HOFBERG ORGEL
Klöosterb&lsem
ZATERDAG S3 MAART
MAIL SHOES" zijn niet te vervangen
64e Jaargang
1926
Eerste BSad
Brieven uit de Hofstad
FEUILLETON
„Liefhebben zult gij mij!"
BINNENLAND
Firma A.S.J. DEKKER Goes
Stads= en Provincienieuws
I^o. 61
VLISS1NGSCHE COURANT
Bit riLii'imer hestaat uit 2 blaten
Dr. P. van Hoek f
Een merkwaardige figuur in Den Haag
heengegaan in den persoon van dr. P.
'an Hoek. Hij was een type uit de opko
mende periode van den landbouw en er is
"pi geen tweede aan te wijzen die als hij
ich er toe gezet heeft om den Nederland-
hen land- en tuinbouw uit de aartsva
derlijke sleur op te heffen tot een econo
misch en modern bedrijf, dat vooral de re
sultaten van de wetenschap aanvaardde,
hrenlang is hij de leider geweest in alle
landbou w-aangelegenheden, voor zoover
de Staat zich daarmede inliet. Feitelijk ligt
de tijd nog slechts een paar tientallen jaren
ichter ons dat de bevordering van den
landbouw geheel buiten de sfeer der over
heidsbemoeiing lag. Er is wel geen be
langrijker tak van maatschappelijk leven in
ons land dan de land- en tuinbouw. Van
vader op zoon ging het bedrijf over er
werd niets aan veranderd, alles sjokte op
den ouden voet voort eh nergens vierde het
conservatisme zoo hoogtij als in deze be
drijven. De boeren waren arm, al werkten
ze hard zij hadden geen kennis van de
wetenschappelijke ervaringen die opge
daan waren zelfs stonden zij daar vijandig
tegenover. Zij hadden geen zaken-kennis
I en5 waren daardoor de dupe van sluwe
handelsagenten, die hun waren opkochten
en die met de winsten gingen strijken.
De eerste stap ter verbetering zijn de
proefvelden geweest, welke werden aange
legd om de landbouwers te laten zien, dat
met betere en wetenschappelijke toepas
sing van bemesting en kweeken, veel
hoogere resultaten waren te bereiken met
dikwijls veel minder moeite.
Het oude verhaal omtrent het werk en
het leven van den boer is bekend. Een boer
is iemand, zoo luidde het, die één aardap
pel m den grond stopt, daarna zijn pijp
gaat rooken, afwacht tot er uit die ééne
aardappel twaalf andere zijn gegroeid
dan er van die twaalf elf verkoopt, en
weer één in den grond stopt enz. enz. Mis
schien is er een tijd geweest dat deze pri
mitieve gang van zaken heel dicht bij de
werkelijkheid stond, 't Is nu echter heel
anders, dank zij het landbouw-onderwijs
dat thans in ieder dorp gegeven wordt,
dank zij de voorlichting die door overheids
bemoeiing van wetenschappelijke zijde
wordt verstrekt. Het is voor een goed deel
het werk geweest van dr. van Hoek en
hem dient daarvoor de eer en de hulde te
worden gebracht.
Wie eens een kijkje neemt in het West-
land en dit vijf en twintig jaar geleden
icok wel eens heeft gedaan, zal het enorme
I verschil opvallen. De kas-kweek bijv. is
op reusachtige schaal toegepastde vei
lingen zijn het bewijs dat handelsgeest ge
komen is in de plaats van de stille tevre
denheid met een schamel winstje. Vooral
I is aan het platteland ten goede gekomen
1 de uitbreiding van de middelen van ver
keer. Op een oude plaat in het bekende
boek over Den Haag van De Riemer, zien
wij den ouden Loosduinscshen weg met
de Loosduinsche vaart. Daar gaat een
groenteschuitje door die vaart. De plaaf is
meer dan twee eeuwen oud maar het
groenteschuitje had reeds het mode] dat
tot voor kort'nog algemeen gebruikelijk
was in het Westland en dat nog dagelijks
te zien is. Wel een bewijs hoe weinig be
weging er in het bedrijf valt te constafee-
ren.
Thans echter is dit befaamde „Westlan-
dertje" gelijk het schuitje, dat zelfs een
type is geworden, pleegt genoemd te wor
den, aan het verdwijnen. Het is de vracht
auto die het verdringt, 't is heelemaal geen
ongewoon verschijnsel, dat op een tuinde-
'ïj in het WestJand een paar groote vracht
auto's worden aangetroffen, naast eenige
Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE
2^ (Nadruk verboden)
..Hij doet er juist heel wat aan... over
act geheel geloof ik, dat hij een tamelijk
ftoed exemplaar van de gewone soort man
Maar het zal heusch 't beste zijn, dat je
f|hs naar Grande Dunston gaat, dan kori
je er zelf over oordeelen. Daar komt tamte
ydia aan de deur, Roy. Toe, gauw".
Hij keek haar aan, zoo'n vreemde klank
ysn verlichting was er in den toon van
"aar stem.
Wi,tinie stelde hem voor aan zijn gast
vrouw en. dat hij op die een aller-aange-
«aamsten indruk had gemaakt, daar gaf
nir.s. Wallace blijk van in de geestdriftige
wijze waarop ze zich later tegenover haar
mar'over den majoor uitliet.
..ten uitstekend mensch, zeker en waf
f» knappe man om te zien. Juist de ge
knikte echtgenoot voor Winnie Hij is oud
pnoeg om voor haar te zorgen, zooals
^on^ere nian dit nooit kon gedaan
't'Dben. Waarlijk dat is mij een heel pak
t,n 1 hartwant zii ze've 's n°g 200 j°n'S
de gedachte is wel eens bij mij opgeko-
soms niet wat te gauw was over-
Ij.gaan tot haar verloving met iemand,
'en zij toch nog pas zoo kort kende
mo'Ó z°uden de Smith's anders wel
r gewaakt hebben", zei mr. Wallace.
1! aar toch betwijfel ik het, of ze nu zoo
goed bij elkaar komen. Het verschil
m minder in de jaren, dan in het tem-
|jj ament- Winnie is zoo'n luchthartig klein
daardoor schijint ze haast dan ook
K fRer dan ze is".
e' ..luchthartige kleine ding" kwam
motorfietsen en een groot aantal gewone
rijwielen. Deze drie middelen van verkeer
hebben het platteland uit zijn isolement
gehaald en eerst toen dit het geval was,
bloeide de geest daar op en werd een
gansch andere geest over de land- en tuin
bouwers vaardig. Thans is hun bedrijf
goed georganiseerd, op de hoogte van den
tijd, toegerust met moderne hulpmiddelen
en ten alle tijde vatbaar voor toepassing
van al hetgeen de wetenschappelijke on
derzoekingen hebben geleerd.
Nogmaals in deze belangrijke ontwikke
lingsperiode heeft dr. van Hoek een goede
rol vervuld, is hij de stuwkracht geweest
en is hij de pleiter geweest voor den boe-
restand. Toen de Wageningsche hooge-
school geopend werd, werd hem de eere-
titel van doctor in de landbouw-weten-
schap toegekend. Voor hem die eenmaal
voor Jager-onderwijzer werd opgeleid en
verder zichzelf heeft opgewerkt, een bizon-
dere onderscheiding, die echter ten volle
verdiend mocht heeten.
Voor de steden is de ontwikkeling van
het platteland van zeer groote beteekenis
geweest. Het lijkt ons dat men daar meer
belangstelling en meer waardeering voor
die ontwikkeling mocht hebben dan thans
over het algemeen het geval is. Een eco
nomisch bedrijf is altijd in het voordeel
van ons allen het lijkt misschien dat de
financieele welvaart van de boeren ten
koste van de stedelingen is tot stand ge
komen, maar dat is ongetwijfeld niet zoo.
Het is voor een goed deel de export naar
het buitenland die deze welvaart bracht.
Er is, wat de fourageering van de steden
betreft, deze verbetering gekomen, dat de
tusschenhandel voor een deel is verdwenen
en dientengevolge een betere prijsverhou
ding is ontstaan tusschen den groot- en den
kleinhandel.
Het zou ook. belangrijk zijn, eens een
vergelijking te zien tusschen de opbrengst
der belastingen ten plattelande voorheen en
thans. We weten allen hoe vroeger de
boer boek hield of liever gezegd geen boek
hield. Het was daardoor onmogelijk na te
gaan wat hij nu eigenlijk verdiende. Ook
dat is door het landbouw-onderwijs zeer
veel verbeterd en thans gelden de zelfde
eischen van commercieeic boekhouding in
het bedrijf van den land- en tuinbouw" als
in de groote bedrijven in de steden. Het
eenige waaraan het platteland nog ernstig
lijdt is aan de overbevolking en hef is een
bedenkelijk verschijnsel, dat men afvoering
van het teveel in de richting der steden
zoekt. Dat lijkt ons niet gelukkig. Het feit,
dat Den Haag maar steeds een groot over
schot aan vestigingen te zien geeft, is niet
zoo verheugend als sommigen wel meenen.
Op den duur zal zich dit moeten wreken
en de toestanden in de steden worden er
niet beter van. Vroeger bleef het over-
groote deel van de plattelands-aanwas op
den geboortegrond thans vloeit een deel
af. Het ligt niet op onzen weg de gevolgen
daarvan alle na te gaan, maar dat het een
ernstig vraagstuk is, dat behandeling drin
gend noodig heeft, is wel zeker.
De tegenstelling stad-platteland bestaat
nog, al is ze anders'geworden. Tot op ze
kere hoogte is de afstand tusschen beide
in geestelijken zin verminderd en dat
moet aan beide ten goede komen. Het
platteland kan niet anders dan voor deze
ontwikkeling de nagedachtenis van een
man als dr. P. van Hoek in hooge eere
houden. EIBER.
Speenhoff gaat in den Handel.
Wij lezen in „de Tel."
Speenhoff in den handel
Plotseling heeft dit bericht het Neder-
landsche publiek verrast en alle bewonde
raars van het levenslied, zooais alléén Koos
in staat is dat voort te brengen en uit te
voeren, hebben zich afgevraagd of hier
mee tevens het afscheid van het tooneel
een feit is geworden en de dichtader wor
den afgebonden.
Wij kunnen dezen dadelijk geruststellen
wat het laatste betreft. Speenhoff zou geen
dichter zi'n als hij den drang wist te on
derdrukken zoo nu en dan al wat zijn oog
ziet en z'n geest doorleeft, in een liedeke
uit te spreken.
Hij blijft al wat hij de menschheid te
vertellen heeft op zijn wijze bezingen.
Hij heeff het ons voor zijn optreden te
Hoorn nog eens duidelijk gezegd, dat men
vooral niet moest denken dat het gebrek
aan waardeering of belangstelling of een
vermindering van succes was dat hem tot
het besluit bracht; Mercurius te gaan die
nen en Apollo ontrouw te worden.Of eigen
lijk, ontrouw is het woord niet. Behalve
het geheim van het levenslied heeft' Koos
Speenhoff ook het geheim van een procédé.
Dit laatste erfde hij van zijn' vader, die te
Krimpen aan de Lek een fabriek had van
isoleermateriaal. Dit bedrijf, dat in den
laatsten tijd met stijgend succes werkt, is
in een naamlooze vennootschap omgezet.
Men heeft een groot bedrijfskapitaal ter
beschikking en door de Naami. venn. is de
dichler-zanger uitgenoodigd' als directeur
op te treden. Koos heeft 'de uitnoodiging
aangenomen en te Schiedam zal hij zijn
directie vestigen.
Vooral mevrouw Speenhoff-Prins, die
steeds in de successe,n van haar man deelt,
heeft dezen stap van haar echtvriend toe
gejuicht. Het reizen en trekken is op den
duur vermoeiend en „U zult niet gelooven
misschien", aldus mevrouw Speenhoff,
„maar liedjes zingen is zwaarder werk dan
tooneelspelen".
Het eerste jaar denkt het kunstzinnige
paar er echter nog niet aan den arbeid
neer te leggen men is er nog niet voor
klaar om afscheid van de bühne te nemen.
Ze zijn integendeel juist door het groote
succes van den laatsten tijd, bezield met
goeden moed. De kans is zelfs nog hee!
groot dat zij dit jaar een tournée naar
lndië gaan maken, vanwaar ze juist heel
goede contracten hebben ontvangen.
„Nee, het publiek' heeft ons nooit teleur
gesteld, ofschoon we voelen, dat de smaak
zich niet in gunstigen zin wijzigt. We zijn
v/cl eens genoodzaakt liedjes naar voren
te brengen, die voor ons zelve de bekoring
missen. Maar nu, nu. zullen we meer naar
onze eigen gevoelens gaan werken en den
laatsten tijd van ons optreden gaan geven
een bloemlezing van hetgeen door ons voor
het meest waardevolle wordt gehouden. En
als we afscheid' nemen... dan'zullen wij al
leen nog bliiven optreden voor liefdadige
doeleinden, zooals .dat al eerder door ons
werd gedaan".
Voorgoed het tooneel vaarwel zeggen,
dat zouden ze niet kunnen.
De Nederlandsche koorzang.
Het Algemeen Nederlandsch Zangers
verbond heeft aan eenige der belangrijkste
zangvereenigingen en aan de plaatselijke
zangersbonden twee circulaires gezonden,
waarin er aan wordt herinnerd, dat kort
geleden is opgericht het Algemeen Neder
landsch Zangersverbond, een landelijk ver
bond van mannen-, gemengde-, vrouwen
en kinderkoren, met een nieuw organisatie-
systeem, uitgaande van het denkbeeld van
samenwerking der plaatselijke zangers
bonden in landelijk verband, en de stich
ting van zelfstandige plaatselijke afdee-
lingen, waardoor combinatie van plaatse
lijke en landelijke belangen in een groot
Verbond mogelijk is. Een groot aantal
vereenigingen en ook enkele plaatselijke
bonden zijn reeds in het A. N. Z. V. ver-
eenigd. Verder wordt verklaard, dat het
Verbond opdracht heeft te trachten eeq,
vereeniging van de bestaande bonden rot
stand te brengen zoodanig, dat deze
plaatselijke bonden met behoud van hun
eigen zelfstandigheid, zich als afdeeling bij
het A. N. Z. V. aansluiten.
HET
voor den kenner van goede muziek
„The best of best".
GEBRUIKTE INSTRUMENTEN
worden ingeruild.
Afbeeldingen en demonstraties gratis
op aan vaag.
(Ingez. Mededeeling.)
Men stelt zich voor op een ander te be
palen plaats en dag een samenspreking te
organiseeren met 'de bestaande, nog niet
bij het A. N. Z. V. aangesloten plaatselijke
zangersbonden, teneinde de mogelijkheid
van deze aansluiting nader onder de oogen
te zien.
VLISSINGEN, 13 MAART.
Nat. Christen Geheelonthouders-vereeniging
Ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan,
van de afdeeling Vlissingen van de Nati
onale Christen Geheel-onthoudersvereeni-
ging, zal Donderdag a.s., des avonds 8 uur
in de Groote Kerk een openbare wijdings
samenkomst worden gehouden.
Als sprekers zullen optreden de heeren
ds. J. de Visser 'te Middelburg e.n ds. J.
Henri Ledeboer te Amsterdam.
De Christ, zangvereeniging „Hoop op
Zegen", directeur de heer Breel, zal haar
medewerking verleenen.
Lezing over pluimveehouderij.
Op uitnoodiging van de afdeeling Wal
cheren der V. P. Z. sprak Woensdagavond
in „Mercurius" te Middelburg de heer dr.
te Hennepe, verbonden aan de Rijksserum-
inrichting te Rotterdam, over Pluimveehou
derij.
Spr. begon met te zeggen, dat hij geens
zins de bedoeling had om in korten tijd
van zijn gehoor veeartsen te maken, hij
wenschte alleen aanschouwelijk te doen
zien hoe men thans de vele ziekten die in
de pluimveewereld voorkomen, bestrijdt en
ook geneest.
Op duidelijke wijze zette spr. uiteen wat
onder bacteriën wordt verstaan en hoe
klein zij zijn, ja zelfs met een vergroot
glas niet te zien en töch kunnen zij de
meest gevreesde ziekten overbrengen. De
lucht is gevuld met bacteriën. Alles wat
leeft is cloor de microscoop slechts 1600
maal te vergrooten, om te zien wat men
dan nog niet ziet, staan nog andere mid
delen ten dienste. Spr. zet dan uiteen de
vlugge wijze, waarop bacteriën zich ver
menigvuldigen, zelfs in 24 uur tot diep in
de duizendtallen. Men krijgt.dan een kolo
nie die beter is te groepeeren voor verder
onderzoek. Een prik met een naald in het
bloed van een aan, cholera overgeleverde
kip is bijv. voldoende om bij het geven van
een schram met de naald op de kam
van een andere kip, ook deze binnen 24
uur aan cholera te doen steryen. Om de
ziekten te bestrijden moet men de uitwer
king kennen, die de bacteriën kunnen heb
ben. Spr. zette vervolgens uiteen, hoe men
door toepassing van de methode, die men
Reincultuur noemt, dieren krijgt met bloed,
waarin tal van bacteriën, die dienen als
serum tegen bacteriën bij andere dieren,
die met een ziekte bedreigd worden. Hier
door was het o.a. mogelijk de cholera
ziekte, welke te Volendam onder de een
den was uitgebroken, door seruminspui
tingen in eenige dagen te doen ophouden.
ss
(Alleenverkoop PLOUVIER.)
anders hoe langer hoe meer tot het besef
van de reusachtige taak, die zij op zich
genomen had.
„Als hij mij >nog méér vragen stelt over
Norberry, dan word ik gek", besloot ze
haar overdenkingen.
HOOFDSTUK XI11
„Ga je mee rijden, Winnie
„Ik dacht, dat je vandaag met Dunston
op jacht ging zeide Winnie, eenigszins
verrast naar Agincourt kijkend.
„Neen", zei hij, „die is voor een dag of
wat naar de stad ik heb hem dus niet
gezien, toen ik gisteren de familie een be
zoek bracht. Sir Piers vroeg mij, tegen dat
zijn zoon terug zou zijn."
„O was al, wat Winnie hierop zei en
ze ging voort met tuinieren.
Agincourt was nu ongeveer een week
thuis en zijn oogen hadden een andere uit
drukking gekregen, als ze op haar rustten.
Juist, als zij z'n blik niet merkte, keek hij
dubbel scherp.
,„Nu, zullen we een ritje doen".
„Het kan mij niet schelen", antwoordde
Winnie lusteloos. Maar, als zag ze toen
toch in, dat dit niet heel beleefd klonk,
deed ze haar best toch wat meer belang
stelling te toonen en veranderde ze haar
a,ntwoord gauw in een
„Zeker Zorg jij dan even voor den
cart, terwijl ik mijn hoed opzet."
„Goed
Hij draalde even éér hij ging, met een
voor hem ongewone besluiteloosheid. Hij
had haar de hand op den schouder gelegd
en het leek wel of hij iets wilde zeggen,
terwijl ze daar zoo naast hem stond.
Winnie's hart kromp ineen zoo zeer
duchtte ze een liefkoozing. Misschien ver
moedde hij iets van die vrees althans, hij
nam zijn hand weg met een zucht, en
verliet het vertrek zonder een woord te
zeggen.
Winnie begreep wel, dat haar gedrag
jegen^ haar verloofde niet heel vriendelijk
was geweest en plichtmatig had ze haar
gezichtje tot een glimlach geplooid toen ze
weer beneden kwam.
Agincourt stond te wachten <giet den dog
cart. Hij hielp haar instappe.n met zijn ge
wone zorgzaamheid maar eenigszins tot
Winnie's teleurstelling stuurde hij den
groom weg.zoodat dit nu toch werkelijk
een tête-a-tête werd.
„Jij mcet mij maar eens vertellen, waar
heen het 't prettigst rijden is Zóó... De
zen kant uit
Winnie was op het punt om te zeggen
„Neen, niet hierheen Want dit was
de kant van haar laatsten rit met Norberry,
Maar dit vond zij toch ook weer niet eer
lijk, want het was beslist de mooiste weg,
en dus zei ze „Ja, zóó. En dan straks
linksaf. Maar ik zal je wel waarschuwen."
„Rijdt je hier dikwijls vroeg hij.
Gelukkig keek hij haar .niet aan, want ze
zag vuurrood.
„Verleden week heb ik hier nog met
Dunston gereden".
..Rijdt hij goed
„ja, dat vind ik wel.
Toen volgde er een pauze. Zij deed haar
test, zoo weinig mogelijk meer aai] dezen
rit te denken en hij zat ook stil voor zich
uit te kijken, tot hij jineens zei
„Als jullie dan te paard gaan rijdt je
zeker over de duinen Dat is toch nog al
een halsbrekende toer zeg Heb je hem
al lang gekend, Winnie
„Hem Wien
..Dunston."
„Sinds we kinderen waren. Dat heb ik je
in Cairo al verteld".
„Ja, dat is zoo maar toen heeft het niet
veel indruk op mij gemaakt".
Andermaal stilte.
Even later haalde hij diep adem en zei,
snuivend
„Hé. dat doet een mensch nog eens
goed, die opwekkende lucht in te ademen
na al die jaren, dat je er in een tropisch
klimaat zoo nooit eens van genieten kon
Winnie kreeg een gevoel of Ze zich nu
had laten ontglippen de gelegenheid, die hij
haar geboden had, om over Dunston te
spreken. Intusschen bleef Norberry zóóda
nig haar gedachten vervullen dat zij .niet
eens lette op het jachthuisje, dat immers
ineens zoo geheimzinnig weer bewoond
v/as. Maar Agincourt lette er wel degelijk
op. Het feit op zichzelve, daar in die vlak
ke streek i.neens een woninkje te zien, was
ai iets verrassends, en juist had hij Winnie
om 'eenige toelichting willen vragen, toen
de deur open ging en een vrouwegestalte
in de deur verscheen.
Dit was madame Miéville.
Ofschoon het karretje op een behoorlij
ken afstand van haar reed, was hem toch
niet één enkele bijzonderheid van haar
uiterlijk ontgaan.
Ze stond een oogenblik uit te kijken naar
het voorbijrijdend voertuigje, of ze iets
anders had verwacht van dat naderbij-
rollen van wielen.
Ze zag opvallend bleek en groote angst
stond in haar oogen te lezen. Maar wat
Agincourt .nog het meest trof, ja, hem als
•het ware- verpletterde was een plotse
linge openbaring van haar leeftijd. Ze kon
weinig ouder zijn dan Wi.nnie. Ze droeg
een gladde zwarte japon, zonder eenige
versiering, en daaroverheen een groote,
witte schort, zooals pleegzusters die dra
gen. Ondanks het verdriet, dat zoo duide
lijk op haar gelaat te lezen stond, leek ze
op dat oogenblik niet ouder dan drie- of
vier-en-twintig en de gedachte, dat dit
dus haar eigenlijke leeftijd moest zijn,
scheen nog meer schrikwekkends toe te
Spr. zegt, dat dit inspuiten zeer snel gaat,
hij heeft'eens 600 kippen in één uur tij ds
ingespoten. Iedere ziekte geeft haar eigen
aardige vormen aan diverse lichaarnsdeelen
en zoo is het spoedig te* zien aan welke
ziekte de dieren lijden en welk serum moet
worden aangewend.
Achtereenvolgens toonde spr. afbeeldin
gen van harten, levers, darmen met afwij
kingen als knobbels, vlekken, als gevolg
van de schade door bacteriën toegebracht.
Doode en zieke dieren kunnen naar de
seruminrichting te Rotterdam worden ge
zonden, een dood dier pakt men in een
courant en zendt het op, waarna de plaats,
waar het dier gelegen heeft, met creoline,
wordt ontsmet. Nimmer mag men het dier
op de mestvaalt gooien, want het is een
gevaar voor besmetting van de geheele
omgeving.
Na de pauze werden afbeeldingen ge
toond van de vroegere slechte wijze van
kippenhouden en de modelstallen, zooals
die thans worden gebruikt en waarin lucht
en licht en zonnestralen kunnen binnen
dringen, ten voordeele van de gezondheid
der dieren.
De watervoorziening te Domburg.
De commissie inzake watervoorziening
had iiitnoodigingen rondgezonden tot bij
woning van een lezing, te houden in het
café „Wilhelmina" te Domburg.
Spreker was de heer J. Boelen, hoofd
directeur der gemeentebedrijven van Mid
delburg.
Er was voor deze lezing flinke belang
stelling.
De voorzitter der commissie, de heer
Elout sprak een kort openingswoord en
gaf daarna het woord aan den heer Boelen.
Deze noemde de watervoorziening een ge
meentebelang, vooral voor een gemeente
als Domburg ten opzichte van het bezoek
van badgasten.
Daarna behandelde du spreker het wa-
tervoorzieningsvraagstuk in drie deelen, en
wel, het technisch deel, het hygiënisch
deej, en het financieel deel.
Bij het technisch deel legde de spreker
vooral den nadruk op de verontreiniging
van het water in regenbakken en welputten.
Met een aantal platen werd dit nog toege
licht.
Ook moet het als een groot voordeel
worden beschouwd, dat het water eener
waterleiding onder druk staat, waardoor
men in staat is het te gebruiken voor
brandblussching.
Spreker noemde het onverantwoordelijk
des zomers veel gasten te trekken en niets
voor de veiligheid van die gasten te doen
voor het geval dat er brand zou uitbreden.
Komende tot het hygiënische deel stelde
spreker de vraag hoe het komt dat men
iedere ziekte, die in Domburg en omstre-
zijn lastig en pijn
lijk en komen tel
kens terug. Akkers
Kloosterbalsem kan U
er echter voor 'goed van
verlossen. Wacht daarom
niet langer maar koop nog
heden een pot Akkers
L Eveneens ongeëvenaard legen wonden d
snijden, branden, stoolen of schrammen e
als wrijfmiddel bij rheumatiek of j
Overal verkrijgb. in porceleioen pot'
20Gr f0 50:50Gr.fl, lOOGr."
1 Eischt handteckaning- L I.
(Ingez. Mededeeling.)
voegen aan hetgeen hij al wist van haar
privaat leven.
Hij hield haar persoontje in het oog, zoo
lang zij' daar bleef staan toen zag hij
eerst, in het aangrenzend veld, het prach
tige volbloed paard, en dit was hem een
nieuwe openbaring.
„Zeg, Winnie, wie woont daar in dat
huisje vroeg hij, toen ze een eindje
verder waren.
„In dat huisje schrikte Winnie wakker
uil haar gepeins.
„Ja, wat staat dat daar verlaten, hé
En blij, dat ze nu zooals vanzelf op een
onderwerp was gekomen, waaraan geen
pijnlijke herinneringen waren verbonden,
vertelde ze althans het weinige, wat zij er
van wist.
„Het hoort aan een ouden dokter hij
heeft het gekocht van een patiënt, die fail
liet ging. Hij heeft het enkele keeren wel
eens gebruikt als een jachthuisje maai
er heeft zich ook nog nooit iemand opge
daan om het te huren tot van het jaar.
Ik weet niet, hoe de huurder heet. Toen
ik zag, dat het verhuurd was, heb ik er
dokter Corry naar gevraagd maar hij
scheepte mij af. Hij zei dat het verhuurd
was voor den zomer en daar zijn zaak
waarnemer die dingen voor hem in orde
bracht, wist hij niets van de huurders. Hij
zei mij niet eens den naam."
„Een gewaagd iets lijkt het mij om een
huis te verhuren aan menschen, waar men
zoo nagenoeg niets van weet".
„Maar dat zei hij niet. Hij wilde alleen
de zaak niet verder met mij bespreken en
ik had geen lust, om mij nu bloot te stellen
aan een terechtwijzing van den ouden man,
om bijvoorbeeld niet zoo nieuwsgierig te
zijn en mij met mijn eigen zaken te bemoei
en, waar hij allemaal best toe in staat is".
(Wordt vervolgd.)