iTER mm itemkin VRIJDAG lO SEPTEMBER 1926 iDGE Advertenties Van RIJN, Boulevard I iche Maatschappij «s Stoomvaatt t GEMEENTEBESTUUR NO. 313 1 S4@ Jaargang MWERKEN. nummer mi VLISS1NGSCHE COURANT xtra in de filmartist lam. vol van is. iilms -Theater. Iuitbetaling, Tan 1-5 regelt te regel meer 15 cenl tOPJONGEN dresSlagerij Noord-1 I'aankomend MEISJE de morgenuren, tl „Vliss. Courant. ERS TE HUUR-" fevaartschooleerlinge». I een 5T MEISJE tgenuren, niet L. \dresOprit 19, (benj DAGMEISJE dresMevr. DE KOS-1 yard Bankert 10- met 1 October een» SNSTMEISJE voor den dag. |eau „Vliss. Courarï; pndere omstandighe*' evr. OP DEN ZIEKE, en MEISJE dagen. JtE KOOP: |entiets met kast, b f 25.— Meisje* les A. KLIP, WaJsM; -Middelb.-Rott^11 ïengelegen plas®11, k VANPASSAGIER& deren en vee. Iv.Midd Iv.m.uur 8 8 lember 13 14 16 17 natiën te bekome"ml S-en^rvm^l OPENBAAR VERVOLGONDERWIJS. Aangifte van leerlingen op Vrijdag 10, Zaterdag 11, Dinsdag 14 en Woensdag 15 September a.s. Voor jongens bij den heer F. C. WIJS- VELD, Coosje Buskenstraat 59, 's avonds van 68 uur. Voor meisjes bij mej. M. C. SGHUUR- KAA1P, St. Jacobstraat 21, 's avonds van 7-^8 uur. Trouwboekje meenemen. Vlissingen, 9 September 1926. Burg. en Weth. van Vlissingen, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Het bezoek van het Engelsche eskader. Het ligt in het voornemen der Nederland- sche regeering om ter gelegenheid van her bezoek van het tweede Engelsche kruiser eskader aan ons land, onder bevel van schout-bij-nacht Kelly, op 15 dezer te Sche- veningen een noenmaal te geven, waaraan, behalve de schouf-bij-nacht en de voor naamste officieren van het eskader, de En gelsche gezant en verschillende Nederland- sche autoriteiten izullen worden uitgenoo- digd. Oud-minister Colijn te Boedapest Oud-minister Colijn, die zich thans te Boedapest bevindt, heeft een persgesprek toegestaan aan een verslaggever van de - „Pesti Hirlap". De heer Colijn herinnerde er aan, dat hij naar Boedapest gekomen was in verband met de feestelijke inwijding van een school, die gebouwd is van gel den, overgebleven van de Hollandsche Kinderactie. Óp verzoek van mijn Hongaar- sche vrienden, zeide de heer Colijn, zal ik bij die gelegenheid over het huidig mone taire stelsel, alsook over de politieke ver houdingen van hef Calvinisme spreken. Het cadeaustelsel. In den loop van dit jaar heeft zich een commissie gevormd uit de drie Nederland- sche Middenstandsbonden, met het doel, een onderzoek in te stellen naar en pro paganda te maken tegen de misbruiken in den handel met cadeax. Alvorens nu definitief naar buiten op te treden, stelt deze commissie zich voor, een vergadering te houden in het Hotel de l'Erope te Utrecht op Woensdag 15 Sep tember te half twee, welke vergadering voor alle particuliere belanghebbenden van Kamers van Koophandel, fabrieken- en werkgeversorganisaties, van middenstands- vereenigingen, werklieden- en vrouwenor ganisaties toegankelijk zal zijn. vi'l 9 Een ernstig spoorwegongeluk bij Leiden. Gisteren onder het afdrukken van ons blad kregen wij van het Haagsche Corres pondentie-bureau en van het persbureau Vaz Dias telegrammen over een ernstig spoorwegongeluk dat des middags onge veer 3 uur tusschen Voorschoten en Leiden had'plaats gehad. In een klein gedeelte van onze oplaag kon dit bericht nog worden opgenomen. Wij hebben het verder door aanplakking aan ons bureau bekend ge maakt. In den loop van den avond kregen wij nog enkele telegrammen, waaruit bleek dat deze ramp aan drie menschen het leven heeft gekost en een 10-tal menschen meer of minder ernstig werden gewond. Omtrent deze ernstige ramp worden de volgende bijzonderheden medegedeeld Trein 218, die om 2.48 uit Den Haag was vertrokken was omtreeks 3 uur het station Voorschoten gepasseerd. Even vóór blok huis 59 sprong plotseling de zware loco motief met tender uit de rails, liep nog een tiental meters door in het zand en viel naar links om, de rails tegelijk verwoes tend. De koperen kap van den stoomketel en de schoorsteen van de locomotief wer den door den schok losgescheurd en vlo gen een tiental meters in het zand. Achter den tender bevond zich een postwagen, die door de locomotief in zijn val werd meege sleurd en eveneens naar links werd omge worpen. De postwagen werd gevolgd door een goederenwagen en een personenrijtuig eerste en tweede klasse. I 'Blijkbaar hebben tusschen deze twee 1 voertuigen de-krachten van den schok en I die van de voortgaande beweging van den hein elkander ontmoet. Althans de verbin- cing tusschen deze beide wagens was ver broken en het achterste gedeelte van den bagagewagen en het voorste deel van het personenrijtuig werden naar rechts uit de rails geperst en kwamen dwars over den weg en in de sloot te liggen, welke langs de spoorbaan loopt. In het voorste compartiment van het personenrijtuig bevonden zich de heer en mevrouw Lobo. Zij zaten 'blijkbaar hun rollen in te studeeren, want later werd het omgeslagen schrijfboek met een tooneelrol <mn den kant van den weg gevonden. Zij kwamen van een repetitie te Den Haag. hf-j schok waardoor mevrouw Lobo oeide beenen werden afgekneld. is de voor wand van het rijtuior waarin zij zaten ge- i wi au>oscheurd en een eind verder in het weiland geslingerd. Zooals gezegd is het personenrijtuig met 1 torf.Vi°0rs*e naar beneden in een sloot v. 'h gekomen, zoodat de heer en me- r„ uv( Lobo, die reeds ernstig gewond wa- nia lnhet water vielen. Toen hulp ter matse «wam en de heer Lobo uit het wa- 7iin §ehaald, was hij reeds overleden, hlin, genoote leefde nog enkele oogen- dinrT?' rnaar spoedig na haar bevrij- hpt n ge,est> tengevolge van storing van centraal zenuwstelsel. uit hI Personeel op de locomotief was er i en aard der zaak ook slecht aan toe. Op de machine bevonden zich links de op zichter-machinist van Rhoon, naast hem stond de leerling-machinist van Ettikoven en rechts de machinist van den trein. Daar de machine naar links omviel, kreeg de opzichter-machinist vuur en kolen over zich heen, waardoor zijn kleeren in brand geraakten. Grootendeels verkoold werd zijn lijk onder de kolen vandaan gehaald. De leerling-machinist, die naast hem stond bekwam ernstige brandwonden aan gelaat en linkerarm, terwijl bovendien door den schok zijn rechterbeen gekneusd werd. De rechtsstaaiide machinist kwam er het beste af. Met enkele kleinere verwondingen kon hij zich door de kap boven de stookplaats uit de omgevallen machine werken. Hij had de tegenwoordigheid van geest terstond het vuur te dooven en den stoomafvoer te re gelen, zoodat geen brand ontstond. De namen der drie omgekomen slacht offers zijn de werkmeester-instructeur van het locomotief-personeel de heer L. van Rhoon, 41 jaar, woonachtig te Amsterdam. De man stond op de locomotief en werd deerlijk verbrand uit de machine te voor schijn gehaald. Voorts de heer Lobo, tooneelspeler uit Amsterdam en diens echtgenoote mevronw Greta LoboBraakensiek, actrice te Am sterdam, Van mevrouw Lobo werden door het inzakken van den bodem van den wa gen beide voeten afgekneld. De lijken van de slachtoffers van deze ramp zijn naar het Acad. Ziekenhuis te Leiden overgebracht. Gewond zijn naar het Academisch Zie kenhuis te Leiden overgebrachtde heer L. Eichstring uit Berlijn, de vierjarige Christina Barthën uit Leiden, mevr. van RaalteOmmering uit Vlaardingen, de heer J. Hagemans uit Zoeterwoude, de heer J. J. Metz uit Rotterdam, de heer A. de Vries uit Amsterdam, de heer K. van Ettikoven, stoker op de locomotief uit Amersfoort, die zeer ernstige brandwon den over het heele lichaam heeft bekomen, mej. van Schaik, advertentie-verzorgster te Leiden, de weduwe SchweigerHarms uit Amsterdam, de heer Rübenkamp uit Oegst- geest en mej. G. Swagers, huisvrouw van H. M. Pont uit Leiden. Gisterenavond omstreeks tien uur deelde men vanwege het Acad. Ziekenhuis mede, dat de toestand der gewonden onveranderd was. Gisterenavond aan het station D.P. te Rotterdam heeft een correspondent van het „Hbld." een kort onderhoud gehad met een reiziger uit den Parifschen trein, welke om 2.23 het Centraal station te Amsterdam verlaat. Het verwonderde ons, reizigers, zoo zei onze zegsman, zeer, dat de trein in Leiden, in afwijking met anders aan he* station stopte. Niet lang stond hij op het perron of er verschenen heeren met ver- bandtrommels in de wagens en weldra bleek ons, dat er onder Voorschoten een trein gederailleerd was. Een zeshonderd meter voorbij de Vink stopte onze trein en we moesten allen uitstappen. Toen bleek, dat de sneltrein uit Rotterdam, welke om 3.03 in Leiden had moeten binnenkomen, uit de rails geloopen was. De machine lag geheel op zij, terwijl de eerste wagen, een lege postwagen, rechts in de sloot terecht was gekomen. De direct daarop volgende bagagewagen was over de andere spoor baan heen links in de sloot terechtgekomen en het volgende personenrijtuig was mid den in de ontspoorde wagens geloopen. Het schijnt dat de stoker en de machinist van den trein waren afgespongen, maar de hoofdopzichter, die op de machine meereed hing uit het raampje. Het was vreeselijk om te zien, hoe die man verminkt was door het heete water dat uit de machine ge spoten is. Juist toen ik) zoo werd ons verteld uit de door elkaar gesmeten wagens kwam, werden de heer en mevrouw LoboBra- kensiek door de ambulance weggedragen. Het was overigens verwonderlijk, hoe snel men met reddingsmateriaal ter plaatse was de auto's van de geneeskundige hulp diensten reden dwars door de velden op het terrein van de ramp toe, zoodat bin nen een half uur medici aanwezig waren. Korten tijd konden we slechts bij de plaats des onheils blijven, want inmiddels stond een trein naar den Haag op het baan vak voorbij het déraillement te wachten om ons naar onze plaatsen van bestemming té brengen. Het was overigens een ravage van belang. De machine schijnt een tijd naast de rails geloopen te hebben. In ieder geval is over een vrij lang gedeelte van den weg de baan open gewroet, terwijl de rails over de machine heen zijn geschoven, Tot voor korten tijd hebben de treinen cp dit baanvak in verband met werkzaam heden langs den weg langzaam gereden en eerst dezer dagen zijn de waarschuwings borden ter plaatse weggenomen. Volgens verhalen van ooggetuigen moet Van Rhoon het-ergst van allen eraan toe zijn geweest. Op het moment van het on geluk moet de locomotief ergens rails te pakken hebben gekregen. Althans vlak voor de locomotief staken de rails hoog op. De wagen moet zoodanig zijn omgeslagen, dat Van Rhoon een heele lading vuur uit den oven over zich heen kreeg. Toch moet de machinist, Mulder, hem weggetrokken hebben en zich verder ook koelbloedig van izijn plicht gekweten hebben. Hij moet zijn machine voor zoover mogelijk hebben afge steld, om verdere onheilen met de loco motief te voorkomen. Een van de reizigers derde klasse was de heer H. de Clerck, uitgever van de „Hol landsche gids te Parijs", uit 's-Gravenhage, die bij zijn koffers was gebleven, welke ten deele vernield uit den goederenwagen tee voorschijn waren gekomen. Hij vertelde dat hij met vier medereizigers in zijn coupé zat in een der middelste wagens. Hij reed achteruit en zat een tukje te doen in den hoek van de coupé, toen hij opeens gevoel de, dat de remmen ontzaglijk sterk werk ten de wagens begonnen te dansen en te schokken en stonden nlotseling met een zwaren ruk stil. De koffer van zijn over buurman viel op zijn hoojd. Een heer en een dame tegenover hem vielen op hem e" het was een schrik van geweld. Maar niemand voelde zich gedeerd. En toen de heer De Clerck naar oimen keek, zag hij de twee wagens, den goederenwa gen en den personenwagen met openge reten voorstukken dwars over de baan in de sloot staan. Een zwak geschreeuw en gekerm klonk slechts hier en daar. De passagiers, die ongedeerd waren gebleven, kwamen allen te voorschijn. Die het kalmst waren gingen direct naar den zwaarst getroffen perso nenwagen. De menschen, die daar in de eerste coupé gezeten hadden, waren in de sloot gestapt. Verschillende zwaar gewon den zag de heer De Clerck aan den over kant van de sloot op het land trekken. De eerste hulp werd, volgens hem, uit sluitend verleend door passagiers van den trein zelf en den inmiddels toegeschoten blokwachter van het huisje dicht bij. De machinist van den verongelukten trein, moet zich ook volgens den heer De Clerck zeer koelbloedig gedragen hebben. De controleur van den trein, de heer Pabst, vertelde ook, dat verscheiden passagiers dadelijk heel rustig hulp verleenden. Hier en daar was een gewonde op eigen gelegenheid te voorschijn gekropen. Zoo zat een dame met een gewond been aan den kant van de spoorbaan stillekens te schreien. Ongeveer 19 minuten na de ramp kwam de middagtrein uit Amsterdam naar Parijs, bij de plaats van het onheil. De trein kon niet meer passeeren bij „De Vink". Met dezen trein moet het grootste deel van de passagiers van den verongelukten trein, dat tot reizen in staat was, weer meege gaan zijn naar de hoofdstad. Men meldt uit Leiden aan „de Maas bode" Wij hebben een ter zake volkomen des kundige gesproken, die den toestand ter plaatse terdege kent. Aan de juistheid der ons gedane verkla ringen valt in het minst niet te twijfelen. Volgens deze verklaringen moet het aan de spoorwegdirectie, althans aan hen, tot wien de mededeelingen omtrent den toe stand van den weg door het spoorwegper soneel moeten worden gericht, bekend zijn geweest, dat daar aan den weg iets haper de. Men kon er onder de rails doorkijken en ook vertoonden de rails daar enkele bobbels. Als de locomotief er overheen reed, kon men deze zien stooten en het staat positief vast, dat verschillende machi nisten van hun bevindingen te bevoegder plaatse hebben kennis gegeven, echter zon der gevolg. Het kan dus niet hieraan liggen, dat pas aan dezen spoorweg is gewerkt. Ook bij het overhalen van de wissels (het ongeluk geschiedde ongeveer 75 meter voor het posthuis 59) kon men het gepiep van den wissel op verren afstand hooren, wat een bewijs is, dat het ook daarmede niet in orde was. De machinist heeft-aan verschillende per sonen verklaard, dat hij op een gegeven oogenblik de rails vóór de locomotief om zag krullen. Oogenblikkelijk heeft hij toen met alle kracht geremd, en zijn stoom af gesloten. Daaraan is het zeker te danken, dat de ramp nog niet grootere afmetingen heeft aangenomen. Een der eersten, die op de plaats des onheils kwam, was een geneesheer uit Voorschoten, dr. Van der Stoel, die onmid dellijk geneeskundige hulp kon bieden. Hij riep over de snelle komst der ambulances van het Leidsche ziekenhuis, die nog voor hem ter plaatse waren en direct met het vervoeren der gewonden konden beginnen. Dr. Van der Stoel zag zoowel den heer als mevrouw Lobo. De heer Lobo was in ee.n sloot terecht gekomen en had een been fractuur. Hij is waarschijnlijk ten gevolge van inwendige verbloeding overleden, hoe wel ook gezegd wordt, dat hij verdronk, wat evenwel niet bevestigd werd. Bij me vrouw LoboBraakensiek, die buiten ken nis was, en waarvan beide beenen zoo goed als afgeklemd waren, trachtte men nog de levensgeesten op te wekken, doch het baatte niet. Het lijk van Van Rhoon was geheel ver koold. Bij de meeste gewonden werden arm- en beenfracturen geconstateerd, ver schillende hadden inwendige verbloedingen gekregen. Dr. Van der Stoel liet een bootje komen en daarmede per brancard nog gewonden vervoeren naar het Academisch ziekenhuis te Leiden. Omwonenden verklaren tegen drie uur een harden knal te hebben gehoord. Buiten gekomen zagen zij den trein geheel on derstboven liggen, terwijl de machine hevig rookte. Allen waren vol lof over de snelle komst der Leidsche ambulances, die telefo nisch vanuit Voorschoten gewaarschuwd, een kwartier naderhand reeds ter plaatse waren. Het was overigens tragisch té zien, dat men zich niet ontzag deze ramp als een vermakelijkheid te exploiteeren. Een boer, wiens weiland vlak bij het terrein van de ramp gelegen is, liet allen, die over zijn erf liepen, geld betalen en alle auto's driedub bel tarief. Nu het spoorwegverkeer geheel stil lag tusschen Leiden en Den Haag, werden de electrische trams tusschen beide plaatsen bestormd en kon men in Den Haag zelfs queue zien maken. Een ooggetuige verhaalde nog aan „de Maasbode" Wij stonden met verschillende anderen te wachten aan den overweg dicht bij de Vink, toen wij plotseling een geweldigen slag hoorden, terwijl terstond daarop jam merkreten de lucht vervulden. Terstond be grepen wij, dat er een ernstig ongeval met den trein uit den Haag moest hebben plaats gehad en snelden naar de plaats van de ramp op eenige honderden meters af stand van den overweg. Daar zagen wij den trein. De locomotief lag met het postrijtuig geheel omver op de rails, terwijl de goederenwagen en het eer ste personenrijtuig schuin met de koppen in elkaar geschoven tot over de sloot langs den enkele meters hoogen spoordijk lagen. Tal van menschen liepen reeds langs den trein naar de verongelukte wagons, waaruit voortdurend jammerende kreten om hulp opstegen, terwijl ook van alle kanten uit den omtrek menschen kwamen toesnellen. Doordat de sloot tusschen het land en den spoordijk was, konden wij niet bij den trein komen, dan door den bagagewagen, waarvan een gedeelte was afgerukt. Met een Pater, die terstond ter plaatse was, wrongen wij ons tusschen de rijwielen en overige bagage, welke hopeloos door elkander geslingerd waren, door, en kwa men zoo op de plaats van de ramp. Daar was men reeds bezig met het dooven van de vuren in de locomotief door middel van zand, om zoodoende brand te voorko men. De stoker en het lijk van den werk meester werden juist met brandwonden overdekt uit de machine te voorschijn ge haald. Bij het personenrijtuig was men ook reeds druk doende om de reizigers uit hun benarde positie te verlossen. Daar de por tieren meestal verwrongen waren, moest de redding geschieden door de raampjes. Daardoor moest men de vreeselijk ver minkte lijken en de gewonden naar buiten halen. In allerijl werden ook de kussen uit de ccwpé's gehaald om hen daarop langs de spoorbaan voorloopig neer te leggen. Eenige dokters uit den omtrek, die ook na enkele minuten reeds ter plaatse waren, verleenden hier de eerste hulp, terwijl ook de bovengenoemde pater waar noodig gees telijken bijstand verleende. Een auto van „de Faam", welke juist in de nabijheid was, werd beschikbaar gesteld voor het vervoeren der slachtoffers naar Leiden, evenals een auto van den Genees kundigen dienst, terwijl in den omtrek vrachtauto's werden gerequireerd om bij dit vervoer behulpzaam te zijn. Onmiddellijk werd ook een groot aantal dekens aangebracht voor de gewonden. Het meeste scheen er echter gebrek te zijn aan spalken, daarom werd althans herhaal delijk door de doktoren geroepen. En tel kens weer werd met de eenige brancard, welke aanwezig was, een nieuwe gewonde aangebracht en op de kussens neergelegd om te wachten tot ook hij kon worden ver zorgd en vervoerd naar het ziekenhuis. Ontdaan door het zien van al die ellende spoedden wij ons dan naar den Deyl, om in de garage aldaar te vragen onmiddellijk met vrachtauto's hulp te gaan verleenen. Een verslaggever van de „N. R. Ct." meldt nog de volgende bijzonderheden Op den slootkant naast het AB-rijtuig vond kapitein de Jongh uit Leiden ten boek, dat bij nadere beschouwing Greta Lobo's rol bleek te zijn. En op de plaats waar Lobo gezeten moet hqfrben, lag tragi sche ironie van het noodlot een exem plaar van het amusementsblad „De Lach", waarmee hij zich blijkbaar den tijd gekort had. Over Lobo's einde wist men ons wei nig bijzonderheden te vertellen. Naar het schijnt heeft een onbekend gebleven passa gier, die in het eveneens gekneusde derde klasse rijtuig en nog wel vooraan zat, zich onmiddellijk na de ramp bijzonder ver dienstelijk gemaakt door zijn pogingen om hem aan land te brengen. De sloot is echter zeer modderig. Lobo was naar men ons verzekerde evenals zijn vrouw zwaar gewond en toen men hem eenmaal aan rand had was het reeds te laat. Mevrouw Lobo is terzijde van het rijtuig op den slootkant gevallen. Toen men haar uit het water had ge haald bemerkte men aan het vele bloed, dat zij verloor en de plekken geronnen bloed op haar kleeding, dat ook zij deerlijk gekwetst was. Toch had zij het bewustzijn nog niet «eheel verloren. Dr. Birkhof uit Voorschoten, die reeds aanwezig was toen men haar aan wal bratfjit, deelde ons mede, dat zij om water en chloroform gevraagd had. Onmiddellijk nadat hij haar een in spuiting had gegeven was ze echter reeds overleden. In een van de drie voorste com partimenten schijnt ook een dr. Riimke ge zeten te hebben. Deze is te water geraakt na een zeer hard-aankomenden schok in de zitdeelen gekregen te hebben. Ooggetui gen hadden hem nadat hij gered was, de sloot was nog zoo diep, dat hij er tot de keel instond op den kant gezien. Wij zagen hem later te Voorschoten terug en het was wel een zeer ontroerend oogenblik toen hij daar zijn met de Roode Kruis co lonne meegekomen broer, eveneens medi cus, ontmoette en deze hem als behouden, hoewel ontzettend geschokt, kon begroeten. In het AB-rijtuig zaten, evenals trouwens in den heelen trein vele passagiers. Tot dezen behoorden voor het grootste gedeelte gedeelte de bovengenoemde gewonden. Mevrouw Zillesen, de echtgenoote van den griffier der Eerste -Kamer, die met haar dochter in den trein was, viel door den schok, die op de ontsporing volgde op den vloer van haar coupé, doch kwam er met den schrik af. Met groote moeite kon den de reizigers van het zwaarst gehaven de rijtuig op den grond komen. ln het achterste gedeelte van dit rijtuig, dan wel in het voorste gedeelte van l^t volgende 3de klasse zat een alleen- reizend 4-jarig kind, een meisje. Dit is bij het ineenschuiven van den trein door den vloer van den wagen gevallen. Men hoorde het om hulp gillen en schreien. Toen mer. het kon naderen, bleek het met den rechter arm onder een door de catastrofe opge- woelden dwarsligger bekneld te zitten, zoo dat het uitgezaagd moest worden. De kleine was er met dat al met een vrij onbeteeke- nende vleeschwonde afgekomen. In het ineengedrukte gedeelte van den derde klasse wagen moet ook nog een heer gezeten hebben, die er zonder eenig letsel afgekomen is, hoewel alles rondom hem ineenstortte. En deze heer zou het geweest zijn, die vlak daarop manmoedig is te wa ter gegaan om het echtpaar Lobo te redden. Ook tal vqn andere reizigers, die ongedeerd gebleven waren, boden dadelijk zooveel mogelijk hulp. Het was een groot geluk, dat er betrekkelijk zóó spoedig me dische bijstand was. Vooral dr. Birkhof en dr. Van der Stoel uit Voorschoten waren zeer snel ter plaatse en konden de pijnen van de zwaargekwetsten door hun bijstand verlichten. Dr. Birkhof deelde ons mede, dat hij zelf vier personen had verbonden, die allen beenbreuken hadden, waarvan geen enkele met complicaties. Bijzonder verschrikkelijk schijnt Tiet einde van den heer Van Rhoon, den opzich ter-machinist, geweest te zijn. Hij is naar men moet aannemen door den stoom en het vuur uit den vuurhaard verbrand. Een kweeker, die zijn kassen nabij de spoorlijn heeft en dadelijk nadat de ramp was ge beurd, hulp was gaan bieden, vertelde ons, cat hij met zijn personeel den opzichter als het ware onder de kolen van den ten der uitgegraven had. De machinist, de heer Muller, heeft de tegenwoordigheid van geest gehad, onmiddellijk den stoom te la- etn ontsnappen en het vuur te dooven, waardoor wellicht ergere ongelukken zijn voorkomen. De conducteur, die met den trein mee reisde, was het eerste oogenblik, naar oog getuigen ons vertelden, het hoofd totaal kwijt. Hij herstelde zich echter spoedig en is toen op een draf naar Voorschoten ge loopen om hulp te telefoneeren. Met den heer en mevrouw Lobo-Braken- siek zijn twee onzer beste artisten heen gegaan. De heer Lobo is leerling van de Tooneel- school geweest en behoort in zekeren zin tot de acteurs van den „ouden" tijd. Ge- ruimen tijd is hij verbonden geweest aan het gezelschap Heyermans. Bekend is o.hu zijn optreden in „De verzonken Klok" van Gerherd Hauptmann. Later maakte hij deel uit van Rooyaard's gezelschap. In 1Ö06 werd hij geëngageerd 'door het Kon. Ver- Tooneel. Op 1 Januari 1907 trad hij op den voorgrond in de rol van de Arend in „Gijs- brecht van Amstel". Verder is hij bij ver schillende tooneelgezelschappen opgetre den, o.a. bij „Cómoedia". De heer Lobo is 42 jaar oud geworden. Mevrouw Greta Lobo-Brakensiek betrad reeds op haar 4e jaar de planken, toen zij nog geen 30 jaar oud was vierde zij haar 25-jarig tooneeljubileum. Voor het eerst trad zij op in „Frou Frou", tezamen met Sarah Bernhard. Daarna heeft zij nog vele kinderrollen vervuld. In 1899 debuteerde zij bij het Vereeniga Kon. Ned. Tooneel. Be kend zijn van haar de roJlen Martine en de Oude Dienstmeid, waarmede zij zeer veel succes oogstte. Ook mevr. Lobo is bij tal van gezelschappen werkzaam geweest, bij sommigen tezamen met haar echtge noot. Laatstelijk waren beiden geëngageerd door het Nieuwe Rotterdamse h Tooneel, directeur Frits Tarnaud. Mevr. Lobo die den leeftijd van 45 jaar bereikte, is erin geslaagd zich snel op té werken tot een onzer populairste actrices. .-ie De „Tel." bevat een lijstje van de voor naamste spoorwegongelukken, die in de laatste 44 jaren in ons land gebeurden. Vogelensang, 11 Aug. 1882. Twee treinen liepen, tengevolge van het niet in acht nemen der seinen, op elkaar. Dooden 2 gewonden 7. Ruinerwold, 2 Jan. 1888. Een trein uit Meppel en een trein uit Groningen liepen op elkaar. Dooden 3 gewonden 7. De materieele schade was belangrijk. OverveenZandvoort, 10 Aug. 1890. Door te sterk remmen ontspoorde een trein. Dooden 1 verscheidene gewonden. Breda, 10 Juli 1894. Door het door glijden van een der treinen ontstond er een botsing tusschen trein 560 en trein 586. Dooden 2 hoofdconducteurs gewonden 2 beambten. Vlissingen, 1 Juni 1899. De mailtrain in het station geloopen door de weigering van de remmen. Dooden 3 verschillende gewonden. Capelle, 15 Nov. 1899. Door een sa menloop van omstandigheden liep trein 80 op een stilstaanden trein. Dooden 8 ge wonden 12. Twello, 22 Dec. 1900. Tengevolge van onoplettendheid van een d.d. klerk liep trein 238 op trein 927. Dooden 2 gewonden verscheidene. Boxtel, 5 Sept. 1903. Door verkeerden wisselstand ontstond er een botsing tus schen de treinen 1207 en 1485. Dooden 1 conducteur gewonden eenige andere conducteurs. De materieele schade was aanzienlijk. Purmerend, 5 September 1905 Door onbekende oorzaak ontspoorde trein 769. Dooden 1 gewonden verscheidene. Simpel veld, 8 Dec. 1910. Tengevolge van onvoldoende remmen ontspoorde trein 1322. Dooden 1. De materieele schade was aanzienlijk. Kijkuit (spoorweg MechelenTerneuzen) 3 April 1912. Trein 12 kwam in botsing met eenige ledige wagens. Dooden 1 ge wonden eenige reizigers. Axel (spoorweg MechelenTerneuzen), 5 Sept. 1913. Ten gevolge van een ver keerden wisselstand ontspoorde trein 107. Dooden de stoker. Roermond, 2 Jan. 1913. Ten gevolge van onnauwkeurigheid van het personeel botste trein 1515 op trein 1365. Dooden 2; gewonden 5. BeilenHooghalen, 25 Dec. 1913. Vermoedelijk door het breken van een kop peling ontspoorde een reizigerstrein. Doo den 5 gewonden 2. De materieele scha de was belangrijk. Leiden, 17 Jan. 1914. Twee locomotieven botsten op elkaar. Dooden: 1; gewonden: 2. Hattemerbroek, 2 Jan. 1915. Door verkeerden wisselstand ontspoorde trein 146. Dooden 1 gewonden 2. Houten, 7 Juni 1917. Ten gevolge van onoordeelkundige samenstelling» van den trein ontspoorde de Koninklijke trein. Ge wonden 26. De Vork, 4 Aug. 1918. Twee goede rentreinen loopen op elkaar. Dooden 3 gewonden 5. Weesp, 13 Sept. 1918. Ten gevolge van dijkverzakking stortte trein 102 van den spoordijk. Dooden 40 gewonden een 50-tal.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1