iTER
mm
itemkin
VRIJDAG lO SEPTEMBER
1926
iDGE
Advertenties
Van RIJN, Boulevard I
iche Maatschappij «s
Stoomvaatt t
GEMEENTEBESTUUR
NO. 313
1 S4@ Jaargang
MWERKEN.
nummer
mi
VLISS1NGSCHE COURANT
xtra in de
filmartist
lam.
vol van is.
iilms
-Theater.
Iuitbetaling, Tan 1-5 regelt
te regel meer 15 cenl
tOPJONGEN
dresSlagerij Noord-1
I'aankomend
MEISJE
de morgenuren,
tl „Vliss. Courant.
ERS TE HUUR-"
fevaartschooleerlinge». I
een
5T MEISJE
tgenuren, niet L.
\dresOprit 19, (benj
DAGMEISJE
dresMevr. DE KOS-1
yard Bankert 10-
met 1 October een»
SNSTMEISJE
voor den dag.
|eau „Vliss. Courarï;
pndere omstandighe*'
evr. OP DEN ZIEKE,
en MEISJE
dagen.
JtE KOOP:
|entiets met kast, b
f 25.— Meisje*
les A. KLIP, WaJsM;
-Middelb.-Rott^11
ïengelegen plas®11,
k VANPASSAGIER&
deren en vee.
Iv.Midd
Iv.m.uur
8
8
lember
13
14
16
17
natiën te bekome"ml
S-en^rvm^l
OPENBAAR VERVOLGONDERWIJS.
Aangifte van leerlingen op Vrijdag 10,
Zaterdag 11, Dinsdag 14 en Woensdag 15
September a.s.
Voor jongens bij den heer F. C. WIJS-
VELD, Coosje Buskenstraat 59, 's avonds
van 68 uur.
Voor meisjes bij mej. M. C. SGHUUR-
KAA1P, St. Jacobstraat 21, 's avonds van
7-^8 uur.
Trouwboekje meenemen.
Vlissingen, 9 September 1926.
Burg. en Weth. van Vlissingen,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Het bezoek van het Engelsche eskader.
Het ligt in het voornemen der Nederland-
sche regeering om ter gelegenheid van her
bezoek van het tweede Engelsche kruiser
eskader aan ons land, onder bevel van
schout-bij-nacht Kelly, op 15 dezer te Sche-
veningen een noenmaal te geven, waaraan,
behalve de schouf-bij-nacht en de voor
naamste officieren van het eskader, de En
gelsche gezant en verschillende Nederland-
sche autoriteiten izullen worden uitgenoo-
digd.
Oud-minister Colijn te Boedapest
Oud-minister Colijn, die zich thans te
Boedapest bevindt, heeft een persgesprek
toegestaan aan een verslaggever van de
- „Pesti Hirlap". De heer Colijn herinnerde
er aan, dat hij naar Boedapest gekomen
was in verband met de feestelijke inwijding
van een school, die gebouwd is van gel
den, overgebleven van de Hollandsche
Kinderactie. Óp verzoek van mijn Hongaar-
sche vrienden, zeide de heer Colijn, zal ik
bij die gelegenheid over het huidig mone
taire stelsel, alsook over de politieke ver
houdingen van hef Calvinisme spreken.
Het cadeaustelsel.
In den loop van dit jaar heeft zich een
commissie gevormd uit de drie Nederland-
sche Middenstandsbonden, met het doel,
een onderzoek in te stellen naar en pro
paganda te maken tegen de misbruiken in
den handel met cadeax.
Alvorens nu definitief naar buiten op te
treden, stelt deze commissie zich voor, een
vergadering te houden in het Hotel de
l'Erope te Utrecht op Woensdag 15 Sep
tember te half twee, welke vergadering
voor alle particuliere belanghebbenden van
Kamers van Koophandel, fabrieken- en
werkgeversorganisaties, van middenstands-
vereenigingen, werklieden- en vrouwenor
ganisaties toegankelijk zal zijn.
vi'l
9
Een ernstig spoorwegongeluk
bij Leiden.
Gisteren onder het afdrukken van ons
blad kregen wij van het Haagsche Corres
pondentie-bureau en van het persbureau
Vaz Dias telegrammen over een ernstig
spoorwegongeluk dat des middags onge
veer 3 uur tusschen Voorschoten en Leiden
had'plaats gehad. In een klein gedeelte van
onze oplaag kon dit bericht nog worden
opgenomen. Wij hebben het verder door
aanplakking aan ons bureau bekend ge
maakt.
In den loop van den avond kregen wij
nog enkele telegrammen, waaruit bleek dat
deze ramp aan drie menschen het leven
heeft gekost en een 10-tal menschen meer
of minder ernstig werden gewond.
Omtrent deze ernstige ramp worden de
volgende bijzonderheden medegedeeld
Trein 218, die om 2.48 uit Den Haag was
vertrokken was omtreeks 3 uur het station
Voorschoten gepasseerd. Even vóór blok
huis 59 sprong plotseling de zware loco
motief met tender uit de rails, liep nog
een tiental meters door in het zand en viel
naar links om, de rails tegelijk verwoes
tend. De koperen kap van den stoomketel
en de schoorsteen van de locomotief wer
den door den schok losgescheurd en vlo
gen een tiental meters in het zand. Achter
den tender bevond zich een postwagen, die
door de locomotief in zijn val werd meege
sleurd en eveneens naar links werd omge
worpen.
De postwagen werd gevolgd door een
goederenwagen en een personenrijtuig
eerste en tweede klasse.
I 'Blijkbaar hebben tusschen deze twee
1 voertuigen de-krachten van den schok en
I die van de voortgaande beweging van den
hein elkander ontmoet. Althans de verbin-
cing tusschen deze beide wagens was ver
broken en het achterste gedeelte van den
bagagewagen en het voorste deel van het
personenrijtuig werden naar rechts uit de
rails geperst en kwamen dwars over den
weg en in de sloot te liggen, welke langs
de spoorbaan loopt.
In het voorste compartiment van het
personenrijtuig bevonden zich de heer en
mevrouw Lobo. Zij zaten 'blijkbaar hun
rollen in te studeeren, want later werd het
omgeslagen schrijfboek met een tooneelrol
<mn den kant van den weg gevonden. Zij
kwamen van een repetitie te Den Haag.
hf-j schok waardoor mevrouw Lobo
oeide beenen werden afgekneld. is de voor
wand van het rijtuior waarin zij zaten ge-
i wi au>oscheurd en een eind verder in het
weiland geslingerd.
Zooals gezegd is het personenrijtuig met
1 torf.Vi°0rs*e naar beneden in een sloot
v. 'h gekomen, zoodat de heer en me-
r„ uv( Lobo, die reeds ernstig gewond wa-
nia lnhet water vielen. Toen hulp ter
matse «wam en de heer Lobo uit het wa-
7iin §ehaald, was hij reeds overleden,
hlin, genoote leefde nog enkele oogen-
dinrT?' rnaar spoedig na haar bevrij-
hpt n ge,est> tengevolge van storing van
centraal zenuwstelsel.
uit hI Personeel op de locomotief was er i
en aard der zaak ook slecht aan toe.
Op de machine bevonden zich links de op
zichter-machinist van Rhoon, naast hem
stond de leerling-machinist van Ettikoven
en rechts de machinist van den trein. Daar
de machine naar links omviel, kreeg de
opzichter-machinist vuur en kolen over
zich heen, waardoor zijn kleeren in brand
geraakten. Grootendeels verkoold werd
zijn lijk onder de kolen vandaan gehaald.
De leerling-machinist, die naast hem stond
bekwam ernstige brandwonden aan gelaat
en linkerarm, terwijl bovendien door den
schok zijn rechterbeen gekneusd werd. De
rechtsstaaiide machinist kwam er het beste
af. Met enkele kleinere verwondingen kon
hij zich door de kap boven de stookplaats
uit de omgevallen machine werken. Hij had
de tegenwoordigheid van geest terstond het
vuur te dooven en den stoomafvoer te re
gelen, zoodat geen brand ontstond.
De namen der drie omgekomen slacht
offers zijn de werkmeester-instructeur van
het locomotief-personeel de heer L. van
Rhoon, 41 jaar, woonachtig te Amsterdam.
De man stond op de locomotief en werd
deerlijk verbrand uit de machine te voor
schijn gehaald.
Voorts de heer Lobo, tooneelspeler uit
Amsterdam en diens echtgenoote mevronw
Greta LoboBraakensiek, actrice te Am
sterdam, Van mevrouw Lobo werden door
het inzakken van den bodem van den wa
gen beide voeten afgekneld.
De lijken van de slachtoffers van deze
ramp zijn naar het Acad. Ziekenhuis te
Leiden overgebracht.
Gewond zijn naar het Academisch Zie
kenhuis te Leiden overgebrachtde heer
L. Eichstring uit Berlijn, de vierjarige
Christina Barthën uit Leiden, mevr. van
RaalteOmmering uit Vlaardingen, de
heer J. Hagemans uit Zoeterwoude, de heer
J. J. Metz uit Rotterdam, de heer A. de
Vries uit Amsterdam, de heer K. van
Ettikoven, stoker op de locomotief uit
Amersfoort, die zeer ernstige brandwon
den over het heele lichaam heeft bekomen,
mej. van Schaik, advertentie-verzorgster te
Leiden, de weduwe SchweigerHarms uit
Amsterdam, de heer Rübenkamp uit Oegst-
geest en mej. G. Swagers, huisvrouw van
H. M. Pont uit Leiden.
Gisterenavond omstreeks tien uur deelde
men vanwege het Acad. Ziekenhuis mede,
dat de toestand der gewonden onveranderd
was.
Gisterenavond aan het station D.P. te
Rotterdam heeft een correspondent van het
„Hbld." een kort onderhoud gehad met
een reiziger uit den Parifschen trein, welke
om 2.23 het Centraal station te Amsterdam
verlaat.
Het verwonderde ons, reizigers, zoo
zei onze zegsman, zeer, dat de trein in
Leiden, in afwijking met anders aan he*
station stopte. Niet lang stond hij op het
perron of er verschenen heeren met ver-
bandtrommels in de wagens en weldra
bleek ons, dat er onder Voorschoten een
trein gederailleerd was. Een zeshonderd
meter voorbij de Vink stopte onze trein en
we moesten allen uitstappen. Toen bleek,
dat de sneltrein uit Rotterdam, welke om
3.03 in Leiden had moeten binnenkomen,
uit de rails geloopen was. De machine lag
geheel op zij, terwijl de eerste wagen, een
lege postwagen, rechts in de sloot terecht
was gekomen. De direct daarop volgende
bagagewagen was over de andere spoor
baan heen links in de sloot terechtgekomen
en het volgende personenrijtuig was mid
den in de ontspoorde wagens geloopen.
Het schijnt dat de stoker en de machinist
van den trein waren afgespongen, maar de
hoofdopzichter, die op de machine meereed
hing uit het raampje. Het was vreeselijk
om te zien, hoe die man verminkt was door
het heete water dat uit de machine ge
spoten is.
Juist toen ik) zoo werd ons verteld
uit de door elkaar gesmeten wagens kwam,
werden de heer en mevrouw LoboBra-
kensiek door de ambulance weggedragen.
Het was overigens verwonderlijk, hoe snel
men met reddingsmateriaal ter plaatse
was de auto's van de geneeskundige hulp
diensten reden dwars door de velden op
het terrein van de ramp toe, zoodat bin
nen een half uur medici aanwezig waren.
Korten tijd konden we slechts bij de
plaats des onheils blijven, want inmiddels
stond een trein naar den Haag op het baan
vak voorbij het déraillement te wachten om
ons naar onze plaatsen van bestemming té
brengen. Het was overigens een ravage
van belang. De machine schijnt een tijd
naast de rails geloopen te hebben. In ieder
geval is over een vrij lang gedeelte van
den weg de baan open gewroet, terwijl de
rails over de machine heen zijn geschoven,
Tot voor korten tijd hebben de treinen
cp dit baanvak in verband met werkzaam
heden langs den weg langzaam gereden en
eerst dezer dagen zijn de waarschuwings
borden ter plaatse weggenomen.
Volgens verhalen van ooggetuigen moet
Van Rhoon het-ergst van allen eraan toe
zijn geweest. Op het moment van het on
geluk moet de locomotief ergens rails te
pakken hebben gekregen. Althans vlak
voor de locomotief staken de rails hoog op.
De wagen moet zoodanig zijn omgeslagen,
dat Van Rhoon een heele lading vuur uit
den oven over zich heen kreeg. Toch moet
de machinist, Mulder, hem weggetrokken
hebben en zich verder ook koelbloedig van
izijn plicht gekweten hebben. Hij moet zijn
machine voor zoover mogelijk hebben afge
steld, om verdere onheilen met de loco
motief te voorkomen.
Een van de reizigers derde klasse was de
heer H. de Clerck, uitgever van de „Hol
landsche gids te Parijs", uit 's-Gravenhage,
die bij zijn koffers was gebleven, welke
ten deele vernield uit den goederenwagen
tee voorschijn waren gekomen. Hij vertelde
dat hij met vier medereizigers in zijn coupé
zat in een der middelste wagens. Hij reed
achteruit en zat een tukje te doen in den
hoek van de coupé, toen hij opeens gevoel
de, dat de remmen ontzaglijk sterk werk
ten de wagens begonnen te dansen en te
schokken en stonden nlotseling met een
zwaren ruk stil. De koffer van zijn over
buurman viel op zijn hoojd. Een heer en
een dame tegenover hem vielen op hem e"
het was een schrik van geweld.
Maar niemand voelde zich gedeerd. En
toen de heer De Clerck naar oimen keek,
zag hij de twee wagens, den goederenwa
gen en den personenwagen met openge
reten voorstukken dwars over de baan in
de sloot staan.
Een zwak geschreeuw en gekerm klonk
slechts hier en daar. De passagiers, die
ongedeerd waren gebleven, kwamen allen
te voorschijn. Die het kalmst waren gingen
direct naar den zwaarst getroffen perso
nenwagen. De menschen, die daar in de
eerste coupé gezeten hadden, waren in de
sloot gestapt. Verschillende zwaar gewon
den zag de heer De Clerck aan den over
kant van de sloot op het land trekken.
De eerste hulp werd, volgens hem, uit
sluitend verleend door passagiers van den
trein zelf en den inmiddels toegeschoten
blokwachter van het huisje dicht bij.
De machinist van den verongelukten
trein, moet zich ook volgens den heer De
Clerck zeer koelbloedig gedragen hebben.
De controleur van den trein, de heer Pabst,
vertelde ook, dat verscheiden passagiers
dadelijk heel rustig hulp verleenden.
Hier en daar was een gewonde op eigen
gelegenheid te voorschijn gekropen. Zoo
zat een dame met een gewond been aan
den kant van de spoorbaan stillekens te
schreien.
Ongeveer 19 minuten na de ramp kwam
de middagtrein uit Amsterdam naar Parijs,
bij de plaats van het onheil. De trein kon
niet meer passeeren bij „De Vink". Met
dezen trein moet het grootste deel van de
passagiers van den verongelukten trein,
dat tot reizen in staat was, weer meege
gaan zijn naar de hoofdstad.
Men meldt uit Leiden aan „de Maas
bode"
Wij hebben een ter zake volkomen des
kundige gesproken, die den toestand ter
plaatse terdege kent.
Aan de juistheid der ons gedane verkla
ringen valt in het minst niet te twijfelen.
Volgens deze verklaringen moet het aan
de spoorwegdirectie, althans aan hen, tot
wien de mededeelingen omtrent den toe
stand van den weg door het spoorwegper
soneel moeten worden gericht, bekend zijn
geweest, dat daar aan den weg iets haper
de. Men kon er onder de rails doorkijken
en ook vertoonden de rails daar enkele
bobbels. Als de locomotief er overheen
reed, kon men deze zien stooten en het
staat positief vast, dat verschillende machi
nisten van hun bevindingen te bevoegder
plaatse hebben kennis gegeven, echter zon
der gevolg.
Het kan dus niet hieraan liggen, dat pas
aan dezen spoorweg is gewerkt. Ook bij
het overhalen van de wissels (het ongeluk
geschiedde ongeveer 75 meter voor het
posthuis 59) kon men het gepiep van den
wissel op verren afstand hooren, wat een
bewijs is, dat het ook daarmede niet in
orde was.
De machinist heeft-aan verschillende per
sonen verklaard, dat hij op een gegeven
oogenblik de rails vóór de locomotief om
zag krullen. Oogenblikkelijk heeft hij toen
met alle kracht geremd, en zijn stoom af
gesloten. Daaraan is het zeker te danken,
dat de ramp nog niet grootere afmetingen
heeft aangenomen.
Een der eersten, die op de plaats des
onheils kwam, was een geneesheer uit
Voorschoten, dr. Van der Stoel, die onmid
dellijk geneeskundige hulp kon bieden. Hij
riep over de snelle komst der ambulances
van het Leidsche ziekenhuis, die nog voor
hem ter plaatse waren en direct met het
vervoeren der gewonden konden beginnen.
Dr. Van der Stoel zag zoowel den heer als
mevrouw Lobo. De heer Lobo was in ee.n
sloot terecht gekomen en had een been
fractuur. Hij is waarschijnlijk ten gevolge
van inwendige verbloeding overleden, hoe
wel ook gezegd wordt, dat hij verdronk,
wat evenwel niet bevestigd werd. Bij me
vrouw LoboBraakensiek, die buiten ken
nis was, en waarvan beide beenen zoo goed
als afgeklemd waren, trachtte men nog de
levensgeesten op te wekken, doch het
baatte niet.
Het lijk van Van Rhoon was geheel ver
koold. Bij de meeste gewonden werden
arm- en beenfracturen geconstateerd, ver
schillende hadden inwendige verbloedingen
gekregen.
Dr. Van der Stoel liet een bootje komen
en daarmede per brancard nog gewonden
vervoeren naar het Academisch ziekenhuis
te Leiden.
Omwonenden verklaren tegen drie uur
een harden knal te hebben gehoord. Buiten
gekomen zagen zij den trein geheel on
derstboven liggen, terwijl de machine hevig
rookte. Allen waren vol lof over de snelle
komst der Leidsche ambulances, die telefo
nisch vanuit Voorschoten gewaarschuwd,
een kwartier naderhand reeds ter plaatse
waren.
Het was overigens tragisch té zien, dat
men zich niet ontzag deze ramp als een
vermakelijkheid te exploiteeren. Een boer,
wiens weiland vlak bij het terrein van de
ramp gelegen is, liet allen, die over zijn erf
liepen, geld betalen en alle auto's driedub
bel tarief.
Nu het spoorwegverkeer geheel stil lag
tusschen Leiden en Den Haag, werden de
electrische trams tusschen beide plaatsen
bestormd en kon men in Den Haag zelfs
queue zien maken.
Een ooggetuige verhaalde nog aan „de
Maasbode"
Wij stonden met verschillende anderen
te wachten aan den overweg dicht bij de
Vink, toen wij plotseling een geweldigen
slag hoorden, terwijl terstond daarop jam
merkreten de lucht vervulden. Terstond be
grepen wij, dat er een ernstig ongeval met
den trein uit den Haag moest hebben
plaats gehad en snelden naar de plaats van
de ramp op eenige honderden meters af
stand van den overweg.
Daar zagen wij den trein. De locomotief
lag met het postrijtuig geheel omver op de
rails, terwijl de goederenwagen en het eer
ste personenrijtuig schuin met de koppen
in elkaar geschoven tot over de sloot langs
den enkele meters hoogen spoordijk lagen.
Tal van menschen liepen reeds langs den
trein naar de verongelukte wagons, waaruit
voortdurend jammerende kreten om hulp
opstegen, terwijl ook van alle kanten uit
den omtrek menschen kwamen toesnellen.
Doordat de sloot tusschen het land en
den spoordijk was, konden wij niet bij den
trein komen, dan door den bagagewagen,
waarvan een gedeelte was afgerukt.
Met een Pater, die terstond ter plaatse
was, wrongen wij ons tusschen de rijwielen
en overige bagage, welke hopeloos door
elkander geslingerd waren, door, en kwa
men zoo op de plaats van de ramp.
Daar was men reeds bezig met het dooven
van de vuren in de locomotief door middel
van zand, om zoodoende brand te voorko
men. De stoker en het lijk van den werk
meester werden juist met brandwonden
overdekt uit de machine te voorschijn ge
haald.
Bij het personenrijtuig was men ook
reeds druk doende om de reizigers uit hun
benarde positie te verlossen. Daar de por
tieren meestal verwrongen waren, moest
de redding geschieden door de raampjes.
Daardoor moest men de vreeselijk ver
minkte lijken en de gewonden naar buiten
halen. In allerijl werden ook de kussen uit
de ccwpé's gehaald om hen daarop langs
de spoorbaan voorloopig neer te leggen.
Eenige dokters uit den omtrek, die ook na
enkele minuten reeds ter plaatse waren,
verleenden hier de eerste hulp, terwijl ook
de bovengenoemde pater waar noodig gees
telijken bijstand verleende.
Een auto van „de Faam", welke juist in
de nabijheid was, werd beschikbaar gesteld
voor het vervoeren der slachtoffers naar
Leiden, evenals een auto van den Genees
kundigen dienst, terwijl in den omtrek
vrachtauto's werden gerequireerd om bij dit
vervoer behulpzaam te zijn.
Onmiddellijk werd ook een groot aantal
dekens aangebracht voor de gewonden.
Het meeste scheen er echter gebrek te zijn
aan spalken, daarom werd althans herhaal
delijk door de doktoren geroepen. En tel
kens weer werd met de eenige brancard,
welke aanwezig was, een nieuwe gewonde
aangebracht en op de kussens neergelegd
om te wachten tot ook hij kon worden ver
zorgd en vervoerd naar het ziekenhuis.
Ontdaan door het zien van al die ellende
spoedden wij ons dan naar den Deyl, om in
de garage aldaar te vragen onmiddellijk
met vrachtauto's hulp te gaan verleenen.
Een verslaggever van de „N. R. Ct." meldt
nog de volgende bijzonderheden
Op den slootkant naast het AB-rijtuig
vond kapitein de Jongh uit Leiden ten boek,
dat bij nadere beschouwing Greta Lobo's
rol bleek te zijn. En op de plaats waar
Lobo gezeten moet hqfrben, lag tragi
sche ironie van het noodlot een exem
plaar van het amusementsblad „De Lach",
waarmee hij zich blijkbaar den tijd gekort
had. Over Lobo's einde wist men ons wei
nig bijzonderheden te vertellen. Naar het
schijnt heeft een onbekend gebleven passa
gier, die in het eveneens gekneusde derde
klasse rijtuig en nog wel vooraan zat,
zich onmiddellijk na de ramp bijzonder ver
dienstelijk gemaakt door zijn pogingen
om hem aan land te brengen. De sloot is
echter zeer modderig. Lobo was naar men
ons verzekerde evenals zijn vrouw zwaar
gewond en toen men hem eenmaal aan
rand had was het reeds te laat. Mevrouw
Lobo is terzijde van het rijtuig op den
slootkant gevallen.
Toen men haar uit het water had ge
haald bemerkte men aan het vele bloed,
dat zij verloor en de plekken geronnen
bloed op haar kleeding, dat ook zij deerlijk
gekwetst was. Toch had zij het bewustzijn
nog niet «eheel verloren. Dr. Birkhof uit
Voorschoten, die reeds aanwezig was toen
men haar aan wal bratfjit, deelde ons mede,
dat zij om water en chloroform gevraagd
had. Onmiddellijk nadat hij haar een in
spuiting had gegeven was ze echter reeds
overleden. In een van de drie voorste com
partimenten schijnt ook een dr. Riimke ge
zeten te hebben. Deze is te water geraakt
na een zeer hard-aankomenden schok in de
zitdeelen gekregen te hebben. Ooggetui
gen hadden hem nadat hij gered was, de
sloot was nog zoo diep, dat hij er tot de
keel instond op den kant gezien. Wij
zagen hem later te Voorschoten terug en
het was wel een zeer ontroerend oogenblik
toen hij daar zijn met de Roode Kruis co
lonne meegekomen broer, eveneens medi
cus, ontmoette en deze hem als behouden,
hoewel ontzettend geschokt, kon begroeten.
In het AB-rijtuig zaten, evenals trouwens
in den heelen trein vele passagiers. Tot
dezen behoorden voor het grootste gedeelte
gedeelte de bovengenoemde gewonden.
Mevrouw Zillesen, de echtgenoote van den
griffier der Eerste -Kamer, die met haar
dochter in den trein was, viel door den
schok, die op de ontsporing volgde op
den vloer van haar coupé, doch kwam er
met den schrik af. Met groote moeite kon
den de reizigers van het zwaarst gehaven
de rijtuig op den grond komen.
ln het achterste gedeelte van dit rijtuig,
dan wel in het voorste gedeelte van l^t
volgende 3de klasse zat een alleen-
reizend 4-jarig kind, een meisje. Dit is bij
het ineenschuiven van den trein door den
vloer van den wagen gevallen. Men hoorde
het om hulp gillen en schreien. Toen mer.
het kon naderen, bleek het met den rechter
arm onder een door de catastrofe opge-
woelden dwarsligger bekneld te zitten, zoo
dat het uitgezaagd moest worden. De kleine
was er met dat al met een vrij onbeteeke-
nende vleeschwonde afgekomen.
In het ineengedrukte gedeelte van den
derde klasse wagen moet ook nog een heer
gezeten hebben, die er zonder eenig letsel
afgekomen is, hoewel alles rondom hem
ineenstortte. En deze heer zou het geweest
zijn, die vlak daarop manmoedig is te wa
ter gegaan om het echtpaar Lobo te
redden. Ook tal vqn andere reizigers, die
ongedeerd gebleven waren, boden dadelijk
zooveel mogelijk hulp. Het was een groot
geluk, dat er betrekkelijk zóó spoedig me
dische bijstand was. Vooral dr. Birkhof en
dr. Van der Stoel uit Voorschoten waren
zeer snel ter plaatse en konden de pijnen
van de zwaargekwetsten door hun bijstand
verlichten. Dr. Birkhof deelde ons mede, dat
hij zelf vier personen had verbonden, die
allen beenbreuken hadden, waarvan geen
enkele met complicaties.
Bijzonder verschrikkelijk schijnt Tiet
einde van den heer Van Rhoon, den opzich
ter-machinist, geweest te zijn. Hij is naar
men moet aannemen door den stoom en het
vuur uit den vuurhaard verbrand. Een
kweeker, die zijn kassen nabij de spoorlijn
heeft en dadelijk nadat de ramp was ge
beurd, hulp was gaan bieden, vertelde ons,
cat hij met zijn personeel den opzichter
als het ware onder de kolen van den ten
der uitgegraven had. De machinist, de heer
Muller, heeft de tegenwoordigheid van
geest gehad, onmiddellijk den stoom te la-
etn ontsnappen en het vuur te dooven,
waardoor wellicht ergere ongelukken zijn
voorkomen.
De conducteur, die met den trein mee
reisde, was het eerste oogenblik, naar oog
getuigen ons vertelden, het hoofd totaal
kwijt. Hij herstelde zich echter spoedig en
is toen op een draf naar Voorschoten ge
loopen om hulp te telefoneeren.
Met den heer en mevrouw Lobo-Braken-
siek zijn twee onzer beste artisten heen
gegaan.
De heer Lobo is leerling van de Tooneel-
school geweest en behoort in zekeren zin
tot de acteurs van den „ouden" tijd. Ge-
ruimen tijd is hij verbonden geweest aan
het gezelschap Heyermans. Bekend is o.hu
zijn optreden in „De verzonken Klok" van
Gerherd Hauptmann. Later maakte hij deel
uit van Rooyaard's gezelschap. In 1Ö06
werd hij geëngageerd 'door het Kon. Ver-
Tooneel. Op 1 Januari 1907 trad hij op den
voorgrond in de rol van de Arend in „Gijs-
brecht van Amstel". Verder is hij bij ver
schillende tooneelgezelschappen opgetre
den, o.a. bij „Cómoedia". De heer Lobo is
42 jaar oud geworden.
Mevrouw Greta Lobo-Brakensiek betrad
reeds op haar 4e jaar de planken, toen zij
nog geen 30 jaar oud was vierde zij haar
25-jarig tooneeljubileum. Voor het eerst
trad zij op in „Frou Frou", tezamen met
Sarah Bernhard. Daarna heeft zij nog vele
kinderrollen vervuld. In 1899 debuteerde zij
bij het Vereeniga Kon. Ned. Tooneel. Be
kend zijn van haar de roJlen Martine en
de Oude Dienstmeid, waarmede zij zeer
veel succes oogstte. Ook mevr. Lobo is bij
tal van gezelschappen werkzaam geweest,
bij sommigen tezamen met haar echtge
noot. Laatstelijk waren beiden geëngageerd
door het Nieuwe Rotterdamse h Tooneel,
directeur Frits Tarnaud. Mevr. Lobo die
den leeftijd van 45 jaar bereikte, is erin
geslaagd zich snel op té werken tot een
onzer populairste actrices.
.-ie
De „Tel." bevat een lijstje van de voor
naamste spoorwegongelukken, die in de
laatste 44 jaren in ons land gebeurden.
Vogelensang, 11 Aug. 1882. Twee
treinen liepen, tengevolge van het niet in
acht nemen der seinen, op elkaar. Dooden
2 gewonden 7.
Ruinerwold, 2 Jan. 1888. Een trein uit
Meppel en een trein uit Groningen liepen
op elkaar. Dooden 3 gewonden 7. De
materieele schade was belangrijk.
OverveenZandvoort, 10 Aug. 1890.
Door te sterk remmen ontspoorde een trein.
Dooden 1 verscheidene gewonden.
Breda, 10 Juli 1894. Door het door
glijden van een der treinen ontstond er een
botsing tusschen trein 560 en trein 586.
Dooden 2 hoofdconducteurs gewonden
2 beambten.
Vlissingen, 1 Juni 1899. De mailtrain
in het station geloopen door de weigering
van de remmen. Dooden 3 verschillende
gewonden.
Capelle, 15 Nov. 1899. Door een sa
menloop van omstandigheden liep trein 80
op een stilstaanden trein. Dooden 8 ge
wonden 12.
Twello, 22 Dec. 1900. Tengevolge van
onoplettendheid van een d.d. klerk liep trein
238 op trein 927. Dooden 2 gewonden
verscheidene.
Boxtel, 5 Sept. 1903. Door verkeerden
wisselstand ontstond er een botsing tus
schen de treinen 1207 en 1485. Dooden 1
conducteur gewonden eenige andere
conducteurs. De materieele schade was
aanzienlijk.
Purmerend, 5 September 1905 Door
onbekende oorzaak ontspoorde trein 769.
Dooden 1 gewonden verscheidene.
Simpel veld, 8 Dec. 1910. Tengevolge
van onvoldoende remmen ontspoorde trein
1322. Dooden 1. De materieele schade
was aanzienlijk.
Kijkuit (spoorweg MechelenTerneuzen)
3 April 1912. Trein 12 kwam in botsing
met eenige ledige wagens. Dooden 1 ge
wonden eenige reizigers.
Axel (spoorweg MechelenTerneuzen),
5 Sept. 1913. Ten gevolge van een ver
keerden wisselstand ontspoorde trein 107.
Dooden de stoker.
Roermond, 2 Jan. 1913. Ten gevolge
van onnauwkeurigheid van het personeel
botste trein 1515 op trein 1365. Dooden 2;
gewonden 5.
BeilenHooghalen, 25 Dec. 1913.
Vermoedelijk door het breken van een kop
peling ontspoorde een reizigerstrein. Doo
den 5 gewonden 2. De materieele scha
de was belangrijk.
Leiden, 17 Jan. 1914. Twee locomotieven
botsten op elkaar. Dooden: 1; gewonden: 2.
Hattemerbroek, 2 Jan. 1915. Door
verkeerden wisselstand ontspoorde trein
146. Dooden 1 gewonden 2.
Houten, 7 Juni 1917. Ten gevolge van
onoordeelkundige samenstelling» van den
trein ontspoorde de Koninklijke trein. Ge
wonden 26.
De Vork, 4 Aug. 1918. Twee goede
rentreinen loopen op elkaar. Dooden 3
gewonden 5.
Weesp, 13 Sept. 1918. Ten gevolge
van dijkverzakking stortte trein 102 van den
spoordijk. Dooden 40 gewonden een
50-tal.