2 GEBRUIKTE ORGELS WOENSDAG 3 MAART 64@ Jaargang FEUILLETON „Liefhebben zult gij mij BINNENLAND Stads= en Provincienieuws ,^-No- 52i VLISSINCSCHE COURANT A30NNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- f 2.20 per drie maanden. Franco hei geheele rijk 2.50. Week-abon- «menten 17 cent, ailes bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van i_4 tegels 1.10 voor iedere meer 26 cent bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kléine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop. Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij vooruitbetaling van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent- Familieberichten van 1—6 regels 1 1.70, iedere regel meer 26 cent. KAMER-OVERZICHT Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag 2 Maart. Ontbinding Na bijna drie maanden zaten wij weer eens bijeen. Nog altijd zonder Kabinet. Zonder werk dus. Maar nu wilde men eens >praten over den toestand. Dat toch is waarschijnlijk het doel der S.D.A.P. geweest inet haar voorstel om de Koningin te adviseeren tot Kamerontbinding over te gaan. Vandaag begon de vergadering met een hartelijk speechjé van den Voorzitter aan het adres van het Koninklijk Echtpaar, in verband met zijn huwelijk en... met den watersnood. Entoen de kwestie der Kamerontb'nding. De heer Albarda heeft allereerst het recht der Kamer willen verdedigen om zoo'n adres tot de Koningin te richten. Wie trok dat recht in twijfel? Art. 120 der Grondwet geeft de Kamer het recht zich met adressen tot de Kroon te richten. Her haaldelijk is dit ook geschied. Voorstellen als dit van den heer Albarda zijn reeds eerder voorgekomen, o.a. van de zijde van Groen van Prinsterer. Zoolang geen wet de Kamer verbiedt een adres te zenden, waarom zou ze het dan <niet mogen. Met dit deel van zijn be toog trapte de heer Albarda een open deur in. Het tweede deel van zijn rede bracht gelijk te begrijpen is, geen draadje nieuws. De geschiedenis der Kabinetscrisis sedert ij November kent ieder en de heer Albar da weet er niets meer van dan iedere krantenlezer. Het bedrijf van de tragedie, geleid door mr. Marchant, de d-rie bedrij ven geleid door dr. De Visser, het vijfde onder regie van mr. Limburg, ze zijn nu alle voorbij en bij een treurspel behoort geen zesde bedrijf. Een minderheidskabinet, een nationaal kabinet, een kabinet van moedige mannon, altegader vvenschen die men nog kan koes teren, keurde hij af. Van aanblijven van het kabinetColijn wilde hij natuurlijk •heelemaal niets weten. Tot zoover was alles eenvoudig en dui delijk. Niet eenvoudig en niet duidelijk was het echter welk nuttig effect nu in verband met dit alles een Kamerontbinding kan hebben. De partijen zijn dezelfde, in haar begin selen is geen verandering. De Kabinets crisis is een voortzetting varv de moeilijk heden die na de verkiezingen verrezen, maar die niet zijn opgelost. Waarom is nu de Kamer de schuldige Is er verwachting dat die er noemenswaard anders zal uit- MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 et Laxeer-Tabletten 60 ct Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Bij Apoth. en Drogisten (Ingez. Mededeeling.) Naar het Engclsch van DOLF WYLLARDE (Nadruk verboden) Tot haar voldoening hoorde ze hem zeggen ..öraag, mrs. Smith. Als het eenigszins hogelijk is ben ik van de partij. Om half legen dus aan the Savoy. Dank u tot ziens I" Winnie stond naast Aimée en keek op "aar hem met een stille bede om vergiffe- "Is in den blik, maar hij deed of hij haar "iet zag. Een dwaze angst vervulde haar toen ineens dat ze zijn vriendschap mis schien verspeeld had. -.Goeden dag, majoor' Agincourt 1" zeide ze schuchter. A goeden dag, miss Falkner." ^'jn blik keerde terug tot haar, of hij, in eens- haar tegenwoordigheid weer gewaar Bf» hij boog tot haar met een hoffe- iJKneid, zooals hi} die iedere vrouw zou etoond hebben. Maar Winnie besefte -nu Wjtot zjj gewoon was aan meer per soonlijke oplettendheid en die had zij "u verbeurd. riitr *r°k z'c^ teru£ ^en hoekje van het zift en me* 00S€n> die niet veel |en van de drukte om haar heen. *miners geen opzettelijkheid ge- dan en'"-was beleedigd welnu, pr/^hij maar beleedigd zijn ze zou Dit bad, met wien ze wilde was het slot van haar overdenkingen. HOOFDSTUK VII. ?°nder dat hij zich dit voorgenomen I zien na een verkiezing "Moet het gezant- I schap inzet zijn j Het is ons niet duidelijk geworden. Toen de heer Albarda zijn rede had ge- j eïivdigd vroeg niemand het woord. Men zeide ons weï dat mr. Marchanrthad willen spreken. Waarom was hij er dan niet Wie tegen den heer Albarda wil opkomen, moet toch beginnen met naar hem te luis teren en vooral het slot van zijn rede moest de motiveering van zijn voorstd bevatten. Niemand echter vroeg het woord en dus werd la mort sans frase over het voorstel uitgesproken. Met 70 tegen 24 stemmen. Alleen de S.D.A.P. en de communist De Visser stemde voor. Zoo ging de Kamer weer naar huis. Over de vraag of de behandeling die men aan het voorstelAlbarda deed te beurt vallen, al dan niet behoorlijk was kan men verschillend oordeelen. Misschien ware het beter geweest eenige korte ver klaringen af te leggen' waarom men tegen was. Het ware althans hoffelijker geweest. Noodig was het misschien niet en het zal veien wel gegaan zijn als ons wat een nieuwe verkiezing ons verder kan brengen het eenige dat bewezen diende te wor den is niet bewezen. Aan historie- schrijven hadden wij geen behoefte. De rede van den heer A'lbarda had goede momenten maar gaf niets nieuws. meeiute Agincourt toch, dat hij de SavAuWas die °P den bepaalden tijd bij de \vtiJ st°nd. Toch bleek dit niet zoo te bonfain ans u,'t schaduw, nabij den 5\ng tot het hotel, trad een Ara- ai(! nem op den arm tikte, met een De Kabinetscrisis. lu een driestar in „de Standaard" komt deze zinsnede vvor „Ons is bekend, dat van invloedrijke anti-revolutionaire zijde., den heer Limburg de raad gegeven is om zoo het met de beide christelijk-histori- schen niet vlotte in hun plaats twee linkschen uit te noodigen." Zijn wij wel ingelicht, aldus meldt de -f- -correspondent van het „Hbld.", dan heeft mr. Limburg dezen raad inderdaad nog opgevolgd/ In den loop der vorige week moet hij, toen hij een mislukking zijner pogingen tot oplossing der crisis in de eerstgekozen richting zag aankomen, met twee heeren van links over de bezet ting van de twee plaatsen der christelijk- historischen hebben overlegd, aanvankelijk met, doch ten slotte zonder gunstig resul- taat. Nederland en België. De „N.R.Ct." verneemt, dat het verzet tegen de door België voorgesteld» weder- zijdsche uitwisseling van hoogleeraren en studenten geenszins van het departement van buitenlandsche zaken is uitgegaan, maar veleer van het ministerie van onder wijs, dat bovendien de zaak geruimen tijd in studie heeft gehouden. Pas na het op treden van minister Rutgers kon een an dere koers worden gekozen. Nieuwe schepen voor de Kon. Paketvaart. Bij de gehouden aanbesteding van den bouw van vijf stoomschepen, bestemd voor den dienst der Koninklijke Pakketvaart Maatschappij op de Borneo-kust, zijn naar het Anetakantoor mededeelt, deze ais volgt gegund een schip (inclusief machine-in stallatie, te noemen „Patras") aan de Rot- damsche Droogdokmaatschappij te Rotter dam vier schepen, te noemen „Pahud", „Van Oudshoorn", „Valentijn" en „The- dens", aan de N.V. Internationale Scheeps bouw Maatsch. „De Maas" te Slikkerveer. De machine-installaties voor deze laatste schepen zullen worden geleverd door de Maatschappij voor Scheeps- en Werktuig bouw „Feyenoord" te Rotterdam. De sche pen zullen elk circa 2000 ton bruto meten. i bevolking tot 300.000 gestegen en nu in I Maart 1926 telt de residentie 400.000. in- woners. Hamburg, Antwerpen, Nieuwe Waterweg en Rotterdam. In de haven van Hamburg zijn in Febru ari binnengekomen 949 schepen, metende 1.225.695 ton, tegeni 968 schepen, metende 1.271.823 ton in Februari 1925, zijnde een vermindering met 19 schepen en een ver mindering. met 46.128 ton. In de haven van Antwerpen zijn in Fe bruari binnengekomen 778 schepen, met. 1.333.565 ton (herleid), tegen 780 schepen metende 1.292.908 ton (herleid) in Febru ari 1925. Er is dus een vermindering met 2 schepen en een vermeerdering met 40.657 ton. De cijfers van de havenbeweging over de eerste twee maanden van 1926 en 1925 zijn (met herleiding van de Antwerpsche cijfers om ze vergelijkbaar te maken) Hamburg Antwerpen Schepen Ton Schepen Ton 1926 1979 2.516.739 1622 2.886.781 1925 2109 2.662.842 1605 2.716.207 130 146.103 -f 17 170.574 N. Waterweg Rotterdam Schepen Ton Schepen Ton I 1926 2094 3.158.368 1671 2.582.434 1925 1927 2.832.647 1605 2.379.131 167 325.721 66 203.303 Over de eerste twee maanden van 1926 heeft dus de haven beweging van den Nieu wen Waterweg die van Antwerpen met 271.587 ton overtroffen, terwijl het verschil ten nadeel van Rotterdam in deze maan den 304.347 ton bedroeg. VLISSINGEN, 3 MAART. De residentie telt 400.000 inwoners. De gemeente 's-Gravenhage heeft giste ren her getal van 400.000 inwoners bereikt. In 1896 werd het tweede honderddui zendtal bereikt, in October 1913 was de „De dame vraagt u te spreken, howadji Agincourt zag nu aan den anderen kant van den weg de roerlooze gedaante van een dame te paard. Hij reed er heen en werd aangesproken door madame Miéville. Zij zag er schooner uit dan ooit in haar bevallige nauwsluitende amazone en vroeg ..Hoe maakt u het, majoor 7" Hij nam den hoed af en antwoordde „We schijnen de eersten te wezen". „Ja de Smiths zijn nooit zoo heel op tijd maar ze wonen ook zoo ver af. Ik zag u daar juist aankomen en zond den man op u af, om u te waarschuwen dat u toch- niet de eerste was, zooals u allicht zoudt gedacht hebben. Want ik moest wel aan den anderen kant van den weg blijven omdat ik een nieuw paard heb, dat nog wat schichtig is". „Is dit een nipuwe aankoop Met ongeloovigen blik bekeek hij het vurige Arabiertje, dat zij echter volkomen in haar macht scheen te hebben. „Ja. Door prins Said hoorde ik, dat hij te koop was en, nadat ik hem gezien en bereden had, vatte ik een vurige liefde voor hem op". „Ik hoop voor u, dat de prins den koop voor u sloot. De Arabieren kunnen gewel dig overvragen." „Neen. Ik moest alleen op mijn eigen gezond verstand vertouwen bij den koop." „Toch lijkt het mij, dat u er een goed rijdier aan heeft. Maar natuurlijk -kan ik er niet over oordeelen eer ik weet wat hij kan. Het teel ij ke vam een volbloed Arabier is, dat hif nooit eens kan stilstaan. Rijdt u hem vanavond Dan zou ik u raden, hem maar heel zacht te behandelen". Dit zeggende ging bij zich met anderen van het gezelschap gadorhouden. maar die enkele ontmoetmaffisl Itear had hem van streek gebracht. Hf ü»ed naast het rijtuig van de Smiths voort, en aan het Mena- hotef zou Winnie ook een ezeltje zien te krijgen. „Ja, waarlijk vroeg Agincourt. „U is dan wel verbazend gesteld op ezeltje-rij- Kunstkring „Het Zuiden". De tweede muziekavond, georganiseerd door den kunstkring „het Zuiden" werd gis terenavond in het Concertgebouw alhier gegeven. Wij moeten direct beginnen met te zeggen, dat het ons zeer speet, dat de zaal niet tot de uitsterste hoeken gevuld was. Het sympathieke streven van den kunstkring om hier eerste klas concerten te organiseeren, moest door een veel groo- ter gedeelte van het VJissirigsche publiek gesteund worden. De wetenschap, dat wat de kunstkring biedt, goed is en verre uit gaat boven het middelmatige, moest ons nu eens ontslaan van de té geringe belang stelling, die er voor kunstenaars, wier „na men" het fascineerenci, sensationeele mis sen, nog steeds bestaar. Maar de kunstenaressen waren er niet minder om. De gave en zuivere indruk, die ons al spoedig beheerschte, hebben we be houden tot het einde. Het pretentielooze optreden van de pianiste bewees ons di rect, dat het bij haar ging, niet uitsluitend om succes, maar om de kunst zelve. Toch kwam zij in de eerste twee num mers van het program nog niet volkomen tot haar recht. Wel werd in het „Arietta" van Leonard Leo (16941778) het thema mooi strak gehouden, maar in het tweede nummen „Gique" van Graun (17011759) misten we de warmte en hadden we het gaarne wat steviger gearticuleerd gehoord. De zangeres opende met „Suleika I" en „Suieika II" van F. Schubert en direct wer den we geboeid door de zeldzaam mooie alt van Julie de Stuers. Haar techniek is volkomen beheerscht en 't prachtige tim bre bracht ons vooral in het gevoelige en weemoedige onder een groote bekoring. In het „und mir bringt sein leises Fliistern von dem Fneunde tausend Grüsze", dat zoo warm en innig van toon werd ingezet, beloofde de zangeres ons ineens de vele heerlijke momenten, die ze ons dezen avond geven zou en ook gegeven heeft. En het ging in stijgende iijn. „Von ewiger Liebe" den. Het verwondert mij nog dat u uw vriend kapitein Potter niet tot een rit op dit edele #dier overhaalde „Ik geloof, dat u mij Zondag dan al heel kinderachtig en vervelend vondt 1" maakte Winnie nu van de gelegenheid gebruik om met haar excuus voor den dag te treden. „Maar kapitein Potter laat mij altijd lachen". „Zoo dacht ik er ook heelemaal niet over. Ik zag alleen maar met welgevallen, dat u zich amuseerde". „Maar u amuseerde u anders niet". „Daar ben ik te oud voor. Ik benijdde u intusschen uw genot". Het leek wel, of hij haar verontschuldi ging niet van harte aanvaardde. Vaag volgde haar blik de andere paren. Lady Jones en kapitein Potterkapitein Gaunt en madame Miéville. „Ik denk, dat ik niet meega tot aan de Pyramiden", zei mrs. Smith loom, toen ze bij het hotel stil hielden. Reggie en ik zul len ons zoo lang met koffie en likeurtjes getroosten, terwijl jullie van de Sphinx geniet en ons benijdf „Vergeet niet de graven van de pries ters", zei Reggie terwijl hij de dames hielp afstijgen. Die leveren zulke heerlijke don kere, beschutte hoekjes op waar men aan aller oogen onttrokken is." „Miss Falkner, u wilde een ezeltje heb ben, is het niet Wil ik er een voor u zien te krijgen „Graag", zei Winnie kleinmoedig. En nog kleiner voelde ze zich, toen ze op den rug van -het ezeltje zat, en Agin court, op zijn paard nog wel eens zoo hoog boven haar uitstak. Hij zond het ezeldrijvertje weg en, goed moedig, vroeg zij „Wilt u hem aan den leiband houden „Ik zou u wel aan den leiband willen houden", zei hij. ,Ik geloof, dat u dit soms wel eens verdient." „Toch zou ik het niet willen hebben". „Niet Onder geenerlei omstandig heden van John Brahms kwam in al zijn machtige grootheid tot ons en zeker komt een gedeelte van dit succes toe aan de uitstekende begeleiding. In Brahms voelden we het best de gelijke opvatting van de kunstenaressen en met enthousiaste bewondering luister den we naar het volgende „So willst Du des Armen", tot we tot de conclusie kwa men, dat alles, wat van binnen uit komt en als diep beleefd ons wordt weergegeven, ons moet aangrijpen, omdat dan de kunst ons laaft, ons bekoort en ons verheft. Als laatste nummer voor de pauze speel de de pianiste een „nocturne, Etude, Valse en Scherzo" van Chopin. Vooral in het laatste ontplooide Agnes Johns haar volle capaciteit. Hien boeide haar spel, was er spanning en suggestiviteit. De tweede helft van het programma be gon met drie liederen van Dina Appeldoorn. De zangeres heeft het zich met de keuze van deze liederen niet gemakkelijk ge maakt. Haar techniek is evenwel van dien aard, dat zij de moeilijkheden glorieus overwon en in het „Looft den Heer in 's Hemels kenck" liet ze ons genieten van haar krachtig geluid, dat af en toe, maar absoluut niet hinderlijk, in een mezzo so praan timbre overging. De uitstekende begeleiding ging aan ons niet ongemerkt voorbij en de pianiste daarvoor ons compliment. De bloemen als symbool van waardeering, die na dit num mer aan beide kunstenaressen werden aan geboden, waren zeer op haar plaats, wat aoor het publiek met krachtig applaus werd onderstreept. De pianiste had in het volgende nummer geen gemakkelijke taak. De Sonate (Opus 18) van B. v. d. Sigtcnhorst Meijer werd verleden jaar door den componist zelf hier gespeeld en onwillekeurig is men geneigd te vergelijken. Op het „Majestuoso", dat ons als even te slap gespeeld niet heele maal bevredigde, volgde het „Tranquillo", dat veel meer voldeed om te eindigen in de zeer goede vertolking van het „Tempestu- oso". Het laatste nummer bevatte vier oude Fransche liedjes. De zangeres liet ons hier in genieten van de veelzijdigheid van haar talent. De geestige tinteling van de eerste twee was al van een groote bekoring, maar het derde voldeed nog meer door de buitengewoon goed gevoelde naieve opvat ting en uitbeelding. In dit bedelliedje hoor de men de drenzirige kinderstem zonder dat de zangeres in overdrijving verviel. Ook het laatste was uitstekend e'n vormde een waardig slot voor dezen avond rijk aan goede en gewijde momenten. Het derde „Guignolet d'Saint Lazat" werd als toegift nog eens herhaald, waarna we dankbaar voor het genotene huiswaarts keerden, voor ons zelf den wensch koesterende, dat de kunstkring „het Zuiden", ons nog dik wijls in de gelegenheid zou stellen zulke goede concerten bij te wonen, als waarop hij ons dezen winter heeft vergast. Bazaar Leger des Heïls. Gisterenavond had in de zaal van het Leger des Heils aan de Gravestraat de plechtige opening plaats van den bazaar, welke daar deze week wordt gehouden ten bate van het restauratiefonds. Reeds lang voor den aanvang was de keurig met palmen en planten versierde zaal geheel gevuld met een groote schare van belangstellenden. Ten acht ure werd de bijeenkomst ge opend door den stafkapitein, den heer De Jong, die verzocht te zingen no. 117 uit den Liederenbundel „God is goed" en venvolgens „Heer ik hoor van rijken ze gen". Na het gemeenschappelijk zingen van deze liederen ging stafkapiteine mevr. De Jong voor in gebed, waarna het woord werd gevoerd door den kapitein Govaarts van Vlissingen, die de vele aanwezigen hartelijk welkom heette en zijn blijdschap er over uitsprak dat zooveien aan de tot standkoming van dezen bazar hebben mee gewerkt en bijgedragen. Zeer veel voor bereidende arbeid moest worden verricht Achter hen rees de reuzenmuur van de Pyramiden op. De rest van het gezlschap was reeds afgestegen en dacht er over, om de kolossen te bestijgen. Madame Miéville en kapitein Gaunt, die er beiden meermalen geweest waren, ston den al bij de helling. Een soort van waanzin maakte zich meester van Agincourt. Hij boog zich voor over en nam den teugel van het ezeltje in de hand „Nu, ik heb genoeg gezien van het mo nument van Cheops", zei hif. „Laten wij doorrijden kapitein Gaunt en madame Miéville achterop. We kunnen hier makke lijk voorbij, ze rijden maar langzaam... Kom „Maar majoor Agincourt Het is uw eerste bezoek U moet naar de Pyramiden kijken. Wilt u ze dan niet beklimmen stamelde Winnie. „Neen. Op den terugweg zal ik ze wel bekijken. Kom Hij gaf zijn paard de sporen en 't ezeltje moest wel volgen, of het wilde of niet. „Gaan we... op de vlucht"' hijgde ze, toen ze madame en haar cavalier voorbij- gestoven waren en de vurige Arabier be gon te steigeren. „O, wacht toch even We hebben madame's paard zoo'n schrik bezorgd I" „Dat is in orde... Zij is hem baas", zei Agincourt, eens even achterom kijkend. „Ben je buiten adem Nu zullen we het wat langzamer aanleggen." Ze reden om den heuvelrug heen, die het uitzicht geeft op de open ruimte, waar in de Sphinx ligt. Agincourt haalde de teu gels in en Winnie's ezeltje werd onmid- delijk kreupel, van het oogenblik af, dat het stil mocht staan en hij zette een diep- deerniswaardig gezicht l „Arm beestje Hebben wij 't zóó bont gemaakt troostte zij. „Maar mijn haar is ook half los". En ijlings begon ze het vast te steken, wat nog niet zoo'n heel gemakkelijk werk bleek te zijn. voordeeiig te koop. Ook op betaling in termijnen. KBP"" 5 jaar garantie. "^9® Firma A. S. i. DEKKER, Soes, (Ingez. Mededeeling.) en spreker dankte allen die door milde gif ten en geschenken dezen bazaar mogelijk hebben gemaakt. In 't bijzonder heette spr. welkom den heer P. G. Laernoes, wethou der van financiën, die zoo welwillend is geweest dezen bazaar te willen openen, en den heer majoor Grimijser uit Rotterdam, die door zijn tegenwoordigheid blijk van belangstelling gaf. Spreker sprak den wensch uit dat de ba zaar zooveel zal opbrengen, dat de schuld,, die nog op het korps Vlissingen rust, zal worden gedelgd. Hierna voerde majoor Grimijzer het woord, die zijn bewondering uitte voor de zen schitterenden bazaar. Nog zelden heeft spr. zulk een bazaar aangetroffen. Naar aanleiding van Psalm 122 i wees spreker op de blijdschap, die moet gevonden wor den bij het opgaan naar het Huis des Heeren. Vervolgens wees spreker op de kosten, welke aan de restauratie van het gebouw verbonden waren. Deze kosten hebben be dragen 6500, waarvan het korps Vlissin- fen een som van 1000 moet opbrengen pr. eindigde met de hoop uit te spreken, dat nog vele menschen in dit gerestaureer de Huis des Heeren zullen komen, opdat zij daar den waren God zonden vinden. Hierna verzocht majoor Grimijser den heer Laer noes dezen bazaar te willen openen. De heer P. G. Laernoes zeide met veel genoegen de uitnoodiging te hebben aange nomen. Als vertegenwoordiger der over heid komt spreker vaak met het maatschap pelijk werk van het Leger des Heils in aan raking, en dit wenk is' zeer nuttig. Doch nog meer verheugt het spreker omdat de arbeid van het Leger des Heils in de eerste plaats een geestelijken achtergrond heeft, nl. dat gezorgd wordt voor het heil der zielen. Wij zijn hiep nu bijeen voor een goede zaak nl. de behartiging der stof felijke belangen, om daardoor nog beter de geestelijke belangen te kunnen behartigen. Nadat door een jeugdig meisje op onbe rispelijke en eenvoudige wijze een gedicht was opgezegd, waarin uitkwam de zegen rijke arbeid van het Leger des Heils over de geheele wereld, sprak de heer Laernoes de hoop uit, dat de bazaar in alle opzichten aan het gestelde doel mag beantwoorden en Gods zegen op den arbeid moge rusten en verklaarde spreker daarna den bazaar voor geopend. Hierna verspreidden de aanwezigen zich door de zaal ter bezichtiging van de ver schillende standen en vonden ook wij ge legenheid een kijkje te nemen. In de zaal zelve trof ons allereerst de keurige en rijk van verschillende kantwer ken voorziene Indische „toko", welke bij de vele aanwezige huismoeders en a.s. huismoeders groote belangstelling trok. Verder is aanwezig een Indische fruittent, een boek- en plaathandel, enz. Eenige prachtige spreien en een schip zijn te koop gestdd, terwijl een keurige pop, waarvan men den (Bijbelschen) naam moet trach ten te raden de attractie verhoogen. Ook ontbreekt de traditioneele „grabbel ton" en visch-gelegenheid niet. Achter de zaal is een keurige Indische theetuin ge arrangeerd, waar de bezoekers van een heerlijk zitje kunnen genieten, en men door de verlichting met Chineesche lampions en het Indische aspect der omgeving zich ver plaatst waant in ons schoon Insulinde. Alles te samen genomen kunnen wij een bezoek aan dezen bazaar gerust aanbevelen en zagen wij dat dezen avond reeds een druk bezoek aan. den bazaar ten deel viel. Agincourt zat een oogenblik van haar te genieten. Toen legde hij zijn hand op haar arm en vroeg met vaste stem „Zeg, Winnie, denk je, dat je den lei band zou kunnen velen, als ik dien hield Ze liet de handen zakken, of ze door een schot getroffen was, en keek naar hem op, met de oogen van een verschrikt kind. „Je weet toch wat rk bedoel, is het niet vroeg hij meedoogenloos. „Zou je bang zijn, om mijn vrouw te wezen Hij sprak op den zacht-overredenden .toon, dien hij ook tegenover een kind zou hebben aangeslagen maar toch keek hij zéér ernstig en wachtte blijkbaar, in span ning, haar antwoord af. Ze huiverde licht, maar zei, peinzende „Ik geloof... dat ik het wel prettig zou vinden „Jou klein lief meisje lachte hij en zuchtte tegelijkertijd waarom dat wist hij niet, misschien ook omdat haar kinderlijke wijze van antwoorden maakte, dat hij zich zoo veel ouder voelde. Winnie keek, of ze half in den droom -was en Agincourt vond zelf, dat het verwonderlijk gauw in zijn werk gegaan was nog haast éér hij bet zelf wist. (Wordt vervolgd.) VOLKSGEZONDHEIDS. EN VEILIGHEIDSHOEKJE VOETGANGER. Loop op het trottoir rechts. Volg in smalle straten het rechtsche trottoir. Sta niet stil op het trottoir, daar, waar ge het passeeren van andere voetgangers belemmert of deze tot betreden van den rijweg dwingt. GEZONDHEIDSRAAD.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1