DONDERDAG 7 OCTOBER EersteBlad 64e «Jaargang 1926 Stoomvaan Aderen en vee. v-Middv-KJI liEMEENTËBESTÜÏjR BELANGRIJKE SCHENKING AAN HET STEDELIJK MUSEUM. VLISSINGEN IN 1925. KWATTAIV? VOLLEMELK REEPEN Dais KWATTA BINNENLAND No.236 VLISSINOSCHE COURANT 'Pfns Ivraagd op hypotheek. Ildoende overvvaar® le brieven onder r ftheek" bureau „Vl»l n-Middelb,Rot^f| chengelegen p'aal!E ER VAN PASSAOI® 8 Dit nummer bestaat uit 2 bladen ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij vooruitbetaling van 1 —5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen gelet op art. 37 der Drankwet doen te weten, dat bij hen is ingekomen een verzoek van WILLEM GORNELIS SMITS, om verlof tot den verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank «voor het perceel Kanaalstraat 34 dat vanaf heden gedurende veertien da gen tegen het verleenen van het gevraagde verlof schriftelijke bezwaren kunnen wor den ingediend bij Burgemeester en Wethou ders voornoemd. Vlissingen, 7 October 1926. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. latiën telbekom®- H.V. «lil l.h. Erven 3- vlBl 1 MEDISCHE POLITIE. De Burgemeester van Vlissingen, brengt ter algemeene kennis, dat blijkens ingekomen ambtsberichten de havens van Rio de Janeiro en Sao Luiz de Maranhao zijn besmet verklaard wegens pokken. Vlissingen, 7 October 1926. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. i. Het is een bekend feit, dat de burge meester niet slechts ambtshalve als Voorzitter der Oudheidkundige Com missie, maar ook met een deel van zijn persoon, groote belangstelling heeft voor het Museum. Het vorig jaar bleek dat ook voor de buitenwereld bij de reorganisatie van het Museum, de in gewijden wisten dit reeds van het begin der nieuwe burgemeesterlijke aëra ik zelf kreeg, nadat de benoeming officieel geworden was, van bevriende zijde een brief, waarin de mij verblijdende mede- deeling voorkwam, dat de nieuwe titu laris een krachtige steun zou zijn voor het Museum". Waartoe dit alles geme moreerd en zelfs gepubliceerd Deze dag, een mijlpaal in het leven van den heer C. A. van Woelderen, is tevens een belangrijke dag geworden voor de door mij beheerde instelling. Ruim een maand geleden, deelde de heer van W. mij mede, dat hij besloten had, bij gelegenheid van zijn huwelijk up 26 October zijn geheele collectie munten en penningen aan het Stedelijk Museum in vollen eigendom af te staan. Hoewel ik gekscherend wel eens met den heer van Woelderen daarover ge sproken had, werd ik buitengewoon verrast door deze mededeeling, maar toen had ik nog niet het besef, hoe waardevol deze gift wel was. Dit bleek eerst, toen ik met medewerking van mej. de Man te Middelburg, die de lastigste puzzles oploste, de collectie uil elkaar haalde en aan het determi- nieeren ging. Laat ik beginnen met te Mggen, dat ik door de uitgebreidheid der collectie geen kans heb gezien nn reeds alles te ordenen en te benoemen al is dit dan reeds gebeurd met eenige honderdtallen. Maar toch, wat geschied ls, geeft ruimschoots aanleiding nu reeds te zeggen, dat door deze royale gave het munten- en penningkabinet in het Stedelijk Museum meer dan verdub heid is. groote rubrieken verdeeld omvat de collectie, die we in haar geheel zul len beschouwen, (later hoop ik meer in een breede alles te specificeeren), een ynj groot aantal Romeinsche munten, een hoogst merkwaardig muntje uit het «rovingisehe, één uit het Karolingi- ?5tijdvak, een zeer omvangrijke col- ecbe uit de Noordelijke en Zuidelijke "derlanden. Hierbij zijn zilveren Wiplaren van jan j van Brabant, 'ons IV van Holland, Aelbrecht van eieren (I3e en I4e eeuw), zeldzaam fraai zijn de uitnemend ge- ™.serveerde zilveren dubbele en enkele drivers (bijna ter grootte van onzen ,fJKnI net gothische omschriften en ■yMitaUen van Philips den Schoone ■m i -e' V (15e en 16e eeuw), waarbij 11'7® Spaansche zilveren realen ti'l'ifi jti'nand V en Isabella van Cas- u, de grootouders van Karei V. Zeer devoir''nl'ik zijn deze alle uit een en - "de muntvondst afkomstig. In den laatsten tijd zijn veel munten uit dien tijd op Walcheren gevonden. Maar ook uit den na-landsheerlijken tijd, dus na 1581, uit den tijd der Sou- vereine Staten zijn er een zeer groor aantal zilveren ducatons, carolusgul- dens, maar ook een gouden dukaat. Onder de Nederlandsche Provinciale munten komen fraaie „pfedforfs" of stukken van dubbele zwaarte voor, die niet in omloop waren, maar aan de Munt besteld werden om te dienen als geschenk bij bijzondere gelegenheden. Zoo bijv. een zeer fraaie Rijksdaalder van Zeeland van 1747 een idem van 1748 en een Dukaton van Holland van 1672. Deze zijn uitnemend geconser veerd en als fonkelnieuw. Een complete collectie gouden tien tjes vanaf Willem i tot en met Konin gin Wilhelmina (óók met loshangend haar) trekt vanzelf het oog tot zich. Verder bestaat de muntenrubriek uit die van de voornaamste staten in en buiten Europa, waaronder de collectie Duitsche munten het belangrijkst is (ik wijs voorloopig op vele min of meer zeldzame oude thalers). Behalve munten zijn er ook talrijke historiepenningen en noodmunten de laatste behooren trouwens wetenschap pelijk tot de historiepenningen. Deze illustr#eren onze geschiedenis vanaf 1573 tot den nieuwsten tijd. Chronolo gisch zijn er dus munten uit alle tijden, vanaf den vóór-Christelijken, den pri- mitief-Chrisfelijken tijd, de Middel eeuwen, den Nieuwen en ook den aller- nieuwsten tijd. Met recht een overzicht in woord en beeld, speciaal van de vaderlandsche geschiedenis. Wie ge looft dat dit aanschouwelijk geschiede- nisonderricht een dorre nomenclatuur is, een koude vermetaiing van het leven en streven van ons voorgeslacht, geef ik in overweging eens met mij een enkel stukje te bekijken. Wat dunkt u van dat kleine zilver stukje van Lodewijk den Vrome, den zoon van den grooten Karei, gevonden aan het strand te Domburg? Het om schrift van dezen denier is XPR1STIANA REL1GIO (d.i. Christelijke godsdienst) dit is het randschrift van een tempel, ge steund door 4 zuilen. Kruis boven hef dak en een in het midden tusschen de zuilen. Deze laatste zijn met kapiteelen en voetstukken versierd. Twee treden ziet men onder den tempel. Is er niet iets roerends in de naïeve devotie dezer vroege Middeleeuwers, de uitbreiders van het Christendom, die de keizerlijke munt aan de keerzijde staat HLVOD1VVIC IMP (d.i. Lodewijk, keizer) dienstbaar maakten aan aanschouwelijk onderwijs in den Christelijken godsdienst De munt is in zekeren zin de nabootsing der Romeinsche, maar het kolossale onderscheid tusschen het Romeinsche en het Frankische imperium werd sym bolisch en wel zeer plastisch duidelijk gemaakt. Met de munt kreeg men het Christendom, of, zoo rnen liever wil, het Christendom bracht de munt maar dan gekerstend met zich mee. Weik een romantiek, dit muntje elf eeuwen oud, een der weinige resten van die barre tijden o.a. hier op Walcheren, die ge tuigen waren van de invallen der Noor mannen, welke een einde maakten aan een reeds eeuwenoude Romeinsch- Frankische cultuur. Wilt gij nog een staaltje, bekijk dan met mij een verguld-zilveren noodmunt der stad Leiden van het jaar 1574. Toen werd Leiden belegerd door de Span jaarden onder Valdez, ieder schoolkind weet het, maar niet allen zullen weten, dat de burgerij haar zilver en goud bracht ten stadhuize, opdat er nood munten van geslagen konden worden, waar o.a. op gestempeld staat „God behoede Leyden", een ander opschrift luidt „Pugno pro Patria" (d.i. ik strijd voor het vaderland). Zie. zelfs de groot ste scepticus van den modernen tijd zal toch moeten erkennen, dat er van dit stuk metaal een zeker iets uitgaat, een flüidum het spreekt meer tot ons dan een monument, het is zelf een reliquie van bloed en tranen, van heldenstrijd voor de vrijheid, die wij nu nog ge nieten. En wel waarlijk willens en wetens hebben zij die vrijheid ook voor óns doorstreden, juist voor ons Een gedenkpenning, geslagen in 1580. toen aan Prins Willem de hooge Over heid werd opgedragen, een feit van groote draagwijdte, draagt tot rand schrift SI NON NOBIS, SALTEM POSTER1S (d.i. Indien niet voor ons, dan toch voor onze nakomelingen). Op de voorzijde ziet men een tuinman, die verschillende takken van een grooten boom (het groote Spaansche rijk) ent op een kleinen Oranjeboom symbool van het opdragen der hooge overheid aan den Prins tot handhaving der vrijheid, die door een hoed op een speer wordt ge symboliseerd. (Op de keerzijde staat het wapenschild van Zeeland, daar de penning te Middelburg geslagen is, wat men zien kan aan het burehtje.) Is dit niet treffend roerend Indien niet voor ons. dan toch voor onze na komelingen Werpt één geschiedwerk Als Uw Kind Hoest geeft het dan onverwijld de genezende Rflijnharrït's Thijmsiroop Hoeststillend, süjmoplossend, verzachtend. Bij Apothekers en Drogisten. Flacon 75 ct. Naam Mijnhardt op verpakking. Let hier op. in zoo'n beknopt bestek zoo'n helder flitsend licht op de opofferingsgezind heid van ons voorgeslacht niet louter ten behoeve van zich zelf Laat ik den verstokten materialist hier nog bij vertellen, dat deze en der gelijke stukken uiterst zeldzaam en uiterst... kostbaar zijn er zijn immers een groot aantal noodmunten bij de verzameling-van Wo'elderen; niet alleen van Leiden (1574) maar ook van Zie- rikzee (1575 en 157.6), Breda (1577 en 1625), Amsterdam (1578), Maastricht (1579), Middelburg (1573), Groningen (1672). Het zijn alle goed geconser veerde, meest zware zilveren stukken. In den loop van de komende maan den hoop ik in eenige artikelen nog nader de groote belangrijkheid, het historisch-gewichtige van deze schen king uiteen te zetten. Ik behoef zeker den ontwikkelden lezer niet duidelijk te maken, van hoe groote importantie het is, als particuliere collectie's, die alleen voor intimi toegankelijk zijn, voor een ieder bereikbaar worden. De gemeente Vlissingen mag zich met deze schenking gelukkig prijzen. Het is weder een argument te meer, hoe dergelijke instituten als musea hun testaanswenschelijkheid, hun bestaans recht ook in kleinere gemeenten als het ware zelf propageeren. ik geloof dan ook dat ik zeker namens al de Vlis- singers spreek, wier voorvaderen zelf zooveel geschiedenis gemaakt hebben, als ik hier een woord van hartelijken dank uitspreek voor den man, die zoo ruimhartig zijn van zijn jeugd af ver zamelde schat aan de gemeenschap afstaat. H. G. VAN GROL. Conservator. P.S. Den eventueel-belangstellenden bezoeker wijs ik erop, dat geordend en geëtiquetteerd zijn de Noord- en Zuid- Nederlanösche collectie munten de historiepenningen en noodmunten, te zamen eenige.honderdtallen. De buiten- landsehe en ook de Romeinsche munten zijn nog in bew.eriTmg. (Uit het Gemeenteverslag.) De werkelijke bevolking bestond op 31 December 1924 uit 10801 vrouwen en 10999 vrouwen, totaal 21800 personen. Zij ver meerderde door geboorten met 182 man nen en 201 vrouwen en door vestiging resp. met 881 en 713 of in totaal 1063 m. en 914 vr. verminderde door sterfte met 84 m. en 101 vr. en wegens vertrek met 1059 m. en 932 vr. of totaal 1143 m. en 1033 vr. De bevolking verminderde dus met 80 m. en 119 vr. of in totaal met 199 personen en bestond op 31 December 1925 uit 10721 m. en 10S80 vr. of totaal 21601 personen. Levend geboren werden 182 m. en 203 vr., levenloos aangegevenen 11 m. en 10 vr. Geboren werden in deze gemeente, als behoorende tot haar werkelijke bevolking 380 kinderen, waarvan 180 van het manne lijk en 200 van het vrouwelijk geslacht. Bovendien werden elders geboren 2 kin deren van het mannelijk geslacht, behoo rende tot de werkelijke bevolking dezer gemeente terwijl alhier 2 kinderen van het mannelijk geslacht en 3 kinderen van het vrouwelijk geslacht werden geboren, behoorende tot de bevolking eener andere gemeente. Het aantal geborenen, zonder de leven loos aangegevenen, bedroeg alzoo 17 meer aan in 1924. Onder de geborenen zijn begrepen 3 van het mannelijk en 4 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 7 die buiten huwelijk zijn geboren. Tweelinggeboorte kwam in het afgeloo- pen jaar 4 maal voor, teweten 7 van het mannelijk en 1 van het vrouwelijk geslacht. Als levenloos geboren werden aangege ven 21 kinderen, 11 van het mannelijk en 10 van het vrouwelijk geslacht. De sterfte in de gemeente (onverschillig waar de overledenen woonplaats hadden) zonder de levenloos aangegevenen, bedroeg 97 m., 113 vr., te zamen 210, alzoo 4 meer dan in 1924. Verdeeld naar den burgerlijken staat zijn in deze gemeente overleden, behoorende tot haar werkelijke bevolking Ongehuw- den 21 m., 27 vr., totaal 48 gehuwden 46 m., 35 vr., totaal 81 weduwnaars en weduwen 12 m., 38 vr., totaal 50 tezamen 79 m., 100 vr., totaal 179. Elders overleden, behoorende tot de werkelijke bevolking dezer gemeente On- gehuwden 2 m. gehuwden 2 m., 1 vr., totaal 3 weduwen 1 tezamen 5m, 1 vr., totaal 6. In deze gemeente overleden, behoorende tot de bevolking eener andere gemeente Ongehuwden 7 m., 3 vr., totaal 10 ge huwden 8 m., 8 vr., totaal 16 weduwen 2 onbekend 3 m. tezamen 18 m., 13 vr., totaal 31. Het getal voltrokken huwelijken bedroeg 190, verdeeld naar den burgerlijken staat als volgtJongemannen en jongedochters 163 jongemannen en weduwen 5 jonge mannen en gescheiden vrouwen 2 weduw naars en jongedochters 8 weduwnaars en Weduwen 4 weduwnaars en gescheiden vrouwen 2 gescheiden mannen en jonge dochters 6 totaal 190, alzoo 20 minder dan in 1924. Bij die huwelijken hadden 9 erkenningen plaats, terwijl 12 akten van erkenning wer den opgemaakt. Er werden 7 vonnissen van echtscheiding ingeschreven. Op 31 December 1924 bestond de bevol king uit 21.800 personen. Hierbij zij nog opgemerkt, dat de terug loop van het bevolkingscijfer met 199 per sonen zijn oorzaak vindt in de overplaat sing van Belgische loodsen. Een gedeelte was reeds in 1924 vertrok ken, terwijl de overigen in den loop van 1925 deze gemeente hebben verlaten. Dit vertrek betrof 61 gezinnen, omvat tende 265 personen, zoodat daaraan de vermindering te wijten is, aangezien anders een toename van 66 personen zou zijn ver kregen. Er werden 190 huwelijken voltrokken, waarvan 2 naar de le klasse, 0 naar de 2e klasse, 26 naar de 3e klasse, 86 naar de 4e klasse en 76 naar de 5e klasse (kosteloos). In het afgeloopen jaar werden door tus- schenkomst van den burgemeester geen nationaliteitsbewijzen aangevraagd aan den «heer Commissaris der Koningin in de pro vincie Zeeland. Gedurende de jaren 1923, 1924 en 1925 werden onderscheidenlijk 1741, 1108 en 818 bewijzen van Nederlanderschap afgegeven. De opbrengst van de Leges van den Bur gerlijken Stand bedroeg over 1923 een be drag van ƒ2449.57, over 1924 ƒ2442.87 en over 1925 1956.84. De opbrengst van de Leges ter Secretarie en ten kantore van den directeur van ge- mentewerken bedroeg over 1923 2001.12, over 1924 1373.47 en over 1925 1181.09 De. lijst 1925/1926, bedoeld in art. 7 der gewijzigde Kieswet, werd den 23en Maart 1925 door ons vastgesteld. Het daarop voorkomend aantal kiezers bedroeg voor a. Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 10.751 b. Le den van de Provinciale Staten 10.454 c. Leden van den gemeenteraad 10.168. Verdeeld over de drie kieskringen be droeg het aantal kiezers voor den gemeen teraad In kieskring I stemdistrict l 681, stemdistrict 2 882, stemdistrict 3 696, stem district 4 759, totaal 3018 in kieskring II stemdistrict 5 924, stemdistrict 6 929, stem district 7 1080, stemdistrict 8 789, totaal 3722 in kieskring III stemdistrict 9 978, stemdistrict 10 785, stemdistrict 11 875, stemdistrict 12 790, totaal 3428. Tezamen 10168 kiezers. Ten vorigen jare bedroeg het aantal kie zers voor de Tweede Kamer 10724, voor de Provinciale Staten 10408 en voor den gemeenteraad 10264. Op den len Juli 1925 had de stemming plaats voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en wel over 22 candidatenlijsten. Bij deze stemming werden in deze gemeente 9727 stemmen uitgebracht, waaronder 530 van onwaarde. In het afgeloopen jaar hadden geen periodieke verkiezingen plaats voor de leden van de Provinciale Staten en van den gemeenteraad. Ter voorziening in de tusschentijdsche vacatures in den gemeenteraad werd door den voorzitter van het centraal stembureau benoemd verklaard tot lid Van den raad bij besluit van 23 November 1925 de heer G. J. Fros, wegens overlijden van den heer P. Landsman. Op 31 December 1925 was de raad sa mengesteld als volgtMejuffrouw J. H. Gasille, en de heeren E. Andriessen, L. F. Barentsen, H. M. W. L. van Bennekom, J. A. Berger, A. C. van Hal, M. J. Harts, L. j. Hillinga, J. Hoogkamer, W. L. Huson, M. Laernoes, P. G. Laernoes, G. J. Fros, G. F. Lindeijer, L. P. van Oorschot, J. Post, W. de Ridder, H. C. V. Sorel en H. C. Wesse- ling. In 1908 bedroeg het aantal ingekomen stukken bij den burgemeester 367 in 1913 1272 in 1918; 1687; in 1923; 1121 in 1924; 1169; in 1925 955. Het aantal uitgaande brieven van den burgemeester bedroeg in 1908 268 in 1913 943 in 1918 701 in 1923 671 in 1924 823 in 1925 728. In 1908 bedroeg het aantal ingekomen stukken bij Burg. en Weth. 2288 in 1913 2250 in 1918 3452 in 1923 3800 in 1924 3291 in 1925 3153. Het aantal uitgaande brieven van Burg. en Weth. bedroeg in 1908; 1305 in 1913; 1464 in 1918 1850 in 1923 2600 in 1924 2491 in 1925 2396. De aan Gedep. Staten ter vaststelling toegezonden rekening over 1924 bedraagt in "uitgaaf 1.434.421.23, in ontvangst 1.588.427.27 en sluit mitsdien met een voordeelig saldo van 154.006.04. Het geheele bedrag der geraamde ont vangsten en uitgaven, naar de begroeting voor het jaar 1926 bedraagt voor den ge wonen dienst 1.366.354.68. De som voor onvoorziene uitgaven bedraagt 86.246.55. Het bedrag der geraamde ontvangsten en uitgaven voor den kapitaaldienst bedraagt 52.315. Over 1925 bedroeg de uitkeering van het Rijk ingevolge art. 1 tot en met 9bis der wet van 24 Mei 1897 (Stbl. no. 156) ƒ70.741 en ingevolge art. 10 dier wet ƒ600. De heffing van de plaatselijke directe be lasting naar het inkomen is progressief en geschiedt sedert 1 .Mei 1921 door de rijksadministratie. Het vermenigvuldigingscijfer bedroeg voor het belastingjaar 1921/22 2.20 1922/23 1.70 1923/24 1.34 1924/25 1.34; 1925/26: 1.34. De opbrengst der straatbelasting (per centage 3 bedroeg over 1923 ƒ28.812.10, over 1924 ƒ29.173.20 en over 1925 ƒ29.511.60. De opbrengst der belasting op tooneel- vertooningen en andere vermakelijkheden bedroeg over 1923 ƒ21350.52, over 1924 ƒ20806.05 en over 1925 ƒ20288.87. De opbrengst van de hondenbelasting bedroeg over 1923 ƒ4228. over 1924 ƒ4248.75 en over 1925 ƒ4178. De opbrengst der zakelijke belasting op Slechts een merk kan aan de spits staan het bedrijf bedroeg over 1923 ƒ39.340, over 1924 ƒ37.272 en over 1925 ƒ37.404. De opbrengst van de opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de ge bouwde eigendommen (80) bedroeg over 1924 en 1925 respectievelijk 38.292.86 en 38.826.55, en die op de ongebouwde eigendommen (20) over 1924 en 1925 on derscheidenlijk 524.32 en 523.51 De opcenten op de hoofdsom der perso- neele belasting (50/130) brachten over 1924 op 44.139.50 en over 1925 48.297.63. De opcenten op de hoofdsom der divi dend- en tantièmebelasting (30) brachten over 1924 op ƒ11.482.35 en over 1925 12.457.77 idem 18 opcenten over 1924 ƒ6.694.20 en over 1925 ƒ7.474.66 100 op centen op de hoofdsom der vermogensbe lasting brachten over 1924 ƒ11.058.56 op en over 1925 10.803.33. Het Nederlandsch-Belgisch verdrag. Wij lezen in de „Residentiebode" Nog steeds komen van alle kanten de bezwaren tegen het verdrag los en niemand weet, wat er in onze Staten-Generaal van worden zal. Al geeft het te denken, dat sommige bladen al aan 't bijdraaien zijn. Naar in parlementaire kringen verluidt, zijn de hoofden daar al geteld. Ongeacht wat er nog ten berde gebracht zal worden, moet men al weten, hoe de eindstemming zal zijn. Er zou in de Tweede Kamer een kleine meerderheid voor het verdrag zijn. Vooreerst moeten alle sociaal-democraten vóór wezen. „Moeten", in dubbelen zin. Moeten, volgens geruchte, en moeten, vol gens afspraak met de S.D.A.P. in België. Hoewel verschillende elementen dier partij, met name die met Rotterdam connecties houden, grondige bezwaren hebben, met name tegen „het" kanaal, zou toch de ka daver-discipline daar het parool „vóór" doen zegevieren. Verder, zoo wil men, zou ruim de helft der katholieke Tweede Ka merleden vóór stemmen men sprak van een klein twintigtal. En ook onder de anti- rev. en christ.-hist. elementen moeten eeni ge voorstemmers zijn, zóó dat men juist een paar stemmen boven de helft zou we zen. In hoévérre dit allemaal juist is, zul len we moeten afwachten. Met name lijkt ons nogal dubieus de houding der anti-rev. en christ.-hist. partijen, waar immers juist in den laatsten tijd daar nogal van opposi tie bleek. Intusschen, zoo hoorden we meteen, is de oppositie in de Eerste Kamer grooter. Vooral ook bij de S.D.A.P.. Onze zegsman meende dan ook, dat het verdrag daar een harden dobber zou hebben. „Hoe 't zij, duidelijk is allengs wel ge worden, dat, al wordt het staatsstuk aange nomen, het toch een gedwongen fraaiig heid blijft. De groote meerderheid heeft eenige bezwaren gehouden en een meerder heid der Staten-Generaal kan slechts ge vonden worden, als aan allerlei bijoverwe gingen groote waarde wordt gehecht. De nieuwe landvoogd en de pers. Jhr. de Graaff, de nieuwe landvoogd heeft ten paleize aan het Koningsplein te Bata via, een veertig Euroneesche, Chineesche en inheemsche journalisten van alle richtin gen ontvangen. Z. E. zeide, dat hij grooten prijs stelde op persoonlijke kennismaking met de leiders van de publieke opinie, wier verantwoordelijke taak van het grootste be lang is voor de economische en staatkun dige ontwikkeling van Indië. Hij noemde de persmenschen niet alleen medewerkers, maar vrienden, die hem ook zijn feilen toonden. Jhr. de Graaff kondigde aan, dat, op voorbeeld van Amerika, iedere maand een receptie zal worden gehouden voor de pers, waarop iedereen concrete vragen mag stellen, waarop vaak concreet geant woord zal worden, wanneer de aangeroerde kwesties geen punt van overleg zijn met het opperbestuur of den Volksraad. De landvoogd hoopte, dat hierdoor de zaak bonafide, doch onjuiste berichten en be schouwingen voorkomen zo-uden worden. Onbewaakte overwegen en de spoorweg directie. Naar aanleiding van het ongeluk aan den onbewaakten overweg te Kethel, waarbij zooals gemeld is, een persoon werd ge dood en één ernstig gewond, is aan de directie der Nederlandsche Spoorwegen de vraag gesteld of zij het thans niet noodig oordeelde tot bewaking van dezen zeer gevaarlijken overweg over te gaan. Op deze vraag werd een zeer ontken nend antwoord gegeven. De directie stelt ?ich nl. op het stand punt dat aan de onbewaakte overwegen, dus ook aan dien te Kethel, geen ongeluk ken behoeven te gebeuren indien het pu bliek zich van te voren ervan vergewist, dat de baan aan beide zijden veilig is. V0LKSGEZ0NDHEIDS- EN VEILIGHEIDSHOEKJE Overkokende melk kan de gasvlam dooven, waardoor een gasontploffing kan ontstaan. Blijft daarom als ge melk kookt, in de nabijheid. Verwarm nooit was met terpentijn op een vlam of vuur. Wasch niet met benzine in de nabijheid van een* vlam of van een vuur en zorg voor krachtige 1 u c h tve r verse h i ng. GEZONDHEIDSRAAD.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1