WOENSDAG 17 NOVEMBER
PoA8iersRi
No. 271
164e Jaargang
rgsche Maalsel#! w
Stoomvaart
19
lïSSï"
BINNENLAND
4
lier, winkelier,
lij een pleizier
ïeer - ja m'neer
I's vindt gij hier.
schuilt de qualiteit
lënten hebben
't mij gezeid
:en voortreffelijk
soort tabak
>nnig Indië -
't is een feit.
dan niet erg duur?
igaartje verschaft
alf uur genot; zelfs
'n tabaksgnuiver,
rijs, m'neer, is een
halve stuiver.
mij dan een pakje
van tien.
neer. Nu zal ik U
wel dagelijks zien
gd met 1 December
en SLAAPKAMER
tit-Slaapkamer. Brieven
sopgaaf tetters A. M,
fliss. Courant".
r een
BOVENWONING
92. Huurprijs f 30.
arden 1 December. Te
VAN ZWIENEN.
vraagt
5000.— ter leen,
land met halfjaarlijksclie
Brieven ónder letters
reau „Vliss. Courant'1
jp 1 Kinderledikant
en kapokmatras, 1 Stoel-
1. SINKE. Paarden-
3 keer bellen. Bevragen
's avonds.
gd voor tijdelijk
mend ELECTR1CIEN,
huisinstallatie zelfstandig
ggen. Brieven onder let-
liefst zoo spoedigmo-
reau „Vliss. Courant
NKELJUFFROUW
(tijdelijk) en voor de
istafel VAN DE VAATE,
aastafel
arkt.
ïr een vrije
lOVENWONING
raat No. 9. Te bevragen
tijk 16.
:n -Middelb.-Rotterdam
ichengelegen plaatsen.
IER VAN PASSAOffiRSt
1EDEREN EN VEE.
v.Midd.
v.m.uur
8
v. Rok.
v.nr.udf
ivember
ag 18
22 - 8
23
örmatiën t» b«kom«»
,m: N.V. Timeport-
r.h. Erren 8. VOS,
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wat
eren f 2.20 per drie maanden. Franco
rfnor liet geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementeii 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
yan i4 regels 1.10 voor iedere
regel nleer 26 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
vooruitbetaling van-1—5 regels 0.75, elke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van 1—6 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
Eerste Kamer.
In de gisterenavond gehouden vergade
ring van de Eerste Kamer deelde de voor
zitter mede dat het zijn voornemen is de
Kamer weder tegen 7 December bijeen te
roepen om dan in de afdeelingen den vol-
aenden dag te doen onderzoeken het wets
ontwerp, dat betrekking heeft op het ver
drag tusschen Nederland en België.
De Rijksmiddelen.
De rijksmiddelen hebben in October op
gebracht ƒ41.448.670.21, tegenover in de
zelfde maand van 1925 ƒ40.759.441.75.
Deze hoogere opbrengst werd alleen ver
kregen uit de successierechten, die ruim
f 1.700.000 meer hebben opgebracht dan in
October 1925. Sedert 1 Januari werd ruim
25 millioen meer ontvangen dan in hetzelf
de tijdvak van 1925 en ook 25 millioen
meer dan de raming.
Het communistisch complot op Java.
De minister van koloniën heeft gisteren
middag van den gouverneur-generaal van
Nederlandsoh-Indië het volgende telegram
ontvangen
„Toestand geheel West-Java bevredi
gend behalve in regentschap Pandeglang,
waar bevolking zelve in ernstig verzet.
Noord-Bantam voorshands rustig. Mili
tairen en politiemacht voldoende om situa
tie Bantam te beheerschen."
Uit de telefonische rapporten van overste
d'Engelbronner blijkt, dat de eerste ver
wachtingen, dat den verzetslieden een ferme
klap was toegebracht, te optimistisch zijn
geweest.
Maandagavond om 7 uur viel een bende
van 500 man bij Laboean een brigade van
ongeveer 20 man aan. De aanval werd af
geslagen de vijand kreeg 10 dooden en
vermoedelijk een groot aantal gewonden.
Het verdere deel van den nacht bleef het
rustig en gisteren is het zeer rustig ge
weest.
De telefoon is nog niet hersteld. De zui
delijke route naar Laboean over de ijzeren
brug is onbegaanbaar op de noordelijke
route is de houten brug beschadigd. De
auto's, waarin gouverneur Hillen en dege
nen, die met hem kwamen, zaten, konden
nog even over die brug rijden.
Het jubileum van Patrimonium.
Het comité voor het jubileumfonds van
„Patrimonium" heeft een bijdrage van H.
M de Koningin ontvangen.
Een gemeente-secretaris geschorst.
De gemeenteraad te Halsteren heeft in
zijn gisteren gehouden zitting, waarin het
rapport besproken werd van de commissie
tot onderzoek naar eventueel gepleegde on
toelaatbare handelingen van den gemeen
te-secretaris, besloten den heer A. van Hoek
voor den tijd van twee maanden te schor
sen als secretaris en ambtenaar van den
burgerlijken stand. De heer Van Hoek zal
dien tijd zijn salaris als gemeente-secretaris
behouden, doch niet dat als ambtenaar.
KAMER-OVERZICHT
Tweede Kamer.
Zitting v^i Dinsdag.
Algemeene beschouwingen.
Geen fraai begin voor het algemeen de
bat twintig minuten na het officieele uur
van aanvang was het aantal aanwezige
ledenjióg pas 41 en het duurde nog eeni-
geri tijd eer het 51e lid kwam binnenstap
pen. Van overgroot verlangen naar dit
debat blijkt daaruit niet Toen dan ook
de heer Albarda zijn rede aanving was er
van belangstelling niet veel te bespeuren.
Veel zin heeft dit debat trouwens heele-
maa! niet, \vant het is nauwelijks een half
jaar geleden dat de vorige begrooting was
afgedaan.
De sociaal-democraten hebben dit jaar
ais leuze het herstel van een paar bezuini
gingen, die in den laatsten tijd zijn toe
gepast. Daartoe behooren herstel van het
zevende leerjaar en verbetering der amb
tenaren-salarissen, Het verloren terrein
moet herwonnen worden. De Regeering
neeft daartoe nog geen zin, want zij wil
voor alles belastingverlaging. Deze komt
eenter volgens den heer Albarda het meest
ton gunste der rijkeren. Voorts is er een
gioep personen die vermindering der be
dingen vooral wenscht om de regeering
nf u te onth°uden voor nieuwe uitgaven
0 herstel van bezuinigingen.
inkomsten van den Staat zijn wel
heH^i £eweest dan verwacht werd en dit
M re&eer'ng aanleiding gegeven tot
ri asangverlaging over te gaan.' Volgens
u "eer Albarda verzuimde zij echter te
en a bev°lking zich uitbreidt
vel a daarmede rekening moet worden
farl u1 vergelijkingen met vroegere
keliiï'Ilatl0nale inkomen is klaarblij-
J toogenomen en het nationale vermo-
npm-eVeneens' bl dat bez'en is de toe-
der staatsuitgaven toch anders te
de <2Wen' Nattiiirlijk wil de heer Albarda
nithr r bes*eden aan productieve daden,
van J?* van staatsbemoeiing tot heil
ne' volk. Daarnaast moet nog veel be
zuinigd worden op oorlog en marine. Deze
departementen moeten worden ingekrom
pen en samengevoegd tot één departement,
waarbij groote bezuinigingen gewenscht
zijn. Wat de Regeering wil bezuinigen is
de moeite niet waard. Bij verleden jaar
wordt slechts 182.000 gld. op oorlog be
zuinigd op marine heeft het ook niet veel
te beduiden. De Regeering heeft van het
kloeke voornemen, op 11 Maart geuit, nog
niet veel in praktijk gebracht.
De Minister van Arbeid kreeg het noodige
te hooreif Hij doet niet genoeg en is bang
zich aan koud water te branden.
Even vlocht hij een passage in over de
jongste Indische gebeurtenissen. Hij achtte
die even betreurenswaardig als afkeurens
waardig.
Bij zijn optreden als Gouverneur-Gene-:,
raai heeft de heer De Graeff gezegd, dat
hij geen politiek van kracht wilde, maar
dat hij door een welvaartspolitiek het ver
trouwen der bevolking wilde heroveren.
Daarna sprak de heer Albarda de hoop uit,
dat de Gouverneur-Generaal na die voor
treffelijke woorden tot voortreffelijke daden
zou komen en zich niet den weg der reactie
zou laten opdringen, doch dat hij trouw
zou blijven aan zijn woorden.
Een lofrede op de democratie tegenover
het communisme eenerzijds en het fascisme
anderzijds, besloot de rede van den heer
Albarda.
Nog zij vermeld, dat hij zijn vroeger
reeds ingediende motie voor medezeggen
schap redactioneel wijzigde. Die motie
wordt echter later behandeld en voorts dat
de pers een zacht standje kreeg, omdat zij
te veel op incidenten en interrupties lette
en te weinig op argumentatie. Daarmede
haalde zij het parlement omlaag. Heelemaal
onjuist is dit niet, maar het is de vraag
wie er zich het meest aan partijdige ver
slaggeving schuldig maakte.
De leider der christelijk-historische frac
tie bepleitte herziehing der wetgeving op de
Zondagsrust, een aangelegenheid die z.i.
niet als die der echtscheiding en der lijk
verbranding in de politieke zone ligt. Im
mers men is algemeen voor bevordering
van de Zondagsrust en het gaat alleen om
de grens daarvan.
Vervolgens kwam hij eens op tegen het
voortdurende geklaag over de ondeskundig
heid der Kamer. Er is een streven bij be-
langen-groepen om de uitvoering van wet
telijke regelingen tot zich te trekken en aan
de macht der staatsorganisatie te ontnemen.
Hij zag daarin een fout, omdat de Kamer
boven al die groepen moet staan en moet
beslissen, terwijl de deskundigen het
meestal niet eens zijn. Meer en beter voor
lichting van de Kamer wil iedereen en het
instituut der studiecommissies achtte hij al
een verbetering en in die richting kan wor
den voortgewerkt.
Ten .aanzien van de plannen der Regee-
ritig nopens de defensie vroeg hij den Mi
nister van Oorlog eens zijn stelsel uiteen te
zetten. Daarvan was nog niets bekend. Ook
wilde hij weten wat onder het „beschim
melde spinrag" wordt verstaan dat in onze
defensie zou bestaan Het was niet dui
delijk, vooral niet omda^ thans de zelfde
minister van oorlog achter de groene tafel
zit, die ook bij Colijn's kabinet er zat. Is er
eigenlijk wel een stelsel, vroeg dr. de Vis
ser
Met een pleidooi voor christelijke staat
kunde eindigde hij, waarbij hij zich er tegen
verzette dat sommigen enkele teksten uit
den Bijbel als algemeen richtsnoer voor het
recht aannemen. Dat is onvoldoende men
moet den christelijken geest in onze wet
geving kennen en vooral geen geestelijke
dwang toepassen.
Uit de verboden zóne wilde de heer
Droogleever Fortuijn de huwelijkswetge
ving nemen om althans een aantal verbe
teringen daarin te brengen waaromtrent
geen diepgaand en principieel verschil be
staat. Voorts pleitte hij voor een betere
regeling van de financieele verhouding van
Rijk en gemeente.
De leider der a.-r. fractie, mr. Heems
kerk wees af de verwijten dat zijn fractie
het kabinet De Geer tegenwerkt en aan
stuurt op herstel van het kabinet Colijn.
Z.i. klopt dit kabinet op den huidigen poli-
tieken toestand.
Verder kwam hij op tegen toelating van
de Potemkin-film, die gif zaaide, en voor
meer Zondagsrust. De musici klagen, dat
zij geen vrijen dag per week hebben als
men nu eens verbood op Zondag muziek te
maken in café's was men er op slag. Lijk
verbranding en stemplicht waren andere
onderwerpen, waaromtrent hij wettelijke
regeling wilde. Afschaffing van de staats
loterij, die hij ook wenschte, had thans
fen kans evenmin als weder-invoering
n de doodstraf, twee onderwerpen die de
coalitie-kabinetten niet eens tot oplossing
v/isten te brengen. Het huidige kabinet was
z.i. krachtig, omdat het parlement te veel
verdeeld is. Echter kan die toestand niet
lang duren. Het is als een bloem die van
den tak is afgesneden ze kan nog een
poosje leven in een glas water, maar niet
heel lang kan dat duren.
Enkele losse opmerkingen maakte hij
nog. Hij was o.a. niet gerustgesteld over
den toestand der spoorwegbanen.
Over het algemeen was het debat zeer
slapjes. Voorzichtig drong mr. Heemskerk
op samenwerking^ aan tegen het gevaar
van het communisme. Er moet niet verbrok
keld worden, maar gezocht naar wat
vereent.
Avondvergadering.
De algemeene beschouwingen over de
begrooting van binnenlandsche zaken en
landbouw werden voortgezet.
De heer Braat maakt eenige opmerkingen
over den zomertijd. Wanneer de minister
aan sprekers bezwaren niet wil tegemoet
komen, zal hij tot zijn leedwezen moeten
komen met een voorstel tot afschaffing.
De Minister van Binnenlandsche zaken
en Landbouw zegt, dat' reeds vele keeren
een voorstel van den heer Braat tot, af
schaffing van den zomertijd schipbreuk
heeft geleden, zoodat er geen reden is, op
nieuw met een voorstel van die strekking
te komen. Het heeft reeds in de bedoeling
van spreker gelegen, met de directie van
de spoorwegen overleg te plegen om te
komen tot het invoeren van den winter-
dienst, reeds in September, in welke maand
dan ook de zomertijd kan eindigen. Een
toezegging kan spreker echter niet doen.
Bij de afdeeling Bïnnenlandsch Bestuur
bespreekt de heer Van Aalten het vernie
tigingsrecht van de Kroon. Spr. herinnert
aan de circulaires van het departement
uitgaande en hij is van meening, dat daar
door de administratieve rechtspraak in het
gedrang komt.
Wat betreft de circulaire aan de ge
meentebesturen inzake de gemeentelijke fi
nanciën, zegt spr., dat juist het Rijk aan de
gemeenten allerlei lasten heeft opgelegd,
die het zelf van zich afgeschoven had.
De heer Smeenk merkt op, dat de circu
laire aanleiding heeft gegeven tot veel
misverstand. Wanneer een dergelijke circu
laire doel wil treffen, zal zij met meer des
kundigheid moeten worden opgesteld dan
met deze circulaire het geval is. Dat men
b.v. uit de stijging der gemeenteschulden
wil concludeeren, dat de financieele toe
stand der gemeente achteruit is gegaan, is
reeds een bewijs van ondeskundigheid.
Immers, de bemoeiing van verschillende
groote gemeenten met zekere bedrijven,
heeft eer den financieelen toestand dier ge
meenten versterkt dan verslapt.
De heer Van den Tempel constateert
eveneens dat de circulaire bij zeer velen een
slechten indruk heeft gewekt. De in de cir
culaire verwerkte gegevens raken naar
spr.'s meening kant noch wal. Wat zegt
eigenlijk het totaalcijfer der uitgaven op
den gewonen dienst? Dit cijfer zegt niets,
want daarnaast di'ent evenzeer rekening te
worden gehouden met de inkomsten. Op
zichzelf zijn de gegevens van het departe
ment wel juist, maar wanneer men ze in
het rechte verband beziet, komt men tot de
conclusie, dat zij een geheel verkeerden in
druk vestigen.
De heer Bakker bespreekt eveneens de
circulaire. Spr. meent dat het den minister
is mogen gelukken bij zijn antwoord een
anderen indruk te vestigen dan aanvanke
lijk het geval was. Bij het verschijnen der
circulaire is bijna geheel Nederland opge
schrikt. Spr. wil echter de circulaire geens
zins afkeuren, want door die circulaire zijn
verschillende gemeentebesturen, wier be
leid niet goed was, op haar feilen gewezen.
Spr. kan zich dan ook niet vereenigen met
de woorden van afkeuring van de vorige
sprekers, doch naar zijn meening hadden
Ged. Staten deze circulaire niet noodig.
De heer Van Gijn is het niet eens met
hetgeen in de circulaire wordt gezegd ten
aanzien van het aangaan van geldleeningen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
de sprekers beantwoordende zeide dat bij
zijn optreden als minister er niet minder
dan 43 aanvragen van gemeentebesturen
waren o,m steun. Naar aanleiding van dezen
toestand is besloten, d2t spreker nog eens
een circulaire aan Ged. Staten over deze
quaestie zou zenden, om na te gaan wat
zou kunnen worden gedaan, om te voorko
men, dat gemeenten in moeilijkheden zou
den geraken. De circulaire moest algemeen
worden opgezet, omdat men van te voren
natuurlijk niet kon aanwijzen,; welke ge
meenten in moeilijke omstandigheden zou
den kunnen komen te verkeeren. De circu
laire is eenvoudig een overleg geweest tus
schen de regeering en Ged. Staten.
Wat betreft het opgeworpen bezwaar
inzake de leeningen, zegt spr., dat herhaal
delijk geleend werd tot dekking van gewone
uitgaven, dat kasgeldleeningen werden aan
gegaan zonder goedkeuring van Ged. Sta
ten. En dat door vele gemeenten renten niet
eens werden betaald.
De minister herinnert voorts aan een
passage uit de Memorie van Toelichting van
de wet van 1921, waarbij de uitkeering aan
de gemeenten werd verhoogd en waarin de
mogelijkheid naar voren is gebracht om de
autonomie van de gemeenten in zake geld
leeningen aan te tasten. De Staatscommis
sie voor de financieele verhouding tusschen
Rijk en gemeenten ïs druk aan het werk en
zij zal zoo spoedig mogelijk rapport uit
brengen.
Ten slotte zegt spr., dat de circulaire niet
zoo eng moet worden opgevat als door
vele leden is gedaan en dat zij alleen de
bedoeling heeft moeilijkheden voor ge
meenten te voorkomen. Wanneer men de
circulaire opvat naar letter en geest, zal
zij ongetwijfeld medewerken tot een juiste
ontwikkeling van de gemeentefinanciën.
VOORSTELLEN
AAN DEN GEMEENTERAAD.
pootBurg;, en Weth. zijn de volgende
voorstellen aan den gemeenteraad gedaan
In een overgelegd bezwaarschrift d.d. 17
September j.l. verzoeken Ged. Staten van
Zeeland als exploitanten van den Provin
cialen Stoombootdienst op de Westerschel-
de den aanslag over het dienstjaar 1926 in
de zakelijke belasting op het bedrijf tot een
bedrag van 564 te vernietigen.
Zij gronden hun verzoek op het arrest
van den Hoogen Raad der Nederlanden van
16 April 1926 waarbij is beslist, dat van
een bedrijf in den zin van art. 242e der Ge
meentewet alleen sprake is, wanneer daar
mede het maken van winst wordt beoogd.0
Nu wordt naar het oordeel van Ged.
Staten r— uit den aard der zaak door de
provincie met de uitoefening van genoem-
den stoombootdienst geen winst beoogd
de dienst levert trouwens steeds aan
zienlijke tekorten op maar dient hij al
leen voor het onderhouden van de noodza
kelijke verbinding van Zeeuwsch-Vlaande-
ren met overig Nederland.
Naar aanleiding van het bovenstaande
deelen wij U mede, dat het aanslagbiljet
was gedateerd 22 Juli 1926, zoodat het be
zwaarschrift met in achtneming van den bij
art. 265b der Gemeentewet gestelden ter
mijn van twee maanden is ingediend.
Wat nu den aanslag zelve betreft, deze
is gegrond op de verordening betreffende
de heffing eener zakelijke belasting op het
bedrijf, steunende op art 242e der Gemeen
tewet.
Dit wetsartikel zegt, dat de zakelijke be
lasting op het bedrijf slechts geheven wordt
van zoodanige ondernemingen en inrichtin
gen, welke binnen de gemeente een bedrijf
uitoefenen anders dan in stations enz.,
daaraan toevoegende „Ook publiekrechte
lijke lichamen" kunnen in deze belasting
worden betrokken".
Op grond van deze bepaiingen werd dan
ook telken jare de Provinciale Stoomboot
dienst in deze belasting aangeslagen.
Nu heeft de Hooge Raad beslist dat door
den wetgever aan „bedrijf" die beteekenis
is gehecht die daaraan taalkundig pleegt te
worden toegekend.
Alleen dan is van een bedrijf sprake,
wanneer het maken van winst wordt be
oogd.
De zaak waarop het arrest van den Hoo
gen Raad betrekking had werd weder te
ruggewezen naar den Raad van Beroep
voor de directe belastingen te Zwolle, die
juist onlangs weder uitspraak heeft gedaan.
Van de zijde der gemeente (Deventer)
werd en naar onze meening terecht er
op gewezen, dat het arrest van den Hoogen
Raad nog twijfel openlaat omtrent wat
onder het beoogen van winst is te ver
staan dat er toch ondernemingen zijn,
die zijn opgericht en als bedrijf worden ge
ëxploiteerd uitsluitend om winst te maken,
zooals fabrieken en handelsondernemingen,
maar dat er ook ondernemingen zijn, die
behartiging van algemeene belangen beoo
gen hetzij van meer stoffelijken, hetzij
van meer ideëelen aard en die de daar
voor benoodigde middelen moeten vinden,
geheel of gedeeltelijk uit de opbrengst van
hun bedrijf, zoodat wanneer men dit in het
oog houdt, iedere instelling, die niet gratis
werkt winst beoogt en als zij den vorm van
een bedrijf heeft in de zakelijke belasting
op het bedrijf zou vallen.
De Raad van Beroep te Zwolle is ech
ter van oordeel, dat naar de blijkbare be
doeling van 's Hoogen Raad's arrest van 16
April 1924 het beoogen van het maken van
winst toch slechts geacht moet worden
aanwezig te zijn bij ondernemingen of in
richtingen, die zijn opgericht en als bedrijf
wordeno geëxploiteerd met het vooropgezet-
doel om winst te maken.
Wij kunnen het oordeel van het Raad van
Beroep te Zwolle niet deelen. Bij de toe
passing van de desbetreffende verordening
en wettelijke voorschriften hebben wij dan
ook steeds het standpunt ingenomen als
door de gemeente Deventer in de hierboven
vermelde zaak is ontwikkeld.
Nu zegt de Gemeentewet uitdrukkelijk,
dat publiekrechtelijke lichamen, indien zij
een bedrijf uitoefenen, in de belasting kun
nen worden aangeslagen.
Indien het standpunt van den Raad van
Beroep juist zou zijn, zou geen publiek
rechtelijk lichaam in deze belasting kunnen
worden betrokken, daar bij een overheids
bedrijf nimmer het vooropgezette doel is
om winst te maken, doch het behartigen
van een algemeen belang, waarbij indien
mogelijk, de kosten moeten worden bestre
den uit de opbrengst van het bedrijf en de
te behalen winst ten bate komt van het
publiekrechtelijk lichaam.
De Provinciale Stoombootdienst zal dan
ook naast het bevorderen van het alge
meen belang moeten beoogen het verkrij
gen van opbrengsten waardoor de rekening
zoo mogelijk geen tekort maar een over
schot aanwijst. De omstandigheid dat de
dienst steeds aanzienlijke tekorten afwerpt
verandert ó.i. niets aan het wezen van dit
bedrijf.
•Naar wij hebben vernomen heeft het
Gemeentebestuur van Deventer aanleiding
gevonden om thans van de beslissing van
den Raad van Beroep bij den Hoogen Raad
voorziening in cassatie te vragen.
Op grond van al het bovenstaande kun
nen wij dan ook geen vrijheid vinden U
voor te stellen, aan het verzoek van Ged.
Staten te voldoen en geven U in overwe
ging den bestreden aanslag te handhaven.
Ter voorziening in de vacatures, welke
op 1 Januari 1927 ontstaan in de Commis
sie van toezicht op het lager onderwijs
door het periodiek aftreden der leden L. r.
Van Oorschot, A. W. van Nieuwland en
C. van Alten, hebben wij de eer U de vol
gende aanbevelingen opgemaakt na over
leg met genoemde commissie, aan te bie
den
a. Vacature L. P. van Oorschot: 1. de
heer L. P. van Oorschot2. de heer W. N.
J. Schmelzer.
b. Vacature A. W. van Nieuwland 1. de
heer A. W. van Nieuwland 2. de heer C.
van de Swaluw.
c. Vacature C. van Alten 1. de heer
C. van Alten 2. de heer J. j. Laernoes.
In een overlegd schrijven verzoekt het be
stuur der vereeniging voor Christelijke Ge
zondheids- en Vacantiekoloniën in Neder
land, te Bussum, uwen Raad een bedrag te
willen toekennen voor de uitbreiding en
inrichting van haar koloniehuis „Zonne-
heuvel" te Seppe (Noord-Brabant).
Wij hebben de eer uwen Raad voor te
stellen op dit verzoek afwijzend te beschik
ken daar de toestand der gemeente-finan-
ciën niet toelaat subsidie te verleenen aan
instellingen, die buiten de gemeente zijn ge
vestigd.
Bij de behandeling van ons voorstel tot
het 'invoeren van een autotractie bij den
reinigingsdienst maakten wij reeds melding
van de toezegging der directie van de Elec-
trische Centrale om den benoodigden
stroom aan de gemeente te leveren tegen
een prijs van 7 cent per K.W.U. en zelfs
minder.
In verband met de exploitatie van dezen
dienst zal door ons nog moeten worden
overgegaan tot het opmaken van een over
eenkomst, waarbij de levering van den voor
het bedrijf benoodigden electrischen stroom
wordt geregeld.
De voor ons gunstige bepalingen van het
hierbij overgelegd contract, hetwelk is ge
baseerd op een minimum stroomverbruik
van 40.000 K.W.U.'per jaar, zijn door ons
kunnen worden bedongen onder voorwaar
de, dat op de ten dienste van de autotractie
te verbruiken K.W.U. de verplichting niet
zal rusten tot het gratis leveren van elec-
trische verlichting.
Art. 14 der gemeentelijke concessie bevat
namelijk de verplichting voor den conces-
w worden verdreven door de pijnstillende
en in doosjes 6stuks45ct.Bij degoede drogisten
Op elke poeder staat A.MLet hierop
sionaris om boven 100.000 K.W.U^per jaar
verkochte electriciteit leveren van stroom
aan de tram niet inbegrepen voor elke
20.000 K.W.U. die per jaar .verkocht wordt,
een booglamp te leveren, te plaatsen en te
onderhouden en deze zonder vergoeding
van de gemeente te doen branden.
Zooals U bekend zal zijn worden telken
jare op grond van genoemde bepaling der
concessie een aantal gratis lampen voor de
straatverlichting aan de gemeente geleverd.
Naar onze berekening verdient het in het
belang der gemeente aanbeveling het con
tract betreffende de levering van electri
schen stroom te aanvaarden met afstand
van het recht hierboven omschreven.
Wij stellen U daarom voor, ons daartoe
dg vereischte machtiging te verleenen, on
der de uitdrukkelijke bepaling dat deze af
wijking van a*t 14 der concessie uitsluitend
geldt voor de levering van electrischen
stroom in het ontwerp-contract omschreven
en dat deze afwijking in geen enkel opzicht
in de toekomst praejudicieert op de toepas
sing van genoemd artikel der gemeentelijke
concessie.
In verband met zijn benoeming tot hoofd
der openbare lagere school te Domburg
verzoekt de heer J. de Jonge, alhier, bij
schrijven d.d. 31 October 1926, hem met
ingang van 16 Januari 1927 ontslag te wil
len verleenen als onderwijzer aan de open
bare school B.
Ingevolge het ingewonnen advies van het
hoofd der school heeft deze tegen inwil-
hging van het verzoek geen bezwaar, wes
halve wij U in overweging geven aan
adressant het gevraagde ontslag' eervol te
verleenen.
De datum van ingang van dit ontslag zal
door ons worden bepaald op 16 Januari
1927.
Blijkens zijn schrijven d.d. 16 November
j.l. verzoekt de heer J. Stroosnijder, onder
wijzer aan de openbare lagere school D,
cm gezondheidsredenen hem met ingang
van 8 November 1926, ontslag uit zijn be
trekking te willen verleenen..
Aangezien adressant reeds vanaf 13 April
1926 ziekteverlof geniet, levert, volgens het
ingewonnen advies van het hoofd der
school, inwilliging van het verzoek geen
bezwaar op voor het onderwijs aan die
school.
Wij geven U daarom in overweging den
heer J. Stroosnijder eervol ontslag te ver
leenen als onderwijzer aan de openbare la
gere school D.
Daar de datum met ingang van het ont
slag ingevolge artikel 38, eerste lid der La-
geronderwijswet 1920, door ons moet wor-
en bepaald, zal deze door ons, overeen
komstig het verzoek, op 8 November 1926
worden vastgesteld.
In een overgelegd adres verzoekt de N.V.
Bouw- en Exploitatie maatschappij „Wal
cheren", alhier, van de gemeente in koop
te mogen ontvangen een perceel bouw
grond, geleeen aan de Westzijde van de
Scheldestraat ter oppervlakte van rond
192 M\
Van dezen grond bedraagt de prijs 14
p:er M\
Waaf tegen de inwilliging van dit ver
zoek bij ons college geen bezwaren be
staan, hebben wii de eer uwe vergadering
voor te stellen aan adressante den verlang
den grond in koop af te staan, tejgen een
koopsom van 1806, ten bate van het
grondbedrijf en voorts onder de gebruike
lijke voorwaarden.
PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND.
Najaarszitting.
Naar aanleiding van het op 6 Juli in hun
handen gesteld adres var. het bestuur van
den Centralen Bond van Transportarbei
ders, betreffende belangen van het perso
neel der Provinciale stoombootdiensten,
deelen Ged. Staten mede, dat betreffende
het punt werktijden, de directeur van den
Westerscheldedienst gehoord is. Volgens
zijn antwoord zouden bij hem, den walka
pitein en den vertegenwoordiger van den
Centralen Bond van transportarbeiders te
Vlissingen geen klachten omtrent de werk
en diensttijden van het personeel zijn in
gekomen en zou hij ook niet op andere wij
ze vernomen hebben, dat er klachten zijn.
Ook is dit niet het geval met Ged. Staten
of de commissie van toezicht. Inderdaad
wordt op den Ooster-Scheldedienst acht
dagen gevaren en heeft men daarna twee
dagen vrij, doch dat is de wensch van het
personeel, dat aan die regeling de voor
keur geeft boven één dag vrij na elke vier
dagen varen. Wat betreft de vergoeding
voor aflossing, achten Ged. Staten het bil
lijk, dat de stoker, die als machinedrijver
een machinist tijdelijk vervangt daarvoor
0.50 per dag ontvangt, omdat in het al
gemeen een stoker nimmer voor bevorde
ring tot machinist in aanmerking komt. Een
stuurman, die als kapitein optreedt krijgt
geen vergoeding daarvoor, omdat het hem
gelegenheid geeft om te toonen, dat hij bij
een vacature van kapitein voor bevordering
tot deze betrekking in aanmerking kan ko
men.
Inzake de rechtspositie, herinneren Ged.
Staten eraan hoe de Staten in de zomerzit-
ting van 1924 hun voorstel om geen rege
ling te treffen werd aangenomen, nadat met
22 tegen 19 stemmen was verworpen een
motie-Overhoff om Ged. Staten uit te noo-
digen te komen met een voorstel voor een
reglement voor de rechtspositie van ambte
naren en werklieden.