HOFBERG ORGEL Klöosterb&lsem ZATERDAG S3 MAART MAIL SHOES" zijn niet te vervangen 64e Jaargang 1926 Eerste BSad Brieven uit de Hofstad FEUILLETON „Liefhebben zult gij mij!" BINNENLAND Firma A.S.J. DEKKER Goes Stads= en Provincienieuws I^o. 61 VLISS1NGSCHE COURANT Bit riLii'imer hestaat uit 2 blaten Dr. P. van Hoek f Een merkwaardige figuur in Den Haag heengegaan in den persoon van dr. P. 'an Hoek. Hij was een type uit de opko mende periode van den landbouw en er is "pi geen tweede aan te wijzen die als hij ich er toe gezet heeft om den Nederland- hen land- en tuinbouw uit de aartsva derlijke sleur op te heffen tot een econo misch en modern bedrijf, dat vooral de re sultaten van de wetenschap aanvaardde, hrenlang is hij de leider geweest in alle landbou w-aangelegenheden, voor zoover de Staat zich daarmede inliet. Feitelijk ligt de tijd nog slechts een paar tientallen jaren ichter ons dat de bevordering van den landbouw geheel buiten de sfeer der over heidsbemoeiing lag. Er is wel geen be langrijker tak van maatschappelijk leven in ons land dan de land- en tuinbouw. Van vader op zoon ging het bedrijf over er werd niets aan veranderd, alles sjokte op den ouden voet voort eh nergens vierde het conservatisme zoo hoogtij als in deze be drijven. De boeren waren arm, al werkten ze hard zij hadden geen kennis van de wetenschappelijke ervaringen die opge daan waren zelfs stonden zij daar vijandig tegenover. Zij hadden geen zaken-kennis I en5 waren daardoor de dupe van sluwe handelsagenten, die hun waren opkochten en die met de winsten gingen strijken. De eerste stap ter verbetering zijn de proefvelden geweest, welke werden aange legd om de landbouwers te laten zien, dat met betere en wetenschappelijke toepas sing van bemesting en kweeken, veel hoogere resultaten waren te bereiken met dikwijls veel minder moeite. Het oude verhaal omtrent het werk en het leven van den boer is bekend. Een boer is iemand, zoo luidde het, die één aardap pel m den grond stopt, daarna zijn pijp gaat rooken, afwacht tot er uit die ééne aardappel twaalf andere zijn gegroeid dan er van die twaalf elf verkoopt, en weer één in den grond stopt enz. enz. Mis schien is er een tijd geweest dat deze pri mitieve gang van zaken heel dicht bij de werkelijkheid stond, 't Is nu echter heel anders, dank zij het landbouw-onderwijs dat thans in ieder dorp gegeven wordt, dank zij de voorlichting die door overheids bemoeiing van wetenschappelijke zijde wordt verstrekt. Het is voor een goed deel het werk geweest van dr. van Hoek en hem dient daarvoor de eer en de hulde te worden gebracht. Wie eens een kijkje neemt in het West- land en dit vijf en twintig jaar geleden icok wel eens heeft gedaan, zal het enorme I verschil opvallen. De kas-kweek bijv. is op reusachtige schaal toegepastde vei lingen zijn het bewijs dat handelsgeest ge komen is in de plaats van de stille tevre denheid met een schamel winstje. Vooral I is aan het platteland ten goede gekomen 1 de uitbreiding van de middelen van ver keer. Op een oude plaat in het bekende boek over Den Haag van De Riemer, zien wij den ouden Loosduinscshen weg met de Loosduinsche vaart. Daar gaat een groenteschuitje door die vaart. De plaaf is meer dan twee eeuwen oud maar het groenteschuitje had reeds het mode] dat tot voor kort'nog algemeen gebruikelijk was in het Westland en dat nog dagelijks te zien is. Wel een bewijs hoe weinig be weging er in het bedrijf valt te constafee- ren. Thans echter is dit befaamde „Westlan- dertje" gelijk het schuitje, dat zelfs een type is geworden, pleegt genoemd te wor den, aan het verdwijnen. Het is de vracht auto die het verdringt, 't is heelemaal geen ongewoon verschijnsel, dat op een tuinde- 'ïj in het WestJand een paar groote vracht auto's worden aangetroffen, naast eenige Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE 2^ (Nadruk verboden) ..Hij doet er juist heel wat aan... over act geheel geloof ik, dat hij een tamelijk ftoed exemplaar van de gewone soort man Maar het zal heusch 't beste zijn, dat je f|hs naar Grande Dunston gaat, dan kori je er zelf over oordeelen. Daar komt tamte ydia aan de deur, Roy. Toe, gauw". Hij keek haar aan, zoo'n vreemde klank ysn verlichting was er in den toon van "aar stem. Wi,tinie stelde hem voor aan zijn gast vrouw en. dat hij op die een aller-aange- «aamsten indruk had gemaakt, daar gaf nir.s. Wallace blijk van in de geestdriftige wijze waarop ze zich later tegenover haar mar'over den majoor uitliet. ..ten uitstekend mensch, zeker en waf f» knappe man om te zien. Juist de ge knikte echtgenoot voor Winnie Hij is oud pnoeg om voor haar te zorgen, zooals ^on^ere nian dit nooit kon gedaan 't'Dben. Waarlijk dat is mij een heel pak t,n 1 hartwant zii ze've 's n°g 200 j°n'S de gedachte is wel eens bij mij opgeko- soms niet wat te gauw was over- Ij.gaan tot haar verloving met iemand, 'en zij toch nog pas zoo kort kende mo'Ó z°uden de Smith's anders wel r gewaakt hebben", zei mr. Wallace. 1! aar toch betwijfel ik het, of ze nu zoo goed bij elkaar komen. Het verschil m minder in de jaren, dan in het tem- |jj ament- Winnie is zoo'n luchthartig klein daardoor schijint ze haast dan ook K fRer dan ze is". e' ..luchthartige kleine ding" kwam motorfietsen en een groot aantal gewone rijwielen. Deze drie middelen van verkeer hebben het platteland uit zijn isolement gehaald en eerst toen dit het geval was, bloeide de geest daar op en werd een gansch andere geest over de land- en tuin bouwers vaardig. Thans is hun bedrijf goed georganiseerd, op de hoogte van den tijd, toegerust met moderne hulpmiddelen en ten alle tijde vatbaar voor toepassing van al hetgeen de wetenschappelijke on derzoekingen hebben geleerd. Nogmaals in deze belangrijke ontwikke lingsperiode heeft dr. van Hoek een goede rol vervuld, is hij de stuwkracht geweest en is hij de pleiter geweest voor den boe- restand. Toen de Wageningsche hooge- school geopend werd, werd hem de eere- titel van doctor in de landbouw-weten- schap toegekend. Voor hem die eenmaal voor Jager-onderwijzer werd opgeleid en verder zichzelf heeft opgewerkt, een bizon- dere onderscheiding, die echter ten volle verdiend mocht heeten. Voor de steden is de ontwikkeling van het platteland van zeer groote beteekenis geweest. Het lijkt ons dat men daar meer belangstelling en meer waardeering voor die ontwikkeling mocht hebben dan thans over het algemeen het geval is. Een eco nomisch bedrijf is altijd in het voordeel van ons allen het lijkt misschien dat de financieele welvaart van de boeren ten koste van de stedelingen is tot stand ge komen, maar dat is ongetwijfeld niet zoo. Het is voor een goed deel de export naar het buitenland die deze welvaart bracht. Er is, wat de fourageering van de steden betreft, deze verbetering gekomen, dat de tusschenhandel voor een deel is verdwenen en dientengevolge een betere prijsverhou ding is ontstaan tusschen den groot- en den kleinhandel. Het zou ook. belangrijk zijn, eens een vergelijking te zien tusschen de opbrengst der belastingen ten plattelande voorheen en thans. We weten allen hoe vroeger de boer boek hield of liever gezegd geen boek hield. Het was daardoor onmogelijk na te gaan wat hij nu eigenlijk verdiende. Ook dat is door het landbouw-onderwijs zeer veel verbeterd en thans gelden de zelfde eischen van commercieeic boekhouding in het bedrijf van den land- en tuinbouw" als in de groote bedrijven in de steden. Het eenige waaraan het platteland nog ernstig lijdt is aan de overbevolking en hef is een bedenkelijk verschijnsel, dat men afvoering van het teveel in de richting der steden zoekt. Dat lijkt ons niet gelukkig. Het feit, dat Den Haag maar steeds een groot over schot aan vestigingen te zien geeft, is niet zoo verheugend als sommigen wel meenen. Op den duur zal zich dit moeten wreken en de toestanden in de steden worden er niet beter van. Vroeger bleef het over- groote deel van de plattelands-aanwas op den geboortegrond thans vloeit een deel af. Het ligt niet op onzen weg de gevolgen daarvan alle na te gaan, maar dat het een ernstig vraagstuk is, dat behandeling drin gend noodig heeft, is wel zeker. De tegenstelling stad-platteland bestaat nog, al is ze anders'geworden. Tot op ze kere hoogte is de afstand tusschen beide in geestelijken zin verminderd en dat moet aan beide ten goede komen. Het platteland kan niet anders dan voor deze ontwikkeling de nagedachtenis van een man als dr. P. van Hoek in hooge eere houden. EIBER. Speenhoff gaat in den Handel. Wij lezen in „de Tel." Speenhoff in den handel Plotseling heeft dit bericht het Neder- landsche publiek verrast en alle bewonde raars van het levenslied, zooais alléén Koos in staat is dat voort te brengen en uit te voeren, hebben zich afgevraagd of hier mee tevens het afscheid van het tooneel een feit is geworden en de dichtader wor den afgebonden. Wij kunnen dezen dadelijk geruststellen wat het laatste betreft. Speenhoff zou geen dichter zi'n als hij den drang wist te on derdrukken zoo nu en dan al wat zijn oog ziet en z'n geest doorleeft, in een liedeke uit te spreken. Hij blijft al wat hij de menschheid te vertellen heeft op zijn wijze bezingen. Hij heeff het ons voor zijn optreden te Hoorn nog eens duidelijk gezegd, dat men vooral niet moest denken dat het gebrek aan waardeering of belangstelling of een vermindering van succes was dat hem tot het besluit bracht; Mercurius te gaan die nen en Apollo ontrouw te worden.Of eigen lijk, ontrouw is het woord niet. Behalve het geheim van het levenslied heeft' Koos Speenhoff ook het geheim van een procédé. Dit laatste erfde hij van zijn' vader, die te Krimpen aan de Lek een fabriek had van isoleermateriaal. Dit bedrijf, dat in den laatsten tijd met stijgend succes werkt, is in een naamlooze vennootschap omgezet. Men heeft een groot bedrijfskapitaal ter beschikking en door de Naami. venn. is de dichler-zanger uitgenoodigd' als directeur op te treden. Koos heeft 'de uitnoodiging aangenomen en te Schiedam zal hij zijn directie vestigen. Vooral mevrouw Speenhoff-Prins, die steeds in de successe,n van haar man deelt, heeft dezen stap van haar echtvriend toe gejuicht. Het reizen en trekken is op den duur vermoeiend en „U zult niet gelooven misschien", aldus mevrouw Speenhoff, „maar liedjes zingen is zwaarder werk dan tooneelspelen". Het eerste jaar denkt het kunstzinnige paar er echter nog niet aan den arbeid neer te leggen men is er nog niet voor klaar om afscheid van de bühne te nemen. Ze zijn integendeel juist door het groote succes van den laatsten tijd, bezield met goeden moed. De kans is zelfs nog hee! groot dat zij dit jaar een tournée naar lndië gaan maken, vanwaar ze juist heel goede contracten hebben ontvangen. „Nee, het publiek' heeft ons nooit teleur gesteld, ofschoon we voelen, dat de smaak zich niet in gunstigen zin wijzigt. We zijn v/cl eens genoodzaakt liedjes naar voren te brengen, die voor ons zelve de bekoring missen. Maar nu, nu. zullen we meer naar onze eigen gevoelens gaan werken en den laatsten tijd van ons optreden gaan geven een bloemlezing van hetgeen door ons voor het meest waardevolle wordt gehouden. En als we afscheid' nemen... dan'zullen wij al leen nog bliiven optreden voor liefdadige doeleinden, zooals .dat al eerder door ons werd gedaan". Voorgoed het tooneel vaarwel zeggen, dat zouden ze niet kunnen. De Nederlandsche koorzang. Het Algemeen Nederlandsch Zangers verbond heeft aan eenige der belangrijkste zangvereenigingen en aan de plaatselijke zangersbonden twee circulaires gezonden, waarin er aan wordt herinnerd, dat kort geleden is opgericht het Algemeen Neder landsch Zangersverbond, een landelijk ver bond van mannen-, gemengde-, vrouwen en kinderkoren, met een nieuw organisatie- systeem, uitgaande van het denkbeeld van samenwerking der plaatselijke zangers bonden in landelijk verband, en de stich ting van zelfstandige plaatselijke afdee- lingen, waardoor combinatie van plaatse lijke en landelijke belangen in een groot Verbond mogelijk is. Een groot aantal vereenigingen en ook enkele plaatselijke bonden zijn reeds in het A. N. Z. V. ver- eenigd. Verder wordt verklaard, dat het Verbond opdracht heeft te trachten eeq, vereeniging van de bestaande bonden rot stand te brengen zoodanig, dat deze plaatselijke bonden met behoud van hun eigen zelfstandigheid, zich als afdeeling bij het A. N. Z. V. aansluiten. HET voor den kenner van goede muziek „The best of best". GEBRUIKTE INSTRUMENTEN worden ingeruild. Afbeeldingen en demonstraties gratis op aan vaag. (Ingez. Mededeeling.) Men stelt zich voor op een ander te be palen plaats en dag een samenspreking te organiseeren met 'de bestaande, nog niet bij het A. N. Z. V. aangesloten plaatselijke zangersbonden, teneinde de mogelijkheid van deze aansluiting nader onder de oogen te zien. VLISSINGEN, 13 MAART. Nat. Christen Geheelonthouders-vereeniging Ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan, van de afdeeling Vlissingen van de Nati onale Christen Geheel-onthoudersvereeni- ging, zal Donderdag a.s., des avonds 8 uur in de Groote Kerk een openbare wijdings samenkomst worden gehouden. Als sprekers zullen optreden de heeren ds. J. de Visser 'te Middelburg e.n ds. J. Henri Ledeboer te Amsterdam. De Christ, zangvereeniging „Hoop op Zegen", directeur de heer Breel, zal haar medewerking verleenen. Lezing over pluimveehouderij. Op uitnoodiging van de afdeeling Wal cheren der V. P. Z. sprak Woensdagavond in „Mercurius" te Middelburg de heer dr. te Hennepe, verbonden aan de Rijksserum- inrichting te Rotterdam, over Pluimveehou derij. Spr. begon met te zeggen, dat hij geens zins de bedoeling had om in korten tijd van zijn gehoor veeartsen te maken, hij wenschte alleen aanschouwelijk te doen zien hoe men thans de vele ziekten die in de pluimveewereld voorkomen, bestrijdt en ook geneest. Op duidelijke wijze zette spr. uiteen wat onder bacteriën wordt verstaan en hoe klein zij zijn, ja zelfs met een vergroot glas niet te zien en töch kunnen zij de meest gevreesde ziekten overbrengen. De lucht is gevuld met bacteriën. Alles wat leeft is cloor de microscoop slechts 1600 maal te vergrooten, om te zien wat men dan nog niet ziet, staan nog andere mid delen ten dienste. Spr. zet dan uiteen de vlugge wijze, waarop bacteriën zich ver menigvuldigen, zelfs in 24 uur tot diep in de duizendtallen. Men krijgt.dan een kolo nie die beter is te groepeeren voor verder onderzoek. Een prik met een naald in het bloed van een aan, cholera overgeleverde kip is bijv. voldoende om bij het geven van een schram met de naald op de kam van een andere kip, ook deze binnen 24 uur aan cholera te doen steryen. Om de ziekten te bestrijden moet men de uitwer king kennen, die de bacteriën kunnen heb ben. Spr. zette vervolgens uiteen, hoe men door toepassing van de methode, die men Reincultuur noemt, dieren krijgt met bloed, waarin tal van bacteriën, die dienen als serum tegen bacteriën bij andere dieren, die met een ziekte bedreigd worden. Hier door was het o.a. mogelijk de cholera ziekte, welke te Volendam onder de een den was uitgebroken, door seruminspui tingen in eenige dagen te doen ophouden. ss (Alleenverkoop PLOUVIER.) anders hoe langer hoe meer tot het besef van de reusachtige taak, die zij op zich genomen had. „Als hij mij >nog méér vragen stelt over Norberry, dan word ik gek", besloot ze haar overdenkingen. HOOFDSTUK XI11 „Ga je mee rijden, Winnie „Ik dacht, dat je vandaag met Dunston op jacht ging zeide Winnie, eenigszins verrast naar Agincourt kijkend. „Neen", zei hij, „die is voor een dag of wat naar de stad ik heb hem dus niet gezien, toen ik gisteren de familie een be zoek bracht. Sir Piers vroeg mij, tegen dat zijn zoon terug zou zijn." „O was al, wat Winnie hierop zei en ze ging voort met tuinieren. Agincourt was nu ongeveer een week thuis en zijn oogen hadden een andere uit drukking gekregen, als ze op haar rustten. Juist, als zij z'n blik niet merkte, keek hij dubbel scherp. ,„Nu, zullen we een ritje doen". „Het kan mij niet schelen", antwoordde Winnie lusteloos. Maar, als zag ze toen toch in, dat dit niet heel beleefd klonk, deed ze haar best toch wat meer belang stelling te toonen en veranderde ze haar a,ntwoord gauw in een „Zeker Zorg jij dan even voor den cart, terwijl ik mijn hoed opzet." „Goed Hij draalde even éér hij ging, met een voor hem ongewone besluiteloosheid. Hij had haar de hand op den schouder gelegd en het leek wel of hij iets wilde zeggen, terwijl ze daar zoo naast hem stond. Winnie's hart kromp ineen zoo zeer duchtte ze een liefkoozing. Misschien ver moedde hij iets van die vrees althans, hij nam zijn hand weg met een zucht, en verliet het vertrek zonder een woord te zeggen. Winnie begreep wel, dat haar gedrag jegen^ haar verloofde niet heel vriendelijk was geweest en plichtmatig had ze haar gezichtje tot een glimlach geplooid toen ze weer beneden kwam. Agincourt stond te wachten <giet den dog cart. Hij hielp haar instappe.n met zijn ge wone zorgzaamheid maar eenigszins tot Winnie's teleurstelling stuurde hij den groom weg.zoodat dit nu toch werkelijk een tête-a-tête werd. „Jij mcet mij maar eens vertellen, waar heen het 't prettigst rijden is Zóó... De zen kant uit Winnie was op het punt om te zeggen „Neen, niet hierheen Want dit was de kant van haar laatsten rit met Norberry, Maar dit vond zij toch ook weer niet eer lijk, want het was beslist de mooiste weg, en dus zei ze „Ja, zóó. En dan straks linksaf. Maar ik zal je wel waarschuwen." „Rijdt je hier dikwijls vroeg hij. Gelukkig keek hij haar .niet aan, want ze zag vuurrood. „Verleden week heb ik hier nog met Dunston gereden". ..Rijdt hij goed „ja, dat vind ik wel. Toen volgde er een pauze. Zij deed haar test, zoo weinig mogelijk meer aai] dezen rit te denken en hij zat ook stil voor zich uit te kijken, tot hij jineens zei „Als jullie dan te paard gaan rijdt je zeker over de duinen Dat is toch nog al een halsbrekende toer zeg Heb je hem al lang gekend, Winnie „Hem Wien ..Dunston." „Sinds we kinderen waren. Dat heb ik je in Cairo al verteld". „Ja, dat is zoo maar toen heeft het niet veel indruk op mij gemaakt". Andermaal stilte. Even later haalde hij diep adem en zei, snuivend „Hé. dat doet een mensch nog eens goed, die opwekkende lucht in te ademen na al die jaren, dat je er in een tropisch klimaat zoo nooit eens van genieten kon Winnie kreeg een gevoel of Ze zich nu had laten ontglippen de gelegenheid, die hij haar geboden had, om over Dunston te spreken. Intusschen bleef Norberry zóóda nig haar gedachten vervullen dat zij .niet eens lette op het jachthuisje, dat immers ineens zoo geheimzinnig weer bewoond v/as. Maar Agincourt lette er wel degelijk op. Het feit op zichzelve, daar in die vlak ke streek i.neens een woninkje te zien, was ai iets verrassends, en juist had hij Winnie om 'eenige toelichting willen vragen, toen de deur open ging en een vrouwegestalte in de deur verscheen. Dit was madame Miéville. Ofschoon het karretje op een behoorlij ken afstand van haar reed, was hem toch niet één enkele bijzonderheid van haar uiterlijk ontgaan. Ze stond een oogenblik uit te kijken naar het voorbijrijdend voertuigje, of ze iets anders had verwacht van dat naderbij- rollen van wielen. Ze zag opvallend bleek en groote angst stond in haar oogen te lezen. Maar wat Agincourt .nog het meest trof, ja, hem als •het ware- verpletterde was een plotse linge openbaring van haar leeftijd. Ze kon weinig ouder zijn dan Wi.nnie. Ze droeg een gladde zwarte japon, zonder eenige versiering, en daaroverheen een groote, witte schort, zooals pleegzusters die dra gen. Ondanks het verdriet, dat zoo duide lijk op haar gelaat te lezen stond, leek ze op dat oogenblik niet ouder dan drie- of vier-en-twintig en de gedachte, dat dit dus haar eigenlijke leeftijd moest zijn, scheen nog meer schrikwekkends toe te Spr. zegt, dat dit inspuiten zeer snel gaat, hij heeft'eens 600 kippen in één uur tij ds ingespoten. Iedere ziekte geeft haar eigen aardige vormen aan diverse lichaarnsdeelen en zoo is het spoedig te* zien aan welke ziekte de dieren lijden en welk serum moet worden aangewend. Achtereenvolgens toonde spr. afbeeldin gen van harten, levers, darmen met afwij kingen als knobbels, vlekken, als gevolg van de schade door bacteriën toegebracht. Doode en zieke dieren kunnen naar de seruminrichting te Rotterdam worden ge zonden, een dood dier pakt men in een courant en zendt het op, waarna de plaats, waar het dier gelegen heeft, met creoline, wordt ontsmet. Nimmer mag men het dier op de mestvaalt gooien, want het is een gevaar voor besmetting van de geheele omgeving. Na de pauze werden afbeeldingen ge toond van de vroegere slechte wijze van kippenhouden en de modelstallen, zooals die thans worden gebruikt en waarin lucht en licht en zonnestralen kunnen binnen dringen, ten voordeele van de gezondheid der dieren. De watervoorziening te Domburg. De commissie inzake watervoorziening had iiitnoodigingen rondgezonden tot bij woning van een lezing, te houden in het café „Wilhelmina" te Domburg. Spreker was de heer J. Boelen, hoofd directeur der gemeentebedrijven van Mid delburg. Er was voor deze lezing flinke belang stelling. De voorzitter der commissie, de heer Elout sprak een kort openingswoord en gaf daarna het woord aan den heer Boelen. Deze noemde de watervoorziening een ge meentebelang, vooral voor een gemeente als Domburg ten opzichte van het bezoek van badgasten. Daarna behandelde du spreker het wa- tervoorzieningsvraagstuk in drie deelen, en wel, het technisch deel, het hygiënisch deej, en het financieel deel. Bij het technisch deel legde de spreker vooral den nadruk op de verontreiniging van het water in regenbakken en welputten. Met een aantal platen werd dit nog toege licht. Ook moet het als een groot voordeel worden beschouwd, dat het water eener waterleiding onder druk staat, waardoor men in staat is het te gebruiken voor brandblussching. Spreker noemde het onverantwoordelijk des zomers veel gasten te trekken en niets voor de veiligheid van die gasten te doen voor het geval dat er brand zou uitbreden. Komende tot het hygiënische deel stelde spreker de vraag hoe het komt dat men iedere ziekte, die in Domburg en omstre- zijn lastig en pijn lijk en komen tel kens terug. Akkers Kloosterbalsem kan U er echter voor 'goed van verlossen. Wacht daarom niet langer maar koop nog heden een pot Akkers L Eveneens ongeëvenaard legen wonden d snijden, branden, stoolen of schrammen e als wrijfmiddel bij rheumatiek of j Overal verkrijgb. in porceleioen pot' 20Gr f0 50:50Gr.fl, lOOGr." 1 Eischt handteckaning- L I. (Ingez. Mededeeling.) voegen aan hetgeen hij al wist van haar privaat leven. Hij hield haar persoontje in het oog, zoo lang zij' daar bleef staan toen zag hij eerst, in het aangrenzend veld, het prach tige volbloed paard, en dit was hem een nieuwe openbaring. „Zeg, Winnie, wie woont daar in dat huisje vroeg hij, toen ze een eindje verder waren. „In dat huisje schrikte Winnie wakker uil haar gepeins. „Ja, wat staat dat daar verlaten, hé En blij, dat ze nu zooals vanzelf op een onderwerp was gekomen, waaraan geen pijnlijke herinneringen waren verbonden, vertelde ze althans het weinige, wat zij er van wist. „Het hoort aan een ouden dokter hij heeft het gekocht van een patiënt, die fail liet ging. Hij heeft het enkele keeren wel eens gebruikt als een jachthuisje maai er heeft zich ook nog nooit iemand opge daan om het te huren tot van het jaar. Ik weet niet, hoe de huurder heet. Toen ik zag, dat het verhuurd was, heb ik er dokter Corry naar gevraagd maar hij scheepte mij af. Hij zei dat het verhuurd was voor den zomer en daar zijn zaak waarnemer die dingen voor hem in orde bracht, wist hij niets van de huurders. Hij zei mij niet eens den naam." „Een gewaagd iets lijkt het mij om een huis te verhuren aan menschen, waar men zoo nagenoeg niets van weet". „Maar dat zei hij niet. Hij wilde alleen de zaak niet verder met mij bespreken en ik had geen lust, om mij nu bloot te stellen aan een terechtwijzing van den ouden man, om bijvoorbeeld niet zoo nieuwsgierig te zijn en mij met mijn eigen zaken te bemoei en, waar hij allemaal best toe in staat is". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1