KWATTA^j Wanneer men niet heeft.. JAY4VREEP PLOUVIER HEEFT DE SCHOENEN. I^o. 91 64e -Jaargang 1926 s- D D! MAANDAG 19 APRIL GEMEENTEBESTUUR """""BINNENLAND INGEZONDEN STUKKEN ci Beter dan 6oed: DE BESTE FEUILLETON >g it. in d, es g- el ie ig 3 POELJES ier stuk. iouburg, C 18. Jongmensch in huize biedt zich aan ren Modezaak. Uitsle- iferenties staan tea oed met clientèle kun- ngaan. Brieven letters „Vliss. Cour." ERDIEPINGSHUIS oup Tweeverdie' s in de Nieuwstraal, et bovenhuis leegkomt ■4500. ageri Noordstraat 6. ;d een flinke iNSTBOOE, risje aanwezig, wasch Vrijdag werkvrouw, onder letters Li, 'hssingsche Courant". ÏENIERSZAAK me aangeboden, voor vatbaar, met flinke drieven letters L.1M. hssingsche Courant". bij Inschrijving ÏN ERF met SCHUUR ke 9. Groot 1 Ate ;n (met Melkwijk.) chtigen dagelijks, in de bus vöór 1 Mek OER, Korte Zclke 9, een ENWONING, n 13, West Souburg, gen Viijburgstr.79, r gevraagd tegen I )f vroeger ïO VEN WONING stand, voor klein irid) letters L.N., bureau rrant" Dagmeisje rul Bankert 26(bt'j gevraagd in of nabjl rstraat een (ïDIEPINGSHUIS en t PAKHUIS. nder letters L. B, ngsche Courant VLISSINGSCHE COURANT afsluiting gedeelte west-soubursche weg. Burgemeeste.r en Wethouders van Vlis- Sinbrengen ter openbare kennis t |oor hen, krachtens een aan hen door I red Staten van Zeeland verleende vergun de teneinde dit wegsgedeette van een an- jp.g ïtunistbedekking te voorzien, een ge- Spette van den West-Souburgsche weg in ïpze -emeente vanaf de Keersluis tot de pntmoetine met den Hoogenweg voor het i loerrbaar verkeer is afgesloten van 20 April Zen met 1 Mei 1926. Vlissingen, 19 April 1926. Bure en Weth. voornoemd, S' M. LABRNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. Een nieuwe klewangaanval in Atjeh. i Een klemangaanval te Oedjoeng Poelo in het landschap Kloeët op de niarechausse- brigade van luitenant Batten werd afgesla- wen. Onzerzijds werd licht gewónd luitenant l Batten, 3 marechaussees zwaar, één levens- I gevaarlijk, één licht en één onbeduidend ge- I wond. De Ruyter-herdenking. Bij gelegenheid' van de herdenking van den sterfdag van Michiel Adriaansz. de Ruyter op 29 April a.s. in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, te houden door de Kon. Ned. vereeniging „Onze Vloot", za3, Z.K.H. de Prins der Nederlanden, de beschermheer dier vereeniging, tegenwoordig zijn. Het programma zal bestaan uit orgelspel, het houden van een rede door prof. dr. P. J. Blok. het zingen van eenige liederen door mej. Mia Peltenburg en kransleggingen door „Onze Vloot" en andere vereenigingen. Commissaris Blok met verlof. De „Tel." verneemt, dat de heer J. Blok, commissaris van politie te Culemborg, dezer dagen een onderhoud heeft gehad met den procureur-generaal bij het gerechtshlof te Arnhem, en met den minister van justitie, mr. Donner, over de door hem ondervonden behandeling te Tiel. Voorloopig is den heer Blok, in verband met zijn gezondheidstoe stand, eenige weken ziekteverlof verleend Djilen verantwoordelijkheid der redact!* De cople wordt ni*t teruggegeven anti-nieuwbouw ziekenhuis. Mijnheer de Redacteur, De honderden adhaesie-betuigingen, die mij in 24 uur gezonden werden, bewijzen duidelijk dat ik mij in de gevoelens der Vlissingsche burgerij niet heb vergist. Van alle gezindten, uit alle kringen der bevol king bereiken mij bewijzen van instem ming. Het ligt in de bedoeling, binnen wei nige dagen een bijeenkomst van hen, die bewijzen van instemming gaven te beleg gen voorloopig blijft de brievenbus Droogdok 3 geopend. J. C. PAAP. DE ZIEKENHUISKWESTIE. Mijnheer de Redacteur, Ondergeteekende stelt zich voor op na der te bepalen wijze actie te voeren, ten einde vernietiging te verkrijgen van het Naar het Engelsch van VIOLET M. FLINN. (Nadruk verboden) .O Joyce begon hij. Maar mrs. Colton wenkte hen naderbij en aus woesten ze maar weer de maskers v<*n conventie voordoen. Joyce meende dat ze, héél haar leven ng zich het verschrikkelijke zou herinne en van die wandeling door den tuin, die al oo prachtig in tente-tooi prijkte en dit, ter- 'J' zij al haar best moest doen om over nietswaardigheden te spreken met mrs. hu V' dat d'e tocb maar vooral niets 'eii^sM mer^te want Tony was opval- hii haar baast verwijtend aan, toen mie Ir- hotel Scheid nam van de da- dat j a,s man- kan z'ch niet-begrijpen hipt ms"nct van de vrouw, die zich maar Wjii'dood-gewoon en kalm was, ter- dp rif ?aar §emoed opstand verkeev- lir t™ J Weg was sPrak mrs- Colton vpp'i l.niet zeSgen, dat ik bijzonder liikt mr met mr Dunston, Joyce Hij wel 200 humeurig. Jullie waart anders wpL; verdieP* in gesprek. Mag ik ook weten, waar dit over liep?" 0+mnie2>en draalde Joyce, daar ze niedpHpor en de uitbaï'sting die op haar n'u ineens"^ Z°U v°lg:en- En toch beter noê overtnrKf gedurende die paar dagen de nm aaa'" Alxandrië, steeds in dezelf- als oen» te moeten verkeeren iers z™, he?ar verblitf in Valetta. An- SemeenHpmrS" Colton in stilte steeds wei- te helpen po£,n&en aa"wenden om haar Vrijdag jl. genomen raadsbesluit inzake den bouw van een gemeente-ziekenhuis. Hij heeft daartoe reeds vele toezeggingen van moreelen en daadwerkelijken steun ontvangen, en verzoekt een ieder die met een dergelijke actie sympathiseert, een adhaesie-betuiging te zenden aan onder staand adres. Dr. J. SPUIJMAN. Badhuisstraat 70. P. S. Bovenstaand stukje kwam te laat om in het blad van Zaterdag te worden opgenomen. In verband met het ingezon den stuk van notaris Paap verzoek ik thans, teneinde versnippering te voorkomen, ad haesie-betuigingen te zenden aan den heer Paap, Droogdok 3. DE CIJFERS VAN DEN HEER HARTS. Mijnheer de Redacteur, In het raadsverslag, voorkomende in uw blad van Zaterdag jl. heeft het mij getrof fen, dat door den heer Harts cijfers worden genoemd, die niet met de waarheid over eenstemmen, indien althans in uw verslag het gesprokene juist is weergegeven. De heer Harts toch had berekend, dat bij een inkomen van 7500 moet worden be taald aan verschillende rijksbelastingen en gemeentelijke inkomstenbelasting in totaal 993.98. Hoe komt de heer Harts aan deze cijfers Volgens de tarieven, die ik voor me heb liggen betaalt iemand met een inkomen van f 7500, met resp. 2, 3, 4 en 5 kinderen beneden 16 jaar aan rijks- en gemeentelijke inkomstenbelasting resp. 850.74, 812.75, 799.15 en 785.55. We zullen niet ver van de waarheid af zijn, indien we aannemen, dat iemand met dat inkomen een huis bewoont met een huurwaarde van 900 en dat zijn mobilair kan worden geschat op een waarde van 3000. In deze omstandigheden slechts één dienstbode houdende, betaalt diezelfde belastingplichtige met een zelfde aantal kinderen aan personeele belasting resp. f 334.66, 311.25, 304.61 en 298.—, 'dus in totaal 1185.40, 1124.—, 1103.76 en 1083.55. Dit vormt dus al een aardig verschil met de door den heer Harts, als wethouder, aan den raad verstrekte cijfers. Indien de andere cijfers, die aan den raad zijn verstrekt, op even soliden grondslag berusten, dan belooft dat wat voor de toekomst. Met dank voor de plaatsing, J. VAN DER EIJK. Adj.-commies bij 's Rijks belastingen. Mijnheer de Redacteur, De opvatting van het „twintigste raads lid" over de houding van den heer Berger bij de behandeling van de ziekenhuiskwes tie lijkt mij minder juist toe. Het kan bekend zijn dat de afdeeling Vlissingen der S.D.A.P. in groote meerder heid is voor den bouw van een nieuw zie kenhuis. De heer Berger was tegen en niet beieid voor te stemmen. De uiterste concessie die hij wenschte te doen was bij elke stemming die over het ziekenhuis werd gehouden, zich te verwijderen. Gemakkelijk zou 't geweest zijn geheel weg te blijven. Waar hij voor zich, waar geen enkele reden tot verhindering aanwe zig was, dit laf vond, koos hij den minder gemakkelijken weg en was aanwezig. Als het twintigste raadslid ook aan deze zijde van de zaak eens zijn aandacht zou willen wijden, dan lijkt het mij niet buiten gesloten dat mijn opvatting door hem gedeeld wordt. U, Mijnheer de Redacteur, bij voorbaat dankend voor de verleende plaatsruimte. J. DE MEIJ. (Tegen opneming van deze toelichting van den heer De Meij bestaat volstrekt geen bezwaar. Er blijkt uit dat het twintigste raadslid gelijk had door te schrijven, dat de heer Berger niet tegen het ziekenhuis mocht stemmen, omdat hij zedelijk gebon den was zich te houden aan een uitspraak van de afdeeling der S.D.A.P. Hij was dus niet vrij meer, doch moest aan den leiband loopen van de afdeeling der S.D.A.P. en daarop werd de aandacht gevestigd in het raadsoverzicht. Het zou wel raadzaam zijn geweest als de heer Berger een verklaring van zijn houding had afgelegd of dit daar hij zelf zeer moeilijk kon spreken had laten doen door den heer Van Hal. Nu rest nog de vraag of bij elke gewich tige beslissing in den gemeenteraad de afdeeling der S.D.A.P. de houding van de leden dezer partij moet voorschrijven, of dat zij eigen vrijheid mogen behouden en dienovereenkomstig, zooals hun geweten hun voorschrijft, mogen handelen. Raadsleden, van welke partij ook, die bij belangrijke beslissingen aan handen en voeten worden gebonden, worden gedegra deerd tot marionetten en verliezen dus elke zelfstandigheid. Red.) HET ZIEKENHUISVRAAGSTUK. Geachte Redactie, Het genomen besluit is voor onze gemeente een financieele ramp. Tot deze conclusie komt de heer J. C. Paap in zijn ingezonden stuk, voorkomende in het nummer van de „Vlissingsche Cou rant" van 17 dezer. Het zij mij vergund als voorstander van een nieuw ziekenhuis, na de stemmen van diverse tegenstanders, in het bizonder die van P., ook mijn meening in het kort naar voren te brengen. Allereerst zou ik wenschen te wijzen op de noodzakelijkheid van een nieuwbouw, waarvoor ik verwijs naar het oordeel van dr. Hoogkamer, die ik als medicus bevoegd acht hierover zijn meening te zeggen. Over duidelijk is in zijn betoog in de laatste raadszitting komen vast te staan, dat de toestand van en in het huidige gemeente ziekenhuis in de Hellebardierstraat on houdbaar is. Ook de meeningen en uitspra ken van verschillende andere deskundigen, o.a. die van den Inspecteur van de Volks gezondheid, luiden dienovereenkomstig. Nu zal men mij toevoegen, dat we toch een goed particulier gesticht hier ter plaatste bezitten, doch het is overbekend, dat dit geen neutraal ziekenhuis is, zooals men van zekere zijde wel eens pleegt te beweren, maar een zuiver Katholieke in stelling. Pogingen, welke destijds door het gemeentebestuur zijn aangewend om met de leiding van dit gesticht tot een overeen komst te geraken, dat alle patiënten in deze inrichting zouden worden verpleegd, zelfs met belangrijken financieelen steun van de gemeente, faalden, omdat de leiding van deze inrichting in geen enkel geval, hoe en wanneer ook, bereid was de ge meente ook maar eenige medezeggenschap te verleenen. Indien de gemeente, trots dit alles, hierop zou zijn ingegaan, zou de zie kenverpleging in onze stad in handen ge geven zijn van de Roomsch Katholieken, die hier ter plaatse een onbeduidend pro cent uitmaken van het aantal inwoners. Hiervoor heeft de raad dan ook gelukkig feestelijk bedankt. De wethouder van financiën heeft mede gedeeld, nog niet in staat te zijn, de finan cieele zijde van het vraagstuk duidelijk uiteen te zetten, schrijft P. Een voorstel, waar enkele jaren door Burg. en Weth. aan gewerkt is, zou dus aan den wethouder van financiën nagenoeg onbekend zijn. Dit komt mij zoo onwaarschijnlijk voor. dat ik me afvraag of de wethouder als tegen stander wel de noodige aandacht en no titie van het voorstel heeft willen nemen. Dat de heer Wesseling als bevoegd lid geen technisch oordeel over de zaak kon uitspreken, vindt P. onbehoorlijk ik acht het van geen beteekenis, daar in den Raad duidelijk kenbaar is gemaakt, dat het be sluit uitsluitend zou behelzen, of een nieuw ziekenhuis moest worden gebouwd, ja of neen. Het technisch gedeelte is een kwestie voor lateren datum, waarin de Raad na tuurlijk ten volle zal worden gekend. De beslissing een maand uit te stellen had derhalve geen zin, vooral omdat deze tijd door de z.g. duikbooten wethouder Harts drukte dat zoo juist uit zou wor den benut met hun onwaardige practijken verder te gaan en aldus te trachten de meerderheid van den Raad voor nieuw bouw in een minderheid om te zetten, het geen dan tot gevolg zou hebben geleid, dat er geen nieuw ziekenhuis zou komen. P. beschouwt het genomen besluit als een financieele rampmet minstens vijftig duizend gulden zullen de jaarlijksche uit gaven worden verhoogd. Het rapport van Burg. en Weth. noemt een verhooging van ruim dertig duizend gulden, welk bedrag m.i. nog al aan den hoogen kant is. Dr. Wortman heeft gezegd, dat het belangrijk minder kan, misschien wel ƒ50.000 a 100.000 op de totale kosten. Wethouder Harts heeft met de zeer on gunstige cijfers van tegenstanders, waar door de hoofdelijke omslag met 14 c/c zou worden verhoogd, een berekening gemaakt en komt dan tot de slotsom, dat met een zuiver inkomen van 7500 de belasting met 65 zal worden verhoogd. Niet uit het oog mag worden verloren, dat 14 een zeer geflatteerd cijfer is, daar enkele voorstan ders tot een verhooging komen van 8 a 9 of bijna de helft minder. Dr. Hoogkamer verwacht, dat het offer 3 centen per week per hoofd zal zijn. Moet hier nu zoo'n bombarie over wor den gemaakt Ik meen verder over de kwestie niets te moeten schrijven, voor mij staat het vast, dat de zaak door de tegenstanders geweldig wordt opgeblazen. Aan het slot meende ik echter een op merking te moeten maken, nl. deze toen indertijd de Raad besloot jaarlijks ƒ25000 uit te trekken voor de nieuwe haven, te zijner tijd een bedrag van ongeveer een millioen uit te geven ten behoeve van de outilleering van dezelfde haven, een uit gave, welke die van het ziekenhuis verre overtreft, waar bleven toen de heeren Paap c.s. om de massa te bewerken tegen deze uitgaven te protesteeren. Het nieuwe ziekenhuis zal voorzien in een dringende behoefte, de haven daarentegen m.i. niet en wie kan mij verzekeren, dat de gelden aan het laatste besteed en nog te be steden ooit hun rente zullen afwerpen en niet als verloren zullen moeten worden aangemerkt. Ik hoop natuurlijk van niet, doch dit is en blijft een kansspel. A. RORIJE. Mijnheer de Redacteur, Ondergeteekende verzoekt beleefd een plaatsje in uw veel gelezen blad, bij voor baat mijn dank. In uw blad van Zaterdag jl. lees ik in het verslag gemeenteraadszitting een be toog van den heer Van Hal, waarom hij (de heer Van Hal dus) voor het nieuw te bouwen ziekenhuis zal stemmen, het vol gende „Daar blijft over de quaestie ver pleging in het St. Joseph-ziekenhuis of nieuwbouw, en dan komt hij tot de "con clusie dat wij die niet kunnen zoeken in een contract met het St. Joseph-ziekenhuis. Daar is de ziekenverpleging niet de hoofd zaak, doch de katholicititeit, dus is een contract met deze inrichting uitgesloten." Ik ondergeteekende wenschte van den heer Van Hal voor deze uitlating bewijzen. Ik heb met het St. Joseph-ziekenhuis niets uit te staan, maar ik vind het min om men- schen, die alles doen wat in hun vermogen is, te beleedigen. Bewi.N U eens, mijnheer Van Hal, dat de Zusters in het zieken huis niets aan de zieken gelegen laten liggen. Hoe komt het dan dat elk, ook anderskendende, met lof over de behande- ilng der Zusters in het St. Joseph-zieken huis spreekt. Dat de Zusters in het zieken huis niet met een roman over de zaal loo pen is te begrijpen en dit weet U toch ook wel, want U is toch ook R. Kath. geweest Mrs. Colton was als verplet„Mr. Den- ston verloofd En met een ander meisje En je tante heeft mij verteld, hoe hij zich gedroeg tegenover jou aan boord van het schip Iedereen dacht... Wist je dat hij verloofd was, Joyce Embrey Half-beschuldigend rustte haar blik op het jonge meisje. Al weer draalde die een oogenblik toen antwoordde ze beslist „Zeker, ik heb het al dien tijd geweten Het kostte haar moeite genoeg, zoo op zettelijk te liegen maar ze deed het im mers ter wille van den man, dien zij lief had Dat zij zelve veroordeeld werd, dit kon ze veel beter hebben dan dat ze voel de, hoe er een smet werd geworpen op zijn naam. Mrs. Colton haalde eens diep adem, en gewichtig klonk toen haar uitspraak „Dan mogen jullie je beiden wel scha men Als ik maar een flauw vermoeden daarvan had gekoesterd, dan zou ik je niet zoo geholpen hebben. Ik neen, ik kan er niet anders van zeggen Je moest je scha men, Joyce Wat praatten de menschen al van je aan boord van het schip en wat zullen ze nog oneindig meer praten als ze nu te hooren komen dat hij verloofd is en dat jij dit ook al dien tijd geweten hebt. De tegenwoordige meisjes kennen geen be scheidenheid 't Zal mij benieuwen, wat majoor Malladew er van zegt, als hij het hoort Joyce slikte haar tranen weg en nog eens zoo fier sprak zij „Tegen Steven wilt u toch wel niets zeggen hé, mrs. Colton Dat zal ik hem zelf wel vertellen De oudere dame scheen onder den indruk van zóó veel waardigheid en antwoordde veel vriendelijker „Nu, dan hoop ik dat je hem ook alles vertellen zultIk wil wel gelooven, dat je niet wist, hoe je met vuur speelde maar een jong meisje en een jonge man, die kunnen niet voorzichtig genoeg zijn Wie weet, of die dwaasheid je nu niet voor je heele leven heeft gecompromitteerd „Ik ben niet gecompromitteerd. En Steven zal dit ook best begrijpen Hij kent mr. Denston en hij weet, dat die niet leelijk zou handelen." „Ik kan toch anders niet zeggen, hoe ik vind, dat hij mooi heeft gehandeld Tot groote voldoening van Joyce zette ze het onderwerp niet verder voort. Maar, toen ze later in het hotel het jonge meisje, dat haar hielp pakken, wat nauwkeuriger gadesloeg kwam ze tot de slotsom, dat Joyce zeker verliefd was op Tony en dat zij waarschijnlijk niet geweten had, dat hij geëngageerd was. Haar nieuwsgierigheid was echter zóó groot, dat ze niet nalaten kon te vragen „En met wie is mr. Denston verloofd, kindje Weet je dat ook „Ik geloof dat zij Winslow heet. Ze woont op zijn oud goed." „Winslow?... Vóór verleden jaar herin ner ik me nog een miss Winslow in Vernet- les-Bains. Ze at niet aan table d'höte, maar alleen en ze heette Reda Juist nu weet ik het weer Dan trouwt hij tenminste een vrouw met geld Ze heeft namelijk een kolossaal vermogen geërfd van haar oom, die geldschieter was. Nu hij heeft uit een financieel oogpunt ge zien dan wel een verstandige keuze ge daan. Maar, ze is ouder dan hij en ze maakte geen aangenamen indruk op ons geen van allen Heel dit gesprek was een ware beproe ving voor Joyce en dien nacht lag ze wakker om er over te tobben en te denken. En nog was haar maat van leed niet vol Toen Steven Malladew, die haar afhaalde aan boord van het schip, haar in dat eerste grauwen van den ochtend zag, schrikte hij, zóó bleek en geteekend als zij was en met een stem, verstikt van tranen, wee klaagde zij „Mr. Denston is héél, héél ziek. Steven Hij heeft Malta-koorts en de dokter zegt, dat dat... O, als hij sterft is het mijn schuld Hij heeft zijn jas uit gedaan, dat ik het maar warmer zou hebben en nu.. O, ik kan nooit weer gelukkig zijn 1" HOOFDSTUK VIL Tony v^as zéér, zeer ziek, zoodat alle gepraat ook voorloopig den kop in was gedrukt want, misschien was zijn hou ding tegenover Joyce Embley wel het laatste kwaad, dat hij had bedreven. Hij was onmiddellijk naar een particulier zie kenhuis gebracht en, of het zoo van zelf sprak, was Malladew bij hem gebleven. Hij had zijn moeder en Joyce ineens willen doorzenden naar Cairo, maar de toestand van Tony maakte dit onmogelijk. Hij had zware koortsen en in zijn stem was hij steeds bezig Joyce te beschermen tegen het een of ander dreigend gevaar het eenige, wat hem dan weer tot kalmte kon brengen was, dat zij z'n brandende vingers in de hare sloot en hem een paar sussende woorden toesprak. „Ik geloof, dat miss Embrey het herstel van mr. Denston in handen heeft", had de dokter gezegd en Malladew had zich hierin geschikt. Hij was bijzonder gesteld op Tony en zou niets ongedaan laten, wat diens herstel in de hand kon werken. Hij vatte het leven zéér ernstig op en dacht dus ook niet licht over zijn voogdijschap over Joyce. Het was nu een zaak van groote zorg voor hem, dat er toch vooral geen smetje op haar naam zou kleven. Hij had zijn moeder en zijn pupil in een hotel gebracht, dat heerlijk gelegen was en vanwaar uit Joyce gemakkelijk het ziekenhuis kon bereiken, waar haar hart altijd zoo zeer naar uitging. en dan is 't van U ook te verwachten dat U een tegenstander der R. Kath. bent, maar ik had toch zooiets van U niet ver wacht om uw doel te bereiken een ander door de slijk te sleuren. Ik heb het er thans niet over of de arbeiders U later een ver wijt zullen maken over uw houding ik heb het alleen, wil U zoo vrij wezen te bewij zen dat in 't St Joseph-ziekenhuis de ver pleging niet wordt ter harte genomen, dus met andere woorden de zieken worden in het St. Joseph-ziekenhuis verwaarloosd. Mijnheer de Redacteur, U wil zeker den heer Van Hal wel een plaatsje afstaan, op dat hij mij van antwoord kan dienen, wat ik op prijs stel. Dankend voor de plaatsing, J. J. STOOPS, R.K. Kasteelstraat 3. GEMEENTE-ZIEKENHUIS. Mijnheer de Redacteur, Wij hadden het niet kunnen denken en toch is het gebeurd. Het eene raadslid had dit voordeel en het andere raadslid had er een ander voordeel bij. En die tegenstem den hadden er ook voordeel bij. Maar diegenen die er geen voordeel bij hebben zijn de dupe ervan. Nu is er een gedeelte der burgerij, die bang zijn dat het nieuwe ziekenhuis een groot tekort aan zieken zal hebben maar daar ben ik niet bang voor integendeel, ik ben juist bang dat het getal gezonden bij den dag zal verminderen, nl. die burgers waarvan op een halven cent het belastbaar inkomen van vastgesteld kan worden door den fiscus, allemaal ondervoed zullen worden, evenals in den oorlogstijd en dan krijgen wij griep-epidemieën, t. b. c.-pa- tiënten enz. in overvloed en dan is tevens het nieuwe ziekenhuis tot aan den nok toe vol. Maar er is nog wel een andere oplossing te vinden, nl. uit een zakenoogpunt gezien. Wanneer er nu op het „must be zieken huis terrein" alleen maar datgene gebouwd wordt, wat niet in het R. Kath. ziekenhuis aanwezig is en wat toch voor moderne zie- kenhuisverpleging noodzakelijk is en er van tijd tot tijd, naardat er behoefte en geld is een kleine uitbreiding verkregen zou kunnen worden dan zouden de prijzen van het R. Kath. ziekenhuis gedrukt kun nen worden en ons het nieuwe ziekenhuis grootendeels bespaard kunnen blijven en van de R. Kath. overheersching zou geen sprake kunnen wezen. Wanneer er dan nog een Coöperatieve apotheek en verbandstoffenfabriek bij ge bouwd zou kunnen worden, waarvan de eerste zeer noodzakelijk is in Vlissingen, want concurrentie is hier in deze absoluut buitengesloten, dan zou op het gebied der ziekenverpleging hier een ideaalplaats kun nen worden. Dit alles is ter overweging, Mijnheer Redacteur. Met vriendelijken dank voor de verlei de plaatsruimte. Een huisvader die gaarne gezond wil blijven. DE ZIEKENHUIS-KWESTIE. Mijnheer de Redacteur, Mag ik voor onderstaande een plaatsje in uw veelgelezen blad Bij voorbaat mijn dank. Na al het afkeurenswaardige waaraan het raadsbesluit van 16 dezer is blootge steld, ben ik toch in mijn meening niet veranderd. Ik beweer dat in onze gemeente die voor het overgroote deel uit niet- Roomsch-Katholieken bestaat, er een neu traal gemeente-ziekenhuis behoort te be staan en niet een dat onder toezicht van één redigie behoort, welke ook, want is dit het geval dan kan het allicht gebeuren dat er over kleinigheden conflicten ontstaan, waarover de gemeente niets te zeggen heeft. En nu geloof ik dat de financieele zijde (hoewel ik die niet onderschat), als een stokpaard wordt gebruikt om als het kon, het besluit te doen vernietigen. Wal ik ten zeerste zou betreuren. Ontegenzeg gelijk zullen er veel kaartjes daartoe in de lederen dag geleidde hij haar zelve daar heen en wachtte dan, tot hij haar weer mee terug kon nemen. Heel zakelijk behandelde hij dit alles en een nauwkeurig verslag moest zij hem altijd afleggen van den toe stand, waarin ze den zieke had gevonden. Zoo sprak ze nu „Mr. Denston was vanochtend enkele minuten bij volle be wustzijn, Steven. Hij scheen verrast, mij te zien. Ik denk dat ik nu ook niet meer hoef te gaan, is het wel „Ik zal het den dokter vragen. Arm kind Het is een vermoeiende toer voor je geweest. En ik had nog al zóó gehoopt, dat dit een ontspanningsreisje voor je zou zijn Ze wendde het hoofdje af, dat hij niet zag hoe haar oogen vol tranen stonden. Toch scheen hij zoo iets te vermoeden althans, hij vermeed stelselmatig haar blik. „Zullen we nog een eindje omrijden, éér we naar huis gaan?" stelde hij voor. „Moeder verwacht ons toch nog zoo gauw niet en wat frissche lucht zal je goed doen. Je hebt bijna al dien tijd gevangen gezeten sinds je aan wal ging maar nu, van och tend, heb ik een telegram gehad van een vriendin van Denston mrs. Britton. Zij hoopt hier Vrijdag aan te komen en is zij er eenmaal, dan zijn wij niet meer alleen verantwoordelijk voor den jongen man." „Neen", antwoordde Joyce. Malladew hoorde wel, hoe haar stem trilde en dus deed hij er wijselijk het zwijgen toe. Ze wist niet, waar ze heenreden maar, overal waar ze keek, zag ze een kaleidos- coop van bonte kleederdrachten en hei- geverfde woningen en veel-kleurige vruch ten, zoodat de rit haar wel afleiding bood. Maar ze genoot er eerst van, toen de zee in zicht kwam, zoodat haar onwillekeurig een zucht van verlichting ontsnapte. (Wordt vervdlgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1