;out s
valk"
ENS
WOENSDAG 6 OCTOBER
"ei
'gemeentebestuur
binnenland
feuilleton
64e Jaargang
zoo gezocht?
Stoomvaart
EEN NAAM MET EEN SMET.
^-NO.235!
1926
VL1SSINGSCHE COURANT
TER
>te eer hare
itengewoon
an te bieden.
sing der Ufa.
tl (denk aan
)AROW.
lervleugelen.
ieksmerk.
SCHOEHHANDEl I
„EFOOM 199
ledeelig) met
oor f 36.45
met schuine
f51.25
takt van solied
A Java-kapok.
Jap aangeboden ecu I
(nieuwe
0D1N"-KACHEL,
met 5 M. r"3'
leren buis, 3 i
Ét en mantel.
[Bureau „Vliss. Couran^
In-Middelb.-Rot.
Ichengelegen plaats'»'
ER VAN PASSAOI®S'
DEREN EN VEE.
v.Midd-
v.m.uur
8
vjHM
8
Dctober
11
i 12 -
Lrmfttiën te be2omeB
raH.V. TrW»K*,'
(1. Enen O. V03,
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
rheren f 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 1—4 regels f 1.10 voor iedere
regel meer 26 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
vooruitbetaling van 1—5 regels f 0.75, elke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van I6 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
Gelet op art. 12 der Drankwet, doen te
weten dat bij hen is ingekomen een aan
Ged. Staten van Zeeland gericht verzoek
schrift in afschrift van EGBERT FREDE-
R1K DE CROO, om vergunning tot den ver
koop van sterken drank in het klein uit
sluitend aan logeergasten in de eetzaal van
het perceel no. 7, gelegen aan het Beurs
plein
dat van af heden gedurende veertien da
gen schriftelijke bezwaren tegen het ver-
leenen der gevraagde vergunning kunnen
worden ingebracht bij Burgemeester en
Wethouders voornoemd.
Vlissingen, 6 October 1926.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlas
singen
Gelet op art. 8 der Hinderwet,
brengen ter openbare kennis, dat bij hun
besluit van 4 October 1926 aan de Firma
Wed. V. CRACAU Zn. alhier op de
daarbij gestelde voorwaarden vergun
ning is verleend tot het uitbreiden van de
inrichting voor het bergen, van lompen,
metalen, touwwerk en vellen van hazen en
konijnen met een inrichting voor het ber
gen van beenderen, in het perceel, kadas
traal bekend gemeente Vlissingen Sectie E
No. 1994, plaatselijk gemerkt Paarden
markt No. 10.
Vlissingen, 6 October 1926.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Het verdrag NederlandBelgië.
In de Maandag te 's-Gravenhage gehou
den vergadering van het comité tot wijzi
ging van het verdrag NederlandBelgië is
besloten, een uitvoerig adres te richten aan
de Tweede Kamer, waarin zal worden ver
zocht, het verdrag, zooals het daar ligt,
niet aan te nemen.
Verder bestaat het plan, eenige dagen
vóór de behandeling van het verdrag in de
Tweede Kamer een groote vergadering te
houden, waarin eenige sprekers huri stem
tegen het verdrag zullen verheffen. Ge
hoopt wordt, dat ook vele Kamerleden deze
vergadering zullen bijwonen.
Arbeidsvoorwaarden bij de Zuiderzee
werken.
De Landelijke federatie van bouwvakar
beiders, in Nederland heeft zich in een adres
?an den minister van waterstaat verzocht
te bevorderen, dat zoodanige wijzigingen
in de bestaande algemeene voorwaarden
worden aangebracht, en in de bestekken,
Naar het Engelsch,
van
L. CAMPBELL DAVIDSON.
(Nadruk verboden.)
■gB.
10)
„Kwam hij hier op „the Merlins"
Launcelot knikte, zonder haar aan te
zien. Hij was hier heen gekropen om te
sterven, bij degenen die hem liefhadden...
HlJ had letsel bekomen, toen hij op de
scherpe rotsen viel uit zijn venster, en met
groote moeite was hij aan boord gegaan
van een boot, die naar Sicilië vertrok."
HOOFDSTUK XIII.
„Toen hij te Syracuse aan wal stapte en
verder landwaarts trok, was hij ziek van
P'in en ellende. Hij vond een schuilplaats
Doerenmenschen zoo half en half
truikroovers want het eiland heeft zulke
'genaardige bewoners en die deden dit
aarschijnlijk in de hoop op een grooten
spnjs. Hij moet echter langen tijd ziek
Jnjgeweest, en toen hij hier' op dien nacht
mtwam, was hij te uitgeput, om veel te
kunnen vertellen.
n»? in *let geheel niet hoe ijverig er
i? r J16111 gezocht werd. En had hij het al
jjweten, dan zou hij nog tot heel weinig
hn« jziin §eweest. Een smachtend ver-
kiitPn e* hom hier heen om mij alles te
von?? vei:t#h en mij te verzoeken, het
tot v 'n orc*e te mahen. Toen hij het
stp i'Cr kac* Slacht, was bijna zijn laat-
r'eW.Ür^esla2en- We hebben hem binnen
ItT ouwe. Rachel en ik, in een vleu-
en w 'tyhs> waar niemand ooit komt
a»,. dus veilig zou zijn. Mijn eerste
1 c "te was, dat hij het gerecht was ont-
eu dat het dus deh dood voor hem
waaronder de verdere Zuiderzee-werken
zullen worden uitgevoerd, zoodanige be
palingen op te nemen, dat daardoor het
ontstaan van misstanden wordt voorkomen
en, waar deze zich alsnog mochten voor
doen, met kracht kunnen worden bestreden.
Het spoorwegongeluk bij De Vink.
Naar ,,de Tel." verneemt, heeft de door
de directie der Nederiandsche Spoorwegen
ingestelde deskundige commissie tot onder
zoek naar de oorzaken van het spoorweg
ongeluk bij De Vink gisteren haar rapport
vastgesteld.
De commissie is, hoewel zij verschillen
de mogelijkheden onder de oogen heeft
gezien, tot geen definitieve conclusiie geko
men ten aanzien van de oorzaak van het
ongeluk.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN VOOR DE ZEEUWSCHE
EILANDEN.
In de Vrijdag a.s. te houden vergadering
van bovengenoemde Kamer komt o.a. aan
de orde de begrooting voor 1927. De minis
ter van arbeid, handel en nijverheid heeft
er op aangedrongen deze begrooting uiter
lijk 31 October ter goedkeuring te zenden
en bij de samenstelling, zooveel mogelijk
aan een bijgevoegd schema te houden.
Verder om er naar te streven de in 1927
aan kosten van eerste inschrijving in het
Handelsregister te innen gelden voor uit
breiding van het stamkapitaal te kunnen
bestemmen.
Uit het ontwerp-begrooting blijkt, dat de
jaarlijksche bijdragen konden worden ge
raamd op 11450, tegen 10450 voor 1926
toegestaan en 10548.64 ontvangen in
1925. Deze hoogere raming staat in ver
band met meerdere inschrijvingen als ge
volg van de controle, die gehouden is. Het
eindcijfer is 14.800 in ontvang en uitgaaf
met een post van onvoorzien van 1097.20.
De commissie voor de financiën vereenigt
zich met de ontwerp-begrooting, behoudens
dat een der leden van oordeel is, dat de post
kantoorbehoeften 100 lager zou kunnen
zijn, in verband met de post van 100
voor onderhoud en aanschaffing van inven
taris, welke vroeger onder eerstgemelde
post vielen. De post onvoorzien zou dan
met 100 kunnen worden verhoogd.
Door den heer J. M. van, Vessem, bouw
ondernemer te Burgh is een verzoek ge
richt tot de Kamer om voor hem van het
rijk een subsidie van 3000 aan te vragen,
ter tegemoetkoming in de kosten van op
richting van een hotel-pension in- de duinen
bij Westen-Schouwen, daar z.i. er groo.
gebrek is aan pensionruimte, gezien het
feit dat telken jare velen moeten worden te
leurgesteld of zich moeteni behelpen in al
lerlei kleine huisjes.
Het bureau der Kamer is van meening,
dat het niet op den weg der Kamer ligt, in
deze de gevraagde medewerking te verlee
nen, en stelt daarom voor, het adres voor
kennisgeving aan te nemen en hiervan aan
belanghebbende mededeelimg te doen.
Actieve handelspolitiek.
Van de vereeniging voor Actieve Han
delspolitiek werd een circulaire ontvangen
met verzoek deel te nemen in het stich
tingsfonds. Het bureau wijst er op, dat in
een bij het adres gevoegde nadere beschou
wing, een betoog wordt gehouden voor het
treffen, ook door Nederland, van retorsie-
maatregelen. Nu wil het bureau zeker niet
ontkennen, dat in sommige gevallen derge
lijke maatregelen van nut zouden kunnen
zijn maar dan moeten deze ook krachtig zijn
en diep ingrijpen in de exportmogelijkheid
van het land, waartegen den maatregel in
het leven is geroepen. Men mag evenwel
niet uit het oog verliezen, dat, in dat ge
val, een retorsiemaatregel ook weer door
nieuwe, voor ons land schadelijke maatre
gelen zoude kunnen worden gevolgd. Het
kan zeker als vaststaand worden aange
nomen, dat de economische strijd tusschen
de naties steeds in omvang toeneemt, leder
land, dat aan dien strijd gaat deelnemen,
verzwaart echter den omvang daarvan. Ook
ons land mag zich, voordat het op dien weg
zou beduiden als hij gevat werd. Nu was
de dood ook wel zéér nabij, maar geen
oneervollen. Enkel ik en de trouwe huis
houdster en de dokter wisten, wie er in het
huis verborgen was. De dokter was een
oud vriend, die op mijn herhaald aandrin
gen uit Londen overkwam en deed, al wat
zijn kunde vermocht. Langer dan twee
dagen kon die arme Jack echter niet meer
leven hij stierf in mijn armen en zijn
laatste oogenblikken waren vreedzaam en
gelukkig."
In dit geval wist Jöcelyn geen woorden
van deelneming te spreken. Nadat er dus
weer een oogenblik stilzwijgen tusschen
hen had geheerscht, vroeg zij
„En uw moeder... Weet zij het nog
steeds niet
„Neen. Ik moet nog altijd brieven van
hem vérzinnen en haar vertellen, dat hij
niet dikwijls schrijft. U heeft echter zelve
gezien, hoe zwak zij is. Ze zou de waarheid
niet meer kunnen hebben. Ze kan nog maar
heel kort leven. U herinnert zich nog dien
avond, dat ik u in Caerleon ontmoette Ik
zou wel eens willen weten of u het toen
heel lomp van mij vondt, dat ik u niet on
middellijk een schuilplaats bood Maar ik
draalde even... ik draalde, want mijn broer
was juist op dien dag gestorven en lag nu
in huis, dood... We begroeven hein in den
nacht, toen heel het huishouden sliep de
dokter en ik en een oude man, die al ze
ventig jaar in onze familie gediend had en
even trouw was als Rachel. We dolven het
graf in regen en storm, en droegen hem
daarheen, waar niemand hem vinden zou.
Doordat wij zijn graf geheim hielden, be
spaarden we hem een open||Se beschuldi
ging en veroordeeling. De naam dien mijp
moeder draagt zal niet onteerd worden
„Uw arme moeder,! Als zij het eens
wist. Geen wonder dat"u mij waarschuwde
haar vooral niet te spreken of voor te lezen
over militaire zaken
treedt, hiervan zeker wel goed rekenschao
geven. Al ontkent het bureau niet, dat in
sommige gevallen retorsiemaatregelen nut
zouden kunnen afwerpen, wil het 't bu
reau toch voorkomen, dat men zoodoende
op een hellend vlak komt en, al bedoelt
men dit wellicht niet, vanzelf wordt ge
dreven in eèn protectionistische richting,
waarvan men> op den duur niet zal kunn 2n
terugkeeren. Nu heeft ook de Kamer reeds
meerdere malen uitgesproken, dat zij van
oordeel is, dat die richting niet de juiste
is en integendeel zich doen kennen als een
voorstandster van vrijhandel. Alies bijeen
genomen stelt het bureau voor geen steun
te verleenen aan de vereeniging voor Ac
tieve Handelspolitiek en haar schrijven voor
kennisgeving aan te nemen.
De commissie voor de Handelsbelangen
is niet eenstemmig over het voorstel. Een
van de leden kan zich geheel en al met
het voorstel vereenigen.
Een der andere leden deelt ook het ge
voelen van het bureau, dat geen steun moet
worden verleend. Hij is voorstander van
den vrijhandel, doch meent, dat deze niet
steeds door te voeren is. Er is toch geen
land of het heeft op het een of ander ge
bied beschermende rechten en zou derhalve
als protectionistisch moeten worden be
schouwd. Een derde lid acht zich niet vol
doende terzake kundig, om een oordeel uit
te spreken. Voor een klein land als Neder
land, dat zoozeer op uitvoer is aangewezen,
acht hij echter in deze voorzichtigheid ge
boden. Met het gevoelen van het bureau,
dat retorsiemaatregelen van nut kunnen
zijn, kan een der- overige leden zich zeer
wel vereenigen, doch z.i. mag niet worden
geconcludeerd, dat een protectonistische
richting daarvan het gevolg zal zijn. Over
de vraag of aan de bedoelde vereeniging
door de Kamer steun moet worden verleend
wil dit lid zich vooralsnog niet uitspreken,
doch hij behoudt zich het recht voor in
de Kamer zich voor steun te verklaren. Ten
slotte verklaarde ook een der leden zich als
voorstander der vereeniging. Hij zoude door
de Kamer steun willen doen verleenen tot
een maximum-bedrag van 500.
De commissie voor de Nijverheidsbelan
gen kan zich in hare grootst mogelijke
meerderheid met het voorstel vereenigen
Een der leden mu zich ten deze met de
andere Kamers van Koophandel in verbin
ding willen stellen, om gezamenlijk de ver
eeniging voor Actieve Handelspolitiek te
bestrijden. Een der leden kan zich niet met
het voorstel vereenigen. Zooals in het voor
stel wordt gememoreerd, deed de Kamer
zich reeds meerdere malen als voorstand
ster van het vrijhandelsysteem kennen,
doch dit lid heeft dit nimmer juist gevon
den. Het zoude iets anders zijn, wannetr
de wel invoerrecht heffende staten zoo
vriendelijk waren om tegen Nederland te
zeggen „Gij heft geen invoerrechten, nu
kunt ge ook vrij bij ons invoeren. Doch
zoo is het niet. Het tegendeel is waar de
invoerrechten in de andere landen worden
steeds hooger. Dit lid wil een recent voor
beeld aanhalen. De landbouwers uif Broek
op Langendijk en omstreken, zijn door de
hooge invoerrechten in Duitschland op
kool gedwongen, den verbouw van dit ar
tikel te staken, aangezien de export naar
dat land niet meer Joonend is. De verbouw
van dit artikel was toch sedert onheugelijk
jaren een bron van inkomsten van groote
beteekenis voor dit deel van Noord-Hol
land z.i. is 'het, met dergelijke voorbeelden
voor oogen, kortzichtig, toch maar steeds
voorstander te blijven van vrijhandel. Onze
handelspolitiek moet zich aansluiten bij den
toestand zooals hij is en niet bij dien, zoo
als wij hem zouden wenschen. Dit lid acht
het derhalve juist, het streven der vereeni
ging te steunen en zou het op prijs stellen,
dat het bureau alsnog zijn standpunt her
zag, door nader voor te stellen, aan die
vereeniging steun te verleenen. Het bureau
erkent toch zelve, dat de economische
strijd tusschen de naties toeneemt en in
sommige gevallen retorsiemaatregelen nui
zouden kunnen afwerpen, terwijl toch
geenszins vast staat, dat een invoerrecht
dezerzijds door nieuwe hoogere invoerrech
ten in andere landen zal worden gevolgd.
Integendeel, het zou ook kunnen zijn, en dit
„Ze zal nooit iets weten van die droe
vige zaak. Zooals ik reeds zei, ze kan niet
lang meer leven. Maar nu zult u beter be
grijpen, waarom Rachel niet wilde dat u
hier wandelde en waarom hier ook nooit
iemand anders komt. Nu begrijpt u ook,
waarom ze er zoo op tegen had u dien
nacht juist logies te verleenen. Het was
geen barbaarschheid, maar ze vreesde voor
ontdekking, de goede, trouwe ziel... V'
„Ik heb er dien steen op gezet", ging hij
kalm voort, toen hij zag, dat Jocelyn toch
niet in staat was, iets te zeggen. „Ik kon
het denkbeeld niet verdragen, dat hij zou
liggen in een graf zonder naam, eer ik in
de gelegenheid was geweest, dien naam in
eere te herstellen."
„Zijn naam in eere te herstellen... had
Jocelyn hardop herhaald, éér ze dat zelve
haast nog wist.
„Ja, zeker. De arme Jack stierf te gauw.
om mij daarbij te kunnen helpen maar
toch moet het gedaan worden. Hij was on
schuldig. Even vóór hij heenging keek hij
mij recht in het gelaat en zei „Ik heb niets
slechts gedaan, Launce Nu, dat wist ik
ook wel hij was immers geen bedrieger
en geen sluipmoordenaar."
„Hoe jammer toch ook, dat hij ontvlucht
is in plaats van alles maar te doorstaan."
„Ja,-maar dat heeft hij mij verklaard. Hij
had bericht gekregen dat hij vluchten
moest, want dat hij anders door den
krijgsraad zou veroordeeld worden dat hij
zich eerst verbergen moest, maar dat zijn
vrienden hem wel helpen zouden. Hij was
nog een jongen, moet u denken en een
heethoofd dus volgde hij dien raad, waar
een oudere en iemand van meer bezadig
de opvatting er niet aan gedacht zou heb
ben... Hij wist niet eens van den dood van
den kolonel, heeft hij mij gezworen, tot hij
in Engeland kwam waar hij het las in een
oud stuk krant, ergens op een stationnetje
waar hij wachten moest. Nog stervende,
komt inderdaad voor, dat de invoerrechten
alsdan worden verminderd.
De weeldebelasting.
In verband met het ontwerp-weeldever-
teringsbelasting, dat 28 Mei werd inge
diend, herinnert het bureau er aan, dat het
ook in 1925 reeds niet sympathiek stond
tegenover het denkbeeld van een weelde-
heffimg, o.a. omdat het bezwaarlijk zal zijn,
juiste grenzen te trekken tusschen wat wel
en wat niet weelde is. ;AJ is groote weelde
voor de welvaart niet bevorderlijk te ach
ten, matige weelde zal de welvaart aller
minst in den weg staan. Weeldebelasting is
dan ook een gevaarlijke belastingheffing.
Het nieuwe ontwerp heeft zeker veel min
der bezwaren dan het oorspronkelijke. Da
heffing aan de bron zal zeker veel eenvou
diger zijn dan, zooals oorspronkelijk werd
gedacht, bij den winkelier. Inzake den tabel
van de te belasten goederen, wijst het bu
reau er op, dat o.a. worden genoemd
brandkasten, kluisdeuren, safeloketten. Het
wil het bureau voorkomen, dat men deze
artikelen in zeer vele, zoo niet de meeste
gevallen, allerminst uit weelde aanschaft,
doch om waardevolle goederen, die m_n
als zakenman, ambtenaar of particulier on
der zich heeft, volledig te kunnen bewaren.
De opname van deze artikelen in de tabel
acht het bureau dan ook principieel onjuist.
Verder worden genoemd parasols. Zijn nu
ook era-tout-cas hieronder begrepen en val
len ook parapluies voor heeren, van lichte
kleur, geschikt als zonnescherm, .hieronder
Piano's zullen belast worden, maar waarom
dan ook niet orgels De vraag is ook ge
rezen, of bij sommige andere artikelen het
begrip weelde niet wat te ver is doorge
trokken O.a. wijst het bureau op haarden,
zakportefeuilles, graniet- en houtnerfiino-
leum. Ook worden klachten geuit over de
regeling betreffende schoenen, aardewerk,
meubelen, tafel- en beddegoed.
Waar nu tegen bijna alle in het wetsont
werp opgenomen rubrieken, ook naar de
meening van het bureau, zeer geldige be
zwaren worden kenbaar gemaakt, wil het
het bureau voorkomen, dat het niet wel
doenlijk zal zijn, het ontwerp zoodanig te
amendeeren, dat aan de bezwaren ook maar
eenïgszins voldoende worde tegemoetgeko
men en het bureau blijft ook na de wijzi
ging van meening dat de totstandkoming
van deze regeling niet gewenscht is.
Wat betreft de heffing van vertering in
hotels enz., meent het bureau dat ten dezen
opzichte de grenzen, waarop de belasting
plicht aanvangt, zeker heel wat milder ge
trokken zijn dan in het eerste ontwerp,
doch ook thans zijn deze in vele opzichten
nog te lang, vooral voor de grootere plaat
sen. Logies zonder ontbijt van iets meer
dan ƒ2.50 of met ontbijt van ƒ3.50 of een
maaltijd van meer dan 1.50 is toch geen
weelde. Deze belasting moet zeer schade
lijk werken op het vreemdelingenbezoek,
toch allerminst een vijand van welvaart.
Bij de tegenwoordige prijzen heeft men in
ons land. reeds een zwaren concurrentie
strijd te voeren- tegen de landen met lage
valuta. Ook in de toenemende opbrengst
der belastingen meent het bureau een reden
te kunnen vinden, om deze belastingen niet
in te voeren. De kosten der perceptie dezer
belastingen zullen zeker niet onbelangrijk
zijn en het is de vraag of, wanneer de op
brengst van andere belastingen als de in
komstenbelasting vermindert, doordat het
vreemdelingenbezoek daalt na invoer dezer
belastingen, binnen afzienbaren tijd de to
taal-opbrengst der belastingen niet eerder
zal dalen dan toenemen. Het bureau stelt
ten slotte voor aan de Tweede Kamer een
adres te richten, waarin verzocht wordt aan
de wetsontwerpen tot_ aanvulling der Ze
gelwet 1917 en tot heffing een er weeldever-
teringsbelasting, hare goedkeuring te ont
houden, aangezien beide ontwerpen, ook in
hun tegenwoordigen vorm, te veel schade
zullen berokkenen aan het Nederiandsche
bedrijfsleven in het algemeen.
De commissie voor de Wettelijke bepa
lingen vereenigt zich met het voorstel. Een
der leden meent, dat weelde is een uiting
van welvaart. Is* er welvaart, dan zullen
de geschiedenis leert het kunsten
bloeien. Welvaart, derhalve weelde, is
bekrachtigde hij zijn getuigenis dat hij on
schuldig was. Eigenlijk had ik die niet noo-
dig. Ik geloofde hem immers zóó wel. Wij
Vyvians zijn geen bedriegers, zelfs niet om
onzen goeden naam te redden."
„Maar waarom maakt u zijn onschuld
dan niet bekend riep zij hartstochtelijk.
„U zult den naam van uw broer toch be
vrijden van den smet, die er op rust
Zijn oogen namen nu een veel zachter
uitdrukking aan, en terwijl hij haar recht
in het gelaat keek, zei hij
„Te eeniger tijd zal ik dit doen dit is
mijn heilig voornemen."
Zij twijfelde er nu ook geen oogenblik
aan, of dit zou zoo geschieden. Alleen be
greep zij niet het uitstel.
„Te eeniger tijd?" herhaalde ze, nauw
hoorbaar. „Waarom niet nu
„Omdat... zoo lang mijn moeder leeft,
ik niets ondernemen moet, wat zou kunnen
verraden het feit... dat ik allereerst voor
haar verborgen wil houden. Terwijl zij nog
in leven is en mijn plicht mij aan haar zijde-
roept, kan ik mijn aandacht niet volkomen
bepalen op het verzamelen van bewijzen
van zijn onschuld. U ziet immers zelve, hoe
zeer ik hier noodig ben Maar dit „te
eeniger tijd" zal wel komen. Ik zal onzen
naam bevrijden van den smet."
„Ja, en wat zal u dit waard zijn
Zij las de vastberadenheid van zijn be
sluit uit zijn op elkaar geklemde lippen en
den trek om zijn mond. Hij keek op haar
neer, met een teederheid, die zij meer
voelde dan zag.
„Wat mij dit waard zal wezen, vermoedt
u zeker niet eens Je naam is je dierbaar
der dan de meeste andere dingen die de
wereld zoo hoog stelt. Tot die naam be
vrijd is van iedere smet zal ik geen rust,
geen geluk kennen. Ik ken niet eens de
gewone vreugden des levens. Ik zou bij
voorbeeld onmogelijk de vrouw, die ik lief
had, durven vragen een naam te deelen,
werkverschaffend. Zou men als weelde
willen belasten, dan mag deze heffing toch
nimmer meer zijn dan een matige cijns,
zoodanig, dat geen nadeel ontsta voor de
Nederiandsche gemeenschap. Weelde, die
zich uit in zuiver verbruik (verteer) is ech
ter in uiterst geringe mate van waarde voor
de gemeenschap, aangezien geen goederen
van blijvende waarde tot stand komen. Dit
in het algemeen als bezwaar tegen een
weeldeverteringsbelasting en ten voordeele
van een wijziging der zegelwet, als door
de regeering is aanhangig gemaakt. Een be
zwaar tegen het heffen der weeldebelasting
aan de bron ziet dit lid hierin, dat voor
zoover de objecten aan mode onderhevige
artikelen betreffen, de belasting door den
staat wordt ingevorderd, onafhankelijk van
't feit, of de goederen door den consument
zullen worden ingeslagen, dan wel later
verre beneden de waarde van de hand zul
len moeten worden gedaan. Het is mogelijk
dat het goed nog niet opbrengt, wat aan
belasting betaald is, terwijl anderzijds van
de belasting ook winst zal worden ge
maakt. Dit lid staat zeer pessimistisch te
genover de te verwachten opbrengst dezer
belastingen en wijst op de mogelijkheid
verschillende artikelen over de grens te
gaan koopen en zelfs bij de scherpste con
trole nog niet te voorkomen is, dat dit ge
schiedt zonder rechten te betalen.
Ten opzichte van de belasting voor het
verteer in hotels enz. vraagt dit lid of het
weelde is als een handelsreiziger een hotel
boven de limiet neemt, omdat hij geen
plaats vindt in een hotel met een lager ta
rief. Allereerst is noodig belastingverlaging
en niet belastingverplaatsing. Als de regee
ring het budget niet aanmerkelijk kan in
krimpen, dan liever de bestaande belastin
gen gehandhaafd, dan den tijd verknoeid
met allerlei geknutsel om in schijn de be
lastingen te verminderen. O.a. meent dit lid
dat op oorlog en marine heel wat kan wor
den bezuinigd door afschaffing van allerlei
veel geld vereischende gewoonte-uitgaven,
die met de waarde van de strijdmiddelen
als zoodanig niet te maken hebben.
waar een smet op rustte. Dat zou mij on
mogelijk zijn."
Wat was er in die eenvoudige woorden
dat haar zoo zeer ontroerde Wat be
doelde hij daarmee? Ze wist het niet.
Het benam haar alle macht tot spreken,
alle vermogen zelfs om, rustig na te gaan
en te overleggen, toen ze later in een
zaamheid dit gezegde telkens herhaal
de... Vandaar ook dat ze er niet tegen in
gebracht had, hoe een vrouw die hem lief
had, zulk een smet in de oogen der wereld
niet achten zou. Zijn besluit zou immers
toch door niets aan het wankelen worden
gebracht...
Maar nu was zij dan ook op het punt
gekomen, dat ze zich haar liefde bekende.
Waarschijnlijk was de eerste vonk van dit
goddelijk vuur al bij haar ontbrand, toen
ze hem op dien avond had ontmoet en hij
haar in zijn bescherming had genomen. O,
het vrouwelijk hart is zoo gevoelig voor
teederheid, haar door den man betoond.
Toen hij haar op „the Merlins" een onder
komen gegeven had, en hij goed en vrien
delijk voor haar was geweest, toen was bij
haar een gevoelen ontwaakt, dat nog geen
man in haar wakker riep. Nu ook kwam ze
tot het besef, hoe het deze geheimzinnige
invloed was, die haar gedreven had tot het
beantwoorden van de advertentie. Ze had
de gedachte niet kunnen verdragen, dat ze
elkaar nooit zouden weerzien. Het was de
hoop hem weer te zien, hem te leeren ken
nen, die haar naar „the Merlins" had ge
bracht als gezelschapsdame van mrs. Vy-
vian. En haar liefde voor hem was nog
eens zoo sterk geworden nu zij van hem
gehoord had, hoe hij de liefde voor een
vrouw niet zou laten vóórgaan op de liefde
voor de eer van zijn naam.
(Wordt vervolgd.)