IN Wanneer men niet heeft.. vrijdag 30 april Eerste Blad ^binnenland feuilleton No. ÏOI 64e Jaargang 1926 alage. gsblad Stads= en Provincienieuws de beide den steek Jij werden naar het politie- maar ge in Hv/uilO laketten ieder revatten. klaarde ten, dat de eene hij van '*«J Vdll en gekregen had en. Hij roor zijn 'rachtje' -j had, om- hen waren, landgenoot ip" had hij dat de bewuste Nederlandsche 29 jaar, zonder .onderwijzeres", oelde vrouw, de iet oogenblik in gelegenheid tot lt, dat de beide aan de hand iel uitmaken van ium-smokkelaars and en Duitsch- rden werden in en Fietsen uur 7.51 uur 7.53 rHssingen .m. .37 n.m. 3.02 1 issingen N) he ilen 30 iSMIDDEL l»er He»cli. k, DEN HAAG VLISSING5CHE COURANT pjt nummer bestaat uit 2 bladen ~~j)71terfdag van admiraal De Ruyter. Ter gelegenheid van den 250sten her denkingsdag van admiraal De Ruyter's overlijden, wijden de Hongaarsche bladen van piëteit getuigende artikelen aan de dappere persoonlijkheid van den grooten zeevaarder. De Ned. gezant bij den Paus. Naar „de Maasbode" verneemt zal jhr. mr O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, die in verband met het votum der Tweede Kamer zal aftreden als gezant bij den H. Stoel, worden benoemd tot gezant te Weenen als opvolger van wijlen jhr. mr. W M. van Weede van Berencamp. jhr. mr- O. F. A. M. van Nispen tot Se venaer werd geboren te Arnhem op 2 Oc tober 1867. Hij studeerde aan het gymna sium te Nijmegen en verder aan de uni versiteiten te Leiden. Rijssel, Freiburg (Zw.), Weenen en Cambridge. In 1901 werd hij lid der Tweede Kamer, waarvan hij in 1909 ondervoorzitter werd en het voorzitterschap bekleedde in 19121913. In 1915 werd hij benoemd tot buitenge woon gezant en gevolmachtigd minister bij den H. Stoel. Jhr. Van Nispen is commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw en lid van de ridderschap van Gelderland. De officieele luchtreisgids. De officieele luchtreisgids 1926 is ver schenen, uitgegeven door de Kon. Lucht vaartmaatschappij. Daarin kan men alle bijzonderheden vinden betreffende de luchtvaart, als prij zen, afstand, dienstregelingen enz. De belangrijke positie welke Nederland in het internationaal luchtverkeer inneemt kan blijken uit het feit dat sinds 1920 wer den vervoerd 16.737 reizigers, 698.811 K.G. goederen, 10.973 K.G. post en 27.594 K.G. pakketpost. Haar toestellen vlogen 24.159 uren en legden daarbij 3/2 miilioen K.M. door het luchtruim af. Naast dit verkeer op de internationale routes maakten 13.830 personen gebruik van de geboden gelegen heid tot korte vluchten in de nabijheid der vliegvelden. De luchtvaartgids is op alle kantoren der Kon. Luchtvaart-maatschappij, haar agentschappen en de reisbureaux gratis verkrijgbaar. Nieuwe schepen voor de Kon. Paketvaart- Maatschappij. Bij de Kon. Paketvaart-Maatsch. zijn, naar „de Tel." verneemt, plannen in verren staat van uitbreiding voor den bouw van een tweetal groote motorschepen van het type-.,Indrapoera" ten behoeve van den dienst van Java op Australië. Tusschen beide landen bestaat reeds een levendig passagiersverkeer, dat het in de vaart brengen van belangrijk grootere schepen wettigt. De vaartuigen zullen ook van koelruimten worden voorzien, voor invoer van bevroren vleesch van Australië naar i Java. i De vereeniging „Simavi". Onder bestuur van dr. H. Bervoets, voor zitter, Molenweg 1Zeist prof. dr. N. Swellengerbeb, vice-voorzitter, Aerden- houdr. C. M. Arriëns Kappers, le secre- aris, Amsterdam jhr. F. J. E. van Lennep, le penningmeester, p.a. firma Patijn, Van I Nitten en Co.. Nieuwe Spiegelstraat 17, postgiro no. 8845, Amsterdam dr. M. Co lenbrander. Heemstede dr. A. J. Hovy, Utrechtdr. G. Royer, Amsterdam dr. J. van der Spek, den Dolder en dr. P. J. Waardenburg, Arnhem en met als admini stratie mej. M. J. van Hoogstraten, Park straat 6, Zeist, heeft zich gevormd de ver eeniging „Simavi" (Steun in Medische Aan gelegenheden voor Inheemschen), welke zich ten doel stelt geneeskundige hulp- Naar het Engelsch van VIOLET M. FLINN. (Nadruk verboden) 18) HOOFDSTUK XII. Een oogenblik stonden Reda en Malla dew versteld. ..Ze heeft ons gehoord", sprak zij toen. „Dat vrees ik ook antwoordde hij. De wijze toch, waarop mrs. Ponting Newton zich teruggetrokken had was dui delijk die van een luistervink. Hoe was het mogelijk, dacht hij, met onbeschrijflijke ergernis in het hart, dat die vrouw, die toch al zoo véél wist en zeker nog meer vermoedde, nu juist, op d» critieke moment, weer ten tooneele nioest verschijnen Op eens keerde hij z'ch nu weer tot Reda. ..-.Wat komt het er eigenlijk op aan wat '1 zegt of doet Het is zoo makkelijk ^00r ons om ons te verschuilen achter iets wl i een anclere we' van ons zeS£en ^aar waarom zou hef zoo blijven vtSï n ons' ^ec*a ^a* heeft toch zoo'n geh°men S(;heiding tusschen ons te weeg ^Dracht. Moet nu een dwaas misverstand w voortgevloeid uit haastig gesproken huiü «n en verkeerde indrukken ons 7 aer even verwoesten Waarom ben je w ,ve!"hitterd tegen mij, Reda? De hemel heb i" ^een kwaa<f jegens je bedoeld haaG dHtw^dde niet, maar hij zag, dat lepflp -tranen 'n °°gen welden en hij s e zijn hand op de hare, die slap in den verschaffing aan en geestelijke opheffing van de Inheemsche bevolking van Ned. Oost- en West-Indië. Dezer dagen heeft de voorzitter, dr. Ber voets, zendeling-arts op Java, aan verte genwoordigers der pers een uiteenzetting gegeven van doel en streven van de nieuwe vereeniging. Dr. Bervoets vergeleek de gestie der vereeniging met het beeld van den Barmhartigen Samaritaan, waar het de bedoeling is van uit Nederland anderen in Indië te helpen. Deze medische hulp, die men verstrek ken wil, is een daad van opheffing, waarbij het de bedoeling is, vooral de waarde van een menschenleven te doen uitkomen. Ook de economische belangen van de Inlandsche bevolking worden door die op heffing gebaat. VLISSINGEN, 30 APRIL. Jaardag H. K. H. Prinses Juliana. Heden herdenkt Prinses Juliana haar zeventienden jaardag. Het overgroote deel van het Nederlandsche volk is nog altijd aan het geliefde Oranjehuis gehecht en wenscht de Prinses en hare Koninklijke familie van harte geluk met dezen jaardag. Prinses Juliana is voor het Nederland sche volk de hoop der toekomst, omdat het in Haar de voortzetting ziet van de mo narchale traditie, waaraan het Nederland sche volk, althans de groote meerderheid, zeer verknocht is. Daarom wordt elk jaar haar jaardag met groote blijdschap en dankbaarheid gevierd en voegen wij onze beste wen- schen gaarne bij de vele die Haar op dezen dag zullen bereiken. De jaardag ging hier ter stede voor de jeugd niet onopgemerkt voorbij, daar alle kinderen van de openbare en bijzondere scholen werden verblijd met de mooie reproductie van een schilderij van het Koninklijk gezin, vervaardigd door Piet van der Hem. Van de openbare gebouwen en ook van meerdere particuliere wapperde de drie kleur, terwijl op het carillon van den St. Jacobstoren vaderlandsche liederen wer den gespeeld. In het Bellamypark wordt hedenavond een concert gegeven door de Postfanfare. De reis van de „Indrapoera" was een triomftocht. Gisterenmorgen om halfnegen is het groote motor-mailschip „Indrapoera" van den Rotterdamschen Lloyd van zijn eerste Indische reis te Rotterdam teruggekeerd. De „Tel." deelt omtrent de eerste reis van dit op de werf der Kon. Maatsch. „de Schelde" alhier gebouwde motorschip het volgende mede Wij vonden onmiddellijk na aankomst kapitein W. j. Boon bereid, zijn indrukken over deze eerste reis te geven. De gezag voerder deelde mede, dat het een ware triomftocht is geworden. Volgens rooster zou de „Indrapoera" 1 Mei terug moeten zijn. Het schip is dus 2 dagen voor den vastgestelden tijd aangekomen. Dat zegt genoeg. Kapitein Boon was zeer enthou siast over hetgeen zijn vaartuig, product der Nederlandsche industrie, in alle opzich ten gepresteerd had. De gezagvoerder is tevreden, de hoofdmachinist is tevreden en de passagiers zijn tevreden. „Wat wil men nu meer zoo vroeg kapitein Boon. „Wij hebben een reuze-reis gehad, en over al waar wij in Indië kwamen, was er een buitengewone belangstelling. De hoogste autoriteiten, tot den Gouverneur-Generaal toe, hebben wij aan boord gehad. Toen wij te Batavia waren, hebben wij een tocht ge maakt met 600 gasten, w.o. de Gouverneur- Generaal, leden van den Volksraad, chefs van departementen en handelshuizen. Allen waren opgetogen over het nieuwe schip. Aan de reede stonden 200 auto's te wach ten tot wij terugkeerden". De groote voordeelen van een motor mailschip boven een vaartuig met stoom- vermogen vervolgde de kapitein, hebben wij thans in de practijk ruimschoots onder vonden. Vooreerst behoefden wij geen ko- schoot lagen. „Laten we het verleden vergeten, Reda, en laat het weer wezen zooals het is ge weest. We hebben zoo veel verloren. Alles wel beschouwd wat komt dat ellendige geld er nu eigenlijk op aan Die woorden schoten haar als een pijl door het hart. Ze wrong de handen los. „Ik denk niet aan vergeven riep ze. „Een dwaas misverstand noem je heten... dat dan toch mijn leven vernietigd heeft Dat „ellendige geld Ja!..." Onbeschrijfelijk bitter klonk de lach, die deze woorden vergezelde. „Nu kan je wel weer aan mij denken je het verleden weer voor den geest roe pen je best doen om mij te ontmoeten nu... nu ik „het ellendige geld" heb terwijl je me toch opgaf en vergat, toen je meende dat ik het niet hebben zou „Reda Hij trad een schrede dichter op haar toe, maar trad toen toch ook weer niet nader. „Je weet, dat is niet waar In het verleden was dit al een verkeerde op vatting maar zoomin toen als nu ben ik een avonturier geweest. Ik verachtte je geld en de bron, waar dit vandaan kwam, en ik heb je oom ronduit verteld, dat dit zoo was, maar..." Ze lachte weer, een verachtelijkèn, onge- loovigen lach, die hem de kleur naar het gelaat joeg. „Je gaf mij op, omdat, als ik je trouwde, ik dan geen cent zou hebben bezeten en dus gebruikte je ieder middel om je los te werken uit den strik. Je hadt bezwaren te gen mijn familie ik zou je misleid hebben, wat betreft mijn verwantschap met den beruchten geldschieter je wilde niets te doen hebben met een meisje, dat niet voor haar eigen naam uitkwam en dat zich len te laden. Oude gasten, die reeds meer malen de reis meemaakten, wilden als naar gewoonte in Port-Said van boord gaan. Want, zoo zeiden ze, als jullie straks gaan bunkeren, is het niet om uit te houden. Zij vergaten, dat wij niet meer behoefden te bunkeren. Alles bleef dan ook aan boord. De tijd, dien men bespaarde, omdat bunke ien onnoodig is geworden, was voor de geheele reis zeer aanzienlijk. Dan is een groot voordeel, dat wij geen water voor de machines noodig hebben, zoodat voor de passagiers geen hmiet voor waterverbruik gesteld behoeft te worden. Wij hebben vrij gunstig weer gehad ge durende den geheelen tocht, maar ook als het weer minder gunstig was, manoeu vreerde de „Indrapoera" prachtig mooi en ten slotte waren wij, wanneer wij in een haven lagen, altijd slagvaardig om in een minimum van tijd te vertrekken. De aardigste ervaring -deed ik, aldus de heer Boon, vanmorgen nog op, Er waren passagiers, die het jammer vonden, dat wij zoo vroeg aan waren. Dat heb ik als ge zagvoerder van een groot passagierschip nog nooit meegemaakt. Van den gezagvoerder gingen wij naar den hoofdmachinist, den heer J. M. Jansen, om zijn ervaringen over de machines te vernemen. Deze was eveneens enthousiast. Zoowel uit als thuisreis waren van begin tot einde een succes, aldus de heer Jansen. Wij maakten, den tijd van het jaar in aan merking genomen, een prachtige gemiddel de vaart. Indien wij zes weken vroeger waren vertrokken, hadden wij in den Indi- schen Oceaan tij meegemaaktthans heb ben wij daar niet van geprofiteerd en toch hebben wij een mooien tijd gemaakt. Be- drijfsstoornis hei>ben wij niet gehad, behal ve te Marseille, waar wij van zuiger hebben gewisseld. De groote besparing, die een motorschip van deze afmetingen oplevert, blijkt wel het beste als ik u mededeel, dat ik op de „Pa- tria" 52 man machinekamerpersoneel had tegen 18 man op de „Indrapoera". Het af mattende stoken is vervallen alleen eisch- ten op dezen tocht de machines meer toe zicht dan bij het stookbedrijf, maar dat kwam doordat ons personeel nog niet in de gelegenheid was grondige ervaring op dat gebied op te doen. Bij volgende reizen heb ben mijn collega's al meer routine. Wij zijn op hef gebied van motoren van groote schepen nog in de kinderjaren, maar daar zullen wij gauw uit zijn. Wij kunnen hieraan toevoegen, dat de heer Jansen zelf groote ervaring heeft op dit gebied. Hij heeft den bouw van de „In drapoera" en „Kedoe" geleid en de „Wie- ringen" omgebouwd tot motorschip. De volgende reis van de „Indrapoera" zal zijn collega als hoofdmachinist optreden, want de heer Jansen gaat naar Vlissingen om behulpzaam te zijn bij den bouw van de „Sibajak", een motor-mr^lschip van nog grootere afmetingen dan cfe „Indrapoera". Wij hebben, zoo vervolgde de heer Jan sen, tijdens den tocht maar éénmaal olie geladen en wel te'Soerabaja. De passagiers hebben groot voordeel bij de reis met een motor-mailschip. Vroeger als wij kolen moesten laden, hadden wij wel een week noodig, voor het schip weer grondig schoongemaakt was. Het kolenstof vloog overal door en dagen naderhand waren zelfs in de salons nog de sporen te ontdekken. Wij behoeven nu geen „schoon schip" meer te maken. Onmiddellijk na aankomst zijn de techni ci en machinebouwers, die behulpzaam wa ren bij den bouw van de „Indrapoera", bij den heer Jansen gekomen en heeft hij voor hen een verhandeling gehouden over zijn ervaringen met het grootste Nederlandsche motor-mailschip. Brugge. Voor het Instituut voor Arbeidersontwik keling werd gisterenavond in „de Oude Vriendschap" door dr. W. S. Unger uit Middelburg een lezing gehouden over Brugge. Hij begon met te vermelden, dat er in Brugge veel te zien is, omdat er uit de bloeiperiode dier stad, welke valt van plm. 1200 tot plm. 1500 zoo ontzaglijk veel is overgebleven. Spreker ging na, hoe dit mogelijk was geweest en wees daartoe op de ligging betrekkelijk dicht aan zee (het Zwin reikte als boezem tot voorbij Sluis daardoor toegang zou willen verschaffen in kringen die anders voor haar gesloten zouden zijn. Je... ja in ieder geval vatte je elk middel aan, dat je van mij zou kunnen bevrijden. Gelukkig, aan dat ge vaar was je ontsnapt... En ik was pas zestien De uitdrukking van zijn gelaat was ook steeds strenger geworden, met iedere be tuiging. Toch stelde hij geen poging in het werk, om den woordenvloed te stuiten. Eerst, toen ze ademloos ophield, sprak hij met bovenmenschelijke kalmte „Dat alles is een leugen Een moedwil lig verdraaien van al wat ik gezegd kan hebben. Zélfs onder den invloed van rechtvaardigen toorn Wat heb ik gezegd of gedaan in onze dagen van samenzijn, dat je kon doen denken hoe ik ooit zoo min en oneerlijk zou handelen „Je was zéér boos en je zult toch niet ontkennen, hoe je gezegd hebt, dat ik je moedwillig bedrogen had. Dat zal ik nooit vergeten." „Dat heb ik gezegd. Ik was heel boos. Ik dacht ook, dat je niet mooi tegenover mij gehandeld hadt. Ik heb eveneens mijn trots... en toen was ik misschien nog trot- scher op mijn eerlijken naam en mijn stre ven, om op eervolle wijze door het leven te gaan. Het was een schok, dat geef ik toe, toen ik vernam, wie je in waarheid was. Ik verlangde niet een rijke vrouw te trouwen. Ik verlangde juist voor mijn vrouw te werken niet te voelen, dat ik afhankelijk was van haar. Maar dit was enkel in de eerste oogenblikken dat ik het wist, Reda Veel grooter dan mijn trots was mijn liefde Ik zal niet ontkennen dat ik anders had moeten handelen onder dezelfde omstandigheden zou ik nu niet en in Damme werden Je waren van de kooplui, die elkaar in Brugge ontmoetten, overgeladen, daar de zeeschepen niet in Brugge zelf konden komen) en ongeveer in het midden tusschen Noord- en Zuid- Europa. Toen echter het Zwin verzandde, verplaatste de handel zich naar Antwer pen en met den bloei van Brugge v»as 't ge daan. In die paar eeuwen is echter zooveel rijkdom in die Belgische stad gekomen, dat ei veel kon gebouwd worden en daarvan is veel overgebleven. Spreker zou ons rond leiden door dat oude economische centrum en bracht ons door zijn lichtbeelden eerst naar Sluis, waar o.a. het stadhuis herinnert aan de Vlaamsche cultuur. Typisch Vlaamsch in zijn toren is dif monument grootsch en schilderachtig door zijn op bouw van baksteenen, zijn massaliteit en de terugkeer der indeelingen aan zijn gevel. Uit den zgn. Gotischen tijd met zijn spits- boogramen dagteekent het oude huisje in Sluis met zijn spitsboogramen, een bouw vorm, die wel meer aangetroffen wordt in de overige deelen van Zeeland, waar de invloed der Vlaamsche cultuur nog op ver schillende plaatsen zichtbaar is. Even bui ten Sluis begint het beroemde kanaal naar Brugge met zijn rij populieren, die schil derachtig weerkaatsen in het water en zien we in de verte reeds het silhouet van Damme, dat gekenmerkt wordt door kerk en stadhuis. Na ons van dit laatste bouw werk, waarvan de gevel gebroken wordt door een bewerkt bordes met trap, van welke ons een fraai detail met leeuw wordt vertoond, 'n lichtbeeld te hebben geprojec teerd, krijgen we een silhouet van" Brugge, gekarakteriseerd door den toren van de Halle en verschillende kerken. In Brugge aangekomen worden we langs de Binnen grachten, waar de grijssteenen bruggen schilderachtige doorkijkjes geven langs oude straatjes naar de markt gevoerd, die beheerscht wordt door de Koopmanshal, die ons, in haar geweldig hoogen toren bewon dering en voor de technische vaardigheid verwondering afdwingt. In hare details-prachtige lijnen, tegen stelling in kleuren en steenen, de achthoe kige vorm van het bovenste deel geflan keerd door torentjes wordt dit bouw werk besproken, waarbij opgemerkt wordt, dat het in stukjes gebouwd, de eigenaardig heid te zien geeft, dat het, hoe hooger men komt, des te drukker wordt. Na met voor beelden aangetoond te hebben, dat men ook daar veel bouwwerken aantreft, die in namaak-stijl zijn opgetrokken» brengt spreker ons naar een tweede plein, waar naast elkaar 3 bouwwerken worden aange troffen, die de ontwikkeling in werkelijk heid steeds drukker en „pompeuser" wor den van een stijl te zien geven, nl. de Heilige Bloedkapel, het stadhuis en het ju- stitiegebouw, welke gebouwen vergeleken en besproken worden. Van dit laatste wordt ons ook een detail getoond met den be roemden marmeren schoorsteen met in hout gebeeldhouwde schilderij om het kort uit te drukken, voorstellende Karei V met grootouders. Onder een poortje door komen we aan het tweede merkwaardige van 'Brugge, het water, waarvan eenige schit terende opnamen getoond worden, o.a. de achterkant van het beroemde St. Janshos pitaal, dat een aantal schilderstukken bezit, waarvan er eenige geprojecteerd worden. In de eerste plaats de schrijn, schitterend gebeeldhouwd en die in Gothische vormen, dus met 2 in dakvorm schuinoploopende vlakken, een 6 tal tafereelen te zien geeft uit de lijdensgeschiedenis der Heilige Ursu la, een Engelsche koningsdochter, wier ge schiedenis ons wordt verhaald. Dat de schilders uit dien tijd, ondanks hun naam van primitieven, zeer ver gevorderd waren in hun weergaven van uitdrukking, toonde ons o.a. een schilderij van kanunnik van de Paele en een schitterend altaarstuk van Hugo van der Goes. Tal van beelden, die, niet zoo zeer om het architectopische, dan wel om de schilderachtige kleurcombinatie van gebouwen en natuur, weerspiegeling in het water en van poorten, die eens te meer bewezen, dat in de Middeleeuwen elke stad een wereld op zichzelf vormde, werden we gebracht naar het Minnewater, waardoor we volop konden genieten van bovenge noemde combinatie en op welk beeld de Saswoning het aardig deed. Spreker hoopte door zijn voordracht ten duidelijkste te hebben bewezen, dat in meer zoo handelen. Maar mijn drijfveeren zouden dezelfde zijn geweestlk heb je oom gezegd, dat ik de idee van je geld haatte maar ik wilde wél, dat het aan jou zou komen. Hij stelde voorwaarden, en nu het was niet meer dan natuurlijk, dat je zoudt terugschrikken voor armoede met een armen militair, als ik was". „Wat bedoel je vroeg ze „Wat ik daar zeg Je oom gaf je de keus armoede met mij, weelde zonder mij en je koos het laatste. Ik trachtte je van dit besluit af te brengen dit zal ik erken nen. Ik heb telkens en telkens weer ge schreven trachtte je te spreken te krijgen, maar je wilde mijn brieven niet beant woorden je wilde mij niet spreken en, toen je oom mij zei, dat je mijn pogingen als vervolging beschouwde, gaf ik ze op. Er bleef mij dus niets over dan je „met rust te laten" gelijk je dit verlangde. Maar daarom heb ik het nooit vergeten." Ze leunde achterover tegen het brok zuil, terwijl alle kleur uit haar gelaat gewe ken was en haar blik als versteend leek. Ze keek nu terug op die lang-vervlogen dagen, de korte uren van overweldigend geluk, die toch weer, als met één slag, vernietigd werden door het bittere verraad, dat ieder uur van den dag sinds dien voor haar bedorven had. En was dit nu alles een lengen geweest? Ze herinnerde zich weer den toorn van haar oom, toen hij de waar heid had ontdekt. Hij had van haar ver langd, dat zij zou trouwen zooals hij dat wenschte en hij had niet kunnen uitstaan de idee, dat zij voor zichzelve al een keuze had gedaan. Zij herinnerde zich ook weer zijn koppigheid zijn ijzeren wil en, voor het eerst, vroeg zij zich af of hij haar ook soms bedrogen had, om zijn zin toch door- Brugge er uif velerlei oogpunt te genieten was en er in geslaagd te zijn dat daar voor iedereen te genieten valt. Bij deze zienswij ze sloot de voorzitter, de heer De Meij zich aan, in zijn woorden, waarmee hij spreker dankte voor wat hij dezen avond, die, on danks het vergevorderde seizoen, vrij goed bezet was, gebracht had. Een fancy-fair. De welpen van de Nederl. Padvinders- vereeniging, afdeeling Vlissingen, zullen morgen een fancy-fair houden in het troep lokaal in de Lange Zelke en wel van 3—6 en van 810 uur. Heden slaagde onze vroegere stadge- noote mej. J. Puijpe voor het examen als verpleegster in het ziekenhuis „Eudokia" te Rotterdam. Zeeuwsche Hypotheekbank. Aan het jaarverslag van de Zeeuwsche Hypotheekbank te Middelburg over het 28ste boekjaar, loopende van 1 Maart 1925 tot 28 Februari 1926, ontleenen wij, dat dit verslag alleszins gunstig kan worden ge noemd. Er werden belangrijk meer pand brieven geplaatst 4.374.700) dan in eenig jaar sinds de oprichting der Bank pn evenzoo werden meer hypothekengesloten en tot veel hooger bedrag (ƒ4.055.525) dan tot nog toe. Al is dit voor een groot deel te danken aan de geldruimte, die gedurende het ge heele boekjaar heeft geheerscht, ook de positie, die de bank langzamerhand is gaan innemen, is daaraan zeker niet vreemd. Er werd een aantal hypotheken met hoogere rente afgelost en er konden slechts hypotheken tegen lagere rente worden afgesloten, maar daar tegenover konden ook pandbrieven van lager rentetype wor den geplaatst en was het mogelijk een aanzienlijk bedrag van hooger rente dra gende pandbrieven aflosbaar te stellen. Dit laatste bracht wel vele kosten met zich voor provisie en zegels, waardoor de koersrekening der pandbrieven een niet onbelangrijk nadeelig saldo aanwijst, ter wijl de rentebesparing slechts gedurende een paar maanden van het jaar gunetigen invloed deed gelden, doch het resultaat is, dat de rentemarge tusschen hypotheken en pandbrieven ongeveer op hetzelfde niveau ais het vorig jaar kon worden gehand haafd, zoodat de vruchten in het nieuwe boekjaar zullen worden geplukt. Toch be draagt de winst na aftrek van het geheele nadeelige saldo der koersrekening nog 105.925.24y2 en geeft aanleiding weer voor te stellen een dividend van 19 uit te keeren en 19.775 in Het reservefonds te storten, waardoor dit in het geheel zal be dragen ƒ325.886.72. De bank bleef aange sloten bij het toezicht van de Rijkspost spaarbank, terwijl de pandbrieven blijven voorkomen op de lijst van fondsen, die in aanmerking komen voor belegging der gelden van de Rijksverzekeringsbank. De groote vermeerdering van het bedrag der pandbrieven noodzaakte de directie in verband met art. 40 der statuten in den loop van het boekjaar tweemaal over te gaan tot vergTOOting van het geplaatste maatschappelijk kapitaal. 1 Mei 1925 werden voor aandeelhouders verkrijgbaar gesteld 200 aandeelen tegen 140 deelende in de winst over het loo pende boekjaar en in Januari 1926 weder 200 aandeelen tegen 150 deelende in de winst over 1926/27. Het resultaat van deze laatste inschrijving was, dat voor 862 aan deelen werd ingeschreven door 255 inschrij vers. Dit was aanleiding om onder dezelfde voorwaarde nog 400 aandeelen beschik baar te stellen, en bedraagt thans het ge plaatste maatschappelijk kapitaal de som van ƒ2.000.000. Het bij de uitgifte verkre gen agio werd, na aftrek der kosten op de uitgifte gevallen, in het reservefonds ge stort. De 2000 aandeelen zijn verdeeld over 568 aandeelhouders met 1 tot 30 aandee len. Achttien aandeelen zijn volgestort, op de overige 10 gestort. Over de ver plicht gestorte 90 (/c wordt 4 rente uit gekeerd. Op 1 Maart 1925 waren gesloten 2059 leeningen voor ƒ24.818.601.20. In dit boek jaar werden afgesloten 298 leeningen voor ƒ4.055.525, tot 1 Maart 1925 was afgelost 13.965.253.70 en in dit boekjaar werd voor gedreven te krijgen. Hij had gelogen tegen haar, wat betrof dat nichtje, waar Malladew voogd over was, gelijk zij dien ochtend zelve ondervonden had Joyce moest nog in de kinderkamer zijn in die dagen, dat haar verteld werd, hoe zij Malladew zou trouwen. Het was waar dat hij haar gezegd had, hoe zij geen stuiver van zijn geld zou hebben als zij de betrekking met den jon gen, onbekenden militair voortzette, die noch invloed noch geld bezat om zijn weg door het leven te vinden. Maar zij had met vreugde armoede verkozen daar ze toch de liefde het hoogste stelde. Zij had ge dacht dat het Steven was, die terugdeinsde voor de armoede maar nu... O, was er toch maar iemand geweest, die haaf had kunnen overtuigen, dat deze laatste opvat ting de. juiste was. Had Malladew dit slechts geweten, hoe zou een enkel woord voor haar dan nog voldoende zijn geweest om de bitterheid te niet te doen, die nu hl zoo lang in haar gemoed had gescholen. Maar ofschoon de woorden hem op de lippen zweefden, was het hem onmogelijk ze uit te spreken. Hij had nu al een poging gedaan en die was mislukt. Aan een tweede wilde hij zich niet weer blootstellen. De beschuldiging van op het geld af te komen had hem schrijnend gegriefd. Hij was dus niet van plan zijn eigen zaak weer te bepleiten enkel zei hij nog „In ieder geval, Reda, moest je toch inzien, hoe onmogelijk het wordt om die dwaasheid van een engagement met Den- ston verder voort te zetten. Behalve, dat er nog meer tegen is, moest je toch in het oog houden dat..." (Zie verder Tweede Blad

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1