1
Piano en Orgel
Fiima A.S J. DEKKER, Goes
Het Dagboek van Hansje Teddybeer
Voor de Vrouw en het Kind
NtMGE
ophoudelijlc
p van de ze„„„
in rtieumatische
i, uitgeput
eergeslagen
een
oit
est
de
:onder
A'ls uw
l, wordt
e vergiften
geheele
enlken
:men
WJOPIJN
.!l'ifc Pijn ia uy I
de zenuwen
rmatische pij™1»
en ontraot:
en Prikkel,
oorzaak voor zjj,
ian uw nieren et
ij gedaan hebben i
'•rs van het bloy
nieren geen d,t
nieren niet be
uw bloed ver
verspreide, I
gestel. Het j,
tijd om voM. I
tegen chronische!
aan
t gij
filters
verzwakte nieren
ernstige ziek.
Verwaarloo.
en leidt vaak t0| I
ischias, nier-
waterzucht of onge-1
Gebruik zonder uit I
Nieren Pillen, hei I
_j1 voor verzwakte!
duizenden gevalle,
ïw
ch meer
twiklkelen
arlijk
pit,
tot
:n.
igpijn
imiddel
ben
ibeterd.
irpakking in glazen ilj.
etiket (alom verkrijg,
jor gij zeker zijt
mlandscti goed te oi|.
.75 per flaeon. j
(Ingez. Mededeehng.)
oor
in
1
- 12.501
„,tuws. 5.®
.20 Orkestconce" I
7.201
va" I
ausen, 1300 M.
iling", romant. op
aarna nieuws. 9.50—' -
de danskapel.
8.20 Fragmenten v«.
erette van Lecocd-
Koopman Kangaroe laat me van alles
zien en eindelijk geeft hij me, uit zijn zakje
e0n mooie gespikkelde boon cadeau. ,,Dank
je wei, hoor
,,ln den grond stoppen, gauw in den
grond stoppen", blaat hij en springt dan,
met zijn vervaarlijke sprongen, weer weg.
Wat n' aardige ontmoeting was dat
PROGRAMMA
ig 28 Februari.
OM. 10.30 Freek door I
gaarden van de Vrije Ge-1
erdam 2.304.30 Concert I
-orkest, onder leiding van I
t Willem van Warmeloo I
g van mej. To Versluys,
ine Nachtmusik, van Mo' I
2hr. Radio-omroep. o
M. Adolfs. Fantasie van I
[Aanvang van den dienst I
Evangelische Gemeente te I
het zingen van Ps. 11871
zen van Joh. 18 1 en 2. f
an Fs. 146 de verzen 3 e
en wijze van het lied 4461
an Joh. de Heer). Eerste
predikatie over Joh. 18:
het lied van ds. de Jonge I
bundel van Joh. de Heer. f
van de predikatie. Dank
ing Gez. 273 1 en 2.1
en Zegen. Orgelspel Al-1
an J. Worp. 8.00 Persbe-1
litslagen. 8.10 Vocaal c
jde koor „Bel Canto"
en heer Alphons Vranken I
praan, Vincent van Bers,
ld door vioolspel van f
M. 10.50 Tijdsein, I
Concert door het moder-1
dse, viool. Manucci, ce
Bennet, sopraan. J. f
00 Mrs. Patrick Campbt' I
tragediennedeclamaties I
io. 8.20 Het luiden van^
Orgelconcert 8.35 KA f
n en preek. 9.05 Orgelcor-1
'fdadigheidsoinroep. 9201
uws. 9.35 Orkestconceit
ntra alt. 10.50 Sluiten.
Paris, 1750 M. 1051
'aris (piano, viool, cello) f
hten. 8.35 Lezing La I
-10.50 Jazzmuziek door de I
ausen, 1300 M. - 11.201
et Rijksdaggebouw. Blaas-1
mg. 7.20 „Gyges und sein
n 5 acten van Fr. Hebbel
8.35 Concert niet me-
Vlme Joel, zang. 9.05 Le-1
tnents de la sernaine. 9201
het concert. 10.20 nieuws I
M. 8.20—9.20 Morgen-1
).00 Les in eenheids-kort-1
zing Möglichkeiten und I
Luftschiffarht. 11.20 Ge-1
Rijksdaggebouvv, 3.20 Or-1
Schaakles. 6.50 Lezing
soziale Lage des Bauern-|
avigo",treurspel in 5 acten
idag 1 Maart.
OM.— 12.00 cn 7.30 Po-1
O—6.00 Kinderuurtje, ver-I
Ant. van Dijk. Kinderlied-1
in. 6.00—7.00 Vooravond-1
H.D.O.-orkest, onder let-1
ipgens. 7.00—7.30 Radio-
heer R. Swierstra, onder-1
den morseteekens overge-l
mermuziek door het Haag- f
t, bestaande uit de heerenl
viool, Adolphe Pot, 2e vi-l
alt viool. Charles van IsJ
j. Annie Lieman, sopraan!
ersberichten.
OM. 1050 Tijdsein I
ws. 11.20—1.20 Het radio-1
.ten (sopraan, bariton fjT
20 Tijdsein, orgelconcert I
Litish wild animals I
Dormouse. 4.20 Tijdsein, l
insmuziek. 5.35 Kinderuur-1
uziek. 6.50—7.20 Omroep I
i Tijdsein Big 'Ben, weer-1
7.45 Pianopreludes va I
tK en zang van Wales, K
)avid. G. Davies, banton
inhowy concert-partij
N. Davies, harp. 1^1
richt, nieuws. Lezing_- I
:asurable IU.00— I
•te van het radio-myster 1
>aris", 1750 M.
Jaris. 2.05 Nieuws.
3.50—10,
\\l. f
l Mv -|U'
e-
3.
Ik maak een kuiltje en. leg mijn gekregen
boon daarin. Wat zou er van komen Een
gewoon plantje zal het heusch wel niet zijn.
4.
Maar... terwijl ik er naast zit, en kijk,
begint het te woelen op het plekje waar ik
de boon heb gepoot. De aarde wordt op
geduwd. en barst open... Dat gaat al heel
gauw
Woensdag vervolgJ
kunt U door eenvoudig 2% jaar
huren, in vollen
EIGENDOM
verkrijgen.
Orgels vanaf 7 gulden per maand
Piano's 17
(Ingez. Mededeehng.)
122351.50 OrkMj; I
e", klucht. 6*
Landwirtsc^,
„.7.20 Concert o
-kwartet.
1.
lksconcert.
Renaissance
Lezing
Marz.
leger-1
Onder redactie van
TRUUS EIJGENHUIJSEN.
VOOR DE VROUW
ROMMELIGE HUISHOUDENS.
Er zijn van die huishoudens, waar nooit
eens iets is, dat wil zeggen waar dit „iets"
wel ergens moet zijn, maar waar niemand
weet op welke plaats.
Moeder moet bijvoorbeeld een pakje
versturen, vader kan het nog net vóór hij
naar kantoor gaat wegbrengen.
Waar is pakpapier
Er is geen pakpapier, alleen kranten.
Waarom is er geen pakpapier Er ko
men toch herhaaldelijk pakjes. Waar is dat
papier dan gebleven
Alles wordt onderste boven gehaald,
kasten opengesloten, laden uitgetrokken.,
ha, eindelijk in het buffet, achter de
broodtrommel
Nu nog een touwtje.
Wie heeft er een touwtje
Niemand.
Heeft nu niemand ergens een touwtje
hemel een touwtje heeft toch iedereen
(behalve de spreekster).
Weer gezoek, onderste boven gehaal,
eindelijk, hè gelukkig, een touwtje tus-
schen de zakdoeken in de linnenkast.
Nu de schaar.
Waar is de schaar gebleven Wie heeft
m'n schaar gebruikt Heeft nu niemand
ergens m'n schaar gezien
Tweede voorbeeld Vader's sokken zijn
kapot, moeder gaat andere halen.
Hè, wat is dat nu Daar moeten toch
4e sokken liggen Neen, geen sokken. O
wacht eens, er zijn er een paar in de
wasch, een paar hangen te drogen op
zolder en de andere liggen nog in de ver-
stelmand. Hè, hoe vervelend. Nu die ka
potte maar even gauw gestopt.
Waar is m'n stopnaald Hè, nooit eens
een stopnaald. Dan maar een rijgnaald.
Waar is de blauwe sajet? Er moet
toch blauwe sajet zijn. Niemand m'n blau
we sajet gezien Hè, wat een gezeur, dan
maar roode sajet gebruiken.
Eindelijk is de blauwe sok gestopt met
'oode sajet, als vader tenminste niet in-
bjsschen met de kapotte sok aan verdwe
nen is. De halve linnenkast en het heele
naaimandje zijn onderste boven gehaald.
Zoo zijn er meerdere dingen. Er zijn ge
zinnen waar altijd de kachel op 't punt
van uitgaan is, waar de maaltijd een ge
beurtenis op goed geluk af is, waar altijd
jen tekort is, hetzij aan huishoudgeld,
Kruidenierswaren of kleeren, waar altijd
«geharrewar" is onder de kinderen, met
dienstpersoneel, met leveranciers, waar
nooit eens iets wordt afgemaakt, nooit
jens iets klaar voor de hand ligt. Kortom
aar nooit eens iets in orde is.
En dat ligt in den regel aan de huis-
jouw En het grappige is, dat de huis-
ijjbjydn van dergelijke gezinnen het steeds
drukst hebben, zij kennen geen rust,
dinH ^un loopt voort
ga om of weg, ze gunnen zich niet de
"Kuste ontspanning...
Of is het eigenlijk heelemaal niet grap
pig En ligt eigenlijk de schuld heelemaal
niet aan de huisvrouw?
Maar aan wiens schuld dan
Kunnen onze huismoeders-lezeressen (of
huisvaders-lezers) het probleem oplossen
We willen die oplossing dan graag open
baren, misschien dat er de rommelige huis
houdens in werkelijkheid door opgelost
worden in betere. We zien met belangstel
ling de oplossingen tegemoet onder het
motto „Rommelige huishoudens."
VROUWENHART VOOR DIERENSMART.
Opvoedkunde.
Opvoedkunde is een kennis,
Die niet iedereen verstaat,
Maar toch denkt een ieder moeder
,,'k Ben een kraan, in groot formaat
Kijk, zegt d'een, dat moet je zóó doen
Als mijn kind soms iets niet wil.
Geef ik het in allen eenvoud
Een pak slagen op zijn bil
Ik gebruik een mattenklopper,
Zegt een tweede met veel vuur,
'k Wil niet eens mijn hand gebruiken,
Dat gaat pijn doen op den duur.
Weer een ander is méér practisch,
Pakt haar slof en mept er op,
En haar mond staat ook niet stil, hoor,
't Is een brulboei zonder stop.
Zoo zwaait men, om 't kind te leeren
Woest en wel den ouderstaf,
Maar het kind wordt onverschillig
Of de angst die maakt het laf.
Maar ook deze „strafmethode"
Leert men tevens aan het kind.
Het wil ook graag klappen geven,
't Leert het ruw zijn heel gezwind
Men geeft om maar iets te noemen
't Kind een zweep of wel een stok,
En zegt dan Daar loopt een hondje,
Jaag het nou maar naar z'n hok
't Kind gebruikt geen „zoete woordjes",
Maar wel deeg'lijk stok en zweep,
't ls geleerd om slaag te geven,
In de slaankunst wordt het leep
Dón een kind is bang voor honden,
Voor een poes, een geit, een paard,
't Komt op straat er eentje tegen,
En 't is dadelijk doodsvervaard.
Wat doet moeder nu daar tegen,
Die met slaan haar kind regeert
„Neem een steen, mijn arme jongske,
Gooi hem maar, 't is jou geleerd
Maar de angsten van die kleine
Blijven voor dat dier bestaan,
Het weet slechts Tc moet steenen gooien,
Schoppen, trappen en hard slaan.
Waarom niet het kind genomen
En het bij het dier gebracht,
En gezegd Kijk kind, dat diertje,
Is heel zoet, want kijk, het lacht
Bang zijn voor dat kleine diertje
't Is wat moois, wat staat dat laf'!
Zoo leert men ze angst negeeren,
Dierenliefde, zonder straf.
Daarom moeders, slagengeefsters,
Stokvischbeuksters van je kind,
Later krijg jij zelf de klappen,
Wordt gehaat en nooit bemind
Nogmaals Leert je kinders liefde
Voor de menschen en het dier
Slaan en gooien is geen werk,
Daarin vnidt men geen plezier
Gaat eens praten inet je kleinen,
Want daar ben je moeder voor,
Schreeuw je kind niet onderstboven,
Fluistert, zegt hun zacht in 't oor
Wil je later, lieve kinders,
Een goed mensch zijn, zoo het hoort,
Neem voor d'arbeld slechts je handen,
Voor je mondje een goed woord.
HENKIE.
GEZELLIGE SCHORTJES.
Als het werk gereed is, willen we in
huis toch altijd nog wel een schortje voor
hebben, omdat zoo „zonder iets voor" het
zoo ongezellig is.
Maar zoö'n schortje moet natuurlijk niet
den indruk geven alsof we aan de wasch-
kuip staan of het eten aan 't bereiden zijn.
Nu, met den besten wil van de wereld
zal men dit niet kunnen zeggen van de
schortjes op ons plaatje, die loutere „nie
mendalletjes", genoeglijke „frutseltjes"
zijn en toch juist voldoende om de gezel
lige toets aan onze verschijning te geven.
De schootjes bestaan allen uit een dub
bel vierkant van 40 c.M. hoogte. De breede
zijde (80 c.M.) wordt ingerimpeld om aan
te passen bij het 40 c.M. breede en 10 c.M.
hooge hartje, dat rond, vierkant of in een
punt kan geknipt worden. Fleurige lintjes
of bandfluweeltjes aan het hartje en het
schootje dienen voor sluiting. Als garnee
ring kan men randjes opborduren in
waschbaar katoen, valencienne-kantjes
aanzetten of open zoomen werken.
Voor één schortje heeft men niet meer
noodig dan 50 c.M. voile, linnen batist,
mousseline o.d.
NUTTIGE WENKEN.
Een goede zeep om houtwerk, steen of
zink te boenen,verkrijgt men van kleine
restjes zeep, toilet- of huishoudzeep, die
men met een scheutje water op een warm
plaatsje smelten laat en deze zachte massa
vermengt met een flinke hoeveelheid fijn
schuurzand. Men kneedt er ballen van en
boent hiermede.
Aluminium voorwerpen die vuil zijn,
maakt men weer schoon met kaliloog.
Handen en vingers, paars van het roode
kool schaven, krijgt men onmiddellijk
blank, wanneer men ze afwrijft met een
schijfje citroen.
Het uitglijden van ladders voorkomt men
door onder de ladder aan eiken kant een
stukje gummie te spijkeren.
ONS WEEKMENUE.
Maandag Biefstuk, witte boonen, aard
appelen rijst met appelmoes.
DinsdagGehakt, koolraapjes, aardap
pelen drie in de pan.
Woensdag Klaprib, hutspotmacaroni-
pap.
Donderdag Aardappelsoep gebakken
bloedworst, roode kool, aardappelen.
Vrijdag Gebakken bokking, bieten,
aardappelen griesbrij.
Zaterdag Varkenscoteletten, zoete ap
peltjes, aardappelen, wentelteefjes.
ZondagVermecellisoep varkensrol
lade, Brusselsch lof, aardappelen abri-
kozenpudding.
ABRÏKOZENPUDDING.
Benoodigd 300 gram gedroogde abri
kozen, 1 liter water, 200 gram suiker, 20
blaadjes witte gelatine.
Bereiding Wasch de abrikozen in lauw
water en week ze in ruim water gedu
rende 24 uur. Zet ze met hetzelfde water
op en laat ze in pl.m. 5 minuten gaar
koken. De opgeloste gelatine met de suiker
wordt er daarna bijgevoegd, waarna de
massa door een paardeharen zeef wordt
gewreven. Onder af en toe roeren laat men
het mengsel gelei-achtig van dikte worden
en giet het daarna in een met koud water
omgespoelden vorm. Men dient de pudding
op met vanillesaus.
De Brievenbus
Dames K. en G. te VI. willen het be
schilderde hoedje namaken, dat onlangs
beschreven werd en vragen of hiervoor
ook andere verf en kleuren dan de aange
geven kunnen gebruikt worden
Antwoord Zeker kunt u inplaats van
een tube witte verf, een tube crème verf
nemen. Kunt u geen crème verf krijgen,
dan mengt u eenvoudig wit en geel door
een. Neemt u Napels geel, dat is een fijne,
zachte tint. Voor het beschilderen van de
ranken zou ik u aanraden geen batikverf te
nemen, die lijkt me te vloeibaar. U kunt
ook hiervoor gewone olieverf nemen of wel
schablone verf, beiden zijn bestand tegen
water. Maar mocht uw beschilderd hoedje
door een regenbui wat verfomfaaid zien,
dan kunt u het hoofddeksel weer eens een
extra kwastje geven en dat is dan het
grappige er van u kunt het weer eens
een ander tintje geven. Met de tubeverf
of schabloneverf gaat u er maar gewoon
over heen. Ja, de mode maakt het ons te
genwoordig wel gemakkelijk, 'k Hoop maar
dat u slagen zult. Hoor ik het nog eens
Ja zeker is het voldoende, wanneer u al
leen maar even uw vraag schriftelijk doet
vraagt u gerust alles wat u weten wilt.
Mevr Van D. te VI. vraagt hoe lever
traan vlekken uit donkerblauwe stof zijn te
halen.
Antwoord Levertraanvlekken kunt u
behandelen als gewone vetvlekken, d.w.z.
u legt er een grauw papier op en strijkt
hierover met een warme bout, net zoo lang
tot het papier geen vet meer opneemt. De
vlekken zullen van de stof verdwenen zijn.
Mocht u nog een moet zien, dan wrijft u
tot slot voorzichtig met een beetje benzine.
Den heer en Mevr. J. G. N. S. te VI.
Dank voor uw vriendelijk schrijven en zeer
waardeerende woorden. Het is zoo prettig
ook eens van de ouders te hooren dat zij
het kinderhoekje op prijs stellen.
VOOR HET KIND
IN 'T BOSCH.
Tik, tik, tik, wat vreemd geluid,
Klop, klop, klop, wat dat beduidt
Tik, tik, tik, zoo gaat het maar,
Onophoude'lijk na elkaar.
Wie heeft 't in het bosch zoo druk
Hamert, klopt er aan één stuk
't Zal het schoenmakertje der elfjes zijn.
Die maakt schoentjes groot en klein.
Hij maakt vast wel duizend paar,
Vóór 't Lente is, moeten ze klaar.
De elfjes wachten in lange rij.
Gekleed in rose en lichtblauwe zij,
In groen en in lila en in zachtgeel,
In zilver en goud en in glazend fluweel, i
De schoenmaker maakt ze elk een paar
schoentjes,
Met zijden strikjes of met pompoentjes.
De voetjes der elfjes zullen ze sieren,
Als ze door velden en bosschen gaan
zwieren,
Als ze in weiden de bloemjes gaan strooien
En duizenden boomen met bloesems gaan
tooien,
Als ze des avonds in reien gaan dansen
Bij 't maantje dat lacht en de sterren die
glanzen.
Tik, tik, rik, hoor toch eens aan
't Blijft maar haam'ren en maar slaan.
Klop, klop, klop, zoo gaat het maar,
Een, twee, drie al weer een paar.
Kabouters, helpt met rappe handjes,
Want er komen steeds meer klantjes
Elfjes, mogen we komen kijken,
Als ze aan Uw voetjes prijken
Neen, de elfjes komen niet,
Waar men menschenvoeten ziet,
Maar je zult als 't Lente is,
Hun sporen vinden, ja gewis
EEN VERMAKELIJK SPELLETJE.
Kennen jullie het spel „Gedachten le
zen" Niet Nu, luister dan eens goed.
Je moet er een vriend of een vriendin
netje bij in 't geheim nemen. Je zegt tegen
de spelers Ik ga de kamer uit en jullie
moeten samen afspreken welk van de
voorwerpen in de kamer jullie in gedachten
neemt. Hebben jullie dat bepaald, dan roep
je me binnen en ik zal jullie zeggen welk
voorwerp het is.
Hoe kan dat nu wordt er dan natuur
lijk geroepen, daar gelooven we niets van
Maar ze moeten het wel gelooven als
werkelijk blijkt, dat hun gedachten goed
geraden zijn. Weet je hoe dat raden gaat
Degeen die mee in 't geheim is, blijft ook
in de kamer zitten en hoort dus, welk
voorwerp er wordt afgesproken in gedach
ten te nemen. Als degeen die raden moet,
nu binnen komt, kijkt hij direct naar zijn
bondgenoot, die strak tuurt naar het be
doelde voorwerp, zoodat hij het dadelijk
weet.
't Is eigenlijk een fopperijtje, merk je
wel
VERDIENDE LOON.
Vele jaren geleden was er eens een
man, die in zijn akker een groot aarden
vat vond. Zoo te zien was er eigenlijk
niets aan. De man vond het ook, maar ach,
een vat was er altijd wel te gebruiken, om
er drinkwater of vruchtensap in te bewa
ren. De man zette het vat dus op zijn
schouder en droeg het naar huis.
„Vrouw, hier heb je een vat, maak het
schoon en bewaar er drinkwater in of
wat je wilt."
De vrouw ging dadelijk aan het werk.
Ze borstelde dat het een lust was. Maar
in haar ijver ontglipte haar op een zeker
oogenblik de borstel, die in het vat terecht
kwam en... meteen vulde het heele vat
zich met borstels.
Dat was een vreugde Want ze hadden
het niet erg breed en de man kon nu de
borstels verkoopen, zoodat hij een goed
bestaan had.
Op een anderen dag viel per ongeluk
een geldstukje in het vat en... dadelijk
vulde het vat zich met geld. En iederen
keer als het vat leeg was en er werd een
nieuw geldstukje ingeworpen, vulde het
zich opnieuw. Nu was het gezin rijk, want
ze konden nu net zoovee! geld krijgen als
ze hebben wilden.
Nu had de man een ouden grootvader
dien hij het geld steeds op liet scheppen en
dien hij uitschold als hij even wilde rusten.
Op zekeren dag was de oude grootvader
zoo moe van het scheppen, dat zijn
krachten hem begaven. Hij viel voorover
in het vat, doodziek en dadelijk vulde het
vat zich met zieke grootvaders en het ver
plegen van al die zieke grootvaders kostte
zoo veel, dat de man niets meer overhield.
En toen alle grootvaders weer hersteld
waren, toen barstte het toovervat en viel
in duizenden kleine scherfjes.
Zoo was door zijn eigen schuld de man
weer even arm als voorheen.
SPRINGTOUW-LIEDJE.
Nu het mooie weer in aantocht is, nu
gaan de meisjes zeker weer haar spring
touwen voor den dag halen. Wat een
grappige liedjes heb je, hé Van Mamma
sjelle van je hoela sjee Zing ik 't goed
Ja, want je begrijpt, touwtje springen doe
ik niet meer en het is al een tijdje geleden,
dat ik het voor het laatst deed. Maar zal
ik jullie nu eens een nieuw liedje leeren
Nu, luister dan
Arie Bombarie heeft een paardje,
Dat kan draven in een vaartje,
't Houdt zijn pootjes stijf gestrekt,
Maar 't staat stil als je 't niet meer trekt
Arie wat geef je je paard te eten
Hij krijgt altijd lekk're beten.
Geef je je paardje leverworst
Neen, dan krijgt m'n paardje dorst.
Geef je je paardje dan soms spek
Neen, dan wordt het een lekkerbek
Arie Bombarie wat geef je hem dan
Wat ik zelf niet eten kan
VAN KRUIPEN EN STAAN.
Jaapje had zusje nog niet anders gezien
dan als een heel klein babytje in de
wieg en later, kruipend op handjes en op
knietjes over den grond.
Op een dag ziet Jaapje, hoe het zijn
eenjarig zusje na verscheidene mislukte
pogingen gelukt, zich aan den stoel op te
trekken en te blijven staan. En op vér-
schrikten toon roept hij heel hard moe,
kom eens gauw kijken, zusje staat op haar
achterpootjes
Ons Raadselhoekje
Wat een gezellige briefjes allemaal. Nu,
we zullen hier maar niet veel schrijven,
om zoodoende ruimte te houden voor het
beantwoorden van al die briefjes in het
brievenhoekje. Nog even dit voor allemaal
Hoe vinden jullie het heerlijke weer Gaan
jullie er al op uit om katjes te zoeken Dat
moet je doen en zoo'n bos thuis in een
vaas zetten. Het is zoo leuk om dan de
kleine groene blaadjes te voorschijn te zien
kruipen. Dag
Goede oplossingen kreeg ik van Bep
van Duin Albert van der Linden Clasien
Groenenberg Maria Werner Toos Melis;
M. Sanderse Piet Voorbrood Mientje
Smelik Lena Smelik Maatje Baljé; Pietje
de Wijze Johanna Koole Lena Bijl
Marie en Harry de Waal Jaantje de
Ruijsscher Albert Debrae Maatje Koole
Jeanette Merison Arie Brouwer Herman
Visser Eelkje Visser Jaantje Koole
Paula SchaarKo Versluijs Willy Swart
Riek Brasser Jan Bazen en van een kind
zonder naam.
Eén goede oplossing kwam van F. R.
van Rosevelt.
Oplossingen Wilhelminadorp. Tee-
kenschooL Pap, papa.
Nieuwe Raadsels.
(Oplossingen inzenden uiterlijk Dinsdag
avond onder het opschrift „Ons Raadsel
hoekje").
1. Mijn geheel bestaat uit 13 letters en
is iemand die in een groote stad onmis
baar is.
4, 5, 6, 8 is een jongensnaam.
7, 11, 10, 2, 12 is niet droog.
13, 9, 4 behoort aan een boom.
1. 2, 3, 4, 11, 6, 7, 13 is niet goed.
2. Verborgen plaatsnamen in ons land
Tot mijn verbazing hoor ik, dat ze is
thuis gebleven.
Wij hebben nogal genoegen 's winters,
wij kunnen nogal veel uitgaan (2).
Wees maar niet bang, ik blijf bij je
Ik heb al dagen lang oorpijn.
3. Welk woord kun je maken van
einurseviit
(Allen ingezonden door
Albert v. d. Linden).
Ons Brievenhoekje
F. R. van Rosenveldt. Je bent harte
lijk welkom Fientje of Fritsje
Jan Bazen. Ja, dat zou wel fijn zijn
als je bij Piet kon logeeren. Dan gingen
Jullie samen naar Artis en naar het Rijks
museum en naar de poppenkast, die op den
Dam vertoond wordt. Wat 'n plannen, hé
Riek Brasser. O kaboutertje, kom je
ook 's nachts stilletjes bij de menschen om
hun schoenen en kleeren te maken Kom
dan eens bij mij. Ik heb een mandje vol
met kousen die gemaasd moeten worden
en o, o, ik heb er zoo weinig zin in met
dat mooie weer. Schandelijk hé Ja, groote
menschen zijn ook wel eens lui
Willy Swart. Maar Wil, weet je wel
zeker dat het radijsjes geweest zijn Aan
radijsjes komen alleen maar groene blaad
jes. En zie je dat daaronder de grond
openbreekt en een rood of wit bolletje door
de aarde gluurt, dan kun je het plantje uit
trekken.
Ko Versluijs. Natuurlijk mag je mee
doen, Ko. Welkom hoor
Jaantje Koole. Maar Jaan, wat is dat
nu Daar schrok ik nu toch echt van. Is
heusch je been gebroken of heb je alleen
maar je voet verstuikt 't Is nu zeker
rustig liggen, hé Schrijf je me volgende
week eens hoe het met je is. 't Geeft niet,
doe 't nu maar gerust met potlood.
Eelkje Visser. Houd je Jaan nu gezel
schap en ben je haar trouw verpleeg
stertje
Jeannette Merison. Jeannet wat keu
rig. Maar je moet vergeet-mij-nietjes niet
rood schilderen, maar blauw, want dat zijn
ze werkelijk.
Maatje Koole. Vind je ze niet beeldig
die sneeuwklokjes en crocussen Je ver
zorgt ze zeker goed, hé
Albert Debrae. Hè, wat is dat leuk,
dat je van vader en moeder een tuintje
krijgt, nu we in ons hoekje er over gaan
praten. Spoedig komt het, hoor
Jaantje De Ruysscher. Prettig, dat je
nu ook een vriendin van me bent. Welkom
hoor Ik houd er een apart hoekje in m'n
hart op na voor m'n kleine Vüssingsche
vriendinnetjes en vriendjes.
Lena Bijl. Wel Lena, doe je ook mee
met „De Heks van de Boschhut"
Johanna Koole. Je houdt zeker veel
van bloemen, hé Jo
Pietje de Wijze. Neen, dat zou ook
wel grappig wezen als kleine zusie dat al
kon Leer je haar al lachen Dan trek
je zeker grappige gezichten tegen haar.
niet, zoodat ze 't uitschatert
Maatje Baljé. Maatje, wanneer geef
je een diner Weet je wat, nu het blijkt
dat zooveel meisjes een keuken hebben,
gaan we eens bepraten hoe je een heel
poppendiner geven kunt en hoe je er de
gerechten voor klaar maakt. Hoe vindt je
dat?
Lena Smelik. Ja, dat dacht ik heusch:
Waar blijft Lena toch. Maar ik dacht ook
Jullie zullen pa zooveel te vragen en te ver
tellen en te laten zien hebben, dat er van
het raadsel oplossen niet veel komt. Maar
't is prettig weer eens iets van je te
hooren.
Mientie Smelik. Maar Mien, wat heb
ik iou een tijd gemist f
Piet Voorbrood. Wees nu maar dub
bel zuinig op je boek, Piet. Als je dan in
Amsterdam zit en je haalt ie boek nog eens
te voorschijn, dan denk ie nog eens aan
Vüssinpen en aan het Raadselhoekje.
M. Sanderse. Weineen, je tuintje
hoeft heelemaal niet groot te wezen. Al kun
ie er maar vier of vijf bloempjes zetten, 't
is toch leuk
Toós Melis. O Toos, nu weer ma-
zelties. Pas maar oo, dat ze jou ook niet
een bezoek komen brengen
Maria Werner. Maria, ik ben toch zoo
nieuwsgierig. Mag ik ie alvast een raad
geven Begin niet direct met iets al te
groot oo te zetten. Begin in 't kleine, dan
heb je leans in 't groote goed te eindigen.
Dag Maria, werk prettig. Ik denk veel
aan je
Clasien Groenenberg. Woensdag heb
ik driemaal „Hoera voor Clasientje ge
roepen. Heb je 't gehoord
Bep van Duin. Bep, in de Brievenbus
staat het antwoord voor moeder. Dag
Hoe is 't met Jaap