D
Kkschool
ZATERDAG 8 MEI
PLOUVIER HEEFT DE SCHOENEN
64e Jaargang
■1926
oonsteiling
Nijverheid
!aar en
ireker.
CTIESen DAHSEN
3ii Dansvloer.
cachtige
aeep
fërste Blad
Brieven uit de Hofstad
FEUILLETON
UIT DEN TIJD VAN RUWE
RIDDERLIJKHEID.
Beursbeschouwingen
.20 Lezing. 7.50
azzband en zang-
omroepstations.
urs verwonderen
angst van korte-
lal gepaard gaat
iet luisteren naar
et waarneembaar
briek „radio-pro-
-erken de
/en, die
.JVo.108'
omroep-
tusschen
zijn. In dit golf-
het scheepvaart
waarop bijna alle
600 meter, ter-
lere, ook nog die
beschikking heb-
als ik naar Bern
479 meter zendt,
lervinden van een
50 of 600 meter
het geval zijn,
itellen uiterst se-
de scheepszender
00 meter werkte,
ter nog wel het
was om een orit-
die zóó gevoelig
werkende op 480
er men op Bern
zou dat station
ezelfde golflengte
;n.
mige kuststations
pparaten en zen-
50 of 600 meter.
geheelen band
een scheepszen-
)nze kust op 450
zijn signalen ook
iderde intensiteit,
nger op b.v. 470
gnalen van zoo'n
storend werken,
erblijft, wanneer
correspondentie
istig van schepen
er weg zijn. Men
jn van morsetee-
er kan heel wat
itzeven, doch om
itrage" te veran-
»er aandacht aan
e scheepszenders
legraphie heeft in
verricht door het
dat van een
er voorzien was,
pzender. In dezen
tal Z 5 zendlam-
gebruikt. Dank
uilen de vele sto-
dit station ver
erleden gaan be-
ers en onder-
Middelburg.
n nieuwe leer-
|uni a.s., onder
-akte (de leer-
kiasse moeten
jaar zijn, maar
ig van 2 genees-
adspirant geen
igebreken heeft,
ongeschikt ma-
nbt van onder-
apport van het
de toelating des
24 uur.
ur der Rijks-
eekschool
lUIDERVELD.
ELBURG.
5MIDDAG
voor kinderen.
-liefhebbers
humoristische
elftallen.
D. zeep heeft een
nltrt fralTkH&ll
eze zeep, tegelijk
).BD. oplossing»
aan lijders van
I, zeere plekken»
If eenige andere
'l.. D.D.D. optostM
ij alle apoth. en drOO
VLISSINGSCHE COURANT
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Belastingver hooging.
De Tram.
Eindelijk is dan toch het voorstel van
het dagelijksch bestuur van onze gemeente
verschenen in zake de exploitatie van de
electrische tram. Op 1 Januari 1927 loopt
je huidige concessie van de tram maat
schappij af en het is dus meer dan tijd dat
een beslissing genomen wordt over de
wijze waarop in de toekomst dit belang
rijke verkeersinstituut geregeld zal wor
den. Wij hebben het nooit onder ons ge
houden dat wij de huidige exploitatie on
voldoende vinden. De groote grief die wij
altijd tegen deze maatschappij hebben ge
had is dat zij het air aannemend van ver
vuld te zijn met zorg voor het publiek be
lang. dit op de meest ergerlijke wijze ver
waarloosde. Er was altijd onvoldoende
materieel in dienst de tusschenpauze tus
schen twee trams was veel te groot en het
publiek staat altijd te lang te wachten.
Komt er een tram dan is het er één met
een enormen aanhai%wagen, waarin het
publiek wordt opgepropt. Op die wijze
wordt personeel uitgespaard en wordt het
materiaal uitgebuit. Ware het nu dat alleen
op deze wijze een behoorlijke loonende
exploitatie mogelijk was. dan zouden wij
ons bij het onvermijdelijke hebben neerge
legd, maar de exorbitante winst die de
maatschappij maakte en die door allerlei
handigheidjes gecamoufleerd werd, deed
zien, dat het wel anders kon.
Het gemeentebestuur was vrijwel mach
teloos de concessie stelde alleen mini-
mum-eischen en daaraan voldeed de.tram
natuurlijk wel, maar die waren ook veel
te laag.
Nu is dan eindelijk het oogenblik geko
men dat de gemeente eens de macht in
handen krijgt, doch al dadelijk blijkt dat ze
die niet benut om verbetering in den toe
stand aan te brengen. Een financieele
transactie wordt het, maar van verscherpte
bepalingen om voortaan het publiek beter
te dienen vinden wij niets. De gemeente
krijgt wel de meerderheid der aandeelen en
lijkt dus de macht te krijgen, maar dat is
schijn.
Het gansche voorstel dat Burg. en Weth.
indienden berust op de gedachte dat nu het
belang der gemeente al aardig wordt be
hartigd, maar dat het belang der gemeente-
naren uit het oog is verloren.
Vaak, vlug en voordeelig, dat zijn de
eischen die het publiek aan de tram stelt.
Aan geen van deze drie eischen voldeed
ooit de tram en in het nieuwe contract is
niets opgenomen, dat eenigermate de hoop
kan doen verrijzen, dat het beter zal wor
den. Voor goed worden alle autobussen
onmogelijk gemaakt en wordt dus de zoo
zeer gezond gebleken concurrentie den nek
omgedraaid. Het tot nu toe gevolgde beleid,
dat er op uit was om de tram te gerieven,
nl. door een guerilla-oorlog tegen de bus
sen te houden, wreekt zich. Had men juist
de bussen vrijheid gelaten en had de tram-
maatschappij eens duchtig aan den lijve
gevoeld dat zij niet onmisbaar was, dat
andere vervoermiddelen bestaanbaar wa
ren, dan zou zij heel wat soepeler geweest
zijn in haar onderhandelingen. In plaats
daarvan heeft het gemeentebestuur een
paar jaar niets anders gedaan dan spelen
in de kaart van de trammaatschappij.
Misschien gaat het voorstel niet onge
wijzigd bij den raad door alhoewel wij in
deze onze verwachtingen niet hoog span
nen. Er is in elk geval reeds een minder
heid in het college van Burg. en Weth. dat
niet accoord gaat met dit voorstel en dus
zal het er niet zoo gladjes doorgaan.
Als dit voorstel, zóó als het er ligt, wordt
aangenomen, haalt Den Haag zich een strop
2)
naar het Engelsch van L. M. RAE.
„Ik ken hier niemand", antwoordde zij.
„Mijn nicht heeft mij vergeten, denk ik".
„Maar ik heb u dan niet vergeten, naar
o zietWilt u mij het genoegen doen mij
een dans te gunnen
Zoo kwam het dat mistress Braxley haar
2'jn gezelschap dus opgedrongen zag en
dat zij met afkeer van hem gevlucht was.
Zelfs nu voelde zij zich nog niet op haar
pmak, althans wel heel verlaten. Een en
kelen keer Kwam één van de jonge dames
wel eens binnen, om wat aan haar toilet in
°fde te maken en dan keken ze verbaasd
maar zij verlangden in den regel te veel
naar de balzaal om lang stil te staan bij
«ie verlatenheid totdat de dames einde-
"Jk binnenstroomden om haar mantels en
s«awls, en met haar kwam ook lady
Angus,
•»Hé, kind Jij daar Ik heb overal
naar je uitgekeken. Ik dacht, dat je er
den een of anderen ridder vandoor
Jfas gegaan Maar wat scheelt er aan
neb je je niet geamuseerd
»U, nicht Jane Waarom liet u mij zoo
w kende hier niemand En ik had
el willen weggaan, maar ik kon u niel
'nden. Ik had geen zin in het dansen. O,
as ik toch maar nooit gekomen
Gilmou 'k Zien ^ansen met mr-
he"^i°r» sPreek niet van hem ïk haat
,.ni O, nicht Jane, ik ben zoo bang voor
d,en man
„Arm kind! Waarom?... Wat heeft hij
a" gezegd
"ij wilde mij trouwen
om den hals waar het in geen veertig jaar
afkomt. De ervaring der laatste jaren met
de enorme ontwikkeling van het auto
wezen dient tot groote omzichtigheid te
manen. Het verkeersprobleem is in een
gansch nieuwe fase gekomen en het is met
het oog daarop zeer zeker ongewenscht dat
voor het gansche verkeer in Den Haag de
ontwikkeling van de verkeersmiddelen
wordt vastgelegd.
Voor de ontwikkeling van onze stad is
het vooral noodig dat het verkeersmiddel
dat de uiterste punten der stad met het
centrum verbindt, meehelpt om de uitbrei
ding mogelijk te maken. Altijd is de aanleg
van een tramverbïnding achteraan geko
men, nl. als een nieuw gedeelte reeds zeer
ver gevorderd was, begon men er pas over
te denken de tram eens een eindje te ver
leggen. Alles wat tot zoolang verdiend
werd, was al weer een extra winst.
Ook wordt weer niet gewaagd van het
goedkooper worden van abonnementen.,Juist
dit punt van belang had in deze regeling
betrokken moeten zijn. De tarieven die nu
gelden zijn veel te hoog en slechts voor
hen voordeelig die verplicht zijn heel vaak
te trammen. Maakte men ze lager dan trekt
men het publiek naar de tram. Omtrent
dienstregeling, gebruik van aanhangwagens
vinden wij niets vermeld. Dat behoort na
tuurlijk weer alles tot den internen dienst.
Wij zijn altijd sceptisch geweest tegen
over hetgeen zou gebeuren als de conces
sie afliep, maar onze verwachting is nog
teleurgesteld.
Nog slechts eenige weken geleden we
zen wij er naar aanleiding van het enorme
bedrag dat het Residentie-orkest aan jaar-
lijksche subsidie ontvangt niet minder
dan 84 mille hoe dringend noodzakelijk
het was toch eens zuiniger te zijn en aan
particulieren allerlei dingen over te laten,
zoodat zij die zich daar bizonder toe aan
getrokken gevoelen, hun beurs kunnen
openstellen voor het door hen bejubelde
doel. Het is dus wel te begrijpen dat de
mededeeling van belastingverhooging in
onze gemeente wel een zeer onaangenamen
indruk op ons heeft gemaakt. Terwijl alles
op alles gesteld moest worden om ieder
jaar een verlichting van de belastingen te
brengen, wat zeer wel mogelijk was, in
dien geleidelijk al dergelijke ongewenschte
uitgaven werden verminderd, wordt nu het
vermenigvuldigingscijfer voor de inkom
stenbelasting van 1.2 op 1.3 gebracht, een
belastingverhooging van ongeveer 8
Bovendien wordt de zakelijke bedrijfsbe
lasting, die tijdelijk was afgeschaft, weer
ingevoerd.
Dat is ook zoo'n prachtproduct-belasting,
die zakelijke bedrijfsbelasting het is er zoo
eentje die een waardig pendant is van de
vermakelijkheidsbelasting. Het belasting-
object geeft niet de minste zekerheid dat
het een bewijs is voor den goeden gang
van zaken, dat het bedrijf winst oplevert.
De meest afgrijselijke willekeur heerscht
daarbij en het is dan ook niet te verwonde
ren geweest, daf men deze belasting de
eerste vond, die moest verdwijnen.
Afgezien van deze omstandigheid is het
feit op zichzelf dat men den moed heeft
met een belastingverhooging te komen, al
zeer kenschetsend voor het wanbeheer bij
ons gemeentebestuur. Aan alle zijden roept
met om verlichting van den druk, aan alle
zijden wijst men op den belemmerenden
invloed van den ongehoord hoogen belas
tingdruk op de burgerij en met een dood
leuk gezicht komt men met de mededee
ling dat er weer een schepje op moet. Voor
het aanzien van onze stad, die vóór alles
zich heeft in te spannen om vreemdelingen
die kapitaalkrachtig zijn hier heen te trek
ken, is een dergelijke daad natuurlijk funest.
We willen er verder niet over uit wei
den er schijnt nu eenmaal niets aan te
doen te zijn het publiek slikt alles, zegt
men in de coiïranten-wereld wel eens. Het
schijnt dat men in de bureaucratische kabi
netten er ook zoo over denkt. Misschien
echter komt er nog eens een tijd dat het
publiek blijkt zóóveel geslikt te hebben,
dat het maar liever Den Haag verlaat,
want zelfs de frissche zeelucht is op den
duur niet in staat den gezondheidstoestand
van den tot slikken gedoemde weer te
herstellen. EIBER.
De staking in Engeland en hare
gevolgen. De Berlijnsche beurs
en de geldrui/nte in Duitschland.
De daling van de Franc. Vaste
koersen voor Rubberaandeelen.
Ook Tabaksaandeelen beter. De
geldmarkt in verband met de maand-
wisseling iets vaster.
Het spreekt wel vanzelf dat alle effecten
beurzen der vorige week onder den invloed
hebben gestaan van de op 1 Mei uitgebro
ken staking in de Engelsche kolenmijnen,
welke sindsdien tot een algemeene staking
is uitgebreid .en heel het economisch leven
in het Vereenigd Koninkrijk dreigt te ont
wrichten. Er w.as sprake van dat de Bank
van Engeland de discc-ntoverlaging in New
York zou navolgen, wijl men een veisphil
van 7\/2 wel'wat groot acht, maar voor
eerst zal er nu wel niets van komen. Want
wel is de geldmarkt waarschijnlijk iets
krapper, de laatste dagen weer ruimer ge
worden, nu de handel tot inkrimping wordt
gedwongen en daardoor op de kapitaal
markt in geringere mate een beroep wordt
gedaan, een verlaging van het disconto z°u
onder de huidige omstandigheden niet ge-
wenscht zijn, waar de Pondenkoers reeds
den druk van buitenlandsche realisaties
heeft te weerstaan. Te New-York is de no
teering van 4.86.50 tot 4.85.56 teruggegaan,
ten onzent daalde het Pond van 12.10 tot
12.08 en een verdere daling is lang niet uit
gesloten. Dit zal vermoedelijk voor een
groot deel afhangen van de vraag of de
staking tot een economischen strijd zal
kunnen worden beperkt, dan wel of zij in
een politieke, revolutionaire beweging zal
ontaarden, in welk geval het kapitaal zich
zooveel mogelijk van de Londensche markt
zal terugtrekken. Kapitaal en revolutie zijn
water en vuur waar het één is kan het an
der niet zijn en dat dusver het Pondsterling
op de buitenlandsche beurzen geen groote-
re verliezen heeft geleden, mag dan. ook wel
als een aanwijzing worden beschouwd, dat
men de crisis in de wereld van den arbeid
in Engeland nog niet als de inleiding op
bolsjewistische overheersching beziet, hoe
wel de algemeene staking daaraan onge
twijfeld bevorderlijk kan zijn. Natuurlijk zal
ook zonder politieke gevolgen, de alge
meene staking de financieele positie van
Engeland beïnvloeden vlugge rekenaars
becijferen reeds een verhes op het nationaal
vermogen van 1 milliard per week en ook
al mankeeren hieraan enkele ponden, in de
milliarden loopt het nadeel der Engelsche
bevolking voorzeker en als steeds zullen de
mijnwerkers zelve, voorts alle handarbei
ders in de eerste plaats in de kosten van
dit conflict moeten bijdragen. Waar de ko
lenmijnen zonder regeeringssubsidie verlies
opleverden, is er voor de werkgevers en
voor de regeering tezamen tot op zekere
hoogte een voordeel in de staking, hetwelk
natuurlijk niet opweegt tegen het nadeel
dat indirect geleden wordt. In 1921, toen
de staking eenige maanden duurde, heeft
de Engelsche handel ten sterkste geleden
door een beduidenden teruggang in den ex
port en ook nu zal eenzelfde verschijnsel
zichtbaar worden, dat temeer te betreuren
is, omdat er juist de laatste maanden een
langzaam herstel van den Engelschen bui-
tenlandschen handel viel op te merken. De
milliarden zullen op de één of andere ma
nier door de gemeenschap moeten worden
betaald en zij die niet rechtstreeks de na-
deelen ondervinden, zullen in den vorm
van hoogere belastingen aan de staking
worden herinnerd bij een ietwat langen
duur der staking zal het juist ingediende
Doe er wat
Kloosterbalsem op
is het gewone gezegde, als men zich
heeft gesneden, gestooteu, gebrand,
geklemd of geschramd. Dat verzacht,
zuivert en geneest zonder litteekens.
Ov:ral per groote pot van 20 gram 5J cent.
budget van minister Churchill wel moeten
worden herzien.
De meeste buitenlandsche beurzen re
ageerden de eerste dagen op de Engelsche
staking met flauwere koersen dat is ook
niet meer dan collegiaal, zou men kunnen
zeggen, alleen de Berlijnsche beurs kwam
er openlijk voor uit dat er uit de kolensta-
king voor Duitschland allicht wel een
winstje was te halen. Reeds vóór de sta
king kwamen de aanvankelijk voor Enge
land bestemde steenkolenorders in Duitsch
land terecht, de prijzen liepen iets op en
de aanbiedingen van het Rheinisch West-
falische Kolensyndicaat werden grif opge
nomen. Aandeelen van Kolenmijnen jn
Duitschland liepen daarom ter beurze van
Berlijn op, trouwens de geheele fondsen-
markt is daar doorgaans vast in verband
met het nog altijd betrekkelijk ruime geld,
de verlaging der beursbelasting en de gun
stige beschouwingen van leidende perso
nen over den economischen toestand. De
aanvraag om geld in Amerika heeft eerst
opgehouden men wil niet meer de hooge
percentages betalen en als er niet flink wa*
aan te verdienen is, laat de Yankee de ver
strekking van kapitaal aan anderen óver
Hier is men nog wat meer bescheiden in
zijn rendementseischen, zoodat ten onzent
nog Duitsche leeningen worden geplaatst.
Uit een overzicht in één der Duitsche bla
den blijkt dat wij in het tijdvak 1 Januari
1925 tot 31 Maart 1926 aan Duitschland
voor een bedrag van Mk. 222 milüoen heb
ben geleend, behalve nog Mk. 25 millioen
aan kerkelijke instellingen Engeland leende
in 't zelfde tijdvak slechts Mk. 183 millioen
en wij hebben onzen ouden naam als„stein-
reiche Hollander" dus wel weer eer aange
daan. Amerika leende volgens bedoeld blad
Mk. 1823 millioen.
Het is duidelijk dat hier en daar in het
buitenland wel zal worden geprofiteerd var.
de Engelsche staking, maar dat in het alge
meen de verliezen grooter zullen zijn. Zoo
zal het kolenvervoer over de Rotterdamsche
haven ongetwijfeld een uitbreiding onder
gaan, overigens is er thans reeds in ver
schillende van Rotterdam uitgaande dien
sten stagnatie ontstaan en is de export van
zuivelproducten etc. van ons land naar En
geland grootendeels gestaakt. Op de prijzen
van het vee in ons land, welke toch reeds
laag zijn, heeft dat opnieuw een drukken-
den invloed. De Hollandsche Stoomboot
heeft reeds een groot deel van haar perso
neel moeten ontslaan en allengs zullen de
gevolgen van de Englsche kolenstaking in
breederen kring, ook hier te lande worden
gevoeld.
Hoewel er voor de Amsterdamsche beurs
geen reden was scherp op die staking te
reageeren, heeft zij er toch toe bijgedragen
dat de handel verder is ingekrompen. De
daling van het Pondsterling ging gepaard
met een veel sterkere daling van den Fran-
schen en Belgischen franc, welker stabili
seering met den dag minder waarschijnlijk
wordt. De lange vertoogen van Fransche
en Belgische ministers baten niet in het
minst, zoolang krachtige daden tot beteu
geling der te groote uitgaven uitblijven.
Ook deze depreciatie is voor ons land weer
een groot verlies, niet slechts rechtstreeks
voor de houders van in francs luidende
effecten, maar ook voor tal van industrieën,
welke hun export wegens de verminderde
koopkracht zien verminderen. AI deze fac
toren waren deze week op de fondsenmarkt
van invloed en stonden aan een opleving
van den beurshandel in den weg.
Over de verschillende locale afdeelingen
„Je trouwen..." lachte lady Angus. „Ha
ha ha Jij lady Girth Maar, kind,
wees toch zoo dwaas niet 1 Dat heeft hij
natuurlijk in scherts gezegd. Je bent im
mers verloofd met Egmond
„Ja", antwoordde Elizabeth. „Ik wou, dat
hij hier was Ik ben zoo vreeselijk bang
van dien mr. Gilniour 1"
„Maar Bettv, hij was de knapste man op
het bal en de meest-wilde in heel Schot
land, naar het zeggen gaat. Ze noemen
hem den Arend van Girth 1 Je moest er
trotsch op zijn dat hij eenige notitie van
je nam. Maar je hoeft er niet bang voor te
wezen. Hij zal nooit weer naar je kijken.
Kom, stap maar gauw in
HOOFDSTUK II.
„Goede hemel, wat een vreeselijke
avond merkte de vrouw van den tolbaas
op, terwijl een woeste windvlaag het vuur
deed knappen. Zal het dak het uithouden,
Jack
„Ja, dat kan maar 't kan ook wel van
nietWant het is, met recht, noodweer
„Luister toch eens riep zij weer, toen
een huilende wind door den schoorsteen
vloog en de hagelsteenen tegen de ruiten
deed kletteren.
„Ja dat is geweldig 1 Op zulk een nacht
nu was het, dat de Laird van Girth met
zijn koets over de rotsen^sloeg te Tarn-
dale. Het was de grootvader van dezen
lord maar wild dat hij was Ik was nog
maar een jongen toen het gebeurde, maar
ik weet het nog zoo goed
„Hoor eens en de vrouw stak luis
terend den vinger op. „Ik hoor een paard
op den weg
„Ja... zco waar, Jean Je hebt gelijk
Even later werd er een luid kloppen op
de deur vernomen zeker met de steel
van een rijzweep en er klonk een stem
van uit de duisternis, die om Mac Bayne
riep.
De tolbaas deed de knip van de deur.
Die vloog open met een ruk en de wind
warrelde de asch in den haard omhoerg.
„Houd het paard vast, terwijl ik afstijg
beval de ruiter.
„Goede hemel 't Is Girth zelve 't Is
mr. Gilmour, Jack
„Ja, ik ben het, mistress Dat dacht u
niet, hé Hier, houd de teugels vast, Jack
Je bent wat stijf in je bewegingen als je
zoo vijf uur lang in het zadel hebt gezeten
in dergelijk weer. Daar 1 Neem de merrie
mee naar de schuur en wrijf haar goed af."
De Laird trad de woning binnen met een
grooten bundel in de armen, dien hij op
den steenen vloer vóór het vuur neerlegde.
„Nu, ze is toch zwaarder dan ik had
durven denken zei hij, de armen eens
uitstrekkend, om zich te oefenen.
Mistress Bayne deed de zwarte jas af
van het bundeltje, zoodat er een heele plas
water droop op den vloer, maar hier lette
zij niet op. Tot haar niet geringe verras
sing toch bevatte het de levenlooze ge
stalte van een vrouw.
„De hemel helpe ons, master Gilmour
Is dit een lijk...Durft u een lijk brengen
in mijn huis Och wat een allerliefste jonge
dame Wat heeft u voor kwaad bedreven
tegenover haar vroeg de vrouw van den
tolbaas streng, terwijl de Laird zich ont
deed van zijn doorweekte jas en van zijn
zwarte pruik, die ook doorweekt was van
den regen.
„Stil stil vrouwtje Het is geen lijk
Dat zie je toch wel Ze is maar bezwijmd.
Geef mij wat whiskey
Hij goot nu wat tusschen de blauwe lip
pen van het bezwijmde meisje en mrs. Mc
Bayne wreef haar de handen en keek vol
deernis naar het gezichtje, blauw van de
koude.
„Arm schaap Wat hebben ze je ge
daan mompelde zij.
„Kijk, ze komt al bij sprak de Laird.
„Nu zal ik haar verder aan uw zorgen over
laten, mrs. Bayne. Breng haar naar bed en
geeb haar iets heel wanps te drinken. Ik
zal Jack eens even gaan helpen met het
paard."
„Wacht even, master Gilmour sprak
mistress Jean. „Vertelt u mij eerst eens
even, wie de jonge dame is waar zij van
daan komt en wat u van plan is met haar
te doen
„Wat heb jij daar mee noodig, vrouw
„Neen, dat weet ik ook wel. Het gaat
mij niet aan En voor ons soort menschen
is het niet passend, om zich te bemoeien
met de zaken van den adel. Maar ik ben
een fatsoenlijke vrouw en daarom zou ik
wel eens willen weten, wat u met een der
gelijke jonge dame heeft uitgevoerd op een
avond als deze
„Je bent een nieuwsgierige kat", klonk
het van den Laird.
Maar even onverdroten vroeg mrs. Bay
ne „Is zij uw vrouw
„Neen maar dit zal zij binnenkort we
zen En ik zal doen, wat ik verkies, zie je
Ik heb het meisje in het geheel geen leed
gedaan. Niemand zal kunnen zeggen, dat
een Gilmour van Girth een vrouw kwaad
deed
Daarmee verliet hij het vertrek en sloeg
de deur achter zich dicht.
Door dit leven ontwaakte het jonge
meisje uit haar bewustzijn. Zij sloeg de
oogen op en vroeg verschrikt
„Waar ben ik?... Waar ben ik hier?"
„Je bent hier veilig, arm schaap...
suste Jean.
„Ik heb zeker gedroomd prevelde het
meisje, nog doezelig. „Maar een verschrik
kelijke droom dan
Toen wendde zij zich weer om en sloot
opnieuw de oogen.
Mistress Mac Bayne trok haar het natte
goed uit, leende haar zoo lang het een en
ander en legde haar toen in de bedstede.
valt ditmaal weinig te zeggen. De rubber-
prijs kan blijkbaar op ongeveer 2 shilling
per pond worden gehandhaafd, nu de En
gelsche planters den export met 20 zul
len moeten verminderen, wanneer de ge
middelde prijs in het kwartaal 1 Mei31
Juli 1926 beneden 1 sh. 9 d. daalt. Voor
in verband met berichten over e£n gunsti
ger weersgesteldheid op Sumatra, waar de
droogte aan den te velde staanden oogst
schade deed vooral aandeelen Senembah
hebben daaronder geleden, maar konden
deze week een flink redres boeken. De
vijfde veiling gaf wel bevredigende prijzen
te zien, maar deed voor de meeste onder
nemingen het gemiddelde dalen. Intusschen
heeft de Deli Batavia een partij vóórver-
kocht tegen goeden prijs, tengevolge waar
van de aandeelen een avans behaalden.
Ofschoon uif Amerika vaste olieprijzen
gemeld worden, blijven toch Oliewaarden
op één hoogte, terwijl de iets hoogere koer
sen voor Scheepvaartwaarden, in verband
met de neiging der vrachten om te stijgen,
van tijdelijken aard waren. Suikeraandee-
len boetten iets van hun vastere stemming
in door lagere Cubanoteeringen de Visp
maakt vrij goede prijzen, er valt echter mee
te rekenen dat de oogst ditmaal beduidend
kleiner zal uitvallen, hetgeen uiteraard ook
op den kostprijs per picol van invloed is.
Van Jndustrieelen waren de Kunstzijde-
aandeelen meerendeels wat vaster in ver
band met gunstige bedrijfsberichten.
De Beleggingsmarkt had een prijshou
dend verloop, de Geldkoersen trokken aan
vankelijk iets aan met het oog op de
maandwisseling, welke ook in den week
staat der Nederlandsche Bank tot uiting
kwam de bankbiljettencirculatie is van 26
April tot 3 Mei met 60 millioen gestegen,
de beleeningen en disconteeringen zijn met
40 millioen toegenomen, terwijl voorts
het gouddepot der bank in het buitenland
van 48 millioen tot 64 millioen steeg.
Geld op prolongatie 3
Herinneringen van een
,Vlissingschen Schutter"
door E. J. MICHIELSEN.
Stel u voor, waarde lezeres en lezer, een
schoollokaal door groote petroleumlampen
verlicht (de P.E.Z.M. bestond nog niet) en
op de banken een vijftigtal leerlingen,
waarvan de meesten reeds drie kruisjes
achter den rug hebben. Het heeft hun in
den Iaatsten tijd bepaald ontbroken aan de
middelen om het uiterlijk te verzorgen,
ruige baarden of knevels sieren mond en
kin. Hier en daar wijst een stroopijltje op
kapotjas of tuniek in de richting' van het
harde nachtleger en de kapper zou aardig
wat te plukken hebben aan de weelderige
haarbossen om ze volgens de regels der
kunst „en brosse" of anderszins te bewer
ken. Vroolijk gestemd zien ze er niet uit,
de meesten lieten vrouw en kind in bange
vreeze achter en allen beseffen den ernst
der tijdenhet kanon dondert zonder
ophouden dag en nacht Het zijn onze
Nederlandsche jongens van 1914, die hier
trouw de wacht aan de grens houden om
de neutraliteit van het Vaderland te doen
eerbiedigen en na afloop van den drukken
dienst de weinige uren, die hun resten, be
steden ten tinde zich meer te ontwikkelen.
De milicien-onderwijzer met hoofd- en drie
taalacten staat voor de klas, gegradueerden
en gewone soldaten luisteren aandachtig,
zelf ben ik door zijn bondige voordracht
geboeid. Hij houdt een oogenblik op, want
de deur wordt onverwachts geopend en een
paar versch-aangekomenen vragen toegang.
Een hunner fluistert haastig met den leer
meester een paar woorden, stapt daarna
zonder complimenten in mijn richting, zoo
als alleen een echte Vlissingsche jongen dat
kan doen, voor wie het gelijk is of hij in de
Sahara zit of aan de Noordpool, steekt de
hand uit en zegt„Bent u mijnheer M.
Nou, dan moet ik je de complimenten doen
van mijn broer, die heeft nog onder u bij de
Schutterij gediend en zegt, dat u nooit
kwaad was voor uw minderen". Een onbe
daarlijk gelach ontsnapte aan de omheining
„Daar zult u rustig slapen tot morgen",
zei ze. „Wees maar niet bang
Al heel gauw keerde de Laird terug, ge
volgd door den tolbaas.
„Hoe gaat het nu vroeg mr. Gilmour.
„O, dat gaat wel. Ze slaapt vast. Stoort
u haar maar niet
Hijzelve ging toen bij het vuur liggen en
zei „Voor vannacht zult u mijn gezelschap
wel voor lief moeten nemen, mistress"
„Ik kan u geen bed bieden, sir. Maar Jack
zal u wat strco halen en ik heb nog een
groote plaid die u over u heen kunt trek
ken."
„Dank u, mistress dank u
En eer de goede vrouw de plaid nog te
voorschijn had gehaald, was de Laird al
vast in slaap
HOOFDSTUK III.
Deze geschiedenis speelt in Schotland
tegen het eind van de zeventiende eeuw,
dus toen onze Prins Willem III van Oranje
den Engelschen troon had beklommen.
En, terwijl het zusterrijk dus zeer voor
spoedig werd, was Schotland nog altijd
zeer primitief gebleven er heerschten ru
we zeden, en bovenal deed zich het recht
van den sterkste gelden.
In dezen geest vdan ook had Stair Gil
mour van Girth het gewaagd om het
hof te maken aan mistress Elizabeth
Brarley, de blonde Engelsche bloedverwan
te van zijn vriend sir Robert Angus.
Hij was een man met alle deugden en
alle gebreken van zijn ras hij was wreed
en feeder roekeloos en boetvaardig
strijdlustig en zachtaardig. Hij bezat een
soort ruwe ridderlijkheid en een onver
wachte oprechtheid zoodat hij in één
woord in heel zijn optreden verrassend
was.
(Wordt vervolgd.)