nina". LET m a 'Eerste Blad «-No.124 64e Jaargang 1926 MATINEE. er lenen 1 ZATERDAG 29 MEI Gemeenteraad. Asthma, Bronchitis i Abdijsiroop i VLISSINGSCHE COURANT i den Heer im. w repertoire) Velk rmee jver- eini- de id. ÈAP en. ANDEL. :eid, r ze ena. ind- oor- ken eeds 100 k te Dit nummer bestaat uit 2 bladen Zitting van 28 Mei 1926. (Vervolg en slot.) Tot üd der commissie voor de monu menten en voor de commissie voor de oud heidkundige verzameling werd benoemd de heer M. J. Harts. Tot leden en plaatsvervangende leden m de stembureaux voor de stemmingen voor leden van de Tweede Kamer der Sta ten- Generaal voor het tijdvak 1 Juni 1926 t/m 31 Mei 1930, werden benoemd de heeren en dames STEMDISTRICT I, GemeentehuisDe Burgemeester, ambtshalve voorzitterJ. Hoogkamer, piaatsverv. voorzitter G. J. pros, le lid A. J. van Ockenburg, 2e lid plaatsvervangende leden J. B Tournoy, L J. van Blerkom, H. von Brucken Fock, W. Cremer, D. A. Dronkers, J. J. Pervoost. STEMDISTRICT 2, school Wagenaar- straat A. Staverman, voorzitter M. J. Hemmekam, le lid A. E. Dudok van Heel, 2e lid plaatsvervangende leden Mei. J. H Gasille, J. Post, C. Dommisse Tz., Cl. de Jonge, G. Th. van Kesselen, G. J. J. Kuij- pers. STEMDISTRICT 3, school Joost de Moorstraat (ingang Arsenaalstraat) A. C. van Hal, voorzitter H. M. W. L. van Ben- nekom, le lid J. de Konink, 2e lid plaats vervangende leden E. Andriessen, P. Hou terman, J. P. Kousemaker, P. J. N. van Os, T. Hesselius, J. de Vlieger, P. J. Wemels- felder. STEMDISTRICT 4, school Hendrikstraat (ingang Prinsenboschje) G. van de Putte, voorzitter J. F. Op den Zieke, le lid A. de Mol, 2e lid plaatsvervangende leden M. C. Braat, F. G. Lemmers, J. Nonnekes, G. R. E. van Raalte, G. A. Teunis, Mevr. N Op den ZiekeLabrijn. STEMDISTRICT 5, school Rioolstraat W. L. Huson, voorzitter S. J. Hiüin^a, le lid D. L. H. van Raalte, 2e lid plaatsver vangende leden A. C. de Baare, J. Kareis, P Krijt, A. W. van Nieuwland, A. B. Plas- schaert, I. van Waarde, Mevr. M. J. van de VeldeWalrave. STEMDISTRICT 6, school Groote Markt (leslokaal) W. Anker, voorzitter D. Kwaak, le lid A. M. de Bont, 2e lid plaatsvervangende leden J. T. Brand, D. van Maris, A. P. Osté, S. P. Reijne, D. van Verre, Mevr. A. C. E. van OsBeausar. STEMDISTRICT 7, school Bouwen Ewoutstraat (gymnastieklokaal, ingang links van den hoofdingang) J. j. Klijberg, voorzitter J. J. Blankert, le lid H. C. V. Sorel, 2e lid plaatsvervangende leden P. Boon, G. Hooze, C. J. L. Sitsen, J. C. de Steur, D. C. Was, F. M. J. Weijens. STEMDISTRIICT 8, school Bouwen Ewoutstraat (hoofdingang) G. F. Lin- deijer, voorzitter M. Geelhoed, le lid J. Baarschers, 2e lid plaatsvervangende le den A. de Beijl, M. W. de Bruijne, J. E. J. Jurry, J. A. Sturm, L. J. Polderman, H. Vonk, H. Wegeling, W. de Wolf. STEMDISTRICT 9, school Groote Markt (gymnastieklokaal) M. J. Harts, voorzit- tei E. Hoek, le lid J. C. Delvoije, 2e lid plaatsvervangende leden W. de Ridder, L. P. van Oorschot, H. C. Wesseling, M. van aer Beke Callenfels, T. Visser, F. C. Wijs- veld, Mevr. W. van OckenburgVan dei- Harst. STEMDISTRICT 10, school Coosje Bus- kenstraat (gymnastieklokaal, ingang Gla- cisstraat bij den Spuiboezem) P. F. Auer, voorzitter G. Jurry, le lid P. J. van Aart- sen, 2e lid plaatsvervangende leden H. C. V. Sorel, M. M. Franke, I. de Jonge, J. Le- fèvre, E. Montfoort, Mevr. H. C. Engering Spillner. STEMDISTRICT 11school Coosje Bus- kenstraat (leslokaal) M. Laernoes, voor zitter J. J. Krijger, le lid J. A. Veenen- bos, 2e lid plaatsvervangende leden L. F. Barentsen, J. Q. Brand, J. F. Htiser, J. Loois, j. P. Louwerse Jr., F. van de Velde, Mevr. N Soetersvan Balen Blanken. STEMDISTRICT 12, school Bouwen Ewoutstraat (ingang rechts van den hoofd- ingang) P. G. Laernoes, voorzitter J. A. Berger, le lid W. C. van de Putte, 2e lid plaatsvervangende leden A. W. Bazen, J. Butler, Jv W. Delzenne, A. C. Joosse, I. J. Luteijn, K. J. de Visser, Mevr. C. Huibregt- senVogel. Tot hoofd der openbare Ulo-school, in de vacature ontstaan door het aan den heer J. H. C. Sorber verleend eervol ont slag, werd uit de voordracht bestaande uit cie heeren J. Waverijn te Tholen, J. Schaap te Amsterdam en Z. C. Nagtegaal te Bar- neveld, werd benoemd de heer Waverijn met 16 stemmen de heer Schaap verkreeg 2 stemmen, terwijl 1 briefje van onwaarde was. Vervolgens hadden verschillende uitlotin gen van geldleeningen plaats. Hierna kwam in behandeling het voor stel van Burg. en Weth. tot den bouw van ten gemeente-ziekenhuis aan den Hooge- wegKerkhoflaan en in verband daarmede een wijziging der gemeente-begrooting. Twee leden der commissie van gemeente werken waren voor het voorstel en twee er tegen. De meerderheid der commissie voor de financiën is voor het voorstel. Het adres door den heer J. C. Paap c.s. ingediend, kwam nu eveneens hierbij ter sprake. De discussies over dit voorstel werden weder heropend en wel het eerst door den heer Hoogkamer met de volgende rede De wenschelijkheid waarover ik sprak in onze vorige bijeenkomst om zoo spoedig 'hogelijk tot een beslissing te komen in het ziekenhuisvraagstuk, zooveel mogelijk den P.as te snijden aan het „gehetz" en „ge- fj0* dat zich in de courant reeds aan kondigde in de vele stukken vóór de raads zitting van 16 April, die wenschelijkheid za! nu toch wel door ieder onbevooroor deelde als juist gezien worden erkend. Als ik naga wat deze weken ons heb ben doen zien aan ontstentenis van ver draagzaamheid, van naastenliefde en van waardeering van elkanders persoonlijkheid, dan ben ik blijde dat het tijdperk, waarin die goede geesten gebannen zijn geweest en de slechte hartstochten het zuiver zien hebben belet zooveel mogelijk bekort is, doordat wat de tegenstanders believen te noemen „het doorjagen". Mijnheer de voorzitter het lijkt me hier de plaats nadrukkelijk te protesteeeren te gen uitdrukkingen als doorjagen van het besluit, overrompeling van de raadsminder- heid enz. Inderdaad is van een doorjagen geen sprake geweest. De hoofden waren geteld geen tegenstander zou in den Raad door nadere bestudeering, tot voorstander, gegn voorstander tot tegenstander bekeerd zijn. Want ieder in Vlissingen weet heel goed dat de ziekenhuiskwestie er niet een was, die maar plotseling voor het forum der pu blieke opinie geplaatst, noch aan het oor deel van den Raad rauwelings onderwor pen werd. De ziekenhuis-kwestie was een brandende kwestie sedert jaren. Iedereen wist dat een oplossing gezocht werd en dat die komende was. En toen in den na zomer de motie van Oorschot die voorop stelde, dat de raad van oordeel was, dat een nieuw ziekenhuis noodzakelijk was, door het geheele college van Burg. en Weth. met aller instemming, dus ook met instemming van den wethouder van finan ciën P. G. Laernoes was overgenomen toen bij de begrooting de heer van Oor schot nog eens aandrong op afdoening, welke afdoening door Burg. en Weth. we derom werd toegezegd, toen wist ieder, die geen vreemdeling was, dat het nu ko men ging, komen moest, een voorstel dat een einde zou maken aan het ziekenhuis- vraagstuk. Hoe dat voorstel zou uitvallen wist ook ieder uitgemaakt was in 1923 reeds dat de ziekenzorg niet naar het St. Joseph ziekenhuis zou worden overge bracht alle plannen tot verbouwing van het tegenwoordige gasthuis of tot inrich ting van bestaande gebouwen waren ver worpen. Nieuwbouw was 't eenige wat ver wacht kon worden van de bestuurstafel, waar bovendien een meerderheid voor nieuwbouw was. Iedereen wist dat ook en zeker de wethouder van financiën eveneens. Niet op de vorige vergadering van 16 April was het den tijd meer voor den heer P. G. Laernoes om uitstel te vragen om de cijfers nader onder de oogen te zien. Hij had daartoe dezelfde gelegenheid gehad als d3 andere wethouders zij hebben geen dag eerder kennis genomen van het rapport als de heer P. G. Laernoes zelf. Waarom kon den zij de exploitatie-rekening wel nazien er. waarom deünancieclc-speci.»i«**, de wet houder van financiën niet Omdat die wet houder principieele tegenstander als hij was van 't voorstel, uitstel wilde, plm. 14 dagen voor de behandeling in den raad heeft hij 't plan in de portefeuille der wethouders ge had, 14 dagen heeft hii de exploitatie reke ning kunne,n bestudeeren. Als de wethou der van financiën zich had willen verzet ten tegen afdoening van de ziekenhuis kwestie, dan had hij dat moeten doen toen de heer van Oorschot zijn motie tot afdoe ning indiende en die voetstoots door Burg. en Weth. werd overgenomen. Toen was het juiste moment geweest om te zeggen wij anti-revolutionairen willen geen afdoening, wij zijn tegen de motie, want ieder wist toch reeds dat afdoening beteekende een voorstel tot nieuwbouw, omdat alle andere mogelijkheden verworpen waren. Ik kom thans weder tot mijn uit gangspunt terug. Ieder in Vlissingen, die belang stelt in de publieke zaak wist hoe de stemming uit zou vallen. Dit stond vol strekt vastUitstellen eener beslissing die komen moest en waarvan de uitslag onaf wendbaar was had geen zin. 1 Ik geloof dat we in het belang van de zaak gehandeld hebben, dat we den knoop doorhakten op 16 April. Er is nog gevraagd waarom de meer derheid den 16en April het voorstel aan nam, terwijl nu toch blijkt dat het tachtig duizend gulden goedkooper kan. Wel omdat de meerderheid genoeg ver trouwen in Burg. en Weth. had om aan Burg. en Weth. toe te vertrouwen, dat ze gaarne elke wel overdachte bezuiniging, die ter hunner kennis kwam met beide handen zouden aangrijpen en hun eigen plannen en inzichten zouden offeren aan het algemeen belang. Om aan het gestook een einde te maken en omdat we op de integriteit van Burg. en Weth. vertrouw den, die immers op mijn nadrukkelijken vraag of zij bereid waren eventueel een goedkooper plan boven hun eigen plan te verkiezen, een volmondig „ja" hebben ge antwoord. Daarom hebben de voorstem mers op 16 April het plan principieel aan genomen. En dat vertrouwen in Burg. en Weth. is niet beschaamd. Wat de eigenlijke kwestie betreft die heb ik de vorige maal uiteengezet en ik ver wacht nog steeds afdoende tegenargumen ten. Uit de rede van den heer Paap in de Vlissingsche Courant overgenomen, waar in de bezwaren der tegenstanders gekrista- liseerd zijn wil ik enkele punten even be spreken. De heer Paap zegt le. De heer Hoogkamer heeft schromelijk overdreven en doordat de tegenstemmers wisten hoezeer hij overdreef, hadden zij den moed toch nog tegen te stemmen. De heer Wortman heeft zijn vonnis geveld over den toestand in het gasthuis en den Raad j.l. Woensdag. Allen die hem hoorden we ten da* hij dezelfde bewoordingen ge bruikte als ik. Men behoeft waarlijk geen specialist in het bouwen van ziekenhuizen te zijn om de naakte waarheid te con- stateeren. Ziekenzalen waarin nooit de zon komt, operatiekamer buiten het gebouwen complex, krankzinnigencel, waar lijken stank zeker kan doordringen enz, en nu kan geen der raadsleden zich excuseeren met te zeggen, dat hier schromelijk overdreven wordt. Ze weten dan nu dat het waarheid en niets dan de waarheid is. De onnoodige bevestiging hebben ze nu van den erken den specialist Wortman gehoord. Waar ha len zij nu nog den moed vandaan om tegen te stemmen 2e. Een zin wordt uit een brief gelicht en daaruit zou blijken dat de regenten het gasthuis nog heel bruikbaar vinden. Neen mijne heeren en gij allen, die dit buiten den raad leest, hoort hoe de regenten den toestand kenschetsen. Dit is een rap port van Juli 1925 der regenten die na lange opsomming van de voornaamste ge breken van het gasthuis onder meer tot de volgende conclusies komen le. De tegenwoordige toestand is vrij wel onhoudbaar zoowel voor de ouden van aagen-afdeeling als van de zieken-afdee- ling 2e. de verbeteringen, in den laatsten tijd voornamelijk aan de ziekenafdeeling aange bracht zijn wel op zichzelf van beteekenis, maar kunnen het geheel niet opvoeren tot een inrichting, die de vergelijking zelfs maar met een eenvoudig ziekenhuis kan doorstaan 3e. eventueele verbeteringen aan de zie kenafdeeling zouden niet dan ten koste van de huisvesting van ouden van dagen zijn aan te brengen, tenzij aangrenzende ge bouwen en terreinen werden aangekocht 4e. de zorg voor de zieken, zoowel als die voor de ouden van dagen eischt drin gend, dat door den gemeenteraad, zoo spoedig mogelijk, afdoende maatregelen worden getroffen 5e. het collége van Regenten en Regen tessen geeft als zijn meening te kennen, dat slechts een nieuw ziekenhuis afdoende verbetering kan brengen. Het is noodzakelijk de ziekenhuiskwestie in det juiste licht te toonen. De katholieken zijn tegen nieuwbouw, omdat een goed ziekenhuis naast het St. Joseph-ziekenhuis natuurlijk beteekent, concurrentie en zij concurrentie niet gaarne zien komen. In- tusschen zij opgemerkt en met nadruk dat gezonde concurrentie der beide inrichtin gen niet anders dan den zieken ten goede kan komen. Het standpunt van de katholie ken is begrijpelijk, hun streven om zich bij iedere partij die tegen nieuwbouw is aan te sluiten, het katholieke belang met een ethische achtergrond. Een schrille tegenstelling met hen vor men de andere leiders der beweging, die maar één ideaal hebben dat van de beurs Ze weten dat de toestand van het gast huis den toets van de meest eenvoudige critiek niet kan doorstaan. Ze weten dat een nieuw ziekenhuis hun met aardsche goederen minder bevoorrechte medeburgers in de gelegenheid stelt een verpleging te krijgen als zij zelf begeeren in het goed geoutilleerde St. Joseph-zie kenhuis. Ze weten ook, dat er velen zijn die van protestantschen huize 't verblijf in een neu traal ziekenhuis verre zouden verkiezen. Ze weten dit alles cr nochthans noch tans viiTE üer licVwil ujoiVln wine Tïiet voorbij zien van alle ideeele belangen, verkrachting van alle protestantsche belangen, van alle arbeidersbelangen, vormen ze een comité met de kreetTe wapen het nieuwe zie kenhuis is een financieele ramp, en daar mede hebben zij de gevoeligste plek bij velen in deze materialistische maatschappij getroffen. Het lijkt onnoodig te betoogen dat 19000 geen financieele ramp is, maar een blij moedig gedragen offer betaamde te zijn van nog geen 2 cent per week per hoofd der bevolking, dat 50.000, de door notaris Paap geschatte som, die met door een des kundige, maar door den zwarten bril van een tegenstander uit het voorste gelid kij kende 'bashond is, en die nu zeker kant noch wal raakt na de wijzigingen door dr. Wortman, tenslotte toch slechts zou neer gekomen zijn op 5 cent per week per hoofd der bevolking. Nog een enkel woord -over de houding van bijna alle tegenstanders. Een besloten vergadering wordt belegd van loutér tegenstanders, waar dus geen stem van de voorstanders gehoord kan worden. Neen zeggen de voorstanders volledige openbaarheid. Wij willen aan een op zie- henhuisgebied erkende specialist het woord gevenomde menschen voor te lichten, maar ook om de eerlijke tegenstanders, die be reid zijn zich door argumenten te laten overtuigen de gelegenheid te geven hun bezwaren naar voren te brengen. Wij ge- looven vast in de overwinning, maar alleen door de kracht van onze argumenten. En wat ziet men nu gebeuren. Dat op de vergadering nagenoeg niemand der tegen standers aanwezig is. Ik zonder vol waar deering de tegenwoordigheid van de hee ren Berger en Andriessen uit. Een stilzwijgende afspraak dus om deze openbare vergadering deze eenige gelegen heid voor vóór- en tegenstanders om tot elkaar te komen, om ae zwaarte van el- kaars argumenten af te wegen te negeeren. Ze zijn nagenoeg allen weggebleven de tegenstanders tegen nieuwbouw. Is met die lichtschuwheid de geheele beweging tegen de ziekenhuisbouw niet veroordeeld? Is de verklaring van den heer Paap op hef oogenblik zijn 41 van de 50 bedden bezet dus is ér op het oogenblik geen plaatsgebrek. Is de ongelukkige zin in een brief van de regenten waaruit gedistilleerd is, dat de re genten zelf den toestand niet erg vinden, terwijl de heer Paap als voorlichter der publieke opinie behoort te weten, dat de regenten aan den Raad een request heb ben aangeboden, waarin de toestanden in het gasthuis zeer sterk gehekeld worden en op nieuwbouw wordt aangedrongen. Is het vooropstellen, dat de kapitaals uitgaven van ƒ420.000 niet geoorloofd, want niet noodzakelijk is, terwijl dat niet een feit, maar alleen een meening der te genstanders betreft die dus voor bestrijding of verdediging vatbaar is, maar nooit als onpartijdig argument kan dienen. Is de verontschuldiging, dat aan onvoor bereide personen een uitnoodiging wordt gericht, terwijl in het kamp der voorstan ders evenveel onvoorbereide personen zich bevinden en het zeer zou pleiten tegen de juistheid der argumenten van de tegenstan ders indien er geen deskundige zou te vin den zijn, die het op zich zou willen nemen in debat te treden met dr. AVortman. of andere ziekten der ademha- lings organen kunnen Uw leven vergallen. Voor de prikkelende hoestbuien die U 's nachts uit den slaap htouden ÏS er één beproefd midd^. AKKER'» Is een van al deze argumenten, die de heer Paap naar voren brengt om de hou ding te verklaren van het wegblijven der tegenstanders op de openbare vergadering zakelijk of redelijk. Mijnheer de voorzitter. De vraag stellen is haar beantwoorden, het oordeel over zulk een handelwijs vragen aan de publieke opinie is het vonnis er over strijken. De zaak der tegenstanders van zieken- huisnieuwbouw is met dit wegblijven m. i. slecht gediend. Slecht gediend is zij met berekeningen als die waarvan de heer Paap uitgaat bij zijn berekening van de financieele gevolgen. De kosten der klassekamers zouden in het nieuwe ziekenhuis door de inkomsten gedekt worden, doch niet vormen een te gemoetkoming in de kosten der zaalpatiën ten. Ieder weet toch dat de klassepatiënten hun geneesheer en geneesmiddelen zelf moeten betalen, waardoor zij belangrijk minder dan 3.94 kosten en respectieve lijk 7.50 en 4.50 betalende een belangrij ke bate aan de gemeente kunnen leveren. Slecht gediend is zij eveneens met de wijze, waarop de propaganda tot teekening van de lijsten gevoerd is, zooals de heer Lindeijer schetste. Slecht gediend door de herhaalde pogin gen om de meening ingang te doen vinden, dat achter elke handeling, achter elk voor stel der voorstanders de heimelijke bedoe ling der eigenbaat schuilt Dr. Wortman zou er belang bij hebben, dat het nieuwe ziekenhuis gebouwd'wordt. Neen tegen standers, dr. Wortman heeft er geen be lang bij, integendeel. Hij heeft zijn plan in gediend en het toegelicht en wordt daar mede met een ronde som betaald. Gemak kelijker zou het voor hem zijn als het nieu we ziekenhuis er niet kwam, want dan be hoefde hij nu verder geen adviezen meer te geven, terwijl hij de overeengekomen som toch zou ontvangen. Maar desniette genstaande ijvert dr. Wortman voor de totstandkoming uit overtuiging en niet uit eigenbelang. En nu ligt bet resultaat van die slecht gediende zaak voor ons in den vorm van tal van handteekeningen. Is het fe verwonderen na wat ik u schil derde over de argumentatie en de gees tesgesteldheid onzer tegenstanders, dat ik T^crgT^ijkc poging -cea-_ov£LEtu«gin.g te forceeren en den Raad op zijn besluit te doen terugkomen vlak afwijs. Niet met dergelijke hulpmiddelen wordt een langzaam opgegroeide overtuiging om vergehaald. Ik heb het noodig gevonden te zeggen hoe ik de tegenstanders in de zaak van het ziekenhuis zie. Integendeel. Met vreugde hen ik gezien dat dr. Wortman het oorspronkelijk plan zoo gewijzigd heeft dat er 80.000 op be spaard is, dat hij de exploitatie rekening van Burg. en Weth. zoo zeer aan de roya- len kant achtte, dat hij tot een gunstiger eindcijfer mede aan de hand van de exploi- tatie-cijfers van Schiedam, Apeldoorn en Zwolle kwam, waardoor het onzinnige cij fer van 7 a 8 per dag dat de tegenstan ders naar voren brachten in het juiste licht wordt gesteld. Met vreugde zal ik daarom nogmaals in volle bereidheid en verzekerd heid mijn stem, vóór ziekenhuis nieuw bouw uibrengen omdat ik weet, dat ik daarmede doe een daad van geloof en ver trouwen in de toekomst van Vlissingen en toewijding voor de gemeenschap, omdat ik daarmee dien het algemeen belang. De heer Van Oorschot heeft zijn meening over de ziekenhuiskwestie op papier gezet, teneinde deze geheel in de pers opgenomen te krijgen. Sinds de vorige raadsvergadering, waar in principe is besloten tot nieuwbouw is er heel wat gebeurd. De „Vliss. Courant" is bekogeld geworden van ingezonden stukken die bijna "allen onder een pseudoniem zijn geschreven. Een comité van verweer is op gericht om het besluit van den raad onge daan te maken. Vergaderingen zijn gehou den, kaartjes gezonden aan notaris Paap, lijsten zijn aangeboden aan de bevolking om tegen een nieuw ziekenhuis te ageeren. Wat een drukte, wat een opgeblazenheid, en dat over een stuk werk van sociale be teekenis. Ik wil eerlijk zeggen de psyche der te genstanders niet te kunnen begrijpen. Men loopt te hoop, men verwekt een feilen tegenstand omdat men vreest voor een werk van sociale beteekenis iets te moeten betalen. Waarom loopen zij niet te hoop, als het geld wordt weggesmeten bij millioenen als het militaire urtgaven betreft Waar is bij de tegenstanders de moraliteit, dat men dat gedoogt, zonder een glimp van verzet, dat men met gelatenheid draagt, zonder morren, dat een schip hier jaren in het dok heeft gelegen, en waar met millioenen ge smeten is. En dat werk staat in het teeken der vernietiging, terwijl een ziekenhuis staat in dienst der wetenschap tot heil der menschheid. Ik kan ook de doktoren niet begrijpen. Moesten zij niet in de eerste, in de aller eerste plaats toejuichen dat de raad iets tot stand brengt ten hunnen dienste Dat er door de gemeenschap iets wordt gedaan, waardoor hun mooi beroep tot de grootst mogelijke ontplooiing wordt gebracht Ik sta verbaasd. Ik heb nooit kunnen denken in mijn naïveteit, dat de vooruitgang der medische wetenschap, tegengehouden zou worden door de medici zelf. Of zou het Gasthuis nog zoo slecht niet zijn Zouden inderdaad de geneesheeren toch alles in dat huis kunnen doen voor de behandeling hunner patiënten Neen ook dat is niet waar. Heeft dr. Wortman niet gezegd, dat ons Gasthuis niet deugt Dat het in geen enkel opzicht voldoet en kan voldoen aan de bescheidenste eischen der medische we tenschap Heeft dr. Detmar vorig jaar naar aanleiding der vragen van den heer Huson over het onderbrengen van schip breukelingen in het St. Joseph.-ziekenhuis niet geschreven, dat het gasthuis niet deugt om die patiënten daar onder te bren gen Wat heeft dr. Staverman hierover in den raad gezegd in 1923? Laat ik dit even mogen citeeren Citaat uit Raadsvergadering 26 Januari 1923. De heer Staverman houdt de volgende rede Mijnheer de Voorzitter De minderheid der Commissie, waartoe ik de eer heb te behooren, stelt het op prijs wat meer uitvoerig dan in het U aangebo den rapport kon geschieden, haar meening uiteen te zetten. Deze minderheid is van oordeel, dat de eenige weg, die kans van slagen biedt om onze ziekenhuiskwestie op te lossen, gaat in de richting van samen werking met het R. Kath. Ziekenhuis in den vorm van uitbesteding der gemeente-patiën ten aldaar met volledige controle van ge meentewege op een zoo goed mogelijke verpleging. Geen enkele der andere voorgestelde methoden om de gemeentelijke ziekenver pleging op peil te brengen, heeft kans van slagen. Toen ik 14 jaar geleden te Vlissingen kwam, vond ik een gemeente-ziekenhuis, waarvan de daarin werkzame geneesheer mij verklaarde „ik durf het je eigenlijk niet te laten zien, want met den naam ziekenhuis heeft het eigenlijk alleen ge meen, dat er zieke menschen in verpleegd worden". En ik heb me toen overtuigd, dat het inderdaad zoo was, dat een ge meente van meer dan 20.000 zielen zijn zie ken opborg in een gebouw, dat zelfs niet voldeed aan minimum eischen. Sindsdien zijn er aan dat gebouw kleinigheden verbe terd, maar het zijn slechts kleinigheden ge bleven en hoeveel men er thans ook aan zou willen of kunnen besteden, de achter stand is niet meer in te halen. Zoodra ik. de gelegenheid kreeg mijn stem in dezen Raad te laten hooren, heb ik geen gelegenheid laten voorbijgaan om het gemeentebestuur er op opmerkzaam te maken, dat het voortbestaan van dat zoo genaamde ziekenhuis in dien toestand een zwarte bladzijde beteekende in de bescha- vingsgescheidenis onzer gemeente. Door het welbeproefde middel 'van com- missariaal maken eener kwestie, welke doelmatigheid ik in den beginne van mijn Raadslidmaatschap in mijn naïveteit nog ge loofde, is mijn streven telkens weer lam geslagen en zijn we op dit oogenblik nog precies even ver van de oplossing af als 14 jaar geleden. Weliswaar bleef ik niet de eenige, die op Vër^eteriirg -amidrung, tectereen wns het'in woorden met me eens, maar daden wist niemand te doen, totdat onze burgemeester kwam ook hij had wat meer van de be schaafde wereld gezien en zag spoedig dat de gemeentelijke ziekenverpleging te Vlis singen meer dan een halve eeuw ten ach ter was. Zijn brochure was een j'accuse ge richt tegen het nalatige gemeentebestuur van voorheen. En nu heeft men wel in de ziekenhuiscommissie beweerd ja maar de burgemeester heeff opzettelijk overdreven om daardoor meer gehoor te vinden, maar, ik zeg u, de burgemeester heeft in geen en kel opzicht overdreven, woord voor woord is waar, wat in die. brochure verteld wordt over de achterJijklfWd van de gemeentelij ke ziekenverpleging. En mij verheugt het, dat zulk een document bestaat als een sombere aanklacht tegen de nalatigheid der Vlissingsche overheid. Maar niet alleen de burgemeester liet zijn stem hooren, ook de ziekenhuisspecialiteit bij uitnemendheid dr. Wortman verklaarde na zijn bezoek aan 't gemeente-ziekenhuis Dit ziekenhuis voldoet in geen enkel op zicht zelfs maar aan de bescheidenste eischen, die men thans mag stellen, en ik bewonder de daar werkende geneesheeren en verpleegsters, dat ze in zoo'n omgeving nog kunnen werken zonder te verslappen. Waarschuwingen genoeg dus, en wan neer ooit hier ongelukken gebeuren zooals b.v. in het ziekenhuis te Zwolle zijn ge schied een epidemie die uitbrak in 't zie kenhuis zelf, of zooveel andere ongelukken die in een ziekenhuis kunnen gebeuren, dan kan de verantwoordelijke overheid zich hier er niet mee afmaken ik heb 't niet ge weten. Het gemeente-ziekenhuis bestaat uit eeni ge zaaltjes, gelegen aan een nauwe straat, zöodat er geen voldoende licht kan inval len, verder uit een inderdaad goed balcon, waarop eenige, lang niet alle, zieken van de frissche lucht kunnen genieten, een tuin met ligtenfen en een volkomen onvoldoende operatiekamer, die alleen door den tuin te bereiken is. Eenige jaren geleden grensde hieraan de lijkenkamer, een toestand, die niemand zou gelooven, als hij het niet had meegemaakt. 1 hans is althans dit schreeuwende euvel opgeruimd. Behalve eenige zusterkamers en één bad gelegenheid heb ik in deze sombere lijst opgegeven alles wat onder den naam ge meentelijk-ziekenhuis ressorteert. Zieken die van buiten komen, moeten op brancards gedragen worden naar boven, want een lift is er natuurlijk niethet ver voer van en naar de operatiekamer ge schiedt insgelijks, nog wel door den tuin, cok als is het weer te slecht, om een hond naar buiten te jagen. Een laboratorium is er nietgelegenheid voor Röntgenonderzoek, dat men tegen woordig bij een overgroot aantal ziekten met kan ontberen, en die men zelfs in de kleinste ziekenhuisjes aantreft, is er eenvou dig niet. De eisch van 2 gescheiden operatiekamers voor zgn. septische en aseptische operaties wordt grifweg genegeerd. De onhygiëni sche kachels vindt men op alle zalen. Bovendien is het niet brandvrij. Het zou een klein kunstje zijn om zoo dp or te gaan wie belang stelt in de mi nimum eischen, die tegenwoordig gesteld worden aan ziekenhuizen, verwijs is naar het maandblad van de vereeniging ter be-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1