1 Piano en Orgel Fiima A.S J. DEKKER, Goes Het Dagboek van Hansje Teddybeer Voor de Vrouw en het Kind NtMGE ophoudelijlc p van de ze„„„ in rtieumatische i, uitgeput eergeslagen een oit est de :onder A'ls uw l, wordt e vergiften geheele enlken :men WJOPIJN .!l'ifc Pijn ia uy I de zenuwen rmatische pij™1» en ontraot: en Prikkel, oorzaak voor zjj, ian uw nieren et ij gedaan hebben i '•rs van het bloy nieren geen d,t nieren niet be uw bloed ver verspreide, I gestel. Het j, tijd om voM. I tegen chronische! aan t gij filters verzwakte nieren ernstige ziek. Verwaarloo. en leidt vaak t0| I ischias, nier- waterzucht of onge-1 Gebruik zonder uit I Nieren Pillen, hei I _j1 voor verzwakte! duizenden gevalle, ïw ch meer twiklkelen arlijk pit, tot :n. igpijn imiddel ben ibeterd. irpakking in glazen ilj. etiket (alom verkrijg, jor gij zeker zijt mlandscti goed te oi|. .75 per flaeon. j (Ingez. Mededeehng.) oor in 1 - 12.501 „,tuws. 5.® .20 Orkestconce" I 7.201 va" I ausen, 1300 M. iling", romant. op aarna nieuws. 9.50—' - de danskapel. 8.20 Fragmenten v«. erette van Lecocd- Koopman Kangaroe laat me van alles zien en eindelijk geeft hij me, uit zijn zakje e0n mooie gespikkelde boon cadeau. ,,Dank je wei, hoor ,,ln den grond stoppen, gauw in den grond stoppen", blaat hij en springt dan, met zijn vervaarlijke sprongen, weer weg. Wat n' aardige ontmoeting was dat PROGRAMMA ig 28 Februari. OM. 10.30 Freek door I gaarden van de Vrije Ge-1 erdam 2.304.30 Concert I -orkest, onder leiding van I t Willem van Warmeloo I g van mej. To Versluys, ine Nachtmusik, van Mo' I 2hr. Radio-omroep. o M. Adolfs. Fantasie van I [Aanvang van den dienst I Evangelische Gemeente te I het zingen van Ps. 11871 zen van Joh. 18 1 en 2. f an Fs. 146 de verzen 3 e en wijze van het lied 4461 an Joh. de Heer). Eerste predikatie over Joh. 18: het lied van ds. de Jonge I bundel van Joh. de Heer. f van de predikatie. Dank ing Gez. 273 1 en 2.1 en Zegen. Orgelspel Al-1 an J. Worp. 8.00 Persbe-1 litslagen. 8.10 Vocaal c jde koor „Bel Canto" en heer Alphons Vranken I praan, Vincent van Bers, ld door vioolspel van f M. 10.50 Tijdsein, I Concert door het moder-1 dse, viool. Manucci, ce Bennet, sopraan. J. f 00 Mrs. Patrick Campbt' I tragediennedeclamaties I io. 8.20 Het luiden van^ Orgelconcert 8.35 KA f n en preek. 9.05 Orgelcor-1 'fdadigheidsoinroep. 9201 uws. 9.35 Orkestconceit ntra alt. 10.50 Sluiten. Paris, 1750 M. 1051 'aris (piano, viool, cello) f hten. 8.35 Lezing La I -10.50 Jazzmuziek door de I ausen, 1300 M. - 11.201 et Rijksdaggebouw. Blaas-1 mg. 7.20 „Gyges und sein n 5 acten van Fr. Hebbel 8.35 Concert niet me- Vlme Joel, zang. 9.05 Le-1 tnents de la sernaine. 9201 het concert. 10.20 nieuws I M. 8.20—9.20 Morgen-1 ).00 Les in eenheids-kort-1 zing Möglichkeiten und I Luftschiffarht. 11.20 Ge-1 Rijksdaggebouvv, 3.20 Or-1 Schaakles. 6.50 Lezing soziale Lage des Bauern-| avigo",treurspel in 5 acten idag 1 Maart. OM.— 12.00 cn 7.30 Po-1 O—6.00 Kinderuurtje, ver-I Ant. van Dijk. Kinderlied-1 in. 6.00—7.00 Vooravond-1 H.D.O.-orkest, onder let-1 ipgens. 7.00—7.30 Radio- heer R. Swierstra, onder-1 den morseteekens overge-l mermuziek door het Haag- f t, bestaande uit de heerenl viool, Adolphe Pot, 2e vi-l alt viool. Charles van IsJ j. Annie Lieman, sopraan! ersberichten. OM. 1050 Tijdsein I ws. 11.20—1.20 Het radio-1 .ten (sopraan, bariton fjT 20 Tijdsein, orgelconcert I Litish wild animals I Dormouse. 4.20 Tijdsein, l insmuziek. 5.35 Kinderuur-1 uziek. 6.50—7.20 Omroep I i Tijdsein Big 'Ben, weer-1 7.45 Pianopreludes va I tK en zang van Wales, K )avid. G. Davies, banton inhowy concert-partij N. Davies, harp. 1^1 richt, nieuws. Lezing_- I :asurable IU.00— I •te van het radio-myster 1 >aris", 1750 M. Jaris. 2.05 Nieuws. 3.50—10, \\l. f l Mv -|U' e- 3. Ik maak een kuiltje en. leg mijn gekregen boon daarin. Wat zou er van komen Een gewoon plantje zal het heusch wel niet zijn. 4. Maar... terwijl ik er naast zit, en kijk, begint het te woelen op het plekje waar ik de boon heb gepoot. De aarde wordt op geduwd. en barst open... Dat gaat al heel gauw Woensdag vervolgJ kunt U door eenvoudig 2% jaar huren, in vollen EIGENDOM verkrijgen. Orgels vanaf 7 gulden per maand Piano's 17 (Ingez. Mededeehng.) 122351.50 OrkMj; I e", klucht. 6* Landwirtsc^, „.7.20 Concert o -kwartet. 1. lksconcert. Renaissance Lezing Marz. leger-1 Onder redactie van TRUUS EIJGENHUIJSEN. VOOR DE VROUW ROMMELIGE HUISHOUDENS. Er zijn van die huishoudens, waar nooit eens iets is, dat wil zeggen waar dit „iets" wel ergens moet zijn, maar waar niemand weet op welke plaats. Moeder moet bijvoorbeeld een pakje versturen, vader kan het nog net vóór hij naar kantoor gaat wegbrengen. Waar is pakpapier Er is geen pakpapier, alleen kranten. Waarom is er geen pakpapier Er ko men toch herhaaldelijk pakjes. Waar is dat papier dan gebleven Alles wordt onderste boven gehaald, kasten opengesloten, laden uitgetrokken., ha, eindelijk in het buffet, achter de broodtrommel Nu nog een touwtje. Wie heeft er een touwtje Niemand. Heeft nu niemand ergens een touwtje hemel een touwtje heeft toch iedereen (behalve de spreekster). Weer gezoek, onderste boven gehaal, eindelijk, hè gelukkig, een touwtje tus- schen de zakdoeken in de linnenkast. Nu de schaar. Waar is de schaar gebleven Wie heeft m'n schaar gebruikt Heeft nu niemand ergens m'n schaar gezien Tweede voorbeeld Vader's sokken zijn kapot, moeder gaat andere halen. Hè, wat is dat nu Daar moeten toch 4e sokken liggen Neen, geen sokken. O wacht eens, er zijn er een paar in de wasch, een paar hangen te drogen op zolder en de andere liggen nog in de ver- stelmand. Hè, hoe vervelend. Nu die ka potte maar even gauw gestopt. Waar is m'n stopnaald Hè, nooit eens een stopnaald. Dan maar een rijgnaald. Waar is de blauwe sajet? Er moet toch blauwe sajet zijn. Niemand m'n blau we sajet gezien Hè, wat een gezeur, dan maar roode sajet gebruiken. Eindelijk is de blauwe sok gestopt met 'oode sajet, als vader tenminste niet in- bjsschen met de kapotte sok aan verdwe nen is. De halve linnenkast en het heele naaimandje zijn onderste boven gehaald. Zoo zijn er meerdere dingen. Er zijn ge zinnen waar altijd de kachel op 't punt van uitgaan is, waar de maaltijd een ge beurtenis op goed geluk af is, waar altijd jen tekort is, hetzij aan huishoudgeld, Kruidenierswaren of kleeren, waar altijd «geharrewar" is onder de kinderen, met dienstpersoneel, met leveranciers, waar nooit eens iets wordt afgemaakt, nooit jens iets klaar voor de hand ligt. Kortom aar nooit eens iets in orde is. En dat ligt in den regel aan de huis- jouw En het grappige is, dat de huis- ijjbjydn van dergelijke gezinnen het steeds drukst hebben, zij kennen geen rust, dinH ^un loopt voort ga om of weg, ze gunnen zich niet de "Kuste ontspanning... Of is het eigenlijk heelemaal niet grap pig En ligt eigenlijk de schuld heelemaal niet aan de huisvrouw? Maar aan wiens schuld dan Kunnen onze huismoeders-lezeressen (of huisvaders-lezers) het probleem oplossen We willen die oplossing dan graag open baren, misschien dat er de rommelige huis houdens in werkelijkheid door opgelost worden in betere. We zien met belangstel ling de oplossingen tegemoet onder het motto „Rommelige huishoudens." VROUWENHART VOOR DIERENSMART. Opvoedkunde. Opvoedkunde is een kennis, Die niet iedereen verstaat, Maar toch denkt een ieder moeder ,,'k Ben een kraan, in groot formaat Kijk, zegt d'een, dat moet je zóó doen Als mijn kind soms iets niet wil. Geef ik het in allen eenvoud Een pak slagen op zijn bil Ik gebruik een mattenklopper, Zegt een tweede met veel vuur, 'k Wil niet eens mijn hand gebruiken, Dat gaat pijn doen op den duur. Weer een ander is méér practisch, Pakt haar slof en mept er op, En haar mond staat ook niet stil, hoor, 't Is een brulboei zonder stop. Zoo zwaait men, om 't kind te leeren Woest en wel den ouderstaf, Maar het kind wordt onverschillig Of de angst die maakt het laf. Maar ook deze „strafmethode" Leert men tevens aan het kind. Het wil ook graag klappen geven, 't Leert het ruw zijn heel gezwind Men geeft om maar iets te noemen 't Kind een zweep of wel een stok, En zegt dan Daar loopt een hondje, Jaag het nou maar naar z'n hok 't Kind gebruikt geen „zoete woordjes", Maar wel deeg'lijk stok en zweep, 't ls geleerd om slaag te geven, In de slaankunst wordt het leep Dón een kind is bang voor honden, Voor een poes, een geit, een paard, 't Komt op straat er eentje tegen, En 't is dadelijk doodsvervaard. Wat doet moeder nu daar tegen, Die met slaan haar kind regeert „Neem een steen, mijn arme jongske, Gooi hem maar, 't is jou geleerd Maar de angsten van die kleine Blijven voor dat dier bestaan, Het weet slechts Tc moet steenen gooien, Schoppen, trappen en hard slaan. Waarom niet het kind genomen En het bij het dier gebracht, En gezegd Kijk kind, dat diertje, Is heel zoet, want kijk, het lacht Bang zijn voor dat kleine diertje 't Is wat moois, wat staat dat laf'! Zoo leert men ze angst negeeren, Dierenliefde, zonder straf. Daarom moeders, slagengeefsters, Stokvischbeuksters van je kind, Later krijg jij zelf de klappen, Wordt gehaat en nooit bemind Nogmaals Leert je kinders liefde Voor de menschen en het dier Slaan en gooien is geen werk, Daarin vnidt men geen plezier Gaat eens praten inet je kleinen, Want daar ben je moeder voor, Schreeuw je kind niet onderstboven, Fluistert, zegt hun zacht in 't oor Wil je later, lieve kinders, Een goed mensch zijn, zoo het hoort, Neem voor d'arbeld slechts je handen, Voor je mondje een goed woord. HENKIE. GEZELLIGE SCHORTJES. Als het werk gereed is, willen we in huis toch altijd nog wel een schortje voor hebben, omdat zoo „zonder iets voor" het zoo ongezellig is. Maar zoö'n schortje moet natuurlijk niet den indruk geven alsof we aan de wasch- kuip staan of het eten aan 't bereiden zijn. Nu, met den besten wil van de wereld zal men dit niet kunnen zeggen van de schortjes op ons plaatje, die loutere „nie mendalletjes", genoeglijke „frutseltjes" zijn en toch juist voldoende om de gezel lige toets aan onze verschijning te geven. De schootjes bestaan allen uit een dub bel vierkant van 40 c.M. hoogte. De breede zijde (80 c.M.) wordt ingerimpeld om aan te passen bij het 40 c.M. breede en 10 c.M. hooge hartje, dat rond, vierkant of in een punt kan geknipt worden. Fleurige lintjes of bandfluweeltjes aan het hartje en het schootje dienen voor sluiting. Als garnee ring kan men randjes opborduren in waschbaar katoen, valencienne-kantjes aanzetten of open zoomen werken. Voor één schortje heeft men niet meer noodig dan 50 c.M. voile, linnen batist, mousseline o.d. NUTTIGE WENKEN. Een goede zeep om houtwerk, steen of zink te boenen,verkrijgt men van kleine restjes zeep, toilet- of huishoudzeep, die men met een scheutje water op een warm plaatsje smelten laat en deze zachte massa vermengt met een flinke hoeveelheid fijn schuurzand. Men kneedt er ballen van en boent hiermede. Aluminium voorwerpen die vuil zijn, maakt men weer schoon met kaliloog. Handen en vingers, paars van het roode kool schaven, krijgt men onmiddellijk blank, wanneer men ze afwrijft met een schijfje citroen. Het uitglijden van ladders voorkomt men door onder de ladder aan eiken kant een stukje gummie te spijkeren. ONS WEEKMENUE. Maandag Biefstuk, witte boonen, aard appelen rijst met appelmoes. DinsdagGehakt, koolraapjes, aardap pelen drie in de pan. Woensdag Klaprib, hutspotmacaroni- pap. Donderdag Aardappelsoep gebakken bloedworst, roode kool, aardappelen. Vrijdag Gebakken bokking, bieten, aardappelen griesbrij. Zaterdag Varkenscoteletten, zoete ap peltjes, aardappelen, wentelteefjes. ZondagVermecellisoep varkensrol lade, Brusselsch lof, aardappelen abri- kozenpudding. ABRÏKOZENPUDDING. Benoodigd 300 gram gedroogde abri kozen, 1 liter water, 200 gram suiker, 20 blaadjes witte gelatine. Bereiding Wasch de abrikozen in lauw water en week ze in ruim water gedu rende 24 uur. Zet ze met hetzelfde water op en laat ze in pl.m. 5 minuten gaar koken. De opgeloste gelatine met de suiker wordt er daarna bijgevoegd, waarna de massa door een paardeharen zeef wordt gewreven. Onder af en toe roeren laat men het mengsel gelei-achtig van dikte worden en giet het daarna in een met koud water omgespoelden vorm. Men dient de pudding op met vanillesaus. De Brievenbus Dames K. en G. te VI. willen het be schilderde hoedje namaken, dat onlangs beschreven werd en vragen of hiervoor ook andere verf en kleuren dan de aange geven kunnen gebruikt worden Antwoord Zeker kunt u inplaats van een tube witte verf, een tube crème verf nemen. Kunt u geen crème verf krijgen, dan mengt u eenvoudig wit en geel door een. Neemt u Napels geel, dat is een fijne, zachte tint. Voor het beschilderen van de ranken zou ik u aanraden geen batikverf te nemen, die lijkt me te vloeibaar. U kunt ook hiervoor gewone olieverf nemen of wel schablone verf, beiden zijn bestand tegen water. Maar mocht uw beschilderd hoedje door een regenbui wat verfomfaaid zien, dan kunt u het hoofddeksel weer eens een extra kwastje geven en dat is dan het grappige er van u kunt het weer eens een ander tintje geven. Met de tubeverf of schabloneverf gaat u er maar gewoon over heen. Ja, de mode maakt het ons te genwoordig wel gemakkelijk, 'k Hoop maar dat u slagen zult. Hoor ik het nog eens Ja zeker is het voldoende, wanneer u al leen maar even uw vraag schriftelijk doet vraagt u gerust alles wat u weten wilt. Mevr Van D. te VI. vraagt hoe lever traan vlekken uit donkerblauwe stof zijn te halen. Antwoord Levertraanvlekken kunt u behandelen als gewone vetvlekken, d.w.z. u legt er een grauw papier op en strijkt hierover met een warme bout, net zoo lang tot het papier geen vet meer opneemt. De vlekken zullen van de stof verdwenen zijn. Mocht u nog een moet zien, dan wrijft u tot slot voorzichtig met een beetje benzine. Den heer en Mevr. J. G. N. S. te VI. Dank voor uw vriendelijk schrijven en zeer waardeerende woorden. Het is zoo prettig ook eens van de ouders te hooren dat zij het kinderhoekje op prijs stellen. VOOR HET KIND IN 'T BOSCH. Tik, tik, tik, wat vreemd geluid, Klop, klop, klop, wat dat beduidt Tik, tik, tik, zoo gaat het maar, Onophoude'lijk na elkaar. Wie heeft 't in het bosch zoo druk Hamert, klopt er aan één stuk 't Zal het schoenmakertje der elfjes zijn. Die maakt schoentjes groot en klein. Hij maakt vast wel duizend paar, Vóór 't Lente is, moeten ze klaar. De elfjes wachten in lange rij. Gekleed in rose en lichtblauwe zij, In groen en in lila en in zachtgeel, In zilver en goud en in glazend fluweel, i De schoenmaker maakt ze elk een paar schoentjes, Met zijden strikjes of met pompoentjes. De voetjes der elfjes zullen ze sieren, Als ze door velden en bosschen gaan zwieren, Als ze in weiden de bloemjes gaan strooien En duizenden boomen met bloesems gaan tooien, Als ze des avonds in reien gaan dansen Bij 't maantje dat lacht en de sterren die glanzen. Tik, tik, rik, hoor toch eens aan 't Blijft maar haam'ren en maar slaan. Klop, klop, klop, zoo gaat het maar, Een, twee, drie al weer een paar. Kabouters, helpt met rappe handjes, Want er komen steeds meer klantjes Elfjes, mogen we komen kijken, Als ze aan Uw voetjes prijken Neen, de elfjes komen niet, Waar men menschenvoeten ziet, Maar je zult als 't Lente is, Hun sporen vinden, ja gewis EEN VERMAKELIJK SPELLETJE. Kennen jullie het spel „Gedachten le zen" Niet Nu, luister dan eens goed. Je moet er een vriend of een vriendin netje bij in 't geheim nemen. Je zegt tegen de spelers Ik ga de kamer uit en jullie moeten samen afspreken welk van de voorwerpen in de kamer jullie in gedachten neemt. Hebben jullie dat bepaald, dan roep je me binnen en ik zal jullie zeggen welk voorwerp het is. Hoe kan dat nu wordt er dan natuur lijk geroepen, daar gelooven we niets van Maar ze moeten het wel gelooven als werkelijk blijkt, dat hun gedachten goed geraden zijn. Weet je hoe dat raden gaat Degeen die mee in 't geheim is, blijft ook in de kamer zitten en hoort dus, welk voorwerp er wordt afgesproken in gedach ten te nemen. Als degeen die raden moet, nu binnen komt, kijkt hij direct naar zijn bondgenoot, die strak tuurt naar het be doelde voorwerp, zoodat hij het dadelijk weet. 't Is eigenlijk een fopperijtje, merk je wel VERDIENDE LOON. Vele jaren geleden was er eens een man, die in zijn akker een groot aarden vat vond. Zoo te zien was er eigenlijk niets aan. De man vond het ook, maar ach, een vat was er altijd wel te gebruiken, om er drinkwater of vruchtensap in te bewa ren. De man zette het vat dus op zijn schouder en droeg het naar huis. „Vrouw, hier heb je een vat, maak het schoon en bewaar er drinkwater in of wat je wilt." De vrouw ging dadelijk aan het werk. Ze borstelde dat het een lust was. Maar in haar ijver ontglipte haar op een zeker oogenblik de borstel, die in het vat terecht kwam en... meteen vulde het heele vat zich met borstels. Dat was een vreugde Want ze hadden het niet erg breed en de man kon nu de borstels verkoopen, zoodat hij een goed bestaan had. Op een anderen dag viel per ongeluk een geldstukje in het vat en... dadelijk vulde het vat zich met geld. En iederen keer als het vat leeg was en er werd een nieuw geldstukje ingeworpen, vulde het zich opnieuw. Nu was het gezin rijk, want ze konden nu net zoovee! geld krijgen als ze hebben wilden. Nu had de man een ouden grootvader dien hij het geld steeds op liet scheppen en dien hij uitschold als hij even wilde rusten. Op zekeren dag was de oude grootvader zoo moe van het scheppen, dat zijn krachten hem begaven. Hij viel voorover in het vat, doodziek en dadelijk vulde het vat zich met zieke grootvaders en het ver plegen van al die zieke grootvaders kostte zoo veel, dat de man niets meer overhield. En toen alle grootvaders weer hersteld waren, toen barstte het toovervat en viel in duizenden kleine scherfjes. Zoo was door zijn eigen schuld de man weer even arm als voorheen. SPRINGTOUW-LIEDJE. Nu het mooie weer in aantocht is, nu gaan de meisjes zeker weer haar spring touwen voor den dag halen. Wat een grappige liedjes heb je, hé Van Mamma sjelle van je hoela sjee Zing ik 't goed Ja, want je begrijpt, touwtje springen doe ik niet meer en het is al een tijdje geleden, dat ik het voor het laatst deed. Maar zal ik jullie nu eens een nieuw liedje leeren Nu, luister dan Arie Bombarie heeft een paardje, Dat kan draven in een vaartje, 't Houdt zijn pootjes stijf gestrekt, Maar 't staat stil als je 't niet meer trekt Arie wat geef je je paard te eten Hij krijgt altijd lekk're beten. Geef je je paardje leverworst Neen, dan krijgt m'n paardje dorst. Geef je je paardje dan soms spek Neen, dan wordt het een lekkerbek Arie Bombarie wat geef je hem dan Wat ik zelf niet eten kan VAN KRUIPEN EN STAAN. Jaapje had zusje nog niet anders gezien dan als een heel klein babytje in de wieg en later, kruipend op handjes en op knietjes over den grond. Op een dag ziet Jaapje, hoe het zijn eenjarig zusje na verscheidene mislukte pogingen gelukt, zich aan den stoel op te trekken en te blijven staan. En op vér- schrikten toon roept hij heel hard moe, kom eens gauw kijken, zusje staat op haar achterpootjes Ons Raadselhoekje Wat een gezellige briefjes allemaal. Nu, we zullen hier maar niet veel schrijven, om zoodoende ruimte te houden voor het beantwoorden van al die briefjes in het brievenhoekje. Nog even dit voor allemaal Hoe vinden jullie het heerlijke weer Gaan jullie er al op uit om katjes te zoeken Dat moet je doen en zoo'n bos thuis in een vaas zetten. Het is zoo leuk om dan de kleine groene blaadjes te voorschijn te zien kruipen. Dag Goede oplossingen kreeg ik van Bep van Duin Albert van der Linden Clasien Groenenberg Maria Werner Toos Melis; M. Sanderse Piet Voorbrood Mientje Smelik Lena Smelik Maatje Baljé; Pietje de Wijze Johanna Koole Lena Bijl Marie en Harry de Waal Jaantje de Ruijsscher Albert Debrae Maatje Koole Jeanette Merison Arie Brouwer Herman Visser Eelkje Visser Jaantje Koole Paula SchaarKo Versluijs Willy Swart Riek Brasser Jan Bazen en van een kind zonder naam. Eén goede oplossing kwam van F. R. van Rosevelt. Oplossingen Wilhelminadorp. Tee- kenschooL Pap, papa. Nieuwe Raadsels. (Oplossingen inzenden uiterlijk Dinsdag avond onder het opschrift „Ons Raadsel hoekje"). 1. Mijn geheel bestaat uit 13 letters en is iemand die in een groote stad onmis baar is. 4, 5, 6, 8 is een jongensnaam. 7, 11, 10, 2, 12 is niet droog. 13, 9, 4 behoort aan een boom. 1. 2, 3, 4, 11, 6, 7, 13 is niet goed. 2. Verborgen plaatsnamen in ons land Tot mijn verbazing hoor ik, dat ze is thuis gebleven. Wij hebben nogal genoegen 's winters, wij kunnen nogal veel uitgaan (2). Wees maar niet bang, ik blijf bij je Ik heb al dagen lang oorpijn. 3. Welk woord kun je maken van einurseviit (Allen ingezonden door Albert v. d. Linden). Ons Brievenhoekje F. R. van Rosenveldt. Je bent harte lijk welkom Fientje of Fritsje Jan Bazen. Ja, dat zou wel fijn zijn als je bij Piet kon logeeren. Dan gingen Jullie samen naar Artis en naar het Rijks museum en naar de poppenkast, die op den Dam vertoond wordt. Wat 'n plannen, hé Riek Brasser. O kaboutertje, kom je ook 's nachts stilletjes bij de menschen om hun schoenen en kleeren te maken Kom dan eens bij mij. Ik heb een mandje vol met kousen die gemaasd moeten worden en o, o, ik heb er zoo weinig zin in met dat mooie weer. Schandelijk hé Ja, groote menschen zijn ook wel eens lui Willy Swart. Maar Wil, weet je wel zeker dat het radijsjes geweest zijn Aan radijsjes komen alleen maar groene blaad jes. En zie je dat daaronder de grond openbreekt en een rood of wit bolletje door de aarde gluurt, dan kun je het plantje uit trekken. Ko Versluijs. Natuurlijk mag je mee doen, Ko. Welkom hoor Jaantje Koole. Maar Jaan, wat is dat nu Daar schrok ik nu toch echt van. Is heusch je been gebroken of heb je alleen maar je voet verstuikt 't Is nu zeker rustig liggen, hé Schrijf je me volgende week eens hoe het met je is. 't Geeft niet, doe 't nu maar gerust met potlood. Eelkje Visser. Houd je Jaan nu gezel schap en ben je haar trouw verpleeg stertje Jeannette Merison. Jeannet wat keu rig. Maar je moet vergeet-mij-nietjes niet rood schilderen, maar blauw, want dat zijn ze werkelijk. Maatje Koole. Vind je ze niet beeldig die sneeuwklokjes en crocussen Je ver zorgt ze zeker goed, hé Albert Debrae. Hè, wat is dat leuk, dat je van vader en moeder een tuintje krijgt, nu we in ons hoekje er over gaan praten. Spoedig komt het, hoor Jaantje De Ruysscher. Prettig, dat je nu ook een vriendin van me bent. Welkom hoor Ik houd er een apart hoekje in m'n hart op na voor m'n kleine Vüssingsche vriendinnetjes en vriendjes. Lena Bijl. Wel Lena, doe je ook mee met „De Heks van de Boschhut" Johanna Koole. Je houdt zeker veel van bloemen, hé Jo Pietje de Wijze. Neen, dat zou ook wel grappig wezen als kleine zusie dat al kon Leer je haar al lachen Dan trek je zeker grappige gezichten tegen haar. niet, zoodat ze 't uitschatert Maatje Baljé. Maatje, wanneer geef je een diner Weet je wat, nu het blijkt dat zooveel meisjes een keuken hebben, gaan we eens bepraten hoe je een heel poppendiner geven kunt en hoe je er de gerechten voor klaar maakt. Hoe vindt je dat? Lena Smelik. Ja, dat dacht ik heusch: Waar blijft Lena toch. Maar ik dacht ook Jullie zullen pa zooveel te vragen en te ver tellen en te laten zien hebben, dat er van het raadsel oplossen niet veel komt. Maar 't is prettig weer eens iets van je te hooren. Mientie Smelik. Maar Mien, wat heb ik iou een tijd gemist f Piet Voorbrood. Wees nu maar dub bel zuinig op je boek, Piet. Als je dan in Amsterdam zit en je haalt ie boek nog eens te voorschijn, dan denk ie nog eens aan Vüssinpen en aan het Raadselhoekje. M. Sanderse. Weineen, je tuintje hoeft heelemaal niet groot te wezen. Al kun ie er maar vier of vijf bloempjes zetten, 't is toch leuk Toós Melis. O Toos, nu weer ma- zelties. Pas maar oo, dat ze jou ook niet een bezoek komen brengen Maria Werner. Maria, ik ben toch zoo nieuwsgierig. Mag ik ie alvast een raad geven Begin niet direct met iets al te groot oo te zetten. Begin in 't kleine, dan heb je leans in 't groote goed te eindigen. Dag Maria, werk prettig. Ik denk veel aan je Clasien Groenenberg. Woensdag heb ik driemaal „Hoera voor Clasientje ge roepen. Heb je 't gehoord Bep van Duin. Bep, in de Brievenbus staat het antwoord voor moeder. Dag Hoe is 't met Jaap

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 3