WOEN8DAÖ 30 31JMS
Doorzittend
^4-e «laaf^ang
1926
OEMEENTEBESTÜÜiR
"kamer-overzicht
FEUILLETON
IN DE SCHADUW VAN EEN
GROOTE MISDAAD
BINNENLAND
egacgparaiu/u.iwfWL w
VL1SSINGSCBE COURANT
<i—
AB0NNEMENTS-PRIJ5
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
i neren - f 2.2Ö per drie maanden. Franco
door het geheele rijk f 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Varl 1-4 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
vooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, elke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van 16 regeis 1.70,
iedere regel meer 26 cent
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
gelet op artikel 15 der Hinderwet
brengen ter openbare kennis, dat, vol
gens ingekomen mededeeiing door de
Naamlooze Vennootschap Vee- en Vleesch-
handel voorheen firma J. Hakker alhier, bij
H M. de Koningin beroep is ingesteld te
gen het besluit van hun college d.d. 14 Juni
1926, nr. 1098/787, 3e afdeeling, waarbij
haar vergunning is geweigerd tot het op
richten van een darmenwasch- en zouterij
en een bewaarplaats van darmen in het
perceel kadastraal bekend gemeente Vlis
singen, sectie D nr. 448, plaatselijk gemerkt
Vlamingstraat r.r. 18.
Vlissingen, 30 Juni 1926.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Tweede Kamer.
Zitting van Dinsdag.
Interpellatie.
De laatste week voor de Kamer.
Eerst nog eens een interpellatie van den
heer Moller over de classificatie der ge
meenten, zooals die is neergelegd in het Be
zoldigingsbesluit voor burgerlijke ambtena
ren. Zijn bezwaar gold de willekeurige en
oppervlakkige wijze waarop gegevens zijn
verzameld. Natuurlijk is het altijd moeilijk
betrouwbare grondslagen voor de bereke
ning van de duurte in de diverse gemeenten
vast te stellen. Met allerlei merkwaardige
gevallen illustreerde de heer Moller dit. Het
was niet mogelijk die voorbeelden te con
troleeren. Hij stelde deze vragen
1. Is de regeering niet van oordeel dat het
stelsel var. classificatie der gem eer e'en vol
gens het bezoldigingsbesluit voor burger
lijke ambtenaren, in vele opzichten zoo
onjuist wordt toegepast dat vele gemeenten
te laag zijn gerangschikt en nog andere
onbillijkheden uit die onjuiste toepassing
voortkomen
2. Zoo ja, is de regeering bereid, alle on
billijkheden die door de onjuiste toepassing
van het stelsel tot op den dag van de af
schaffing, zijn of worden veroorzaakt, te
herstellen
3. Is de regeering daarenboven niet van
oordeel, dat 't geheele stelsel van klassen-
indeeling van de gemeenten, volstrekt on
houdbaar is, doordat vele factoren niet in
rekening gebracht kunnen worden doordat
de omstandigheden in vele, zoo niet alle
gemeenten zich voortdurend wijzigen, door
dat de nadeelen evenals de voordeelen in
de verschillende gemeenten onderling zeer
verschillen, en dikwijls op onderling geheel
verschillende wijze tegen elkaar opwegen,
en dat derhalve de eenige billijke regeling is,
geen enkele klassenindeeling van de ge
meenten en geen standplaats-aftrek van de
normale bezoldiging?
Het was volgens den interpellant alles
willekeur, willekeur, willekeur. Alles wat de
heer Moller vertelde, was al bekend en oud
nieuws. Iedere indeeling en classificatie
brengt onbillijkheden en grensgevallen,
maar dan was classificatie nooit mogelijk.
Trouwens de laatste vraag van den inter
pellant wijst er op, dat hij geen indeeling
wil.
Minister De Geer was binnen tien minu
ten klaar met zijn antwoord. Een classifica
tie is noodig en men streeft er naar deze
zoo goed mogelijk te maken. Een herziening
ligt niet in het voornemen der regeering
waar oneffenheden zijn, zal de Minister die
trachten weg te nemen. Herhaaldelijk blijkt,
dat men bezwaar heeft tegen verplaatsing
naar groote gemeenten, omdat men dat on-
voordeelig acht.
Er gebeurt dus niets dan eventueel
plooien gladstrijken.
De heer Moller, die de zaak veel te breed
had opgezet, diende twee moties in één
voor volledige opheffing van classificatie en
één voor herziening als de Kamer geen op
heffing wil. Verschillende leden achtten het
niet gelukkig van den heer Moller om deze
zaak in de Kamer te behandelen. Ze hoort
in het Georganiseerd Overleg thuis. De
motie tot herziening werd weer spoedig in
getrokken waartegenover de heer Hermans
in een motie vroeg dat ambtenaren, die bij
de herclassificifatie in een hoogere klasse
zijn gekomen, ook het bij die klasse be-
hoorende salaris zullen ontvangen.. De Mi
nister zegde dat toe. Morgen stemt de Ka-
mer de motie-Moller dood.
naar het Engelsch van AMY SKENE.
3)
„Moeder zegt, dat Sir Stephen heel hard
moet zijn geweest. Nu deed miss Barbara
ook dwaas, want zij had nu eenmaal haar
hart gezet op mr. Conyers, den organist
uit het dorpje Dedlington. Ze had les van
hem en ging dan in het dorp in de kerk
spelen. Arm kind Ze had ook niemand
onders om mee te spreken Dus is het
geen wonder dat zij liefde voor hem op
vatte. Want het was een knappe man, met
een innemend gelaat. Toch moet hij geen
echte heer zijn geweest en enkel maar het
oog hebben gehad op haar geld toen hij
miss Barbara 't hof maakte. O, mannen zijn
toch zulke listige wezens
"Ja-er zijn er wel onder, Susie Maar
noud jij je maar bij de degelijke, zooals ik."
Och, hoe moeten wij nu weten
}ullle wel solide zijt... Zelve zal je het
niet vertellen. En wie weet wat jullie niet
auemaal achter onzen rug uithaalt
„Neen, neen, Susie Ik ga nooit met
,eï?,a?5 anders om dan met jou En ter
wijl hij hefkoozend den arm om haar heen
sloeg, vroeg hij „Vertel mij nog eens wat
meer van miss Barbara, wil je
„Nu, er valt niet veel meer van te vertel
len, dan dat ik moeder wel heb hooren zeg
gen» dat zij op de knieën viel voor Sir
otephen en dat ze hem smeekte haar toch
mi Conyers te laten trouwen. Maar de
oude heer was zeer wreed, en zei dat hij
haar nog liever dood in. haar kist had zien
liggen. Toen is miss Barbara op een goe
den dag naar Braxbury gegaan en mr.
Conyers kwam daar met haar samen en
toen zijn ze daar getrouwd bij den burger
lijken stand en toen ze terugkwam zei
Het verdrag met België.
De commissie van rapporteurs der Twee
de Kamer betreffende het wetsontwerp tot
goedkeuring van het Nederlandsch-Belgi-
sche verdrag, is sedert de beëindiging van
het nieuwe afdeelingsonderzoek eenmaal
bijeen geweest in verband met de samen
stelling van het afdelingsverslag.
Den 9en Juli a.s. zou de commissie nog
maals bijeenkomen.
Dat geeft eenigen voet aan een in parle
mentaire kringen bestaande verwachting,
dat het in de bedoeling zou liggen dit af
deelingsverslag in de tweede helft van Juli
of in het begin van Augustus het licht te
doen zien.
gehoorigheid zij kunnen niet vrij onder
elkaar spreken. Zonde» nog te denken, dat
hun gesprekken worden afgeluisterd, geeft
het toch een onprettig gevoel, dat de mo
gelijkheid er toe bestaat.
„Kleinigheden" zijn het inderdaad, deze
grieven van de loodsen, maar juist zulke
„kleinigheden" kunnen op den geest zooveel
invloed hebben. Een wat gezelliger, een wat
vrijer wachtkamer, is dat niet mogelijk, al
dus vraagt het „Hbl.", waaraan dit bericht
is ontleent.
Maatregelen tegen den smokkelhandel.
Met het oog op den grooten smokkelhan
del en het daarvoor dreigende gevaar voor
mond- en klauwzeer fö een zgn. verboden
kring afgekondigd, waardoor het vervoer
van herkauwende dieren en varkens uit
Baarle-Nassau verboden is.
De man die voor de Koningin door het
water ging.
Gelijk men zich herinneren zal, sprong
te Venlo, toen tijdens den watersnood H. M.
de Koningin per boot de geteisterde stad
bezichtigde, de herbergier Schreurs, die tot
acht maanden gevangenisstraf was veroor
deeld, in het water om gratie af te smee-
ken.
De man heeft thans bericht ontvangen
dat de tenuitvoerlegging der straf voorloo-
niig een ja?;r is uitgesteld.
Uit den loodsdienst.
Dit is wel gebleken tijdens het onder
zoek naar de oorzaken van de ramp, over
komen aan den loodsschoener II van Ter
schelling er heerscht onder de loodsen een
geest van ontstemming.
Of die ontstemming nu gemotiveerd is,
zullen wij thans in het midden laten, vast
staat in het algemeen dat een geest
van ontevredenheid vaak een gevolg is van
„kleinigheden", althans van dingen, welke
schijnbaar tot de onbelangrijke onderdee-
len van een dienst behooren, maar welke
voor de betrokkenen van beteekenis zijn.
De binnenloodsen, gestationneerd in Am
sterdam, hebben een wachtkamer in het
Rijksgebouw, aan de Droogbak. Die wacht
kamer, waarin soms vier-en-twintig men-
schen zitten, heeft een oppervlakte van on
geveer 25 M2. Het licht is er matig en ook
de mogelijkheid voor lucht-verversching is
niet al te groot. De loodsen, die wachten
tot zij een opdracht krijgen, rooken, voor
tijdpasseering, tamelijk sterk en de atmos
feer in het vertrek is in verband daarmee
dikwijls niet al te behagelijk. In den zomer
kan het raam open, al tocht het dan vaak
als de deur opengaat, maar in den winter...
Het ergste vinden de loodsen echter, de
ze het tegen Sir Stephen en die vloekte
haar ontzei haar zijn woning en ver
klaarde dat hij haar nooit weer zou aan
kijken
„Was dat al, wat er later van haar ver
nomen werd
„Moeder heeft er nog zoo iets van ge
hoord, dat mr. Conyers zijn vrouw zoo
slecht zou behandeld hebben. Maar ze wist
niet of dit wel waar was. Ik hoop maar van
niet. Het is vreeselijk droevig voor een
meisje, of zij nu een „dame" is of niet
maar als zij alles heeft opgegeven voor
een man en hij heeft haar dan niet meer
lief, breekt haar 't hart..."
Susie zuchtte.
„Heel hard Maar daar hoef jij anders
niet bang voor te zijn, Susie...
En hij maakte van de gelegenheid ge
bruik om haar te zoenen dat het klapte op
de frissche ronde wang, die zoo uitlokkend
naar hem toegekeerd was.
„Wel, heb ik ooitriep Susie, vluch
tend
Toch scheen ze nog al zoo heel erg niet
beleedigd te zijn, want hard-zingende was
ze een oogenblik later aan het werk.
James herinnerde zich al die verhalen,
toen hij dien nacht in de bodenkamer zat
in afwachting van den dokter.
Dit duurde toch nog wel een uur en
James was blij dat hij toen weer eenig
gezelschap had aan zijn kameraden.
Warner hield de deur open voor den
dokter.
Dokter Robertson was een corpulente
man, omtrent vijftig jaar oud met blozenr
de wangen en heider-blauwe oogen, en een
goedmoedig, welgedaan gezicht, dat op
zichzelve als een opwekkend middel werkte
voor zijn neerslachtige patiënten*
Zelfs nu hij midden in den nacht toch
had moeten opstaan, om vier mijlen ver te
rijden, had hij er nog niet zijn goed hu
meur bij verloren en zei tegen den butler
„Is je heer zoo ziek Wat scheelt er
Bier uit minderwaardige vloeistoffen
bereid.
In het verslag van de Kamer van Koop
handel te Breda wordt het een en ander
medegedeeld over de brouwerij, waaraan
het volgende is ontleend
Nu de accijnsverhooging van 1924 meer
stabiliteit heeft gekregen, blijkt zij zeer be
lemmerend te zijn voor de „kleinere" brou
werijen, die ook om andere redenen meer
en meer op den achtergrond komen door de
sterke macht van de „groote brouwerijen".
Staan de „groote brou verijen" krachtiger
tegenover de zoo hooge accijnzen, toch
wordt ook daar deze maatregel veel te
scherp genoemd en laat hij niet na op den
bloei der industrie fnuikend te werken. Wer
den klachten gehoord .over den toestand
der kleinere brouwerijen, de grootere deel
den mede, dat 1925 voor hen niet gunstig
was. Echter gaan de ririjzen der grondstof
fen de hoogte in. Een der berichtgevers
wijst er op dat te hooge accijns de navol
gende ongewenschte resultaten heeftle.
Er wordt bier geproduceerd voor eigen ge
bruik, met al de nadeelen aan die ondes
kundige productie verbonden o.a. het na
deel voor de volksgezondheid. 2e. Het bier
kan door de hooge prijzen welhaast geen
I volksdrank meer genoemd worden. 3e. De
concurrentie, met zig. sterken drank va!+
ten nadeele van het bier uit. 4c. Er worden
I minderwaardige vloeistoffen verkocht onder
den naam van bier, ten nadeele van de
volksgezondheid en van de schatkistde
warenwet zou hier een vruchtbaar werk-
terrein hebben.
j Het Amsterdamsche trampersoneel.
f Naar aanleiding van velschillende klach
ten heeft volgens „de Tel.", de directeur
van de tram te Amsterdam de volgende
kennisgeving aar. het personeel doen aan
plakken
Het gci.cde pérSOjitSi heeri er belang bij,
dat het trambedrijf, en vooral de wijze,
waarop het publiek wordt bediend, gunstig
kan worden beoordeeld. Het publiek stelt
het op prijs als houding en optreden aan
genaam, kleeding en uiterlijk goed verzorgd
zijn. Wij moeten het dus ernstig betreuren,
dat er enkelen onder ons personeel zijn, die
daarin te kort schieten. In plaats van dezen
nu persoonlijk tot grooter zorg voor optre-
Caratis Consult
voor alle voetgebre
ken door een voet-
specialist van Dr.
W. SCHOLL's Insti
tuut voor voetbe
handeling te Londen, op Donder
dag 1 Juli, 10-12 en 2—6 uur,
in de paskamer van het schoen
magazijn van den Heer TIMMERMAN,
Bellamypark hoek Kerkstraat. Afspra
ken ook buiten deze uren kunnen
vanaf heden aldaar worden gemaakt.
aan Een attaque
Warner hielp hem uit zijn zware overjas
en schudde enkel het hoofd teni antwoord,
maar toen de dokter al de trap op wilde
gaan, hield hij hem terug.
„Sir Stephen is niet boven, dokter, maar
in de bibliotheek."
„Mijn hemel Konden jullie hem niet in
bed krijgen vroeg dokter Robertson. En
zijn verbazing bereikte haar toppunt toen
de butler een sleutel uit den zak haalde en
fluisterend Sprak
,,'t Is een leelijk geval, sir een leelijk
geval Mijns inziens schuilt er moord
achter
Zoodra dokter Robertson, het vertrek
binnentrad en het verstijfde lichaam daar
zag liggen in die onnatuurlijke houding cn
c-e kleeren met bloedvlekken overdekt,
ontstelde zelfs hij.
„Mijn. hemel Je hebt gelijk. Het is een
leelijk geval... Mijn arme, oudé vriend!
Wie kan het nu in 't hoofd gehaald heb
ben... Je moet er mij eens alles van vertel
len, Warner."
HOOFDSTUK II.
Braxbury was een welvarend plaatsje,
met vee! industrie, en dat zich steeds uit
breidde naar alle kanten. Dicht bij Dacre-
ston Manor was een soort voorstadje ge
komen, bekend als West-Braxbury en
hoofdzakelijk bestaande uit villa's met zeer
ruime tuinen er omheen, die aan de zijkan
ten echter zulk hoog gewas hadden dat ze
niet bij elkaar konden inzien want dit
scheen de hoogste verschrikking voor die
klasse bewoners meest notarissen, dokto
ren, directeuren van banken en dergelijke
handelslui werden zooveel mogelijk ge
weerd hoe belachelijk dit idee op zich
zelve ook was.
Toen bijvoorbeeld mr. Mason van de
firma Mason en Norbury, linnenfabrikanten,
„de Olmen" had aangekocht, ging er een
storm van verontwaardiging op in West
den en uiterlijk te doen aansporen, acht ik
het voorloopig beter, in het algemeen te
verzoeken
Beleefd en hulpvaardig te zijn, ook onder
moeilijke omstandigheden.
Geen langdurige gesprekken te voeren
bij het geven van aanwijzingen beschaafde
taal te gebruiken.
Slappe lustelooze houding te vermijden.
Uniformkleeding geregeld grondig te reini
gen en goed gesloten te dragen. Geregeld
het haar te laten knippen, zoodat de hals
frisch boven de uniform uitsteekt. Steeds
goed geschoren in dienst te komen.
De malaise.
Voor de betrekking van portier aan de
ambachtsschool te Leiden hebben zich 2143
sollicitanten aangemeld.
Er zullen dus niet minder dan 2142 per
sonen teleurgesteld worden.
is# bij Wielrijders. H
Ieen door de zon verschroeide Huid, K
Schrijnen en Smetten.verzacht en
geneest men met p y py
[^EiïPSpoOTen Drogistën~|^^y
Heftige baddiscussïes.
Een lange, soms vinnige discussie werd
in den gemeentèraad te Hoorn gehouden
over het voorstel van Burg. en Weth. om
in te willigen een verzoek der afdeeling van
„Het Witte Kruis" om aan het buitenbad
huis, waarover door die instelling het be
heer wordt gevoerd, toe te staan, dat ge
mengde baden worden genoten door gezin
nen en huisgenooten.
De burgemeester stelde zich op het stand
punt, dat van dit voorstel niet mag worden
verwacht, dat het de zedelijkheid van Hoorn
zal aanranden. Spreker zou met den bur
gemeester van Wageningen willen zeggen,
dat men de stad geen brevet van bekrom
penheid moet gaan geven.
De heer Posthuma sprak afkeurend over
de opvatting van het Witte Kruis-bestuur
dat z.i. verkeerd handelf en de sympathie
van velen zal verliezen.
Ten sterkste werd dit standpunt door den
voorzitter tegengesproken en hij vond het
niet juist, dat men het ging voorstellen, of
een aanslag wordt gepleegd op de eer en
den goeden naam van Hoorn minstens is
alles zeer overdreven en wie gezond denkt
kan er geen kwaad uithalen.
Ten slotte werd het voorstel aangeno
men met 9 tegen 5 stemmen voor vrijzin
nigen en S.D.A.P., en tegen 3 R.Kath., 1
C.-H. en 1 A.R.
ALGEMEEN AFDEELINGSZIEKENFONDS
WALCHEREN.
Onder voorzitterschap van den heer dr.
A. Staverman, hield het Algemeen Afdee-
Iingsziekenfonds Walcheren, gisterenavond
in Café Vermeesch zijn jaarvergadering.
De secretaris, de heer S. J. Engering,
bracht het volgende jaarverslag uit
Zeer tot onze spijt kunnen we dit jaar
verslag niet beginnen met de mededeeiing
dat 1925 een voorspoedig jaar was en zon
der zorgen gepasseerd is. Integendeel, uit
het jaarverslag van den penningmeester
zal het blijken dat het afgeloopen jaar ons
een niet onaanzienlijk tekort heeft ge
bracht. Waar een en ander zich in het be
gin van het jaar reeds lied voorzien, onder
voor 1926 tijdig maatregelen genomen
worden. Toch is en blijft voorzichtigheid
geboden.
Na dit eenigszins pessimistisch woord
doet het ons genoegen te kunnen zeggen,
dat ook 1925 weer leerde dat ons fonds
gezond is en een stootje verdragen kan, dat
de aantrekkingskracht even groot blijft en
nog altijd velen de behoefte gevoelen zich
voor het lidmaatschap aan te melden. Was
er dan ook niet de weistandsgrens die de
toetreding beperkte, dan gelooven wij dat
geheel Walcheren, voorzoo-ver dit door ons
kan worden bewerkt, lid zou zijn.
De onderhandelingen over de toetreding
der bedeelden van het Burgerlijk Armbe
stuur hebben nog altijd niet tot een resul
taat geleid, o.i. zeer tot schade der bedeel
den.
De overeenkomst met de Ned. Herv. Dia
conie, loopt nu één jaar, voorzoover wij
hebben kunnen beoordeelen tot tevreden
heid van beide partijen en wat het voor
naamste is, de bedeelden dezer diaconie
Braxbury.
„We moeten hun maar gauw te verstaan
geven, dat we geen kennismaking met hen
verlangen", zei mrs. Radcliffe op een thee
partij.
„Neen", antwoordde een ander, „men
kan niet te voorzichtig zijn in deze tijden".
Eén dame deed er het zwijgen toe, toen
het gesprek op dat punt gekomen was. Zij
zelve was de dochter van een baronet, maar
ze had al zooveel dwazen trots van haar
leven gezien, dat ze nog slechts een glim
lach over had voor dat sterke gevoel van
standsonderscheid, en later sprak tot haar
man, dominé Austin
„Je hadt eens moeten hooren, Hugh, hoe
gebelgd ze daarop zijn dat de Masons hier
in de buurt komen wonen En natuurlijk is
mrs. Radcliffe het meest er tegen gekant,
terwijl zij toch heusch niet van zoo hooge
afkomst is
„Nu ik hoop maar, dat de Masons zich
niet laten afschrikken door zoo'n vijandige
houding. Ze mogen nu wel eens genieten
van het buitenleven en dien heerlijken
tuin op „De Olmen" nadat ze al die
jaren zoo ijverig hun zaak hebben waarge
nomen in de stad."
Op den ochtend nadat die tragische
gebeurtenissen hadden plaats gehad op
„Manor House", werd hetzelfde onderwerp
besproken op „Villa Belle Vue". Feitelijk
had mrs. Radcliffe haar woning geen on
geschikter naam kunnen geven, want het
uitzicht was volstrekt niet ruim en daar
haar tuin zeer stijf ingericht was, zouden
velen zeker een vraagteeken zetten.
Mr. Radcliffe was de voornaamste nota
ris van Braxbury een eerste-klas zaken
man volgens zijn cliënten alleen zijn
vrouw had dikwijls geweldige driftbuien te
lijden als zij hem vroeg om het huishoud
geld.
Haar oudste dochter, Janet, leek op geen
van beide haar ouders zoo min- uiterlijk
als innerlijk. Ze was slank en blond, juist
zijn over den gang van zaken zeer tevre
den.
Hetzelfde meenen wij te mogen zeggen
van de overeenkomst met de gemeente
voor haar lager politiepersoneel. Al de ja-
jen dat deze verzekering nu loopt is geen
enkele klacht bij ons binnengekomen en
hebben wij tot ons genoegen kunnen con-
stateeren dat ook deze groep verzekerden
de wijze waarop onze hulp verleend wordt,
op prijs stelt.
In de onderafdeelingen op de dorpen liep
alles naar wensch. In tegenstelling met
Vlissingen zijn daar geen tekorten van be
teekenis te constateeren en was zelfs hier
en daar een- flink overschot.
De proef te Souburg en Ritthem met de
tandheelkundige hulp is schitterend ge
slaagd, ook nu weer heeft de praktijk be
wezen dat uitbreiding onzer verzorging op
prijs wordt gesteld.
De samenstelling van het bestuur bleef
onveranderd, de aan de beurt van aftre
ding zijnde heeren werden herkozen. Ver
gaderingen worden gehouden zoo dikwijls
zulks noodig bleek.
Bij de op 4 en 18 April 1925 gehouden
verkiezing van vertegenwoordigers der ver
zekerden werden te Vlissingen op 2 na alle
aftredenden herkozen en te Souburg op
1 na. Nieuw gekozen werden te Vlissingen
de heeren H. A. Martens en W de Ridder
en te Souburg de heer J. C. de Hamer.
Opmerkelijk is het dat aan deze stem
ming, die slechts één maal in de vijf jaren
plaats heeft, zoo weinig leden deelnemen.
Te Vlissingen werden uitgebracht 89
stemmen, te Souburg 62.
Aan de niet herkozen leden wordt in dit
verslag nog een woord van dank' gebracht
voor al het werk wat zij in het belang van
het fonds hebben verricht.
In den loop van 1925 ontvielen ons door
den dood dr. A. van Maanen en dr. J. Beij
ers. Waar deze heeren als huisarts sinds de
oprichting aan het fonds waren verbonden
en altijd op correcte wijze hun werk heb
ben verricht zou dit verslag onvolledig zijn
indien niet op waardeerende wijze een èn
ander werd gememoreerd.
Tot ons genoegen kunnen wij mededee-
len dat de aanvulling dezer ledige plaatsen
zonder al te groote moeilijkheden heeft
kunnen geschieden.
Waar aan het overlijden van dr. van
Maanen een lang ziekbed was vooraf ge
gaan was tijdens diens Jeven reeds een
overeenkomst getroffen, waardoor de ge
neeskundige verzorging van de bij hem in
geschreven verzekerden op afdoende wijze
geregeld was.
Als opvolger van dr. Beijers trad op dr.
A. E. J. Lacomblé. Waar deze reeds eeni
gen tijd als plaatsvervanger de praktijk had
waargenomen gaf dit geen aanleiding tot
moeilijkheden en werd op een enkele uit
zondering na de geheele ziekenfondsprac-
tijk van dr. Beijers op zijn naam overge
schreven.
Het aantal volwassen leden in alle on
derafdeelingen bedroeg op 31 December
1924 9303, op 31 December 1925 9802, der
halve een stijging met 499.
Van- deze stijging kwamen voor rekening
van de onderafdeeiing Arnemuiden 18, Se-
rooskerke 22, Souburg 77 en Vlissingen 382
leden.
Het aantal volwassen leden bedraagt nu
in Arnemuiden 704, Serooskerke 265, Sou
burg 1216 en- te Vlissingen 7597.
Het aantal betalende kinderen bedroeg
op 31 December 1924 4563 op 31 December
1925 4663, een vooruitgang dus met 100.
Te Souburg steeg dit aantal met 30, te
Arnemuiden met 16, te Serooskerke met 11
en te Vlissingen met 43.
Het aantal betalende kinderen bedraagt
nu in Arnemuiden 442, Serooskerke 187, te
Souburg 708 en te Vlissingen 3326.
Opmerkelijk is het dat te Vlissingen en
bijzonder levendig van aard hield var.
sport, deed zich nooit geweld aan om een
toontje zachter te lachen dan haar gemoed
haar ingaf, of om een cavalier te weigeren
als zij vond dat hij goed danste al was
hij nu ook misschien een trapje lager in
stand dan zij.
Haar twee jongere zusters, Marion en
Hilda, die veertien en elf telden, hadden
thuis les van een interne gouvernante, miss
Ethel Tracey, die pas een jaar op „De Ol
men/' was wel zeer tot genoegen van
Janet, die zeer goede vrienden was met het
jonge gouvernantetje.
„Wees toch een beetje voorzichtig met
wie je omgaat, Janetwaarschuwde mrs.
Radcliffe. „Je moet denken, ze is maar een
ondergeschikte
„Maar ze is een echte lady, en een lieve
lady ook, moeder
Er waren twee zoons Philips, die bij
zijn vader op kantoor was, met het uitzicht
om deelgenoot te worden, en Clive, nog
een schooljongen, die hoopte dienst te ne
men bij het regiment cavallerie in welk
verlangen hij gesteund werd door zijn
moeder.
Hij alleen was er niet bij, toen de familie
op dezen Novemberochtend gezamenlijk
aan het ontbijt zat om half negen, een uur
dat mrs. Radcliffe veel te burgerlijk-vroeg
vond maar dat door haar echtgenoot
gehandhaafd werd, daar het hem in staat
stelde juist op den geschikten tijd op zijn
kantoor te wezen.
„Wat een nacht was datriep Philip,
die intusschen telkens eens naar miss
Tracey keek, die ook bijzonder in zijn
smaak scheen te vallen. „Ik dacht dat er
een paar boomen zouden vallen. In ieder
geval zal er heel wat omgewaaid zijn."
„Ik heb er niets van gehoord", zei Janet.
(Wordt vervolgd.)