WOEN8DAÖ 30 31JMS Doorzittend ^4-e «laaf^ang 1926 OEMEENTEBESTÜÜiR "kamer-overzicht FEUILLETON IN DE SCHADUW VAN EEN GROOTE MISDAAD BINNENLAND egacgparaiu/u.iwfWL w VL1SSINGSCBE COURANT <i— AB0NNEMENTS-PRIJ5 Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- i neren - f 2.2Ö per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Varl 1-4 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij vooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent. Familieberichten van 16 regeis 1.70, iedere regel meer 26 cent HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen gelet op artikel 15 der Hinderwet brengen ter openbare kennis, dat, vol gens ingekomen mededeeiing door de Naamlooze Vennootschap Vee- en Vleesch- handel voorheen firma J. Hakker alhier, bij H M. de Koningin beroep is ingesteld te gen het besluit van hun college d.d. 14 Juni 1926, nr. 1098/787, 3e afdeeling, waarbij haar vergunning is geweigerd tot het op richten van een darmenwasch- en zouterij en een bewaarplaats van darmen in het perceel kadastraal bekend gemeente Vlis singen, sectie D nr. 448, plaatselijk gemerkt Vlamingstraat r.r. 18. Vlissingen, 30 Juni 1926. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag. Interpellatie. De laatste week voor de Kamer. Eerst nog eens een interpellatie van den heer Moller over de classificatie der ge meenten, zooals die is neergelegd in het Be zoldigingsbesluit voor burgerlijke ambtena ren. Zijn bezwaar gold de willekeurige en oppervlakkige wijze waarop gegevens zijn verzameld. Natuurlijk is het altijd moeilijk betrouwbare grondslagen voor de bereke ning van de duurte in de diverse gemeenten vast te stellen. Met allerlei merkwaardige gevallen illustreerde de heer Moller dit. Het was niet mogelijk die voorbeelden te con troleeren. Hij stelde deze vragen 1. Is de regeering niet van oordeel dat het stelsel var. classificatie der gem eer e'en vol gens het bezoldigingsbesluit voor burger lijke ambtenaren, in vele opzichten zoo onjuist wordt toegepast dat vele gemeenten te laag zijn gerangschikt en nog andere onbillijkheden uit die onjuiste toepassing voortkomen 2. Zoo ja, is de regeering bereid, alle on billijkheden die door de onjuiste toepassing van het stelsel tot op den dag van de af schaffing, zijn of worden veroorzaakt, te herstellen 3. Is de regeering daarenboven niet van oordeel, dat 't geheele stelsel van klassen- indeeling van de gemeenten, volstrekt on houdbaar is, doordat vele factoren niet in rekening gebracht kunnen worden doordat de omstandigheden in vele, zoo niet alle gemeenten zich voortdurend wijzigen, door dat de nadeelen evenals de voordeelen in de verschillende gemeenten onderling zeer verschillen, en dikwijls op onderling geheel verschillende wijze tegen elkaar opwegen, en dat derhalve de eenige billijke regeling is, geen enkele klassenindeeling van de ge meenten en geen standplaats-aftrek van de normale bezoldiging? Het was volgens den interpellant alles willekeur, willekeur, willekeur. Alles wat de heer Moller vertelde, was al bekend en oud nieuws. Iedere indeeling en classificatie brengt onbillijkheden en grensgevallen, maar dan was classificatie nooit mogelijk. Trouwens de laatste vraag van den inter pellant wijst er op, dat hij geen indeeling wil. Minister De Geer was binnen tien minu ten klaar met zijn antwoord. Een classifica tie is noodig en men streeft er naar deze zoo goed mogelijk te maken. Een herziening ligt niet in het voornemen der regeering waar oneffenheden zijn, zal de Minister die trachten weg te nemen. Herhaaldelijk blijkt, dat men bezwaar heeft tegen verplaatsing naar groote gemeenten, omdat men dat on- voordeelig acht. Er gebeurt dus niets dan eventueel plooien gladstrijken. De heer Moller, die de zaak veel te breed had opgezet, diende twee moties in één voor volledige opheffing van classificatie en één voor herziening als de Kamer geen op heffing wil. Verschillende leden achtten het niet gelukkig van den heer Moller om deze zaak in de Kamer te behandelen. Ze hoort in het Georganiseerd Overleg thuis. De motie tot herziening werd weer spoedig in getrokken waartegenover de heer Hermans in een motie vroeg dat ambtenaren, die bij de herclassificifatie in een hoogere klasse zijn gekomen, ook het bij die klasse be- hoorende salaris zullen ontvangen.. De Mi nister zegde dat toe. Morgen stemt de Ka- mer de motie-Moller dood. naar het Engelsch van AMY SKENE. 3) „Moeder zegt, dat Sir Stephen heel hard moet zijn geweest. Nu deed miss Barbara ook dwaas, want zij had nu eenmaal haar hart gezet op mr. Conyers, den organist uit het dorpje Dedlington. Ze had les van hem en ging dan in het dorp in de kerk spelen. Arm kind Ze had ook niemand onders om mee te spreken Dus is het geen wonder dat zij liefde voor hem op vatte. Want het was een knappe man, met een innemend gelaat. Toch moet hij geen echte heer zijn geweest en enkel maar het oog hebben gehad op haar geld toen hij miss Barbara 't hof maakte. O, mannen zijn toch zulke listige wezens "Ja-er zijn er wel onder, Susie Maar noud jij je maar bij de degelijke, zooals ik." Och, hoe moeten wij nu weten }ullle wel solide zijt... Zelve zal je het niet vertellen. En wie weet wat jullie niet auemaal achter onzen rug uithaalt „Neen, neen, Susie Ik ga nooit met ,eï?,a?5 anders om dan met jou En ter wijl hij hefkoozend den arm om haar heen sloeg, vroeg hij „Vertel mij nog eens wat meer van miss Barbara, wil je „Nu, er valt niet veel meer van te vertel len, dan dat ik moeder wel heb hooren zeg gen» dat zij op de knieën viel voor Sir otephen en dat ze hem smeekte haar toch mi Conyers te laten trouwen. Maar de oude heer was zeer wreed, en zei dat hij haar nog liever dood in. haar kist had zien liggen. Toen is miss Barbara op een goe den dag naar Braxbury gegaan en mr. Conyers kwam daar met haar samen en toen zijn ze daar getrouwd bij den burger lijken stand en toen ze terugkwam zei Het verdrag met België. De commissie van rapporteurs der Twee de Kamer betreffende het wetsontwerp tot goedkeuring van het Nederlandsch-Belgi- sche verdrag, is sedert de beëindiging van het nieuwe afdeelingsonderzoek eenmaal bijeen geweest in verband met de samen stelling van het afdelingsverslag. Den 9en Juli a.s. zou de commissie nog maals bijeenkomen. Dat geeft eenigen voet aan een in parle mentaire kringen bestaande verwachting, dat het in de bedoeling zou liggen dit af deelingsverslag in de tweede helft van Juli of in het begin van Augustus het licht te doen zien. gehoorigheid zij kunnen niet vrij onder elkaar spreken. Zonde» nog te denken, dat hun gesprekken worden afgeluisterd, geeft het toch een onprettig gevoel, dat de mo gelijkheid er toe bestaat. „Kleinigheden" zijn het inderdaad, deze grieven van de loodsen, maar juist zulke „kleinigheden" kunnen op den geest zooveel invloed hebben. Een wat gezelliger, een wat vrijer wachtkamer, is dat niet mogelijk, al dus vraagt het „Hbl.", waaraan dit bericht is ontleent. Maatregelen tegen den smokkelhandel. Met het oog op den grooten smokkelhan del en het daarvoor dreigende gevaar voor mond- en klauwzeer fö een zgn. verboden kring afgekondigd, waardoor het vervoer van herkauwende dieren en varkens uit Baarle-Nassau verboden is. De man die voor de Koningin door het water ging. Gelijk men zich herinneren zal, sprong te Venlo, toen tijdens den watersnood H. M. de Koningin per boot de geteisterde stad bezichtigde, de herbergier Schreurs, die tot acht maanden gevangenisstraf was veroor deeld, in het water om gratie af te smee- ken. De man heeft thans bericht ontvangen dat de tenuitvoerlegging der straf voorloo- niig een ja?;r is uitgesteld. Uit den loodsdienst. Dit is wel gebleken tijdens het onder zoek naar de oorzaken van de ramp, over komen aan den loodsschoener II van Ter schelling er heerscht onder de loodsen een geest van ontstemming. Of die ontstemming nu gemotiveerd is, zullen wij thans in het midden laten, vast staat in het algemeen dat een geest van ontevredenheid vaak een gevolg is van „kleinigheden", althans van dingen, welke schijnbaar tot de onbelangrijke onderdee- len van een dienst behooren, maar welke voor de betrokkenen van beteekenis zijn. De binnenloodsen, gestationneerd in Am sterdam, hebben een wachtkamer in het Rijksgebouw, aan de Droogbak. Die wacht kamer, waarin soms vier-en-twintig men- schen zitten, heeft een oppervlakte van on geveer 25 M2. Het licht is er matig en ook de mogelijkheid voor lucht-verversching is niet al te groot. De loodsen, die wachten tot zij een opdracht krijgen, rooken, voor tijdpasseering, tamelijk sterk en de atmos feer in het vertrek is in verband daarmee dikwijls niet al te behagelijk. In den zomer kan het raam open, al tocht het dan vaak als de deur opengaat, maar in den winter... Het ergste vinden de loodsen echter, de ze het tegen Sir Stephen en die vloekte haar ontzei haar zijn woning en ver klaarde dat hij haar nooit weer zou aan kijken „Was dat al, wat er later van haar ver nomen werd „Moeder heeft er nog zoo iets van ge hoord, dat mr. Conyers zijn vrouw zoo slecht zou behandeld hebben. Maar ze wist niet of dit wel waar was. Ik hoop maar van niet. Het is vreeselijk droevig voor een meisje, of zij nu een „dame" is of niet maar als zij alles heeft opgegeven voor een man en hij heeft haar dan niet meer lief, breekt haar 't hart..." Susie zuchtte. „Heel hard Maar daar hoef jij anders niet bang voor te zijn, Susie... En hij maakte van de gelegenheid ge bruik om haar te zoenen dat het klapte op de frissche ronde wang, die zoo uitlokkend naar hem toegekeerd was. „Wel, heb ik ooitriep Susie, vluch tend Toch scheen ze nog al zoo heel erg niet beleedigd te zijn, want hard-zingende was ze een oogenblik later aan het werk. James herinnerde zich al die verhalen, toen hij dien nacht in de bodenkamer zat in afwachting van den dokter. Dit duurde toch nog wel een uur en James was blij dat hij toen weer eenig gezelschap had aan zijn kameraden. Warner hield de deur open voor den dokter. Dokter Robertson was een corpulente man, omtrent vijftig jaar oud met blozenr de wangen en heider-blauwe oogen, en een goedmoedig, welgedaan gezicht, dat op zichzelve als een opwekkend middel werkte voor zijn neerslachtige patiënten* Zelfs nu hij midden in den nacht toch had moeten opstaan, om vier mijlen ver te rijden, had hij er nog niet zijn goed hu meur bij verloren en zei tegen den butler „Is je heer zoo ziek Wat scheelt er Bier uit minderwaardige vloeistoffen bereid. In het verslag van de Kamer van Koop handel te Breda wordt het een en ander medegedeeld over de brouwerij, waaraan het volgende is ontleend Nu de accijnsverhooging van 1924 meer stabiliteit heeft gekregen, blijkt zij zeer be lemmerend te zijn voor de „kleinere" brou werijen, die ook om andere redenen meer en meer op den achtergrond komen door de sterke macht van de „groote brouwerijen". Staan de „groote brou verijen" krachtiger tegenover de zoo hooge accijnzen, toch wordt ook daar deze maatregel veel te scherp genoemd en laat hij niet na op den bloei der industrie fnuikend te werken. Wer den klachten gehoord .over den toestand der kleinere brouwerijen, de grootere deel den mede, dat 1925 voor hen niet gunstig was. Echter gaan de ririjzen der grondstof fen de hoogte in. Een der berichtgevers wijst er op dat te hooge accijns de navol gende ongewenschte resultaten heeftle. Er wordt bier geproduceerd voor eigen ge bruik, met al de nadeelen aan die ondes kundige productie verbonden o.a. het na deel voor de volksgezondheid. 2e. Het bier kan door de hooge prijzen welhaast geen I volksdrank meer genoemd worden. 3e. De concurrentie, met zig. sterken drank va!+ ten nadeele van het bier uit. 4c. Er worden I minderwaardige vloeistoffen verkocht onder den naam van bier, ten nadeele van de volksgezondheid en van de schatkistde warenwet zou hier een vruchtbaar werk- terrein hebben. j Het Amsterdamsche trampersoneel. f Naar aanleiding van velschillende klach ten heeft volgens „de Tel.", de directeur van de tram te Amsterdam de volgende kennisgeving aar. het personeel doen aan plakken Het gci.cde pérSOjitSi heeri er belang bij, dat het trambedrijf, en vooral de wijze, waarop het publiek wordt bediend, gunstig kan worden beoordeeld. Het publiek stelt het op prijs als houding en optreden aan genaam, kleeding en uiterlijk goed verzorgd zijn. Wij moeten het dus ernstig betreuren, dat er enkelen onder ons personeel zijn, die daarin te kort schieten. In plaats van dezen nu persoonlijk tot grooter zorg voor optre- Caratis Consult voor alle voetgebre ken door een voet- specialist van Dr. W. SCHOLL's Insti tuut voor voetbe handeling te Londen, op Donder dag 1 Juli, 10-12 en 2—6 uur, in de paskamer van het schoen magazijn van den Heer TIMMERMAN, Bellamypark hoek Kerkstraat. Afspra ken ook buiten deze uren kunnen vanaf heden aldaar worden gemaakt. aan Een attaque Warner hielp hem uit zijn zware overjas en schudde enkel het hoofd teni antwoord, maar toen de dokter al de trap op wilde gaan, hield hij hem terug. „Sir Stephen is niet boven, dokter, maar in de bibliotheek." „Mijn hemel Konden jullie hem niet in bed krijgen vroeg dokter Robertson. En zijn verbazing bereikte haar toppunt toen de butler een sleutel uit den zak haalde en fluisterend Sprak ,,'t Is een leelijk geval, sir een leelijk geval Mijns inziens schuilt er moord achter Zoodra dokter Robertson, het vertrek binnentrad en het verstijfde lichaam daar zag liggen in die onnatuurlijke houding cn c-e kleeren met bloedvlekken overdekt, ontstelde zelfs hij. „Mijn. hemel Je hebt gelijk. Het is een leelijk geval... Mijn arme, oudé vriend! Wie kan het nu in 't hoofd gehaald heb ben... Je moet er mij eens alles van vertel len, Warner." HOOFDSTUK II. Braxbury was een welvarend plaatsje, met vee! industrie, en dat zich steeds uit breidde naar alle kanten. Dicht bij Dacre- ston Manor was een soort voorstadje ge komen, bekend als West-Braxbury en hoofdzakelijk bestaande uit villa's met zeer ruime tuinen er omheen, die aan de zijkan ten echter zulk hoog gewas hadden dat ze niet bij elkaar konden inzien want dit scheen de hoogste verschrikking voor die klasse bewoners meest notarissen, dokto ren, directeuren van banken en dergelijke handelslui werden zooveel mogelijk ge weerd hoe belachelijk dit idee op zich zelve ook was. Toen bijvoorbeeld mr. Mason van de firma Mason en Norbury, linnenfabrikanten, „de Olmen" had aangekocht, ging er een storm van verontwaardiging op in West den en uiterlijk te doen aansporen, acht ik het voorloopig beter, in het algemeen te verzoeken Beleefd en hulpvaardig te zijn, ook onder moeilijke omstandigheden. Geen langdurige gesprekken te voeren bij het geven van aanwijzingen beschaafde taal te gebruiken. Slappe lustelooze houding te vermijden. Uniformkleeding geregeld grondig te reini gen en goed gesloten te dragen. Geregeld het haar te laten knippen, zoodat de hals frisch boven de uniform uitsteekt. Steeds goed geschoren in dienst te komen. De malaise. Voor de betrekking van portier aan de ambachtsschool te Leiden hebben zich 2143 sollicitanten aangemeld. Er zullen dus niet minder dan 2142 per sonen teleurgesteld worden. is# bij Wielrijders. H Ieen door de zon verschroeide Huid, K Schrijnen en Smetten.verzacht en geneest men met p y py [^EiïPSpoOTen Drogistën~|^^y Heftige baddiscussïes. Een lange, soms vinnige discussie werd in den gemeentèraad te Hoorn gehouden over het voorstel van Burg. en Weth. om in te willigen een verzoek der afdeeling van „Het Witte Kruis" om aan het buitenbad huis, waarover door die instelling het be heer wordt gevoerd, toe te staan, dat ge mengde baden worden genoten door gezin nen en huisgenooten. De burgemeester stelde zich op het stand punt, dat van dit voorstel niet mag worden verwacht, dat het de zedelijkheid van Hoorn zal aanranden. Spreker zou met den bur gemeester van Wageningen willen zeggen, dat men de stad geen brevet van bekrom penheid moet gaan geven. De heer Posthuma sprak afkeurend over de opvatting van het Witte Kruis-bestuur dat z.i. verkeerd handelf en de sympathie van velen zal verliezen. Ten sterkste werd dit standpunt door den voorzitter tegengesproken en hij vond het niet juist, dat men het ging voorstellen, of een aanslag wordt gepleegd op de eer en den goeden naam van Hoorn minstens is alles zeer overdreven en wie gezond denkt kan er geen kwaad uithalen. Ten slotte werd het voorstel aangeno men met 9 tegen 5 stemmen voor vrijzin nigen en S.D.A.P., en tegen 3 R.Kath., 1 C.-H. en 1 A.R. ALGEMEEN AFDEELINGSZIEKENFONDS WALCHEREN. Onder voorzitterschap van den heer dr. A. Staverman, hield het Algemeen Afdee- Iingsziekenfonds Walcheren, gisterenavond in Café Vermeesch zijn jaarvergadering. De secretaris, de heer S. J. Engering, bracht het volgende jaarverslag uit Zeer tot onze spijt kunnen we dit jaar verslag niet beginnen met de mededeeiing dat 1925 een voorspoedig jaar was en zon der zorgen gepasseerd is. Integendeel, uit het jaarverslag van den penningmeester zal het blijken dat het afgeloopen jaar ons een niet onaanzienlijk tekort heeft ge bracht. Waar een en ander zich in het be gin van het jaar reeds lied voorzien, onder voor 1926 tijdig maatregelen genomen worden. Toch is en blijft voorzichtigheid geboden. Na dit eenigszins pessimistisch woord doet het ons genoegen te kunnen zeggen, dat ook 1925 weer leerde dat ons fonds gezond is en een stootje verdragen kan, dat de aantrekkingskracht even groot blijft en nog altijd velen de behoefte gevoelen zich voor het lidmaatschap aan te melden. Was er dan ook niet de weistandsgrens die de toetreding beperkte, dan gelooven wij dat geheel Walcheren, voorzoo-ver dit door ons kan worden bewerkt, lid zou zijn. De onderhandelingen over de toetreding der bedeelden van het Burgerlijk Armbe stuur hebben nog altijd niet tot een resul taat geleid, o.i. zeer tot schade der bedeel den. De overeenkomst met de Ned. Herv. Dia conie, loopt nu één jaar, voorzoover wij hebben kunnen beoordeelen tot tevreden heid van beide partijen en wat het voor naamste is, de bedeelden dezer diaconie Braxbury. „We moeten hun maar gauw te verstaan geven, dat we geen kennismaking met hen verlangen", zei mrs. Radcliffe op een thee partij. „Neen", antwoordde een ander, „men kan niet te voorzichtig zijn in deze tijden". Eén dame deed er het zwijgen toe, toen het gesprek op dat punt gekomen was. Zij zelve was de dochter van een baronet, maar ze had al zooveel dwazen trots van haar leven gezien, dat ze nog slechts een glim lach over had voor dat sterke gevoel van standsonderscheid, en later sprak tot haar man, dominé Austin „Je hadt eens moeten hooren, Hugh, hoe gebelgd ze daarop zijn dat de Masons hier in de buurt komen wonen En natuurlijk is mrs. Radcliffe het meest er tegen gekant, terwijl zij toch heusch niet van zoo hooge afkomst is „Nu ik hoop maar, dat de Masons zich niet laten afschrikken door zoo'n vijandige houding. Ze mogen nu wel eens genieten van het buitenleven en dien heerlijken tuin op „De Olmen" nadat ze al die jaren zoo ijverig hun zaak hebben waarge nomen in de stad." Op den ochtend nadat die tragische gebeurtenissen hadden plaats gehad op „Manor House", werd hetzelfde onderwerp besproken op „Villa Belle Vue". Feitelijk had mrs. Radcliffe haar woning geen on geschikter naam kunnen geven, want het uitzicht was volstrekt niet ruim en daar haar tuin zeer stijf ingericht was, zouden velen zeker een vraagteeken zetten. Mr. Radcliffe was de voornaamste nota ris van Braxbury een eerste-klas zaken man volgens zijn cliënten alleen zijn vrouw had dikwijls geweldige driftbuien te lijden als zij hem vroeg om het huishoud geld. Haar oudste dochter, Janet, leek op geen van beide haar ouders zoo min- uiterlijk als innerlijk. Ze was slank en blond, juist zijn over den gang van zaken zeer tevre den. Hetzelfde meenen wij te mogen zeggen van de overeenkomst met de gemeente voor haar lager politiepersoneel. Al de ja- jen dat deze verzekering nu loopt is geen enkele klacht bij ons binnengekomen en hebben wij tot ons genoegen kunnen con- stateeren dat ook deze groep verzekerden de wijze waarop onze hulp verleend wordt, op prijs stelt. In de onderafdeelingen op de dorpen liep alles naar wensch. In tegenstelling met Vlissingen zijn daar geen tekorten van be teekenis te constateeren en was zelfs hier en daar een- flink overschot. De proef te Souburg en Ritthem met de tandheelkundige hulp is schitterend ge slaagd, ook nu weer heeft de praktijk be wezen dat uitbreiding onzer verzorging op prijs wordt gesteld. De samenstelling van het bestuur bleef onveranderd, de aan de beurt van aftre ding zijnde heeren werden herkozen. Ver gaderingen worden gehouden zoo dikwijls zulks noodig bleek. Bij de op 4 en 18 April 1925 gehouden verkiezing van vertegenwoordigers der ver zekerden werden te Vlissingen op 2 na alle aftredenden herkozen en te Souburg op 1 na. Nieuw gekozen werden te Vlissingen de heeren H. A. Martens en W de Ridder en te Souburg de heer J. C. de Hamer. Opmerkelijk is het dat aan deze stem ming, die slechts één maal in de vijf jaren plaats heeft, zoo weinig leden deelnemen. Te Vlissingen werden uitgebracht 89 stemmen, te Souburg 62. Aan de niet herkozen leden wordt in dit verslag nog een woord van dank' gebracht voor al het werk wat zij in het belang van het fonds hebben verricht. In den loop van 1925 ontvielen ons door den dood dr. A. van Maanen en dr. J. Beij ers. Waar deze heeren als huisarts sinds de oprichting aan het fonds waren verbonden en altijd op correcte wijze hun werk heb ben verricht zou dit verslag onvolledig zijn indien niet op waardeerende wijze een èn ander werd gememoreerd. Tot ons genoegen kunnen wij mededee- len dat de aanvulling dezer ledige plaatsen zonder al te groote moeilijkheden heeft kunnen geschieden. Waar aan het overlijden van dr. van Maanen een lang ziekbed was vooraf ge gaan was tijdens diens Jeven reeds een overeenkomst getroffen, waardoor de ge neeskundige verzorging van de bij hem in geschreven verzekerden op afdoende wijze geregeld was. Als opvolger van dr. Beijers trad op dr. A. E. J. Lacomblé. Waar deze reeds eeni gen tijd als plaatsvervanger de praktijk had waargenomen gaf dit geen aanleiding tot moeilijkheden en werd op een enkele uit zondering na de geheele ziekenfondsprac- tijk van dr. Beijers op zijn naam overge schreven. Het aantal volwassen leden in alle on derafdeelingen bedroeg op 31 December 1924 9303, op 31 December 1925 9802, der halve een stijging met 499. Van- deze stijging kwamen voor rekening van de onderafdeeiing Arnemuiden 18, Se- rooskerke 22, Souburg 77 en Vlissingen 382 leden. Het aantal volwassen leden bedraagt nu in Arnemuiden 704, Serooskerke 265, Sou burg 1216 en- te Vlissingen 7597. Het aantal betalende kinderen bedroeg op 31 December 1924 4563 op 31 December 1925 4663, een vooruitgang dus met 100. Te Souburg steeg dit aantal met 30, te Arnemuiden met 16, te Serooskerke met 11 en te Vlissingen met 43. Het aantal betalende kinderen bedraagt nu in Arnemuiden 442, Serooskerke 187, te Souburg 708 en te Vlissingen 3326. Opmerkelijk is het dat te Vlissingen en bijzonder levendig van aard hield var. sport, deed zich nooit geweld aan om een toontje zachter te lachen dan haar gemoed haar ingaf, of om een cavalier te weigeren als zij vond dat hij goed danste al was hij nu ook misschien een trapje lager in stand dan zij. Haar twee jongere zusters, Marion en Hilda, die veertien en elf telden, hadden thuis les van een interne gouvernante, miss Ethel Tracey, die pas een jaar op „De Ol men/' was wel zeer tot genoegen van Janet, die zeer goede vrienden was met het jonge gouvernantetje. „Wees toch een beetje voorzichtig met wie je omgaat, Janetwaarschuwde mrs. Radcliffe. „Je moet denken, ze is maar een ondergeschikte „Maar ze is een echte lady, en een lieve lady ook, moeder Er waren twee zoons Philips, die bij zijn vader op kantoor was, met het uitzicht om deelgenoot te worden, en Clive, nog een schooljongen, die hoopte dienst te ne men bij het regiment cavallerie in welk verlangen hij gesteund werd door zijn moeder. Hij alleen was er niet bij, toen de familie op dezen Novemberochtend gezamenlijk aan het ontbijt zat om half negen, een uur dat mrs. Radcliffe veel te burgerlijk-vroeg vond maar dat door haar echtgenoot gehandhaafd werd, daar het hem in staat stelde juist op den geschikten tijd op zijn kantoor te wezen. „Wat een nacht was datriep Philip, die intusschen telkens eens naar miss Tracey keek, die ook bijzonder in zijn smaak scheen te vallen. „Ik dacht dat er een paar boomen zouden vallen. In ieder geval zal er heel wat omgewaaid zijn." „Ik heb er niets van gehoord", zei Janet. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1