D Kkschool ZATERDAG 8 MEI PLOUVIER HEEFT DE SCHOENEN 64e Jaargang ■1926 oonsteiling Nijverheid !aar en ireker. CTIESen DAHSEN 3ii Dansvloer. cachtige aeep fërste Blad Brieven uit de Hofstad FEUILLETON UIT DEN TIJD VAN RUWE RIDDERLIJKHEID. Beursbeschouwingen .20 Lezing. 7.50 azzband en zang- omroepstations. urs verwonderen angst van korte- lal gepaard gaat iet luisteren naar et waarneembaar briek „radio-pro- -erken de /en, die .JVo.108' omroep- tusschen zijn. In dit golf- het scheepvaart waarop bijna alle 600 meter, ter- lere, ook nog die beschikking heb- als ik naar Bern 479 meter zendt, lervinden van een 50 of 600 meter het geval zijn, itellen uiterst se- de scheepszender 00 meter werkte, ter nog wel het was om een orit- die zóó gevoelig werkende op 480 er men op Bern zou dat station ezelfde golflengte ;n. mige kuststations pparaten en zen- 50 of 600 meter. geheelen band een scheepszen- )nze kust op 450 zijn signalen ook iderde intensiteit, nger op b.v. 470 gnalen van zoo'n storend werken, erblijft, wanneer correspondentie istig van schepen er weg zijn. Men jn van morsetee- er kan heel wat itzeven, doch om itrage" te veran- »er aandacht aan e scheepszenders legraphie heeft in verricht door het dat van een er voorzien was, pzender. In dezen tal Z 5 zendlam- gebruikt. Dank uilen de vele sto- dit station ver erleden gaan be- ers en onder- Middelburg. n nieuwe leer- |uni a.s., onder -akte (de leer- kiasse moeten jaar zijn, maar ig van 2 genees- adspirant geen igebreken heeft, ongeschikt ma- nbt van onder- apport van het de toelating des 24 uur. ur der Rijks- eekschool lUIDERVELD. ELBURG. 5MIDDAG voor kinderen. -liefhebbers humoristische elftallen. D. zeep heeft een nltrt fralTkH&ll eze zeep, tegelijk ).BD. oplossing» aan lijders van I, zeere plekken» If eenige andere 'l.. D.D.D. optostM ij alle apoth. en drOO VLISSINGSCHE COURANT Dit nummer bestaat uit 2 bladen Belastingver hooging. De Tram. Eindelijk is dan toch het voorstel van het dagelijksch bestuur van onze gemeente verschenen in zake de exploitatie van de electrische tram. Op 1 Januari 1927 loopt je huidige concessie van de tram maat schappij af en het is dus meer dan tijd dat een beslissing genomen wordt over de wijze waarop in de toekomst dit belang rijke verkeersinstituut geregeld zal wor den. Wij hebben het nooit onder ons ge houden dat wij de huidige exploitatie on voldoende vinden. De groote grief die wij altijd tegen deze maatschappij hebben ge had is dat zij het air aannemend van ver vuld te zijn met zorg voor het publiek be lang. dit op de meest ergerlijke wijze ver waarloosde. Er was altijd onvoldoende materieel in dienst de tusschenpauze tus schen twee trams was veel te groot en het publiek staat altijd te lang te wachten. Komt er een tram dan is het er één met een enormen aanhai%wagen, waarin het publiek wordt opgepropt. Op die wijze wordt personeel uitgespaard en wordt het materiaal uitgebuit. Ware het nu dat alleen op deze wijze een behoorlijke loonende exploitatie mogelijk was. dan zouden wij ons bij het onvermijdelijke hebben neerge legd, maar de exorbitante winst die de maatschappij maakte en die door allerlei handigheidjes gecamoufleerd werd, deed zien, dat het wel anders kon. Het gemeentebestuur was vrijwel mach teloos de concessie stelde alleen mini- mum-eischen en daaraan voldeed de.tram natuurlijk wel, maar die waren ook veel te laag. Nu is dan eindelijk het oogenblik geko men dat de gemeente eens de macht in handen krijgt, doch al dadelijk blijkt dat ze die niet benut om verbetering in den toe stand aan te brengen. Een financieele transactie wordt het, maar van verscherpte bepalingen om voortaan het publiek beter te dienen vinden wij niets. De gemeente krijgt wel de meerderheid der aandeelen en lijkt dus de macht te krijgen, maar dat is schijn. Het gansche voorstel dat Burg. en Weth. indienden berust op de gedachte dat nu het belang der gemeente al aardig wordt be hartigd, maar dat het belang der gemeente- naren uit het oog is verloren. Vaak, vlug en voordeelig, dat zijn de eischen die het publiek aan de tram stelt. Aan geen van deze drie eischen voldeed ooit de tram en in het nieuwe contract is niets opgenomen, dat eenigermate de hoop kan doen verrijzen, dat het beter zal wor den. Voor goed worden alle autobussen onmogelijk gemaakt en wordt dus de zoo zeer gezond gebleken concurrentie den nek omgedraaid. Het tot nu toe gevolgde beleid, dat er op uit was om de tram te gerieven, nl. door een guerilla-oorlog tegen de bus sen te houden, wreekt zich. Had men juist de bussen vrijheid gelaten en had de tram- maatschappij eens duchtig aan den lijve gevoeld dat zij niet onmisbaar was, dat andere vervoermiddelen bestaanbaar wa ren, dan zou zij heel wat soepeler geweest zijn in haar onderhandelingen. In plaats daarvan heeft het gemeentebestuur een paar jaar niets anders gedaan dan spelen in de kaart van de trammaatschappij. Misschien gaat het voorstel niet onge wijzigd bij den raad door alhoewel wij in deze onze verwachtingen niet hoog span nen. Er is in elk geval reeds een minder heid in het college van Burg. en Weth. dat niet accoord gaat met dit voorstel en dus zal het er niet zoo gladjes doorgaan. Als dit voorstel, zóó als het er ligt, wordt aangenomen, haalt Den Haag zich een strop 2) naar het Engelsch van L. M. RAE. „Ik ken hier niemand", antwoordde zij. „Mijn nicht heeft mij vergeten, denk ik". „Maar ik heb u dan niet vergeten, naar o zietWilt u mij het genoegen doen mij een dans te gunnen Zoo kwam het dat mistress Braxley haar 2'jn gezelschap dus opgedrongen zag en dat zij met afkeer van hem gevlucht was. Zelfs nu voelde zij zich nog niet op haar pmak, althans wel heel verlaten. Een en kelen keer Kwam één van de jonge dames wel eens binnen, om wat aan haar toilet in °fde te maken en dan keken ze verbaasd maar zij verlangden in den regel te veel naar de balzaal om lang stil te staan bij «ie verlatenheid totdat de dames einde- "Jk binnenstroomden om haar mantels en s«awls, en met haar kwam ook lady Angus, •»Hé, kind Jij daar Ik heb overal naar je uitgekeken. Ik dacht, dat je er den een of anderen ridder vandoor Jfas gegaan Maar wat scheelt er aan neb je je niet geamuseerd »U, nicht Jane Waarom liet u mij zoo w kende hier niemand En ik had el willen weggaan, maar ik kon u niel 'nden. Ik had geen zin in het dansen. O, as ik toch maar nooit gekomen Gilmou 'k Zien ^ansen met mr- he"^i°r» sPreek niet van hem ïk haat ,.ni O, nicht Jane, ik ben zoo bang voor d,en man „Arm kind! Waarom?... Wat heeft hij a" gezegd "ij wilde mij trouwen om den hals waar het in geen veertig jaar afkomt. De ervaring der laatste jaren met de enorme ontwikkeling van het auto wezen dient tot groote omzichtigheid te manen. Het verkeersprobleem is in een gansch nieuwe fase gekomen en het is met het oog daarop zeer zeker ongewenscht dat voor het gansche verkeer in Den Haag de ontwikkeling van de verkeersmiddelen wordt vastgelegd. Voor de ontwikkeling van onze stad is het vooral noodig dat het verkeersmiddel dat de uiterste punten der stad met het centrum verbindt, meehelpt om de uitbrei ding mogelijk te maken. Altijd is de aanleg van een tramverbïnding achteraan geko men, nl. als een nieuw gedeelte reeds zeer ver gevorderd was, begon men er pas over te denken de tram eens een eindje te ver leggen. Alles wat tot zoolang verdiend werd, was al weer een extra winst. Ook wordt weer niet gewaagd van het goedkooper worden van abonnementen.,Juist dit punt van belang had in deze regeling betrokken moeten zijn. De tarieven die nu gelden zijn veel te hoog en slechts voor hen voordeelig die verplicht zijn heel vaak te trammen. Maakte men ze lager dan trekt men het publiek naar de tram. Omtrent dienstregeling, gebruik van aanhangwagens vinden wij niets vermeld. Dat behoort na tuurlijk weer alles tot den internen dienst. Wij zijn altijd sceptisch geweest tegen over hetgeen zou gebeuren als de conces sie afliep, maar onze verwachting is nog teleurgesteld. Nog slechts eenige weken geleden we zen wij er naar aanleiding van het enorme bedrag dat het Residentie-orkest aan jaar- lijksche subsidie ontvangt niet minder dan 84 mille hoe dringend noodzakelijk het was toch eens zuiniger te zijn en aan particulieren allerlei dingen over te laten, zoodat zij die zich daar bizonder toe aan getrokken gevoelen, hun beurs kunnen openstellen voor het door hen bejubelde doel. Het is dus wel te begrijpen dat de mededeeling van belastingverhooging in onze gemeente wel een zeer onaangenamen indruk op ons heeft gemaakt. Terwijl alles op alles gesteld moest worden om ieder jaar een verlichting van de belastingen te brengen, wat zeer wel mogelijk was, in dien geleidelijk al dergelijke ongewenschte uitgaven werden verminderd, wordt nu het vermenigvuldigingscijfer voor de inkom stenbelasting van 1.2 op 1.3 gebracht, een belastingverhooging van ongeveer 8 Bovendien wordt de zakelijke bedrijfsbe lasting, die tijdelijk was afgeschaft, weer ingevoerd. Dat is ook zoo'n prachtproduct-belasting, die zakelijke bedrijfsbelasting het is er zoo eentje die een waardig pendant is van de vermakelijkheidsbelasting. Het belasting- object geeft niet de minste zekerheid dat het een bewijs is voor den goeden gang van zaken, dat het bedrijf winst oplevert. De meest afgrijselijke willekeur heerscht daarbij en het is dan ook niet te verwonde ren geweest, daf men deze belasting de eerste vond, die moest verdwijnen. Afgezien van deze omstandigheid is het feit op zichzelf dat men den moed heeft met een belastingverhooging te komen, al zeer kenschetsend voor het wanbeheer bij ons gemeentebestuur. Aan alle zijden roept met om verlichting van den druk, aan alle zijden wijst men op den belemmerenden invloed van den ongehoord hoogen belas tingdruk op de burgerij en met een dood leuk gezicht komt men met de mededee ling dat er weer een schepje op moet. Voor het aanzien van onze stad, die vóór alles zich heeft in te spannen om vreemdelingen die kapitaalkrachtig zijn hier heen te trek ken, is een dergelijke daad natuurlijk funest. We willen er verder niet over uit wei den er schijnt nu eenmaal niets aan te doen te zijn het publiek slikt alles, zegt men in de coiïranten-wereld wel eens. Het schijnt dat men in de bureaucratische kabi netten er ook zoo over denkt. Misschien echter komt er nog eens een tijd dat het publiek blijkt zóóveel geslikt te hebben, dat het maar liever Den Haag verlaat, want zelfs de frissche zeelucht is op den duur niet in staat den gezondheidstoestand van den tot slikken gedoemde weer te herstellen. EIBER. De staking in Engeland en hare gevolgen. De Berlijnsche beurs en de geldrui/nte in Duitschland. De daling van de Franc. Vaste koersen voor Rubberaandeelen. Ook Tabaksaandeelen beter. De geldmarkt in verband met de maand- wisseling iets vaster. Het spreekt wel vanzelf dat alle effecten beurzen der vorige week onder den invloed hebben gestaan van de op 1 Mei uitgebro ken staking in de Engelsche kolenmijnen, welke sindsdien tot een algemeene staking is uitgebreid .en heel het economisch leven in het Vereenigd Koninkrijk dreigt te ont wrichten. Er w.as sprake van dat de Bank van Engeland de discc-ntoverlaging in New York zou navolgen, wijl men een veisphil van 7\/2 wel'wat groot acht, maar voor eerst zal er nu wel niets van komen. Want wel is de geldmarkt waarschijnlijk iets krapper, de laatste dagen weer ruimer ge worden, nu de handel tot inkrimping wordt gedwongen en daardoor op de kapitaal markt in geringere mate een beroep wordt gedaan, een verlaging van het disconto z°u onder de huidige omstandigheden niet ge- wenscht zijn, waar de Pondenkoers reeds den druk van buitenlandsche realisaties heeft te weerstaan. Te New-York is de no teering van 4.86.50 tot 4.85.56 teruggegaan, ten onzent daalde het Pond van 12.10 tot 12.08 en een verdere daling is lang niet uit gesloten. Dit zal vermoedelijk voor een groot deel afhangen van de vraag of de staking tot een economischen strijd zal kunnen worden beperkt, dan wel of zij in een politieke, revolutionaire beweging zal ontaarden, in welk geval het kapitaal zich zooveel mogelijk van de Londensche markt zal terugtrekken. Kapitaal en revolutie zijn water en vuur waar het één is kan het an der niet zijn en dat dusver het Pondsterling op de buitenlandsche beurzen geen groote- re verliezen heeft geleden, mag dan. ook wel als een aanwijzing worden beschouwd, dat men de crisis in de wereld van den arbeid in Engeland nog niet als de inleiding op bolsjewistische overheersching beziet, hoe wel de algemeene staking daaraan onge twijfeld bevorderlijk kan zijn. Natuurlijk zal ook zonder politieke gevolgen, de alge meene staking de financieele positie van Engeland beïnvloeden vlugge rekenaars becijferen reeds een verhes op het nationaal vermogen van 1 milliard per week en ook al mankeeren hieraan enkele ponden, in de milliarden loopt het nadeel der Engelsche bevolking voorzeker en als steeds zullen de mijnwerkers zelve, voorts alle handarbei ders in de eerste plaats in de kosten van dit conflict moeten bijdragen. Waar de ko lenmijnen zonder regeeringssubsidie verlies opleverden, is er voor de werkgevers en voor de regeering tezamen tot op zekere hoogte een voordeel in de staking, hetwelk natuurlijk niet opweegt tegen het nadeel dat indirect geleden wordt. In 1921, toen de staking eenige maanden duurde, heeft de Engelsche handel ten sterkste geleden door een beduidenden teruggang in den ex port en ook nu zal eenzelfde verschijnsel zichtbaar worden, dat temeer te betreuren is, omdat er juist de laatste maanden een langzaam herstel van den Engelschen bui- tenlandschen handel viel op te merken. De milliarden zullen op de één of andere ma nier door de gemeenschap moeten worden betaald en zij die niet rechtstreeks de na- deelen ondervinden, zullen in den vorm van hoogere belastingen aan de staking worden herinnerd bij een ietwat langen duur der staking zal het juist ingediende Doe er wat Kloosterbalsem op is het gewone gezegde, als men zich heeft gesneden, gestooteu, gebrand, geklemd of geschramd. Dat verzacht, zuivert en geneest zonder litteekens. Ov:ral per groote pot van 20 gram 5J cent. budget van minister Churchill wel moeten worden herzien. De meeste buitenlandsche beurzen re ageerden de eerste dagen op de Engelsche staking met flauwere koersen dat is ook niet meer dan collegiaal, zou men kunnen zeggen, alleen de Berlijnsche beurs kwam er openlijk voor uit dat er uit de kolensta- king voor Duitschland allicht wel een winstje was te halen. Reeds vóór de sta king kwamen de aanvankelijk voor Enge land bestemde steenkolenorders in Duitsch land terecht, de prijzen liepen iets op en de aanbiedingen van het Rheinisch West- falische Kolensyndicaat werden grif opge nomen. Aandeelen van Kolenmijnen jn Duitschland liepen daarom ter beurze van Berlijn op, trouwens de geheele fondsen- markt is daar doorgaans vast in verband met het nog altijd betrekkelijk ruime geld, de verlaging der beursbelasting en de gun stige beschouwingen van leidende perso nen over den economischen toestand. De aanvraag om geld in Amerika heeft eerst opgehouden men wil niet meer de hooge percentages betalen en als er niet flink wa* aan te verdienen is, laat de Yankee de ver strekking van kapitaal aan anderen óver Hier is men nog wat meer bescheiden in zijn rendementseischen, zoodat ten onzent nog Duitsche leeningen worden geplaatst. Uit een overzicht in één der Duitsche bla den blijkt dat wij in het tijdvak 1 Januari 1925 tot 31 Maart 1926 aan Duitschland voor een bedrag van Mk. 222 milüoen heb ben geleend, behalve nog Mk. 25 millioen aan kerkelijke instellingen Engeland leende in 't zelfde tijdvak slechts Mk. 183 millioen en wij hebben onzen ouden naam als„stein- reiche Hollander" dus wel weer eer aange daan. Amerika leende volgens bedoeld blad Mk. 1823 millioen. Het is duidelijk dat hier en daar in het buitenland wel zal worden geprofiteerd var. de Engelsche staking, maar dat in het alge meen de verliezen grooter zullen zijn. Zoo zal het kolenvervoer over de Rotterdamsche haven ongetwijfeld een uitbreiding onder gaan, overigens is er thans reeds in ver schillende van Rotterdam uitgaande dien sten stagnatie ontstaan en is de export van zuivelproducten etc. van ons land naar En geland grootendeels gestaakt. Op de prijzen van het vee in ons land, welke toch reeds laag zijn, heeft dat opnieuw een drukken- den invloed. De Hollandsche Stoomboot heeft reeds een groot deel van haar perso neel moeten ontslaan en allengs zullen de gevolgen van de Englsche kolenstaking in breederen kring, ook hier te lande worden gevoeld. Hoewel er voor de Amsterdamsche beurs geen reden was scherp op die staking te reageeren, heeft zij er toch toe bijgedragen dat de handel verder is ingekrompen. De daling van het Pondsterling ging gepaard met een veel sterkere daling van den Fran- schen en Belgischen franc, welker stabili seering met den dag minder waarschijnlijk wordt. De lange vertoogen van Fransche en Belgische ministers baten niet in het minst, zoolang krachtige daden tot beteu geling der te groote uitgaven uitblijven. Ook deze depreciatie is voor ons land weer een groot verlies, niet slechts rechtstreeks voor de houders van in francs luidende effecten, maar ook voor tal van industrieën, welke hun export wegens de verminderde koopkracht zien verminderen. AI deze fac toren waren deze week op de fondsenmarkt van invloed en stonden aan een opleving van den beurshandel in den weg. Over de verschillende locale afdeelingen „Je trouwen..." lachte lady Angus. „Ha ha ha Jij lady Girth Maar, kind, wees toch zoo dwaas niet 1 Dat heeft hij natuurlijk in scherts gezegd. Je bent im mers verloofd met Egmond „Ja", antwoordde Elizabeth. „Ik wou, dat hij hier was Ik ben zoo vreeselijk bang van dien mr. Gilniour 1" „Maar Bettv, hij was de knapste man op het bal en de meest-wilde in heel Schot land, naar het zeggen gaat. Ze noemen hem den Arend van Girth 1 Je moest er trotsch op zijn dat hij eenige notitie van je nam. Maar je hoeft er niet bang voor te wezen. Hij zal nooit weer naar je kijken. Kom, stap maar gauw in HOOFDSTUK II. „Goede hemel, wat een vreeselijke avond merkte de vrouw van den tolbaas op, terwijl een woeste windvlaag het vuur deed knappen. Zal het dak het uithouden, Jack „Ja, dat kan maar 't kan ook wel van nietWant het is, met recht, noodweer „Luister toch eens riep zij weer, toen een huilende wind door den schoorsteen vloog en de hagelsteenen tegen de ruiten deed kletteren. „Ja dat is geweldig 1 Op zulk een nacht nu was het, dat de Laird van Girth met zijn koets over de rotsen^sloeg te Tarn- dale. Het was de grootvader van dezen lord maar wild dat hij was Ik was nog maar een jongen toen het gebeurde, maar ik weet het nog zoo goed „Hoor eens en de vrouw stak luis terend den vinger op. „Ik hoor een paard op den weg „Ja... zco waar, Jean Je hebt gelijk Even later werd er een luid kloppen op de deur vernomen zeker met de steel van een rijzweep en er klonk een stem van uit de duisternis, die om Mac Bayne riep. De tolbaas deed de knip van de deur. Die vloog open met een ruk en de wind warrelde de asch in den haard omhoerg. „Houd het paard vast, terwijl ik afstijg beval de ruiter. „Goede hemel 't Is Girth zelve 't Is mr. Gilmour, Jack „Ja, ik ben het, mistress Dat dacht u niet, hé Hier, houd de teugels vast, Jack Je bent wat stijf in je bewegingen als je zoo vijf uur lang in het zadel hebt gezeten in dergelijk weer. Daar 1 Neem de merrie mee naar de schuur en wrijf haar goed af." De Laird trad de woning binnen met een grooten bundel in de armen, dien hij op den steenen vloer vóór het vuur neerlegde. „Nu, ze is toch zwaarder dan ik had durven denken zei hij, de armen eens uitstrekkend, om zich te oefenen. Mistress Bayne deed de zwarte jas af van het bundeltje, zoodat er een heele plas water droop op den vloer, maar hier lette zij niet op. Tot haar niet geringe verras sing toch bevatte het de levenlooze ge stalte van een vrouw. „De hemel helpe ons, master Gilmour Is dit een lijk...Durft u een lijk brengen in mijn huis Och wat een allerliefste jonge dame Wat heeft u voor kwaad bedreven tegenover haar vroeg de vrouw van den tolbaas streng, terwijl de Laird zich ont deed van zijn doorweekte jas en van zijn zwarte pruik, die ook doorweekt was van den regen. „Stil stil vrouwtje Het is geen lijk Dat zie je toch wel Ze is maar bezwijmd. Geef mij wat whiskey Hij goot nu wat tusschen de blauwe lip pen van het bezwijmde meisje en mrs. Mc Bayne wreef haar de handen en keek vol deernis naar het gezichtje, blauw van de koude. „Arm schaap Wat hebben ze je ge daan mompelde zij. „Kijk, ze komt al bij sprak de Laird. „Nu zal ik haar verder aan uw zorgen over laten, mrs. Bayne. Breng haar naar bed en geeb haar iets heel wanps te drinken. Ik zal Jack eens even gaan helpen met het paard." „Wacht even, master Gilmour sprak mistress Jean. „Vertelt u mij eerst eens even, wie de jonge dame is waar zij van daan komt en wat u van plan is met haar te doen „Wat heb jij daar mee noodig, vrouw „Neen, dat weet ik ook wel. Het gaat mij niet aan En voor ons soort menschen is het niet passend, om zich te bemoeien met de zaken van den adel. Maar ik ben een fatsoenlijke vrouw en daarom zou ik wel eens willen weten, wat u met een der gelijke jonge dame heeft uitgevoerd op een avond als deze „Je bent een nieuwsgierige kat", klonk het van den Laird. Maar even onverdroten vroeg mrs. Bay ne „Is zij uw vrouw „Neen maar dit zal zij binnenkort we zen En ik zal doen, wat ik verkies, zie je Ik heb het meisje in het geheel geen leed gedaan. Niemand zal kunnen zeggen, dat een Gilmour van Girth een vrouw kwaad deed Daarmee verliet hij het vertrek en sloeg de deur achter zich dicht. Door dit leven ontwaakte het jonge meisje uit haar bewustzijn. Zij sloeg de oogen op en vroeg verschrikt „Waar ben ik?... Waar ben ik hier?" „Je bent hier veilig, arm schaap... suste Jean. „Ik heb zeker gedroomd prevelde het meisje, nog doezelig. „Maar een verschrik kelijke droom dan Toen wendde zij zich weer om en sloot opnieuw de oogen. Mistress Mac Bayne trok haar het natte goed uit, leende haar zoo lang het een en ander en legde haar toen in de bedstede. valt ditmaal weinig te zeggen. De rubber- prijs kan blijkbaar op ongeveer 2 shilling per pond worden gehandhaafd, nu de En gelsche planters den export met 20 zul len moeten verminderen, wanneer de ge middelde prijs in het kwartaal 1 Mei31 Juli 1926 beneden 1 sh. 9 d. daalt. Voor in verband met berichten over e£n gunsti ger weersgesteldheid op Sumatra, waar de droogte aan den te velde staanden oogst schade deed vooral aandeelen Senembah hebben daaronder geleden, maar konden deze week een flink redres boeken. De vijfde veiling gaf wel bevredigende prijzen te zien, maar deed voor de meeste onder nemingen het gemiddelde dalen. Intusschen heeft de Deli Batavia een partij vóórver- kocht tegen goeden prijs, tengevolge waar van de aandeelen een avans behaalden. Ofschoon uif Amerika vaste olieprijzen gemeld worden, blijven toch Oliewaarden op één hoogte, terwijl de iets hoogere koer sen voor Scheepvaartwaarden, in verband met de neiging der vrachten om te stijgen, van tijdelijken aard waren. Suikeraandee- len boetten iets van hun vastere stemming in door lagere Cubanoteeringen de Visp maakt vrij goede prijzen, er valt echter mee te rekenen dat de oogst ditmaal beduidend kleiner zal uitvallen, hetgeen uiteraard ook op den kostprijs per picol van invloed is. Van Jndustrieelen waren de Kunstzijde- aandeelen meerendeels wat vaster in ver band met gunstige bedrijfsberichten. De Beleggingsmarkt had een prijshou dend verloop, de Geldkoersen trokken aan vankelijk iets aan met het oog op de maandwisseling, welke ook in den week staat der Nederlandsche Bank tot uiting kwam de bankbiljettencirculatie is van 26 April tot 3 Mei met 60 millioen gestegen, de beleeningen en disconteeringen zijn met 40 millioen toegenomen, terwijl voorts het gouddepot der bank in het buitenland van 48 millioen tot 64 millioen steeg. Geld op prolongatie 3 Herinneringen van een ,Vlissingschen Schutter" door E. J. MICHIELSEN. Stel u voor, waarde lezeres en lezer, een schoollokaal door groote petroleumlampen verlicht (de P.E.Z.M. bestond nog niet) en op de banken een vijftigtal leerlingen, waarvan de meesten reeds drie kruisjes achter den rug hebben. Het heeft hun in den Iaatsten tijd bepaald ontbroken aan de middelen om het uiterlijk te verzorgen, ruige baarden of knevels sieren mond en kin. Hier en daar wijst een stroopijltje op kapotjas of tuniek in de richting' van het harde nachtleger en de kapper zou aardig wat te plukken hebben aan de weelderige haarbossen om ze volgens de regels der kunst „en brosse" of anderszins te bewer ken. Vroolijk gestemd zien ze er niet uit, de meesten lieten vrouw en kind in bange vreeze achter en allen beseffen den ernst der tijdenhet kanon dondert zonder ophouden dag en nacht Het zijn onze Nederlandsche jongens van 1914, die hier trouw de wacht aan de grens houden om de neutraliteit van het Vaderland te doen eerbiedigen en na afloop van den drukken dienst de weinige uren, die hun resten, be steden ten tinde zich meer te ontwikkelen. De milicien-onderwijzer met hoofd- en drie taalacten staat voor de klas, gegradueerden en gewone soldaten luisteren aandachtig, zelf ben ik door zijn bondige voordracht geboeid. Hij houdt een oogenblik op, want de deur wordt onverwachts geopend en een paar versch-aangekomenen vragen toegang. Een hunner fluistert haastig met den leer meester een paar woorden, stapt daarna zonder complimenten in mijn richting, zoo als alleen een echte Vlissingsche jongen dat kan doen, voor wie het gelijk is of hij in de Sahara zit of aan de Noordpool, steekt de hand uit en zegt„Bent u mijnheer M. Nou, dan moet ik je de complimenten doen van mijn broer, die heeft nog onder u bij de Schutterij gediend en zegt, dat u nooit kwaad was voor uw minderen". Een onbe daarlijk gelach ontsnapte aan de omheining „Daar zult u rustig slapen tot morgen", zei ze. „Wees maar niet bang Al heel gauw keerde de Laird terug, ge volgd door den tolbaas. „Hoe gaat het nu vroeg mr. Gilmour. „O, dat gaat wel. Ze slaapt vast. Stoort u haar maar niet Hijzelve ging toen bij het vuur liggen en zei „Voor vannacht zult u mijn gezelschap wel voor lief moeten nemen, mistress" „Ik kan u geen bed bieden, sir. Maar Jack zal u wat strco halen en ik heb nog een groote plaid die u over u heen kunt trek ken." „Dank u, mistress dank u En eer de goede vrouw de plaid nog te voorschijn had gehaald, was de Laird al vast in slaap HOOFDSTUK III. Deze geschiedenis speelt in Schotland tegen het eind van de zeventiende eeuw, dus toen onze Prins Willem III van Oranje den Engelschen troon had beklommen. En, terwijl het zusterrijk dus zeer voor spoedig werd, was Schotland nog altijd zeer primitief gebleven er heerschten ru we zeden, en bovenal deed zich het recht van den sterkste gelden. In dezen geest vdan ook had Stair Gil mour van Girth het gewaagd om het hof te maken aan mistress Elizabeth Brarley, de blonde Engelsche bloedverwan te van zijn vriend sir Robert Angus. Hij was een man met alle deugden en alle gebreken van zijn ras hij was wreed en feeder roekeloos en boetvaardig strijdlustig en zachtaardig. Hij bezat een soort ruwe ridderlijkheid en een onver wachte oprechtheid zoodat hij in één woord in heel zijn optreden verrassend was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1