MAIL-SHOES ZIJN NIET TE VERVANGEN DONDERDAG 13 JUU NoJ64 64e Jaargang £926 GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON IN DE SCHADUW VAN EEN GROOTE MISDAAD BINNENLAND Stads= en Provincienieuws VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van Ii regels 1.10 voor iedere regel meer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij vooruitbetaling van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent OVERTREDING WARENWET. Burgemeester en Wethouders van Vlis- singen brengen ter openbare kennis dat blijkens mededeeling van den direc teur van den keuringsdienst van waren in het gebied Goes, JACOBUS DE VISSER, wonende te Koudekerke B 156, door het kantongerecht te Middelburg is veroordeeld tot zestig gulden boete subsidiair een maand hechtenis, wegens het in deze ger meente verkoopen van waren, welke on deugdelijk van samenstelling zijn (melk waaraan water was toegevoegd). Vlissingen, 14 Juli 1926. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. DIENSTPLICHT. Vrijstelling wegens kostwinnerschap. De Burgemeester van Vlissingen brengt ingevolge art. 44, 2e lid van het Dienst plichtbesluit ter openbare kennis, dat door den Minister van Marine, bij beschikking van 13 Juli 1926, no. 171, van den dienst plicht met ingang van 1 September 1926 voor een jaar is 'vrijgesteld wegens kost winnerschap, de ingeschrevene voor den dienstplicht dezer gemeente, lichting 1926, JOOS SCHROEVERS. Tegen deze uitspraak kunnen vanaf he den binnen tien dagen bij de Kroon in be roep komen, de ingeschrevene wien de uit spraak geldt, elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingeschre ven personen, of de wettelijke vertegen woordiger. Het verzoekschrift dat met redenen om kleed moet zijn, moet worden ingediend bij den Burgemeester ter Secretarie dezer ge meente. De Burgemeester zorgt voor de doorzen ding van het verzoekschrift. Vlissingen, 15 Juli 1926. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. KAMER-OVERZICHT Eerste Kamer. Zitting van Woensdag 14 Juli. Het autobus-wetje, dat de autobussen het leven vrijwel onmogelijk maakt en dat wel ter bescherming van de spoorwegen, werd door den heer Van den Bergh nogal scherp gehekeld. Het bus-verkeer brengt de menschen van centrum tot centrum, maar dit wetje wil de menschen niet ver der brengen dan tot de bestaande spoor wegen. Volgens den Minister bedoelde dit wetje niet de spoorwegen te beschermen maar v/el het autobusverkeer te regelen en een verkeersautonomie toe te passen. Het oude praatje. Praktisch komt het hier op neer da+ de spoorwegen door hun ongunstige ligging en slechte verhoudingen de concurrentie niet kunnen volhouden zoodat de autobus naar het Engelsch van AMY SKENE. 15) Dat dit bezoek bij de Brymers van zóó groote gevolgen zou zijn, had Lily ook niet kunnen denken. Katie Brymer was een geestdriftig be wonderaarster van het drama en rustte nooit, tot zij ieder nieuw stuk had gezien wat in L'onden werd opgevoerd. Lily's betrekking tot het tooneel maakte haar interessant in de oogen van haar vriendin. Toen Lily er een week was geweest, gaf mrs. Brymer een dinertje en Katie kon digde aan „Je zult dan ook eens kennis maken met mr. Denning, Lily. Hij is procureur. Vader heeft veel te doen met de firma Denning en Bissett en dit is één van de zoons." Het gesprek aan tafel was als gewoonlijk over schouwburg-onderwerpen en Lily, die mr. Denning tot cavalier had, sprak over den toer naar Amerika, dien haar vader in het najaar zou ondernemen. „Gaat u ook mee naar Amerika vroeg mr. Horace Denning. „En vindt u dat prettig Vader heeft mij beloofd dat hij mij zou meenemen maar het is nog niet geheel zeker dat hij gaathet hangt alles van de omstandigheid af of hij een goed acteur krijgt in plaats van mr. Bruce „Is dat jouw knappe Maurice, Lily vroeg Katie Brymer van den anderen kant van de tafel. „Waarom gaat hij dan niet mee „Hij kan niet. Hij heeft een engagament in Londen voor den zomer en dan wil hij Engeland niet verlaten." „Het is toch zoo'n knappe man, mr. Den- ring lichtte Katie toe „en, er is zeker iets geheimzinnigs aan hem. Hij was vroe ger nooit acteur geweest, had het werk van de reizigers van centrum tot centrum brengt en de spoorwegen doen dit niet. Vandaar dat de bus de spoorwegen zware concurrentie aandoet. Het wetje werd natuurlijk aangenomen en de autobussen zullen spoedig het nadeel daarvan ondervinden. Toen ging de Kamer weer uiteen tot 27 Juli. Het Nederlandsch—Belgisch verdrag. De redacteur van „de Maasbode" te Brussel seint d.d. 14 Juli Mr. Van Cauwelaert heeft hedennamid- ciag in de Kamer namens de middenafdee- ling het verslag op het Nederlandsch-Bel- gisch Scheldeverdrag ingediend. In de wandelgangen der Kamer werd verteld en wij deelen het alleen onder voorbehoud mede dat het eigenlijke rapport nog niet gereed is (het zou eerst morgen klaar zijn) en dat Van Cauwelaert vandaag niets anders dan een blanco vel papier zou hebben gedeponeerd. Verder werd nog gezegd dat het niet uit gesloten is, dat het verdrag nog in den lcop dezer week door de Kamer zou wor den besproken en goedgekeurd. Hulde van Nederlandsche kunstenaars aan oud-minister De Visser. De vereenigingen Architectura et Amici- tia, Arti et Amicitae, Bond van Nederland sche architecten, Haagsche Kunstkring, Kring van Nederlandsche beeldhouwers, Opbouw, Pulchri Studio en Nederlandsche Vereeniging voor ambachts- en nijverheids kunst hebben aan dr. J. Th. de Visser, oud- minisfer van onderwijs, kunsten en weten schappen, een oorkonde aangeboden, op perkament gebatikt door mej. B. L. A. Lake te Leiden. De oorkonde luidt„Aan Zijne Excellen tie dr. J. Th. de Visser, den eersten minis ter, die aan het hoofd heeft gestaan van bet departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen, van 1918, het jaar der stichting, tot 1925 den bewindsman, die zijn zevenjarig be stuur tot een voor de Nederlandsche kun sten heugelijk tijdperk heeft gemaakt, zoo wel door zijn eerbiedige zorg voor de geërfde schatten onzer Nederlandsche cul tuur, als door de liefde, welke hij heeft ge schonken aan onze levende kunsten van jheden. door zijn metterdaad getoonde erkenning, dat 's lands overheid ook de kunsten van eigen tijd, om haar groot be lang voor de samenleving heeft te bescher men en haren groei kan begunstigen al dus zijn vruchtbaren ijver ten voorbeeld stellende aan lands-, gewestelijke- en plaat selijke autoriteiten en zijn opvolgers in de hooge functie door hem ingewijd bieden bij de afsluiting van dit zevenjarig tijdvak de onderstaande Nederlandsche vereenigin gen van beeldende kunstenaars deze oor konde aan tot blijk van dankbare hulde". Advies van de Staatscommissie voor het Muntwezen^ Verschenen is het advies aan H. M. de Koningin van de Staatscommisie, ingesteld bij Kon. besluit van 6 April 1921, no. 19 met opdracht te dienen van advies over de vraag over den toestand op het gebied van het Muntwezen in Nederland en Neder landsch Indië wijziging van de desbetref fende regelingen in het bijzonder met betrekking tot de bestaande eenheid van munt noodig of wenschelijk maakt, en zoo ja, welke wijzigingen zulks met mede deeling van haar gevoelens over de samen hangende vraagstukken. Het advies luidt, volgens de samenvatting door de commissie bij haar verslag van ha re bevindingen gevoegd, als volgt le. Handhaving van de bestaande een heid van munt in Nederland en in Indië ten opzichte van de gouden munten. 2. Opheffing van de bestaande eenheid van munt van rijksdaalders en guldens, doch die wijziging geleidelijk toepassen bij nieuwe aanmuntingen. Maatregelen ter hermunting van afgesleten stukken en voorkoming van schade voor Indië uit ont munting van niet onder vigueur van de In dische Muntwet 1912 gedane aanmuntin gen. 3e. Verlaging in Nederland van den rijks daalder en gulden tot een betaalmiddel tot beperkt bedrag, aanvankelijk tot een be drag van ten hoogste honderd gulden voor iedere muntsoort. 4. Afschaffing in Nederland van het halve guldenstuk. 5e. Aanhouding van het Nederlandsche en van 't Nederlandsch-Indische muntfonds en blijvende storting daarin van alle aan muntingswinsten en van gekweekte renten. 6e. Intrekking zoowel voor Nederland als voor Indië van de wet van 27 Novem ber 1919 (Staatsblad no. 786) betreffende de verlaging van het gehalte van grove zil veren munten tot 720/1000. 7e. Indien wordt besloten tot handhaving van klein papiergeld, de volgens de gel dende noodregeling bestaande ongedekte zilverbons te vervangen door een beperkte omloop van goudcertificaten van 2/2 gul den in Nederland en van 2/2 gulden en van één gulden in Indië, gedekt door goud of goudwissels voor de volle tegenwaarde. 8e. Het muntloon te brengen voor Teke ning van den Staat. Aan de Nederlandsche Bank door de regeering vrijstelling van be taling harer biljetten in gouden munt te verleenen en betaling in gouden baren toe te staan, wanneer bijzondere omstandig heden daartoe aanleiding geven. Temeer de genoemde vrijstelling mogelijk te ma ken, indien de wetgever er met toe mocht overgaan het muntloon voor rekening van den staat te brengen. 9e. De beslissing, of Indië een eigen muntinrichting in het leven zal roepen,moet aan Indië worden overgelaten vooralsnog is die maatregel niet aan te bevelen. Bij het advies en het verslag van hare bevindingen doet de Commissie als bijla gen gaan hare briefwisseling betreffende de uitvoering van de wet van 27 November 1919, StbJ. no. 786 (gehalteverlaging van de grove zilveren munten) en beschou wingen over het vestigen van een afzonder lijke muntinrichting voor en in Neder- landsch-Idië, bevattende deels nog niet ge publiceerde bescheiden. Als een bijzondere bijlage treft men aan een „Nota Van^ Lutterveld", zijnde een persoonlijke nota van' het lid, tevens secre taris van de commissie, mr. W. M. J. Lut tel veld, betreffende de door Nederlandsch- Indië gederfde winsten od aanmuntingen. De radio-omroep. Het rapport van de regeeringscommissie voor den radio-omroep is thans zoover ge- leed, dat publicatie weldra kan worden ver wacht. Er zou uit blijken, dat zelfs de afgevaar digden van die enkele partijen of groepen, welke in de commissie vertegenwoordigd zijn, niet tot -overeenstemming zijn geko men. Wij hopen dat in. dit stadium de betrok ken minister zich ervan, zal onthouden zend- concessies te verleenen aan bijzondere be langengroepen, die zich hierdoor een zekeie bevoorrechte positie zouden kunnen schep pen bij de finale regeling van het omroep- viaagstuk, die hierdoor onnoodig zou wor den bemoeilijkt, zegt de „N. R. Ct". De gewezen Duitsche keizer. Gisterenmiddag was de gewezen keizer Wilhelm de gast van den heer J. H. van Heek, eigenaar van het huis „Berg" te 's- Heerenberg. Het gezelschap arriveerde om 1 uur in vijf auto's op het Montferland, waar de lunch werd gebruikt. Na de lunch werd de reis voortgezet naar het huis „Berg", vanwaar om 6 uur de terugreis v/erd aanvaard. Het bericht van de aanwezigheid van den ex-keizer ging als een loopend vuurtje naar Emmerik verscheiden Duitschers kwamen over de grens om hun ouden kei zer te begroeten. VLISSINGEN, 15 JULI. De haven van Vlissingen. De hoefijzer-correspondent van het „Hbld." heeft een artikel over onze haven geschreven, waaraan wij het volgende ont- leenen Vlissingen is altijd, in ons oog, uit natio naal oogpunt een der belangrijkste plaatsen van ons land, omdat het ligt aan den mond van de rivier, die ons met Vlaanderen en aan het uiteinde van een belangrijke spoor- weglijn, die ons met Duitschland verbindt. Wanneer de beteekenis dezer ligging van Vlissingen vroeger was ingezien M. H. Janssen, die merkwaardige marineman, die op menig gebied een blik in de verte had, heeft het in 1869 begrepen, maar hij vond te weinig steun dan zou de stad niet nu nog moeten worstelen om bestendigheid in haar bestaan. Want dat moet ze om alles moet ze vechten en soms wint ze wat. De marinewerf verdween maar de Schelde- werf bleef. Er kwam een behoorlijk station maar de spoorwegwerkplaats werd weg genomen. De maatschappij „Zeeland" werd gevestigd en gehandhaafd maar moest haar nachtdienst aan den Hoek afstaan. Nu zal Vlissingen (senatu volente) de marine opleiding uit Gorkum krijgen maar de „Zeeland" kreeg alvast een geweldigen klap uif Engeland door het vleeschinvoer- verbod. Dit laatste is waarlijk een ontzet tende slag voor de maatschappij en wij hoorden, dezer dagen te Vlissingen zijnde, dat een 100-tal werklieden zullen moeten worden (of reeds zijn) ontslagen. En aan de havenuitbreiding wordt nu gewerkt maar de „Schelde"-werf zit nog^ altijd ach ter een te kleine sluis. Zoo toont de toestand van Vlissingen zich altijd min of meer als een labiel even wicht nu een slaat de schaal van 't voor deel, dan weer die van, 't nadeel door. En een Nederlandsche regeering, die begreep, in haar geheel begreep en besefte, welk een nationale beteekenis die stad aan den mond der Schelde voor ons land heeft, en die daarnaar dan ook handelde hebben wij die eigenlijk wel ooit gehad Altijd weer heeft Vlissingen moeten vechten niet alleen om zijn natuurlijk perspectief maar vaak genoeg om te voorkomen, dat het een eind weer terug werd gedreven. Er zijn van die plaatsen, die nu eenmaal wat ver af liggen... van Den Haag. Een der laatste en belangrijkste „verove ringen" van Vlissingen is de uitbreiding der buitenhaven geweest. Wat hee^ï men daar voor moeten vechten onder en tegen het kabinet-Ruys. Wij halen die heele geschiedenis nu niet weder op het is een der minst verheffende brokken geweest uit de historie van dat kabinet, een historie waarin minister Van Swaay zich nu eens weer achter minister Van Karnebeek, dan weer achter minister Colijn en dan weer achter den heelen ministerraad verschool, waarin minister Van Karnebeek op zijn Alleenverkoop JACQ. PLOUVIER. een secretaris gedaan, maar was zeer ge sloten wat dezen arbeid betrof. Ik deed al mijn uiterste best, om hem daarover aan het praten te krijgen, toen ik bij Lily lo geerde, na mijn terugkeer uit Londen en net even voor Kerstmis, maar Ik kon ook niets uit hem krijgen. Ik geloof niet, dat Bruce zijn echte naam was. Ik ben zeker dat hij er niet aan gewoon was om zich zóó te hooren noemen, al mag hem dit nu al weer iets makkelijker vallen." „Vader denkt, dat hij er het een of ander geheim op nahoudt", zei Lily spijtig. „Maar hij is een uitstekend tooneelspeler." „Dat kan ook heel best", antwoordde Katie Brymer lachend. „Waarschnlijk heeft hij een langdurigen leertijd achter den rug, al is het dan ook niet op het tooneel. „Wie weet of hij niet zijn rechtmatige straf is ontvlucht van een misdaad die hij beging Nu wat zegt u van zulk een veronder stelling, mr. Denning „Dat u misschien nog wel eens gelijk kon hebben", antwoordde de zaakwaarne mer zoo luchtig mogelijk. „Heeft u eenig idee, waar hij vandaan kwam richtte hij zijn vraag tot Lily. „Neen ik weet alleen, dat hij, zooals Katie daar zoo even zei, het werk verrichtte van secretaris. Ik geloof ergens buiten bij een verschrikkelijk lastigen ouden heer. Ik zal u na het diner zijn portret eens laten zien, mr. Denning", zei Katie. „Ik zal u eer lijk bekennen, hoe ik hem zóó zeer bewon derde, dat ik mij een aantal foto's van hem had aangeschaft en het mij vreeselijk speet, dat ik niet langer kon blijven om hem te zien in alle rollen die hij speelde." Nadat de heeren' zich bij de dames in de salons hadden gevoegd en er eerst wat gemusiceerd was, trad Katie Brymer met een groot album naar StjslQfr, waar Lily zat naast Horace Denning. „Dit is nu mijn schouwburg-album", lichtte zij toe. „U heeft waarschijnlijk al deze fotografieën al in boekwinkels gezien. Hier, in „Olivia" was Maurice Bruce „Squire Thornhill". Een eigenaardige uitdrukking trok er over het gelaat van Horace Denning, toen hij keek naar de fotografie van Maurice en gedurende een oogenblik zweeg hij. Toen zei hij langzaam „Het is een knappe man. Hebt u nog meer portretten van hem „O ja", antwoordde Katie, terwijl ze nog een bladzijde in het album omsloeg. „Hier is hij als „Romeo" hier als „Faust" en hier in een gewoon flanellen sportpak. Ja, moeder, ik kom", besloot ze in ant woord op een verzoek van mrs. Brymer, of ze het accompagnement wilde spelen bij een zangnummer. Mr. Denning luisterde hier niet veel naar, maar ondervroeg Lily Gilmore steeds naar al, wat haar nog bekend was van Maurice Bruce, en ongemerkt wist hij het portret van den cricket-speler in zijn zak te glippen. „Het kan niets te beduiden hebben", sprak hij in' zich zelve, toen hij een uur later in een vigelante wegreed. „Het kan enkel een gelijkenis zijn, maar het portret v/at de politie in handen kreeg was dat van een man', die dan al extra veel op hem leek De naam Maurice leek ook wat ver dacht. Wie weet wat een schitterende aan wijzing dit was, en hoe hij zichzelven pro motie bezorgde door zijn inzicht en oplet tendheid Een week later keerde Lily Gilmore huis waarts en vond haar vader in een toestand van de hoogste opgewondenheid. „Ik weet niet, wat ik doen moetriep hij, de wanhoop nabij. „We moeten Maan dag in Denamead de reeks voorstellingen beginnen voor een week. Ik heb getelegra feerd naar een half dozijn agenten in de stad, maar ze kunnen mij niet helpen Maurice Bruce werd gisterenavond bij het verlaten van het tooneel gearresteerd, be schuldigd van moord met voorbedachten rade op Sir Stephen Dacre, nu laatstleden November HOOFDSTUK VIII. „Gearresteerd En voor moord riep Lily Gilmore zóó ontsteld, dat ze spier wit zag van den schrik. „Dit moet een ver gissing zijn Wie was Sir Stephen Dacre „O Het is al lang geleden gebeurd in November, eer Bruce bij ons kwam. Ik weet niet of het een „vergissing" is of niet. Ik weet alleen dat het mij onvergelijkelij- ken last bezorgt." „Waar is hij Waar is mr. Bruce „Ze hebben hem naar de stad gebracht, geloof ik, en hij zal verder naar Braxbury worden vervoerd, waar de moord werd gepleegd. Er staat iets van in de avond bladen." En, op een exemplaar van de „Globe" wijzend, die op de tafel lag, verliet mr. Gil more het vertrek. Met trillende vingers greep Lily het blad en begon het artikel te lezen, ofschoon de letters haar voor de oogen dansten. „De publieke belangstelling is herleefd in het geheim betreffende den dood van wijlen Sir Stephen Dacre, die plaats had in laatstleden November. Ter herinnering diene, dat de overledene cm middernacht gevonden werd in zijn bibliotheek met een schot door het hart en dat de verdenking viel op Maurice Hamil ton, die vermist werd uit het huis en v/iens spoor niet werd gevonden. Nu echter heeft de politie zijn verblijf ontdekt, met het resultaat, dat hij gearresteerd is en naar Braxbury werd vervoerd voor het verhoor, oat was uitgesteld tot hij er bij kon zijn. Waarschijnlijk zal dit binnen een paar da gen plaats hebben. Er wordt beweerd dat mr. Hamilton in het Noorden heeft gespeeld met een door trekkend tooneelgezelschap, onder een aangenomen naam." Lily Gilmore voelde zich overweldigd van schrik. Of Maurice nu schuldig was of niet zijn veiligheid stond op het spel en hier maakte zij zich zóó ongerust over, dat iedere andere gedachte daarvoor wegviel. Het gezelschap was te Easingwell. Ge lukkig kon Lily den weg in die plaats om dat ze daar al eens meer geweest was. Ook wist ze dat de eerste actrice er gelogeerd was op Knutsford Square 7 en haast DRmGEND VERZOEK! De Bakkersvereeniging ,,S.B.W." doet door deze een beroep op de welwillendheid van het publiek en verzoekt vriendelijk bij het thuis bezorgen der producten, de loopers niet langer dan noodzakelijk is, te laten wachten. (Ingez. Mededeeling.) beurt weer terugkroop nu eens achter zijn collega van Waterstaat dan weer achter fantastische buitenlandsche motieven maar wier einde dan toch was, dat de weerbarstige regeering bezweek voot den druk der Tweede Kamer en der openbare meening, dank zij de taaie volharding van Vlissingens burgemeester. Zij het dan ook dat de regeering zich nog een zekere wraak gunde door den ontworpen kaaimuur met 150 M. te verkorten. Het komt ons voor, dat het werk nu zijn normalen voortgang heeft. Er is ook een ingenieur van den waterstaat als directeur van de havenuitbreiding ter plaatse geves tigd, vlak in de nabijheid en men heeft daartoe wel is waar een nieuwe woning moeten bouwen, maar dat heeft het- depar tement ditmaal eens practisch gedaan Het heeft die nl. zoo ingericht, dat ze, na afloop van het werk, zeker gemakkelijk als dubbel woonhuis van de hand zal kunnen worden gedaan. Het is nu alleen maar te hopen, dat men niet zal vasthouden aan de ontworpen diep te van 8 M beneden laag waterpeil, maar dadelijk tot 10 M. zal gaan. Wil men de haven rendabel maken, dan moeten ook groote schepen er te allen tijde in en uit kunnen loopen. En een diepgang van 30 voet of daar omtrent is, voor schepen die de Schelde opvaren, lang geen zeldzaam heid meer. Om de hoogere kosten zal men dat wel niet behoeven te laten, want de aanbestedingen zijn, naaT wij hoorden, zeer meegevallen, zoodat daarop heel wat zal overschieten. En dat de buitenwereld nu eindelijk óók vertrouwen in de toekomst van Vlissingens haven krijgt, blijkt wel het best uit het zeer verheugende feit, dat de Steenkolen- handelsvereeniging een ruimte aan den Westelijken havendam heeft aangevraagd om er een kolenstation te vestigen. Als zulk een lichaam, dat zich natuurlijk uitsluitend door zakelijke overwegingen laat leiden, dus blijk geeft, zooveel te zien in Vlissin gen als aanloophaven, wanneer de uitbrei ding haar beslag zal hebben gekregen, dan kan men op de toekomst vrij gerust zijn. Het is voorshands, een klinkende recht vaardiging van het Kamervotum. En van al diegenen, die daartoe hebben aangezet. Strandconcert „Ons Genoegen". Nauwelijks waren de laatste tonen van den eersten marsch gisterenavond verklon ken of een deputatie uit het bestuur der Vlissingsche Tooneelvereeniging „Koningin Wilhelmina" betrad de tent. De woord voerder, de heer Jansen, sprak tegenover directeur, bestuur en leden van „Ons Ge noegen" zijn verontschuldiging uit, dat hij het concert kwam onderbreken. Maar hij deed het omdat hij de gelukwenschen na mens „Koningin Wilhelmina" moest over brengen voor het succes te Brussel. We kunnen zoo eenigszins de prestatie voelen, die daar geleverd is. We hebben meege leefd, toen ge gegaan zijt en al was er, toen uw directeur het opzette, kans op succes, toch hadden we nog niet verwacht, dat een le en een 2e prijs uit dit werken buitenslands waar ge voor het eerst heengetrokken zijt zou worden meege bracht. We weten, dat ge een stevigen on dergrond hebt door het ijverig werken van uw directeur en daarom te meer vonden we het jammer, dat uw pogen en uw slagen werktuigelijk begaf ze zich daarheen en werd er door het nog niet gedresseerde meisje zonder aankondiging bij de actrice in de kamer gelaten. Miss Stainer, die zat te schrijven, keek op en wees de bezoekster een stoel. „Mr. Bruce Vertelt u mij toch eens alles van hem 1" begon zij, zonder eenige inleiding. Miss Stainer was wel ten zeerste ver baasd maar ze zou geen actrice zijn ge weest als ze niet de situatie zóó onmiddel lijk had gevat. „Mr. Bruce herhaalde ze. „Heeft u niet gehoord, wat er gisterenavond ge beurd is „Ja dat heb ik wel gehoord maar u v/eet er natuurlijk meer van Miss Stainer, die meelij met haar had, antwoordde heel vriendelijk „U moet niet zoo ontzet wezen Het is ongetwijfeld zeer onaangenaam voor hem, maar hij zal weer gauw vrij zijn." „Gelooft u dat waarlijk vroeg Lily, terwijl een uitdrukking van verlichting over haar gezichtje trok. (Wordt vervolgd.) VOLKSGEZONDHEIDS. EN VEILIGHEIDSHOEKJE Indien personen, die in brand gera ken, de straat oprennen, staat dit met zelfmoord gelijk. Men trachte de vlam men te dooven door zich plat op den grond te werpen, om en om te rollen. Omstanders kunnen de vlammen doo ven met kledingstukken, dekens, klee- den. Afrukken van zeer licht brandbare kleedingstukken verdient daarbij, aanbe veling. Bij verbrande patiënten roepe men onmiddellijk geneeskundige hulp in. GEZONDHEIEDSRAAD.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1