopt;
het loof wordt met een vork of een zwad-
liggende hark op rijen gelogd de bieten
worden met een door Pommritz aanbevolen
bietenheffer gerooid, die de bieten op den
grond brengtde bieten worden vervolgens
gereinigd door één- of meermalen met een
akkereg, met de tanden naar achteren ge
richt, of met een kettingegge, daarover te
gaan.
Het verbod van Engeland.
Voor iederen landbouwer is dit opschrift
duidelijk genoeg. Hij weet, dat hiermee be
doeld wordt het op 4 Juni 1926 door Enge
land uitgevaardigde verbod tot invoer van
versch vleesch. Niet alleen uit ons land,
maar uit het geheele vasteland van Euro
pa. Als motief werd opgegeven vrees
voor besmetting met mond- en klauwzeer.
Die besmetting zoo meende men in En
geland komt van het vasteland ons
land daarbij inbegrepen, want het was ge
bleken, dat ook met geslachte varkens, uit
ons land ingevoerd, de besmetting was
overgebracht. Dit viel niet te ontkennen
evenwel waren dat varkens, uit België af
komstig, via Rotterdam in Engeland inge
voerd. Dit werd de Engelsche regeering
duidelijk gemaakt, en haar tevens de over
tuiging bijgebracht, dat besmetting van
hier gefokte en gemeste varkens door de
maatregelen van den keuringsdienst ook
niet mogelijk was. Maar Engeland bleef
niettemin ook uit ons land het versche
vleesch weren, zich grondende op de rede
neering, dat ook van varkens in het incuba-
tie-tijdperk het vleesch de besmettende stof
kan uitstekend zichzelven amuseeren en als
we een enkelen keer eens iets willen zeg
gen, dat hij liever niet hooren mag, dan
zeggen wij het in 't Fransch."
„Och ja, maar tot nog toe heb je hier
ook zoo'n kalm leventje geleid. Dit zal nu
wel anders worden
„Dit heb ik je nu al eens meer hooren
zeggen, Ada Ik geloof waarlijk dat je
denkt, hoe Hermione het leven heeft geleid
van een non. Dat is toch niet zoo. Tot den
dood van oom George, nu zoo wat twee
jaar geleden, ontving zij druk. Ééns per jaar
was er altijd een groote jachtpartij en
Pinchurst was zeer in trek, dat verzeker ik
je Lord Courtthorpe zei, toen hij hoorde
dat ik trouwen ging, dat hij hoopte, hoe de
oude plaats weer zou opvroolijken of
schoon hij vreesde dat ze niet weer zoo
populair zou worden als broeger."
„O, maar natuurlijk zal dat zoo zijn",
viel Hermione gauw in. „Maar wat zie jij
er weer goed uit, Ray Van de Deanes kan
ik tot mijn spijt niet hetzelfde getuigen.
Mabel en de kinderen klagen weer erg over
hun keel en de dokter zelve is zoo mager
geworden als een brandhout
„Ik zal ze morgenochtend eens gaan
opzoeken", meende Ada.
(Wordt vervolgd.)
VOLKSGEZONDHEIDS.
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
Goede verlichting, verwarming en
luchtverversching bevorderen den lust
tot werken.
GEZONDHEIDSRAAD.