NIEMEUER'S MAANDAG 2 AUGUSTUS NIENEUERVS MAIL-SHOES ZIJN NIET TE VERVANGEN TÜftMAÊ BINNENLAND FEUILLETON IN DE SCHADUW VAN EEN GR00TE MISDAAD Stads- en Provincienieuws U --No.179 1926 VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE PRIJS Van 14 regels f 1.10 voor iedere regel meer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij vooruitbetaling van 15 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. Georganiseerd overleg P. T. en T. In de jongste vergadering van de postale commissie voor georganiseerd overleg werd op verzoek van den directeur-generaal ad vies uitgebracht met betrekking tot het voornemen om a. aan de telegraaf- en telefoonstation houders boven de thans genoten vergoeding nog een vaste vergoeding toe te kennen van 35 cent per maand voor elk dagelijksch openstellingsuur, met dien verstande, dat zij voor ten minste 6 en voor ten hoogste 13 uren openstelling per dag wordt uitgekeerd. (Voor deze vergoeding zullen niet in aan merking komen de houders van stedelijke en daarmede gelijk te stellen stations zon der aansluitingen, de stationhouders, die een bijzondere overeenkomst met de postadmi nistratie hebben aangegaan of wier station wordt gevestigd onder borgstelling voor een minimum opbrengst van het station en de kantoorhouders-stationhouders en sta tionhouders bij den P.T.T. Dienst voor den tijd, gedurende welken het hulpkantoor, respect, het poststation, voor het publiek is opengesteld.) b. aan de stationhouders voor den post dienst een vergoeding toe te kennen naar reden van 120 per jaar en per uur le. voor de uren, waarop het station voor den postdienst voor het publiek is opengesteld naar het Engelsch van AMY SKENE. 29) Toen sprak Barbara van de voorstelling van dien vorigen avond in het Arcadian- Theatre" en het genot, dat haar dit had bezorgd. „Ik was in zoo'n tijd niet uit geweest 's avonds, maar nu heb ik er weer zóó den smaak van beet dat ik haast niet kan weg blijven", schertste mrs. Conyers. „Ja, als wij nog tot de „habitués" gaan behooren, dan is dit uw beider schuld*, voegde Beaumont er op dienzelfden toon bij. Miss Stainer merkte zeer goed, dat er iets gedwongens was, zoowel in zijn hou ding als in zijn manier van praten en zij vroeg zich al af, of dit nu kwam door het nieuws dat hij had mee te deelen, of mis schien daardoor dat hij Maurice toch verdacht. Hij werd steeds stiller nadat het gezel schapje had thee gedronken en zelfs mrs. Conyers keek eens een paar maal naar hem. als verwachtte zij dat hij wat zeggen zou. Eindelijk nam Maurice het initiatief. „U wilt mij spreken, Sir Beaumont Zul len wij een eindje omwandelen „Mij dunkt, dat wij beter deden om te blijven waar we zijn", meende de baronet, «tenminste als miss Stainer ons dit veroor looft. Wat ik te zeggen heb betreft in ze keren zin allen, die hier aanwezig zijn. Hebt u" zich tot Ethel wendend „mr. Vernon ook iets verteld van uw ontdek king „Neen u hadt mij immers verzocht, ciaarmee nog te wachten Hij knikte en ging voort„Miss Tracey, nu*. Vernon heeft toevallig een zeer be langrijke ontdekking gedaan wat betreft bet opsporen van den waren moordenaar van Sir Stephen, maar gevoelens die wij eerbiedigen moeten, deden er haar tegen opzien om in het openbaar te verklaren, welke redenen voor clie verdenking zij wel b';d. Om haar te sparen verzocht ik haar 2e. voor de uren buiten den openstel- lingstijd onder le bedoeld, waarin door hen ten behoeve van den postdienst arbeid moet worden verricht of gelegenheid moet worden gegeven tot onderlinge overdracht tusschen bestellers of tot het verdeelen en zetten van correspondentie door bestellend personeel. Hierbij blijft echter buiten be schouwing de tijd, benoodigd, voor een voudige overdracht van de aan het station aangenomen waarden en zendingen aan den naar het hoofd- of hulpkantoor in ver binding vertrekkenden besteller of hulpbe steller. De hiervoren bedoelde vergoedingen worden niet genoten door bestellers- of hulpbestellers-stationhouders gedurende de uren, waarvoor zij als besteller of hulpbe steller worden betaald. Wordt evenwel te hunnen huize aan andere bestellers of hulp bestellers gelegenheid gegeven om corres pondentie te zetten, dan ontvangen zij voor dezen zettijd wel een vergoeding naar reden van ƒ120 per jaar en per uur. Stationhou- aers-huisgenooten van bestellers of hulp bestellers ontvangen voor het geven van gelegenheid tot het zetten van correspon dentie eveneens slechts dan vergoeding in dien te hunnen huize bestellers of hulpbe stellers, niet-huisgenooten, correspondentie zetten. De nieuwe intercommunale telefoondienst te Rotterdam. De nieuwe intercommunale telefooncen trale in het gebouw aan den Coolsingel te Rotterdam werd gisteren in gebruik geno men. Bij den opzet van de nieuwe centrale is er op gerekend, dat het geheele verkeer automatisch kan worden afgewikkeld. Voor de overbrenging van den dienst van het oude naar het nieuwe kantoor is de stil ste tijd gekozen. Van 10 uur gisterenavond tot Zondagmorgen werd het verkeer ge leid over slechts 22 van 419 interlocale draden. De overige draden en de honderden gemeentelijnen werden toen op het oude kantoor verbroken en op het nieuwe be vestigd, waardoor thans Rotterdam de grootste telefooncentrale van Europa heeft. Regeeringsplannen in zake de ziekenfondsen. De sociaal hygiënische commissie van de Ned. Mij. tot bevordering der Geneeskunst heeft aan het hoofdbestuur dezer maat schappij prae-advies uitgebracht over het gewijzigd wetsontwerp-1925 „Regeling der ziekenverzorging." Naar de meening der prae-adviseurs is van het oorspronkelijke in Augustus 1920 ingediende wetsontwerp, in het gewijzigd ontwerp-1925 weinig overgebleven. De commissie vat haar voornaamste be zwaren tegen het jongste ontwerp als volgt samen De subsidieering der bestaande zieken fondsen, de bijzondere bijdragen voor op richtingen alsmede de omschrijving der ge neeskundige hulp zijn vervallen. De invloed, die volgens de memorie van toelichting zal uitgaan van het cachet, dat de fondsen door de toelating zullen krij gen, en van het belang, dat de toelating zal hebben bij invoering der Ziekteverzeke ringswet, kan de commissie niet hoog aan slaan. Algemeen wordt erkend, dat op den tegenwoordigen grondslag de fondsen niet voor geneeskundige hulp in den zin als hierboven vermeld kunnen zorgen, en hier in zal door de erkenning niets veranderen. De commissie betreurt deze wijzigingen ten zeerste. Zij meent, dat aan een goede regeling der ziekenverzorging groote be hoefte bestaat en dat door de voorgestelde bepalingen in deze behoefte niet zal wor den voorzien. Het gewijzigd ontwerp is een groote stap achteruit, vergeleken bij het ontwerp-1920 en zal h.i. niets dan teleur stelling baren. De commissie vraagt zich af of subsi dieering door het rijk geheel uit het ont werp moest verdwijnen en of niet door eenige beperking van de eischen aan de geneeskundige verzorging gesteld, althans de hoofdzaken hadden kunnen worden gered. Concludeerend vindt zij in het voorge stelde wetsontwerp zoovele tekortkomingen, dat zij niet kan voorstellen de aanneming zonder verbetering en aanvulling te bevor deren. Begrafenis sergeant-vlieger Dumerniet Zaterdagmiddag heeft op de algemeene begraafplaats te Soest de teraardebestel ling plaats gehad van het stoffelijk over schot van den sergeant-vliegenier die Woensdagmiddag jl. bij een botsing in de lucht om het leven kwam. Er was voor deze begrafenis groote be langstelling. Een schat van bloemen dekte de baar. Namens den minister van oorlog en den chef van den generalen staf werd het woord gevoerd door majoor Sinnigen en kapitein Viehof, die beiden leedwezen betuigden, in zonderheid aan de weduwe, met het droe vig ongeval. Daarna werd het woord gevoerd door den commandant van het vliegkamp te Soesterberg, die een laatsten groet bracht aan Dumerniet, die behoord had tot dege nen, die welbewust het risico dragen van de gevaren aan de beoefening van de lucht vaart verbonden. Spr. vond het een ver heffende gedachte, dat Dumerniet is heen gegaan, terwijl hij zijn plicht deed in dienst van het vaderland. Namens officieren en onderofficieren van het 7de reg. inf., waartoe Dumerniet had behoord, sprak sergeant-majoor Tromp, die den overledene prees als kameraad. Voor de afdeeling Soesterberg der onder- officierenvereeniging „Ons Belang" en van den Bond van Technisch Personeel spra ken resp. sergeant-majoor Neuteboom en onderofficier Swamborn, waarna ten slotte een broeder van den overledene en een broeder der weduwe aan allen, inzonder heid aan de autoriteiten, dank brachten voor de betoonde belangstelling. Daarna overhandigde de heer Doedens aan baron van Voorst tot Voorst het her inneringsboek, dat dankbaar aanvaard werd. Het herinneringsboek, gebonden in ma rokijn-leder, bevat een beknopte beschrij ving van de ramp met een relaas van de bulpverleening door den Commissaris der Koningin, in het Nationaal Stormrampcomi té, het Provinciaal comité, het R. K. Huis vestingcomité, den Jongen Boerenstand en de genietroepen, aan wie in hartelijke woor den dank gebracht wordt. Volgen de na men der plaatselijke comitéleden en der ge troffenen, alsmede van de leden van het bouwbureau. Vier en twintig foto's en een kaart ?even een indruk van de ramp en haar omvang. Hotelbelasting. Door de „Nederlandsche Vereeniging van vertegenwoordigers van Handelaren en In- dustrieelen „Hermes", gevestigd te Amster dam, is een adres aan den minister van fi nanciën gericht, waarin wordt verzocht de hotelbelasting in te trekken. Een aantal bezwaren wordt tegen het in gediende ontwerp aangevoerd. Mocht ook niet gunstig op het verzoek tot aanbrengen der wijzigingen m het ont werp beschikt kunnen worden, dan ver zoekt adressante aanvulling van het ont werp met een zoodanige bepaling, dat houders van een door de Kamer van Koop handel en Fabrieken in zijn district gewaar merkte legimitatie, waaruit blijkt, dat de houder als vertegenwoordiger werkzaam is, op vertoon dier legimitatiekaart vrijstelling heeft voor het betalen der belasting. Herinnering aan de stormramp van 10 Augustus 1925. Vrijdagmiddag heeft in het gebouw van het provinciaal bestuur van Noord-Brabant een treffende plechtigheid plaats gehad. Een afvaardiging uit de Brabantsche dor pen Zeeland, Cassc' en Escbaren, bestaande uit de burgemeesters Doeders, Peters en baron van Hövell van Westerflier en het Statenlid van de Ven uit Zeeland, had aan den Commissaris der Koningin, mr. A. ba ron van Voorst tot Voorst verzocht prechtig afscheid te mogen nemen van het Provin ciaal Centraal Comité tot leniging van ram pen van algemeenen aard. Dit comité, met uitzondering van den heer ir. Schiingel, was in een der zalen aan wezig, nl. de Commissaris der Koningin als voorzitter en de leden Th. Roffen (tevens secretaris-penningmeester), jhr. mr. E. van Meeuwen en jhr. mr. W. van de Poll, met den architect Danser. De heer Doedens, burgemeester van Zee land, heeft in een toespraak nog eens aan de droeve ramp herinnerd en met dank baarheid gewaagd van den van zoovele zij den ondervonden steun. Scheepvaartbeweging. Gedurende Juli 1926 kwamen den Nieu wen Waterweg binnen 1596 schepen, me tende 2.313.299 netto reg. ton, waarvan 2 zeilschepen en 7 zeelichters. Voor Rotterdam waren hiervan bestemd 1455 schepen, metende 2.118.571 netto ton. In Juli 1925 kwamen den Nieuwen Wa terweg binnen 1137 schepen, metende 1.664.555 netto reg. ton, waarvan 3 zeil schepen en 15 zeelichters. Voor Rotterdam waren hiervan bestemd 1030 schepen, met. 1.525.757 netto reg. ton. Sedert 1 Januari zijn aen Nieuwen Wa terweg binnengekomen 8180 schepen, met. 12.493.444 netto reg. ton, tegen 7182 sche pen, met. 10.840.604 netto reg. ton in de eerste 7 maanden van 1925. Er is dus een vermeerdering met 998 schepen en een ver meerdering met 1.652.840 netto reg. ton. Voor Rotterdam waren hiervan bestemd 7457 schepen, met. 11.614.414 netto reg. ton, tegen 6514 schepen, met. 10.004.652 netto reg. ton in dezelfde periode van 1925. Er is dus een vermeerdering met 943 sche pen en een vermeerdering met 1.609.762 netto reg. ton. In deze cijfers zijn het groot aantal bun kerbooten niet begrepen. VLISSINGEN, 2 AUGUSTUS. Jaardag Koningin Emma. Heden herdenkt H. M. de Koningin Moe der haar 68-sten jaardag. De groote meer derheid van het Nederlandsche volk wenscht H. M. met dezen jaardag van harte geluk en hoopt dat zij nog lang voor ons Mag behouden blijven. Ter gelegenheid van den jaardag van de Alleenverkoop JACQ. PLOUVIER. nog niets te zeggen tegen u, die er toch natuurlijk zooveel belang bij hadt om dat ik dacht dat ik, als opvolger van het goed Dacre, de zaak nog het best zelf ter hand kon nemen. Gisterenochtend ben ik dan ook naar Braxbury gegaan, heb daar mr. Radcliffe op zijn kantoor opgezocht en had een langdurig onderhoud met hem." „Mr. Radcliffe herhaalde Maurice, „wat had die er nu mee uit te staan Weet hij het dan Dat was de familie waar jij was, hé Ethel, en hij is de man dien Sir Stephen zoo beleedigde." Hier hield hij op, zich ineens herinnerend dat mrs. Conyers de dochter was van wij len den baronet. Sir Beaumont vervolgde „Ja. Hij was degeen met wien Sir Stephen overhoop lag en op dien avond dien verschrikkelijken avond ging hij per soonlijk verzet aanteekenen. Ze raakten beiden hun zelfbeheersching kwijt. Sir Ste phen werd zeer bitter en dreigde mr. Rad cliffe. De zaakwaarnemer had bij ongeluk een pistool in zijn zak, en..." Een drukkend stilzwijgen volgde, toen Sir Beaumond ophield met spreken en eenige papieren te voorschijn haalde. Ethel was eindelijk degene, die de stilte verbrak met een beroep op Maurice „Je zult toch wel voor hem doen, wat je kunt, is het niet vroeg ze met gebroken stem. „Hij is zeer ziek, ik geloof dat hij de grootste kwellingen heeft geleden, doordat zijn geweten hem niet met rust laat, |e zult toch niet hard zijn voor hem, Mau rice... Sir Beaumont legde haar met een gebaar het stilzwijgen op. „Waarde miss Tracey, het aardsch ge recht kan hem niet ineer treffen. Hij is gisterenavond gestorven." Andermaal heerschte doodsche stilte. Het is zeer menschelijk dat de eerste gewaarwording van Maurice een teleurstel ling was. Zou hij dan toch niet vrij van verdenking zijn Moari nu consideratie voor den doode maken <üit er geen recht werd gepleegd jegens dra levende „Maar Sir Beaumont had een vel papier ontvouwd en nu maakte hij zich gereed den inhoud daarvan voor te lezen. „Ik ben den nacht in Dacreston overge bleven, en vanochtend heel vroeg, nog eer ik op weg was, werd mij deze brief ge- biacht. Ik geloof, dat ik 'm eigenlijk den vorigen avond al had moeten hebben. In ieder geval was die toen afgegeven aan een man, die dicht bij Manor House woont, maar die werkt voor de Radcliffe's. Hij heeft den brief hier vanmorgen om zes uur al afgegeven op weg naar zijn werk. Het is een schrijven van mr. Radcliffe en het is gedateerd een paar uur, nadat ik bij hem weg was." Hij hield een oogenblik stil en zonder verdere inleiding begon hij toen „lk, Matthew Theobald Radcliffe, die nu op het punt ben van dit leven te scheiden, leg de volgende verklaring af, wat het waarachtig verslag is van den moord op wijlen Sir Stepen Dacre, en ik draag u op, Sir Beaumont Dacre, om ze te gebruiken, zooals het u het beste voor-komt, ten be hoeve van een of meerdere personen, die soms schuldig mochten geacht worden. Sir Stephen Dacre had mij geschreven deels eigenhandig en deels door zijn secretaris een reeks beleedigende brie ven, die betrekking hadden op het recht, cm een bepaalden weg te begaan door een deel van zijn goed en waar we al maanden lang over bezig waren. Van enkele van die brieven nam ik geen notitie, maar dit maakte hem nog eens zoo boos en zijn laatste brief was beneden alle critiek geen heer zou ooit zoo iets geschreven hebben. Ik kan niet zeggen wat er mij toe aan zette om op dien bewusfen avond van een- en-twintig November langs zijn huis te gaan. Ik was verder dan ik gewoonlijk re voet ging en de avond was alles behalve uitlokkend maar ik liep steeds verder misschien omdat het bosch eenige beschut ting bood tegen den storm en zag ein delijk het verlicht bibliotheek-venster, waar ik nu heel dicht nabijtrad, zóódat ik naar binnen kon kijken. Ik overlegde juist bij mijzelven of het ook raadzaam was hem een onderhoud te verzoeken, toen Sir Stephen opkeek en mij zag. Hij liep naar de balkondeur, deed die open en vroeg mij hoe ik mij vermeten had, daar naar binnen te staan kijken. Ik zweer, dat ik in het eerst oprecht mijn best deed hem tot kalmte te brengen. Ik bood "nem mijn verontschuldiging voor mijn indringen, maar hij werd dol-driftig, schold mij een leugenaar, een zwendelaar, een... kortom, van alles wat leelijk was. Ik ver loor ook het geduld en toen hij daarop nog dreigde dat hij mij van het goed zou laten wegjagen en nog tal van andere leelijke dingen, stak ik onverwacht mijn hand in den zak, voelde daar mijn pistool en schoot... Op het oogenblik zelf, dat ik het gedaan had, was mijn drift in rook vervlogen en ik vluchtte, en gunde mij niet eens den tijd om te zien of het schot ook noodlottig was geweest. Ijlings liep ik door het bosch en wierp het wapen weg nog eer ik onder het be schuttend geboomte te voorschijn trad en ik zag niemand, ofschoon ik eens dacht dat ik voetstappen achter mij hoorde. Dit was ongetwijfeld die strooper Harmer, die ook getuigenis aflegde. Ik had het pistool al jaren lang in mijn bezit. Het was er een van een paar en er was niets aan, waaruit blijken kon van wien het afkomstig was. Ik trad mijn eigen woning binnen door een zijdeur en verwis selde van kleeren, zonder dat iemand mij zag... Sinds dien dag heb ik geen oogenblik rust meer gehad. De herinnering aan mijn misdaad laat mij niet los en ondermijnt mijn gestel. Dat miss Tracey wat vermoedde, wist ik en nu u, Sir Beaumont, ook geheel op de hoogte is, blijft mij niets anders over dan alles zoo gauw mogelijk tot een einde te brengen. Niets kan erger zijn dan wat ik nu al maanden lang geleden heb. U zult, naar ik hoop, mijn vrouw en kinderen wel sparen zooveel dit mogelijk is, ofschoon ik weet dat een groot deel van de straf aan hen zal bezocht worden. Matthew Theobald Radcliffe". Terwijl Sir Beaumont het papier nee.- legde, voegde hij er bij op zachten toon „Hij schoot zich door het hoofd met het andere pistool datgene wat u in het étui heeft gezien", keerde hij zich tot Ethel. Er volgde een langdurige stilte. Iedereen had meelij met den misdadiger, die toen ook zoo zwaar had moeten boeten voor hetgeen hij misdreven had. „Arme mr. Radcliffe prevelde Ethel met gebroken stem. „Geen wonder dat hij u geliefde Oranjevorstin wapperden hier ter stede de vlaggen van alle rijks- en gemeen tegebouwen en marine- en loodsvaartuigen, terwijl ook bij enkele particulieren de vlag was uitgehangen. Op hét carrillon van den St. Jacobstoren werden hedenmiddag vaderlandsche liede ren gespeeld. Onze badplaats. Wij zitten thans in het drukke seizoen Dat was vooral gisteren goed merkbaar. Het was den geheelen dag zeer druk aan strand en duinen, waartoe'het verruk kelijke weer het zijne bijdroeg, want mooi. zonnig weer en daarbij een frisch windje geven een heerlijke temperatuur, waarbij Tien met volle teugen kan genieten van het verblijf aan het strand. Er werden ook veel vreemdelingen op gemerkt, die hier hun vacantie doorbren gen. Niettegenstaande de lage valuta bren gen ook nog geregeld verschillende Belgi sche gezelschappen een bezoek aan onze badplaats. Gisterenavond tijdens het concert van „Ons Genoegen" bewoog zich weder een talrijk publiek op den boulevard, waarvan zeer velen met aandacht de uitvoering van het verdienstelijke programma hebben ge volgd. Grand Hotel Britannia. Rosa Spier. Wanneer wij ons zetten om enkele rege len te wijden aan den harp recital, waarop de vermaarde harpiste Rosa Spier ook hier ter stede een zeer goede bekende ons heeft geregaleerd, dan doen wij dat met een gevoel van groote dankbaarheid en bewondering. Een kunstvolle avond. Alleen was het voor de soliste minder aangenaam, dat er niet meer belangstellenden waren. Leeg was het niet, maar verre van vol. En dat was jammer. Een eerste kracht, een harpiste van zeer goeden huize en ernstige rustelooze studie heeft ons met milde hand gegeven va-i haar verhevene gaven, heeft ons wat toe bedeeld van haar „hooger ik". De subli miteit en voortreffelijkheid van haar spel. haar gevoelvolle voordracht mogen we van voldoende bekendheid achten. Zonder de minst zichtbare inspanning overwint zij schitterend de tallooze moeilijkheden en speelt die alle met 'n frappante zekerheid. mij niet zien kon Wat moet hij geleden hebben „Ik moet er aan toevoegen", sprak Mau rice, „dat de brieven van Sir Stephen dan ook zóó beleedigend van inhoud waren, dat geen mensch een dergelijk schrijven had kunnen aanvaarden „Arme, oude vader zei Barbara. „Zijn humeur had hij niet mee en Martha Pratt vertelde mij, dat het er in den laatsten tijd nog niet beter op was geworden." Sir Beaumont legde haar de hand op den arm en sprak overredend „Al zijn wij nu ook geneigd, zoo zacht mogelijk te oordeelen over de daden van de afgestorvenen, daarom mogen wij de sentimentaliteit niet zóó ver drijven, dat wij den levenden daarom geen recht laten we dervaren. Mrs. Conyers zal het toch met mij eens zijn, dat mr. Vernon bevrijd moet worden van die smet die aan zijn naam kleeft door de verdenking, die nog altijd op hem rust. Deze verklaring moet ik afleggen in het openbaar je kunt er van op aan. dat ik de bewoners van „Villa Belle Vue zoo veel mogelijk sparen zal. Ik zal er heen gaan en mrs. Radcliffe en haar zoon te spreken vragen. Waarschijnlijk zullen zij het met mij eens zijn, dat het 't beste is om een kort artikeltje in een van de bladen te zetten." Allen, die er iets mee hadden uit te staan waren blij, dat ze de zaak daarmee aan de bekwame handen van den baronet konden toevertrouwen. Ethel's gevoel van verlichting was onbe grensd. Wat later op den avond van dien dag, toer Sir Beaumont en mrs. Conyers weg waren en Edith de verloofden alleen geia- ten had, vroeg Maurice „Ethel, wanneer kom je nu tot mij Moet ik nu nog lang wachten op mijn geluk „O neen, Maurice ik ben bereid Ik zal een goede vrouw voor je zijn en je zoo veel mogelijk weer zien goed te maken al wat je geleden hebt En dit enkele oogenblik al toen zij z:ch zoo vol vertrouwen aan hem overgaf was al dit leed waard meende hij gelukzalig als hij zich voelde. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1