DONDERDAG 7 OCTOBER
EersteBlad
64e «Jaargang
1926
Stoomvaan
Aderen en vee.
v-Middv-KJI
liEMEENTËBESTÜÏjR
BELANGRIJKE SCHENKING
AAN HET STEDELIJK MUSEUM.
VLISSINGEN IN 1925.
KWATTAIV?
VOLLEMELK REEPEN
Dais KWATTA
BINNENLAND
No.236
VLISSINOSCHE COURANT
'Pfns
Ivraagd op
hypotheek.
Ildoende overvvaar®
le brieven onder r
ftheek" bureau „Vl»l
n-Middelb,Rot^f|
chengelegen p'aal!E
ER VAN PASSAOI®
8
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk f 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
vooruitbetaling van 1 —5 regels 0.75, elke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen gelet op art. 37 der Drankwet
doen te weten,
dat bij hen is ingekomen een verzoek van
WILLEM GORNELIS SMITS, om verlof tot
den verkoop van alcoholhoudenden drank,
anderen dan sterken drank «voor het perceel
Kanaalstraat 34
dat vanaf heden gedurende veertien da
gen tegen het verleenen van het gevraagde
verlof schriftelijke bezwaren kunnen wor
den ingediend bij Burgemeester en Wethou
ders voornoemd.
Vlissingen, 7 October 1926.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
latiën telbekom®-
H.V. «lil
l.h. Erven 3- vlBl 1
MEDISCHE POLITIE.
De Burgemeester van Vlissingen,
brengt ter algemeene kennis, dat blijkens
ingekomen ambtsberichten de havens van
Rio de Janeiro en Sao Luiz de Maranhao
zijn besmet verklaard wegens pokken.
Vlissingen, 7 October 1926.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
i.
Het is een bekend feit, dat de burge
meester niet slechts ambtshalve als
Voorzitter der Oudheidkundige Com
missie, maar ook met een deel van zijn
persoon, groote belangstelling heeft
voor het Museum. Het vorig jaar bleek
dat ook voor de buitenwereld bij de
reorganisatie van het Museum, de in
gewijden wisten dit reeds van het begin
der nieuwe burgemeesterlijke aëra ik
zelf kreeg, nadat de benoeming officieel
geworden was, van bevriende zijde een
brief, waarin de mij verblijdende mede-
deeling voorkwam, dat de nieuwe titu
laris een krachtige steun zou zijn voor
het Museum". Waartoe dit alles geme
moreerd en zelfs gepubliceerd Deze
dag, een mijlpaal in het leven van den
heer C. A. van Woelderen, is tevens een
belangrijke dag geworden voor de door
mij beheerde instelling.
Ruim een maand geleden, deelde de
heer van W. mij mede, dat hij besloten
had, bij gelegenheid van zijn huwelijk
up 26 October zijn geheele collectie
munten en penningen aan het Stedelijk
Museum in vollen eigendom af te staan.
Hoewel ik gekscherend wel eens met
den heer van Woelderen daarover ge
sproken had, werd ik buitengewoon
verrast door deze mededeeling, maar
toen had ik nog niet het besef, hoe
waardevol deze gift wel was. Dit bleek
eerst, toen ik met medewerking van
mej. de Man te Middelburg, die de
lastigste puzzles oploste, de collectie
uil elkaar haalde en aan het determi-
nieeren ging. Laat ik beginnen met te
Mggen, dat ik door de uitgebreidheid
der collectie geen kans heb gezien nn
reeds alles te ordenen en te benoemen
al is dit dan reeds gebeurd met eenige
honderdtallen. Maar toch, wat geschied
ls, geeft ruimschoots aanleiding nu
reeds te zeggen, dat door deze royale
gave het munten- en penningkabinet in
het Stedelijk Museum meer dan verdub
heid is.
groote rubrieken verdeeld omvat
de collectie, die we in haar geheel zul
len beschouwen, (later hoop ik meer in
een breede alles te specificeeren), een
ynj groot aantal Romeinsche munten,
een hoogst merkwaardig muntje uit het
«rovingisehe, één uit het Karolingi-
?5tijdvak, een zeer omvangrijke col-
ecbe uit de Noordelijke en Zuidelijke
"derlanden. Hierbij zijn zilveren
Wiplaren van jan j van Brabant,
'ons IV van Holland, Aelbrecht van
eieren (I3e en I4e eeuw),
zeldzaam fraai zijn de uitnemend ge-
™.serveerde zilveren dubbele en enkele
drivers (bijna ter grootte van onzen
,fJKnI net gothische omschriften en
■yMitaUen van Philips den Schoone
■m i -e' V (15e en 16e eeuw), waarbij
11'7® Spaansche zilveren realen
ti'l'ifi jti'nand V en Isabella van Cas-
u, de grootouders van Karei V. Zeer
devoir''nl'ik zijn deze alle uit een en
- "de muntvondst afkomstig. In den
laatsten tijd zijn veel munten uit dien
tijd op Walcheren gevonden.
Maar ook uit den na-landsheerlijken
tijd, dus na 1581, uit den tijd der Sou-
vereine Staten zijn er een zeer groor
aantal zilveren ducatons, carolusgul-
dens, maar ook een gouden dukaat.
Onder de Nederlandsche Provinciale
munten komen fraaie „pfedforfs" of
stukken van dubbele zwaarte voor, die
niet in omloop waren, maar aan de
Munt besteld werden om te dienen als
geschenk bij bijzondere gelegenheden.
Zoo bijv. een zeer fraaie Rijksdaalder
van Zeeland van 1747 een idem van
1748 en een Dukaton van Holland van
1672. Deze zijn uitnemend geconser
veerd en als fonkelnieuw.
Een complete collectie gouden tien
tjes vanaf Willem i tot en met Konin
gin Wilhelmina (óók met loshangend
haar) trekt vanzelf het oog tot zich.
Verder bestaat de muntenrubriek uit
die van de voornaamste staten in en
buiten Europa, waaronder de collectie
Duitsche munten het belangrijkst is (ik
wijs voorloopig op vele min of meer
zeldzame oude thalers).
Behalve munten zijn er ook talrijke
historiepenningen en noodmunten de
laatste behooren trouwens wetenschap
pelijk tot de historiepenningen. Deze
illustr#eren onze geschiedenis vanaf
1573 tot den nieuwsten tijd. Chronolo
gisch zijn er dus munten uit alle tijden,
vanaf den vóór-Christelijken, den pri-
mitief-Chrisfelijken tijd, de Middel
eeuwen, den Nieuwen en ook den aller-
nieuwsten tijd. Met recht een overzicht
in woord en beeld, speciaal van de
vaderlandsche geschiedenis. Wie ge
looft dat dit aanschouwelijk geschiede-
nisonderricht een dorre nomenclatuur
is, een koude vermetaiing van het leven
en streven van ons voorgeslacht, geef
ik in overweging eens met mij een enkel
stukje te bekijken.
Wat dunkt u van dat kleine zilver
stukje van Lodewijk den Vrome, den
zoon van den grooten Karei, gevonden
aan het strand te Domburg? Het om
schrift van dezen denier is
XPR1STIANA REL1GIO
(d.i. Christelijke godsdienst) dit is
het randschrift van een tempel, ge
steund door 4 zuilen. Kruis boven hef
dak en een in het midden tusschen de
zuilen. Deze laatste zijn met kapiteelen
en voetstukken versierd. Twee treden
ziet men onder den tempel.
Is er niet iets roerends in de naïeve
devotie dezer vroege Middeleeuwers,
de uitbreiders van het Christendom, die
de keizerlijke munt aan de keerzijde
staat
HLVOD1VVIC IMP
(d.i. Lodewijk, keizer) dienstbaar
maakten aan aanschouwelijk onderwijs
in den Christelijken godsdienst De
munt is in zekeren zin de nabootsing
der Romeinsche, maar het kolossale
onderscheid tusschen het Romeinsche
en het Frankische imperium werd sym
bolisch en wel zeer plastisch duidelijk
gemaakt. Met de munt kreeg men het
Christendom, of, zoo rnen liever wil,
het Christendom bracht de munt maar
dan gekerstend met zich mee. Weik een
romantiek, dit muntje elf eeuwen oud,
een der weinige resten van die barre
tijden o.a. hier op Walcheren, die ge
tuigen waren van de invallen der Noor
mannen, welke een einde maakten aan
een reeds eeuwenoude Romeinsch-
Frankische cultuur.
Wilt gij nog een staaltje, bekijk dan
met mij een verguld-zilveren noodmunt
der stad Leiden van het jaar 1574. Toen
werd Leiden belegerd door de Span
jaarden onder Valdez, ieder schoolkind
weet het, maar niet allen zullen weten,
dat de burgerij haar zilver en goud
bracht ten stadhuize, opdat er nood
munten van geslagen konden worden,
waar o.a. op gestempeld staat „God
behoede Leyden", een ander opschrift
luidt „Pugno pro Patria" (d.i. ik strijd
voor het vaderland). Zie. zelfs de groot
ste scepticus van den modernen tijd zal
toch moeten erkennen, dat er van dit
stuk metaal een zeker iets uitgaat, een
flüidum het spreekt meer tot ons dan
een monument, het is zelf een reliquie
van bloed en tranen, van heldenstrijd
voor de vrijheid, die wij nu nog ge
nieten. En wel waarlijk willens en
wetens hebben zij die vrijheid ook voor
óns doorstreden, juist voor ons
Een gedenkpenning, geslagen in 1580.
toen aan Prins Willem de hooge Over
heid werd opgedragen, een feit van
groote draagwijdte, draagt tot rand
schrift
SI NON NOBIS, SALTEM POSTER1S
(d.i. Indien niet voor ons, dan toch voor
onze nakomelingen). Op de voorzijde
ziet men een tuinman, die verschillende
takken van een grooten boom (het
groote Spaansche rijk) ent op een
kleinen Oranjeboom symbool van het
opdragen der hooge overheid aan den
Prins tot handhaving der vrijheid, die
door een hoed op een speer wordt ge
symboliseerd. (Op de keerzijde staat
het wapenschild van Zeeland, daar de
penning te Middelburg geslagen is, wat
men zien kan aan het burehtje.)
Is dit niet treffend roerend Indien
niet voor ons. dan toch voor onze na
komelingen Werpt één geschiedwerk
Als Uw Kind Hoest
geeft het dan onverwijld de genezende
Rflijnharrït's Thijmsiroop
Hoeststillend, süjmoplossend, verzachtend.
Bij Apothekers en Drogisten. Flacon 75 ct.
Naam Mijnhardt op verpakking. Let hier op.
in zoo'n beknopt bestek zoo'n helder
flitsend licht op de opofferingsgezind
heid van ons voorgeslacht niet louter
ten behoeve van zich zelf
Laat ik den verstokten materialist
hier nog bij vertellen, dat deze en der
gelijke stukken uiterst zeldzaam en
uiterst... kostbaar zijn er zijn immers
een groot aantal noodmunten bij de
verzameling-van Wo'elderen; niet alleen
van Leiden (1574) maar ook van Zie-
rikzee (1575 en 157.6), Breda (1577 en
1625), Amsterdam (1578), Maastricht
(1579), Middelburg (1573), Groningen
(1672). Het zijn alle goed geconser
veerde, meest zware zilveren stukken.
In den loop van de komende maan
den hoop ik in eenige artikelen nog
nader de groote belangrijkheid, het
historisch-gewichtige van deze schen
king uiteen te zetten. Ik behoef zeker
den ontwikkelden lezer niet duidelijk te
maken, van hoe groote importantie het
is, als particuliere collectie's, die alleen
voor intimi toegankelijk zijn, voor een
ieder bereikbaar worden.
De gemeente Vlissingen mag zich
met deze schenking gelukkig prijzen.
Het is weder een argument te meer,
hoe dergelijke instituten als musea hun
testaanswenschelijkheid, hun bestaans
recht ook in kleinere gemeenten als het
ware zelf propageeren. ik geloof dan
ook dat ik zeker namens al de Vlis-
singers spreek, wier voorvaderen zelf
zooveel geschiedenis gemaakt hebben,
als ik hier een woord van hartelijken
dank uitspreek voor den man, die zoo
ruimhartig zijn van zijn jeugd af ver
zamelde schat aan de gemeenschap
afstaat.
H. G. VAN GROL.
Conservator.
P.S. Den eventueel-belangstellenden
bezoeker wijs ik erop, dat geordend en
geëtiquetteerd zijn de Noord- en Zuid-
Nederlanösche collectie munten de
historiepenningen en noodmunten, te
zamen eenige.honderdtallen. De buiten-
landsehe en ook de Romeinsche munten
zijn nog in bew.eriTmg.
(Uit het Gemeenteverslag.)
De werkelijke bevolking bestond op 31
December 1924 uit 10801 vrouwen en 10999
vrouwen, totaal 21800 personen. Zij ver
meerderde door geboorten met 182 man
nen en 201 vrouwen en door vestiging
resp. met 881 en 713 of in totaal 1063 m.
en 914 vr. verminderde door sterfte met
84 m. en 101 vr. en wegens vertrek met
1059 m. en 932 vr. of totaal 1143 m. en
1033 vr.
De bevolking verminderde dus met 80
m. en 119 vr. of in totaal met 199 personen
en bestond op 31 December 1925 uit 10721
m. en 10S80 vr. of totaal 21601 personen.
Levend geboren werden 182 m. en 203
vr., levenloos aangegevenen 11 m. en
10 vr.
Geboren werden in deze gemeente, als
behoorende tot haar werkelijke bevolking
380 kinderen, waarvan 180 van het manne
lijk en 200 van het vrouwelijk geslacht.
Bovendien werden elders geboren 2 kin
deren van het mannelijk geslacht, behoo
rende tot de werkelijke bevolking dezer
gemeente terwijl alhier 2 kinderen van
het mannelijk geslacht en 3 kinderen van
het vrouwelijk geslacht werden geboren,
behoorende tot de bevolking eener andere
gemeente.
Het aantal geborenen, zonder de leven
loos aangegevenen, bedroeg alzoo 17 meer
aan in 1924.
Onder de geborenen zijn begrepen 3
van het mannelijk en 4 van het vrouwelijk
geslacht, te zamen 7 die buiten huwelijk
zijn geboren.
Tweelinggeboorte kwam in het afgeloo-
pen jaar 4 maal voor, teweten 7 van het
mannelijk en 1 van het vrouwelijk geslacht.
Als levenloos geboren werden aangege
ven 21 kinderen, 11 van het mannelijk en
10 van het vrouwelijk geslacht.
De sterfte in de gemeente (onverschillig
waar de overledenen woonplaats hadden)
zonder de levenloos aangegevenen, bedroeg
97 m., 113 vr., te zamen 210, alzoo 4 meer
dan in 1924.
Verdeeld naar den burgerlijken staat zijn
in deze gemeente overleden, behoorende
tot haar werkelijke bevolking Ongehuw-
den 21 m., 27 vr., totaal 48 gehuwden
46 m., 35 vr., totaal 81 weduwnaars en
weduwen 12 m., 38 vr., totaal 50 tezamen
79 m., 100 vr., totaal 179.
Elders overleden, behoorende tot de
werkelijke bevolking dezer gemeente On-
gehuwden 2 m. gehuwden 2 m., 1 vr.,
totaal 3 weduwen 1 tezamen 5m, 1 vr.,
totaal 6.
In deze gemeente overleden, behoorende
tot de bevolking eener andere gemeente
Ongehuwden 7 m., 3 vr., totaal 10 ge
huwden 8 m., 8 vr., totaal 16 weduwen
2 onbekend 3 m. tezamen 18 m., 13 vr.,
totaal 31.
Het getal voltrokken huwelijken bedroeg
190, verdeeld naar den burgerlijken staat
als volgtJongemannen en jongedochters
163 jongemannen en weduwen 5 jonge
mannen en gescheiden vrouwen 2 weduw
naars en jongedochters 8 weduwnaars en
Weduwen 4 weduwnaars en gescheiden
vrouwen 2 gescheiden mannen en jonge
dochters 6 totaal 190, alzoo 20 minder
dan in 1924.
Bij die huwelijken hadden 9 erkenningen
plaats, terwijl 12 akten van erkenning wer
den opgemaakt.
Er werden 7 vonnissen van echtscheiding
ingeschreven.
Op 31 December 1924 bestond de bevol
king uit 21.800 personen.
Hierbij zij nog opgemerkt, dat de terug
loop van het bevolkingscijfer met 199 per
sonen zijn oorzaak vindt in de overplaat
sing van Belgische loodsen.
Een gedeelte was reeds in 1924 vertrok
ken, terwijl de overigen in den loop van
1925 deze gemeente hebben verlaten.
Dit vertrek betrof 61 gezinnen, omvat
tende 265 personen, zoodat daaraan de
vermindering te wijten is, aangezien anders
een toename van 66 personen zou zijn ver
kregen.
Er werden 190 huwelijken voltrokken,
waarvan 2 naar de le klasse, 0 naar de 2e
klasse, 26 naar de 3e klasse, 86 naar de 4e
klasse en 76 naar de 5e klasse (kosteloos).
In het afgeloopen jaar werden door tus-
schenkomst van den burgemeester geen
nationaliteitsbewijzen aangevraagd aan den
«heer Commissaris der Koningin in de pro
vincie Zeeland.
Gedurende de jaren 1923, 1924 en 1925
werden onderscheidenlijk 1741, 1108 en 818
bewijzen van Nederlanderschap afgegeven.
De opbrengst van de Leges van den Bur
gerlijken Stand bedroeg over 1923 een be
drag van ƒ2449.57, over 1924 ƒ2442.87 en
over 1925 1956.84.
De opbrengst van de Leges ter Secretarie
en ten kantore van den directeur van ge-
mentewerken bedroeg over 1923 2001.12,
over 1924 1373.47 en over 1925 1181.09
De. lijst 1925/1926, bedoeld in art. 7 der
gewijzigde Kieswet, werd den 23en Maart
1925 door ons vastgesteld.
Het daarop voorkomend aantal kiezers
bedroeg voor a. Leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal 10.751 b. Le
den van de Provinciale Staten 10.454
c. Leden van den gemeenteraad 10.168.
Verdeeld over de drie kieskringen be
droeg het aantal kiezers voor den gemeen
teraad In kieskring I stemdistrict l 681,
stemdistrict 2 882, stemdistrict 3 696, stem
district 4 759, totaal 3018 in kieskring II
stemdistrict 5 924, stemdistrict 6 929, stem
district 7 1080, stemdistrict 8 789, totaal
3722 in kieskring III stemdistrict 9 978,
stemdistrict 10 785, stemdistrict 11 875,
stemdistrict 12 790, totaal 3428. Tezamen
10168 kiezers.
Ten vorigen jare bedroeg het aantal kie
zers voor de Tweede Kamer 10724, voor
de Provinciale Staten 10408 en voor den
gemeenteraad 10264.
Op den len Juli 1925 had de stemming
plaats voor de verkiezing van de leden van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal en
wel over 22 candidatenlijsten. Bij deze
stemming werden in deze gemeente 9727
stemmen uitgebracht, waaronder 530 van
onwaarde.
In het afgeloopen jaar hadden geen
periodieke verkiezingen plaats voor de
leden van de Provinciale Staten en van den
gemeenteraad.
Ter voorziening in de tusschentijdsche
vacatures in den gemeenteraad werd door
den voorzitter van het centraal stembureau
benoemd verklaard tot lid Van den raad
bij besluit van 23 November 1925 de heer
G. J. Fros, wegens overlijden van den
heer P. Landsman.
Op 31 December 1925 was de raad sa
mengesteld als volgtMejuffrouw J. H.
Gasille, en de heeren E. Andriessen, L. F.
Barentsen, H. M. W. L. van Bennekom, J.
A. Berger, A. C. van Hal, M. J. Harts, L. j.
Hillinga, J. Hoogkamer, W. L. Huson, M.
Laernoes, P. G. Laernoes, G. J. Fros, G. F.
Lindeijer, L. P. van Oorschot, J. Post, W.
de Ridder, H. C. V. Sorel en H. C. Wesse-
ling.
In 1908 bedroeg het aantal ingekomen
stukken bij den burgemeester 367 in 1913
1272 in 1918; 1687; in 1923; 1121 in
1924; 1169; in 1925 955.
Het aantal uitgaande brieven van den
burgemeester bedroeg in 1908 268 in
1913 943 in 1918 701 in 1923 671
in 1924 823 in 1925 728.
In 1908 bedroeg het aantal ingekomen
stukken bij Burg. en Weth. 2288 in 1913
2250 in 1918 3452 in 1923 3800 in
1924 3291 in 1925 3153.
Het aantal uitgaande brieven van Burg. en
Weth. bedroeg in 1908; 1305 in 1913;
1464 in 1918 1850 in 1923 2600 in
1924 2491 in 1925 2396.
De aan Gedep. Staten ter vaststelling
toegezonden rekening over 1924 bedraagt
in "uitgaaf 1.434.421.23, in ontvangst
1.588.427.27 en sluit mitsdien met een
voordeelig saldo van 154.006.04.
Het geheele bedrag der geraamde ont
vangsten en uitgaven, naar de begroeting
voor het jaar 1926 bedraagt voor den ge
wonen dienst 1.366.354.68. De som voor
onvoorziene uitgaven bedraagt 86.246.55.
Het bedrag der geraamde ontvangsten en
uitgaven voor den kapitaaldienst bedraagt
52.315.
Over 1925 bedroeg de uitkeering van het
Rijk ingevolge art. 1 tot en met 9bis der
wet van 24 Mei 1897 (Stbl. no. 156)
ƒ70.741 en ingevolge art. 10 dier wet ƒ600.
De heffing van de plaatselijke directe be
lasting naar het inkomen is progressief
en geschiedt sedert 1 .Mei 1921 door de
rijksadministratie.
Het vermenigvuldigingscijfer bedroeg
voor het belastingjaar 1921/22 2.20
1922/23 1.70 1923/24 1.34 1924/25
1.34; 1925/26: 1.34.
De opbrengst der straatbelasting (per
centage 3 bedroeg over 1923 ƒ28.812.10,
over 1924 ƒ29.173.20 en over 1925
ƒ29.511.60.
De opbrengst der belasting op tooneel-
vertooningen en andere vermakelijkheden
bedroeg over 1923 ƒ21350.52, over 1924
ƒ20806.05 en over 1925 ƒ20288.87.
De opbrengst van de hondenbelasting
bedroeg over 1923 ƒ4228. over 1924
ƒ4248.75 en over 1925 ƒ4178.
De opbrengst der zakelijke belasting op
Slechts een merk kan aan de spits staan
het bedrijf bedroeg over 1923 ƒ39.340, over
1924 ƒ37.272 en over 1925 ƒ37.404.
De opbrengst van de opcenten op de
hoofdsom der grondbelasting op de ge
bouwde eigendommen (80) bedroeg over
1924 en 1925 respectievelijk 38.292.86 en
38.826.55, en die op de ongebouwde
eigendommen (20) over 1924 en 1925 on
derscheidenlijk 524.32 en 523.51
De opcenten op de hoofdsom der perso-
neele belasting (50/130) brachten over
1924 op 44.139.50 en over 1925 48.297.63.
De opcenten op de hoofdsom der divi
dend- en tantièmebelasting (30) brachten
over 1924 op ƒ11.482.35 en over 1925
12.457.77 idem 18 opcenten over 1924
ƒ6.694.20 en over 1925 ƒ7.474.66 100 op
centen op de hoofdsom der vermogensbe
lasting brachten over 1924 ƒ11.058.56 op
en over 1925 10.803.33.
Het Nederlandsch-Belgisch verdrag.
Wij lezen in de „Residentiebode"
Nog steeds komen van alle kanten de
bezwaren tegen het verdrag los en niemand
weet, wat er in onze Staten-Generaal van
worden zal. Al geeft het te denken, dat
sommige bladen al aan 't bijdraaien zijn.
Naar in parlementaire kringen verluidt,
zijn de hoofden daar al geteld. Ongeacht
wat er nog ten berde gebracht zal worden,
moet men al weten, hoe de eindstemming
zal zijn. Er zou in de Tweede Kamer een
kleine meerderheid voor het verdrag zijn.
Vooreerst moeten alle sociaal-democraten
vóór wezen. „Moeten", in dubbelen zin.
Moeten, volgens geruchte, en moeten, vol
gens afspraak met de S.D.A.P. in België.
Hoewel verschillende elementen dier partij,
met name die met Rotterdam connecties
houden, grondige bezwaren hebben, met
name tegen „het" kanaal, zou toch de ka
daver-discipline daar het parool „vóór"
doen zegevieren. Verder, zoo wil men, zou
ruim de helft der katholieke Tweede Ka
merleden vóór stemmen men sprak van
een klein twintigtal. En ook onder de anti-
rev. en christ.-hist. elementen moeten eeni
ge voorstemmers zijn, zóó dat men juist
een paar stemmen boven de helft zou we
zen. In hoévérre dit allemaal juist is, zul
len we moeten afwachten. Met name lijkt
ons nogal dubieus de houding der anti-rev.
en christ.-hist. partijen, waar immers juist
in den laatsten tijd daar nogal van opposi
tie bleek.
Intusschen, zoo hoorden we meteen, is
de oppositie in de Eerste Kamer grooter.
Vooral ook bij de S.D.A.P.. Onze zegsman
meende dan ook, dat het verdrag daar een
harden dobber zou hebben.
„Hoe 't zij, duidelijk is allengs wel ge
worden, dat, al wordt het staatsstuk aange
nomen, het toch een gedwongen fraaiig
heid blijft. De groote meerderheid heeft
eenige bezwaren gehouden en een meerder
heid der Staten-Generaal kan slechts ge
vonden worden, als aan allerlei bijoverwe
gingen groote waarde wordt gehecht.
De nieuwe landvoogd en de pers.
Jhr. de Graaff, de nieuwe landvoogd heeft
ten paleize aan het Koningsplein te Bata
via, een veertig Euroneesche, Chineesche
en inheemsche journalisten van alle richtin
gen ontvangen. Z. E. zeide, dat hij grooten
prijs stelde op persoonlijke kennismaking
met de leiders van de publieke opinie, wier
verantwoordelijke taak van het grootste be
lang is voor de economische en staatkun
dige ontwikkeling van Indië. Hij noemde
de persmenschen niet alleen medewerkers,
maar vrienden, die hem ook zijn feilen
toonden. Jhr. de Graaff kondigde aan, dat,
op voorbeeld van Amerika, iedere maand
een receptie zal worden gehouden voor de
pers, waarop iedereen concrete vragen
mag stellen, waarop vaak concreet geant
woord zal worden, wanneer de aangeroerde
kwesties geen punt van overleg zijn met
het opperbestuur of den Volksraad. De
landvoogd hoopte, dat hierdoor de zaak
bonafide, doch onjuiste berichten en be
schouwingen voorkomen zo-uden worden.
Onbewaakte overwegen en de spoorweg
directie.
Naar aanleiding van het ongeluk aan den
onbewaakten overweg te Kethel, waarbij
zooals gemeld is, een persoon werd ge
dood en één ernstig gewond, is aan de
directie der Nederlandsche Spoorwegen de
vraag gesteld of zij het thans niet noodig
oordeelde tot bewaking van dezen zeer
gevaarlijken overweg over te gaan.
Op deze vraag werd een zeer ontken
nend antwoord gegeven.
De directie stelt ?ich nl. op het stand
punt dat aan de onbewaakte overwegen,
dus ook aan dien te Kethel, geen ongeluk
ken behoeven te gebeuren indien het pu
bliek zich van te voren ervan vergewist,
dat de baan aan beide zijden veilig is.
V0LKSGEZ0NDHEIDS-
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
Overkokende melk kan de gasvlam
dooven, waardoor een gasontploffing
kan ontstaan.
Blijft daarom als ge melk kookt, in
de nabijheid.
Verwarm nooit was met terpentijn op
een vlam of vuur. Wasch niet met
benzine in de nabijheid van een* vlam
of van een vuur en zorg voor krachtige
1 u c h tve r verse h i ng.
GEZONDHEIDSRAAD.