PLOU VIER HEEFT DE SCHOENEN. ■g-No.13864e Jaargang 1926 DINSDAG IS JUNI BINNENLAND FEUILLETON Mamie's Huwelijk VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, e«z. prijs, bij vooruitbetaling van 1—5 regels j 0.75, elke regel meer 15 cent. Familieberichten van 1--6 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. Eerste Kamerverkiezing. De candidaatstelling van leden der Eerste Kamer, zal Dinsdag 13 Juli a.s. plaats heb ben. Binnen 25 dagen na de candidaatstet- ling, dus vóór 7 Augustus e.k., wordt de stemming gehouden. Het Nederlandsch-Belgisch verdrag. Het „Hbld. van Antwerpen" resumeert de memorie van de Rotterdamsche Kamer van Koophandel tegen de memorie-Van Karne- beek over het Nederlandsch-Belgisch ver drag en knoopt er de volgende suggestieve conclusie aan vast „De Duitsche onderzeeërs hebben tijdens den oorlog menig schip gekelderd maar zulk eem volledige keldering, als die van de Rotterdamsche Kamer van Koophandel, hebben we zelden te aanschouwen gekre gen". De aanklacht van den Commissaris van politie te Culemborg. Mr. Boudler, advocaat te 's-Gravenhage, die zich belast heeft met de behartiging dei- belangen van den commissaris van politie te Culemborg, den heer J. Blok, heeft on der dagteekening van 11 Juni jl. het volgen de schrijven ontvangen van den procureur- generaal bij het gerechtshof te Arnhem. Naar aandeiding van uw tot den minister van justitie gericht schrijven d.d. 3 Juni jl heb ik de eer Uweled. gestrenge in opdracht van zijn excellentie te berichten, dat de officier van justitie te Tiel, mede in ver band met een door Z. E. A. gehuldigde op vatting met betrekking tot het bepaalde in art. 510 Wetb. van Strafv., er niet toe is overgegaan een verzoekschrift tot den Hoogen Raad te richten. Reeds vóór de ont vangst van uw laatste schrijven heeft de minister evenwel genoemden officier van ju stitie doen instrueeren om onder voorbe houd en uiteenzetting van eigen' meening de zaak aan het oordeel van den Hoogen Raad te onderwerpen, opdat dit college mocht het een andere opvatting als de zijne huldigen, tot de aanwijzing van een recht- college als in art. 510 bedoeld kan over gaan. HET STEDELIJK MUSEUM. Aan het jaarverslag van de Oudheidkun dige commissie betreffende het Stedelijk Museum over de jaren 1924 en 1925, ont- leenen wij het volgende De samenstelling der commissie werd in den loop dezer beide jaren zeer gewijzigd. De heer J. G. van Niftrik trad in 1924 af als wethouder en lid van den raad en daar mede verviel automatisch het lidmaatschap der commissie. Hoe kort de heer Van Nif trik ook lid onzer commissie geweest is, kan het niet anders, dan dat we hem zeer ongaarne zagen weggaan. Practicus in de eerste plaats toonde hij zich ook weer hier de man met den breeden blik, die het hok- kerige van het gebouw niet alleen aaivwees, maar ook een middel aan de .hand deed om dit gebrek te verhelpen. In zijn plaats werd benoemd de heer H. C. Wesselin-g. In het laatst van 1925 overleed de heer P. Lands man, de nestor onzer commissie, we be- Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK 12) Hij was nog niet zoo ver gekomen in zijn overpeinzingen of haar oogen waren geopend voor haar zwakheid. Ze verachtte zichzelf*ze wist, dat ze hem liefhad ze voelde zich ellendig als hij niet bij haar was en beschaamd als hij er wel was. Als ze alleen was, liep ze onrustig rond. Met ont zetting bedacht ze zich hoever het met haar was gekomen. Ze gevoelde zich als ver doofd en bedwelmd door de kracht van haar schuldige liefde en door de gedachte dat een man als Lucas Field liefde kon ge voelen voor een onbeteekenend persoon als zij Ze waardeerde het in hem, dat hij haar niet gesproken had van de gevoelens die zij hem inboezemde. Ze hoopte, dat hij haar eigen gevoelens niet had geraden en dat ze ze zou weten te onderdrukken eer het bij hem opgekomen kon zijn, in welk gevaar zij had verkeerd. Maar op een zekeren middag werd het hem te machtig. Hij smeekte haar om met hem weg te gaan... HOOFDSTUK VIII. Als een vrouw zondigt, en de verslag gever wilf de vrouw verontschuldigen, dan zal hij minstens drie hoofdstukken wijden aan haar martelenden ziclestrijd. Als men haar niet tracht te verontschuldigen, dan kan het feit van haar val in zoo weinig mogelijk woorden worden meegedeeld. Mamie streed' haar strijd ze streed langen tijd maar ten slotte gaf ze gehoor aan de verleiding... Field had hartstochtelijk aangehouden, en ten slotte haar weerstand gebroken. Het zou een ideale verbintenis zijn en natuur hoeven niet te verzekeren, dat zijn gemoe delijke welwillendheid bij ons in weemoe dige herinnering blijft. Aan het einde des jaars werd door ons ter benoeming voor gedragen de heer M. J. Harts, wethouder der gemeente, zoodat de commissie in het begin van 1926 bestaat uit de heeren C. A. vam Woelderen, voorzitter, H. G. van Grol, secretaris-penningmeester, tevens conser vator van het stedelijk museum, H. C. Wes seling en M. J. Harts, leden. Gedurende tal van jaren is het niet voor gekomen, dat het verslag onzer commissie niet gepubliceerd werd. Waar nu echter in het laatst van 1924 en- de eerste 3 maanden van 1925 het museum een geheele reorgani satie onderging, en dit toch niet kon geme moreerd worden in het verslag van 1924, besloot de commissie op voorstel van het dagelijksch bestuur het verslag over 1924 tot het striktst noodzakelijke te beperken en het gecombineerd met dat van 1925 te publiceeren. Èn- zoo zijn wij vanzelf gekomen tot het belangrijkste punt van dit gecombineerde verslag en wel de reorganisatie van het museum. We mogen hier wel even verklappen, wat achter de schermen gebeurd is. De com missie acht het haar plicht, temeer door haar nieuwe samenstelling, den voorzitter in dit verband naar voren te schuiven. Juist wat ook wel bij andere dingen gebeurd is, zoo gauw het een gemeentebelang raakte, heeft de voorzitter al zijn krachten een spanne tijds geconcentreerd om tot stand te helpen brengen, wat al jaren urgent was. We doen niets tekort aan de groote waar deering die onze commissie altijd gehad heeft voor de naarstige liefdevolle verza melaars, die in den loop van betrekkelijk weinige jaren vele en velerlei specimina van geschiedenis en kunst hebben- bij elkaar gebracht en dus bijeengebracht hebben wat anders onherroepelijk verloren zou zijn ge gaan. Aan hen en we gedenken hierbij in de eerste plaats de heeren- W. van der Os en C. A. Kalbfleisch, is de gemeente veel verschuldigd. Als vorige geslachten gedaan hadden wat deze beiden hebben verricht, dan zou Vlissingen zeker een der best voor ziene plaatselijke musea gehad hebben. Maar juist waar deze collectie uit het n'e* was te voorschijn geroepen en langzaam was gegroeid, was van« een stelselmatige groepeering en ordening geen sprake ge weest, temeer omdat nooit gelden daarvoor aangewezen waren en zoo was het inder daad geworden een oudheidkundige verza meling, die een ietwat pakhuisachtigen in druk maakte. Tot museum is het geworden in 1925. Dat het zoo ver gekomen is, dan ken wij in de eerste plaats aan het krachtig initiatief van den voorzitter, die op het juiste oogenblik den juisten man aanzocht om te helpem bij dit moeilijke tijdroovende werk. Toen de heer Peppelman van Kam pen zich op dringend verzoek van den voor zitter bereid verklaarde zijn tijd, kennis en smaak in dienst te stellen gedurende een viertal maanden van het museum, stond de voorzitter weer o-p de bres om te trachten den raad der gemeente de benoodigde gel den te doen toestaan. En inderdaad was de raad met een breed gebaar bereid, de be noodigde som, een kleine ƒ3000, te vo- teeren. Muren werden» doorgeslagen, het leelijke behang werd verwijderd, de wanden wer den bekleed met jute van een neutrale kleur, de vloeren werden belegd met lino leum van één toon. En daarna had de her groepeering en ordening plaats, zooals de moderne museumeischen dat noodzakelijk maakten. Met onvermoeiden ijver en fijnen kunstsmaak werd vier maanden lang door den heer Van Kampen met eenige werklie den, bijgestaan ook door den concierge W. Fraterman, gearbeid, terwijl de voorzitter in zooverre zijn overige ambtelijke bezig heden het hem vergunden, telkens aanwe zig was. Maar het resultaat was overeen komstig den gepresteerden arbeid. Allerlei anachronismen werden met diverse raritei ten in depot gebracht, alles werd verwij- lijk wist hij bekende gevallen aan te halen, waarbij de man en de vrouw, die door den hemel voor elkaar bestemd waren, eerst tot elkaar waren gekomen, nadat een van hen reeds was getrouwd. Hij hield vol dat zij nooit berouw zou gevoelen over haar daad verder betoogde hij, dat ze, als zijn echtgenoote een beroemdheid zou worden. Rurtst, liefde, vreugde dit alles zou haar deel worden... Toen Heriot op zekeren avond thuis kwam, vond hij tot zijn verbazing Mamie niet thuis. Hij maakte zich echter hoege naamd niet ongerust. Geen oogenblik ver moedde hij welken slag hem zou treffen. Toert hij de eetkamer binnen ging, zag hij dat de tafel slechts voor één persoon was gedekt. „Waar is mevrouw vroeg hij, nadat hij had gescheld, waarop onmiddellijk het dienstmeisje verscheen. „Mrs. Heriot is uit de stad gegaan... mijnheer". „Uit de stad riep hij. „Wat zeg je nu „Mis. Heriot heeft hier een brief voor u achtergelaten", deelde het meisje mede. Heriot nam den brief, dien hij op den schoorsteert zag liggen, maar nog had hij geen flauw vermoeden van de waarheid. Hij scheurde het couvert open en las eerst vluchtig terwijl de meid eerbiedig bij de deur wachtte. „Mevrouw is weggeroepen ze zal eeni- gen tijd wegblijven", zei hij langzaam. Hij stond inet den rug gekeerd naar het dienstmeisje, uit vrees dat die anders zijn1 ontroering zou bemerken. De kamer draai de om hem heen. Een oogenblik meende hij te zullen vallen. Daarom bleef hij roerloos, als verwezen, staan met den geopenden1 brief in de hand. „Zal ik het eten opdoen, mijnheer „Ja, 't is goed". Zoodra de deur was gesloten, liep hij, tastend als een blinde, op een stoel toe. De bedienden1 mochten geen argwaan koeste derd wat niet „Museumfahig" was het gevolg was,dat het merkwaardige uit histo risch en kaartoogpunt veel beter tot zijn recht kwam en methodisch kon gerang schikt worden. Intusschen was den voorzitter ter oore gekomen, dat in Borselen een Zeeuwsche vierdeurskast was, o.a. met het wapen van Vlissingen. Een persoonlijk bezoek van den conservator overtuigde dezen van het groo te belang van eventueelen aankoop, maar de som was zeer groot en kon slechts door particuliere bijdragen bijeen komen. Dank zij de vrijgevigheid van een aantal ingeze tenen, die hij persoonlijk bezocht, en eenige oud-ingezetenen, die hij schreef, gelukte het den conservator 775 bijeen te brengen, terwijl uit de museumbegrooting nog 75 gefourneerd werd, zoodat de gemeente voor deze luttele som in het bezit kwam van deze eikenhouten zgn. Zeeuwsche vier deurskast. Zij is geheel belijmd met pjüisan- derhout, de deurpaneelen met geometrische figuren, de kap 'is voorzien, van 3 gebeeld houwde engelenkopjes, de hoekstijlen en middenstijlen zijn voorzien van gebeeld houwde ranken de middenregel tevens treklade is in het midden versierd met car touches, waarin het wapen van Vlissingen is uitgesneden, terwijl aan beide uiteinden voorkomt het gebeeldhouwde wapen der Vlissingsche familie Hurgronje, laatste kwartaal 17e eeuw. Dank zij de betrekkingen, die er sinds eenige jaren bestaan tusschen den. voorzit ter en het bestuur van het Zeeuwsch Ge nootschap, is hef den eerste mogelijk ge weest in een bestuursvergadering de wen- schelijkheid ter sprake te brengen eenige Flessingana in bruikleen te geven aan het Museum. Het is de commissie een behoefte ook hier een hartelijk woord van dank uit te spreken voor de welwillende medewer king" van het bestuur van het Zeeuwsch- Genootschap, terwijl de ledenvergadering er haar sanctie aan verleende. Maar de aandacht bleef niet tot plaats of gewest alleen bepaald, we zouden ook hier kunnen spreken van „neu-oriëntierung". Bekend is dat aan het Rijksmuseum inder tijd de Vlissingsche Zilverschat verkocht is. Uit die prachtcollectie hebben we de „zilve ren flesfch" in bruikleen teruggekregen, eveneens ontvingen we in bruikleen een schilderij "voorstellende Thomas Potts, schoonzoon van De Ruyter, geschilderd door Hendrik Berckmans. Uit museum-Boy mans te Rotterdam een op koper geschil derd portret van Joost van Trappen of vice- admiraal Bankert, door Hendrik Berckmans. Een persoonlijk bezoek van den voorzitter had bovengenoemde tot gevolg. Het geheele resultaat der reorganisatie wordt in het verslag beschreven. De plechtige opening van het gereorga niseerde museum had plaats op 6 April, den herdenkingsdag van de bevrijding van Vlis singen in 1572, welke opening in het ver slag uitvoerig wordt gememoreerd. Daar wij destijds in ons blad een uitge breid verslag daarvan hebben opgenomen, behoeven wij daarvan niet verder melding te maken. In 1924 bedroeg het aantal bezoekers in totaal 985, waarvan' 778 tegen entrée, 92 contribueerdende leden met 39 geïntrodu- ceerden en 76 leerlingen der scholen. In 1925, terwijl het museum nog geen 8 maanden open was, bedroeg het aantal be zoekers 813 en wel 442 vreemdelingen, 146 ingezetenen tegen entrée, 73 contribueeren- de ingezetenen, 86 geïnviteerden en 66 schoolkinderen met hunne geleiders. Door onze commissie werd na geplaatste advertentie uit een aantal sollicitanten de heer J. H. Kramer als eerste voorgedragen ter benoeming bij Burg. en Weth. Deze werd voor een jaar tijdelijk benoemd en tot heden» gelooven we een goede keus gedaan te hebben. Zijn ijver, de zorgvuldige ma- terieele behandeling van gebouw en ver zameling door hem en zijn echtgenoote laat niets te wenschen over, zoodat hij zeer zeker voor een vaste benoeming in aanmer king zal kun-nen komen. Een desbetreffen- ren. Die gedachte bezielde hem voorloopig. De schok was te onverwacht gekomen om hem nu reeds te doen lijden. Zijn hoofd voelde zoo vreemd en licht en nu en dan voer een rilling door hem heen. Het eten werd opgediend. Hij moest zich geweld aandoen om wat door de Jceel te krijgen. Toen het dienstmeisje -de kamer had ver laten', liet hij het hoofd op de armen steu nen. Het schonk hem eenige verlichting om zoo te blijven zitten, nu hij eindelijk al leen was. Langzamerhand verdween dat gevoel van versuffinghij keek naar de leege plaats van zijn vrouw, en thans kwam hij tor het besef van den toestand. Zijn vrouw zat niet op haar gewone plaats, omdat omdat ze bij haar minnaar was Mamie had zich gegeven aart een anderen man Mamie... Zijn gelaat zag nu vaal en ver wrongen en het glas, dat hij ophief knapte af bij de steel. Ze was weg Ze was niet langer zijn vrouw Ze was schuldig ze had haar eer bezoedeld Mamie, zijn Ma- mie, was een zoridige vrouw Hij stond op in die enkele oogenblikken scheen hij jaren verouderd. Hij ging naar zijn studeerkamer en viel neer op den' stoel voor zijn schrijftafel. Haar portret stond tegenover hem. Hij nam het op in de trillende handen. Hoe jong zag zij er uitWas er ooit reiner ge laat En nog geen' uur geleden had hij die vrouw even lief gehad als op den dag van zijn huwelijk. Geen wensch was haar ge weigerd geen verzoek, of hij had het on middellijk ingewilligd. En toch en toch... Zij glimlachte op het portretde oogen, die de zijne ontmoetten, zagen helder en teeder. Waarheid stond in haar trekkken te lezen. Hij herinnerde zich kleine voorval len uit den loop van die drie jaren. In die uren had zij hem toch liefgehad Dat was tc ch niet uitsluitend dankbaarheid geweest of plichtsbesef. Hij dacht ook weer aan den vooirstel zal door Burg. en Weth. worden gedaan. Na de interne aangelegenheden van het museum zoo goed mogelijk verzorgd te hebben, zou het van kortzichtigheid getui gen als we bourgeois-satisfaits werden en ons bezit niet verder trachtten uit te brei den. Daarom bleven wij waakzaam, wat echter niet altijd verblijdende perspectieven te genieten gaf. Het onaangename ga voorop nog weer dit jaar is het gebefltd,dat een aantal merk waardige tegels, waaronder een tegelta bleau, uit een pand in de Noordstraat ver kocht zijn aan een antiquair uit Amster dam dergelijke transacties zijn te erger lijker, omdat nu toch langzamerhand wel tot het publiek moet doorgedrongen zijn, dat ook het museum dergelijke dingen aan koopt, de goede oude tijd dat alles ge schonken werd is vervangen door dien van alles vervlakkend materialisme, maar we hebben ons aangepast en koopen inderdaad wat de moeite loont. Ook zelfs wel eens, wat nu niet direct belangrijk is, maar dat heeft weer in zooverre zijn nut, dat dan ook de aanbieder, die zelf vaak niet kan onderscheiden, niet afgeschrikt wordt, Bovenstaande gaf den conservator aan leiding een schrijven aan Burg. en Weth. te richten met verzoek, aan gemeentewer ken in zooverre medewerking te verzoeken, dat deze dienst bij bouwingen of eventueele fragmentarische veranderingen van oude panden, den conservator waarschuwt, op dat deze in loco een onderzoek kan instel len of er iets bijzonders te vinden, is. De monumentenverordening immers werkt al leen preventief voor het uiterlijk der ge bouwen en gevelverandering. Nog frappanter was, dat uit een pand, toebehoorende aan het Gasthuis, na gedeel telijke inwendige afbraak, fragmenten aan mij te koop werden aangeboden, die bij sa menwerking zonder eenige geldelijke op offering ons eigendom hadden kunn.en wor den. Daartegenover staat, dat de Kon. maat schappij „de Schelde" geen verbouwing of dag van' hun huwelijk. Hoe onschuldig Nog zoo'n kind En nu was zij weg met haar minnaar Een snik deed zijn lichaam schokken. Even later zette hij het portret weer op zijn plaats. Hij had dit toch nfet aan haar ver diend. Zijn trotsch gedoogde niet dat hij om haar treuren zou. Zijn huwelijk was dus een dwaasheid geweestHad hij maar naar raad geluisterd. Francis had hem in dertijd gewaarschuwd. Terwijl hij nu zat te schreien, zaten Field en'... zij hem misschien uit te lachen Hoe wist hij, dat het Field was Had ze diens naam dan genoemd in den brief Hij begreep hij voelde dat het Field moest zijn. Hoe was het mogelijk dat hij het gevaar niet eerder had ingezien. Dan had hij het nog kunnen afwenden. Hoe dom hadden de menschen uit echt scheidingsprocessen hem dikwijls geleken hij had er over versteld gestaan, dat man nen en vrouwen zoo blind konden zijn en nu was hij zelf even dom en onnoozel ge weest... Maar ze zou hem niet uitlachen... Schuldig als ze was, zou ze dit toch niet doen hij wist dat ze dit nooit zou kunnen deen... zoo laag stond ze niet. De klok in de kamer wees één uur. Hij oritstelde een gevoel van waanzin kwam over hem. Hij stiet een gesmoorden kreet uitde aderen op zijn voorhoofd begonnen te zwellen. Nu schonk hij zich een groot glas cognac in, dat hij achter elkaar uit- drortk. „Mamie, mamie", stiet hij kreunend uit. Hij begaf zich naar zijn slaapkamer, al wist hij dat hem -dezen nacht geen oogen blik rust en vergetelheid zou worden gegund. De ivoren borstels warert verdwenen van de toilettafel. In de kast hingen minder japonnen de juweelen, die hij haar had geschonken, had zij achtergelaten. Alles was blijkbaar rustig en ordelijk geschied. Ei warert geen sporen van overhaast ver verandering van haar toebehoorende oude panden laat plaats hebben zonder den con servator te waarschuwen en dan altijd de begeerde voorwerpen gratis aan het mu seum bezorgt. Door de waakzaamheid van een der ge meente-ambtenaren kwam den conservator ter oore, dat het opschrift aan pand Nieu- wendijk 27 „Anno Wijn en Bran", voor afgegaan door „Loosen", aansluitende aan het gedeelte dat een der sieraden van het museum uitmaakt („dewijn te koop 1728" „Burg") van den gevel afgenomen was, wat de herstelling eischte. Daardoor was het hem mogelijk, voordat de minder bona- fide-tusschenhandel erachter gekomen was, de fragmenten voor een matigen prijs te verkrijgen. Dank zij den onvermoeiden ijver van den concierge J. H. Kramer, zijn op aanwijzing van den- conservator de pleister en witkalklagen van talrijke generatie's zorgvuldig verwijderd. Dit is een proefne ming geweest, die uitnehrrénd geslaagd is. Daardoor zal in het vervolg de aflooging van dergelijk fraai besneden houtwerk zoo goed als niets meer kosten-, terwijl dat vroeger groote sommen verslond. Een woord van dank wordt hier ook gebracht aan den heer dr. J. Spuijman, die door den heer Van Grol is geraadpleegd. Dit bezui nigingsproces is louter winst en is in geen enkel opzicht ten nadeele van den dienst. In het afgeloopen jaar heeft de conser vator op verzoek van den voorzitter in een nieuwe uitgave „Gids voor Vlissingen" voor zijn rekening genomen een artikel over „gedenkstukken, van geschiedenis en kunst en het Stedelijk Museum". Hierin heeft hij een gedetailleerde beknopte be schrijving gegeven van de daarvoor in aan merking komende „monumenten" der „mo numentenlijst" en ook van het museum zooals het na de reorganisatie is geworden. Eveneens is in het afgeloopen jaar tot stand gekomen met medewerking van den raad, een wijziging öp het reglement van de Oudheidkundige Verzameling, evenals een, de regeling der dagen en uren van openstelling omvattend. Zoo ook werd de instructie van den concierge herzien. Te vens werden briefkaarten gedrukt, die een twaalftal kieken te zien geven in het interi eur van het museum, deze zijn ook verza- trek de kamer zag er gewoon uit. De kanten nachtzak lag nog op haar bed... Hij legde -dien in een van de laden. Hij ging niet naar bed hij bracht dert nacht door in een armstoel, ontelbare ma len den brief herlezend, terwijl hij voorover ei. ineengedoken zat te peinzen. Toen den' volgenden ochtend aan zijn deur getikt werd, stond hij op hij ging naar zijn kleedkamer. Hij nam een bad, ontbeet, en ging naar het station. Uiterlijk had hij zich hersteld van -den slag, en zijn klerk, die hem de lijst gaf van de te behandelen zaken, merkte niets bizon- ders aan hem. Op de zitting herinnerde Heriot zich, dat Mamie enf hij dien avond in Holland-Park zouden gedineerd hebben en even voor de lunch zond hij een telegram van veront schuldiging. Als iemand toen reeds had geweten wat hem was overkomen, dan zou hij Heriot hebben gehouden voor een koud, gevoelloos mensch. Nauwelijks had hij zijn woning weer be treden, of mrs. Baynes kwam op bezoek. Eerst wilde hij haar niet ontvangen, maar bij nader inzien vond hij toch beter om dit maar wel te doen. Met één oogopslag zag hij, dat Mamie's tante geheel onkundig was van hetgeen was voorgevallen. „Ik hoor, dat Mamie uit de stad is", begon ze. „Ik had haar in' zoo lang niet gezien en daarom wilde ik haar eens op zoeken. Ik zou ook niet zoo laat geweest zijn, als ik den trein niet had gemist.» Ik had om vijf uur bij haar willen komen thee drinken. Het spijt mij erg." „Waar is Mamie heen vroeg ze toen Heriot zweeg. „Voor haar plezier een paar dagen op reis (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1