eg. Abdijsiroop ZATERDAG 13 NOVEMBER Bronchitis i, TEL. 371 ïngen wij m Jonge- del Prince -iteiten 0.35 per ons 0.24 per ons 0.28 per ons iLERUM. ^aardenvleesch e Advertentiën S&i gemeentebestuur COLLECTIE-VAN WOELDEREN IN HET STEDELIJK MUSEUM. FEUILLETON EEN DROEVE TELEURSTELLING Beursbeschouwingen .IM0.26S- iiiniiiniiHiiiinniHuiimin ONZE 1 ilend, iiiHiiiHiiHiiiiHiiiHiiiainaiii ers doet uw voordeel! n als het meest kracht- evende vleesch. Lappen 35 ct. p. pond appen 45 appen 50 Haas en Lenden 60 30 Rundvet 40 ch 18 anbevelend, TING, Breewaterstr. 16 j;d JBILEERDE KAMERS gebruik van keuken, of et volledig pension. Ook L lileerde of gedeeltelijK I ■erde kamers komen wo- ranmerking. met prijsopgave en beschrijving te zenden 1050 bureau „Vlissing- i rant". VERLOREN raat, zwart zijden Da- e. Terug te bezorgen <sche weg 4. TE HUUR: ig van 1 Januari of re LLA MARINA, Boule-1 tsen 14. GEMEUB KAMER 2 slaapkamers te hiM gebruik van keuken. vragen onder lette - „Vliss. Courant^ i te reau w SCHOUTEN, Koude- weg 62, vraagt een neti "ÏÏulleIW"" WINKELHUIS gevraagd, geschik of voor slagerij brieven letters A. ss. Courant". VLISSINGSCHE COURANT nummer bestaat uit 2 bladen HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Vlis- 'brengen ingevolge de artikelen 6 en 7 jer Hinderwet ter openbare kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek W HUSON W.Lzn., alhier om vergun- nine tot het oprichten van een inrichting voor machinale houtbewerking, waarin zal worden geplaatst een electromotor van 3 P.K., dienende tot 't drijven van een cir- tplzaaè in het perceel kadastraal bekend remeente Vlissingen, Sectie A. no. 1566 oedplaatselijk gemerkt Glacisstraat no. 2 dat dit verzoek met de bijlagen, te be tuinen met Maandag, den 15en November 1926 op de gemeente-secretarie (3e afdee- ter vis'ie zal worden gelegd, en dat, vanaf dien datum schriftelijk bezwaren bij hun college kunnen worden ingediend. Op den veertienden dag na dien, zijnde den 29en November 1926, zal ten gemeen tehuize, des namiddags ten 3 ure, .gelegen heid worden gegeven, om bezwaren tegen het oprichten dier inrichting in te brengen, terwijl daarbij zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren indienen, in de gelegenheid worden .gesteld deze mondeling en schrifte lijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwa- len inbrengen, kunnen geaurende drie da gen vóór den 29en November 1926, ter gemeente-secretarie (3e afdeeling) van de ter zake ingekomen schrifturen kennis ne men. Voorts zij er de aandacht op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep zijn gerechtigd zij, die niet overeenkomstig artikel 7 der Hindewet voor kt gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne be zwaren mondeling toe te lichten. Vlissingen, 13 November 1926. Burg en Weth. voornoemd, P. G. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. Vi. Noodmunten.1) Breda (1625). Bekend is, dat de laatste levensjaren van Prins Maurits niet de gelukkigste waren voor zijn krijgsroem. Wel hield Bergen op Zoom zich „vroom" en stuitte de „Spaan sche scharen", zooals ons tegenklinkt uit Starters beroemd zegelied, en moest Spi- nola het beleg opbreken, doch de houding van Maurits was slap en de mislukte aan slag van Groenevelt en Stoutenburg was bijna noodig om zijn populariteit te doen opflikkeren. Was hij zijn loopbaan begon nen met de inneming van Breda, aan het eind ervan dreigde de door hem uitnemend versterkte vesting, die als modelversterking was ingericht en als een krijgskundige „academie" werd beschouwd en behandeld, verloren te gaan. Spjnola sloeg einde Augustus 1624 met 18000 man het beleg voor de sterke, welgelegen en welvoorziene stadde oudé en ervaren Justinus van Nassau was er gouverneur aan het-hoofd van een sterk garnizoen van bijna 3000 man met 1800 gewapende burgers. De Prins trok te velde, maar ook thans werd niet veel uitgericht, hoewel hij bijna 30.000 man en 200 stukken geschut te zijner beschik king had. Het leger trok uit de omgeving van Nijmegen zuidwaarts over de rivieren, l) Blok, Geschied, v/h. Ned. Volk, Deel III. Van Loon, Nederl. Historiepenningen, Deel III. F 6 - naar het Engelsch van CLARA LEMORE. (Nadruk verbodenj Toen^ ze aan de deur van de „Royal ueorge" waren, stond daar een lange, bleeke man met een langen grijzen baard ben op te wachten. Mrs. Perry liep rusteloos in den hall op en neer en schoot onmiddellijk op hen toe met een „Ik ben blij, dat ik u daar zie, mr. prown Het is ook laat voor uw kleinen jongen. Geeft u hem mij maar. Er is hier een heer, die een oude vriend is van de ami ie Freymuth en die zou u graag eens preken en alles hooren van mr. Raymond. ™J is zelfs tegenwoordig geweest bij de geboorte van mr. Ray. Hier is de heer, aar ik u van sprak, dokter Deane mr. 0Wn5 uit Australië". Beide heeren keken elkaar met groote "eangstelling aan. Mr. Freymuth lachte aer-op, toen de hospita hen zoo plecht ig voorstelde. ,e Brovvn-bom is verraderlijk gespron- y» Ferry riep hij. „Ik ben onder P(J> m,Jn nichtje, miss Freymuth, tegen- En °J"en. en die herkende mij dadelijk. 500n 'k nu n'et van an<^eren die- zal hfk-rFte van g®zicht kan verwachten, ten hen toch ook geen moeite kos- W /ï1 mi)n identiteit te overtuigen", hosn-t van mÜn leven I' riep de pita. Maar geen van beiden letten ze e.f" °P haar., heb een goed geheugen voor gezich- schijnbaar om Breda te ontzetten, maar inderdaad om een nieuwen aanslag op Antwerpen te steunen. Herhaalde pogingen om de Antwerpsche citadel bij verrassing te nemen mislukten en de Prins bepaalde zioh er ten slotte toe om Spinola in den omtrek van Breda op allerlei wijzen lastig te vallen, teneinde hem tot opbreken van het beleg te noodzaken. De stad zelve scheen goed genoeg van alles voorzien te zijn om den vijand het hoofd te kunnen bieden. Maar Spinola nestelde zich vast om Breda, liet zich niet uit zijn stellingen lok ken en versterkte zich door inundatiën en aardwerken zoodanig, dat de maatregelen van den Prins weinig resultaat hadden. Knorrig en moedeloos, hevig lijdend aan de ziekte, die zijn gestel reeds zoo lang had gesloopt, keerde hij naar den Haag terug, de leidircg der troepen overlatend aan zijn broeder Frederik Hendrik en Graaf Ernst Casimir, teleurgesteld in zijn hoop om Spinola te verjagen van de aloude bezitting der Nassau's. Zoo kwam het voorjaar van 1625. De Staatsche troepen in Brabant leden veel door ziekte, tengevolge van de aanhoudende regens en nog altijd bleef het leger zoo goed als werkeloos, door stor men en regenvloeden belemmerd in zijn pogingen tot ontzet. Den 23en Maart 1625 stierf de zieke veldheer, zwak en uitgeteerd, nadat hij Frederik Hendrik even te voren met autorisatie der Staten voorloopig met de functie van kapitein-generaal had belast, die daarna weder naar het leger was ver trokken. Tot zijn laatste oogenblikken had hij, hoe zwak ook, de aan hem toevertrouw de belangen van den Staat behartigd. De magistraat der stad had eerst het gereede geld der inwoners opgevraagd en hun daarvoor wissels in de plaats gegeven, maar bij den aanvang van 1625 was dit niet meer voldoende en de gouverneur noodzaakte de kooplieden den burgerven dels hun gildezilverwerk af te staan, ten einde er vierkante noodmunten van te laten slaan. In ons bezit zijn 4 zilveren exem plaren, respectievelijk van 60, 40 en 20 stuivers en 2 koperen van 2en 1 stuiver. Op de voorzijde ziet men de waarde in Arabische cijfers bovenaan, in het midden de Leeuw der Vereenigde Gewesten, in den linkerhoek de „hoorn" (wapen der Oran jes), in den rechterhoek het wapen der stad Breda het randschrift luidt BREDA OBSESS A 1625, d.i. Breda belegerd. De koperen van 2l/2 stuiver heeft het zelfde opschrift, doch dit boven het wapen- schil der stad, aan weerszijden waarvan het jaartal staat. Die van 1 stuiver heeft slechts het wapenschild der stad en het jaartal. Het begin van Frederik Hendriks stad houderschap was niet schitterend. Het bui tengewoon groot Statenleger, bestemd om de vesting te bevrijden, slaagde er niet in om Spinola uit zijn stellingen te verdrijven en zoo moest de stad zich nog in Mei 1625 overgeven het garnizoen kon met krijgs eer de stad verlaten. Diep was, blijkens de pamfletten en an dere geschriften dier dagen de indruk van het verlies der belangrijke Nassausche ves ting en men had zelfs een zwaar hoofd in de verdediging der rivieren, zoodat zelfs gedacht werd aan de mogelijkheid van een vergelijk met Spanje. Gelukkig kon ook van de zijde van den vijand niet aan belangrijke ondernemingen worden gedacht na de buitengewone krachtsinspanning bij het beleg van. Breda. De vijand hief contributie in de Betuwe tot het Nassausche Buren en tot Kuilenburg toe, welke plaatsen zich tegen ruime be taling „sauvegarde" verzekerden. Zoo gin gen de jaren 1625 en 1626 voorbij, zonder dat er van beide zijden iets belangrijks werd uitgericht. De bedrijvigheid van Spi nola in Vlaanderen, waar hij Sluis begon te bedreigen, de overmoed der Duinkerker kapers brachten ook in Zeeland hevige onrust teweeg. Daar kwam bij, dat in Duinkerken een belangrijke operatiebasis werd opgericht voor de Spaansche vloot, behalve de „Compagnie van Commercie", aldaar ook gevestigd, die het handelsver keer moest onderhouden tusschen de „ge hoorzame provinciën" en Spanje. Na den val van Breda werd door den Spaanschen ten, merkte dokter Deane op „maar ik kan mij u toch niet weer herinneren „Dat is niet bijzonder verwonderlijk, dokter Ik zou u ook niet herkend hebben en bij mij hebben die tien jaar natuurlijk een veel grooter verschil gemaakt, met het veelbewogen leven, dat ik achter den rug heb Herinnert u zich nog den laatsten keer, dat ik u zag U was toen bezig met het een of ander heel belangrijk onderzoek, maar dat een afschuwelijken geur ver spreidde Het gelaat van den dokter helderde op bij die herinnering. „O ja, dat was in den tijd voor mijn trou wen Nu zou ik zoo iets niet meer durven ondernemen. Mag ik u nu dan eens wel de hand drukken en u verzekeren, hoe blij ik ben, dat ik u alweer thuis zie „Kom mee naar mijn kamer, dokter, dan zal mrs. Perry ons een een bijzonder fijne flesch bovensturen." De hospita stond beneden aan de trap, met Pitchers op den arm en keek de hee ren na met eigenaardigen blik op haar eenvoudig, goed gezicht. HOOFDSTUK V. Nadat Hermione Freymuth haar neef en diens kind had goeden avond gezegd, liep zij nog een tijd besluiteloos rond. Dien heelen dag had zij zich al voorgesteld dat de gewaarwording van nu bericht te krij gen van haar neef haar öf de grootste vreugde, öf het grootste verdriet zou be zorgen, en die gebeurtenis van het weer zien, waar ze nu tien jaar al naar verlangd .had, had enkel teleurstelling bij haar ach ter gelaten. Sinds zijn vertrek had ze er zich steeds op beroemd dat ze haar neef nog liefhad met dezelfde innige liefdé van tien jaar koning den 29 Juni 1625 het verkeer tus schen deze provinciën en de rebellen ver boden, als weerklank pp het Staatsche ver bod van allen uitvoer naar den Bosch en Breda, na het verlies van de laatste stad uitgevaardigd. Groningen (1672) Den 6en April 1672 verklaarde Lodewijk XIV de Republiek den oorlog,"met het voor nemen „de ondankbare republiek van de aarde te verdelgen." Alles was uitnemend geprepareerd, een goed samenhangend le ger van 120.000 man geoefende troepen, waarvan x/e ruiterij van allerlei landaard, maar één geheel onder ijzeren krijstucht, met een uitnemende artillerie, 300 pontons om de rivieren over te.steken, alles voor treffelijk uitgerust, goed voorzien van am- munutie, onder bevel van Turenne, Condé, Luxembourg, Vauban, zou langs een zorg vuldig voorbereiden weg door het Luiksche naar de Republiek oprukken. Tegelijk zou den Munster en Keulen samen met onge veer 30,000 man hare oostergrenzen aan tasten en zou de verbonden Engelsch- Fransche vloot van de zeezijde op Holland en Zeeland aanvallen. Zoo zou de Repu bliek in minder dan geen tijd te gronde moeten gaan. Veeg was de toestand van ons land in dien zomer van 1672, maar er waren toch al teekenen, dat alles niet zoo glad zou verloopen als de zonnekoning wel gedacht had. De Hollandsche waterlinie hield den vijand, zooals bekend, tegen. Ook Zeeland was niet opgerept gebleven, een kleine Fransche legermacht was op Staats-Vlaan- deren opgerukt, had den 26en Juni het zwakke Aardenburg aangevallen,- maar de dappere vaandrig Beeckman met zijn hand vol soldaten en een paar honderd burgers noodzaakten den vijand tot den aftocht. In het Noorden waren op het laatst van Juni Steenwijk en andere Óverijselsche plaatsen door de Munsterschen en Keulsohen zonder veel moeite veroverd, maar zij waagden het nog niet in Friesland door te dringen. De vijand wendde zich eerst haar Groningen, waar van de Eems uit de grensforten zon der slag of stoot werden bemachtigd, be halve het sterke en wegens den weg over het moeras belangrijke Bourtange. Coe- vorden hield den vijand nog 14 dagen tegen en den 9en Juni verscheen hij, geleid door den verrader Schulenborgh, voor de poor ten van het sterke en welvoorziene Gronin gen, dat onder den wakkeren Rabenhaupt op de uiterste verdediging was voorbereid, zoowel door welgeleide inundatiën als door uitstekende organisatie der beschikbare strijdkrachten, die, met inbegrip van schutterij en studenten, op 4 a 5000 man gesteld kunnen worden. Langer dan vijf weken hielden de belegerden den strijd vol, wisten hun verbindingen met het Noorden der provincie over hef. Damsterdiep te be waren en in weerwil van het onafgebroken zware bombardement en herhaalde aanval len op de buitenwerken den vijand zoo danig te verzwakken, dat hij den 28en Augustus het beleg moest opbreken. Gedurende het beleg sloeg men vijf derlei zilveren noodmunten, alle vierkant, n.l. van één, Z2, Va, Vè, 1/g Rijksdaalder in Van Loon, Nederl. Historiepenningen worden er slechts 4 vermeld, de laatste n.l. niet, deze is ook niet aanwezig in het Museum van het Zeeuwsch Genootschap, zoodat we de geheele complete collectie van de Groning- sche noodmunten in ons bezit hebben ge kregen. Op de voorzijde der noodmunten staat het gekroonde wapenschild van Groningen en de Ommelanden, aan weerszijden daar van staat de waarde in stuivers uitgedrukt. Als randschrift leest men JURE ET TEMPORE 1672, d.i. Door het recht en den tijd. Het eigenaardige, en zeker niet vaak voorkomende, bij dit beleg was, dat door de vernuftige maatregelen de stad aan één zijde in gemeenschap bleef staan met de buitenwereld, zoodat er steeds levensmid delen en manschappen toegevoerd konden worden. Bekend is dan ook, dat Raben haupt nu en dan aan den vijandelijken .op perbevelhebber beleefdheidshalve eri niet zonder ironie wat smakelijke schotels zond, want om de stad had men het slechjec dan er binnen. geleden en nu nu kwam ze tot de ontdekking, dat zijzelve hem in den grond ontrouw was, want haar liefde voor hem was dood... 1 Hij had ook zoo weinig meer van den ouden Ray Uiterlijk moest hij natuurlijk veranderd zijnmaar zijn heele natuur scheen zoo anders geworden Het was een vreemde en verschrikkelijke ontdek king 1 Ze had nog niet eens gedacht aan de practische zijde van den stand van za ken. Op haar uitdrukkelijk verlangen toch had haar oom alles nagelaten aan zijn neefzij zou immers toch met hem trou wen. Maar dit was ze nu niet langer van plan en dan zou ze waarlijk niet „goed-af" zijn met enkel haar honderd pond 's jaars. Toch was haar droefheid nu alleen dat ze slechts een schaduw had liefgehad en bitter voelde zij zich teleurgesteld. De eerste gong voor het diner wekte haar uit haar gedroom, en haastig begaf ze zich naar haar kamer, en verscheen tien minuten later in de eetkamer zoo ge woon of er niets gebeurd was, naar zij hoopte. „Maar, Mione-lief, waar ben je al dien tijd geweest vroeg mrs. Freymuth, zoo dra haar dochter binnenkwam. „Die arme Pnttich heeft al een kwartier lang naadje gezocht." „Ik heb wat op den weg van Northcliffe gewandeld. Heeft u mij noodig gehad, moeder „Ik had u graag hier gehad om met mr. Blanture te onderhandelen. Die kwam met een geval van kalveren, die hij wilde weg zenden en dan had hij nog iets heel be langrijks met je te verhandelen, naar hij zei. Die „mr. Brown", waar Priscilla ons vanochtend over sprak, Mione... Wel, kind, ik geloof dat je het al weetHeb je ge- Als Uw in den aanvang onbete kenende verkoudheid is verergerd tot bronchitis, talm dan niet langer, neem de beproefde Akker's Abdij siroop die de prikkelende hoest- aanvallen zal temperen, de slijm zal oplossen en Uw ontstoken slijmvliezen volkomen genezen. AKKER's verzacht zuivert geneest. Alom Tctknjjb»»! in kokers <r*n 230 gum ƒ1.50350 gram ƒ2.75 en 1000 (tun ƒ430 Een paar andere noodmunten uit 1672. Tot de noodmunten moeten ook nog een paar zeer zeldzame zilveren ducatons ge rekend worden, geslagen te Amsterdam in dit oorlogsjaar. De st#d Amsterdam had geldschaarschte, doordat de kooplieden groote sommen hadden opgevraagd, wel had de Bank staven goud en zilver. Een verzoek aan de Staten, om zelf munten te mogen slaan, werd eerst afgewezen, daar Dordrecht en de West-Friesche steden Hoorn, Enkhuizen en Medemblik zich sterk verzetten tegen wat zij een aanranding van hun rechten noemden. Toen de gegoede burgers zooals overal in het land hun goud en zilver gedeeltelijk ingeleverd hadden, werd bij Resolutie der Staten van Holland van 17 September Amsterdam tijdelijk het muntrecht verleend de muntmeester van Enkhuizen zou voor de uitvoering zorgen. De oude Regulierspoort (aan het einde der Kalverstraat) werd tot Munt ingericht. In tien maanden tijds zijn omtrent „vijftig tonnen schats" gemunt. Dat ze zeer zeld zaam zijn, blijkt ten overvloede hieruit, dat Van Loon in 1723 den naam van een ver zamelaar noemt, die een dergelijk exem plaar als een der onze in zijn bezit had. De eene zilveren rijder of ducaton heeft het jaartal in den rand, doch de beide deelen 16 en 72 zijn gescheiden door het Amsterdamsohe wapen 2). De andere 3) verschilt van de vorige door de houding van het zwaard, in het randschrift staat 1672 niet gescheiden, de Amsterdamsche drie kruisen staan onder het Generaliteits- wapen en verandering van den stand der leeuwen. Vroeger, in den tijd van Leycester in 1586, heeft Amsterdam ook het muntrecht gehad. In dit verband kan ik niet nalaten mede te deelen, dat in 1672 in Middelburg een Zeeuwsche hoedjesschelling geslagen is van het zilver der ingezetenen van Zeeland deze noodmunt is echter niet in ons bezit. Een paar noodmunten uit den Franschen tijd. Wel behooren tot de collectie-van W. nog een duit, geslagen voor Java in 1810 onder de regeering van Lodewijk Napoleon, toen Java door de Engelschen geblokkeerd werd, en een halve stuiver, geslagen onder het Engelsch bewind op Java in 1812. Zooals bekend namen de Engelschen Java einde Augustus 1811 en gaven dit bij ver drag in 1814 terug, al had de ontruiming later plaats. Ten slotte eindig ik met een noodmunt van Antwerpen, toen deze vesting door de verbonden troepen belegerd werd, een tiencentimesstuk van 1814 eerst op bevel van de nieuwe Fransche regeering gaf Ant werpen den tegenstand op (18 April 1814). Waar het Museum tot nog toe geen en- hoord, wat de menschen zeggen „Ik heb hem zelfs al gezien, moeder „Gezien... Je neef Raymond „Ja en hij herkende mij dadelijk." „En jij hebt hem ook herkend „Ja toen hij sprak en lachte eerder niet. Hij is boven alle verwachting ouder geworden, moeder Hij heeft een zwaren bruinen baard en zijn hoofdhaar is spier wit De oude dame sloeg haar dochter een tijdje gade en vroeg toen „Is het waar, wat Blantyre mij vertelde dat hij getrouwd is?" „Jamaar hij is nu weduwnaar met een allerliefst jongetje van vier jaar." „O, kind Hoe verschrikkelijk voor jou „Ik kan er nog niet vrij over spreken, moeder ik kan mijn gevoelens nog niet onder woorden brengen, want ik weet zelve niet precies wat ze zijn Van één ding ben ik enkel zeker dat zelfs al was Ray mond mij trouw gebleven ik hem dan toch nu niet meer getrouwd zou hebben „Heeft het leven in Australië hem dan zoodanig veranderd „Neen. Hij is bijzonder knap en gedraagt zich geheel als heer, en toch... Waar schijnlijk zal het aan mij liggen, dat ik niet meer kan liefhebben, dat mijn vermogen om lief te hebben is uitgesloten doordat het geen voedsel kreeg. Maar Ray heeft be loofd dat hij u morgenochtend komt opzoe ken. U zult Pitchers een schat van een kind vinden Dien volgenden ochtend hield Hermione zich maar druk bezig in en om het huis en ze had dan ook van alles gedaan om het een eenigszins feestelijk aanzien te geven. Juist was ze bezig enkele bloempotten in den hall te schikken, toen ze de volle, kele noodmunt bezat uit den aard der zaak zijn zij zeldzaam, en sommige zijn uiterst kostbaar mag het bezit dezer 29 exemplaren van zeer groot belang genoemd worden. Ujtvoerig heb ik erover uitgeweid, heb misschien te veel van het geduld dei- lezers gevergd, maar waar deze materie in Vlissingen een novum was en voor een deel een stuk echt Zeeuwsche geschiedenis be lichtte, meende ik dit verplicht te zijn. Men zal echter begrijpen en zeer zeker ook waardeeren, dat ik de verdere collectie, die uit honderden en nog eens honderden stuks bestaat, slechts in zeer grove trekken zal schetsen en wel eerst de historie- en leg penningen en daarna de munten. H. G. VAN GROL. -) P. Verkade, Muntboek, Pi. 42 fig. 3. 3) Idem PI. 42, fig. 4. Hoogere geldkoersen te Amster dam. Een nieuwe Fransche lee ning. De bewegingen van den Frankenkoers. Weinig zaken op de Locale af deelingen te Amsterdam. Vaste stemming voor Tabak en Olie. De emissie der Enka. Onregelmatige tendenz te New-York. Het verschijnsel waarop we de vorige week wezen, nl. de mindere belangstelling voor binnenlandsche beleggingswaarden, was ook in de afgeloopen week het meest op den voorgrond tredende kenmerk van de fondsenbeurs. De weekstaat der Nederland- sche Bank^pér 8 November wijst uit, dat weliswaar een groot deel der op 1 Novem ber opgenomen gelden naar de bank is te ruggevloeid, het bedrag der beleeningen is ook thans nog beduidend grooter dan eenige weken geleden, nl. ƒ148.3 millioen tegen 128 millioen op 18 October jh Ook het. bedrag der rekeningcourantsaldi van derden is circa 10 millioen lager dan op vorengenoemden datum en wanneer hierbij wordt gelet op het feit, dat de prolongatie rente, welke in de maand October nog ge middeld 23/a bedroeg, de laatste dagen 31/2 a 4 bedraagt, dan is het vermoede lijk wel juist te zeggen dat de geldmarkt, ook afgezien van den Novembertermijn, krapper geworden is. De reden hiervan is bekend. Nog niet lang geleden was de ka pitaalrente hier te lande zoo laag, dat groote bedragen naar Engeland afvloeiden, tengevolge waarvan het Pondsterling vrij wel tot zijn goudpunt opliep, zoodat de Nederlandsche Bank aan onzen gulden steun moest verleen en door afgifte van goud of goudwissels. Uiteraard had dit de uitwerking, dat het geld hier schaarscher werd en nu allengs ook bii den belegger de vraag naar hooger rentende fondsen toeneemt, zoodat buitenlandsche emissies van redelijk gehalte hier een groot succes hebben, is de toestand reeds dermate ge wijzigd, dat van gouduitvoer naar Enge land geen sprake meer is, doch integendeel door de Nederlandsche Bank buitenland sche wissels zijn gekocht. Hier blijkt uit, dat er allengs weer een nauwer verband ontstaat tusschen de geldcentra van Europa en men het als een onbestaanbare^ toe stand mag beschouwen dat het rentever- schil 1 a 2 bedraagt. Naarmate het ver trouwen in de credietwaardigheid der ver schillende landen terugkeert, zal het kapi taal emplooi zoeken waar het rendement het grootst is. Na het overweldigend resultaat der Bel gische emissie en de druk, daardoor op het koersniveau der Hollandsche beleggings fondsen uitgeoefend, hebben deze laatste zich niet kunnen herstellen, integendeel het is merkbaar dat de vraag afneemt en men met een koersdaling rekening houdt. On- twijfeld zal men in het buitenland zijn best doen om nog zooveel mogelijk van de hier bestaande geldruimte te profiteeren, de emissie van f 10 millioen 7 obligaties der Marokkaansche Spoorweg Mpij. tot den koers van 94^2 is daar wel het bewijs van. Déze leening, die op zich zelf vermoe delijk niet onaantrekkelijk is met het oog op het feit dat de thans bestaande schulden in francs luiden, is gegarandeerd door de Fransche regeering en kan dus met Fran- zware stem van dokter Deane hoorde en het hooge piepstemmetje van Pitchers. „Had de dokter nu Ray óók al herkend In ieder geval was ze maar blij, dat hij er bij was dit ontnam eenigszins het pijnlij ke aan de ontvangst. Hermione luidde de gong waarmede de bedienden opgeroepen werden in den hall en zelve ging ze toen de bezoekers tege moet. Toch waren ze alle drie evenzeer onder den indruk en het trof haar vooral ook, zoo slecht als de dokter er uitzag Zou de geschiedenis, die Priscilla haar had ver teld, dan toch waar zijn en zou hijzelve in moeilijkheden zijn geraakt, doordat hij den jongen Penuel geholpen had Ze zou hem vanochtend nog rechtstreeks er over aan spreken, als zich een gelegenheid voordeed dat zij even met hem alleen was. De bedienden verwelkomden Raymond hartelijk en hij bedankte aangedaan. „Wel, Puttich", sprak hij den butler in het bijzonder aan. „Je bent niets ouder geworden O, tante Jane Dit laatste tegen mrs. Freymuth, die op den drempel van den salon stond, „als ik zie, hoe weinig de menschen hier in Northcliffe veranderd zijn, dan schaam ik mij haast zoo veel ouder als ik ben geworden zoo zelfs, dat niemand mij herkent „Niemand herhaalde dokter Deane. „Telt Hermione dan voor niemand?" Freymuth keek naar zijn nichtje. Zij was bezig Pitchers voor te stellen aan diegenen onder de bedienden, die zich zijn vader nog herinnerden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1