IKWATTA8.^
DONDERDAG 27 MEI
No. *3^64e Jeargang 1926
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
VOLLE-MELKREEP
Beter jan 6oed: DE BESTE
VLISSINGSCHE COURANT
KAMER-OVERZICHT
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer hield' gisterenmiddag
een beschouwing over de begrooting man
marine, waarbij de heer Lindeijer betoogde,
dat de afdeeiing Loodswezen niet onder dit
departement thuisbehoort. Vervolgens be
sprak hij het personeelvraagstuk en bracht
verschillende grieven naar voren, waaruit
zj. de rechteloosheid van het personeel
bleek.
De militaire leiding van het loodswezen
meent te veel, dat men met militairen in
plaats van met ambtenaren te doen heeft.
Spreker eindigde met aan te dringen dat het
loodswezen naar het departement van wa
terstaat wordt overgebracht.
In zijn antwoord verklaarde de minister
van marine a.i., de heer Lambooy, dat hij
wilde bevorderen, dat het loodswezen naar
het departement van waterstaat wordt
overgebracht, omdat het z.i. logisch thuis
behoort bij den verkeersminister. Niet om
dat hij de'leiding niet goed vindt, integen
deel hij heeft daarvoor niets dan lof.
iHij betwistte datkoopvaardijofficieren be
ter geschikt zijn dan marine-officieren voor
het loodswerk. Juist de marine-officieren
weten zonder loodsen de zeegaten binnen
te komen. De koopvaardij-officieren moe
ten altijd loodsen daarvoor hebben. Ons
loodswezen heeft in het buitenland een
goeden naam en dit dankt het aan zijn
'eiding.
Tweede Kamer.
Allerlei. Tandartsen.
Verschillende onderwerpen werden in
vaart afgedaan. Zoo zijn de bosschen vrij
gesteld van inkomstenbelasting, wanneei
die een bedrijf vormen is de isopropyl al
cohol belast, zijn eenigè verdragen goedge
keurd, en zijn ook examen-gelden voor het
middelbaar onderwijs verhoogd.
De geschiedenis van de tandtechnici is
uit de bladen bekend. Bij de wijziging der
tandartsen-wet is opgengelaten de gelegen
heid om enkele tandtechnici toe te laten, nl.
zij die vóór 1913 reeds de beperkte tand
prothese uitoefenden. Het zouden er vol
gens minister Aalberse maar een stuk of
tien zijn. Thans echter is aan 144 tand
technici de bevoegdheid gegeven en daarte
gen kwam interpellant op met deze vragen
lo. Acht de minister de uitvoering der
wet van 29 Juni 1925, houdende wijziging
van de wet van 24 Juni 1876, Stbld. 117,
houdende regeling van de voorwaarden tot
verkrijging der afzonderlijke bevoegdheid
tot uitoefening der tandheelkunst en van
de uitoefening dier kunst, zooals deze wet
laatstelijk is gewijzigd, in overeenstemming
met de bedoeling van den wetgever
2o. Acht de minister de uitvoering van
bovengenoemde wet in overeenstemming
met de letter der wet
3. Is de minister van oordeel dat de re
sultaten van de uitvoering van dien aard
zijn dat de belangen der volksgezondheid
geen gevaar loopen
4o. Zoo neen, is de minister dan bereid,
zoodanige maatregelen te bevorderen, zoo
noodig in den vorm van een nieuwe wet,
dat de gevaren voor de volksgezondheid,
door de wijze van uitvoeren van bovenge
noemde wet in het leven geroepen, zooveel
mogelijk kunnen worden weggenomen.
De manier waarop het onderzoek is ge
daan, critiseerde zij. Er zijn er in Amster
dam 15 toegelaten, die in 1913 nog lang
geen 20 jaren waren en dus onmogelijk al
technicus konden geweest zijn. Zelfs daar
waar tandartsen dat iemand pas na 1913
waar tandartsen verklaarden dat iemand pas
na 1913 als leerl.-technicus bij hen in dienst
traden, werd toch de bevoegdheid toege
kend.
Het antwoord van den minister was wel
bijzonder onvoldoende. Het 4eek alsof de
minister er om heen draaide. Het geval van
den technicus, die op 13 jaar al beroeps
technicus was, werd afgemaakt met de be
wering dat de gegevens waarop geoor
deeld was wettig en voldoende waren. Het
was een zeer merkwaardig gedraai en het
was begrijpelijk dat de interpellant sprak
van een ontstellende lichtzinnigheid ten
opzichte van de belangen der volksgezond
heid bij den minister van arbeid. Waarom
erkende de minister niet dat fouten waren
begaan Het was zijn voorganger die ze
beging, maar dat is voor dezen minister
geen reden om ze goed te praten. Wan
neer blijkt dat de gegevens waarop de be
slissing is genomen, onwaar waren, bestaat
de gelegenheid die te hernemen. Er is hier
geen sprake van verkregen recht maar van
verkregen onrecht, aldus oordeelde de heer
Beumer, die een motie voorstelde om uit
te spreken dat de wet niet met de noodige
soberheid en niet op de juiste wijze is uit
gevoerd. De heer Duijs tartte den minister
om de gegevens over te leggen op grond
waarvan de 13 jarige jongen van 1913
thans geacht wordt volledig bevoegd te
Z1jn. De minister die in de benauwdheid
zat, zegde toe de.gansche kwestie te wil
len onderzoeken en te overwegen, want hij
kan niet all gevallen uit zijn hoofd.
t Was een poover figuur, dat de minister
maakte.
De heer Oud stelde een motie voor om
u>t \espreken, dat de beantwoording van
den minister onvoldoende was.
Aangenomen werd de motie-Beumer, die
eenigszins gewijzigd uitsprak dat de uit
voering der wet niet overeenkomstig de
Jetter en de bedoeling der wet is geweest.
Die aanneming geschiedde met één stem
tegen nl. die van den heer Van Vuren.
De motie van afkeuring van den heer
Uud werd verworpen met 41 tegen 22
stemmen.
Voor den minister geen plezierige dag.
Avondvergadering.
Aan de orde was de interpellatie-Oud
naar aanleiding van de ramp met den
•oodsschoener Terschelling II op 25 No
vember 1925.
wPe. ..heer Oud herinnert aan de ramp,
waarbij 11 schepelingen om het leven kwa
men en spreekt een woord van deernis over
Qe gevolgen van dit ongeval.
opreker noemt het vreemd, dat het de-
ariement van marine niet zoo spoedig
mogelijk een onpartijdig onderzoek heeft
willen laten instellen.
In dit verband wijst spreker op de loo-
pende geruchten, volgens welke de autori
teiten van het loodswezen hun plicht niet
zouden hebben gedaan.
Voorts merkt spreker op, dat de Raad
voor de Scheepvaart de bevoegdheid mist,
om een onderzoek in te stellen, wanneer
daartoe niet een voorstel door de scheep
vaartinspectie is gedaan.
De Raad voor de Scheepvaart nu heeft de
oorzaak van de ramp met den loodsschoe-
ner niet onderzocht. Daarvoor bestaan twee
mogelijkheden, óf de scheepvaartinspectie
heeft geen voorstel gedaan, óf de inspectie
heeft wel een voorstel gedaan, maar daar
aan heeft de Raad geen gevolg gegeven.
Gaarne zou spreker daarover nadere in
lichtingen ontvangen.
De minister van waterstaat, de heer van
de Vegte, sluit zich aan bij de woorden
van deernis door den heer Oud gesproken.
Spreker moet voorts mededeelen, dat de
scheepvaartinspectie geen voorstel voor
een onderzoek heeft gedaan en dat als ge
volg daarvan ook niet een onderzoek door
den Raad voor de Scheepvaart is ingesteld.
Wel heeft de scheepvaartinspectie een
voorloopig onderzoek ingesteld en daarbij
heeft zij den indruk gekregen, dat de ramp
niet heeft plaats gehad op de Nederlandsche
kust of binnen de Nederlandsche wateren.
Na dat voorloopig onderzoek heeft de
inspectie de stukken toegezonden aan het
departement van marine, en voorgesteld
een commissie ad hoc in te stellen voor
onderzoek.
Spreker hoopt dat de ingestelde commis
sie spoedig met haar taak gereed zal zijn.
De minister van marine a.i., de heer Lam
booy, zegt zich te hebben laten inlichten
omtrent de orders die in het loodswezen
heerschen spreker heeft een inspecteur
een onderzoek ter plaatse laten instellen. Hij
heeft zich laten inlichten over het soort
gebruikte schepen kortom alles is in het
werk gesteld om zooveel mogelijk op de
hoogte te komen van het gebeurde. Spre
ker was van plan, al de gegevens aan de
pers te verstrekken, doch werd daarin door
de ministerverwisseling verhinderd.
Wa{ betreft het ontslag van den geschor
sten broeder van den omgekomen schipper,
deelt spreker mede, dat Zeilmaker zich bij
den hoofdinspecteur heeft vervoegd, met de
mededeeling, dat hij zich niet meer in staat
achtte zijn taak ais loodsschipper verder
te vervullen en me t de vraag of hij op
wachtgeld gesteld kon worden. Dit laatste
ging niet, omdat er geen overcompleet was,
terwijl Zeilmaker bok niet meer gehand
haafd kon worden volgens zijn eigen ver
klaring. Daarom is Zeilmaker op 10 Mei
door spreker buiten dienst gesteld in af
wachting van een keuring.
De heer Oud repliceert. Hij kan zich niet
vereenigen met de opvatting van water
staat over de scheepvaartinspectie.
Is het, vraagt spreker, niet een benepen
standpunt van de scheepvaartinspectie,
wanneer zij zegt dit geval gaat mij niet
aan Het geeft den indruk, dat de inspec
tie zelf haar werkkring inperkt.
Spreker is van meening, dat de bureau
cratie zich van de ramp heeft meester ge
maakt. Het onderzoek had veel eerder kun
nen worden ingesteld.
De heer Snoeck Henkemans betreurt, dat
het onderzoek van regeeringswege -eerst
6 maanden na het ongeval wordt inge
steld. Het gebeurde heeft een diepen indruk
op het eiland Terschelling nagelaten.
Het is bij Terschelling een van de moei
lijkste plaatsen en daarom is het van het
allergrootste belang, dat er zoo goed moge
lijke maatregelen worden getroffen.
Wat betreft de vraag, of het niet ge-
wenscht is in dat gevaarlijke water den mo
torschoener te vervangen door een stoom-
schoener, merkt spreker op, dat de minister
hierover de beslissing heeft, en dat spreker
daarom onaangenaam is getroffen door de
vraag, welke van het departement van ma
rine tot het personeel is gesteld, en waar
bij werd gevraagd, wat het personeel wil
de behoud van den motorschoener of een
overeenkomst met een particuliere onder
neming, waarbij echter alleen de loodsen in
rijksdienst zouden blijven.
Ook spreker dringt aan op vervanging
door stoomloodsschoeners.
De heer van de Bilt acht hier tevens een
woord van deernis op zijn plaats.
Ook spreker is van meening, dat de
grootst mogelijke zekerheid geboden moet
worden, om rampen als deze in de toe
komst te voorkomen.
De heer Krijger meent, dat de regeering
verplicht is tegenover de menschen die zij
in dienst neemt voor een taak, welke als
staatstaak wordt aangemerkt, het best mo
gelijke materieel te gebruiken.
Spreker sluit zich aan bij den heer Oud
inzake de vervanging door stoomloods-
vaartuigen, doch hij verzet zich tegen het
in dienst stellen van gehuurde vaartuigen.
De heer Bijleveld is eveneens' van mee
ning, dat het onderzoek veel te Iaat wordt
ingesteld. Spreker geeft den minister in
overweging iets toegevender te zijn inzake
wijziging van art. 43.
De minister van Waterstaat dupliceert.
Spreker zegt het met de geheele Kamer te
betreuren, "dat hot onderzoek eerst nu zal
worden ingesteld.
Wanneer hier gezondigd is, dan is dit.
geschied door waterstaat.
Men kan voorts niet spreken van een be
nepen standpunt van de scheepvaartinspec
tie. Deze inspectie was allerminst van mee
ning dat geen onderzoek moest plaats heb
ben, doch zij was van oordeel, dat beter
een onderzoek kon worden ingesteld op de
wijze zooals dat nu zal geschieden.
De minister van marine a.i. zegt, dat ook
hij prijs heeft gesteld op een zoo snel mo
gelijk onderzoek. Een bewijs daarvan is,
dat hij dadelijk ambtshalve inlichtingen
heeft ingewonnen.
Spreker heeft den itulmk. attaar geduren
de 44 jaar daar geen is voorgeko
men, dat de motorschoeners voor hun taak
berekend zijn. Echter zal spreker afwach
ten, wat de commissie in dezen zal bren
gen, en wanneer dan blijkt, dat stoomvaar-
tuigen bij Terschelling noodig zijn, zal
spreker zijn standpunt herzien.
Het recht van critiek van het loodspersoneel
Op de desbetreffende vragen van het
Tweede Kamerlid Brautigani, in verband
met het gebeurde met loodsschipper Zeil
maker, deelt de minister van marine a.i. on
der meer nog mede, dat, voorzoover hem
bekend, van overheidswege geen bezwaar
is gemaakt tegen de opvatting dat ambte
naren gerechtigd zijn betreffende rampen,
aan schepen van het loodwezen overkomen,
vrij hun meening te uiten, vooropgesteld,
dat dit op behoorlijke wijze geschiedt.
Deze opvatting zal ook in de toekomst blij
ven gelden.
De arbeidsconferentie te Genève.
Gisterenmorgen is de 8ste internationale
arbeidsconferentie te Genève bijeengeko
men. Zij koos mgr. W. H. Nolens tot voor
zitter. Er zijn 37 landen met 129 afgevaar
digden vertegenwoordigd. De conferentie
zal tot 5 Juni duren en zich bezighouden
met het verslag van den directeur van het
internationaal arbeidsbureau en de kwestie
van de emigratie.
Het succes van de Kon. Militaire Kapel
te Le Havre.
De Koninklijke Militaire Kapel van het
regiment grenadiers onder leiding van den
len luitenant-directeur Louis Boer, behaal
de tijdens het „Concours International Mi
litair" te Havre de hoogste onderscheiding.
De minister van oorlog, de heer Lam
booy, heeft gisteren een telegrafischen ge-
lukwensch gezonden naar luitenant Boer te
Le Havre in verband met dit succes.
VL1SS1NGEN, 27 MEI.
De ziekenhuiskwestie.
Heden is het volgend adres aan den ge
meenteraad gezonden
Geven met verschuldigden eerbied te
kennen
Ondergeteekenden, allen inwoners der
Gemeente Vlissingen
dat in de beide Ziekenhuizen hier ter
stede geen gebrek aan verpleegruimte is.
dat naar het oordeel van Regenten van
het Gasthuis de belangen der patiënten als
zoodanig in het tegenwoordige Ziekenhuis
zeer zeker voldoende behartigd worden ge
acht en daarin geen reden tót overbrenging
der patiënten naar een ander ziekenhuis
kan worden gezien
dat in de Memorie van Toelichting op de
gemeente-begrooting voor 1926 Burg. en
Weth. als hunne meening uitspreken dat
het noodzakelijk is de kapitaalsuitgaven tot
het uiterste te beperken
dat zij om deze redenen uwen Raad ver
zoeken in te trekken het in de zitting van
16 April j.l. genomen besluit tot bouw van
een nieuw ziekenhuis en geen nader be
sluit te nemen tot bouw van een nieuw
ziekenhuis.
Ondergeteekenden leggen hierbij over
adhaesie-betuigingen van 5798 ingezetenen
van deze gemeente van 25 jaar en daarbo
ven.
Vlissingen, 27 Mei 1926.
t Welk doende, enz.
(geteekend) J. C. Paap mr. P. M.
W. J. van der Slikke L. J. van Bier-
kom A. Cappon A. E. Dudok van
Heel J. van der Eijk L. J. van der
Harst J. Marijs J. W. A. Mulder C.
D. van Noppen J. SiegersG. C. de
Vries J. P. Vermaas I. Buskop dr.
H. C. A. Detmar A. J. de Koning
A E. J. Lacomblé H. J. M. Laurense
J. J. Wolters A. B. J. Prakken P. J.
N. van Os
Gisterenavond werd in de groote zaai
van het Concertgebouw alhier een open
bare vergadering gehouden, belegd door
het comité van voorstanders van een
nieuw ziekenhuis, welke vergadering zeer
goed was bezocht.
De voorzitter, de heer W. L. Huson,
opende de bijeenkomst en heette de aan
wezigen welkom, in het bijzonder de spre
kers van dezen avond, de heeren dr. J. L.
C. Wortman en ds. W. D. M. Baar. Het
doel van deze vergadering is vóór- en te
genstanders van het nieuwe ziekenhuis
kennis te doen nemen van het plan
Wortman, terwijl daarna de gelegenheid
bestaat tot vragen stellen. Sprekef hoopt
dat, daar zoowel vóór- als tegenstanders
aanwezig zijn, geen vijandschap zal gezet
worden, maar dat de discussie een vrucht
baar en vredelievend verloop zal hebben.
De vergadering stelt zich op een ander
standpunt dan het comité der tegenstan
ders, dat in het geheim alleen voor tegen
standers vergaderde. Dit comité doet het in
het openbaar en spr. hoopt dat de tegen
standers ruim vragen zullen stellen.
Hierna gaf de heer Huson het woord aan
dr. Wortman, geneesheer-directeur van
„Tesselschade" te Amsterdam, die begon
met te zeggen dat hij met groot genoegen
aan de uitnoodiging van het comité heeft
gehoor gegeven om zijn plannen in open
bare vergadering uiteen te zetten. Spreker
voelt veel voor Vlissingen en voor Zeeland,
ook al omdat hij een geboren Zeeuw is.
Doch ook om practische redenen wil hij
gaarne zijn plan ontvouwen, daar hij het
de eenige juiste weg acht om uit de reeds
vele jaren durende moeilijkheden voor
Vlissingen ten opzichte van de ziekenhuis
kwestie te komen. De bouw van een nieuw
ziekenhuis is naar sprekers innige overtui
ging de eenige oplossing.
Spreker trekt een vergelijking. Wij gaan
niet dadelijk constateeren wat een zieken
huis aan geld kost, doch moeten ook met
de historie rekening houden. Zoo heeft ook
het Vlissingsche ziekenhuis een geschiede
nis.
Spreker gaf vervolgens een historisch
overzicht van de ontwikkeling van het zie
kenhuiswezen in den loop der eeuwen.
Vóór de Christelijke jaartelling was het in
dit opzicht treurig gesteld en de opkomst
dateert uit het begin der Christelijke jaar
telling. Het zijn voornamelijk in de eerste
tijden van het Christendom de bisschoppen
geweest die de ziekenverpleging hebben
bevorderd. 300 jaar na Chr. stichtte een
bisschop een heele ziekenhuis-stad en in de
lle%eeuw werd te Rome het Sant Spiritus-
zielcenhuis gesticht, dat buitengewoon goed
en prachtig was ingericht. In de middel
eeuwen heeft het ziekenhuiswezen een ge
weldige uitbreiding genomen. Ook in ons
land werden toen verschillende Heilige
Geest-hospitalen gesticht. Groote offers
hadden in dien tijd de burgers voor de zie
kenverpleging over.
In de 15e en 16e eeuw begon de liefde
er- opofferingezindheid te tanen. Gruwelijke
toestanden heerschten in de 16e en 17e
eeuw in de ziekenhuizen, waarvan spr. ver
schillende staaltjes mededeelde. Dit verval
heeft geduurd tot op dé helft der vorige
eeuw.
Door de ervaring, opgedaan in de oor
logen van dien tijd, begon men te begrijpen
dat deze decadente toestanden niet konden
voortduren. In het bijzonder de Engelsche
ambulances in den Krimoorlog gaven een
duidelijke illustratie van wat goede verple
ging en verzorging vermocht. Spr. herin
nert aan een vrouw als miss Nightingale,
die haar geheele leven aan de verpleging
van gewonden en zieken heeft gewijd.
Op deze ervaring volgde een ontwikke
ling van de wetenschap. De groote schei
kundige Pasteur te Parijs luidde een nieuwe
episode in door de ontdekking van de bac
teriologie. Oude theorieën werden omver
geworpen en de nieuwe geneeskunde brak
baan. De ontdekking der bacterie-bacil
bracht aan het licht, dat deze kleine we
zens het best tieren waar geen licht en
lucht aanwezig is. Dr. Lister in Engeland
gaf een nieuwe richting aan de chirurgie
waardoor het middel gevonden werd dat bij
operaties de bacteriën op een afstand hield.
Na dien tijd volgde de eene ontdekking op
de andere. Spreker wees o.a. op de ontdek
king door den Duitschen geleerde, dr.
Röntgen, de zgn. Röntgen-stralen, die van
ontzaglijken invloed geweest zijn op de
behandeling der zieken.
Met deze uiteenzetting beoogde spreker
te doen uitkomen hoe wij in dezen tijd heel
andere behoeften hebben dan 50 jaar ge
leden. Dus ook voor de ziekenhuizen be
staan andere eischen.
Spreker gaf vervolgens een breedvoerige
toelichting hoe of een modern ziekenhuis
ingericht moet zijn wil het aan de tegen
woordige $ischen voldoen. Uit zijn modern
ingericht ziekenhuis te Amsterdam gaf dr.
Wortman verschillende voorbeelden, bijv.
het onderzoek van t.b.c.-verschijnselen,
hartziekten, maagziekten, leverziekten, nier
ziekten enz. Waaneer men, zooals in het
ziekenhuis alhier, niet beschikt over de mo
dernste hulpmiddelen, blijft alle onderzoek
steeds gebrekkig en onvolledig.
Met deze voorbeelden toonde spr. aan,
van hoeveel belang het is dat men over een
goed ingericht modern ziekenhuis beschikt
om al, deze ziekte-verschijnselen nauwkeu
rig te kunnen onderzoeken.
In de grootere steden in binnen- en bui
tenland is men daar dan ook ten yolle van
overtuigd en zijn in den laatsten tijd zie
kenhuizen als paleizen gebouwd.
Spreker gaf een overzicht van de ontwik
keling van het ziekenhuiswezen in Roches
ter in den staat Minnesota in de Ver. Sta
ten, welk plaatsje in 1870 5000 zielen telde
en waar een ziekenhuis gesticht werd door
zekeren Meo, welke taak later door zijn
beide zoons werd overgenomen en voort
gezet. Nu is deze plaats een ziekenhuis-
stad geworden, waar o.a. 261 specialisten
wonen, met honderden verpleegsters en
waar jaarlijks 60.000 zieken uit alle oorden
dei wereld verpleegd worden en tiendui
zenden operaties worden verricht.
Dr. Wortman zette vervolgens uiteen wat
de eerste eischen zijn voor een modern zie
kenhuis hygiënische inrichting, goede en
bekwame specialistenzorg, lichte en luchti
ge zalen, rustige omgeving en voortdurende
onafgebroken verzorging.
De eischen zijn vele, doch ook voor Vlis
singen is dit ideaal niet onbereikbaar. Aan
de mogelijkheid om voor plaatsen van 20
a 30.000 inwoners moderne ziekenhuizen te
geven is nauwgezette studie gewijd en de
oplossing is gevonden.
Aan de hand van een plattegrond toonde
dr. Wortman aan hoe hij de inrichting van
het nieuwe ziekenhuis had gedacht, van
welks projecteering wij reeds een volledige
beschrijving hebben gegeven in ons num
mer van Zaterdag jl.
Het ziekenhuis voldoet dan aan de meest
moderne en hygiënische eischen van den
tegenwoordigen tijd, zonder te groote fi-
nancieele offers te vragen.
Spreker vraagt de aanwezigen dit plan
nu eens te vergelijken met het tegenwoor
dige ziekenhuis in de Hellebardierstraat.
Dan is een vergelijking eenvoudig onmo
gelijk.
Spreker zegt dat het niet alleen een
vraagstuk voor Vlissingen is, doch ook te
Middelburg zou verbetering noodig zijn.
Ook te Zaandam en Alkmaar zijn plannen
in voorbereiding of uitvoering om de zie
kenhuizen te verbeteren.
De slechte ziekenhuistoestanden zouden
volgens spreker al lang tot het verleden
behooren, indien wij maar een behoorlijke
ziekte-verzekering hadden. In 1905 is zulk
een ontwerp onder Kuyper al aanhangig
gemaakt en spreker hoopt dat indiening nu
niet al te lang meer zal duren, daar minis-
tei Slotemaker de Bruine zich in dien geest
heeft uitgesproken. Bij invoering van een
ziekteverzekeringswet zouden de zieken
huizen enorm verlicht worden.
In vele gemeenten heeft men echter de
hand reeds aan den ploeg geslagen en een
nieuw ziekenhuis gebouwd.
Spreker acht dit ook voor Vlissingen
geen bezwaar. Nauwkeurige berekeningen
toonen aan dat het eerste jaar de exploita
tiekosten slechts 19.000 meer zullen be
dragen dan in het verouderde gasthuis. Het
BCOHBDMBBESBBHOBBBmiBB
staat voor spreker vast, dat de kosten jaar
op jaar minder zullen worden. In een mo
dern ingericht ziekenhuis zullen steeds
meer zieken zich komen aanmelden, waar
door dus de inkomsten ook ruimer vloeien.
Spreker vraagt toch het gezond verstand
te gebruiken. Als niets wordt verricht dan
nuttige arbeid, en alles zoo eenvoudig doch
goed mogelijk wordt ingericht, met vermij
ding van alles wat naar weelde zweemt,
dan is explotatie mogelijk en zal het nieuwe
ziekenhuis een weldaad zijn voor de gehee
le Vlissingsche bevolking.
Sprekers plan is berekend op 108 bedden
en wanneer het tot stand komt zal Vlissin
gen het beste ziekenhuis bezitten van ge
heel Zeeland, ja naar gelang van de grootte
wel niet het mooiste, maar zeker het beste
van het geheele land.
Wanneer de daaraan verbonden specialis
ten goed hun best doen, dan zal het vor
men een kern van wetenschap.
Ongetwijfeld is hiertoe eenige moed noo
dig, maar spreker eindigde zijn rede met
de hoop uit te spreken dat bij de Vlissing
sche bevolking nog iets van den moed
aanwezig zal zijn die eens een De Ruyter
bezielde tot het doen van groote daden,
wiens standbeeld ons nog dagelijks hier
aan herinnert. (Applaus).
Hierna gaf de voorzitter gelegenheid tot
het doen van vragen.
De heer C. Ouwehand merkte op, dat
wanneer twijfel wordt uitgesproken over
de cijfers van dr. Wortman, het voorname
lijk gaat over het salaris van 5000 van
den geneesheer-directeur. Voor zulk een
bedrag zou geen directeur te krijgen zijn.
Vervolgens zeggen de tegenstanders dat
het gasthuis nog niet zoo slecht is, en dat
met een beetje opknappen het best voor
ziekenhuis kan blijven gebruikt worden.
De heer C. L. de Jonge vroeg de mee-
r.ing van dr. Wortman over centralisatie
en concentratie van ziekenhuisverpleging in
den geest van de brochureBerger.
De heer Wortman, de vragen beantwoor
dende, betreurde het dat niet meer vragen
gesteld zijn, vooral van tegenstanders.
Wat betreft het salaris van 5000 voor
een geneesheer-directeur merkt spr. op dat
dit cijfer maar niet klakkeloos is neergezet.
Er zijn tal van ziekenhuizen van gelijke
grootte die 5000 salaris geven. Dit bedrag
is volkomen billijk. De geneesheer-directeu
ren krijgen na verloop van tijd extra-inkom
sten, zooals spreker op tal van andere
plaatsen heeft gezien. Spreker kan een heel
lijstje van heel bekwame geneeskundigen
geven, die bereid zijn voor dit salaris naar
Vlissingen te komen.
Verder is spreker van meening dat het
gasthuis absoluut niet voor ziekeninrichting
geschikt is in geen enkel opzicht. Zalen
op het Noorden, geen licht en lucht, een
primitieve operatie-kamer met vervoer van
operatie-patiënten door de open lucht enz.
Bij het uitbreken van epidemiën zouden de
gevolgen verschrikkelijk kunnen zijn en
daarom mag men de verantwoordelijkheid
voor dezen toestand niet langer dragen.
De berekening voor het nieuwe plan zijn
door spreker met den meesten ernst ge
maakt. Spr. dringt nogmaals op nieuwbouw
aan eer het te laat is.
Wat de vraag den heer De Jonge be
treft zegt spr. dat het wel een aardig idee
is om voor Walcheren één groot ziekenhuis
te stichten, doch hij acht het niet mogelijk
op verschillende practische gronden, waar
bij hij nog niet denkt aan chauvinisme. El
ke oplossing zou geen bevrediging schen-
•ken ten opzichte van beheer, specialisten
hulp enz. Spr. meent dat Vlissingen en Mid
delburg in dit opzicht niet als proefkonijn
mogen dienen.
Hierop vroeg de heer Berger het woord
omdat zijn centralisatie-gedachte is aange
vallen door dr. Wortman. Spr. toont daar
op met citaten van dr. Wortman aan dat
in Terneuzen een gecentraliseerd zieken
huis wenschte, zoo ook voor geheel Noord-
Holland boven het IJ, met Alkmaar als
centrum. Spreker noemt centralisatie voor
Walcheren ten zeerste gewenscht en be
treurt het dat tusschen Vlissingen en Mid
delburg geen overleg is gepleegd. Centra
lisatie acht spreker een groot maatschappe
lijk belang, niet het minst voor de arbei
dende klasse.
De heer Wortman antwoordde den heer
Berger dat het heel gevaarlijk is citaten
aan te halen. Het spreekt van zelf dat hij
vcor Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen Ter
Neuzen moest aanbevelen omdat dit de
eenigste stad is, al ligt deze niet in het
centrum. Had spreker een andere plaats,
bijv. Hulst of Axel aangewezen dan had hij
een groote fout begaan. Uit practische
overwegingen moest Terneuzen aangewe
zen worden.
Wat Noord-Holland betreft golden de
zelfde overwegingen. In verschillende ste
den zijn daar verouderde ziekenhuizen en
spreker heeft geadviseerd zich met het
platteland te verstaan en kringen te vormen
om te komen tot goede ziekenhuisverple
ging.
Wat Walcheren betreft acht spreker cen
tralisatie onmogelijk. Ziekenhuis-exploitatie
is nog heel iets anders dan centralisatie van
water- en electriciteitsvoorziening. Spreker
vraagt naar een voorbeeld waar zulk een
centralisatie van ziekenhuisverpleging is
deze bestaat nergens.
Hierna verkreeg het woord ds. W. D. M.
Baar, die eveneens met groot genoegen
voor de vergadering optrad. Vlissingen
heeft dezelfde kwestie als Alkmaar, waar
ook een ziekenhuisvraagstuk bestaat. Hij
zal ni§t treden in technische bijzonderhe
den, daar hij daar niet zoo in thuis is als