1000
150
100
25
Eerste Blad
PLOUVIER HEEFT DE SCHOENEN,
19 JUNI
No.142
64e Jaargang
£926
|)itga?efirms f. VAN DE VELDE Ir Jatstraat 58-60, Vlissingen. Telei. 10. Postrekening 66287
UfflE Ofifl
UUU een ongeluk. UUU
GEMEENTEBESTUUR
Brieven uit de Hofstad
FEUILLETON
Mamie's Huwelijk
Beursïïefschouwingen
ra
VLiSSIINCSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten dp Walcheren 2.20 per 3 maandén.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België en de overige landen der Post-Unie,bij wekelijk-
sche verzending 4.15bij dagelijksche verzending ƒ6.10. Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels f 1.10voor iederen regel meer 26 cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70. Reclames 52 cent per regel. Kleine advertenties
van 1—5 regels 75 cent, voor eiken regel meer 15 cent. Bij abonnement speciale prijs.
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
Gelet op art. 37 der Drankwet,
doen te weten
dat hij hen is ingekomen een verzoek van
ADR1ANA DE VISSER—R1NGELBERG,
orrf verlof tot den verkoop van alcoholhou
denden drank anderen dan sterken drank,
voor perceel Koudenhoek no. 9
dat vanaf heden gedurende veertien da
gen tegen het verleenen van het gevraagde
verlof schriftelijke bezwaren kunnen wor
den ingebracht bij Burgemeester en Wet
houders voornoemd.
Vlissingen, 19 Juni 1926.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
De gevaren der groote stad.
De residentie heeft nu eenmaal een zon
derlinge mengelmoes van bevolking. Jaar
lijks verlaten eenige duizenden personen
onze stad, jaarlijks komen er eenige duizen
den méér dan er weg gingen zich hier ves
tigen, er sterven eenige duizenden en
worden er vele duizenden meer geboren,
zoodat we ieder jaar een twaalf duizend
nieuwe burgers van den Haag krijgen. Dit
groote getal heeft een eigenaardig effect
op allerlei omstandigheden. Het eerste ge
volg is een gemis aan standvastigheid, die
men o.a. in het familie- en verenigings
leven zoo sterk ziet. Wij stellen ons voor,
dat in den goeien ouden tijd er veel meer
stabiliteit was en daardoor meer eensge
zindheid. Het saamhoorigheidsgevoel js^oo.
sterk verminderd, omdat er telkefis weer
een ontwikkeling plaats heeft.
Er zijn van die gemoedelijke en genoe-
gelijke stadjes in ons land, waar zeer wei
nig verandering in zitdie haast niet an
ders van bevolking veranderen dan die het
gevolg is van sterven en geboorten. Oude
families hielden er lange jaren stand en het
ééne geslacht volgt op het andere in precies
dezelfde omstandigheden. Echte Haagsche
families zijn er haast niet. Families waarin
de vader en de grootvader ook al in den
Haag woonden, zijn uiterst zeldzaam en op
de groote massa gaan ze geheel en al ver
loren. Een enkelen keer komt in een kring
van kennissen en vrienden dit onderwerp
wel eens ter sprake en dan is het merk
waardig, hoe uit alle oorden van ons land
de aanwezigen afkomstig zijn en hoe zel
den er een geboren Hagenaar onder is.
Toch heeft den Haag ondanks deze zon
derlinge schommeling in zijn samenstelling
een eigen cachet, iets waarin het stadsleven
afwijkt van dat overal elders. Wat we hier
vooral heel sterk hebben dat is de vrijheid
van beweging. Hoezeer de diverse wijken op
zichzelf kleine steden, soms dorpen zijn
geworden, komt daarin niet dre saamhoo-
Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK
15)
HOOFDSTUK X.
Een paar weken later ging Field naar
Engeland. Hij had Mamie niet meegeno
men, want hij was van plan' om maar en
kele dagen in Londen te blijven. Zij had
trouwens in het geheel geen verlangen
getoorfd om hem te vergezellen. Ze wist
eigenlijk zelf niet wat ze wilde. Het leven
in Parijs maakte haar neerslachtig naar
Uuluth wilde ze ook niet, en de gedachte
om met Lucas in Londen te wonen, waar
zt ieder oogerJblik een kennis van Heriot
kon tegenkomen, leek haar nog het ergst
van alles.
Field werd onverwacht opgehouden in
Londen. De reden waarom hij naar Enge
land was vertrokken, hield hem langer
bezig dan hij had gedacht. Na ongeveer
een maand deelde hij in een brief mede dat
mj een lichten aanval van influenza had
gekregen. Hierop verliepen' veertien dagen
zonder dat Mamie iets van hem hoorde. Ze
begon zich toen ongerust te maken en
stuurde hem een brief ze vroeg of ze zijn
stilzwijgen soms moest toeschrijven aan:
ongesteldheid. En eenige uren later zat ze
te staren op het telegram dat haar werd
bezorgd. De inhoud luidde „Mijn neef
ernstig ziek. Als u hem wenscht te zien,
overkomst noodzakelijk. Porteous".
Ze zat als verwezen. Wie had aan haar
getelegrafeerd Wie... Lucas was dus ern
stig ziek. Misschien was zijn leven in ge
vaar. Onmiddellijk moest ze naar hem toe.
Het duizelde haar. Lucas lag ziek in
Londen en zij was in! Parijs en ze
m?e?t onmiddellijk naar hem toe. Ze
schelde en deelde in hakkelend Fransch
■aan het dienstmeisje mede dat ze terstond
righeid en komen daarin niet die eigenaar
digheden van een dorp of een kleine stad
voor. Men kent hier bijvoorbeeld zijn naaste
buren niet, zelfs niet bij naam. Het gevolg
is dan ook, dat men zich van die buren
niets aantrekt en zich niets aan hen gelegen
laat liggen. Het is ons wel overkomen, dat
vlak bij ons huis iemand ons op straat
vroeg of wij niet wisten waar meneer zus-
of-zoo woonde en dat wij daar geen ant
woord op wisten te geven, terwijl ons later
bleek dat die meneer een paar huizen van
ons af woonde. Voor bewoners van kleinere
plaatsen moet dit wel heel zonderling lijken
en zelfs onbegrijpelijk, maar het is nu een
maal niet anders.
Vroeger was het wel eens gewoonte dat
iemand die zich vestigde na eenige weken
visitekaartjes zond aan zijn naaste buren.
Volgens de gebruikelijke methode zond men
dan een kaartje terug öf kondigde men een
bezoek aan als men lust gevoelde om kennis
te maken. Die gewoonte van beleefd-ken
nisgeven schijnt echter hoe langer hoe meer
in onbruikbaarheid te geraken, misschien
wel als gevolg hiervan, dat niemand lust
toonde voor kennismaking en men uitslui
tend een kaartje terugzond, ja zelfs dit
achterwege liet. Er wordt wel eens getracht
door middel van z.g. wijkvereenigingen
eenig contact te brengen tusschen de bewo-
ners van 'n bepaalde wijk, maar veel succes
heeft dit niet. Het contact tusschen de bur
gers van een groote stad wordt langs heel
andere wegen verkregen. Men leert elkaar
in het werk, in vereenigingen en bij bi-
zondere gelegenheden kennen en langs dien
weg gelukt het soms vriendschap te sluiten.
Opmerkelijk is, dat men overal, in alle
kringen, groote voorzichtigheid ziet be
trachten in het aanknoopen van relaties.
Men is licht geneigd te vermoeden, dat
het oude standsverschil zich hier laat gel
den. Dat is niet geheel juist. Er zijn zeer
uiteenloopende milieus in een groote stad
en er is bij sommige een angst te consta-
teeren om met bepaalde milieu's in aanra
king te komen. We zullen hier geen be
paalde aanduidingen geven van milieu's
die bij andere niet geliefd zijn, maar het
feit is zoo. Eén typisch staaltje zullen we
geven. Er was een tennis-club van zeer
vele leden, zeer uitéénloopend van soort en
aard. In een jaar tijd was die club gegroeid
maar het volgend jaar kwam er ongeveer
niemand terug ieder had een andere reden
waarom hij of zij niet terugkeerde, maar
bij allen was de ware reden deze, dat men
er types uit allerlei milieu ontmoette, die
men op zichzelf niet ongeschikt vond, maar
wier milieu men liever vermijdde. Een zeer
klein groepje van de groote groep bleef
bijéén en richtte een nieuwe club op. De
voorwaarden voor toelating werden heel
streng gesteld. Wie lid wil worden, moet
een uitvoerig formulier invullen, waarin de
aanvrager eigenlijk zijn eigen doopceel
lichten moet. Gevraagd wordt o.a., wat uw
ambt is, hoe uw vrouw heet, of ge kinderen
hebt en zoo ja welke beroepen die even
tueel uitoefenen, hoe lang woont ge in den
Haag enz. enz. Wanneer dat formulier is
ingevuld, kan het zijn dat ge na eenigen
tijd ijskoud mededeeling krijgt dat ge niet
zijt toegelaten. Of ge krijgt mededeeling,
dat ge driemaal op de baan kunt komen,
dat ge dan veertien dagen niet moogt ko
men maar in dien tijd bericht krijgt of ge
voor één jaar zijt toegelaten. Na één jaar
is het pas mogelijk dat ge definitief wordt
toegelaten öf mededeeling krijgt, dat op uw
verdere lidmaatschap geen prijs wordt ge
steld.
Het is inderdaad een zeer solied systeem,
dat verschrikkelijk overdreven lijkt, maar
dat door de ervaring noodzakelijk schijnt
gebleken. Wie wel eens in een kring heeft
gezeten een ieder onzer is het overko
men heeft wel eens ervaren dat, hoe dan
ook, daarin personen opgenomen waren
die iedereen wel kwijt wilde maar die nie
mand weet kwijt te raken. Het is dus te
begrijpen dat men in een kringetje, waarin
een vriendschappelijke omgang vereischte
is, huiverig wordt voor het toelaten van
onbekende personen. Iedere kring kent zijn
eigenaardige parasieten. In de schilders
wereld bijv. is men zeer huiverig voor nieu
we vrienden, die graag op ateliers komen
en daar rond-neuzen. Men spreekt in dien
kring van atelier-„luizen", waarmede men
een type „vrienden*' aanduidt, die niet
nader behoeven beschreven te worden. Het
woord zegt meer dan genoeg.
De verhalen die vooral in omloop zijn
over het groote stadsleven, de moeilijkhe
den, de bezwaren en de gevaren daaraan
verbonden, hebben dikwijls de moraal, dat
men toch niet voorzichtig genoeg kan zijn
met connecties-aanknoopen. Het is dus te
begrijpen, dat menigeen daarvoor op zijn
hoede is en dat het ten slotte uitloopt op
overdreven veiligheidswaarborgen, gelijk
wij zooeven in een staaltje hebben ge
schetst. Het is wel een typisch staaltje,
maar voor wie in den Haag eenige be
kendheid heeft nopens allerlei kringen, zal
moeten erkennen dat de noodzakelijkheid er
wel eens toe dringen kan. Waar de men-
schen in een tennis- of dansclub vriend
schappelijk met elkaar willen omgaan,
dient men dubbel op zijn hoede te zijn. Er
loopen elementen rond, die er op uit zijn
juist in die intiemere clubjes connecties aan
te knoopen die niet altijd op gepaste wijze
worden benut voor andere bedoelingen.
Wanneer alle menschen op hun hoede wa
ren, zouden de schade en de schande
waardoor men wijs pleegt te worden, heel
wat. minder zijn. EIBER.
De daling der Fransche valuta.
De gèyölgen der Engelsche kolen-
staking. Opleving in de Rotter-
damsche haven. De Engelsche im
portbeperking. Betere stemming
voor Rubberwaarden. De positie
der Suikermarkt. Het verslag der
Koninklijke. Nieuwe rijzing van
aand. Jurgens. Het verslag der
Nederlandsche Bank.
Er is wel eens beweerd dat de daling der
Fransche valuta voor ons land van nog
meer beteekenis zou zijn dan die der Duit-
sche Marken eenige jaren geleden, op grond
waarvan men echter tot die meening ge
komen is, werd ons echter nooit duidelijk.
Weliswaar zijn er meer fondsen die in
francs luiden dan in Marken, vooral in den
trommel der beleggers, terwij! voorts de
handel met Frankrijk den laatsten tijd ook
is toegenomen, het rechtstreeksche belang
bij de Fransche en Belgische valuta is toch
lang niet zoo omvangrijk als dat bij de
Marken was. Men heeft in de meeste krin
gen met de Markenverliezen leergeld be
taald en financieele bladen hebben meeren-
deels van meet af tegen den aankoop van
Francs gewaarschuwd, zoodat er vermoede
lijk bij het publiek geen groote bedragen
van deze valuta worden gehouden. Ook de
valutaconcurrentie van België en Frankrijk
is lang niet zoo groot als die, waarmede
Duitschland destijds onze industrie be-
kampte, wat niet wil zeggen dat zij zonder
beteekenis is. De toestand van menig be
drijf wordt inderdaad door de valuta-misère
in Frankrijk en België beheerscht, men
denke b.v. aan de Calvé-Delft, die bij tal
van oliefabrieken in Frankrijk geïnteres
seerd is en daaruit thans beduidend min
dere baten trekt dan voorheen. Zoo zijn er
meer bedrijven, die öf rechtstreeksch öf
indirect door de Fransche geldziekte wor
den beïvloed.
Dat deze week, ondanks een verdere da
ling der Latijnsche valuta de Amsterdam-
sche fondsenmarkt een vast verloop had,
bewijst echter wel de overdrijving van hen,
die beweren dat het financieele bankroet
van Frankrijk voor ons land grootere be
teekenis heeft dan dat van Duitschland.
Het wordt hoe langer hoe waarschijnlijker
dat het in Frankrijk op een financieel ban
kroet zal uitloopen. De vorige week was er
eenige hoop dat de regeering een steun
punt zou vinden voor de toepassing van
haar financieele hervormingen, sindsdien is
het al weer verdwenen en terwijl we dit
schrijven zoekt Briand naar een stel nieuwe
ministers, die wel te vinden zullen zijn,
maar waarmede de Fransche valuta niet
geholpen is. Intusschen nemen de verschijn
selen der inflatie hand over hand toe, de
prijzen der eerste levensbehoeften stijgen,
de tarieven voor de publieke diensten wor
den verhoogd als gevolg van de groote te
korten op de begrootingen der gemeenten
en de eischen tot loonsverhooging worden
steeds krachtiger. Daar is ook aan den
cirkel der inflatie begin noch eind. En het
begint er daar meer en meer op te lijken dat
zij ook in Frankrijk zal uitloopen op de
absolute waardeloosheid van het papier
geld, dat misbruikt wordt om in het tekort
aan reëel geld te voorzien. Met de Belgi
sche Franc en de Italiaansche Lire is het
weinig beter gesteld ook deze zijn in de
afgeloopen week verder in koers terug
gegaan.
We zeiden reeds dat de Amsterdamsche
beurs zich er weinig om bekommerde. De
aandacht was ditmaal meer naar binnen
dan naar buiten gericht. Ook de Engelsche
kolenstaking, waarvan het einde nog steeds
niet te zien is, werd van egoïstisch stand
punt bekeken. In Engeland worden de na-
deelen meer en meer gevoeld. De cijfers
van den buitenlandschen handel over de
maand Mei wijzen een scherpen teruggang
aan, weliswaar meest voor den import,
maar toch ook voor den export en voor
de vijf eerste maanden van 1926 is de to
tale handelsbeweging van Groot-Britannië
met niet minder dan 100 millioen vermin
derd. Het is nu zoover gekomen dat men
kolen van buiten moet invoeren en ook
hier te lande wordt daarvan geprofiteerd.
De Rotterdamsche haven biedt den laatsten
tijd een levendiger aanzien wegens de
op reis moest. Ze sprak en han'delde als in
een droom, en eerst toen ze in den trein
zat, gevoelde ze zich in staat tot geregeld
denken.
Het telegram droeg ze ineengefrommeld
bij zich. Ze haalde het te voorschijn en las
het nog eens over.
Hoe kwam die oom daar in het hotel
Lucas had bijna nooit gesproken over zijn
familie. „Als u hem wenscht te zien Hij
was dus levensgevaarlijk ziek misschien
was het al te laat
De trein ging haar nog niet snel genoeg.
In de coupé liep ze onrustig heen en weer
herhaaldelijk keek ze op haar horloge... De
minuten schenen voort te kruipen
Het leek haar dat ze twee dagen lang
op reis was geweest, toen ze met kloppend
hart tikte op de deur van een kamer in een
klein hotel in Bond Street.
De deur werd geopend door een pleeg
zuster. Field sliep Mamie viel doodelijk
vermoeid neer op een stoel.
„Hoe gaat het vroeg ze zacht.
„Het gaat vrij slecht", antwoordde de
zuster.
„Is mijrïheer Porteous hier
„Mevrouw Porteous, bedoelt u. Die zal
zoo dadelijk komen. Ze woont hier dicht
bij..."
Dus het telegram was van een vrouw
geweest. Ze had het nti eenmaal voor een
uitgemaakte zaak gehouden dat het van
een man was.
„Als u verlangt hem te zien
Uit die zinsnede had ze het toch wel
kun'nen opmaken. Het was zeker een tante,
die met minachting op haar zou neerzien.
Nu, dat verdiende ze ook ze had het
recht niet om zich hierover te beklagen
ze kon toch moeilijk verwachten dat de
familie van Lucas haar geq^gtyi was.
Twee uur verliepen de kennis
making met mevrouw rorteous plaats
vend. Mamie bevond zich in de kamer die
zi; had gehuurd en keerde juist naar de
ziekenkamer terug, toen haar werd gezegd
dat mevrouw Porteous naar haar had
gevraagd.
„Wilt u liever niet hier binnenkomen
vroeg Mamie. „Dan kunnen onze stemmen
hem niet hinderen."
Mevrouw Porteous voldeed aan het ver
zoek. Het was een zware vrouw van mid
delbaren' leeftijd ze was goed gekleed en
de toestand van haar neef scheen haar vrij
onverschillig te laten. Ze had naar Parijs
getelegrafeerd, omdat ze dit haar plicht
achtte maar ze had het telegram niet ver
zonden, voordat ze er zeker van was, dat
de zieke niet meer de kracht zou hebben
om laatste wilsbeschikkingen te maken.
„U is zeker mevrouw Heriot vroeg ze
op eenigszins schamperen toon, terwijl ze
Mamie van het hoofd tot de voeten opnam.
„De dokter vond het gewenscht, dat u op
de hoogte werdt gebracht van den toe
stand van mijn' neefdaarom heb ik u
gewaarschuwd en een telegram gezonden".
„Dank u 't was heel vriendelijk van u".
„Het was op raad van den dokter", zei
mrs. Porteous, nadruk leggend op elk
woord.
„Is er... is er geen hoop meer
„We vreezen van nietmijn neef gaat
hard achteruit. Het is maar beter, dat u dit
weet. Als u het noodzakelijk acht, om te
blijven. U heeft een kamer besproken,
naar ik zie Als als mevrouw Field,
zeker...
„Ik zou mevrouw Field geweest zijn, als
Lucas..."
„Er zijn dirigen, die wij beter doen niet
uit te spreken", hernam mevrouw Porteous
op plechtigen toon. „Ik begrijp zeer goed,
dat u onder dien naam doorgaat. Ik
wilde zeggen, dat als u het noodig acht,
tot het eind te blijven ik mij daar niet tegen
verzetten zal het zal spoedig zijn afge
loopen. Mijn telegram diende om u daarop
voor te bereiden. Ik zou niet getelegrafeerd
hebben als niet..."
„Dat begrijp ik", viel Mamie haar in de
rede... „Ik ben' blij, dat uw neef iemand
van de familie zoo dicht bij zich had, of
schoon ik uw naam in het geheel niet ken
de. Hij heeft dien nooit tegen me ge
noemd...."
„Niet?... Toch is Lucas ons dadelijk
komen opzoeken. We worien hier vlak bij."
„Hij schreef mij", zei Mamie, „dat hij
influenza gekregen had. Eerst maakte ik
me niet ongerust. Lucas was altijd flink en
gezond..."
„leder jaar sterven menschen aan' influ
enza of aan de gevolgen daarvan", hernam
mevrouw Porteous op afgemeten toon. „De
dokter zal u zeker alle bizonderheden ge
ven, die u verlangen mocht. U moet mij
verontschuldigen ik ga nu naar hem
toe..."
Zoo lang Field nog leefde week ze niet
van zijn zijde, nu Mamie in de nabijheid
vertoefde. De mertschen konden immers
zulke dwaze dingen doen op hun sterfbed,
al was het niet waarschijnlijk dat de zieke
weer tot bewustzijn zou komen. Was dit
wel het geval, dan was ze bang dat die
maïtresse, als zij er maar eenigszins de
gelegenheid toe had, nog een notaris liet
halen, om zichzelf te bevoordeelen en den
buit binnen te halen. Het zou toch al te erg
zijn als zoo'n schepsel het geld zou krijgen
van haar broer...
Nog een oogenblik herkreeg Lucas het
bewustzijn. Hij greep Mamie's hand die hij
drukte. Toen gaf hij den geest.
Mamie zat als versuft. Ze kon zich nog
niet indenken dat het einde was gekomen.
De slag kwam zoo onverwacht. Hoe kort
geleden had ze hem vroolijk en welgemoed
zien vertrekken, vol plannen voor de op
voering van zijn stuk...
En nu was hij dood.!...
Het gordijn was gevallen het zou nooit
weer opgaan...
Eerst na de begrafenis was ze in staat
om stil te staan bij de verandering die in
haar leven was gebracht door den plotse-
lingen dood van Lucas. Ze vroeg zich af
of hij haar wat had nagelaten of niet.
vraag naar tonnage, de vrachttarieven
voor Ruhrkolen van Rotterdam naar En
geland stijgen, doordien de kolenexport
naar Engeland, welke in de maand Mei
reeds beduidend grooter was dan in de
vorige maand, in Juni verder is toegeno
men. Daar komt bij dat vele Engelsche
schepen in Rotterdam komen bunkeren en
hunne reparaties daar laten uitvoeren, wat
voor de scheepswerven weer een meevaller
is. De één zijn dood is de ander zijn brood.
Toch brengt Engeland ons in dezen tijd
niet enkel voordeelen. Zooals reeds bekend
is, heeft men behalve pakpapier ook den
invoer van stroocarton belast en wordt de
invoer van versch vleesch zooveel mogelijk
beperkt, hetgeen den Nederlandschen ex
port beduidend zal doen verminderen. De
onzekerheid tengevolge van de protectio
nistische handelspolitiek in verschillende
landen is één van de voornaamste factoren,
welke aan een opleving van onzen handel
in den weg staan.
Op de Effectenbeurs domineert echter
nog altijd de positie van de Rubbermarkt,
welke er deze week iets beter uitzag. De
prijs van het artikel is te Londen een weinig
gestegen, ondanks de grootere aanvoeren
en de voortdurende stijging van den rub-
bervoorraad te Londen, welke thans 220Q0
ton bedraagt tegen 5446 ton een jaar ge
leden. Men meent echter dat de Ameri-
kaansche koopers allengs in de markt zul
len terugkeeren, waar het verbruik van
rubber in de Ver. Staten toeneemt in ver
band met de grootere productie van auto-
mubielen, waarvoor in de maand Mei een
nieuw record verkregen is. Anderzijds
wordt er de aandacht op gevestigd dat in
den laatsten tijd vooral het gebruik van
z.g. „reclaimed" rubber stijgt, waardoor
dus minder groote hoeveelheden versche
rubber noodig zijn. Juiste cijfers omtrent
het verbruik en den voorraad in. de Unie
schijnen niet ter beschikking te zijn, zoodat
er alle gelegenheid is voor de speculatie
om met cijfers te goochelen. Een feit is, dat
de rubberprijs nog slechts enkele centen
boven den gulden noteert en ook de laatste
maanden nog telkens gedaald is, anderzijds
schijnt toch de vraag toe te nemen en kan
eventueel met de restrictie van den export
een verdere daling worden gestuit. Wanneer
de rubberprijs in de weken vóór 1 Augustus
a.s. niet verder daalt, zal niet tot restrictie
worden overgegaan.
Rubberaandeelen hebben zich vooral in
het begin der week in goede vraag kunnen
verheugen. Zoodra de prijs wat vaster is,
komt de overweging op den voorgrond, dat
men hier met vrijwel de eenige rubriek op
de Locale afdeeling te doen heeft, waarbij
de winstmarges op het product nog zoo
danig zijn, dat een redelijke winst mag
worden verwacht. Ook bij een prijs van ƒ1
per pond wordt er door de goed gecon
ditioneerde ondernemingen een netto-winst
van 50 ct. per pond gemaakt en vallen er
dan goede dividenden te becijferen.
Dit kan niet van de andere Locale waar
den gezegd worden. Alleen Tabaksaandee-
len kunnen het volgend jaar allicht nog
verrassende uitdeelingen doen wanneer het
blijken mocht dat de weerberichten wat
overdreven zijn geweest of anders de oogst
zoo weinig superieurs oplevert dat daar
voor fancyprijzen worden betaald. De
dooreenprijs voor den oogst van 1925 komt
ook lager uit dan die van 1924 en voorloo-
Ze had nu geen' andere toevlucht dan
haar vader. Ze zond hem een telegram, en
Cheriton telegrafeerde terug Hoe was het
testament van Field, en of zij terug wilde
naar Duluh
Op dit laatste gaf zij een beslist weige
rend arttwoord. Toen volgde een gaping in
ae correspondentie.
Het vermoeden van mevrouw Porteous
was juist geweest. Field had geen testa
ment nagelaten. Mamie zag zich nu ge
plaatst tusschen de keuze om haar tegen
zin te overwinnen en öf terug te gaan
naar Amerika, öf weer bij mevrouw Baynes
haar intrek te nemen'.
Haar vader had erop aangedrongen dat
ze spoedig zou beslissen. Daarom behoef
de ze nog niet in Lavender Street te gaan
wonerf, als ze dit niet wilde Tante Lydia
kon verhuizen naar een andere buurt, waar
ze onbekend waren.
Ze kon niet onmiddellijk beslissen'. Ze
VOLKSGEZONDHEIDS-
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
[11
-
Si
Si
i~i
-
H
i
KWIK
KWIK „Spoeg-ie thuis ook op den
grond
KWAK: „Nee!"
KWIK „Doe 't dan op de werkplaats
ook niet
(Uit ONZE GEZONDHEID).