NIEMEUER'S
MAANDAG 2 AUGUSTUS
NIENEUERVS
MAIL-SHOES ZIJN NIET TE VERVANGEN
TÜftMAÊ
BINNENLAND
FEUILLETON
IN DE SCHADUW VAN EEN
GR00TE MISDAAD
Stads- en Provincienieuws
U
--No.179
1926
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE PRIJS
Van 14 regels f 1.10 voor iedere
regel meer 26 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels f 0.75, elke
regel meer 15 cent
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
Georganiseerd overleg P. T. en T.
In de jongste vergadering van de postale
commissie voor georganiseerd overleg werd
op verzoek van den directeur-generaal ad
vies uitgebracht met betrekking tot het
voornemen om
a. aan de telegraaf- en telefoonstation
houders boven de thans genoten vergoeding
nog een vaste vergoeding toe te kennen
van 35 cent per maand voor elk dagelijksch
openstellingsuur, met dien verstande, dat zij
voor ten minste 6 en voor ten hoogste 13
uren openstelling per dag wordt uitgekeerd.
(Voor deze vergoeding zullen niet in aan
merking komen de houders van stedelijke
en daarmede gelijk te stellen stations zon
der aansluitingen, de stationhouders, die een
bijzondere overeenkomst met de postadmi
nistratie hebben aangegaan of wier station
wordt gevestigd onder borgstelling voor
een minimum opbrengst van het station en
de kantoorhouders-stationhouders en sta
tionhouders bij den P.T.T. Dienst voor den
tijd, gedurende welken het hulpkantoor,
respect, het poststation, voor het publiek is
opengesteld.)
b. aan de stationhouders voor den post
dienst een vergoeding toe te kennen naar
reden van 120 per jaar en per uur
le. voor de uren, waarop het station
voor den postdienst voor het publiek is
opengesteld
naar het Engelsch van AMY SKENE.
29)
Toen sprak Barbara van de voorstelling
van dien vorigen avond in het Arcadian-
Theatre" en het genot, dat haar dit had
bezorgd.
„Ik was in zoo'n tijd niet uit geweest
's avonds, maar nu heb ik er weer zóó den
smaak van beet dat ik haast niet kan weg
blijven", schertste mrs. Conyers.
„Ja, als wij nog tot de „habitués" gaan
behooren, dan is dit uw beider schuld*,
voegde Beaumont er op dienzelfden toon
bij.
Miss Stainer merkte zeer goed, dat er
iets gedwongens was, zoowel in zijn hou
ding als in zijn manier van praten en zij
vroeg zich al af, of dit nu kwam door het
nieuws dat hij had mee te deelen, of mis
schien daardoor dat hij Maurice toch
verdacht.
Hij werd steeds stiller nadat het gezel
schapje had thee gedronken en zelfs mrs.
Conyers keek eens een paar maal naar hem.
als verwachtte zij dat hij wat zeggen zou.
Eindelijk nam Maurice het initiatief.
„U wilt mij spreken, Sir Beaumont Zul
len wij een eindje omwandelen
„Mij dunkt, dat wij beter deden om te
blijven waar we zijn", meende de baronet,
«tenminste als miss Stainer ons dit veroor
looft. Wat ik te zeggen heb betreft in ze
keren zin allen, die hier aanwezig zijn.
Hebt u" zich tot Ethel wendend „mr.
Vernon ook iets verteld van uw ontdek
king
„Neen u hadt mij immers verzocht,
ciaarmee nog te wachten
Hij knikte en ging voort„Miss Tracey,
nu*. Vernon heeft toevallig een zeer be
langrijke ontdekking gedaan wat betreft
bet opsporen van den waren moordenaar
van Sir Stephen, maar gevoelens die wij
eerbiedigen moeten, deden er haar tegen
opzien om in het openbaar te verklaren,
welke redenen voor clie verdenking zij wel
b';d. Om haar te sparen verzocht ik haar
2e. voor de uren buiten den openstel-
lingstijd onder le bedoeld, waarin door hen
ten behoeve van den postdienst arbeid
moet worden verricht of gelegenheid moet
worden gegeven tot onderlinge overdracht
tusschen bestellers of tot het verdeelen en
zetten van correspondentie door bestellend
personeel. Hierbij blijft echter buiten be
schouwing de tijd, benoodigd, voor een
voudige overdracht van de aan het station
aangenomen waarden en zendingen aan
den naar het hoofd- of hulpkantoor in ver
binding vertrekkenden besteller of hulpbe
steller.
De hiervoren bedoelde vergoedingen
worden niet genoten door bestellers- of
hulpbestellers-stationhouders gedurende de
uren, waarvoor zij als besteller of hulpbe
steller worden betaald. Wordt evenwel te
hunnen huize aan andere bestellers of hulp
bestellers gelegenheid gegeven om corres
pondentie te zetten, dan ontvangen zij voor
dezen zettijd wel een vergoeding naar reden
van ƒ120 per jaar en per uur. Stationhou-
aers-huisgenooten van bestellers of hulp
bestellers ontvangen voor het geven van
gelegenheid tot het zetten van correspon
dentie eveneens slechts dan vergoeding in
dien te hunnen huize bestellers of hulpbe
stellers, niet-huisgenooten, correspondentie
zetten.
De nieuwe intercommunale telefoondienst
te Rotterdam.
De nieuwe intercommunale telefooncen
trale in het gebouw aan den Coolsingel te
Rotterdam werd gisteren in gebruik geno
men. Bij den opzet van de nieuwe centrale
is er op gerekend, dat het geheele verkeer
automatisch kan worden afgewikkeld.
Voor de overbrenging van den dienst van
het oude naar het nieuwe kantoor is de stil
ste tijd gekozen. Van 10 uur gisterenavond
tot Zondagmorgen werd het verkeer ge
leid over slechts 22 van 419 interlocale
draden. De overige draden en de honderden
gemeentelijnen werden toen op het oude
kantoor verbroken en op het nieuwe be
vestigd, waardoor thans Rotterdam de
grootste telefooncentrale van Europa heeft.
Regeeringsplannen in zake de
ziekenfondsen.
De sociaal hygiënische commissie van de
Ned. Mij. tot bevordering der Geneeskunst
heeft aan het hoofdbestuur dezer maat
schappij prae-advies uitgebracht over het
gewijzigd wetsontwerp-1925 „Regeling der
ziekenverzorging."
Naar de meening der prae-adviseurs is
van het oorspronkelijke in Augustus 1920
ingediende wetsontwerp, in het gewijzigd
ontwerp-1925 weinig overgebleven.
De commissie vat haar voornaamste be
zwaren tegen het jongste ontwerp als volgt
samen
De subsidieering der bestaande zieken
fondsen, de bijzondere bijdragen voor op
richtingen alsmede de omschrijving der ge
neeskundige hulp zijn vervallen.
De invloed, die volgens de memorie van
toelichting zal uitgaan van het cachet, dat
de fondsen door de toelating zullen krij
gen, en van het belang, dat de toelating zal
hebben bij invoering der Ziekteverzeke
ringswet, kan de commissie niet hoog aan
slaan. Algemeen wordt erkend, dat op den
tegenwoordigen grondslag de fondsen niet
voor geneeskundige hulp in den zin als
hierboven vermeld kunnen zorgen, en hier
in zal door de erkenning niets veranderen.
De commissie betreurt deze wijzigingen
ten zeerste. Zij meent, dat aan een goede
regeling der ziekenverzorging groote be
hoefte bestaat en dat door de voorgestelde
bepalingen in deze behoefte niet zal wor
den voorzien. Het gewijzigd ontwerp is een
groote stap achteruit, vergeleken bij het
ontwerp-1920 en zal h.i. niets dan teleur
stelling baren.
De commissie vraagt zich af of subsi
dieering door het rijk geheel uit het ont
werp moest verdwijnen en of niet door
eenige beperking van de eischen aan de
geneeskundige verzorging gesteld, althans
de hoofdzaken hadden kunnen worden
gered.
Concludeerend vindt zij in het voorge
stelde wetsontwerp zoovele tekortkomingen,
dat zij niet kan voorstellen de aanneming
zonder verbetering en aanvulling te bevor
deren.
Begrafenis sergeant-vlieger Dumerniet
Zaterdagmiddag heeft op de algemeene
begraafplaats te Soest de teraardebestel
ling plaats gehad van het stoffelijk over
schot van den sergeant-vliegenier die
Woensdagmiddag jl. bij een botsing in de
lucht om het leven kwam.
Er was voor deze begrafenis groote be
langstelling.
Een schat van bloemen dekte de baar.
Namens den minister van oorlog en den
chef van den generalen staf werd het woord
gevoerd door majoor Sinnigen en kapitein
Viehof, die beiden leedwezen betuigden, in
zonderheid aan de weduwe, met het droe
vig ongeval.
Daarna werd het woord gevoerd door
den commandant van het vliegkamp te
Soesterberg, die een laatsten groet bracht
aan Dumerniet, die behoord had tot dege
nen, die welbewust het risico dragen van de
gevaren aan de beoefening van de lucht
vaart verbonden. Spr. vond het een ver
heffende gedachte, dat Dumerniet is heen
gegaan, terwijl hij zijn plicht deed in dienst
van het vaderland.
Namens officieren en onderofficieren van
het 7de reg. inf., waartoe Dumerniet had
behoord, sprak sergeant-majoor Tromp,
die den overledene prees als kameraad.
Voor de afdeeling Soesterberg der onder-
officierenvereeniging „Ons Belang" en van
den Bond van Technisch Personeel spra
ken resp. sergeant-majoor Neuteboom en
onderofficier Swamborn, waarna ten slotte
een broeder van den overledene en een
broeder der weduwe aan allen, inzonder
heid aan de autoriteiten, dank brachten
voor de betoonde belangstelling.
Daarna overhandigde de heer Doedens
aan baron van Voorst tot Voorst het her
inneringsboek, dat dankbaar aanvaard
werd.
Het herinneringsboek, gebonden in ma
rokijn-leder, bevat een beknopte beschrij
ving van de ramp met een relaas van de
bulpverleening door den Commissaris der
Koningin, in het Nationaal Stormrampcomi
té, het Provinciaal comité, het R. K. Huis
vestingcomité, den Jongen Boerenstand en
de genietroepen, aan wie in hartelijke woor
den dank gebracht wordt. Volgen de na
men der plaatselijke comitéleden en der ge
troffenen, alsmede van de leden van het
bouwbureau. Vier en twintig foto's en een
kaart ?even een indruk van de ramp en
haar omvang.
Hotelbelasting.
Door de „Nederlandsche Vereeniging van
vertegenwoordigers van Handelaren en In-
dustrieelen „Hermes", gevestigd te Amster
dam, is een adres aan den minister van fi
nanciën gericht, waarin wordt verzocht de
hotelbelasting in te trekken.
Een aantal bezwaren wordt tegen het in
gediende ontwerp aangevoerd.
Mocht ook niet gunstig op het verzoek
tot aanbrengen der wijzigingen m het ont
werp beschikt kunnen worden, dan ver
zoekt adressante aanvulling van het ont
werp met een zoodanige bepaling, dat
houders van een door de Kamer van Koop
handel en Fabrieken in zijn district gewaar
merkte legimitatie, waaruit blijkt, dat de
houder als vertegenwoordiger werkzaam is,
op vertoon dier legimitatiekaart vrijstelling
heeft voor het betalen der belasting.
Herinnering aan de stormramp van
10 Augustus 1925.
Vrijdagmiddag heeft in het gebouw van
het provinciaal bestuur van Noord-Brabant
een treffende plechtigheid plaats gehad.
Een afvaardiging uit de Brabantsche dor
pen Zeeland, Cassc' en Escbaren, bestaande
uit de burgemeesters Doeders, Peters en
baron van Hövell van Westerflier en het
Statenlid van de Ven uit Zeeland, had aan
den Commissaris der Koningin, mr. A. ba
ron van Voorst tot Voorst verzocht prechtig
afscheid te mogen nemen van het Provin
ciaal Centraal Comité tot leniging van ram
pen van algemeenen aard.
Dit comité, met uitzondering van den
heer ir. Schiingel, was in een der zalen aan
wezig, nl. de Commissaris der Koningin als
voorzitter en de leden Th. Roffen (tevens
secretaris-penningmeester), jhr. mr. E. van
Meeuwen en jhr. mr. W. van de Poll, met
den architect Danser.
De heer Doedens, burgemeester van Zee
land, heeft in een toespraak nog eens aan
de droeve ramp herinnerd en met dank
baarheid gewaagd van den van zoovele zij
den ondervonden steun.
Scheepvaartbeweging.
Gedurende Juli 1926 kwamen den Nieu
wen Waterweg binnen 1596 schepen, me
tende 2.313.299 netto reg. ton, waarvan 2
zeilschepen en 7 zeelichters.
Voor Rotterdam waren hiervan bestemd
1455 schepen, metende 2.118.571 netto ton.
In Juli 1925 kwamen den Nieuwen Wa
terweg binnen 1137 schepen, metende
1.664.555 netto reg. ton, waarvan 3 zeil
schepen en 15 zeelichters. Voor Rotterdam
waren hiervan bestemd 1030 schepen, met.
1.525.757 netto reg. ton.
Sedert 1 Januari zijn aen Nieuwen Wa
terweg binnengekomen 8180 schepen, met.
12.493.444 netto reg. ton, tegen 7182 sche
pen, met. 10.840.604 netto reg. ton in de
eerste 7 maanden van 1925. Er is dus een
vermeerdering met 998 schepen en een ver
meerdering met 1.652.840 netto reg. ton.
Voor Rotterdam waren hiervan bestemd
7457 schepen, met. 11.614.414 netto reg.
ton, tegen 6514 schepen, met. 10.004.652
netto reg. ton in dezelfde periode van 1925.
Er is dus een vermeerdering met 943 sche
pen en een vermeerdering met 1.609.762
netto reg. ton.
In deze cijfers zijn het groot aantal bun
kerbooten niet begrepen.
VLISSINGEN, 2 AUGUSTUS.
Jaardag Koningin Emma.
Heden herdenkt H. M. de Koningin Moe
der haar 68-sten jaardag. De groote meer
derheid van het Nederlandsche volk
wenscht H. M. met dezen jaardag van harte
geluk en hoopt dat zij nog lang voor ons
Mag behouden blijven.
Ter gelegenheid van den jaardag van de
Alleenverkoop JACQ. PLOUVIER.
nog niets te zeggen tegen u, die er toch
natuurlijk zooveel belang bij hadt om
dat ik dacht dat ik, als opvolger van het
goed Dacre, de zaak nog het best zelf ter
hand kon nemen. Gisterenochtend ben ik
dan ook naar Braxbury gegaan, heb daar
mr. Radcliffe op zijn kantoor opgezocht en
had een langdurig onderhoud met hem."
„Mr. Radcliffe herhaalde Maurice,
„wat had die er nu mee uit te staan Weet
hij het dan Dat was de familie waar jij
was, hé Ethel, en hij is de man dien Sir
Stephen zoo beleedigde."
Hier hield hij op, zich ineens herinnerend
dat mrs. Conyers de dochter was van wij
len den baronet. Sir Beaumont vervolgde
„Ja. Hij was degeen met wien Sir Stephen
overhoop lag en op dien avond dien
verschrikkelijken avond ging hij per
soonlijk verzet aanteekenen. Ze raakten
beiden hun zelfbeheersching kwijt. Sir Ste
phen werd zeer bitter en dreigde mr. Rad
cliffe. De zaakwaarnemer had bij ongeluk
een pistool in zijn zak, en..."
Een drukkend stilzwijgen volgde, toen
Sir Beaumond ophield met spreken en
eenige papieren te voorschijn haalde.
Ethel was eindelijk degene, die de stilte
verbrak met een beroep op Maurice
„Je zult toch wel voor hem doen, wat je
kunt, is het niet vroeg ze met gebroken
stem. „Hij is zeer ziek, ik geloof dat hij de
grootste kwellingen heeft geleden, doordat
zijn geweten hem niet met rust laat, |e
zult toch niet hard zijn voor hem, Mau
rice...
Sir Beaumont legde haar met een gebaar
het stilzwijgen op.
„Waarde miss Tracey, het aardsch ge
recht kan hem niet ineer treffen. Hij is
gisterenavond gestorven."
Andermaal heerschte doodsche stilte.
Het is zeer menschelijk dat de eerste
gewaarwording van Maurice een teleurstel
ling was. Zou hij dan toch niet vrij van
verdenking zijn Moari nu consideratie
voor den doode maken <üit er geen recht
werd gepleegd jegens dra levende
„Maar Sir Beaumont had een vel papier
ontvouwd en nu maakte hij zich gereed
den inhoud daarvan voor te lezen.
„Ik ben den nacht in Dacreston overge
bleven, en vanochtend heel vroeg, nog eer
ik op weg was, werd mij deze brief ge-
biacht. Ik geloof, dat ik 'm eigenlijk den
vorigen avond al had moeten hebben. In
ieder geval was die toen afgegeven aan
een man, die dicht bij Manor House woont,
maar die werkt voor de Radcliffe's. Hij
heeft den brief hier vanmorgen om zes uur
al afgegeven op weg naar zijn werk. Het
is een schrijven van mr. Radcliffe en het is
gedateerd een paar uur, nadat ik bij hem
weg was."
Hij hield een oogenblik stil en zonder
verdere inleiding begon hij toen
„lk, Matthew Theobald Radcliffe, die nu
op het punt ben van dit leven te scheiden,
leg de volgende verklaring af, wat het
waarachtig verslag is van den moord op
wijlen Sir Stepen Dacre, en ik draag u op,
Sir Beaumont Dacre, om ze te gebruiken,
zooals het u het beste voor-komt, ten be
hoeve van een of meerdere personen, die
soms schuldig mochten geacht worden.
Sir Stephen Dacre had mij geschreven
deels eigenhandig en deels door zijn
secretaris een reeks beleedigende brie
ven, die betrekking hadden op het recht,
cm een bepaalden weg te begaan door een
deel van zijn goed en waar we al maanden
lang over bezig waren. Van enkele van die
brieven nam ik geen notitie, maar dit
maakte hem nog eens zoo boos en zijn
laatste brief was beneden alle critiek geen
heer zou ooit zoo iets geschreven hebben.
Ik kan niet zeggen wat er mij toe aan
zette om op dien bewusfen avond van een-
en-twintig November langs zijn huis te
gaan. Ik was verder dan ik gewoonlijk re
voet ging en de avond was alles behalve
uitlokkend maar ik liep steeds verder
misschien omdat het bosch eenige beschut
ting bood tegen den storm en zag ein
delijk het verlicht bibliotheek-venster, waar
ik nu heel dicht nabijtrad, zóódat ik naar
binnen kon kijken.
Ik overlegde juist bij mijzelven of het
ook raadzaam was hem een onderhoud te
verzoeken, toen Sir Stephen opkeek en mij
zag. Hij liep naar de balkondeur, deed die
open en vroeg mij hoe ik mij vermeten
had, daar naar binnen te staan kijken.
Ik zweer, dat ik in het eerst oprecht mijn
best deed hem tot kalmte te brengen. Ik
bood "nem mijn verontschuldiging voor mijn
indringen, maar hij werd dol-driftig, schold
mij een leugenaar, een zwendelaar, een...
kortom, van alles wat leelijk was. Ik ver
loor ook het geduld en toen hij daarop nog
dreigde dat hij mij van het goed zou laten
wegjagen en nog tal van andere leelijke
dingen, stak ik onverwacht mijn hand in den
zak, voelde daar mijn pistool en schoot...
Op het oogenblik zelf, dat ik het gedaan
had, was mijn drift in rook vervlogen en ik
vluchtte, en gunde mij niet eens den tijd
om te zien of het schot ook noodlottig was
geweest.
Ijlings liep ik door het bosch en wierp
het wapen weg nog eer ik onder het be
schuttend geboomte te voorschijn trad en
ik zag niemand, ofschoon ik eens dacht dat
ik voetstappen achter mij hoorde. Dit was
ongetwijfeld die strooper Harmer, die ook
getuigenis aflegde.
Ik had het pistool al jaren lang in mijn
bezit. Het was er een van een paar en er
was niets aan, waaruit blijken kon van
wien het afkomstig was. Ik trad mijn eigen
woning binnen door een zijdeur en verwis
selde van kleeren, zonder dat iemand mij
zag...
Sinds dien dag heb ik geen oogenblik
rust meer gehad. De herinnering aan mijn
misdaad laat mij niet los en ondermijnt mijn
gestel. Dat miss Tracey wat vermoedde,
wist ik en nu u, Sir Beaumont, ook geheel
op de hoogte is, blijft mij niets anders
over dan alles zoo gauw mogelijk tot een
einde te brengen.
Niets kan erger zijn dan wat ik nu al
maanden lang geleden heb. U zult, naar ik
hoop, mijn vrouw en kinderen wel sparen
zooveel dit mogelijk is, ofschoon ik weet
dat een groot deel van de straf aan hen zal
bezocht worden.
Matthew Theobald Radcliffe".
Terwijl Sir Beaumont het papier nee.-
legde, voegde hij er bij op zachten toon
„Hij schoot zich door het hoofd met het
andere pistool datgene wat u in het
étui heeft gezien", keerde hij zich tot Ethel.
Er volgde een langdurige stilte. Iedereen
had meelij met den misdadiger, die toen
ook zoo zwaar had moeten boeten voor
hetgeen hij misdreven had.
„Arme mr. Radcliffe prevelde Ethel
met gebroken stem. „Geen wonder dat hij
u
geliefde Oranjevorstin wapperden hier ter
stede de vlaggen van alle rijks- en gemeen
tegebouwen en marine- en loodsvaartuigen,
terwijl ook bij enkele particulieren de vlag
was uitgehangen.
Op hét carrillon van den St. Jacobstoren
werden hedenmiddag vaderlandsche liede
ren gespeeld.
Onze badplaats.
Wij zitten thans in het drukke seizoen
Dat was vooral gisteren goed merkbaar.
Het was den geheelen dag zeer druk
aan strand en duinen, waartoe'het verruk
kelijke weer het zijne bijdroeg, want mooi.
zonnig weer en daarbij een frisch windje
geven een heerlijke temperatuur, waarbij
Tien met volle teugen kan genieten van het
verblijf aan het strand.
Er werden ook veel vreemdelingen op
gemerkt, die hier hun vacantie doorbren
gen. Niettegenstaande de lage valuta bren
gen ook nog geregeld verschillende Belgi
sche gezelschappen een bezoek aan onze
badplaats.
Gisterenavond tijdens het concert van
„Ons Genoegen" bewoog zich weder een
talrijk publiek op den boulevard, waarvan
zeer velen met aandacht de uitvoering van
het verdienstelijke programma hebben ge
volgd.
Grand Hotel Britannia.
Rosa Spier.
Wanneer wij ons zetten om enkele rege
len te wijden aan den harp recital, waarop
de vermaarde harpiste Rosa Spier ook
hier ter stede een zeer goede bekende
ons heeft geregaleerd, dan doen wij dat
met een gevoel van groote dankbaarheid
en bewondering.
Een kunstvolle avond. Alleen was het
voor de soliste minder aangenaam, dat er
niet meer belangstellenden waren. Leeg
was het niet, maar verre van vol. En dat
was jammer.
Een eerste kracht, een harpiste van zeer
goeden huize en ernstige rustelooze studie
heeft ons met milde hand gegeven va-i
haar verhevene gaven, heeft ons wat toe
bedeeld van haar „hooger ik". De subli
miteit en voortreffelijkheid van haar spel.
haar gevoelvolle voordracht mogen we van
voldoende bekendheid achten. Zonder de
minst zichtbare inspanning overwint zij
schitterend de tallooze moeilijkheden en
speelt die alle met 'n frappante zekerheid.
mij niet zien kon Wat moet hij geleden
hebben
„Ik moet er aan toevoegen", sprak Mau
rice, „dat de brieven van Sir Stephen dan
ook zóó beleedigend van inhoud waren,
dat geen mensch een dergelijk schrijven
had kunnen aanvaarden
„Arme, oude vader zei Barbara. „Zijn
humeur had hij niet mee en Martha Pratt
vertelde mij, dat het er in den laatsten tijd
nog niet beter op was geworden."
Sir Beaumont legde haar de hand op den
arm en sprak overredend
„Al zijn wij nu ook geneigd, zoo zacht
mogelijk te oordeelen over de daden van
de afgestorvenen, daarom mogen wij de
sentimentaliteit niet zóó ver drijven, dat wij
den levenden daarom geen recht laten we
dervaren. Mrs. Conyers zal het toch met
mij eens zijn, dat mr. Vernon bevrijd moet
worden van die smet die aan zijn naam
kleeft door de verdenking, die nog altijd op
hem rust. Deze verklaring moet ik afleggen
in het openbaar je kunt er van op aan.
dat ik de bewoners van „Villa Belle Vue
zoo veel mogelijk sparen zal. Ik zal er heen
gaan en mrs. Radcliffe en haar zoon te
spreken vragen. Waarschijnlijk zullen zij
het met mij eens zijn, dat het 't beste is om
een kort artikeltje in een van de bladen te
zetten."
Allen, die er iets mee hadden uit te staan
waren blij, dat ze de zaak daarmee aan de
bekwame handen van den baronet konden
toevertrouwen.
Ethel's gevoel van verlichting was onbe
grensd.
Wat later op den avond van dien dag,
toer Sir Beaumont en mrs. Conyers weg
waren en Edith de verloofden alleen geia-
ten had, vroeg Maurice
„Ethel, wanneer kom je nu tot mij Moet
ik nu nog lang wachten op mijn geluk
„O neen, Maurice ik ben bereid Ik
zal een goede vrouw voor je zijn en je zoo
veel mogelijk weer zien goed te maken al
wat je geleden hebt
En dit enkele oogenblik al toen zij
z:ch zoo vol vertrouwen aan hem overgaf
was al dit leed waard meende hij
gelukzalig als hij zich voelde.
EINDE.