IN
Wanneer men niet heeft..
vrijdag 30 april
Eerste Blad
^binnenland
feuilleton
No. ÏOI
64e Jaargang
1926
alage.
gsblad
Stads= en Provincienieuws
de beide
den steek
Jij werden
naar het politie-
maar
ge in
Hv/uilO
laketten ieder
revatten.
klaarde
ten, dat
de eene
hij van
'*«J Vdll
en gekregen had
en. Hij
roor
zijn
'rachtje'
-j had, om-
hen waren,
landgenoot
ip" had hij
dat de bewuste
Nederlandsche
29 jaar, zonder
.onderwijzeres",
oelde vrouw, de
iet oogenblik in
gelegenheid tot
lt, dat de beide
aan de hand
iel uitmaken van
ium-smokkelaars
and en Duitsch-
rden werden in
en Fietsen
uur
7.51
uur
7.53
rHssingen
.m.
.37
n.m.
3.02
1
issingen
N)
he
ilen 30
iSMIDDEL
l»er He»cli.
k, DEN HAAG
VLISSING5CHE COURANT
pjt nummer bestaat uit 2 bladen
~~j)71terfdag van admiraal De Ruyter.
Ter gelegenheid van den 250sten her
denkingsdag van admiraal De Ruyter's
overlijden, wijden de Hongaarsche bladen
van piëteit getuigende artikelen aan de
dappere persoonlijkheid van den grooten
zeevaarder.
De Ned. gezant bij den Paus.
Naar „de Maasbode" verneemt zal jhr.
mr O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer,
die in verband met het votum der Tweede
Kamer zal aftreden als gezant bij den H.
Stoel, worden benoemd tot gezant te
Weenen als opvolger van wijlen jhr. mr.
W M. van Weede van Berencamp.
jhr. mr- O. F. A. M. van Nispen tot Se
venaer werd geboren te Arnhem op 2 Oc
tober 1867. Hij studeerde aan het gymna
sium te Nijmegen en verder aan de uni
versiteiten te Leiden. Rijssel, Freiburg
(Zw.), Weenen en Cambridge. In 1901
werd hij lid der Tweede Kamer, waarvan
hij in 1909 ondervoorzitter werd en het
voorzitterschap bekleedde in 19121913.
In 1915 werd hij benoemd tot buitenge
woon gezant en gevolmachtigd minister
bij den H. Stoel.
Jhr. Van Nispen is commandeur in de
Orde van den Nederlandschen Leeuw en
lid van de ridderschap van Gelderland.
De officieele luchtreisgids.
De officieele luchtreisgids 1926 is ver
schenen, uitgegeven door de Kon. Lucht
vaartmaatschappij.
Daarin kan men alle bijzonderheden
vinden betreffende de luchtvaart, als prij
zen, afstand, dienstregelingen enz.
De belangrijke positie welke Nederland
in het internationaal luchtverkeer inneemt
kan blijken uit het feit dat sinds 1920 wer
den vervoerd 16.737 reizigers, 698.811 K.G.
goederen, 10.973 K.G. post en 27.594 K.G.
pakketpost. Haar toestellen vlogen 24.159
uren en legden daarbij 3/2 miilioen K.M.
door het luchtruim af. Naast dit verkeer op
de internationale routes maakten 13.830
personen gebruik van de geboden gelegen
heid tot korte vluchten in de nabijheid der
vliegvelden.
De luchtvaartgids is op alle kantoren
der Kon. Luchtvaart-maatschappij, haar
agentschappen en de reisbureaux gratis
verkrijgbaar.
Nieuwe schepen voor de Kon. Paketvaart-
Maatschappij.
Bij de Kon. Paketvaart-Maatsch. zijn,
naar „de Tel." verneemt, plannen in verren
staat van uitbreiding voor den bouw van
een tweetal groote motorschepen van het
type-.,Indrapoera" ten behoeve van den
dienst van Java op Australië. Tusschen
beide landen bestaat reeds een levendig
passagiersverkeer, dat het in de vaart
brengen van belangrijk grootere schepen
wettigt. De vaartuigen zullen ook van
koelruimten worden voorzien, voor invoer
van bevroren vleesch van Australië naar
i Java. i
De vereeniging „Simavi".
Onder bestuur van dr. H. Bervoets, voor
zitter, Molenweg 1Zeist prof. dr. N.
Swellengerbeb, vice-voorzitter, Aerden-
houdr. C. M. Arriëns Kappers, le secre-
aris, Amsterdam jhr. F. J. E. van Lennep,
le penningmeester, p.a. firma Patijn, Van
I Nitten en Co.. Nieuwe Spiegelstraat 17,
postgiro no. 8845, Amsterdam dr. M. Co
lenbrander. Heemstede dr. A. J. Hovy,
Utrechtdr. G. Royer, Amsterdam dr. J.
van der Spek, den Dolder en dr. P. J.
Waardenburg, Arnhem en met als admini
stratie mej. M. J. van Hoogstraten, Park
straat 6, Zeist, heeft zich gevormd de ver
eeniging „Simavi" (Steun in Medische Aan
gelegenheden voor Inheemschen), welke
zich ten doel stelt geneeskundige hulp-
Naar het Engelsch van VIOLET M. FLINN.
(Nadruk verboden)
18)
HOOFDSTUK XII.
Een oogenblik stonden Reda en Malla
dew versteld.
..Ze heeft ons gehoord", sprak zij toen.
„Dat vrees ik ook antwoordde hij.
De wijze toch, waarop mrs. Ponting
Newton zich teruggetrokken had was dui
delijk die van een luistervink.
Hoe was het mogelijk, dacht hij, met
onbeschrijflijke ergernis in het hart, dat
die vrouw, die toch al zoo véél wist en
zeker nog meer vermoedde, nu juist, op
d» critieke moment, weer ten tooneele
nioest verschijnen Op eens keerde hij
z'ch nu weer tot Reda.
..-.Wat komt het er eigenlijk op aan wat
'1 zegt of doet Het is zoo makkelijk
^00r ons om ons te verschuilen achter iets
wl i een anclere we' van ons zeS£en
^aar waarom zou hef zoo blijven
vtSï n ons' ^ec*a ^a* heeft toch zoo'n
geh°men S(;heiding tusschen ons te weeg
^Dracht. Moet nu een dwaas misverstand
w voortgevloeid uit haastig gesproken
huiü «n en verkeerde indrukken ons
7 aer even verwoesten Waarom ben je
w ,ve!"hitterd tegen mij, Reda? De hemel
heb i" ^een kwaa<f jegens je bedoeld
haaG dHtw^dde niet, maar hij zag, dat
lepflp -tranen 'n °°gen welden en hij
s e zijn hand op de hare, die slap in den
verschaffing aan en geestelijke opheffing
van de Inheemsche bevolking van Ned.
Oost- en West-Indië.
Dezer dagen heeft de voorzitter, dr. Ber
voets, zendeling-arts op Java, aan verte
genwoordigers der pers een uiteenzetting
gegeven van doel en streven van de nieuwe
vereeniging. Dr. Bervoets vergeleek de
gestie der vereeniging met het beeld van
den Barmhartigen Samaritaan, waar het de
bedoeling is van uit Nederland anderen in
Indië te helpen.
Deze medische hulp, die men verstrek
ken wil, is een daad van opheffing, waarbij
het de bedoeling is, vooral de waarde van
een menschenleven te doen uitkomen.
Ook de economische belangen van de
Inlandsche bevolking worden door die op
heffing gebaat.
VLISSINGEN, 30 APRIL.
Jaardag H. K. H. Prinses Juliana.
Heden herdenkt Prinses Juliana haar
zeventienden jaardag. Het overgroote deel
van het Nederlandsche volk is nog altijd
aan het geliefde Oranjehuis gehecht en
wenscht de Prinses en hare Koninklijke
familie van harte geluk met dezen jaardag.
Prinses Juliana is voor het Nederland
sche volk de hoop der toekomst, omdat het
in Haar de voortzetting ziet van de mo
narchale traditie, waaraan het Nederland
sche volk, althans de groote meerderheid,
zeer verknocht is.
Daarom wordt elk jaar haar jaardag
met groote blijdschap en dankbaarheid
gevierd en voegen wij onze beste wen-
schen gaarne bij de vele die Haar op dezen
dag zullen bereiken.
De jaardag ging hier ter stede voor de
jeugd niet onopgemerkt voorbij, daar alle
kinderen van de openbare en bijzondere
scholen werden verblijd met de mooie
reproductie van een schilderij van het
Koninklijk gezin, vervaardigd door Piet van
der Hem.
Van de openbare gebouwen en ook van
meerdere particuliere wapperde de drie
kleur, terwijl op het carillon van den St.
Jacobstoren vaderlandsche liederen wer
den gespeeld.
In het Bellamypark wordt hedenavond
een concert gegeven door de Postfanfare.
De reis van de „Indrapoera" was een
triomftocht.
Gisterenmorgen om halfnegen is het
groote motor-mailschip „Indrapoera" van
den Rotterdamschen Lloyd van zijn eerste
Indische reis te Rotterdam teruggekeerd.
De „Tel." deelt omtrent de eerste reis
van dit op de werf der Kon. Maatsch. „de
Schelde" alhier gebouwde motorschip het
volgende mede
Wij vonden onmiddellijk na aankomst
kapitein W. j. Boon bereid, zijn indrukken
over deze eerste reis te geven. De gezag
voerder deelde mede, dat het een ware
triomftocht is geworden. Volgens rooster
zou de „Indrapoera" 1 Mei terug moeten
zijn. Het schip is dus 2 dagen voor den
vastgestelden tijd aangekomen. Dat zegt
genoeg. Kapitein Boon was zeer enthou
siast over hetgeen zijn vaartuig, product
der Nederlandsche industrie, in alle opzich
ten gepresteerd had. De gezagvoerder is
tevreden, de hoofdmachinist is tevreden en
de passagiers zijn tevreden. „Wat wil
men nu meer zoo vroeg kapitein Boon.
„Wij hebben een reuze-reis gehad, en over
al waar wij in Indië kwamen, was er een
buitengewone belangstelling. De hoogste
autoriteiten, tot den Gouverneur-Generaal
toe, hebben wij aan boord gehad. Toen wij
te Batavia waren, hebben wij een tocht ge
maakt met 600 gasten, w.o. de Gouverneur-
Generaal, leden van den Volksraad, chefs
van departementen en handelshuizen. Allen
waren opgetogen over het nieuwe schip.
Aan de reede stonden 200 auto's te wach
ten tot wij terugkeerden".
De groote voordeelen van een motor
mailschip boven een vaartuig met stoom-
vermogen vervolgde de kapitein, hebben
wij thans in de practijk ruimschoots onder
vonden. Vooreerst behoefden wij geen ko-
schoot lagen.
„Laten we het verleden vergeten, Reda,
en laat het weer wezen zooals het is ge
weest. We hebben zoo veel verloren. Alles
wel beschouwd wat komt dat ellendige
geld er nu eigenlijk op aan
Die woorden schoten haar als een pijl
door het hart. Ze wrong de handen los.
„Ik denk niet aan vergeven riep ze.
„Een dwaas misverstand noem je heten...
dat dan toch mijn leven vernietigd heeft
Dat „ellendige geld Ja!..."
Onbeschrijfelijk bitter klonk de lach, die
deze woorden vergezelde.
„Nu kan je wel weer aan mij denken
je het verleden weer voor den geest roe
pen je best doen om mij te ontmoeten
nu... nu ik „het ellendige geld" heb
terwijl je me toch opgaf en vergat, toen
je meende dat ik het niet hebben zou
„Reda Hij trad een schrede dichter
op haar toe, maar trad toen toch ook weer
niet nader. „Je weet, dat is niet waar In
het verleden was dit al een verkeerde op
vatting maar zoomin toen als nu ben ik
een avonturier geweest. Ik verachtte je geld
en de bron, waar dit vandaan kwam, en ik
heb je oom ronduit verteld, dat dit zoo was,
maar..."
Ze lachte weer, een verachtelijkèn, onge-
loovigen lach, die hem de kleur naar het
gelaat joeg.
„Je gaf mij op, omdat, als ik je trouwde,
ik dan geen cent zou hebben bezeten en
dus gebruikte je ieder middel om je los te
werken uit den strik. Je hadt bezwaren te
gen mijn familie ik zou je misleid hebben,
wat betreft mijn verwantschap met den
beruchten geldschieter je wilde niets te
doen hebben met een meisje, dat niet voor
haar eigen naam uitkwam en dat zich
len te laden. Oude gasten, die reeds meer
malen de reis meemaakten, wilden als naar
gewoonte in Port-Said van boord gaan.
Want, zoo zeiden ze, als jullie straks gaan
bunkeren, is het niet om uit te houden. Zij
vergaten, dat wij niet meer behoefden te
bunkeren. Alles bleef dan ook aan boord.
De tijd, dien men bespaarde, omdat bunke
ien onnoodig is geworden, was voor de
geheele reis zeer aanzienlijk.
Dan is een groot voordeel, dat wij geen
water voor de machines noodig hebben,
zoodat voor de passagiers geen hmiet voor
waterverbruik gesteld behoeft te worden.
Wij hebben vrij gunstig weer gehad ge
durende den geheelen tocht, maar ook als
het weer minder gunstig was, manoeu
vreerde de „Indrapoera" prachtig mooi en
ten slotte waren wij, wanneer wij in een
haven lagen, altijd slagvaardig om in een
minimum van tijd te vertrekken.
De aardigste ervaring -deed ik, aldus de
heer Boon, vanmorgen nog op, Er waren
passagiers, die het jammer vonden, dat wij
zoo vroeg aan waren. Dat heb ik als ge
zagvoerder van een groot passagierschip
nog nooit meegemaakt.
Van den gezagvoerder gingen wij naar
den hoofdmachinist, den heer J. M. Jansen,
om zijn ervaringen over de machines te
vernemen. Deze was eveneens enthousiast.
Zoowel uit als thuisreis waren van begin
tot einde een succes, aldus de heer Jansen.
Wij maakten, den tijd van het jaar in aan
merking genomen, een prachtige gemiddel
de vaart. Indien wij zes weken vroeger
waren vertrokken, hadden wij in den Indi-
schen Oceaan tij meegemaaktthans heb
ben wij daar niet van geprofiteerd en toch
hebben wij een mooien tijd gemaakt. Be-
drijfsstoornis hei>ben wij niet gehad, behal
ve te Marseille, waar wij van zuiger hebben
gewisseld.
De groote besparing, die een motorschip
van deze afmetingen oplevert, blijkt wel het
beste als ik u mededeel, dat ik op de „Pa-
tria" 52 man machinekamerpersoneel had
tegen 18 man op de „Indrapoera". Het af
mattende stoken is vervallen alleen eisch-
ten op dezen tocht de machines meer toe
zicht dan bij het stookbedrijf, maar dat
kwam doordat ons personeel nog niet in de
gelegenheid was grondige ervaring op dat
gebied op te doen. Bij volgende reizen heb
ben mijn collega's al meer routine. Wij zijn
op hef gebied van motoren van groote
schepen nog in de kinderjaren, maar daar
zullen wij gauw uit zijn.
Wij kunnen hieraan toevoegen, dat de
heer Jansen zelf groote ervaring heeft op
dit gebied. Hij heeft den bouw van de „In
drapoera" en „Kedoe" geleid en de „Wie-
ringen" omgebouwd tot motorschip.
De volgende reis van de „Indrapoera" zal
zijn collega als hoofdmachinist optreden,
want de heer Jansen gaat naar Vlissingen
om behulpzaam te zijn bij den bouw van
de „Sibajak", een motor-mr^lschip van nog
grootere afmetingen dan cfe „Indrapoera".
Wij hebben, zoo vervolgde de heer Jan
sen, tijdens den tocht maar éénmaal olie
geladen en wel te'Soerabaja.
De passagiers hebben groot voordeel bij
de reis met een motor-mailschip. Vroeger
als wij kolen moesten laden, hadden wij
wel een week noodig, voor het schip weer
grondig schoongemaakt was. Het kolenstof
vloog overal door en dagen naderhand
waren zelfs in de salons nog de sporen te
ontdekken. Wij behoeven nu geen „schoon
schip" meer te maken.
Onmiddellijk na aankomst zijn de techni
ci en machinebouwers, die behulpzaam wa
ren bij den bouw van de „Indrapoera", bij
den heer Jansen gekomen en heeft hij voor
hen een verhandeling gehouden over zijn
ervaringen met het grootste Nederlandsche
motor-mailschip.
Brugge.
Voor het Instituut voor Arbeidersontwik
keling werd gisterenavond in „de Oude
Vriendschap" door dr. W. S. Unger uit
Middelburg een lezing gehouden over
Brugge. Hij begon met te vermelden, dat er
in Brugge veel te zien is, omdat er uit de
bloeiperiode dier stad, welke valt van plm.
1200 tot plm. 1500 zoo ontzaglijk veel
is overgebleven. Spreker ging na, hoe dit
mogelijk was geweest en wees daartoe op
de ligging betrekkelijk dicht aan zee (het
Zwin reikte als boezem tot voorbij Sluis
daardoor toegang zou willen verschaffen
in kringen die anders voor haar gesloten
zouden zijn. Je... ja in ieder geval
vatte je elk middel aan, dat je van mij zou
kunnen bevrijden. Gelukkig, aan dat ge
vaar was je ontsnapt... En ik was pas
zestien
De uitdrukking van zijn gelaat was ook
steeds strenger geworden, met iedere be
tuiging. Toch stelde hij geen poging in het
werk, om den woordenvloed te stuiten.
Eerst, toen ze ademloos ophield, sprak hij
met bovenmenschelijke kalmte
„Dat alles is een leugen Een moedwil
lig verdraaien van al wat ik gezegd kan
hebben. Zélfs onder den invloed van
rechtvaardigen toorn Wat heb ik gezegd
of gedaan in onze dagen van samenzijn,
dat je kon doen denken hoe ik ooit zoo
min en oneerlijk zou handelen
„Je was zéér boos en je zult toch
niet ontkennen, hoe je gezegd hebt, dat ik
je moedwillig bedrogen had. Dat zal ik
nooit vergeten."
„Dat heb ik gezegd. Ik was heel boos.
Ik dacht ook, dat je niet mooi tegenover
mij gehandeld hadt. Ik heb eveneens mijn
trots... en toen was ik misschien nog trot-
scher op mijn eerlijken naam en mijn stre
ven, om op eervolle wijze door het leven
te gaan. Het was een schok, dat geef ik
toe, toen ik vernam, wie je in waarheid
was. Ik verlangde niet een rijke vrouw te
trouwen. Ik verlangde juist voor mijn
vrouw te werken niet te voelen, dat ik
afhankelijk was van haar. Maar dit was
enkel in de eerste oogenblikken dat ik het
wist, Reda Veel grooter dan mijn trots
was mijn liefde Ik zal niet ontkennen dat
ik anders had moeten handelen onder
dezelfde omstandigheden zou ik nu niet
en in Damme werden Je waren van de
kooplui, die elkaar in Brugge ontmoetten,
overgeladen, daar de zeeschepen niet in
Brugge zelf konden komen) en ongeveer
in het midden tusschen Noord- en Zuid-
Europa. Toen echter het Zwin verzandde,
verplaatste de handel zich naar Antwer
pen en met den bloei van Brugge v»as 't ge
daan. In die paar eeuwen is echter zooveel
rijkdom in die Belgische stad gekomen, dat
ei veel kon gebouwd worden en daarvan
is veel overgebleven. Spreker zou ons rond
leiden door dat oude economische centrum
en bracht ons door zijn lichtbeelden eerst
naar Sluis, waar o.a. het stadhuis herinnert
aan de Vlaamsche cultuur. Typisch
Vlaamsch in zijn toren is dif monument
grootsch en schilderachtig door zijn op
bouw van baksteenen, zijn massaliteit en de
terugkeer der indeelingen aan zijn gevel.
Uit den zgn. Gotischen tijd met zijn spits-
boogramen dagteekent het oude huisje in
Sluis met zijn spitsboogramen, een bouw
vorm, die wel meer aangetroffen wordt in
de overige deelen van Zeeland, waar de
invloed der Vlaamsche cultuur nog op ver
schillende plaatsen zichtbaar is. Even bui
ten Sluis begint het beroemde kanaal naar
Brugge met zijn rij populieren, die schil
derachtig weerkaatsen in het water en
zien we in de verte reeds het silhouet van
Damme, dat gekenmerkt wordt door kerk
en stadhuis. Na ons van dit laatste bouw
werk, waarvan de gevel gebroken wordt
door een bewerkt bordes met trap, van
welke ons een fraai detail met leeuw wordt
vertoond, 'n lichtbeeld te hebben geprojec
teerd, krijgen we een silhouet van" Brugge,
gekarakteriseerd door den toren van de
Halle en verschillende kerken. In Brugge
aangekomen worden we langs de Binnen
grachten, waar de grijssteenen bruggen
schilderachtige doorkijkjes geven langs
oude straatjes naar de markt gevoerd, die
beheerscht wordt door de Koopmanshal, die
ons, in haar geweldig hoogen toren bewon
dering en voor de technische vaardigheid
verwondering afdwingt.
In hare details-prachtige lijnen, tegen
stelling in kleuren en steenen, de achthoe
kige vorm van het bovenste deel geflan
keerd door torentjes wordt dit bouw
werk besproken, waarbij opgemerkt wordt,
dat het in stukjes gebouwd, de eigenaardig
heid te zien geeft, dat het, hoe hooger men
komt, des te drukker wordt. Na met voor
beelden aangetoond te hebben, dat men
ook daar veel bouwwerken aantreft, die
in namaak-stijl zijn opgetrokken» brengt
spreker ons naar een tweede plein, waar
naast elkaar 3 bouwwerken worden aange
troffen, die de ontwikkeling in werkelijk
heid steeds drukker en „pompeuser" wor
den van een stijl te zien geven, nl. de
Heilige Bloedkapel, het stadhuis en het ju-
stitiegebouw, welke gebouwen vergeleken
en besproken worden. Van dit laatste wordt
ons ook een detail getoond met den be
roemden marmeren schoorsteen met in hout
gebeeldhouwde schilderij om het kort
uit te drukken, voorstellende Karei V met
grootouders. Onder een poortje door komen
we aan het tweede merkwaardige van
'Brugge, het water, waarvan eenige schit
terende opnamen getoond worden, o.a. de
achterkant van het beroemde St. Janshos
pitaal, dat een aantal schilderstukken bezit,
waarvan er eenige geprojecteerd worden.
In de eerste plaats de schrijn, schitterend
gebeeldhouwd en die in Gothische vormen,
dus met 2 in dakvorm schuinoploopende
vlakken, een 6 tal tafereelen te zien geeft
uit de lijdensgeschiedenis der Heilige Ursu
la, een Engelsche koningsdochter, wier ge
schiedenis ons wordt verhaald. Dat de
schilders uit dien tijd, ondanks hun naam
van primitieven, zeer ver gevorderd waren
in hun weergaven van uitdrukking, toonde
ons o.a. een schilderij van kanunnik van
de Paele en een schitterend altaarstuk van
Hugo van der Goes. Tal van beelden, die,
niet zoo zeer om het architectopische, dan
wel om de schilderachtige kleurcombinatie
van gebouwen en natuur, weerspiegeling in
het water en van poorten, die eens te meer
bewezen, dat in de Middeleeuwen elke stad
een wereld op zichzelf vormde, werden we
gebracht naar het Minnewater, waardoor
we volop konden genieten van bovenge
noemde combinatie en op welk beeld de
Saswoning het aardig deed.
Spreker hoopte door zijn voordracht ten
duidelijkste te hebben bewezen, dat in
meer zoo handelen. Maar mijn drijfveeren
zouden dezelfde zijn geweestlk heb je
oom gezegd, dat ik de idee van je geld
haatte maar ik wilde wél, dat het aan
jou zou komen. Hij stelde voorwaarden,
en nu het was niet meer dan natuurlijk,
dat je zoudt terugschrikken voor armoede
met een armen militair, als ik was".
„Wat bedoel je vroeg ze
„Wat ik daar zeg Je oom gaf je de
keus armoede met mij, weelde zonder mij
en je koos het laatste. Ik trachtte je van
dit besluit af te brengen dit zal ik erken
nen. Ik heb telkens en telkens weer ge
schreven trachtte je te spreken te krijgen,
maar je wilde mijn brieven niet beant
woorden je wilde mij niet spreken en,
toen je oom mij zei, dat je mijn pogingen
als vervolging beschouwde, gaf ik ze op.
Er bleef mij dus niets over dan je „met rust
te laten" gelijk je dit verlangde. Maar
daarom heb ik het nooit vergeten."
Ze leunde achterover tegen het brok
zuil, terwijl alle kleur uit haar gelaat gewe
ken was en haar blik als versteend leek.
Ze keek nu terug op die lang-vervlogen
dagen, de korte uren van overweldigend
geluk, die toch weer, als met één slag,
vernietigd werden door het bittere verraad,
dat ieder uur van den dag sinds dien voor
haar bedorven had. En was dit nu alles een
lengen geweest? Ze herinnerde zich weer
den toorn van haar oom, toen hij de waar
heid had ontdekt. Hij had van haar ver
langd, dat zij zou trouwen zooals hij dat
wenschte en hij had niet kunnen uitstaan
de idee, dat zij voor zichzelve al een keuze
had gedaan. Zij herinnerde zich ook weer
zijn koppigheid zijn ijzeren wil en, voor
het eerst, vroeg zij zich af of hij haar ook
soms bedrogen had, om zijn zin toch door-
Brugge er uif velerlei oogpunt te genieten
was en er in geslaagd te zijn dat daar voor
iedereen te genieten valt. Bij deze zienswij
ze sloot de voorzitter, de heer De Meij zich
aan, in zijn woorden, waarmee hij spreker
dankte voor wat hij dezen avond, die, on
danks het vergevorderde seizoen, vrij goed
bezet was, gebracht had.
Een fancy-fair.
De welpen van de Nederl. Padvinders-
vereeniging, afdeeling Vlissingen, zullen
morgen een fancy-fair houden in het troep
lokaal in de Lange Zelke en wel van 3—6
en van 810 uur.
Heden slaagde onze vroegere stadge-
noote mej. J. Puijpe voor het examen als
verpleegster in het ziekenhuis „Eudokia" te
Rotterdam.
Zeeuwsche Hypotheekbank.
Aan het jaarverslag van de Zeeuwsche
Hypotheekbank te Middelburg over het
28ste boekjaar, loopende van 1 Maart 1925
tot 28 Februari 1926, ontleenen wij, dat dit
verslag alleszins gunstig kan worden ge
noemd. Er werden belangrijk meer pand
brieven geplaatst 4.374.700) dan in eenig
jaar sinds de oprichting der Bank pn
evenzoo werden meer hypothekengesloten
en tot veel hooger bedrag (ƒ4.055.525) dan
tot nog toe.
Al is dit voor een groot deel te danken
aan de geldruimte, die gedurende het ge
heele boekjaar heeft geheerscht, ook de
positie, die de bank langzamerhand is gaan
innemen, is daaraan zeker niet vreemd.
Er werd een aantal hypotheken met
hoogere rente afgelost en er konden slechts
hypotheken tegen lagere rente worden
afgesloten, maar daar tegenover konden
ook pandbrieven van lager rentetype wor
den geplaatst en was het mogelijk een
aanzienlijk bedrag van hooger rente dra
gende pandbrieven aflosbaar te stellen. Dit
laatste bracht wel vele kosten met zich
voor provisie en zegels, waardoor de
koersrekening der pandbrieven een niet
onbelangrijk nadeelig saldo aanwijst, ter
wijl de rentebesparing slechts gedurende
een paar maanden van het jaar gunetigen
invloed deed gelden, doch het resultaat is,
dat de rentemarge tusschen hypotheken en
pandbrieven ongeveer op hetzelfde niveau
ais het vorig jaar kon worden gehand
haafd, zoodat de vruchten in het nieuwe
boekjaar zullen worden geplukt. Toch be
draagt de winst na aftrek van het geheele
nadeelige saldo der koersrekening nog
105.925.24y2 en geeft aanleiding weer
voor te stellen een dividend van 19 uit te
keeren en 19.775 in Het reservefonds te
storten, waardoor dit in het geheel zal be
dragen ƒ325.886.72. De bank bleef aange
sloten bij het toezicht van de Rijkspost
spaarbank, terwijl de pandbrieven blijven
voorkomen op de lijst van fondsen, die in
aanmerking komen voor belegging der
gelden van de Rijksverzekeringsbank.
De groote vermeerdering van het bedrag
der pandbrieven noodzaakte de directie in
verband met art. 40 der statuten in den
loop van het boekjaar tweemaal over te
gaan tot vergTOOting van het geplaatste
maatschappelijk kapitaal.
1 Mei 1925 werden voor aandeelhouders
verkrijgbaar gesteld 200 aandeelen tegen
140 deelende in de winst over het loo
pende boekjaar en in Januari 1926 weder
200 aandeelen tegen 150 deelende in de
winst over 1926/27. Het resultaat van deze
laatste inschrijving was, dat voor 862 aan
deelen werd ingeschreven door 255 inschrij
vers. Dit was aanleiding om onder dezelfde
voorwaarde nog 400 aandeelen beschik
baar te stellen, en bedraagt thans het ge
plaatste maatschappelijk kapitaal de som
van ƒ2.000.000. Het bij de uitgifte verkre
gen agio werd, na aftrek der kosten op de
uitgifte gevallen, in het reservefonds ge
stort. De 2000 aandeelen zijn verdeeld over
568 aandeelhouders met 1 tot 30 aandee
len. Achttien aandeelen zijn volgestort, op
de overige 10 gestort. Over de ver
plicht gestorte 90 (/c wordt 4 rente uit
gekeerd.
Op 1 Maart 1925 waren gesloten 2059
leeningen voor ƒ24.818.601.20. In dit boek
jaar werden afgesloten 298 leeningen voor
ƒ4.055.525, tot 1 Maart 1925 was afgelost
13.965.253.70 en in dit boekjaar werd voor
gedreven te krijgen. Hij had gelogen tegen
haar, wat betrof dat nichtje, waar Malladew
voogd over was, gelijk zij dien ochtend
zelve ondervonden had Joyce moest nog
in de kinderkamer zijn in die dagen, dat
haar verteld werd, hoe zij Malladew zou
trouwen. Het was waar dat hij haar gezegd
had, hoe zij geen stuiver van zijn geld zou
hebben als zij de betrekking met den jon
gen, onbekenden militair voortzette, die
noch invloed noch geld bezat om zijn weg
door het leven te vinden. Maar zij had met
vreugde armoede verkozen daar ze toch
de liefde het hoogste stelde. Zij had ge
dacht dat het Steven was, die terugdeinsde
voor de armoede maar nu... O, was er
toch maar iemand geweest, die haaf had
kunnen overtuigen, dat deze laatste opvat
ting de. juiste was. Had Malladew dit
slechts geweten, hoe zou een enkel woord
voor haar dan nog voldoende zijn geweest
om de bitterheid te niet te doen, die nu hl
zoo lang in haar gemoed had gescholen.
Maar ofschoon de woorden hem op de
lippen zweefden, was het hem onmogelijk
ze uit te spreken. Hij had nu al een poging
gedaan en die was mislukt. Aan een tweede
wilde hij zich niet weer blootstellen. De
beschuldiging van op het geld af te komen
had hem schrijnend gegriefd.
Hij was dus niet van plan zijn eigen zaak
weer te bepleiten enkel zei hij nog
„In ieder geval, Reda, moest je toch
inzien, hoe onmogelijk het wordt om die
dwaasheid van een engagement met Den-
ston verder voort te zetten. Behalve, dat er
nog meer tegen is, moest je toch in het oog
houden dat..."
(Zie verder Tweede Blad