VLISSIINCSCHE COURANT 1000 m !uid™™do°d 150 100 25 DONDERDAG 1 APRIL 'Eerste Blad binnenland 64e Jaargang jitjaieTfirma f. VAN OE VELDE Ir Jalstraal S8-60, Vüssinp. Telef. 10. Postrekening 662B7 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen FEUILLETON „Liefhebben zult gij mij Land= en Tuinbouw -.NO.77' 1926=! «ONNEMENTSPRljS VoorVlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden, c anco door het geheele rijk 2.50. Voor België en de overige landen der Post-Unie, bij wekelijk se verzending 4.15bij dagelijksche verzending ƒ6.10. Afzonderlijke nummers 5 cent. De abonné's in 't bezit eener ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels 1.10voor iederen regel meer 26 cent. Familieberichten van 16 regels 1.70. Reclames 52 cent per regel. Kleine advertenties van 15 regels 75 cent, voor eiken regel meer 15 cent. Bij abonnement speciale prijs. polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. UPU een ongeluk. UUU gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Dit nummer bestaat uit 2 bladen De nationale draadlooze omroep. De Staatscommissie Ruys de Beeren- hrouck, verleden jaar ingesteld om van ad vies te dienen in zake de organisatie van den nationalen draadloozen omroep, zal op 19 April bijeenkomen ter behandeling van het door haar samengestelde concept-rap port, waarin een regeling van het omroep- vraagstuk wordt voorgesteld. Is „de Tel." wel ingelicht, dan bewegen zich 'de voorloopige plannen in eenzelfde richting als de publicaties van eenigen tijd ereleden. Zooals men weet, wordt als een voor de hand liggende oplossing van het vraagstuk wenschelijk geacht, dat de nati onale omroepi een naamlooze vennootschap zal worden, welke subsidie ontvangt van het rijk. Deze subsidie zou door het rijk worden gevonden uit de inkomsten van een radio-belasting. De tegenstrijdige belangen van een neu tralen omroep en andere vereenigingen, welke eigen programma's wenschen om te roepen, zouden verzoend kunnen worden door het in exploitatie brengen van een tweeden zender. Dan zou de neutrale om roep eiken avond beschikbaar hebben. De ze algemeene gang van zaken moest ook in d« staatscommissie zijn aanvaard. Te regelen valt echter nog de overgang van den huidigen toestand naar den toekomsti ge Nog niet opgelost moet zijn het vraag stuk van de discretie, dat door een sub commissie nader werd onderzocht. Tegen over een minderheid, welke driehoofdige leiding wenscht, staat in de subcommissie een meerderheid, welke één directeur vol doende acht. Naar zich laat aanzien zal deze kwestie echter geen struikelblok .worden voor het t°t stand komen van een nationalen omroep. Zeer waarschijnlijk zal echter de door den H.D.O. gewenschte vergunning voor een tweeden zender niet eerder door de regeering worden verleend, vóór in de staatscommissie overeenstemming is ver kregen omtrent het aan den minister uit te brengen advies. Pasvisa. In onderstaande lijst kan men zien welke eischen verschillende landen aan Nederlan ders stellen, die er tijdelijk willen verblij ven. Uit Nederland voor Nederlanders naar Ned.-lndië, per Ned. boot van een Ned. haven naar Ned.-lndië is geen paspoort noodig, doch wel gewenscht, wijl men an ders de boot onderweg niet kan verlaten. Voor wie geen paspoort heeft is een be wijs van Nederlanderschap noodig. Door ras-visum voor de Britsche Dominions kost 0.61. Staten waarvoor geen pasvisum noodig isVoor Nederlandsche staatsburgers, in het bezit van een geldig Nederlandsch pas poort, niet voornemens zich metterwoon in genoemde staten te vestigen, is geen pas visum noodig voorDuitschland, België, Groot-Britannië en Ierland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Zwitserland, Frank rijk en Algiers, Italië, Spanje, Luxemburg, Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE (Nadruk verboden) „Waarom heeft u Roy noodig, dokter Hij is er zoo pas en we zouden juist samen een ritje maken „Ga ji] met Dunston rijden, meisje. Dat is vrij wat meer zooals 't hoortplaagde de oude man. „Berry is naar de stad, daarom kon ik nu Roy zoo goed gebruiken, ziet u." „Hoe maakt het uw patiënte, dokter vroeg Agincourt, wien deze vraag, met recht, op de lippen brandde. „Beter. Als ze geestelijk maar wat tot rust kon komen, dan zouden we er gauw genoeg zijn Maar ze kwelt zich met din gen, die ze zich maar liever uit het hoofd moest zetten. Nu kom ik al weer, als afge zant van de zuster, majoor Agincourt. Ik neb haar beloofd' u mee te brengen." „Mij?..." Agincourt's lippen trilden en hij voelde, dat hij de uitdrukking van zijn gelaat niet langer onder bedwang had. „Mag madame bezoek ontvangen riep w,nnie. „Hè, dokter, wat zou ik haar dan graag eens zien „Nu voorloopig nog niet, jonge dame „tn, haar bij, de schouders vattend, zette '1 "aar de deur uit. „Ik j mee", zei Agincourt. „Mooi zoo Het is een heerlijke wande- "p We hebben die arme Brita op de sofa legd, maar ik wou maar dat wij haar er ^ns uit kregen Agincourt was niet in staat, iets te zeg- in- ontweldigd als hij zich voelde door i.a. lijke gedachte, dat zij naar hem VJ5 §evraagd Nu hoefde hij ook niet te zeggen, want dokter Corry was m Uruguay, Cuba, Japan en Canada. Voor laatstgenoemd land moet het paspoort zijn voorzien van een stempel van het Cana- deesch Emigratiekantoor, Korte Vijver berg 1, Den Haag. Voor Fransch Marokko, Tunis en Indo- China is wel een pasvisum noodig de kos ten hiervan zijn 5.40 het visum is een jaar geldig en geeft recht op een wille keurig aantal in- en uitreizen. Voor Spaansch-Marokko is een visum van 10 noodig. Voor België en Luxemburg kan men in- plaats van een paspoort, een bewijs van Nederlanderschap, voorzien van een door het gemeentebestuur der woonplaats ge stempelde foto, gebruiken. De geldigheids duur hiervan is vijf jaren. Voor reizigers naar Duitschland gelden nog deze bepalingen kinderen, die den leeftijd van 15 jaren nog niet bereikt heb ben, hebben geen paspoort noodig doch kunnen volstaan met een verklaring, opge maakt door den burgemeester der plaats van inwoning of door den Commissaris der 'Koningin, waarin naam, ouderdom, staats burgerschap en woonplaats worden ver meld. Voor kinderen, ouder dan tien jaren, moet op deze verklaring een pasfoto wor den geplakt, afgestempeld door genoemden overheidspersoon. De hierboven genoemde landen erkennen alle het familiepaspoort, waar echtgenooten of een van hen met kinderen op kunnen reizen. Voor Zweden mogen de kinderen niet ouder zijn dan 12 jaar. Frankrijk er kent de familiepaspoorten niet officieel, doch zij worden toegestaan. Voor België mogen de kinderen niet ouder zijn dan 14 jaar, voor Engeland 18 jaar. Staten, die een pasvisum eischen Oos tenrijk, visum één jaar geldig, voor meer aan één reis in het jaar, 6.60, voor éér, reis 3.30 transitovisum niet noodig. Fa miliepaspoorten zijn in Oostenrijk geldig de daarop vermelde kinderen mogen niet ouder zijn dan 14 jaren. Het visumrecht wordt slechts één keer geheven. Lithauen, visum 6, enkel doorreisvi- sum 0.60 (aan te vragen bij het consulaat te Londen, Parijs of Berlijn). Polen, visum een half jaar geldig voor één reis 10, meer reizen 20, voor één transitovisum 2. Voor familie-paspoorten moet een dubbel visum bestaald kinderen daarop reizende mogen niet ouder zijn dan 15 jaar. Esthland, visum 6 voor doorreis met oponthoud van ten hoogste 48 uur is geen visum noodig, slechts geldige pas. Finland, visum 6, een maand geldig doorreis-visum, drie dagen geldig, koste loos. Een persgids. Bij Nijgh Van Ditmar's Algemeen Ad vertentie-Bureau te Rotterdam is versche nen de nieuwe „Persgids". Deze persgids is met groote zorg samen gesteld en bevat alle bijzonderheden, wel ke men in een zoodanigen gids kan ver wachten, o.a. een opgave van alle in ons land verschijnende dag- en weekbladen, periodieken enz., alfabetisch gerangschikt. Van elk blad wordt de richting opgegeven, de regelmaat, aantal kolommen, adverten tieprijs enz. Deze gids is vooral voor adverteerders een leidraad van groote beteekenis. Het boekje is in een mooie band ge stoken. een bijzonder spraakzame bui. „Als Britomart beter wordt", zei hij, „zal ik haar zien te overreden eens buitenslands te gaau en haar geest wat tot rust te laten komen. Ze heeft altijd een verbazend inge spannen leven gehad, al van haar prille jeugd af. Eerst in haar eigen onderhoud moeten voorzien, dat die zelfzuchtige bro#r van haar maar soldaatje kou spelen en toen hem al dien tijd opgepast, met al het zenuwachtige daaraan verbonden. „Ze scheen dan wel bijzonder op hem gesteld te zijn vroeg Agincourt, met droge lippen. „O, al van kind af Eerst werd Hubert door zijn moeder verafgood en op de han den gedragen en toen later door zijn zuster." „Het is nooit bij mij opgekomen dat zij verwant zouden zijn, sinds me toen op dien avond de gelijkenis al zoo zeer trof." „Ze leken beideni op hun moeder... Miéville was een door en door brave kerel. Ongelukkig is hij een jaar na de geboorte van Britomart gestorven, want een karak ter als Hubert had wel een strenge hand noodig gehad, om hem te leiden. Zie zoo, daar zijn we er Het meisje, dat beide heeren had zien aankomen, deed haastig open. „Slaapt de patiënte, Susan vroeg de dokter. „O neen, ze ligt op u te wachten". Met twee treden tegelijk liep Agincourt de trap op, waar een verpleegster hem ontving. „Is u majoor Agincourt vroeg zij, met bewondering naar den knappen militair opkijkend. „Ze heeft al met meer belang stelling naar u uitgekeken, dan ze tot nog toe toonde. Wilt u maar alleen binnen gaan Me dunkt, dat zal beter zijn." 'Agincourt boog en toen de-deur achter hem dichtging trad hij als in een droom nader op de bank toe. .Het was een uiterst gezellige kamer en Wat elke maand te doen geeft. De natuur heeft zich dit voorjaar vroeg ontwikkeld toch geschiedt het zaaien en poten op vele akkers laat en zijn hier en daar wintergewassen mislukt, als gevolg van het water, dat in Februari voor de tweede maal de landerijen overstroomde, maar ook door het kwelwater. Overal ston den de sloten vol en de gronden zijn over verzadigd van vocht. Met die natte koude en misschien zure gronden hebben we nu meer dan anders rekening te houden. Daar om zij de aandacht gevestigd op enkele gewassen, die daar als noodgewassen ver bouwd kunnen worden. In plaats van witte of gele haver kan men b.v. de zwarte Pre- sidentshaver uitzaaien, welke meer zeker heid biedt en nog tot begin Mei kan wor den gezaaid men doe dit na ontmesting door Germisan, op reien van 20 cM., in een hoeveelheid van 120 tot 140 K.G. per Hectare. Zomergerst, de gewone vierrijige kan men zaaien tot begin Juni eveneens 120 tot 140 K.G. Als op de klei de bieten zijn mislukt, kan men met de zomergerst nog een goed resultaat verkrijgen. Waar het te laat wordt voor erwten kan men bruine boonen poten nog in de geheele maand Mei. Voorts mogen als noodgewas sen genoemd worden koolrapen, gele mosterd (tot half Mei, de groote Engelsche zomerknollen (half juni-half Juli) en de late roode kool (10 tot 25 Juni). 't Is nu in den tuin allerwegen druk mesten, spitten, zaaien en planten is nu aan de orde van den dag. Wat het mesten be treft, zij opgemerkt, dat men, gebruik ma kend van stalmest, geen langen, verschen en onverteerden mest moet ondermaken. Ver schillende nadeelen zijn hiervan te noemen hij is niet zoo voedend' als korte, verteerde mestbiedt voorts schuilplaatsen aan en gerlingen en ander ongedierte bevordert ziekten als knolvoet, terwijl men ook meer last heeft van aardvloo. Heeft men den mest uitgestrooid, dan moet die spoedig worden ondergemaakt, anders krijgt men verlies door vervluchtiging en droogt hij bij droog weer uit. Om de jonge planten, die niet direct diep worte'en, flink te doen groeien, kan rnen behaivé ue diepe grondlaag ook den bovengrond van eenigen mest voor zien dit is de z.g. bovengrondsche bemes ting, waartoe niet veel, maar goede mest wordt gebruikt. Overigens moet de mest gelijkmatig en diep ondergespit de wor tels der planten moeten niet in den mest staan, maar het noodige voedsel betrekken uit reeds verteetde meststoffen. Daarom is het beter in 't voorjaar te bemesten. Dan kan men daarvoor verschen, stroohouden- den mest gebruiken, welke dan dienstig is om een zwaren grond losser te maken. Nu is men, wil men good handelen, aan gewezen op halfverganen, humusachtigen mest. Vele tuinlieden maken ook gebruik van kunst- of hulpmeststoffen, waarvan het oogstresultaat zeer verhoogd kan worden. Kunstmest make men, even als compost, niet te diep onder in vele gevallen kan men met onderharken volstaan, of late de meststof, b.v. Chilisalpeter, op den grond liggen met het regen- of het gietwater komt ze dan wel, waar ze zijn moet. Verschillende groentezaden worden nu nog uitgezaaid sla, wortelen, raapstelen, spinazie, radijs, enz. Nog te weinigen pas sen den regel toe van meermalen, met tusschenpoozen, uitzaaien. Men zaait van een groente één- of tweemaal, zoodat men omdat het een kille 1 Octoberdag was, brandde er al een lustig houtvuurtje, dat een warmen, rooden gloed verspreidde over de enkele keurige meubels. Britomart droeg een lang wit gewaad en het haar was in een losse wrong om het hoofd geslagen, dat zij er geen last van zou hebben. Ze zag zeer bleek en leven loos, maar bood hem onmiddellijk de hand en begon „Het is heel vriendelijk van u, majoor Agincourt U zult wel denken, dat ik mis bruik maak van uw bereidwilligheid, maar ik zou u zoo graag nog eens spreken... Gaat u zitten Hij keek haar ongewoon lang aan en toen hij zich dit bewust werd, verontschul digde hij zich met een „Het spijt mij, dat u er zóó uitziet U moet..." „Ik ben ook zeker wel erg ziek geweest. Het spijt mij intusschen als mijn uiterlijk u een schok heeft bezorgd „O... neen stamelde hij, „neem mij niet kwalijk. Ik wist dat u ziek is geweest en we hebben ons allen zeer bezorgd over u gemaakt." „Daar ben ik dan wel gevoelig voor en ook stel ik het ten zeerste op prijs, dat u gekomen is „Ik ben geheel te uwer beschikking „Het is een moeilijkheid die verband houdt met de geschiedenis die u laatst wel zoo goed was mij te vertellen." „Madame Miéville", viel hij in, „laat ik deze gelegenheid dan meteen te baat mo- gen nemen, om u vergeving te vragen voor de hoogst onbetamelijke wijze, waar op ik mij in Caïro tegenover u gedragen heb Het had van de noodlottigste gevol gen kunnen wezen. Over het geheel voel ik mij er innig beschaamd over Dit was dan wel een volkomen amende honorable, die zij aannam. „Laten wij hier niet meer op terugko men, majoor Agincourt. U had zeker uw eenige dagen volop in de groente zit, maar daarna niets meer heeft te oogsten. Wie geregeld, b.v. om de 14 dagen wat uitzaait, kan hef geheele voorjaar en den geheelen zomer door versche groenten uit zijn tuin halen. Dit gaat evenwel niet met spinazie en raapstelen deze groenten gaan bij warm weer doorschieten na begin April zaaie men ze daarom niet meer. Bij de zorg voor de bakken zij men in zonderheid op twee dingen bedacht le Waakt tegen schade door nachtvorsten, 't Mooie, zachte of zonnige weer doet ons soms vergeten, dat de nachten, vooral in den morgenstond nog zoo koud kunnen we zen. Men verzuime derhalve niet te dek ken ook de perzikboomen. 2e. Denk er aan, dat het luchten den geheelen zomer noodzakelijk is. Wordt dit slechts eenmaal verzuimd, dan kan dit al ten gevolge heb- hen, dat er veel verbrandt. In de eerste dagen van April kunnen de ramen al van de bloemkool en wortelen worden afgeno men. Mits zooals wij zeiden het dek ken voor den nacht niet wordt vergeten Bij goed weer late men nu ook het luch ten der bakken niet na bij spersieboonen en snij boonen zoo licht verbrandt anders het zachte blad. En ook de bloemen in de bakken dienen te worden gelucht. Wie een gazon heeft bij zijn huis en dit gaarne mooi houdt, móet ©m 't andere jaar zeker opnieuw inzaaien daarvoor is het dan thans de tijd. Is het terrein bemest en omgespit, dan wordt het zaad dik uit gestrooid met de hark goed ondergewerkt waarna het veld wordt gerold met een zwa ren rol, teneinde een vasten bodem te ver krijgen. Voor den imker geven we vooral dezen raad verwijder uit de bijenwoningen de beschimmelde raatvervang deze in kasten (lossen bouw) door uitgebouwde raampjes of kunstraat. Kort echter geen raat met fijn werk in, als het niet beschimmeld is, maar verwijder wel het darrement, behalve die op de uiterste raten. Let op de wasmot PAASCHTIJD IN VLAANDERENLAND. Felix Timmermans beschreef den Paaschtijd in Vlaanderen volgenderwijze in „Ons Eigen Tijdschrift" De lente komt Vlaanderen ingedreven op het water van stroomen en rivieren, die ge zwollen zijn en helder van de gesmolten sneeuw der bergen. Ze komen van de bergen uit het Zuiden, waar de zon al heet wordt en hunne wate ren heeft doorschenen, en ze gieten en stuwen hun zondoorzoende waters de lage landen in, beken, sloten, vijvers en plassen. En al dit vloeiend nat, dat ginder in het Zuiden reeds de lente en de bloemen heeft gezien en geroken, murmelt de kikvor- schen en het nieuwe gras wakker. En 't gras vertelt het aan de madeliefjes, die met bourgogne op hun wit kraagsken, ver baasd komen kijken. De wateren tokkelen de boterbloemen open, leggen sleute bloe men, trekken het lisch als zwaardpunten uit den grond, en de goede, domme boo- men zingen gelijk olifantsslurven met het sap de lente op, en duizend botten knallen open. De lente zit in het water, zij komt met het water, en voor de zon schijn geeft, staan de perzikboomkens al in roo den bloei, en groeit de paaschpalm in de hoven. De lucht geniet van het water, klaar en open worden de einders, zonder smoor en men ziet torens van verre steden. reden om mij te weigeren de geschiedenis toen mee te deelen, en het was evenzeer heel onbeleefd van mij, om er dan zoo op te Wijven aandringen. We zullen dus van weerskanten maar vergeven en vergeten dit zal wel het beste zijn, vindt u niet Dit zeggende glimlachte ze met dien betooverenden glimlach, die al zoo veel mannen het hoofd op hol gebracht had maar ze had wel allerminst berekend, aal Agincourt er nu zoozeer van onder den indruk zou komen. In' spijt van a.l: wat ze zei, was ze toen geenszins vergeten den smaad, haar door Agincourt aangedaan, met betrekking tot Winnie Falkner. Hij had haar immers niet goed genoeg geacht, dat zijn aanstaande vrouw haar zou kennen?... Die gedachte schrijnde haar steeds door het gemoed. Ze bloosde dan ook van verontwaardi ging, toen hij ineens het hoofd over haar hand boog en die kuste lang en vurig. Toen hij het hoofd weer ophief, ontmoet ten hun blikken elkaar en van weerskanten getuigden die van een onuitgesproken be kentenis zijn oogen zeiden „Ik aanbid je En dat kan je niet ontkennen Je moet het hooren aan ieder woord, dat iic tot je spreek, het zien aan iederen blik, dien ik op je werp „Ik begrijp je", zeiden haar oogen... maar ik wilde wel, dat dit niet zoo was. ik kan enkel trachten te voorkomen, dat je dit onder woorden brengt Ze zag nu bleeker dan ooit en sprak op kouden toon „De geschiedenis, die u mij vertelde van het gevaar waar de persoon aan bloot staat. die het Zonnesieraad terugbrengt, deed mij ten zeerste ontstellen want toen ik Egypte verliet, vertrouwde ik dit terug brengen toe' aan prins Ahmed Said." „Prins Said „Ja, die wilde zien, of hij niet de eige naars voor mij kon vinden. Hij dacht, dat hij eenige aanwijzing bezat." Er is zilver aan de horizonnen. Van ach ter de met molens geteekende verten ko men de groote vluchten vogelen. En de kiekens leggen paternosters van witte eieren. Nieuwe geruchten en geuren loo- pen uit bosch en beemd. De tijd van geven is gekomen. En als de zon dan eindelijk eens komt zien, verschiet ze er van, dat er al zooveel lente over Vlaanderen ligt getapijt. De boeren rekken zich, hun beenen zijn stram van 't zitten de blijde tijd van wer ken en zorgen duwt de staldeuren open de ploeg blinkt en 't zaad regent in de aarde. Maar als Die van daarboven niet mee helpt, dan komt er niets van in huis. En als 't Palmen-Zondag is geweest, en Jezus zijn blijde intrede doet op de zon gezeten, gaan ze met hun gezin, op een dag tus- schen Palmen-Zondag en Beloken Paschen, de gewijde palm langs de vier hoeken van hunne akkers planten. Op eiken hoek krab ben ze met de wijsvinger een kruisken in den grond en planten de palm er in. En laat nu de peryckelen des hemels te keer gaan lijk de duivel in een wijwater vat, het koren zal bloeien, het zaad zal kie men en de vette oogst zal hen verzadigen. En wie geen palmen in zijn hofken heeft, koopt hem van de palmleurders. In elk huis achter elk crucifixken, op elke kamer, in elke plaats wordt de palm gehecht tegen onweer en hemelsch vuur. En dan komt de Paaschweek vol purper verdriet. Jezus sterft. En al de kruizen in kerken en kapellen worden met purper floers omhangen. En waar men vroeger in de kerk, nevens de schoone liturgie van die dagen, de Paaschspelen vertoonde, de Passieweg van Jezus, blijft er nu nog één levend beeld van over de voetwassching op „Witten Donderdag". De twaalf oudste peekens uit het Gods huis, moeten de twaalf apostelen voorstel len en met hunne hooge zijden buis op, en met hun lange pitteleer aan, trekken ze naar de kerk. De pastoor-deken stelt Jezus voor, en de twaalf apostelen moeten gaan zitten op het koor, zes op een root. En zij doen hunne schoenen en kousen uit, en la ten propere bloote voeten zien (die op voor hand al gewasschen zijn, gelukkiglijk) en de pastoor wascht hunne voeten en zoent de voeten en daarvoor krijgt elke apostel een wit brood en een zilveren frank. De kerken zijn ledig, ontdaan van alle ver sierselen de altaars ontbloot, naakt en het geheel heeft een desolaat uitzicht, lijk een ledig huis, waaruit men verhuist, en waar men de schapraaien heeft open gezet. En alle lichten zijn uitgedoofd. De kleurige Heiligen in de loodramen staan er als een vergissing. De torens zwijgen en treuren, dezen morgen zijn alle klokken van alle torens, van heel de wereld tijdens de priester de laatste keer de „Gloria" zong, naar Rome gevlogen. Was dat een uittocht Op een gegeven uur begon de groote klok „Sint Gommer" het teeken te geven. Haar brommend drakengeluid wiegde eerst stil uit de galmgaten, maar allengs zwol en ronkte het feller, dat de oude toren er van waggelde en t' wierd zoo geweldig, zoo zwaar, dat heel de stad gonsde en er alle ruiten van ontroerden. En al de kleine klokken begonnen op hunnen klank te geven 't wierd een sym- phonie uit de torens en al de andere to rens der andere parochies, der kloosters en kapellen, der gehuchten, vlekken, dorpen Ze had openlijk willen spreken van het gevoelen dat de prins voor haar koesterde en zelfs van zijn onberedeneerde jalouzie, maar met de uitdrukking die ze nu in Agin- courfs oogen had gelezen, durfde ze dit niet te doen "Tot nog toe ben ik te ziek geweest, om er mij veel om te bekommeren, maar zoo- dra ik zelve mijn brieven in handen kreeg, vond ik dezen." Ze hield hem een lange, officieel-lijkende enveloppe voor, die aan haar geadresseerd was, in een handschrift, dat Agincourt zich wel meende te herinneren, als zijnde van prins Said. Hij vond er in het document, door den prins opgesteld en met de kruis jes onderteekend door Bramak, Darna en Kale. „In ieder geval kan hem toch geen leed overkomen zijn, als hij nog in staat was, dit te schrijven. Hoe hij er hen toe kan gebracht hebben om het symbool terug te nemen, zonder dat er een menschenleven bij zou geofferd worden, is mij een raad sel maar blijkbaar is hij er in geslaagd". „Denkt u dat vroeg ze met een zucht van verlichting. „Het is geheimzinnig Die brief werd gepost eind Augustus kwam hier aan begin September, en werd mij nu pas overhan digd. Maar ik begrijp niet hoe ik dan in dien tusschentijd niets zou gehoord hebben van prins Said „Waarom?... Verwachtte u dat dan?" vroeg hij met een zweem van jalouzie in zijn stem. „Ik had alle reden om te verwachten, dat als de prins slaagde, hij mij dit dan in persoon zoo gauw mogelijk zou komen meedeelen. Nog had zij er bij willen voe gen „om de belooning te vragen, die ik hem had belbofd", maar ze achtte hei raadzamer hier niet van te spreken. „Was prins Said een vriend vam u vroeg Agincourt, terwijl hij zich tegelijker tijd weer te. binnen bracht de spottende

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1