tooo 100 25 4 t w Advertentie 11 AUGUSTUS jlemeentebestuur ""binnenland feuilleton zijn kleine meisje 64e Jaargang 1926 sche Maatschappij 111 11 13 - 8 aansluitingen. WOENSDAG n berichten" 11 Mm Tim DUS RIK Maislml it-ill, Knap. MA hslietinigg KU Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen Kon m 150 te ViissJngen v.m. n.m. 4.03 4.11 4.36 4.43 Auto's en Fietsen ustus uur 9.04 9.02 N D A itus. Openbaar tuin- .Schakel", Tuin van d» AN EEN VLIEGTUIG. ft een militair vliegtuig, rsonen bevonden, even en noodlanding moeten i kwam in een bietenveld eide vliegeniers bleven was gegeven van de I >k direct een vliegtuig angegeven plaats, ten- ulp te bieden. AMSTERDAM 10 Augustus, 3 uur. zich heden bijna geheel s afzijdig met het resul- van zeer bescheiden af koersen van de meeste childen daarbij niet veel maar in verband mei handel legden die hier tot afbrokkelen aan den :n iets lager in verband der rubberprijzen. Ta- weinig veranderd. Sul- in hoofdzaak op onge* i gisteren genoteerd. De petroleumwaarden was 11 konden zich overigens Duden. Industriepapieren :te markt. Scheepvaart- verwaarloosd. rultbetallag, van 1-5 regtli ke regel meer 15 cenl i beschikbaar aken van bouwkundige I bouwaanvragen, aan-1 derwet, enz. Brieven I aan het bureau van Courant". een pracht &0 VENHUIS stand (liefst klein ge-1 Iden per maand, lureau „Vliss. Courant". VERDIENSTE. e Schoenmakerij vraag! I STELHUIZEN. motto „Bestelhuis", iss. Courant". ïuwelijk der tegenwoor-1 Mevr. SIEMELM, Evertsen 36, zoo spot- f k een nette DIENSTBODE. een NO met WINKEL rlden per maand. Sureau „Vliss. Courant" I -Middelb.-Rotterdalj hengelegen plaatsen. :r van passagiers, ■deren en vee. v.l v.m.iiHl v.Midd. v.m.uur 8 igustus gl2„ - 9 14 9 matiën te bekomen: N.V. Transport- en E Erven G. VOS, T< B. EENHOORN, Tel. .v. OOSTERHOUT, TA ïebra. BUITENHEK, TeU®l VL1SS1NGSCHE COURAiNT ABONNEMENTSPRIJS Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België en de overige landen der Post-Unie, bij wekelijk- sche verzending 4.15bij dagelijksche verzending 6.10. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels 1.10voor iederen regel meer 26 cent. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Reclames 52 cent per regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 75 cent, voor eiken regel meer L5 cent. Bij abonnement speciale prijs. De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. ClUU een ongeluk. t$UU gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. dienstplicht. Vrijstelling wegens kostwinnerschap. De Burgemeester van Vlissingen brengt ingevolge art 44, 2e lid van het Dienst plichtbesluit ter openbare kennis, dat doo: den minister van marine bij beschikking van 9 Augustus 1926, no. 154, van den dienstplicht met ingang van 1 September 1026 voor één jaar is vrijgesteld wegens kostwinnerschap, de ingeschrevene van Pen dienstplicht dezer gemeente, lichting 1926, WILHELMUS NOYONS. Tegen deze uitspraak kunnen vanaf he den binnen tien dagen bij de Kroon in be roep komen, de ingeschrevene wien de uit spraak geldt, elk der overige voor deze ge meente voor dezelfde lichting ingeschreven personen, of de wettige vertegenwoordiger. Het verzoekschrift dat met redenen om kleed moet zijn, moet worden ingediend bij den Burgemeester dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor doorzending van het verzoekschrift. Vlissingen, 11 Augustus 1926. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. Het Nederlandsch-Belgisch verdrag. Wij hebben al meermalen uitvoerig mel ding gemaakt van de oppositie tegen het verdrag met België. De strijd in de Kamers zal zeker heftig zijn, en men zal moeilijk kunnen voorspellen hoe de beslissing zai wezen. Zbo is er bijv. strijd in de S.D.A.P. Het „Volk" is er sterk voor in de „Voor waarts" verdedigde het Kamerlid mr. San- des het tractaat eveneens wethouder de Zeeuw te Rotterdam, tevens Eerste Kamer lid, kwam met een tegenbetoog, waarop de heer De Zeeuw in het „Volk" weer reageer de, terwijl thans de partijvoorzitter, de heer Henri Polak, het verdrag bestrijdt. De heer Van Karnebeek zal zijn zaken wel in orde hebben als het er op aankomt het verdrag te verdedigen in de beide Ka mers, maar een stemming kan verras singen geven. Nu komt ook de hooigbejaarde staatsman mr. S. van Houten (die zijn 90e levensjaar reeds is ingetreden) de zaak eens in een Staatskundigen Brief bekijken. Hij zegt o.a.: De bezwaren zijn van vele zijden vol doende ontwikkeld en ik kan mij bepalen tot het uitspreken van de hoop, dat het niet in het „Staatsblad" plaats vinde zonder dat het op belangrijke punten is gewijzigd. Als België daartoe niet geneigd is, Nederland heeft aan het tractaat geen behoefte. Van Karnebeek verklaarde dit met zoo vele woorden op 3 Juni 1920 in de Tweede Kamer. Slechts één opmerking moet ik bijvoegen over de luchthartigheid waarmede over be zwaren door den minister en gewoonlijk enstige. schrijvers wordt heengestapt. Zoo bijv. die tegen de vrijheid om van Antwerpen N. B. een plaats van waar men slechts over een ander land de zee kan bereiken een oorlogshaven te maken. Wat daartegen door Elout, Nierstrasz en vele anderen wordt aangevoerd is toch waarlijk niet uit den duim gezogen. „Geen ernstig Belg denkt er aan om er gebruik van te maken", zegt nu een der groote ver dedigers Van Oss in zijn „Haagsche Post", Uit het Engelsch van L. G. MOBERLEY. Vertaald door P. P. T. (Nadruk verboden.) 2 3 2 Dinsdags. Het kwam haar voor dat het bezoek van den vreemdeling, juist op het oogenbiik dat ze over hem spraken, een fatale be- teekenis had en toen haar oogen de zijne ontmoetten, terwijl hij beleefd boog en haar uitgestoken hand drukte, huiverde zij weer. De bezoeker was heel lang en zooals Grave enkele minuten eerder gezegd had, knap. Hij was niet zoo jong meer en de weinige grijze haren schenen de aantrekke lijkheid van zijn gezicht nog te verhoogen. Hij was glad geschoren, op de kleine zwarte snor na, die den mooi gevormden mond vrij liet. Door de tegenstelling met zijn donkere haar en snor,, viel de kleur van zijn oogen bijzonder op, ze waren levendig blauw en Mrs. Cardew dacht weer aan haar woorden van eenige oogenblikken geleden «als scherpe pijlen". Zij herhaalde de woor den in zichzelf en bedacht dat die harde, heldere oogen nog anders waren dan staal alleen. Ze leken op het gepolijste staal van een nieuw zwaard. Maar al waren mr. Mui- Iers oogen hard, zijn glimlach had een bui tengewone bekoring Mrs. Cardew was genoodzaakt dat te erkennen en er was zoo iets fascineerends in zijn stem, dat de oude dame moest toegeven dat hij een man was die een vrouw zou kunnen bewegen nem tot het eind van de wereld te volgen. „Ik durfde op dit ongewone uur te ko men begon de bezoeker, terwijl hij naar ae klok keek, die juist zes uur geslagen £a?'"bmdat ik een logé heb gekregen voor net Marsyas Theater vanavond, en ik wilde ragen of ik u en Miss Cardew mag invi- xeeren om de loge met mij te deelen en m b'J Carlton te dineeren Cardew probeerde gewoon te doen. in!!?r.8, Wï?s zii ka,m en beminnelijk, maar nnerlijk peinsde zij er over bij wien ze be en acht daarmede alle bezwaren vervallen. Maar waarom wordt dan van de zijde der Belgische regeering op die vrijheid aange drongen 't Ligt toch zoo voor de hand, dat zoo dra Nederland heeft toegestemd, daaruit verdere consequenties zullen worden ge trokken, met de bewering, dat als België toch zakelijk van zijn van de zee afgesloten oorlogsschepen geen nut kan trekken er immers niet op zou zijn aangedrongen, Ant werpen tot oorlogshaven te mogen maken. Bij deze onderhandelingen zijn wij van Belgisch-Fransche zijde niet verwend aan bescheidenheid en die beminnelijke eigen schap wordt niet gekweekt door toegevend heid allerminst in het internationaal ver keer. Dat leert de geschiedenis op elke bladzij „L'a'ppetit vient en mangeant", geldt zeker van staten, die op vermeerdering van grondgebied belust zijn". Voor de ouden. Een vakvereeniging heeft den minister van arbeid verzocht, het mogelijk te maken, dat de leden van de vereeniging, die in verband met hun leeftijd geen betrek king kunnen vinden, een voorschot van het rijk ontvangen om een eigen „nering" op te zetten. De minister heeft op dit verzoek geant woord, dat de regeering tot een dergelijke subsidie-politiek niet kan overgaan en hij argumenteerde zijn beslissing o.m. met de bewering dat werd de verzoekende vereeni ging gesteund, ook andere vakverenigin gen bij de regeering zouden aankloppen om subsidie voor haar „ouden van dagen". Het verzoek van de hierboven bedoelde vereeniging is begrijpelijk. Wie in nood verkeert, poogt zijn leven te redden en ziet daarbij niet uit, of hij wellicht gras plat trapt een bloembed beschadigt, of op eenigerlei andere wijze „verboden hande lingen" verricht. De „ouden van dagen" voor wie in dezen economischen crisistijd het leven steeds moeilijker wordt, ja, onder wie er zijn, die wellicht niet meer in de ge legenheid zullen geraken ooit hun verloren gegane positie te heroveren, grijpen naar elk middel, waarvan zij verwachten, dat het .dienstig is bij hun streven. Het antwoord van den minister is even eens begrijpelijk, maar daarenboven recht vaardig. Immers, het ligt niet op den weg van dé regeering, de economische zelfver antwoordelijkheid van den burger zóó ver in te perken, dat ieder, wiens eigen krach ten te kort schieten om zich te handhaven in een positie gelijk die, welke zij verover den in andere tijden en onder andere om standigheden, aan de geldelijke middelen wordt geholpen om een nering te beginnen. Zeker niet in onze dagen, nu, getuige de besprekingen bij gelegenheid van 't jongste middenstandscongres, blijkt in welke mate onze winkelstand „overbezet" is. Kunstma tige uitzetting van het middenstandsbedrijf zou thans, uit een oogpunt van volkswel vaart. tot rampzalige gevolgen leiden. De minister van arbeid, die op 't verzoek van de subsidie-vragende vereeniging af wijzend beschikte, handelde zooals van een regeeringsleider geëischt mag worden. Moeten dan de „ouden van dagen" aan hun lot worden overgelaten Neen. Maar het is niet de regeering, doch de volksge meenschap, die handelend moet optreden. De arbeid van maatschappelijk herstel, die thans door elk volk aangevat is, zal er toe moeten leiden, dat lichamelijk tot arbeid trouwbare informaties kon inwinnen over dezen vreemdeling met zijn opmerkelijk goéd Engelsch accent, die zoo'n duidelijke bewondering voor haar mooie dochter toonde. „Wat vriendelijk van u om aan ons te denken", zei ze, terwijl haar woorden geen spoor van haar innerlijke opwinding ver rieden", het is gelukkig dat we geen an dere afspraak voor vanavond hebben en mijn dochter en ik hadden allang graag het nieuwe stuk in het Marsyas Theater gezien. Het is erg vriendelijk van u." Niemand beter dan Mrs. Cardew verstond de kunst om op een beleefde manier voor een uitnoodiging te bedanken, maar on danks al haar waarschuwingen aan haar dochter tegen avonturiers, was zij zich er volkomen bewust van dat het onbeleefd en ongewenscht zou zijn geweest om een vreemdeling, die een vriend was van de Digby's, anders dan met de grootste onder scheiding te behandelen. Het huis Digby was een kosmopolitisch centrum in Londen en ofschoon men er een enkele maal wel eens een vreemdsoortig wezen aantrof, kwam toch het grootste deel der in Londen vertoevende vreemdelingen uit de eerste Europeesche kringen in de voorname wo ning op Portman Square. Daarom moest men iemand, die in dezen kring was-opge nomen, niet froisseeren, overwoog de def tige dame, vooral niet... als een Logeplaats in den schouwburg en een diner in „Carl ton" de beleefdheid nu niet bepaald tot een opoffering maakten. „We zullen een bonte rij vormen", ging Mr. Muller voort met zijn muzikale stem. „Ik ben zoo vrij geweest om een landge noot van mij, Mr. Schmidt, als vierde te vragen. Hij is in den diplomatieken dienst en kent uw land goed hij spreekt ook vloeiend Engelsch. „Toch zeker niet vloeiender dan u," zei Mrs. Cardew met een beminnelijk glimlach je, „ik wilde alleen maar dat ik Duitsch sprak... een millioenste deel zoo goed als li Engelsch." „Mijn... Duitsche... moedertaal", een schaduw van een glimlach was het spot, geschikt zijnde personen, arbeid kunnen vinden, terwijl de „ouden van dagen", die voor den arbeid niet meer geschikt zijn, hun bestaansmiddelen betrekken uit het fonds van middelen door de arbeidende leden van de gemeenschap gevormd en dat toereikend moet zijn om het onvrijwillig niet-arbeiden_ de deel te onderhouden. Houden wij toch goed voor oogen, dat wij allen onze be staansmiddelen moeten putten uit het door arbeid verkregen fonds, maar dat het niet op den weg der regeering ligt om de ver deeling van dit maatschappelijk arbeids product op zich te nemen. Ons maatschap pelijk leven is .gegrondvest op het beginsel van vrijheid van voortbrenging en vrijheid van verbruik. Die vrijheid is beperkt, maar haar te ver te beperken, of haar opheffen zou tot gevolg hebben ineenstorting van geheel' ons maatschappelijk bouwwerk. Daarom het kan niet te dikwijls herhaald worden zij, die in dezen tijd arbeid vin den en daarmede werken aan de vorming van het bestaansmiddelenfonds, moeten al hun krachten inspannen, opdat elk pro duct met zoo weinig mogelijk energiever spilling en grondstofgebruik voortgebracht wordt. De arbeid goedkooper, de producten grooter in aantal. Hierdoor schept men wel vaart en werkgelegenheid voor lichamelijk tot werken nog .geschikte „ouden van da gen". Elk ander middel zal bij zijn toepas sing lapwerk geven. Het verzoek van de voor hunne „ouden van dagen" opkomende leden, kan toch zijn nut hebben, nl. wan neer de bevoorrechten onder ons, zij, die kunnen arbeiden, zor.gen, dat er door hun arbeid werkgelegenheid komt voor allen, die thans buiten werkplaats en kantoor worden gehouden, omdat er niets te ver dienen is. „Courage, 't zal waarachtig wel gaan zoo sprak Tromp als leider tot hen, die on der hem en met hem, streden voor de zaak van het vaderland. „Courage, 't zal waar achtig wel gaan Laten wij dit ook onzen ouden van dagen toeroepen, maar... dan ook als Tromp zorgen dat het gaat. Voor hen, die buiten het terrein van den arbeid worden gehouden, worden de voor waarden tot toelating opgesteld door hen, die binnen zijn. Het invoerverbod van vleesch in Engeland. Nader wordt gemeld, dat de besprekin gen, welke de Nederlandsche deskundigen^ dr. Berger en dr. Lourens, gehouden heb ben met de Engelsche autoriteiten over het invoerverbod van vleesch, zich door een vriendschappelijken toon kenmerkten. Met zeer groote belangstelling werden door laatstgenoemde regeeringsvertegen- woordigers aangehoord de bijzonderheden omtrent de maatregelen door de Nederland sche regeering genomen om Engeland te waarborgen tegen eventueele overbrenging van het mond-" en klauwzeer door vleesch van in Nederland geslachte dieren en de proeven aan de rijksseruminrichting geno men, die aangetoond hebben, dat de vrees van den Engelschen minister van landbouw voor het overbrengen der ziekte door vleesch van dieren, geslacht in het incuba- tiestadium, ongegrond is. De Engelsche autoriteiten bleken over tuigd te zijn van de absolute deugdelijk heid en betrouwbaarheid der uitvoering van alle Nederlandsche voorschriften, die ter zake zijn genomen óók van de maatrege len zelve. Dat bij de onlangs ingevoerde geslachte varkens, die er van verdacht waren de ziek- was het geamuseerdheid of wellicht een mengsel" van beide twinkelde in zijn brutale blauwe oogen, „is niet gemakke lijk voor een vreemdeling. Maaf ik..." weer een korte aarzeling, „ik ben wat men noemt een kosmopoliet. Ik kan ongeveer alle Europeesche talen, zooals ik ook ongeveer alle Europeesche landen goed ken." „Bent u ook diplomaat?", vroeg Grace, en de vreemdeling wendde zijn hoofd naar haar toe, terwijl weer een flikkering in zijn oogen schoot. „Dat hebt u goed geraden", was het ant woord. „Een buitengewoon aantrekkelijk vak, Mademoiselle, Het plaatsen van den eenen zet tegenover den anderen zet, het uitspelen van de eene kaart tegenover de andere kaart, de voortdurende wedijver en naijver, die toch, hoe vriendschappelijk uiterlijk de qjngang ook is, toch wedijver en naijver blijven. Dat is allemaal een buiten gewoon boeiend spel. En de tegenwoordige diplomatie..." hij hield op, keek beurtelings naar de beide dames en zeide op veront schuldigenden toon „Maar ik praat veel te veel over mijn eigen zaken." „Neen, absoluut niet, gaat u voort, alstu blieft", zei Grace snel, met een glans op haar gezicht en in haar oogen. Ze was heel mooi zoo als ze daar zat een weinig voor overgebogen, de lippen half geopend in ge ïnteresseerd toeluisteren. - „Ik wilde zeggen de moderne diploma tie is zooveel interessanter dan de oude methoden.Tegenwoordig we zijn de open hartigheid zelf... tenminste zoo lijkt het. Diplomaten gaan met iedereen openhartig om we zeggen „we laten U alles zien wat we hebben te toonen", terwijl we steeds onze beste kaarten in onze mouwen ver stopt hebbenof in onze schoenen, en onder de oppervlakte die er zoo effen- en schitterend uitziet, zijn onpeilbare diepten, soms wel draaikolken..." Grace hield den adem in. „Het lijkt heerlijk", zei ze met schitteren de oogen „ik heb altijd gedacht, dat ik, als ik een man was geweest de diplomatie als loopbaan had gekozen. Dat lijkt me zoo leuk schijnbaar openhartig te toonen en in te in Engeland te hebben overgebracht, niet één varken uit Nederland afkomstig was, daarvan was men thans in Engeland alge meen overtuigd. Toegezegd werd, naar aanleiding van de gevoerde discussie het Engelsche stand punt nader te zullen overwegen. De portoverlaging. De aangekondigde portoverlaging voor binnenlandsch verkeer, welke met October a.s. zal ingaan, zal zooals gemeld, alleen betreffen de briefkaarten en het expresse bestellingsrecht. Het porto voor briefkaar ten zal op 5 cent worden gebracht en het expresse bestellingsrecht, dat thans voor brieven 30 en voor pakketten 40 cent be draagt, zal worden verlaagd tot respectie velijk 20 en 30 cent. Ook andere verlagingen worden nog overwogen, maar zullen zeker dit jaar niet meer worden ingevoerd. De autobusdienst der spoorwegen. De nieuwbenoemde directeur <van den door de Ned? spoorwegen op te richten autobusdienst, de heer Heg, heeft op een vraag van „het Centrum", waarom de di rectie der Ned. spoorwegen juist nu tot haar beslissing met betrekking tot den autobusdienst gekomen was, geantwoord, dat de directie dit besluit Zaterdag 31 Juli genomen had en zulks niet eerder had kun nen doen, dan nadat de Eerste Kamer op 14 Juli hare goedkeuring gehecht had aan de wijziging van de wet van 23 April 1880, be treffende de openbare middelen van ver voer, met uitzondering der spoorwegdien sten. Voorts deelde de heer Heg nog mede, dat hij inzijn. tegenwoordige functie van inspec teur van het vervoer der Nederl. spoorwe gen,met ingang van 1 September a.s., zal woden opgevolgd door den heer G. van Meurs, thans inspecteur eerste klasse. Het weer Is onvast geworden. De weerkundige medewerker van „het Vad." schrijft Sedert Maandag is in den weerstoestand .in Noord-West Europa een verandering ten cngunste gekomen, waaraan we eenige oogenblikken aandacht moeten wijden, om dat hierdoor het weer te onzent onvaster is geworden, dan het gedurende de geheele vorige week geweest is. Er is nl. ten Zui den van IJsland een depressie verschenen, die Maandagmorgen vrij veel dieper was dan een etmaal tevoren en die zich ook een weinig in de richting van 't vasteland heeft verplaatst. Wel staat daartegenover, dat het gebied van hoogen druk ook versterkt en vergroot is, zoodat het bijna het ge heele gebied van de Golf van Biskaye ai over het vaste land tot in het Noorden van Skandinavië bedekte maar de nabijheid van een dieper wordende depressie in het N.- Westen is een bedreiging van den rustigen weerstoestand, dien we gedurende meer dan een week niet zoo nabij hadden. De gewone gang van zaken is dan, dat het gebied van hoogen druk zich' naar het Zui den terugtrekt, waarna de depressie, en na haar een reeks van andere, in Oostelijke richting trekt, waardoor bij ons de weers toestand een los karakter krijgt. Het kan dan zoowel afwisselend regenachtig en opklaren als ook heel regenachtig worden. Hieromtrent valt niets vooruit te zeggen. Maandag waren er verschillende ver werkelijkheid je tegenstander nooit het rechte te vertellen hem recht in de oogen te kijken en altijd voor hem te verbergen wat achter het masker van je gezicht in je hersens omgaat". „U zoudt een igoed diplomaat geweest zijn, Mademoiselle". De staalblauwe oogen blikten plotseling diep in het andere paar blauwe oogen, die verrast opkeken. „Er is geen betere tooneelspeler of di plomaat dan de vrouw als ze haar geheele willen erqp concentreert en als ze weet haar mond te houden". „O, ik kan mijn mond houden", zei Gra ve, even stokkend, om iets dwingends, om iets wat ze niet heelemaal realiseeren kon, in den oogopslag van mr. Müller. „Ik ben nooit een babbelkous geweest". „Nooitherhaalde de bezoeker met een mengsel van verwondering en geloof, ter wijl hij het meisje doordringend bleef aan kijken. Hij zag dat ze bloosde onder zijn blik. „Maar", zei hij, „ik ben hier niet ge komen om een gesprek over diplomatie te hebben", terwijl hij opstond en opgewekt lachte. „Ik kwam alleen maar om mijn in vitatie te brengén en om U te zeggen dat mijn auto U om 7 uur komt halen, als U dat gelegen komt". Mrs. Cardew bedankte weer uiterst beleefd en vriendelijk, maar paste wel op niet in over-beleefdheid te verval len en de bezoeker was al bijna bij de deur, toen hij zich plotseling weer omdraaide. „O ja, dat zou ik nog vergeten", zei hij, terwijl hij zijn oogen weer op Grace's ge zicht rusten liet, „Mrs. Digby vertelde mij, dat die bekende jonge genie-officier van het Indisch leger, Sir Giles Tredman, het voorrecht heeft om met u verloofd te zijn," hij maakte een buiging in de richting van het jonge meisje, „en ik wilde graag weten of hij al in Engeland is en als dat zoo is, of u hem niet zou willen vragen of hij van avond bij ons in de loge komt Grace was niet voldoende geoefend in het observeeren van anderen om op te merken hoe intens de blik was waarmee mr. Müller haar gedachten poogde te lezen, toen hij de vraag stelde, of o'm zijn even ingehouden adem te verklaren, toen zij ant- «Ï3r Voor engros Firma GEBR. STEENLAND, Stationstraat MIDDELBURG. schijnselen. die zoowel voor als tegen een verslechting van den weerstoestand spra ken. De toenemende hooge bewolking, die uit het Zuid-Westen opkwam, scheen op het langzaam doordringen der depressie naar het Oosten te wijzen. Dit zou regenweer kunnen voorspellen. Maar daartegenover stond, dat de barometer den geheelen dag zoo goed als geen verandering vertoonde. Ook was de zeer langzame drift van de wolken eerder een aanduiding, dat de de pressie nog ver af bleef. Gisterenmorgen was de weerstoestand evenwel in ongunstigen zin veranderd. In den nacht was de barometer iets gedaald, hoewel deze daling weer opgehouden schijnt te zijn. De bewolking was sterk toe genomen. De algemeene weerstoestand schijnt zich dus zoodanig te ontwikkelen, dat het weer onvasten zal worden. De begrafenis van een padvinder. De Engelsche Boy Scouts kwamen in ons land, vroolijk, blij, gezond. Ze keken hun oogen uit in ons lage landje, ze waren heel ingenomen met alles hier. Vele ouderen genieten in deze dagen van ons mooie Hol land en ze uiten dat, maar als jongelui ge nieten, zooals deze Boy Scouts, dan moet het uitbundig wezen. En zoo deden ze. Toen kwam het rampzalige bericht van hun kameraadje Lou Kotte, hij kreeg een ongeluk bij Eerde en werd uit het leven gerukt. Het was wel is waar een vreemde knaap, een die ze nooit zagen, maar het was een Boy Scout, een vriend. Met de Höllandsche vriendjes van Lou voelden ze het ongeluk mee, ze waren gedrukt. Gisteren ging een groep uit hun midden naar den doodenakker te Bloemendaal en daar werd een saluut gebracht met de vaandels. Een der Engelsche leiders voerde het woord en ging voor in gebed. Door welpen werd daarna een palmtak op het graf ge legd. Padvinders der afdeeling Bloemendaal brachten ook een laatsten groet aan Lou en legden bloemen op zijn graf. woordde „Het is heel vriendelijk van u om er aan te denken, maar Sir Giles komt pas eind van de week in Engeland". VJJlFDE HOOFDSTUK. Giles' beslissing. „Het is mijn plicht de zaak van alle kan ten voor u te belichten en u moet begrijpen, Sir Giles, dat als u bij uw plan blijft... u uzelf blootstelt wel... aan... verkeerde uitlegging van uw goede bedoelingen". c Mr. Ducan, de advocaat, die niet alleen altijd de aangelegenheden van de Tredmans en van hun bezittingen had behartigd, maar ook een vriend was geweest van Giles' oom, den overleden edelman, keek over het mahonie-houten schrijfbureau naar den jon gen man, die tegenover hem zat en schudde bedenkelijk het hoofd. Mr. Ducan was, en hij was zichzelf daar van ten volle bewust, een persoon van ge wicht in zijn uitgebreiden kring en hij was gewoon dat zijn cliënten zijn adviezen be schouwden als zeer goed overwogen en ze dan ook letterlijk opvolgden. Hij was over tuigd dat zijn groote ervaring en wereld wijsheid hem tot een veiligen 'gids maakten in delicate aangelegenheden en daarom twijfelde hij er geen oogenbiik aan dat zijn bezoeker van nu zijn raad zonder aarzelen zou opvolgen. Maar Giles herhaalde alleen langzaam en nadenkend de laatste woorden van den rechtsgeleerde. (Wordt vervolgd.) VOLKSGEZONDHEIDS. EN VEILIGHEIDSHOEKJE Laat het rooken na in fabrieken en in alle opslagplaatsen van brandbare stof fen. Klop geen tabakspijp uit in een brandbare omgeving. Rook nimmer in bed. Steek geen brandende pijp of si gaar in een zak van een uwer kleeding- stukken. Nederl. Brandweervereeniging.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1