tooo
100
25
4
t
w
Advertentie
11 AUGUSTUS
jlemeentebestuur
""binnenland
feuilleton
zijn kleine meisje
64e Jaargang
1926
sche Maatschappij 111
11
13 - 8
aansluitingen.
WOENSDAG
n berichten" 11 Mm Tim DUS RIK Maislml it-ill, Knap. MA hslietinigg KU
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
Kon m
150
te ViissJngen
v.m. n.m.
4.03 4.11
4.36 4.43
Auto's en Fietsen
ustus uur
9.04
9.02
N D A
itus. Openbaar tuin-
.Schakel", Tuin van d»
AN EEN VLIEGTUIG.
ft een militair vliegtuig,
rsonen bevonden, even
en noodlanding moeten i
kwam in een bietenveld
eide vliegeniers bleven
was gegeven van de I
>k direct een vliegtuig
angegeven plaats, ten-
ulp te bieden.
AMSTERDAM
10 Augustus, 3 uur.
zich heden bijna geheel
s afzijdig met het resul-
van zeer bescheiden af
koersen van de meeste
childen daarbij niet veel
maar in verband mei
handel legden die hier
tot afbrokkelen aan den
:n iets lager in verband
der rubberprijzen. Ta-
weinig veranderd. Sul-
in hoofdzaak op onge* i
gisteren genoteerd. De
petroleumwaarden was
11 konden zich overigens
Duden. Industriepapieren
:te markt. Scheepvaart-
verwaarloosd.
rultbetallag, van 1-5 regtli
ke regel meer 15 cenl
i beschikbaar
aken van bouwkundige I
bouwaanvragen, aan-1
derwet, enz. Brieven I
aan het bureau van
Courant".
een pracht
&0 VENHUIS
stand (liefst klein ge-1
Iden per maand,
lureau „Vliss. Courant".
VERDIENSTE.
e Schoenmakerij vraag! I
STELHUIZEN.
motto „Bestelhuis",
iss. Courant".
ïuwelijk der tegenwoor-1
Mevr. SIEMELM,
Evertsen 36, zoo spot- f
k een nette
DIENSTBODE.
een
NO met WINKEL
rlden per maand.
Sureau „Vliss. Courant" I
-Middelb.-Rotterdalj
hengelegen plaatsen.
:r van passagiers,
■deren en vee.
v.l
v.m.iiHl
v.Midd.
v.m.uur
8
igustus
gl2„ - 9
14 9
matiën te bekomen:
N.V. Transport- en E
Erven G. VOS, T<
B. EENHOORN, Tel.
.v. OOSTERHOUT, TA
ïebra. BUITENHEK, TeU®l
VL1SS1NGSCHE COURAiNT
ABONNEMENTSPRIJS Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per3 maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België en de overige landen der Post-Unie, bij wekelijk-
sche verzending 4.15bij dagelijksche verzending 6.10. Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels 1.10voor iederen regel meer 26 cent.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Reclames 52 cent per regel. Kleine advertenties
van 1—5 regels 75 cent, voor eiken regel meer L5 cent. Bij abonnement speciale prijs.
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
ClUU een ongeluk. t$UU
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
dienstplicht.
Vrijstelling wegens kostwinnerschap.
De Burgemeester van Vlissingen brengt
ingevolge art 44, 2e lid van het Dienst
plichtbesluit ter openbare kennis, dat doo:
den minister van marine bij beschikking
van 9 Augustus 1926, no. 154, van den
dienstplicht met ingang van 1 September
1026 voor één jaar is vrijgesteld wegens
kostwinnerschap, de ingeschrevene van
Pen dienstplicht dezer gemeente, lichting
1926, WILHELMUS NOYONS.
Tegen deze uitspraak kunnen vanaf he
den binnen tien dagen bij de Kroon in be
roep komen, de ingeschrevene wien de uit
spraak geldt, elk der overige voor deze ge
meente voor dezelfde lichting ingeschreven
personen, of de wettige vertegenwoordiger.
Het verzoekschrift dat met redenen om
kleed moet zijn, moet worden ingediend bij
den Burgemeester dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor doorzending
van het verzoekschrift.
Vlissingen, 11 Augustus 1926.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
Het Nederlandsch-Belgisch verdrag.
Wij hebben al meermalen uitvoerig mel
ding gemaakt van de oppositie tegen het
verdrag met België. De strijd in de Kamers
zal zeker heftig zijn, en men zal moeilijk
kunnen voorspellen hoe de beslissing zai
wezen. Zbo is er bijv. strijd in de S.D.A.P.
Het „Volk" is er sterk voor in de „Voor
waarts" verdedigde het Kamerlid mr. San-
des het tractaat eveneens wethouder de
Zeeuw te Rotterdam, tevens Eerste Kamer
lid, kwam met een tegenbetoog, waarop de
heer De Zeeuw in het „Volk" weer reageer
de, terwijl thans de partijvoorzitter, de heer
Henri Polak, het verdrag bestrijdt.
De heer Van Karnebeek zal zijn zaken
wel in orde hebben als het er op aankomt
het verdrag te verdedigen in de beide Ka
mers, maar een stemming kan verras
singen geven.
Nu komt ook de hooigbejaarde staatsman
mr. S. van Houten (die zijn 90e levensjaar
reeds is ingetreden) de zaak eens in een
Staatskundigen Brief bekijken. Hij zegt o.a.:
De bezwaren zijn van vele zijden vol
doende ontwikkeld en ik kan mij bepalen
tot het uitspreken van de hoop, dat het niet
in het „Staatsblad" plaats vinde zonder dat
het op belangrijke punten is gewijzigd. Als
België daartoe niet geneigd is, Nederland
heeft aan het tractaat geen behoefte.
Van Karnebeek verklaarde dit met zoo
vele woorden op 3 Juni 1920 in de Tweede
Kamer.
Slechts één opmerking moet ik bijvoegen
over de luchthartigheid waarmede over be
zwaren door den minister en gewoonlijk
enstige. schrijvers wordt heengestapt.
Zoo bijv. die tegen de vrijheid om van
Antwerpen N. B. een plaats van waar
men slechts over een ander land de zee kan
bereiken een oorlogshaven te maken.
Wat daartegen door Elout, Nierstrasz en
vele anderen wordt aangevoerd is toch
waarlijk niet uit den duim gezogen. „Geen
ernstig Belg denkt er aan om er gebruik
van te maken", zegt nu een der groote ver
dedigers Van Oss in zijn „Haagsche Post",
Uit het Engelsch van L. G. MOBERLEY.
Vertaald door P. P. T.
(Nadruk verboden.)
2 3 2
Dinsdags.
Het kwam haar voor dat het bezoek van
den vreemdeling, juist op het oogenbiik
dat ze over hem spraken, een fatale be-
teekenis had en toen haar oogen de zijne
ontmoetten, terwijl hij beleefd boog en
haar uitgestoken hand drukte, huiverde zij
weer. De bezoeker was heel lang en zooals
Grave enkele minuten eerder gezegd had,
knap. Hij was niet zoo jong meer en de
weinige grijze haren schenen de aantrekke
lijkheid van zijn gezicht nog te verhoogen.
Hij was glad geschoren, op de kleine zwarte
snor na, die den mooi gevormden mond
vrij liet. Door de tegenstelling met zijn
donkere haar en snor,, viel de kleur van
zijn oogen bijzonder op, ze waren levendig
blauw en Mrs. Cardew dacht weer aan haar
woorden van eenige oogenblikken geleden
«als scherpe pijlen". Zij herhaalde de woor
den in zichzelf en bedacht dat die harde,
heldere oogen nog anders waren dan staal
alleen. Ze leken op het gepolijste staal van
een nieuw zwaard. Maar al waren mr. Mui-
Iers oogen hard, zijn glimlach had een bui
tengewone bekoring Mrs. Cardew was
genoodzaakt dat te erkennen en er was
zoo iets fascineerends in zijn stem, dat de
oude dame moest toegeven dat hij een man
was die een vrouw zou kunnen bewegen
nem tot het eind van de wereld te volgen.
„Ik durfde op dit ongewone uur te ko
men begon de bezoeker, terwijl hij naar
ae klok keek, die juist zes uur geslagen
£a?'"bmdat ik een logé heb gekregen voor
net Marsyas Theater vanavond, en ik wilde
ragen of ik u en Miss Cardew mag invi-
xeeren om de loge met mij te deelen en
m b'J Carlton te dineeren
Cardew probeerde gewoon te doen.
in!!?r.8, Wï?s zii ka,m en beminnelijk, maar
nnerlijk peinsde zij er over bij wien ze be
en acht daarmede alle bezwaren vervallen.
Maar waarom wordt dan van de zijde der
Belgische regeering op die vrijheid aange
drongen
't Ligt toch zoo voor de hand, dat zoo
dra Nederland heeft toegestemd, daaruit
verdere consequenties zullen worden ge
trokken, met de bewering, dat als België
toch zakelijk van zijn van de zee afgesloten
oorlogsschepen geen nut kan trekken er
immers niet op zou zijn aangedrongen, Ant
werpen tot oorlogshaven te mogen maken.
Bij deze onderhandelingen zijn wij van
Belgisch-Fransche zijde niet verwend aan
bescheidenheid en die beminnelijke eigen
schap wordt niet gekweekt door toegevend
heid allerminst in het internationaal ver
keer. Dat leert de geschiedenis op elke
bladzij „L'a'ppetit vient en mangeant", geldt
zeker van staten, die op vermeerdering van
grondgebied belust zijn".
Voor de ouden.
Een vakvereeniging heeft den minister
van arbeid verzocht, het mogelijk te maken,
dat de leden van de vereeniging, die in
verband met hun leeftijd geen betrek
king kunnen vinden, een voorschot van het
rijk ontvangen om een eigen „nering" op
te zetten.
De minister heeft op dit verzoek geant
woord, dat de regeering tot een dergelijke
subsidie-politiek niet kan overgaan en hij
argumenteerde zijn beslissing o.m. met de
bewering dat werd de verzoekende vereeni
ging gesteund, ook andere vakverenigin
gen bij de regeering zouden aankloppen om
subsidie voor haar „ouden van dagen".
Het verzoek van de hierboven bedoelde
vereeniging is begrijpelijk. Wie in nood
verkeert, poogt zijn leven te redden en ziet
daarbij niet uit, of hij wellicht gras plat
trapt een bloembed beschadigt, of op
eenigerlei andere wijze „verboden hande
lingen" verricht. De „ouden van dagen"
voor wie in dezen economischen crisistijd
het leven steeds moeilijker wordt, ja, onder
wie er zijn, die wellicht niet meer in de ge
legenheid zullen geraken ooit hun verloren
gegane positie te heroveren, grijpen naar
elk middel, waarvan zij verwachten, dat het
.dienstig is bij hun streven.
Het antwoord van den minister is even
eens begrijpelijk, maar daarenboven recht
vaardig. Immers, het ligt niet op den weg
van dé regeering, de economische zelfver
antwoordelijkheid van den burger zóó ver
in te perken, dat ieder, wiens eigen krach
ten te kort schieten om zich te handhaven
in een positie gelijk die, welke zij verover
den in andere tijden en onder andere om
standigheden, aan de geldelijke middelen
wordt geholpen om een nering te beginnen.
Zeker niet in onze dagen, nu, getuige de
besprekingen bij gelegenheid van 't jongste
middenstandscongres, blijkt in welke mate
onze winkelstand „overbezet" is. Kunstma
tige uitzetting van het middenstandsbedrijf
zou thans, uit een oogpunt van volkswel
vaart. tot rampzalige gevolgen leiden.
De minister van arbeid, die op 't verzoek
van de subsidie-vragende vereeniging af
wijzend beschikte, handelde zooals van een
regeeringsleider geëischt mag worden.
Moeten dan de „ouden van dagen" aan
hun lot worden overgelaten Neen. Maar
het is niet de regeering, doch de volksge
meenschap, die handelend moet optreden.
De arbeid van maatschappelijk herstel, die
thans door elk volk aangevat is, zal er toe
moeten leiden, dat lichamelijk tot arbeid
trouwbare informaties kon inwinnen over
dezen vreemdeling met zijn opmerkelijk
goéd Engelsch accent, die zoo'n duidelijke
bewondering voor haar mooie dochter
toonde.
„Wat vriendelijk van u om aan ons te
denken", zei ze, terwijl haar woorden geen
spoor van haar innerlijke opwinding ver
rieden", het is gelukkig dat we geen an
dere afspraak voor vanavond hebben en
mijn dochter en ik hadden allang graag het
nieuwe stuk in het Marsyas Theater gezien.
Het is erg vriendelijk van u."
Niemand beter dan Mrs. Cardew verstond
de kunst om op een beleefde manier voor
een uitnoodiging te bedanken, maar on
danks al haar waarschuwingen aan haar
dochter tegen avonturiers, was zij zich er
volkomen bewust van dat het onbeleefd en
ongewenscht zou zijn geweest om een
vreemdeling, die een vriend was van de
Digby's, anders dan met de grootste onder
scheiding te behandelen. Het huis Digby
was een kosmopolitisch centrum in Londen
en ofschoon men er een enkele maal wel
eens een vreemdsoortig wezen aantrof,
kwam toch het grootste deel der in Londen
vertoevende vreemdelingen uit de eerste
Europeesche kringen in de voorname wo
ning op Portman Square. Daarom moest
men iemand, die in dezen kring was-opge
nomen, niet froisseeren, overwoog de def
tige dame, vooral niet... als een Logeplaats
in den schouwburg en een diner in „Carl
ton" de beleefdheid nu niet bepaald tot een
opoffering maakten.
„We zullen een bonte rij vormen", ging
Mr. Muller voort met zijn muzikale stem.
„Ik ben zoo vrij geweest om een landge
noot van mij, Mr. Schmidt, als vierde te
vragen. Hij is in den diplomatieken dienst
en kent uw land goed hij spreekt ook
vloeiend Engelsch.
„Toch zeker niet vloeiender dan u," zei
Mrs. Cardew met een beminnelijk glimlach
je, „ik wilde alleen maar dat ik Duitsch
sprak... een millioenste deel zoo goed als
li Engelsch."
„Mijn... Duitsche... moedertaal", een
schaduw van een glimlach was het spot,
geschikt zijnde personen, arbeid kunnen
vinden, terwijl de „ouden van dagen", die
voor den arbeid niet meer geschikt zijn, hun
bestaansmiddelen betrekken uit het fonds
van middelen door de arbeidende leden van
de gemeenschap gevormd en dat toereikend
moet zijn om het onvrijwillig niet-arbeiden_
de deel te onderhouden. Houden wij toch
goed voor oogen, dat wij allen onze be
staansmiddelen moeten putten uit het door
arbeid verkregen fonds, maar dat het niet
op den weg der regeering ligt om de ver
deeling van dit maatschappelijk arbeids
product op zich te nemen. Ons maatschap
pelijk leven is .gegrondvest op het beginsel
van vrijheid van voortbrenging en vrijheid
van verbruik. Die vrijheid is beperkt, maar
haar te ver te beperken, of haar opheffen
zou tot gevolg hebben ineenstorting van
geheel' ons maatschappelijk bouwwerk.
Daarom het kan niet te dikwijls herhaald
worden zij, die in dezen tijd arbeid vin
den en daarmede werken aan de vorming
van het bestaansmiddelenfonds, moeten al
hun krachten inspannen, opdat elk pro
duct met zoo weinig mogelijk energiever
spilling en grondstofgebruik voortgebracht
wordt. De arbeid goedkooper, de producten
grooter in aantal. Hierdoor schept men wel
vaart en werkgelegenheid voor lichamelijk
tot werken nog .geschikte „ouden van da
gen". Elk ander middel zal bij zijn toepas
sing lapwerk geven. Het verzoek van de
voor hunne „ouden van dagen" opkomende
leden, kan toch zijn nut hebben, nl. wan
neer de bevoorrechten onder ons, zij, die
kunnen arbeiden, zor.gen, dat er door hun
arbeid werkgelegenheid komt voor allen,
die thans buiten werkplaats en kantoor
worden gehouden, omdat er niets te ver
dienen is.
„Courage, 't zal waarachtig wel gaan
zoo sprak Tromp als leider tot hen, die on
der hem en met hem, streden voor de zaak
van het vaderland. „Courage, 't zal waar
achtig wel gaan Laten wij dit ook onzen
ouden van dagen toeroepen, maar... dan
ook als Tromp zorgen dat het gaat.
Voor hen, die buiten het terrein van den
arbeid worden gehouden, worden de voor
waarden tot toelating opgesteld door hen,
die binnen zijn.
Het invoerverbod van vleesch in Engeland.
Nader wordt gemeld, dat de besprekin
gen, welke de Nederlandsche deskundigen^
dr. Berger en dr. Lourens, gehouden heb
ben met de Engelsche autoriteiten over het
invoerverbod van vleesch, zich door een
vriendschappelijken toon kenmerkten.
Met zeer groote belangstelling werden
door laatstgenoemde regeeringsvertegen-
woordigers aangehoord de bijzonderheden
omtrent de maatregelen door de Nederland
sche regeering genomen om Engeland te
waarborgen tegen eventueele overbrenging
van het mond-" en klauwzeer door vleesch
van in Nederland geslachte dieren en de
proeven aan de rijksseruminrichting geno
men, die aangetoond hebben, dat de vrees
van den Engelschen minister van landbouw
voor het overbrengen der ziekte door
vleesch van dieren, geslacht in het incuba-
tiestadium, ongegrond is.
De Engelsche autoriteiten bleken over
tuigd te zijn van de absolute deugdelijk
heid en betrouwbaarheid der uitvoering van
alle Nederlandsche voorschriften, die ter
zake zijn genomen óók van de maatrege
len zelve.
Dat bij de onlangs ingevoerde geslachte
varkens, die er van verdacht waren de ziek-
was het geamuseerdheid of wellicht een
mengsel" van beide twinkelde in zijn
brutale blauwe oogen, „is niet gemakke
lijk voor een vreemdeling. Maaf ik..." weer
een korte aarzeling, „ik ben wat men noemt
een kosmopoliet. Ik kan ongeveer alle
Europeesche talen, zooals ik ook ongeveer
alle Europeesche landen goed ken."
„Bent u ook diplomaat?", vroeg Grace,
en de vreemdeling wendde zijn hoofd naar
haar toe, terwijl weer een flikkering in zijn
oogen schoot.
„Dat hebt u goed geraden", was het ant
woord. „Een buitengewoon aantrekkelijk
vak, Mademoiselle, Het plaatsen van den
eenen zet tegenover den anderen zet, het
uitspelen van de eene kaart tegenover de
andere kaart, de voortdurende wedijver en
naijver, die toch, hoe vriendschappelijk
uiterlijk de qjngang ook is, toch wedijver en
naijver blijven. Dat is allemaal een buiten
gewoon boeiend spel. En de tegenwoordige
diplomatie..." hij hield op, keek beurtelings
naar de beide dames en zeide op veront
schuldigenden toon „Maar ik praat veel
te veel over mijn eigen zaken."
„Neen, absoluut niet, gaat u voort, alstu
blieft", zei Grace snel, met een glans op
haar gezicht en in haar oogen. Ze was heel
mooi zoo als ze daar zat een weinig voor
overgebogen, de lippen half geopend in ge
ïnteresseerd toeluisteren.
- „Ik wilde zeggen de moderne diploma
tie is zooveel interessanter dan de oude
methoden.Tegenwoordig we zijn de open
hartigheid zelf... tenminste zoo lijkt het.
Diplomaten gaan met iedereen openhartig
om we zeggen „we laten U alles zien wat
we hebben te toonen", terwijl we steeds
onze beste kaarten in onze mouwen ver
stopt hebbenof in onze schoenen, en
onder de oppervlakte die er zoo effen- en
schitterend uitziet, zijn onpeilbare diepten,
soms wel draaikolken..."
Grace hield den adem in.
„Het lijkt heerlijk", zei ze met schitteren
de oogen „ik heb altijd gedacht, dat ik,
als ik een man was geweest de diplomatie
als loopbaan had gekozen. Dat lijkt me zoo
leuk schijnbaar openhartig te toonen en in
te in Engeland te hebben overgebracht, niet
één varken uit Nederland afkomstig was,
daarvan was men thans in Engeland alge
meen overtuigd.
Toegezegd werd, naar aanleiding van de
gevoerde discussie het Engelsche stand
punt nader te zullen overwegen.
De portoverlaging.
De aangekondigde portoverlaging voor
binnenlandsch verkeer, welke met October
a.s. zal ingaan, zal zooals gemeld, alleen
betreffen de briefkaarten en het expresse
bestellingsrecht. Het porto voor briefkaar
ten zal op 5 cent worden gebracht en het
expresse bestellingsrecht, dat thans voor
brieven 30 en voor pakketten 40 cent be
draagt, zal worden verlaagd tot respectie
velijk 20 en 30 cent.
Ook andere verlagingen worden nog
overwogen, maar zullen zeker dit jaar niet
meer worden ingevoerd.
De autobusdienst der spoorwegen.
De nieuwbenoemde directeur <van den
door de Ned? spoorwegen op te richten
autobusdienst, de heer Heg, heeft op een
vraag van „het Centrum", waarom de di
rectie der Ned. spoorwegen juist nu tot
haar beslissing met betrekking tot den
autobusdienst gekomen was, geantwoord,
dat de directie dit besluit Zaterdag 31 Juli
genomen had en zulks niet eerder had kun
nen doen, dan nadat de Eerste Kamer op 14
Juli hare goedkeuring gehecht had aan de
wijziging van de wet van 23 April 1880, be
treffende de openbare middelen van ver
voer, met uitzondering der spoorwegdien
sten.
Voorts deelde de heer Heg nog mede, dat
hij inzijn. tegenwoordige functie van inspec
teur van het vervoer der Nederl. spoorwe
gen,met ingang van 1 September a.s., zal
woden opgevolgd door den heer G. van
Meurs, thans inspecteur eerste klasse.
Het weer Is onvast geworden.
De weerkundige medewerker van „het
Vad." schrijft
Sedert Maandag is in den weerstoestand
.in Noord-West Europa een verandering ten
cngunste gekomen, waaraan we eenige
oogenblikken aandacht moeten wijden, om
dat hierdoor het weer te onzent onvaster is
geworden, dan het gedurende de geheele
vorige week geweest is. Er is nl. ten Zui
den van IJsland een depressie verschenen,
die Maandagmorgen vrij veel dieper was
dan een etmaal tevoren en die zich ook een
weinig in de richting van 't vasteland heeft
verplaatst. Wel staat daartegenover, dat
het gebied van hoogen druk ook versterkt
en vergroot is, zoodat het bijna het ge
heele gebied van de Golf van Biskaye ai
over het vaste land tot in het Noorden van
Skandinavië bedekte maar de nabijheid van
een dieper wordende depressie in het N.-
Westen is een bedreiging van den rustigen
weerstoestand, dien we gedurende meer
dan een week niet zoo nabij hadden. De
gewone gang van zaken is dan, dat het
gebied van hoogen druk zich' naar het Zui
den terugtrekt, waarna de depressie, en na
haar een reeks van andere, in Oostelijke
richting trekt, waardoor bij ons de weers
toestand een los karakter krijgt. Het kan
dan zoowel afwisselend regenachtig en
opklaren als ook heel regenachtig worden.
Hieromtrent valt niets vooruit te zeggen.
Maandag waren er verschillende ver
werkelijkheid je tegenstander nooit het
rechte te vertellen hem recht in de oogen
te kijken en altijd voor hem te verbergen
wat achter het masker van je gezicht in je
hersens omgaat".
„U zoudt een igoed diplomaat geweest
zijn, Mademoiselle". De staalblauwe oogen
blikten plotseling diep in het andere paar
blauwe oogen, die verrast opkeken.
„Er is geen betere tooneelspeler of di
plomaat dan de vrouw als ze haar geheele
willen erqp concentreert en als ze weet haar
mond te houden".
„O, ik kan mijn mond houden", zei Gra
ve, even stokkend, om iets dwingends, om
iets wat ze niet heelemaal realiseeren kon,
in den oogopslag van mr. Müller. „Ik ben
nooit een babbelkous geweest".
„Nooitherhaalde de bezoeker met een
mengsel van verwondering en geloof, ter
wijl hij het meisje doordringend bleef aan
kijken. Hij zag dat ze bloosde onder zijn
blik. „Maar", zei hij, „ik ben hier niet ge
komen om een gesprek over diplomatie te
hebben", terwijl hij opstond en opgewekt
lachte. „Ik kwam alleen maar om mijn in
vitatie te brengén en om U te zeggen dat
mijn auto U om 7 uur komt halen, als U dat
gelegen komt". Mrs. Cardew bedankte weer
uiterst beleefd en vriendelijk, maar paste
wel op niet in over-beleefdheid te verval
len en de bezoeker was al bijna bij de deur,
toen hij zich plotseling weer omdraaide.
„O ja, dat zou ik nog vergeten", zei hij,
terwijl hij zijn oogen weer op Grace's ge
zicht rusten liet, „Mrs. Digby vertelde mij,
dat die bekende jonge genie-officier van
het Indisch leger, Sir Giles Tredman, het
voorrecht heeft om met u verloofd te zijn,"
hij maakte een buiging in de richting van
het jonge meisje, „en ik wilde graag weten
of hij al in Engeland is en als dat zoo is,
of u hem niet zou willen vragen of hij van
avond bij ons in de loge komt
Grace was niet voldoende geoefend in
het observeeren van anderen om op te
merken hoe intens de blik was waarmee
mr. Müller haar gedachten poogde te lezen,
toen hij de vraag stelde, of o'm zijn even
ingehouden adem te verklaren, toen zij ant-
«Ï3r
Voor engros Firma GEBR. STEENLAND,
Stationstraat MIDDELBURG.
schijnselen. die zoowel voor als tegen een
verslechting van den weerstoestand spra
ken. De toenemende hooge bewolking, die
uit het Zuid-Westen opkwam, scheen op het
langzaam doordringen der depressie naar
het Oosten te wijzen. Dit zou regenweer
kunnen voorspellen. Maar daartegenover
stond, dat de barometer den geheelen dag
zoo goed als geen verandering vertoonde.
Ook was de zeer langzame drift van de
wolken eerder een aanduiding, dat de de
pressie nog ver af bleef.
Gisterenmorgen was de weerstoestand
evenwel in ongunstigen zin veranderd. In
den nacht was de barometer iets gedaald,
hoewel deze daling weer opgehouden
schijnt te zijn. De bewolking was sterk toe
genomen. De algemeene weerstoestand
schijnt zich dus zoodanig te ontwikkelen,
dat het weer onvasten zal worden.
De begrafenis van een padvinder.
De Engelsche Boy Scouts kwamen in ons
land, vroolijk, blij, gezond. Ze keken hun
oogen uit in ons lage landje, ze waren heel
ingenomen met alles hier. Vele ouderen
genieten in deze dagen van ons mooie Hol
land en ze uiten dat, maar als jongelui ge
nieten, zooals deze Boy Scouts, dan moet
het uitbundig wezen.
En zoo deden ze.
Toen kwam het rampzalige bericht van
hun kameraadje Lou Kotte, hij kreeg een
ongeluk bij Eerde en werd uit het leven
gerukt. Het was wel is waar een vreemde
knaap, een die ze nooit zagen, maar het
was een Boy Scout, een vriend. Met de
Höllandsche vriendjes van Lou voelden ze
het ongeluk mee, ze waren gedrukt.
Gisteren ging een groep uit hun midden
naar den doodenakker te Bloemendaal en
daar werd een saluut gebracht met de
vaandels.
Een der Engelsche leiders voerde het
woord en ging voor in gebed. Door welpen
werd daarna een palmtak op het graf ge
legd.
Padvinders der afdeeling Bloemendaal
brachten ook een laatsten groet aan Lou en
legden bloemen op zijn graf.
woordde
„Het is heel vriendelijk van u om er aan
te denken, maar Sir Giles komt pas eind
van de week in Engeland".
VJJlFDE HOOFDSTUK.
Giles' beslissing.
„Het is mijn plicht de zaak van alle kan
ten voor u te belichten en u moet begrijpen,
Sir Giles, dat als u bij uw plan blijft... u
uzelf blootstelt wel... aan... verkeerde
uitlegging van uw goede bedoelingen". c
Mr. Ducan, de advocaat, die niet alleen
altijd de aangelegenheden van de Tredmans
en van hun bezittingen had behartigd, maar
ook een vriend was geweest van Giles'
oom, den overleden edelman, keek over het
mahonie-houten schrijfbureau naar den jon
gen man, die tegenover hem zat en schudde
bedenkelijk het hoofd.
Mr. Ducan was, en hij was zichzelf daar
van ten volle bewust, een persoon van ge
wicht in zijn uitgebreiden kring en hij was
gewoon dat zijn cliënten zijn adviezen be
schouwden als zeer goed overwogen en ze
dan ook letterlijk opvolgden. Hij was over
tuigd dat zijn groote ervaring en wereld
wijsheid hem tot een veiligen 'gids maakten
in delicate aangelegenheden en daarom
twijfelde hij er geen oogenbiik aan dat zijn
bezoeker van nu zijn raad zonder aarzelen
zou opvolgen. Maar Giles herhaalde alleen
langzaam en nadenkend de laatste woorden
van den rechtsgeleerde.
(Wordt vervolgd.)
VOLKSGEZONDHEIDS.
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
Laat het rooken na in fabrieken en in
alle opslagplaatsen van brandbare stof
fen. Klop geen tabakspijp uit in een
brandbare omgeving. Rook nimmer in
bed. Steek geen brandende pijp of si
gaar in een zak van een uwer kleeding-
stukken.
Nederl. Brandweervereeniging.