MAIL-SHOES ZIJN NIET TE VERVANGEN
DONDERDAG 13 JUU
NoJ64
64e Jaargang
£926
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
IN DE SCHADUW VAN EEN
GROOTE MISDAAD
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk f 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van Ii regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels 0.75, elke
regel meer 15 cent
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent
OVERTREDING WARENWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
singen
brengen ter openbare kennis
dat blijkens mededeeling van den direc
teur van den keuringsdienst van waren in
het gebied Goes, JACOBUS DE VISSER,
wonende te Koudekerke B 156, door het
kantongerecht te Middelburg is veroordeeld
tot zestig gulden boete subsidiair een
maand hechtenis, wegens het in deze ger
meente verkoopen van waren, welke on
deugdelijk van samenstelling zijn (melk
waaraan water was toegevoegd).
Vlissingen, 14 Juli 1926.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
DIENSTPLICHT.
Vrijstelling wegens kostwinnerschap.
De Burgemeester van Vlissingen brengt
ingevolge art. 44, 2e lid van het Dienst
plichtbesluit ter openbare kennis, dat door
den Minister van Marine, bij beschikking
van 13 Juli 1926, no. 171, van den dienst
plicht met ingang van 1 September 1926
voor een jaar is 'vrijgesteld wegens kost
winnerschap, de ingeschrevene voor den
dienstplicht dezer gemeente, lichting 1926,
JOOS SCHROEVERS.
Tegen deze uitspraak kunnen vanaf he
den binnen tien dagen bij de Kroon in be
roep komen, de ingeschrevene wien de uit
spraak geldt, elk der overige voor deze
gemeente voor dezelfde lichting ingeschre
ven personen, of de wettelijke vertegen
woordiger.
Het verzoekschrift dat met redenen om
kleed moet zijn, moet worden ingediend bij
den Burgemeester ter Secretarie dezer ge
meente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzen
ding van het verzoekschrift.
Vlissingen, 15 Juli 1926.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
KAMER-OVERZICHT
Eerste Kamer.
Zitting van Woensdag 14 Juli.
Het autobus-wetje, dat de autobussen
het leven vrijwel onmogelijk maakt en dat
wel ter bescherming van de spoorwegen,
werd door den heer Van den Bergh nogal
scherp gehekeld. Het bus-verkeer brengt
de menschen van centrum tot centrum,
maar dit wetje wil de menschen niet ver
der brengen dan tot de bestaande spoor
wegen.
Volgens den Minister bedoelde dit wetje
niet de spoorwegen te beschermen maar
v/el het autobusverkeer te regelen en een
verkeersautonomie toe te passen. Het oude
praatje. Praktisch komt het hier op neer da+
de spoorwegen door hun ongunstige ligging
en slechte verhoudingen de concurrentie
niet kunnen volhouden zoodat de autobus
naar het Engelsch van AMY SKENE.
15)
Dat dit bezoek bij de Brymers van zóó
groote gevolgen zou zijn, had Lily ook
niet kunnen denken.
Katie Brymer was een geestdriftig be
wonderaarster van het drama en rustte
nooit, tot zij ieder nieuw stuk had gezien
wat in L'onden werd opgevoerd.
Lily's betrekking tot het tooneel maakte
haar interessant in de oogen van haar
vriendin.
Toen Lily er een week was geweest, gaf
mrs. Brymer een dinertje en Katie kon
digde aan
„Je zult dan ook eens kennis maken met
mr. Denning, Lily. Hij is procureur. Vader
heeft veel te doen met de firma Denning
en Bissett en dit is één van de zoons."
Het gesprek aan tafel was als gewoonlijk
over schouwburg-onderwerpen en Lily, die
mr. Denning tot cavalier had, sprak over
den toer naar Amerika, dien haar vader in
het najaar zou ondernemen.
„Gaat u ook mee naar Amerika vroeg
mr. Horace Denning. „En vindt u dat
prettig
Vader heeft mij beloofd dat hij mij zou
meenemen maar het is nog niet geheel
zeker dat hij gaathet hangt alles van de
omstandigheid af of hij een goed acteur
krijgt in plaats van mr. Bruce
„Is dat jouw knappe Maurice, Lily
vroeg Katie Brymer van den anderen kant
van de tafel. „Waarom gaat hij dan niet
mee
„Hij kan niet. Hij heeft een engagament
in Londen voor den zomer en dan wil hij
Engeland niet verlaten."
„Het is toch zoo'n knappe man, mr. Den-
ring lichtte Katie toe „en, er is zeker
iets geheimzinnigs aan hem. Hij was vroe
ger nooit acteur geweest, had het werk van
de reizigers van centrum tot centrum
brengt en de spoorwegen doen dit niet.
Vandaar dat de bus de spoorwegen zware
concurrentie aandoet.
Het wetje werd natuurlijk aangenomen
en de autobussen zullen spoedig het nadeel
daarvan ondervinden.
Toen ging de Kamer weer uiteen tot
27 Juli.
Het Nederlandsch—Belgisch verdrag.
De redacteur van „de Maasbode" te
Brussel seint d.d. 14 Juli
Mr. Van Cauwelaert heeft hedennamid-
ciag in de Kamer namens de middenafdee-
ling het verslag op het Nederlandsch-Bel-
gisch Scheldeverdrag ingediend.
In de wandelgangen der Kamer werd
verteld en wij deelen het alleen onder
voorbehoud mede dat het eigenlijke
rapport nog niet gereed is (het zou eerst
morgen klaar zijn) en dat Van Cauwelaert
vandaag niets anders dan een blanco vel
papier zou hebben gedeponeerd.
Verder werd nog gezegd dat het niet uit
gesloten is, dat het verdrag nog in den
lcop dezer week door de Kamer zou wor
den besproken en goedgekeurd.
Hulde van Nederlandsche kunstenaars
aan oud-minister De Visser.
De vereenigingen Architectura et Amici-
tia, Arti et Amicitae, Bond van Nederland
sche architecten, Haagsche Kunstkring,
Kring van Nederlandsche beeldhouwers,
Opbouw, Pulchri Studio en Nederlandsche
Vereeniging voor ambachts- en nijverheids
kunst hebben aan dr. J. Th. de Visser, oud-
minisfer van onderwijs, kunsten en weten
schappen, een oorkonde aangeboden, op
perkament gebatikt door mej. B. L. A. Lake
te Leiden.
De oorkonde luidt„Aan Zijne Excellen
tie dr. J. Th. de Visser, den eersten minis
ter, die aan het hoofd heeft gestaan van
bet departement van onderwijs, kunsten en
wetenschappen, van 1918, het jaar der
stichting, tot 1925
den bewindsman, die zijn zevenjarig be
stuur tot een voor de Nederlandsche kun
sten heugelijk tijdperk heeft gemaakt, zoo
wel door zijn eerbiedige zorg voor de
geërfde schatten onzer Nederlandsche cul
tuur, als door de liefde, welke hij heeft ge
schonken aan onze levende kunsten van
jheden. door zijn metterdaad getoonde
erkenning, dat 's lands overheid ook de
kunsten van eigen tijd, om haar groot be
lang voor de samenleving heeft te bescher
men en haren groei kan begunstigen al
dus zijn vruchtbaren ijver ten voorbeeld
stellende aan lands-, gewestelijke- en plaat
selijke autoriteiten en zijn opvolgers in de
hooge functie door hem ingewijd bieden
bij de afsluiting van dit zevenjarig tijdvak
de onderstaande Nederlandsche vereenigin
gen van beeldende kunstenaars deze oor
konde aan tot blijk van dankbare hulde".
Advies van de Staatscommissie voor het
Muntwezen^
Verschenen is het advies aan H. M. de
Koningin van de Staatscommisie, ingesteld
bij Kon. besluit van 6 April 1921, no. 19
met opdracht te dienen van advies over de
vraag over den toestand op het gebied van
het Muntwezen in Nederland en Neder
landsch Indië wijziging van de desbetref
fende regelingen in het bijzonder met
betrekking tot de bestaande eenheid van
munt noodig of wenschelijk maakt, en
zoo ja, welke wijzigingen zulks met mede
deeling van haar gevoelens over de samen
hangende vraagstukken.
Het advies luidt, volgens de samenvatting
door de commissie bij haar verslag van ha
re bevindingen gevoegd, als volgt
le. Handhaving van de bestaande een
heid van munt in Nederland en in Indië ten
opzichte van de gouden munten.
2. Opheffing van de bestaande eenheid
van munt van rijksdaalders en guldens,
doch die wijziging geleidelijk toepassen bij
nieuwe aanmuntingen. Maatregelen ter
hermunting van afgesleten stukken en
voorkoming van schade voor Indië uit ont
munting van niet onder vigueur van de In
dische Muntwet 1912 gedane aanmuntin
gen.
3e. Verlaging in Nederland van den rijks
daalder en gulden tot een betaalmiddel tot
beperkt bedrag, aanvankelijk tot een be
drag van ten hoogste honderd gulden voor
iedere muntsoort.
4. Afschaffing in Nederland van het
halve guldenstuk.
5e. Aanhouding van het Nederlandsche
en van 't Nederlandsch-Indische muntfonds
en blijvende storting daarin van alle aan
muntingswinsten en van gekweekte renten.
6e. Intrekking zoowel voor Nederland
als voor Indië van de wet van 27 Novem
ber 1919 (Staatsblad no. 786) betreffende
de verlaging van het gehalte van grove zil
veren munten tot 720/1000.
7e. Indien wordt besloten tot handhaving
van klein papiergeld, de volgens de gel
dende noodregeling bestaande ongedekte
zilverbons te vervangen door een beperkte
omloop van goudcertificaten van 2/2 gul
den in Nederland en van 2/2 gulden en van
één gulden in Indië, gedekt door goud of
goudwissels voor de volle tegenwaarde.
8e. Het muntloon te brengen voor Teke
ning van den Staat. Aan de Nederlandsche
Bank door de regeering vrijstelling van be
taling harer biljetten in gouden munt te
verleenen en betaling in gouden baren toe
te staan, wanneer bijzondere omstandig
heden daartoe aanleiding geven. Temeer
de genoemde vrijstelling mogelijk te ma
ken, indien de wetgever er met toe mocht
overgaan het muntloon voor rekening van
den staat te brengen.
9e. De beslissing, of Indië een eigen
muntinrichting in het leven zal roepen,moet
aan Indië worden overgelaten vooralsnog
is die maatregel niet aan te bevelen.
Bij het advies en het verslag van hare
bevindingen doet de Commissie als bijla
gen gaan hare briefwisseling betreffende de
uitvoering van de wet van 27 November
1919, StbJ. no. 786 (gehalteverlaging van
de grove zilveren munten) en beschou
wingen over het vestigen van een afzonder
lijke muntinrichting voor en in Neder-
landsch-Idië, bevattende deels nog niet ge
publiceerde bescheiden.
Als een bijzondere bijlage treft men aan
een „Nota Van^ Lutterveld", zijnde een
persoonlijke nota van' het lid, tevens secre
taris van de commissie, mr. W. M. J. Lut
tel veld, betreffende de door Nederlandsch-
Indië gederfde winsten od aanmuntingen.
De radio-omroep.
Het rapport van de regeeringscommissie
voor den radio-omroep is thans zoover ge-
leed, dat publicatie weldra kan worden ver
wacht.
Er zou uit blijken, dat zelfs de afgevaar
digden van die enkele partijen of groepen,
welke in de commissie vertegenwoordigd
zijn, niet tot -overeenstemming zijn geko
men.
Wij hopen dat in. dit stadium de betrok
ken minister zich ervan, zal onthouden zend-
concessies te verleenen aan bijzondere be
langengroepen, die zich hierdoor een zekeie
bevoorrechte positie zouden kunnen schep
pen bij de finale regeling van het omroep-
viaagstuk, die hierdoor onnoodig zou wor
den bemoeilijkt, zegt de „N. R. Ct".
De gewezen Duitsche keizer.
Gisterenmiddag was de gewezen keizer
Wilhelm de gast van den heer J. H. van
Heek, eigenaar van het huis „Berg" te 's-
Heerenberg. Het gezelschap arriveerde om
1 uur in vijf auto's op het Montferland,
waar de lunch werd gebruikt. Na de lunch
werd de reis voortgezet naar het huis
„Berg", vanwaar om 6 uur de terugreis
v/erd aanvaard.
Het bericht van de aanwezigheid van
den ex-keizer ging als een loopend vuurtje
naar Emmerik verscheiden Duitschers
kwamen over de grens om hun ouden kei
zer te begroeten.
VLISSINGEN, 15 JULI.
De haven van Vlissingen.
De hoefijzer-correspondent van het
„Hbld." heeft een artikel over onze haven
geschreven, waaraan wij het volgende ont-
leenen
Vlissingen is altijd, in ons oog, uit natio
naal oogpunt een der belangrijkste plaatsen
van ons land, omdat het ligt aan den mond
van de rivier, die ons met Vlaanderen en
aan het uiteinde van een belangrijke spoor-
weglijn, die ons met Duitschland verbindt.
Wanneer de beteekenis dezer ligging van
Vlissingen vroeger was ingezien M. H.
Janssen, die merkwaardige marineman, die
op menig gebied een blik in de verte had,
heeft het in 1869 begrepen, maar hij vond
te weinig steun dan zou de stad niet nu
nog moeten worstelen om bestendigheid in
haar bestaan. Want dat moet ze om alles
moet ze vechten en soms wint ze wat. De
marinewerf verdween maar de Schelde-
werf bleef. Er kwam een behoorlijk station
maar de spoorwegwerkplaats werd weg
genomen. De maatschappij „Zeeland" werd
gevestigd en gehandhaafd maar moest
haar nachtdienst aan den Hoek afstaan. Nu
zal Vlissingen (senatu volente) de marine
opleiding uit Gorkum krijgen maar de
„Zeeland" kreeg alvast een geweldigen
klap uif Engeland door het vleeschinvoer-
verbod. Dit laatste is waarlijk een ontzet
tende slag voor de maatschappij en wij
hoorden, dezer dagen te Vlissingen zijnde,
dat een 100-tal werklieden zullen moeten
worden (of reeds zijn) ontslagen. En aan
de havenuitbreiding wordt nu gewerkt
maar de „Schelde"-werf zit nog^ altijd ach
ter een te kleine sluis.
Zoo toont de toestand van Vlissingen
zich altijd min of meer als een labiel even
wicht nu een slaat de schaal van 't voor
deel, dan weer die van, 't nadeel door. En
een Nederlandsche regeering, die begreep,
in haar geheel begreep en besefte, welk
een nationale beteekenis die stad aan den
mond der Schelde voor ons land heeft, en
die daarnaar dan ook handelde hebben
wij die eigenlijk wel ooit gehad Altijd
weer heeft Vlissingen moeten vechten niet
alleen om zijn natuurlijk perspectief maar
vaak genoeg om te voorkomen, dat het een
eind weer terug werd gedreven.
Er zijn van die plaatsen, die nu eenmaal
wat ver af liggen... van Den Haag.
Een der laatste en belangrijkste „verove
ringen" van Vlissingen is de uitbreiding der
buitenhaven geweest. Wat hee^ï men daar
voor moeten vechten onder en tegen
het kabinet-Ruys. Wij halen die heele
geschiedenis nu niet weder op het is een
der minst verheffende brokken geweest uit
de historie van dat kabinet, een historie
waarin minister Van Swaay zich nu eens
weer achter minister Van Karnebeek, dan
weer achter minister Colijn en dan weer
achter den heelen ministerraad verschool,
waarin minister Van Karnebeek op zijn
Alleenverkoop JACQ. PLOUVIER.
een secretaris gedaan, maar was zeer ge
sloten wat dezen arbeid betrof. Ik deed al
mijn uiterste best, om hem daarover aan
het praten te krijgen, toen ik bij Lily lo
geerde, na mijn terugkeer uit Londen en
net even voor Kerstmis, maar Ik kon ook
niets uit hem krijgen. Ik geloof niet, dat
Bruce zijn echte naam was. Ik ben zeker
dat hij er niet aan gewoon was om zich
zóó te hooren noemen, al mag hem dit nu
al weer iets makkelijker vallen."
„Vader denkt, dat hij er het een of ander
geheim op nahoudt", zei Lily spijtig. „Maar
hij is een uitstekend tooneelspeler."
„Dat kan ook heel best", antwoordde
Katie Brymer lachend. „Waarschnlijk heeft
hij een langdurigen leertijd achter den rug,
al is het dan ook niet op het tooneel. „Wie
weet of hij niet zijn rechtmatige straf is
ontvlucht van een misdaad die hij beging
Nu wat zegt u van zulk een veronder
stelling, mr. Denning
„Dat u misschien nog wel eens gelijk
kon hebben", antwoordde de zaakwaarne
mer zoo luchtig mogelijk. „Heeft u eenig
idee, waar hij vandaan kwam richtte hij
zijn vraag tot Lily.
„Neen ik weet alleen, dat hij, zooals
Katie daar zoo even zei, het werk verrichtte
van secretaris. Ik geloof ergens buiten bij
een verschrikkelijk lastigen ouden heer. Ik
zal u na het diner zijn portret eens laten
zien, mr. Denning", zei Katie. „Ik zal u eer
lijk bekennen, hoe ik hem zóó zeer bewon
derde, dat ik mij een aantal foto's van hem
had aangeschaft en het mij vreeselijk speet,
dat ik niet langer kon blijven om hem te
zien in alle rollen die hij speelde."
Nadat de heeren' zich bij de dames in de
salons hadden gevoegd en er eerst wat
gemusiceerd was, trad Katie Brymer met
een groot album naar StjslQfr, waar Lily
zat naast Horace Denning.
„Dit is nu mijn schouwburg-album",
lichtte zij toe. „U heeft waarschijnlijk al
deze fotografieën al in boekwinkels gezien.
Hier, in „Olivia" was Maurice Bruce
„Squire Thornhill".
Een eigenaardige uitdrukking trok er
over het gelaat van Horace Denning, toen
hij keek naar de fotografie van Maurice en
gedurende een oogenblik zweeg hij. Toen
zei hij langzaam
„Het is een knappe man. Hebt u nog
meer portretten van hem
„O ja", antwoordde Katie, terwijl ze nog
een bladzijde in het album omsloeg. „Hier
is hij als „Romeo" hier als „Faust" en
hier in een gewoon flanellen sportpak.
Ja, moeder, ik kom", besloot ze in ant
woord op een verzoek van mrs. Brymer, of
ze het accompagnement wilde spelen bij
een zangnummer.
Mr. Denning luisterde hier niet veel naar,
maar ondervroeg Lily Gilmore steeds naar
al, wat haar nog bekend was van Maurice
Bruce, en ongemerkt wist hij het portret
van den cricket-speler in zijn zak te glippen.
„Het kan niets te beduiden hebben",
sprak hij in' zich zelve, toen hij een uur
later in een vigelante wegreed. „Het kan
enkel een gelijkenis zijn, maar het portret
v/at de politie in handen kreeg was dat van
een man', die dan al extra veel op hem
leek De naam Maurice leek ook wat ver
dacht. Wie weet wat een schitterende aan
wijzing dit was, en hoe hij zichzelven pro
motie bezorgde door zijn inzicht en oplet
tendheid
Een week later keerde Lily Gilmore huis
waarts en vond haar vader in een toestand
van de hoogste opgewondenheid.
„Ik weet niet, wat ik doen moetriep
hij, de wanhoop nabij. „We moeten Maan
dag in Denamead de reeks voorstellingen
beginnen voor een week. Ik heb getelegra
feerd naar een half dozijn agenten in de
stad, maar ze kunnen mij niet helpen
Maurice Bruce werd gisterenavond bij het
verlaten van het tooneel gearresteerd, be
schuldigd van moord met voorbedachten
rade op Sir Stephen Dacre, nu laatstleden
November
HOOFDSTUK VIII.
„Gearresteerd En voor moord
riep Lily Gilmore zóó ontsteld, dat ze spier
wit zag van den schrik. „Dit moet een ver
gissing zijn Wie was Sir Stephen Dacre
„O Het is al lang geleden gebeurd
in November, eer Bruce bij ons kwam. Ik
weet niet of het een „vergissing" is of niet.
Ik weet alleen dat het mij onvergelijkelij-
ken last bezorgt."
„Waar is hij Waar is mr. Bruce
„Ze hebben hem naar de stad gebracht,
geloof ik, en hij zal verder naar Braxbury
worden vervoerd, waar de moord werd
gepleegd. Er staat iets van in de avond
bladen."
En, op een exemplaar van de „Globe"
wijzend, die op de tafel lag, verliet mr. Gil
more het vertrek.
Met trillende vingers greep Lily het blad
en begon het artikel te lezen, ofschoon de
letters haar voor de oogen dansten.
„De publieke belangstelling is herleefd
in het geheim betreffende den dood van
wijlen Sir Stephen Dacre, die plaats had
in laatstleden November.
Ter herinnering diene, dat de overledene
cm middernacht gevonden werd in zijn
bibliotheek met een schot door het hart en
dat de verdenking viel op Maurice Hamil
ton, die vermist werd uit het huis en v/iens
spoor niet werd gevonden. Nu echter heeft
de politie zijn verblijf ontdekt, met het
resultaat, dat hij gearresteerd is en naar
Braxbury werd vervoerd voor het verhoor,
oat was uitgesteld tot hij er bij kon zijn.
Waarschijnlijk zal dit binnen een paar da
gen plaats hebben.
Er wordt beweerd dat mr. Hamilton in
het Noorden heeft gespeeld met een door
trekkend tooneelgezelschap, onder een
aangenomen naam."
Lily Gilmore voelde zich overweldigd van
schrik. Of Maurice nu schuldig was of niet
zijn veiligheid stond op het spel en hier
maakte zij zich zóó ongerust over, dat
iedere andere gedachte daarvoor wegviel.
Het gezelschap was te Easingwell. Ge
lukkig kon Lily den weg in die plaats om
dat ze daar al eens meer geweest was. Ook
wist ze dat de eerste actrice er gelogeerd
was op Knutsford Square 7 en haast
DRmGEND VERZOEK!
De Bakkersvereeniging ,,S.B.W."
doet door deze een beroep op de
welwillendheid van het publiek en
verzoekt vriendelijk bij het thuis
bezorgen der producten, de loopers
niet langer dan noodzakelijk is, te
laten wachten.
(Ingez. Mededeeling.)
beurt weer terugkroop nu eens achter zijn
collega van Waterstaat dan weer achter
fantastische buitenlandsche motieven
maar wier einde dan toch was, dat de
weerbarstige regeering bezweek voot den
druk der Tweede Kamer en der openbare
meening, dank zij de taaie volharding van
Vlissingens burgemeester. Zij het dan ook
dat de regeering zich nog een zekere wraak
gunde door den ontworpen kaaimuur met
150 M. te verkorten.
Het komt ons voor, dat het werk nu zijn
normalen voortgang heeft. Er is ook een
ingenieur van den waterstaat als directeur
van de havenuitbreiding ter plaatse geves
tigd, vlak in de nabijheid en men heeft
daartoe wel is waar een nieuwe woning
moeten bouwen, maar dat heeft het- depar
tement ditmaal eens practisch gedaan
Het heeft die nl. zoo ingericht, dat ze, na
afloop van het werk, zeker gemakkelijk als
dubbel woonhuis van de hand zal kunnen
worden gedaan.
Het is nu alleen maar te hopen, dat men
niet zal vasthouden aan de ontworpen diep
te van 8 M beneden laag waterpeil, maar
dadelijk tot 10 M. zal gaan. Wil men de
haven rendabel maken, dan moeten ook
groote schepen er te allen tijde in en uit
kunnen loopen. En een diepgang van 30
voet of daar omtrent is, voor schepen die
de Schelde opvaren, lang geen zeldzaam
heid meer. Om de hoogere kosten zal men
dat wel niet behoeven te laten, want de
aanbestedingen zijn, naaT wij hoorden, zeer
meegevallen, zoodat daarop heel wat zal
overschieten.
En dat de buitenwereld nu eindelijk óók
vertrouwen in de toekomst van Vlissingens
haven krijgt, blijkt wel het best uit het
zeer verheugende feit, dat de Steenkolen-
handelsvereeniging een ruimte aan den
Westelijken havendam heeft aangevraagd
om er een kolenstation te vestigen. Als zulk
een lichaam, dat zich natuurlijk uitsluitend
door zakelijke overwegingen laat leiden,
dus blijk geeft, zooveel te zien in Vlissin
gen als aanloophaven, wanneer de uitbrei
ding haar beslag zal hebben gekregen, dan
kan men op de toekomst vrij gerust zijn.
Het is voorshands, een klinkende recht
vaardiging van het Kamervotum.
En van al diegenen, die daartoe hebben
aangezet.
Strandconcert „Ons Genoegen".
Nauwelijks waren de laatste tonen van
den eersten marsch gisterenavond verklon
ken of een deputatie uit het bestuur der
Vlissingsche Tooneelvereeniging „Koningin
Wilhelmina" betrad de tent. De woord
voerder, de heer Jansen, sprak tegenover
directeur, bestuur en leden van „Ons Ge
noegen" zijn verontschuldiging uit, dat hij
het concert kwam onderbreken. Maar hij
deed het omdat hij de gelukwenschen na
mens „Koningin Wilhelmina" moest over
brengen voor het succes te Brussel. We
kunnen zoo eenigszins de prestatie voelen,
die daar geleverd is. We hebben meege
leefd, toen ge gegaan zijt en al was er,
toen uw directeur het opzette, kans op
succes, toch hadden we nog niet verwacht,
dat een le en een 2e prijs uit dit werken
buitenslands waar ge voor het eerst
heengetrokken zijt zou worden meege
bracht. We weten, dat ge een stevigen on
dergrond hebt door het ijverig werken van
uw directeur en daarom te meer vonden we
het jammer, dat uw pogen en uw slagen
werktuigelijk begaf ze zich daarheen en
werd er door het nog niet gedresseerde
meisje zonder aankondiging bij de actrice
in de kamer gelaten.
Miss Stainer, die zat te schrijven, keek
op en wees de bezoekster een stoel.
„Mr. Bruce Vertelt u mij toch eens
alles van hem 1" begon zij, zonder eenige
inleiding.
Miss Stainer was wel ten zeerste ver
baasd maar ze zou geen actrice zijn ge
weest als ze niet de situatie zóó onmiddel
lijk had gevat.
„Mr. Bruce herhaalde ze. „Heeft u
niet gehoord, wat er gisterenavond ge
beurd is
„Ja dat heb ik wel gehoord maar u
v/eet er natuurlijk meer van
Miss Stainer, die meelij met haar had,
antwoordde heel vriendelijk
„U moet niet zoo ontzet wezen Het is
ongetwijfeld zeer onaangenaam voor hem,
maar hij zal weer gauw vrij zijn."
„Gelooft u dat waarlijk vroeg Lily,
terwijl een uitdrukking van verlichting over
haar gezichtje trok.
(Wordt vervolgd.)
VOLKSGEZONDHEIDS.
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
Indien personen, die in brand gera
ken, de straat oprennen, staat dit met
zelfmoord gelijk. Men trachte de vlam
men te dooven door zich plat op den
grond te werpen, om en om te rollen.
Omstanders kunnen de vlammen doo
ven met kledingstukken, dekens, klee-
den. Afrukken van zeer licht brandbare
kleedingstukken verdient daarbij, aanbe
veling. Bij verbrande patiënten roepe
men onmiddellijk geneeskundige hulp in.
GEZONDHEIEDSRAAD.