WOENSDAG 17 NOVEMBER PoA8iersRi No. 271 164e Jaargang rgsche Maalsel#! w Stoomvaart 19 lïSSï" BINNENLAND 4 lier, winkelier, lij een pleizier ïeer - ja m'neer I's vindt gij hier. schuilt de qualiteit lënten hebben 't mij gezeid :en voortreffelijk soort tabak >nnig Indië - 't is een feit. dan niet erg duur? igaartje verschaft alf uur genot; zelfs 'n tabaksgnuiver, rijs, m'neer, is een halve stuiver. mij dan een pakje van tien. neer. Nu zal ik U wel dagelijks zien gd met 1 December en SLAAPKAMER tit-Slaapkamer. Brieven sopgaaf tetters A. M, fliss. Courant". r een BOVENWONING 92. Huurprijs f 30. arden 1 December. Te VAN ZWIENEN. vraagt 5000.— ter leen, land met halfjaarlijksclie Brieven ónder letters reau „Vliss. Courant'1 jp 1 Kinderledikant en kapokmatras, 1 Stoel- 1. SINKE. Paarden- 3 keer bellen. Bevragen 's avonds. gd voor tijdelijk mend ELECTR1CIEN, huisinstallatie zelfstandig ggen. Brieven onder let- liefst zoo spoedigmo- reau „Vliss. Courant NKELJUFFROUW (tijdelijk) en voor de istafel VAN DE VAATE, aastafel arkt. ïr een vrije lOVENWONING raat No. 9. Te bevragen tijk 16. :n -Middelb.-Rotterdam ichengelegen plaatsen. IER VAN PASSAOffiRSt 1EDEREN EN VEE. v.Midd. v.m.uur 8 v. Rok. v.nr.udf ivember ag 18 22 - 8 23 örmatiën t» b«kom«» ,m: N.V. Timeport- r.h. Erren 8. VOS, VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wat eren f 2.20 per drie maanden. Franco rfnor liet geheele rijk 2.50. Week-abon- nementeii 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS yan i4 regels 1.10 voor iedere regel nleer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij vooruitbetaling van-1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent. Familieberichten van 1—6 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. Eerste Kamer. In de gisterenavond gehouden vergade ring van de Eerste Kamer deelde de voor zitter mede dat het zijn voornemen is de Kamer weder tegen 7 December bijeen te roepen om dan in de afdeelingen den vol- aenden dag te doen onderzoeken het wets ontwerp, dat betrekking heeft op het ver drag tusschen Nederland en België. De Rijksmiddelen. De rijksmiddelen hebben in October op gebracht ƒ41.448.670.21, tegenover in de zelfde maand van 1925 ƒ40.759.441.75. Deze hoogere opbrengst werd alleen ver kregen uit de successierechten, die ruim f 1.700.000 meer hebben opgebracht dan in October 1925. Sedert 1 Januari werd ruim 25 millioen meer ontvangen dan in hetzelf de tijdvak van 1925 en ook 25 millioen meer dan de raming. Het communistisch complot op Java. De minister van koloniën heeft gisteren middag van den gouverneur-generaal van Nederlandsoh-Indië het volgende telegram ontvangen „Toestand geheel West-Java bevredi gend behalve in regentschap Pandeglang, waar bevolking zelve in ernstig verzet. Noord-Bantam voorshands rustig. Mili tairen en politiemacht voldoende om situa tie Bantam te beheerschen." Uit de telefonische rapporten van overste d'Engelbronner blijkt, dat de eerste ver wachtingen, dat den verzetslieden een ferme klap was toegebracht, te optimistisch zijn geweest. Maandagavond om 7 uur viel een bende van 500 man bij Laboean een brigade van ongeveer 20 man aan. De aanval werd af geslagen de vijand kreeg 10 dooden en vermoedelijk een groot aantal gewonden. Het verdere deel van den nacht bleef het rustig en gisteren is het zeer rustig ge weest. De telefoon is nog niet hersteld. De zui delijke route naar Laboean over de ijzeren brug is onbegaanbaar op de noordelijke route is de houten brug beschadigd. De auto's, waarin gouverneur Hillen en dege nen, die met hem kwamen, zaten, konden nog even over die brug rijden. Het jubileum van Patrimonium. Het comité voor het jubileumfonds van „Patrimonium" heeft een bijdrage van H. M de Koningin ontvangen. Een gemeente-secretaris geschorst. De gemeenteraad te Halsteren heeft in zijn gisteren gehouden zitting, waarin het rapport besproken werd van de commissie tot onderzoek naar eventueel gepleegde on toelaatbare handelingen van den gemeen te-secretaris, besloten den heer A. van Hoek voor den tijd van twee maanden te schor sen als secretaris en ambtenaar van den burgerlijken stand. De heer Van Hoek zal dien tijd zijn salaris als gemeente-secretaris behouden, doch niet dat als ambtenaar. KAMER-OVERZICHT Tweede Kamer. Zitting v^i Dinsdag. Algemeene beschouwingen. Geen fraai begin voor het algemeen de bat twintig minuten na het officieele uur van aanvang was het aantal aanwezige ledenjióg pas 41 en het duurde nog eeni- geri tijd eer het 51e lid kwam binnenstap pen. Van overgroot verlangen naar dit debat blijkt daaruit niet Toen dan ook de heer Albarda zijn rede aanving was er van belangstelling niet veel te bespeuren. Veel zin heeft dit debat trouwens heele- maa! niet, \vant het is nauwelijks een half jaar geleden dat de vorige begrooting was afgedaan. De sociaal-democraten hebben dit jaar ais leuze het herstel van een paar bezuini gingen, die in den laatsten tijd zijn toe gepast. Daartoe behooren herstel van het zevende leerjaar en verbetering der amb tenaren-salarissen, Het verloren terrein moet herwonnen worden. De Regeering neeft daartoe nog geen zin, want zij wil voor alles belastingverlaging. Deze komt eenter volgens den heer Albarda het meest ton gunste der rijkeren. Voorts is er een gioep personen die vermindering der be dingen vooral wenscht om de regeering nf u te onth°uden voor nieuwe uitgaven 0 herstel van bezuinigingen. inkomsten van den Staat zijn wel heH^i £eweest dan verwacht werd en dit M re&eer'ng aanleiding gegeven tot ri asangverlaging over te gaan.' Volgens u "eer Albarda verzuimde zij echter te en a bev°lking zich uitbreidt vel a daarmede rekening moet worden farl u1 vergelijkingen met vroegere keliiï'Ilatl0nale inkomen is klaarblij- J toogenomen en het nationale vermo- npm-eVeneens' bl dat bez'en is de toe- der staatsuitgaven toch anders te de <2Wen' Nattiiirlijk wil de heer Albarda nithr r bes*eden aan productieve daden, van J?* van staatsbemoeiing tot heil ne' volk. Daarnaast moet nog veel be zuinigd worden op oorlog en marine. Deze departementen moeten worden ingekrom pen en samengevoegd tot één departement, waarbij groote bezuinigingen gewenscht zijn. Wat de Regeering wil bezuinigen is de moeite niet waard. Bij verleden jaar wordt slechts 182.000 gld. op oorlog be zuinigd op marine heeft het ook niet veel te beduiden. De Regeering heeft van het kloeke voornemen, op 11 Maart geuit, nog niet veel in praktijk gebracht. De Minister van Arbeid kreeg het noodige te hooreif Hij doet niet genoeg en is bang zich aan koud water te branden. Even vlocht hij een passage in over de jongste Indische gebeurtenissen. Hij achtte die even betreurenswaardig als afkeurens waardig. Bij zijn optreden als Gouverneur-Gene-:, raai heeft de heer De Graeff gezegd, dat hij geen politiek van kracht wilde, maar dat hij door een welvaartspolitiek het ver trouwen der bevolking wilde heroveren. Daarna sprak de heer Albarda de hoop uit, dat de Gouverneur-Generaal na die voor treffelijke woorden tot voortreffelijke daden zou komen en zich niet den weg der reactie zou laten opdringen, doch dat hij trouw zou blijven aan zijn woorden. Een lofrede op de democratie tegenover het communisme eenerzijds en het fascisme anderzijds, besloot de rede van den heer Albarda. Nog zij vermeld, dat hij zijn vroeger reeds ingediende motie voor medezeggen schap redactioneel wijzigde. Die motie wordt echter later behandeld en voorts dat de pers een zacht standje kreeg, omdat zij te veel op incidenten en interrupties lette en te weinig op argumentatie. Daarmede haalde zij het parlement omlaag. Heelemaal onjuist is dit niet, maar het is de vraag wie er zich het meest aan partijdige ver slaggeving schuldig maakte. De leider der christelijk-historische frac tie bepleitte herziehing der wetgeving op de Zondagsrust, een aangelegenheid die z.i. niet als die der echtscheiding en der lijk verbranding in de politieke zone ligt. Im mers men is algemeen voor bevordering van de Zondagsrust en het gaat alleen om de grens daarvan. Vervolgens kwam hij eens op tegen het voortdurende geklaag over de ondeskundig heid der Kamer. Er is een streven bij be- langen-groepen om de uitvoering van wet telijke regelingen tot zich te trekken en aan de macht der staatsorganisatie te ontnemen. Hij zag daarin een fout, omdat de Kamer boven al die groepen moet staan en moet beslissen, terwijl de deskundigen het meestal niet eens zijn. Meer en beter voor lichting van de Kamer wil iedereen en het instituut der studiecommissies achtte hij al een verbetering en in die richting kan wor den voortgewerkt. Ten .aanzien van de plannen der Regee- ritig nopens de defensie vroeg hij den Mi nister van Oorlog eens zijn stelsel uiteen te zetten. Daarvan was nog niets bekend. Ook wilde hij weten wat onder het „beschim melde spinrag" wordt verstaan dat in onze defensie zou bestaan Het was niet dui delijk, vooral niet omda^ thans de zelfde minister van oorlog achter de groene tafel zit, die ook bij Colijn's kabinet er zat. Is er eigenlijk wel een stelsel, vroeg dr. de Vis ser Met een pleidooi voor christelijke staat kunde eindigde hij, waarbij hij zich er tegen verzette dat sommigen enkele teksten uit den Bijbel als algemeen richtsnoer voor het recht aannemen. Dat is onvoldoende men moet den christelijken geest in onze wet geving kennen en vooral geen geestelijke dwang toepassen. Uit de verboden zóne wilde de heer Droogleever Fortuijn de huwelijkswetge ving nemen om althans een aantal verbe teringen daarin te brengen waaromtrent geen diepgaand en principieel verschil be staat. Voorts pleitte hij voor een betere regeling van de financieele verhouding van Rijk en gemeente. De leider der a.-r. fractie, mr. Heems kerk wees af de verwijten dat zijn fractie het kabinet De Geer tegenwerkt en aan stuurt op herstel van het kabinet Colijn. Z.i. klopt dit kabinet op den huidigen poli- tieken toestand. Verder kwam hij op tegen toelating van de Potemkin-film, die gif zaaide, en voor meer Zondagsrust. De musici klagen, dat zij geen vrijen dag per week hebben als men nu eens verbood op Zondag muziek te maken in café's was men er op slag. Lijk verbranding en stemplicht waren andere onderwerpen, waaromtrent hij wettelijke regeling wilde. Afschaffing van de staats loterij, die hij ook wenschte, had thans fen kans evenmin als weder-invoering n de doodstraf, twee onderwerpen die de coalitie-kabinetten niet eens tot oplossing v/isten te brengen. Het huidige kabinet was z.i. krachtig, omdat het parlement te veel verdeeld is. Echter kan die toestand niet lang duren. Het is als een bloem die van den tak is afgesneden ze kan nog een poosje leven in een glas water, maar niet heel lang kan dat duren. Enkele losse opmerkingen maakte hij nog. Hij was o.a. niet gerustgesteld over den toestand der spoorwegbanen. Over het algemeen was het debat zeer slapjes. Voorzichtig drong mr. Heemskerk op samenwerking^ aan tegen het gevaar van het communisme. Er moet niet verbrok keld worden, maar gezocht naar wat vereent. Avondvergadering. De algemeene beschouwingen over de begrooting van binnenlandsche zaken en landbouw werden voortgezet. De heer Braat maakt eenige opmerkingen over den zomertijd. Wanneer de minister aan sprekers bezwaren niet wil tegemoet komen, zal hij tot zijn leedwezen moeten komen met een voorstel tot afschaffing. De Minister van Binnenlandsche zaken en Landbouw zegt, dat' reeds vele keeren een voorstel van den heer Braat tot, af schaffing van den zomertijd schipbreuk heeft geleden, zoodat er geen reden is, op nieuw met een voorstel van die strekking te komen. Het heeft reeds in de bedoeling van spreker gelegen, met de directie van de spoorwegen overleg te plegen om te komen tot het invoeren van den winter- dienst, reeds in September, in welke maand dan ook de zomertijd kan eindigen. Een toezegging kan spreker echter niet doen. Bij de afdeeling Bïnnenlandsch Bestuur bespreekt de heer Van Aalten het vernie tigingsrecht van de Kroon. Spr. herinnert aan de circulaires van het departement uitgaande en hij is van meening, dat daar door de administratieve rechtspraak in het gedrang komt. Wat betreft de circulaire aan de ge meentebesturen inzake de gemeentelijke fi nanciën, zegt spr., dat juist het Rijk aan de gemeenten allerlei lasten heeft opgelegd, die het zelf van zich afgeschoven had. De heer Smeenk merkt op, dat de circu laire aanleiding heeft gegeven tot veel misverstand. Wanneer een dergelijke circu laire doel wil treffen, zal zij met meer des kundigheid moeten worden opgesteld dan met deze circulaire het geval is. Dat men b.v. uit de stijging der gemeenteschulden wil concludeeren, dat de financieele toe stand der gemeente achteruit is gegaan, is reeds een bewijs van ondeskundigheid. Immers, de bemoeiing van verschillende groote gemeenten met zekere bedrijven, heeft eer den financieelen toestand dier ge meenten versterkt dan verslapt. De heer Van den Tempel constateert eveneens dat de circulaire bij zeer velen een slechten indruk heeft gewekt. De in de cir culaire verwerkte gegevens raken naar spr.'s meening kant noch wal. Wat zegt eigenlijk het totaalcijfer der uitgaven op den gewonen dienst? Dit cijfer zegt niets, want daarnaast di'ent evenzeer rekening te worden gehouden met de inkomsten. Op zichzelf zijn de gegevens van het departe ment wel juist, maar wanneer men ze in het rechte verband beziet, komt men tot de conclusie, dat zij een geheel verkeerden in druk vestigen. De heer Bakker bespreekt eveneens de circulaire. Spr. meent dat het den minister is mogen gelukken bij zijn antwoord een anderen indruk te vestigen dan aanvanke lijk het geval was. Bij het verschijnen der circulaire is bijna geheel Nederland opge schrikt. Spr. wil echter de circulaire geens zins afkeuren, want door die circulaire zijn verschillende gemeentebesturen, wier be leid niet goed was, op haar feilen gewezen. Spr. kan zich dan ook niet vereenigen met de woorden van afkeuring van de vorige sprekers, doch naar zijn meening hadden Ged. Staten deze circulaire niet noodig. De heer Van Gijn is het niet eens met hetgeen in de circulaire wordt gezegd ten aanzien van het aangaan van geldleeningen. De Minister van Binnenlandsche Zaken de sprekers beantwoordende zeide dat bij zijn optreden als minister er niet minder dan 43 aanvragen van gemeentebesturen waren o,m steun. Naar aanleiding van dezen toestand is besloten, d2t spreker nog eens een circulaire aan Ged. Staten over deze quaestie zou zenden, om na te gaan wat zou kunnen worden gedaan, om te voorko men, dat gemeenten in moeilijkheden zou den geraken. De circulaire moest algemeen worden opgezet, omdat men van te voren natuurlijk niet kon aanwijzen,; welke ge meenten in moeilijke omstandigheden zou den kunnen komen te verkeeren. De circu laire is eenvoudig een overleg geweest tus schen de regeering en Ged. Staten. Wat betreft het opgeworpen bezwaar inzake de leeningen, zegt spr., dat herhaal delijk geleend werd tot dekking van gewone uitgaven, dat kasgeldleeningen werden aan gegaan zonder goedkeuring van Ged. Sta ten. En dat door vele gemeenten renten niet eens werden betaald. De minister herinnert voorts aan een passage uit de Memorie van Toelichting van de wet van 1921, waarbij de uitkeering aan de gemeenten werd verhoogd en waarin de mogelijkheid naar voren is gebracht om de autonomie van de gemeenten in zake geld leeningen aan te tasten. De Staatscommis sie voor de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten ïs druk aan het werk en zij zal zoo spoedig mogelijk rapport uit brengen. Ten slotte zegt spr., dat de circulaire niet zoo eng moet worden opgevat als door vele leden is gedaan en dat zij alleen de bedoeling heeft moeilijkheden voor ge meenten te voorkomen. Wanneer men de circulaire opvat naar letter en geest, zal zij ongetwijfeld medewerken tot een juiste ontwikkeling van de gemeentefinanciën. VOORSTELLEN AAN DEN GEMEENTERAAD. pootBurg;, en Weth. zijn de volgende voorstellen aan den gemeenteraad gedaan In een overgelegd bezwaarschrift d.d. 17 September j.l. verzoeken Ged. Staten van Zeeland als exploitanten van den Provin cialen Stoombootdienst op de Westerschel- de den aanslag over het dienstjaar 1926 in de zakelijke belasting op het bedrijf tot een bedrag van 564 te vernietigen. Zij gronden hun verzoek op het arrest van den Hoogen Raad der Nederlanden van 16 April 1926 waarbij is beslist, dat van een bedrijf in den zin van art. 242e der Ge meentewet alleen sprake is, wanneer daar mede het maken van winst wordt beoogd.0 Nu wordt naar het oordeel van Ged. Staten r— uit den aard der zaak door de provincie met de uitoefening van genoem- den stoombootdienst geen winst beoogd de dienst levert trouwens steeds aan zienlijke tekorten op maar dient hij al leen voor het onderhouden van de noodza kelijke verbinding van Zeeuwsch-Vlaande- ren met overig Nederland. Naar aanleiding van het bovenstaande deelen wij U mede, dat het aanslagbiljet was gedateerd 22 Juli 1926, zoodat het be zwaarschrift met in achtneming van den bij art. 265b der Gemeentewet gestelden ter mijn van twee maanden is ingediend. Wat nu den aanslag zelve betreft, deze is gegrond op de verordening betreffende de heffing eener zakelijke belasting op het bedrijf, steunende op art 242e der Gemeen tewet. Dit wetsartikel zegt, dat de zakelijke be lasting op het bedrijf slechts geheven wordt van zoodanige ondernemingen en inrichtin gen, welke binnen de gemeente een bedrijf uitoefenen anders dan in stations enz., daaraan toevoegende „Ook publiekrechte lijke lichamen" kunnen in deze belasting worden betrokken". Op grond van deze bepaiingen werd dan ook telken jare de Provinciale Stoomboot dienst in deze belasting aangeslagen. Nu heeft de Hooge Raad beslist dat door den wetgever aan „bedrijf" die beteekenis is gehecht die daaraan taalkundig pleegt te worden toegekend. Alleen dan is van een bedrijf sprake, wanneer het maken van winst wordt be oogd. De zaak waarop het arrest van den Hoo gen Raad betrekking had werd weder te ruggewezen naar den Raad van Beroep voor de directe belastingen te Zwolle, die juist onlangs weder uitspraak heeft gedaan. Van de zijde der gemeente (Deventer) werd en naar onze meening terecht er op gewezen, dat het arrest van den Hoogen Raad nog twijfel openlaat omtrent wat onder het beoogen van winst is te ver staan dat er toch ondernemingen zijn, die zijn opgericht en als bedrijf worden ge ëxploiteerd uitsluitend om winst te maken, zooals fabrieken en handelsondernemingen, maar dat er ook ondernemingen zijn, die behartiging van algemeene belangen beoo gen hetzij van meer stoffelijken, hetzij van meer ideëelen aard en die de daar voor benoodigde middelen moeten vinden, geheel of gedeeltelijk uit de opbrengst van hun bedrijf, zoodat wanneer men dit in het oog houdt, iedere instelling, die niet gratis werkt winst beoogt en als zij den vorm van een bedrijf heeft in de zakelijke belasting op het bedrijf zou vallen. De Raad van Beroep te Zwolle is ech ter van oordeel, dat naar de blijkbare be doeling van 's Hoogen Raad's arrest van 16 April 1924 het beoogen van het maken van winst toch slechts geacht moet worden aanwezig te zijn bij ondernemingen of in richtingen, die zijn opgericht en als bedrijf wordeno geëxploiteerd met het vooropgezet- doel om winst te maken. Wij kunnen het oordeel van het Raad van Beroep te Zwolle niet deelen. Bij de toe passing van de desbetreffende verordening en wettelijke voorschriften hebben wij dan ook steeds het standpunt ingenomen als door de gemeente Deventer in de hierboven vermelde zaak is ontwikkeld. Nu zegt de Gemeentewet uitdrukkelijk, dat publiekrechtelijke lichamen, indien zij een bedrijf uitoefenen, in de belasting kun nen worden aangeslagen. Indien het standpunt van den Raad van Beroep juist zou zijn, zou geen publiek rechtelijk lichaam in deze belasting kunnen worden betrokken, daar bij een overheids bedrijf nimmer het vooropgezette doel is om winst te maken, doch het behartigen van een algemeen belang, waarbij indien mogelijk, de kosten moeten worden bestre den uit de opbrengst van het bedrijf en de te behalen winst ten bate komt van het publiekrechtelijk lichaam. De Provinciale Stoombootdienst zal dan ook naast het bevorderen van het alge meen belang moeten beoogen het verkrij gen van opbrengsten waardoor de rekening zoo mogelijk geen tekort maar een over schot aanwijst. De omstandigheid dat de dienst steeds aanzienlijke tekorten afwerpt verandert ó.i. niets aan het wezen van dit bedrijf. •Naar wij hebben vernomen heeft het Gemeentebestuur van Deventer aanleiding gevonden om thans van de beslissing van den Raad van Beroep bij den Hoogen Raad voorziening in cassatie te vragen. Op grond van al het bovenstaande kun nen wij dan ook geen vrijheid vinden U voor te stellen, aan het verzoek van Ged. Staten te voldoen en geven U in overwe ging den bestreden aanslag te handhaven. Ter voorziening in de vacatures, welke op 1 Januari 1927 ontstaan in de Commis sie van toezicht op het lager onderwijs door het periodiek aftreden der leden L. r. Van Oorschot, A. W. van Nieuwland en C. van Alten, hebben wij de eer U de vol gende aanbevelingen opgemaakt na over leg met genoemde commissie, aan te bie den a. Vacature L. P. van Oorschot: 1. de heer L. P. van Oorschot2. de heer W. N. J. Schmelzer. b. Vacature A. W. van Nieuwland 1. de heer A. W. van Nieuwland 2. de heer C. van de Swaluw. c. Vacature C. van Alten 1. de heer C. van Alten 2. de heer J. j. Laernoes. In een overlegd schrijven verzoekt het be stuur der vereeniging voor Christelijke Ge zondheids- en Vacantiekoloniën in Neder land, te Bussum, uwen Raad een bedrag te willen toekennen voor de uitbreiding en inrichting van haar koloniehuis „Zonne- heuvel" te Seppe (Noord-Brabant). Wij hebben de eer uwen Raad voor te stellen op dit verzoek afwijzend te beschik ken daar de toestand der gemeente-finan- ciën niet toelaat subsidie te verleenen aan instellingen, die buiten de gemeente zijn ge vestigd. Bij de behandeling van ons voorstel tot het 'invoeren van een autotractie bij den reinigingsdienst maakten wij reeds melding van de toezegging der directie van de Elec- trische Centrale om den benoodigden stroom aan de gemeente te leveren tegen een prijs van 7 cent per K.W.U. en zelfs minder. In verband met de exploitatie van dezen dienst zal door ons nog moeten worden overgegaan tot het opmaken van een over eenkomst, waarbij de levering van den voor het bedrijf benoodigden electrischen stroom wordt geregeld. De voor ons gunstige bepalingen van het hierbij overgelegd contract, hetwelk is ge baseerd op een minimum stroomverbruik van 40.000 K.W.U.'per jaar, zijn door ons kunnen worden bedongen onder voorwaar de, dat op de ten dienste van de autotractie te verbruiken K.W.U. de verplichting niet zal rusten tot het gratis leveren van elec- trische verlichting. Art. 14 der gemeentelijke concessie bevat namelijk de verplichting voor den conces- w worden verdreven door de pijnstillende en in doosjes 6stuks45ct.Bij degoede drogisten Op elke poeder staat A.MLet hierop sionaris om boven 100.000 K.W.U^per jaar verkochte electriciteit leveren van stroom aan de tram niet inbegrepen voor elke 20.000 K.W.U. die per jaar .verkocht wordt, een booglamp te leveren, te plaatsen en te onderhouden en deze zonder vergoeding van de gemeente te doen branden. Zooals U bekend zal zijn worden telken jare op grond van genoemde bepaling der concessie een aantal gratis lampen voor de straatverlichting aan de gemeente geleverd. Naar onze berekening verdient het in het belang der gemeente aanbeveling het con tract betreffende de levering van electri schen stroom te aanvaarden met afstand van het recht hierboven omschreven. Wij stellen U daarom voor, ons daartoe dg vereischte machtiging te verleenen, on der de uitdrukkelijke bepaling dat deze af wijking van a*t 14 der concessie uitsluitend geldt voor de levering van electrischen stroom in het ontwerp-contract omschreven en dat deze afwijking in geen enkel opzicht in de toekomst praejudicieert op de toepas sing van genoemd artikel der gemeentelijke concessie. In verband met zijn benoeming tot hoofd der openbare lagere school te Domburg verzoekt de heer J. de Jonge, alhier, bij schrijven d.d. 31 October 1926, hem met ingang van 16 Januari 1927 ontslag te wil len verleenen als onderwijzer aan de open bare school B. Ingevolge het ingewonnen advies van het hoofd der school heeft deze tegen inwil- hging van het verzoek geen bezwaar, wes halve wij U in overweging geven aan adressant het gevraagde ontslag' eervol te verleenen. De datum van ingang van dit ontslag zal door ons worden bepaald op 16 Januari 1927. Blijkens zijn schrijven d.d. 16 November j.l. verzoekt de heer J. Stroosnijder, onder wijzer aan de openbare lagere school D, cm gezondheidsredenen hem met ingang van 8 November 1926, ontslag uit zijn be trekking te willen verleenen.. Aangezien adressant reeds vanaf 13 April 1926 ziekteverlof geniet, levert, volgens het ingewonnen advies van het hoofd der school, inwilliging van het verzoek geen bezwaar op voor het onderwijs aan die school. Wij geven U daarom in overweging den heer J. Stroosnijder eervol ontslag te ver leenen als onderwijzer aan de openbare la gere school D. Daar de datum met ingang van het ont slag ingevolge artikel 38, eerste lid der La- geronderwijswet 1920, door ons moet wor- en bepaald, zal deze door ons, overeen komstig het verzoek, op 8 November 1926 worden vastgesteld. In een overgelegd adres verzoekt de N.V. Bouw- en Exploitatie maatschappij „Wal cheren", alhier, van de gemeente in koop te mogen ontvangen een perceel bouw grond, geleeen aan de Westzijde van de Scheldestraat ter oppervlakte van rond 192 M\ Van dezen grond bedraagt de prijs 14 p:er M\ Waaf tegen de inwilliging van dit ver zoek bij ons college geen bezwaren be staan, hebben wii de eer uwe vergadering voor te stellen aan adressante den verlang den grond in koop af te staan, tejgen een koopsom van 1806, ten bate van het grondbedrijf en voorts onder de gebruike lijke voorwaarden. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Najaarszitting. Naar aanleiding van het op 6 Juli in hun handen gesteld adres var. het bestuur van den Centralen Bond van Transportarbei ders, betreffende belangen van het perso neel der Provinciale stoombootdiensten, deelen Ged. Staten mede, dat betreffende het punt werktijden, de directeur van den Westerscheldedienst gehoord is. Volgens zijn antwoord zouden bij hem, den walka pitein en den vertegenwoordiger van den Centralen Bond van transportarbeiders te Vlissingen geen klachten omtrent de werk en diensttijden van het personeel zijn in gekomen en zou hij ook niet op andere wij ze vernomen hebben, dat er klachten zijn. Ook is dit niet het geval met Ged. Staten of de commissie van toezicht. Inderdaad wordt op den Ooster-Scheldedienst acht dagen gevaren en heeft men daarna twee dagen vrij, doch dat is de wensch van het personeel, dat aan die regeling de voor keur geeft boven één dag vrij na elke vier dagen varen. Wat betreft de vergoeding voor aflossing, achten Ged. Staten het bil lijk, dat de stoker, die als machinedrijver een machinist tijdelijk vervangt daarvoor 0.50 per dag ontvangt, omdat in het al gemeen een stoker nimmer voor bevorde ring tot machinist in aanmerking komt. Een stuurman, die als kapitein optreedt krijgt geen vergoeding daarvoor, omdat het hem gelegenheid geeft om te toonen, dat hij bij een vacature van kapitein voor bevordering tot deze betrekking in aanmerking kan ko men. Inzake de rechtspositie, herinneren Ged. Staten eraan hoe de Staten in de zomerzit- ting van 1924 hun voorstel om geen rege ling te treffen werd aangenomen, nadat met 22 tegen 19 stemmen was verworpen een motie-Overhoff om Ged. Staten uit te noo- digen te komen met een voorstel voor een reglement voor de rechtspositie van ambte naren en werklieden.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1