MissBlanche
Karnemel'
GEMENGD NIEUWS
FEUILLETON
„Liefhebben zult gij mij!"
'filial
Ijst vooral op naam mmock^
lopnaam oamork^ j
(Ingez. Mededeeling.)
dat firma's die minder naam hebben te
verliezen er door middel van de adverten
tie in slagen het argelooze publiek minder
waardige artikelen aan te smeren. Ik her
inner me in dit verband een verhaal in
„Punch?", waarin een goed oud vrouwtje
tot een ander zegtIk moet toch werkelijk
•dat goed ook eens koopen de advertenties
zijn zoo gunstig in hun oordeel.
Gisterennacht om 3 uur hoorden eeni-
ge rechercheurs, die in de nabijheid van
Plan C te Rotterdam waren, een slag. Zij
gingen op onderzoek uit en zagen 2 man
nen bij den winkel van de firma S. weg-
ioopen en een pak wegwerpen. De politie
wist één der mannen te grijpen. Het bleek
te zijn een 29-jarige Spanjaard. Tevens
werd nog een Spanjaard gearresteerd, die
op den uitkijk had gestaan. De gevluchte
inbreker is nog niet gepakt. De Spanjaar
den hadden voor een bedrag van 6000
aan zijden blousen en bont gestolen.
Een nieuw type sleep
boot. Het blad „Schiffbau" geeft een
interessante beschrijving van een nieuw
type sleepboot, gebouwd op de werven van
Jansen en Schmilinsky te Hamburg, dat nu
met succes op de Elbe is ingevoerd. De
nieuwe sleepbooten hebben een lengte van
18 M., een grootste breedte van 4.8 M. en
een zijdelingsche hoogte van 2.445 M. Zij
hebben een diepgang van 1.97 M. aan den
boeg en van 2.23 M. aan den achtersteven.
Zij zijn voorzien van machines van 250
P. K.
De lagere deelen van het voorschip zijn
voor een groot deel weggenomen, zoodat
het schip met grooter gemak zal kunnen
draaien, vooral wanneer het manoeuvreert
tusschen de zware ijsschollen, die des win
ters in de Noord-Duitsche riviermonden
drijven.
Misschien het belangrijkste punt van het
nieuwe type sleepboot is de kruiser-achter
steven, thans voor de eerste maal in ge
bruik in de Hamburgsche haven. De voor
deden die deze nieuwe vorm biedt, zijn
drievoudig. Allereerst kunnen sloepen en
lichters, die anders bij het plotseling stop
pen van een sleepboot, geneigd zijn er
tegen aan te varen als ze een breeden ach
tersteven heeft, thans gemakkelijk er langs
glijden zonder de boot te beschadigen. Ir.
de tweede plaats, wanneer de sleepboot
achteruit vaart tusschen ijs door, worden de
ijsschollen niet door den achtersteven onder
water geduwd, en zij zullen dus minder
gauw stooten tegen het roer en de schroef
dan bij schepen met een breeden achter
steven. Ten slotte heeft men bevonden, dat
de sleepboot bij het achteruitgaan gemak
kelijker haar weg kan «nemen tusschen
schepen, die dicht bij^elkander liggen, dan
een sleepboot van den gewonen bouw.
De internationale oplichter Schwob,
die reeds bijna 25 jaar door de politie van
Europa en Amerika werd gezocht, is ge
arresteerd. De man werd het laatst vam
Berlijn uit vervolgd, wijl hij zich daar aan
chèque-vervalsching en bedrog tot een som
van een millioen goudmark had schuldig
gemaakt. Het veiligheidsbureau van Wee-
nen ontving bericht van de Berlijnsche re-
Het is een Wet van Meden en
Perzen dat gij de beste sigaret
krijgt wanneer gij zegt
Geef MIJ maar
Maakt eens kennis met
Miss Blanche „Royal".
(Ingez. Mededeeiing.)
Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE
CNadnik verboden)
7)
Ze lieten rijtuig en paard wachten en
betraden te voet de vreemde wereld voor
een Europeaan die bonte uitstallingen
van al wat maar glinstert en schittert, tel
kens met den Oosterschen koopman er
tusschen, die er op uit schijnt zijn koopers
beet te hebben, en steeds noodt„Neemt u
dit. Het is een gift van mij aan u
Winnie was een goede gids, want ze
was er al zoo dikwijls geweest en wist
precies, waar het mooiste houtsnijwerk
was te vinden het goud- en zilverwerk van
Benares en de kleedjes in de prachtige
Oostersche kleuren of rijk met goud en
zilver gestikt.
De afdeeling „schoenen" was ook niet
onaardig vooral her schoenwerk voor de
inlanders, ofschoon de kooplui veel meer
verkochten aan toeristen uit alle deelen
van de wereld, dan aan hun eigen land-
genooten.
„En. nu zal ik u nog eens iets laten zien,
wat den mees ten anderen ontgaat", sprak
Winnie. „Kijk, die kleermaker strijkt het
goed met de voeten
Het grootste deel van de ruimte van dit
tentje was ingenomen door de strijkplank.
De strijkijzers waren op vreemde wijze aam
de voeten van den- kleermaker bevestigd.
Agincourt keek er naar met groote be
langstelling. Waarschijnlijk had hij in de
Indische bazaars m>£ wel eigenaardiger
dingen gezien maar die had hij dan niet
genoten in. gezelschap van Winnie Falkner.
cherche omtrent de vlucht van Schwob,
wiens spoor naar de Oostenrijksche hoofd
stad leidde. De Weensche politie consta
teerde, dat de onder den naam George
Martens gezochte zwendelaar niemand an
ders was dan de vroegere juwelier Armand
Schwob. Nadat hij te Berlijn had „ge
werkt" waar o.a. een slachtoffer 205.000
goudmark aan hem verloor, was dé oplich
ter naar Weenen Neustadt gekomen, waar
hij zijn correspondentie afwikkelde. Daar
na vertrok hij naar München.
Schwob, van een goede familie te Bazel
afkomstig, was reeds vroeg lichtzinnig.
Herhaaldelijk moest zijn vader groote som
men storten om zijn zoon uit de handen
van het gerecht te houden. Na een vriend,
die verscheidene millioenen geërfd had, op
flinke wijze te hebben geplukt, beproefde
Schwob zijn geluk" te Londen, Parijs en
in Amerika, waar hij jaren lang bedrog in
grooten stijl pleegde. Te Parijs werd hij
tot 5 jaar tuchthuisstraf veroordeeld, maar
hij heeft ze niet uitgezeten, wijl hij niet te
vinden was. In het jaar 1905 dook Schwob
te Weenen op, waar hij o.a. verscheidene
juweliers voor honderdduizenden kronen
afzette.
Zijn internationaal zondenregister zal <nu
wel voldoende zijn, om hem voor de rest
van zijn leven van zorg voor onderhoud te
ontheffen.
RADIO-RUBRIEK
Amateurs, die vragen omtrent de radio
wenschen te stellen kunnen deze inzenden
bij de redactie tot Dinsdagavond. De beant
woording volgt dan in de eerstvolgende
radiorubriek. REDACTIE.
RADIO-PROGRAMMA
Zaterdag 27 Februari.
Hilversum, 1050 M. 12.00 en 7.50 Po
litieberichten. 4.306.30 Vooravondcon
cert door het H. D. O-orkest, onder leiding
van Fr. Lupgens. 6.307.30 Cursus in
handenlskennis en handelstechniek, door
den heer J. Pelser Jr., accountant te Am
sterdam. Spreker de heer J. Allebrandi, ge-
admiteerd convooilooper. Onderwerp Het
entrepot verkeer en de werking van de
veemen. 7.45 en 10.00 Persberichten. 8.10
Vereeniging voor Arbeiders radio-amateurs.
Concert met medewerking van den heer
Paul Loewer, fluit, mevr. Appelins van Ho
boken, begel. Het gemengde zangkoor „De
stem des Volks", te Hilversum, onder le
ding van den heer A. Aletrino. Spreker
de heer R. Stenhuis, voorzitter van het Ne-
derl. verbond van vakvereenigingen, over
De strijd der socialistische arbeidersbewe
ging tegen het kapitalisme. 1. Sonate voor
fluit en piano, Bach. 2. Koor a Esse que-
medo moritur, Handel, b. «Alma Redempto-
ris, Palastina. 3. Fluit en piano. Uit een
suite van Fl. H. H. Verheij. a. Contempla
tion, b. Caprice Espagnol. 4. Rede van den
heer R. Stenhuis. 5. Koor a. De Strijders,
Isr. J. Olmen. b. Morgenrood, Otto de No
bel. 6. Tweede gedeelte van de rede van
den heer R. Stenhuis. 7. Koor De Inter
nationale. 8. Fluit en piano a, Intermez
zo, Charlenry. b. Menuet, Debussy. 9.
Koor a. 't Rijdertje, Isr. J. Olman. b. Mei-
lietje, Jul. Röntgen, c. 't Halsken, Mart. P.
Zijderlaan.
Daventry, 1600 M. 10.50 Tijdsein,
weerbericht. 1.20. Tijdsein. 4.20 Tijdsein,
causerie. 4.35 Kinderuurtje. 5.20 Concert.
Orkest P. Roselli, sopraan. R. Harris en Ch.
Treharne, bariton en tenorduetten. 7.20
Tijdsein Big Ben, weerbericht, nieuws. Le
zing A railway accident in Siberia. 7.45
Pianopreludes van Rachmaninow. 8.00 Ra
dio-causerie. 8.20 Dansmuziek door de ra-
dio-dansband. 9.20 Concert van hotel Cecil.
9.55 Weerbericht, nieuws. 10.05 Concert
van hotel Cecil. 10.50 Weerbericht. 10.55
12.20 Dansmuziek van het Savoyhotel.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 12.50
Concert Lucien Paris. 2.05 Nieuwsberich
ten. 5.05 Concert. 8.50 Galaconcert van „Le
Matin", orkest en zangsolisten.
Königswüsterhausen, 1300 M. 7.50
Concert door het muziekkorps van het 3de
bat. 9e (Pruis.) Infant, regiment Militaire
muziek. Daarna nieuwsberichten. 9.50
11.20 Dansmuziek.
Brussel, 262 M. Mme S. Derville, zang.
8 20 Kamermuziek. 8.50 Lezing over de
Vlaamsche letterkunde. 9.30 Liefdesliede
ren, van Adam de la Hale, Schumann,
Brahms e.a. Letterkunde. Lezing. 10.20
Nieuws.
Munster, 4410 M. ürkestconcert. 3.05
Kindertooneel. 5.35 Esperantoles. 6.20 Le
zing over de radio-techniek. 7.20 Engelsche
les. 7.50 Werken van Beethoven voor viool
en piano. 8.20 „Wer hat dich du schoner
Wald", woud-idylle. Orkest en zangsolis
ten. Daarna Dansmuziek.
„Ik zou graag een souvenir koopen van
onzen ochtend hier", zei hij, toen ze weer
in drukker gedeelten kwamen. „Wat zal 't
wezen Hier zijn enkele „mummies" en
Mozes in het biezen kistje".
„Graag zoo'*i mummie. En wat mag ik u
geven
Het liefst had hij gezegd uzelve, zoo
jong en frisch en waar leek zij zoo
geheel in tegenstelling met deze toch zoo
gekunstelde omgeving
Opeens dacht hij met een soort weemoed
aan zij<n jeugd terug en bracht zich zeiven
in herinnering, dat hij vele jaren ouder
was dan Winnie. Hij beschouwde haar dan
ook nog niet als vrouw, maar als een jong
ding. dat ten zeerste zijn bescherming
noodig had.
De uitdrukking van zijn gelaat ver
raadde hem misschien, want zij bloosde
diep en lang en ging zich, in eens, met zóó
groote belangstelling verdiepen in enkele
bijzonderheden van de curiosa, dat haar
ook ontging, hoe er nog een andere klant
tegen den wand van het tentje stond ge
leund. Hij was gekleed als Arabier, in het
lange, blauwe gewaad dat deze zoo dik
wijls dragen, maar het gelaat onder den
witten tulband had geen Arabisch type. Hij
had breede kaken, een bijzonder vierkant
voorhoofd, een neus, gespleten als van een
Pool en met lichte oogen, die vreemd uit
kwamen in. het donkere gelaat.
Juist die vreemde combinatie van Noor
delijk en Zuidelijk ras dewt den man af
schuwelijk lijken. Hij taid het Arabisch
tot den koopman gesproken maar hield
in eens op, toen zijn blik toevallig dien
van Agincourt trof.
De majoor had geen woord gezegd,
maar er trok een uitdrukking over zijn ge
laat van herkerming, teleurstelling, of ver
DE VERVAARDIGING VAN DE
RADIOLAMP.
De radiolamp, dat onmisbare hulpmiddel
van bijna iederen amateur, wordt eigenlijk
door de meesten van ons wel een beetje
te oneerbiedig behandeld. Onze profane
vingers pakken een nieuwen aankoop op
dit gebied maar zelden uit met zorg, die
hem in het licht van zijn wetenschappelijke
afkomst wel toekomt. De radiolamp is voor
velen zoo'n alledaagsch bezit geworden,
dat er maar zelden of nooit eens over na
gedacht wordt, wat er al zoo bepeinsd en
bestudeerd is moeten worden, aleer de in
dustrie er in slaagde dergelijke lampen te,
vervaardigen. Men beseft dit eigenlijk pas,
wanneer men eens een kijkje kan nemen in
de vervaardiging van de radiolamp.
Het allereerste onderdeel ervan, waar
omheen feitelijk het geheele fabricagepro
ces zich afspeelt, is een stukje glazen buis
van enkele centimeters lengte. Eerst
wordt het, draaiend langs gasvlammen,
verhit en aan het einde van een flensje,
een omgeslagen randje, voorzien (fig. 1).
Vervolgens wordt in weeken toestand het
boveneinde plat geknepen.
Ondcrtusschen zijn de verschillende
steundraadjes vervaardigd, welke straks
de belangrijkste onderdeelen der radio-
lamp zullen dragen. Deze steundraadjes
zijn vervaardigd van nikkeldraad. Straks
zullen zij in glas worden ingesmolten.
Maar hierbij rijst een moeilijkheid. Glas
heeft een ander uitzettingscoëfficient dan
nikkel, zoodat bij een eventueele tempe
ratuurwisseling er eenige speling tusschen
glas en metaal ontstaan zal. Hoe gering
deze meestal zal wezen, de buitenlucht zal
daardoor gelegenheid krijgen tot het in
wendige der lamp door te dringen en deze
zal daardoor onbruikbaar worden. Om dit
te voorkomen heeft men gezocht naar een
metaal, dat eenzelfde of bijna dezelfde
uitzettingscoëfficient heeft als glas. Als
eerste metaal komt hiervoor in aanmer
king platina. Daarnaast wordt voor radio
lampen gebruik gemaakt van een nikkel-
legegering bekleed met een dunne laag
koper. Deze z.g. „manteldraad" heeft even
eens eenzelfde uitzettingscoëfficient als
glas. In vernuftige machine's worden de
stukjes nikkeldraad op maat'gesneden en
voor zoover noodig gelascht aan stukjes
„manteldraad". In de groote gloeilampen
en radiolampenfabrieken geschiedt dit las-
schen op buitengewoon vindingrijke wijze.
Bij de gloeilampenfabricage moest men
vroeger dit lasschen met de hand laten
doen met behulp van fijne tangetjes
werden de stukjes metaal dan bij elkaar
gevoegd. Het behoeft geen betoog, dat een
dergelijke arbeid slechts zeer langzaam
vorderde en een groote inspanning voor
de oogen beteekende. Thans geschiedt dit
machinaal, niet alleen vlugger, maar ook
nauwkeuriger. De stukjes draad op de
juiste maat gesneden, worden mechanisch
tegen elkander gelegd, zoodat een electri-
sche stroom doorgang vindt en in een
draadwinding kan komen, die rond een
weekijzeren kern loopt. Deze kern wordt
daardoor magnetisch en trekt door middel
van een tuimelinrichting een gasvlammetje
aan, dat de beide draadjes aaneenlascht.
bittering in ieder geval van een aandoe
ning van geen aangenamen aard en zijn
lippen vormden een woord, dat hij niet
uitsprak.
„Koopt u u meteen een van die zilveren
lucifersdoosjes, majoor Agincourt", zeide
Winnie, op sierlijk filigran-werk wijzend.
„Prins Said heeft zoo'n sigarenkoker".
En terwijl ze naar hem opkeek, zag ze
dat ze voor het oogenblik geen reden meer
had om zich zenuwachtig te maken. Hij
dacht nu niet langer aan haar en met den
blik volgde hij de gedaante, die zich zoo
gauw mogelijk uit het tentje verwijderd
had.
„Wat had die man een vreemd gezicht',
zei ze met een huivering. „Het was toch
zeker een Arabier
„Neen, dat geloof ik niet", antwoordde
Agincourt verstrooid. „Ik heb eens, in In-
dië, een bergvolk ontmoet, nagenoeg van
hetzelfde type maar ik heb het nooit er
gens anders gezien".
„Hoe heetten ze vroeg Winnie, haar
best doend, om belangstelling voor te
wenden.
„Voor óns was de naani van hun stam
haast niet uit te spreken maar die betee
kende „Kinderen van de Zon" en ze hiel
den er eigenaardige godsdienstige gebrui
ken op na en had men een veete met den
stam, dan kon men z'n doodvonnis wel
geteekend achten."
„Verschrikkelijk Vertelt u er maar niet
meer van"
„Het spijt mij, dat ik dit dan al gezegd
heb Nu, denk er dan maar niet meer
aan en vertelt u mij eens liever heeft u al
een souvenir voor mij uitgezocht, of zal
het die lucifersdoos worden
Maar zijn luchtigheid van spreken was
slechts een aangenomen iets en Winnie
Van de steundraadjes worden er een
zestal in een houder geplaatst. Daar over
heen wordt door vaardige meisjeshanden
het stukje platgeknepen glasbuis gescho
ven, dat vervolgens door glasvlammen
gloeiend gemaakt en dan dichtggeknepen
wordt. Aan de onderzijde smelt men te
vens een dun glazen buisje aan, teneinde
na voltooing der lamp deze luchtledig te
kunnen pompen. Wanneer deze combinatie,
het brugje genaamd, nog weekgloeiend is,
wordt er een weinig lucht door het buisje
geblazen, waardoor er een klein gaatje
bovenaan ontstaat. Zoodoende is er, wan
neer eenmaal het „brugje" in den ballon
gesmolten is, toch nog bij het pompen der
lamp een uitgang voor de lucht uit den
ballon over.
We zullen voor we verder gaan, eerst
die steundraadjes eens wat nader bekijken.
Zij zijn ondertussschen op maat afgeknipt.
De buitenste twee, de twee grootste, zijn
bestemd om den gloeidraad te dragen.
Daarom wordt aan beiden een haakje ge
bogen (fig. 2). Aan het onderstuk van deze
steundraadjes, dus aan het» manteldraad
zijn koperdraadjes bevestigd, welke later
voor den stroominvoer moeten dienen. Van
het stel steundraadjes, dat daarop volgt, is
er slechts een van een stroomtoevoer-
draadje voorzien. Zij zijn beiden kort
hierop komt het rooster te staan.
Het rooster zelf is een spiraaltje van
nikkeldraad, bestaande uit gemiddeld een
tiental windingen (fig. 3). Met iedere win
ding is het aan een tweemaal rechthoekig
omgebogen nikkeldraad gesoldeerd. Deze
draad, eindigende in twee pootjes, wordt
aan de steundraadjes gelascht, zoo, dat de
openingen op gelijke hoogte met den bo
venkant der gloeidraadsteunhaakjes komen
te liggen. Ook bij de binnenste twee
steundraadjes is er maar één van een man
teldraadje voorzien. Hierop komt de plaat
te staan. De plaat van de radio-ontvang-
lamp bestaat meestal uit nikkel, een vier
kant stukje, dat vaak rond het rooster tot
een cylinder wordt gebogen. De boven en
onderzij'de van de plaat worden dan sa
mengeknepen en op de steundraadjes be
vestigd.
De gloeidraad van de radiolamp bestond
oorspronkelijk uit Wolfraam, evenals die
van de electrische gloeilamp. Wolfraam
eischt echter een nog al hoogen gloei-
stroom om tot emissie van electronen te
geraken. Om het gloeistroomverbruik te
beperken heeft men naar een ander ma
teriaal met sterkere electronen emissie
voor den gloeidraad gezocht. Laborato
riumonderzoek toonde aan, dat het moge
lijk is dit te bereiken door Wolfraamdraad
met thorium of oxyden van andere zeld
zame elementen te prepareeren.v Van dit
prepareeren hangt de goede werking der
radiolamp sterk af, iedere fabriek heeft
daarvoor z'n speciale methoden, die niet
nader bekend gemaakt kunnen worden.
Hierbij ontstaat echter één moeilijkheid, de
electronenemissie wordt bij op dergelijke
wijze geprepareerde gloeidraden reeds na-
deelig beïnvloed door uiterst geringe gas-
resten, die in de lamp aanwezig zijn. We
zullen echter straks zien, hoe men deze
moeilijkheid overwonnen heeft.
had een gevoel of er een schaduw tusschen
hen gevallen was, zoodat ze weer evenzeer
van elkander stonden als heel verre ken
nissen
Zoodra zij dus klaar waren met hun
inkoopen beweerde zij dat ze naar huis
moest en Agincourt geleidde haar naar het
rijtuig en reed daar zelf het grootste deel
van den weg naast. Maar het stemde haar
wel wat droevig, als ze dacht aan die
plotselinge stoornis in hun prettig samen
zijn
Dien middag speelde Winnie tennis met
jonge dames, die aan den anderen kant van
de Brug woonden, een paar meisjes, waar
mee ze al had kennis gemaakt zoo lang zé
in Cairo was. De oudste, Eileen, was zoo
wat van haar leeftijd, en nadat ze same»
gespeeld hadden gingen ze wat zitten uit
rusten en praten. Ze waren op dat plekje
alleen vandaar, dat haar gesprek een
zeer vertrouwelijk karakter droeg.
„Van Reggie Lander heb ik van je ezel-
rit naar de Struisvogelboerderij gehoord".
„Ja, 't was jammer, dat jij niet van de
partij kon zijn
„O, de boerderij heb ik al zoo dikwijls
gezien maar tóch was ik er wel graag bij
geweest, dat is zoo Wie waren de an
deren
„Lady Jones en mrs Dickson, miss Lexe-
ter, Reggie en majoor Agincourt. O ja,
en dan nog madame Miéville, maar lady
Jones en zij gingen met een rijtuig."
„En Reggie reed zeker mee
„Ja, die was wat lui."
„Zeg, Winnie, denk je dat hij waarlijk
verliefd is op madame
„Wel neen, dat geloof ik niet en ik hoop
het ook niet voor hem. Want zij kijkt niet
eens naar hem om."
Het monteeren van den gloeidraad der
radiolamp eischt zeer groote nauwkeurig,
heid. Scherpe oogen en handige vingers
zijn noodig. De lengte der gloeidraadjes
komt er, bij wijze van spreken, op een
haar op aan. Met fijne tangetjes worden
zij op hun plaats gebracht Daarna worden
de haakjes der steundraden dichtgekne
pen. Nu is het interieur der lamp voltooid
4).
Het brugje wordt, met den glazen bal
lon er overheen, draaibaar opgesteld tus
schen enkele gasvlammen. De omgeslagen
rand van het glazen buisje, waarop de
electroden zijn aangebracht wordt zoo
doende met den hals van den ballon aan-
eengelascht, waarna het onderstuk van den
ballon afgesmolten wordt.
Thans is het oogenblik aangebroken onj
de lamp, luchtledig te pompen. Te dien
einde worden de lampen door middel van
de dunne glazen buisjes met de pomp-
installatie verbonden, die de lampen zoo
hoog mogelijk evacueert (fig. 5). Daarbij
wordt om een goede ontgassing der m<s
taaldeelen en van den glaswand te ver
krijgen, de lamp gedurende het uitpompen
een zeer hooge plaatspanning gegeven en
soms boven op de plaat een weinig mag
nesium, dat vóór het insmelten daar aan
gebracht is, verdampt. Bij de verdamping
worden zoo de laatste resten zuurstof en
waterstof gebonden. Speciaal wordt dit
toegepast bij de „Miniwatf'-lampen,
waarbij de bekende zihrerspiegel ontstaat,
doordat het magnesium tegen den binnen
wand van den ballon neerslaat. De even
tueel later vrijkomende gassen worden
daardoor ook geabsorbeerd.
Voor de lampen nu van de pompinstal-
latie verwijderd worden, controleert men
het vacuum door middel van een hoog-
frequenten stroom. De kleur van den licht
gloed, die daardoor ontstaat, toont den
controleur onmiddellijk of het vacuum in
orde is.
Thans is de radiolamp op de huls na
voltooid. Voor deze er echter aangemaakt
wordt, moet de lamp eerst vele controle
proeven doorstaan. Het gloeistroomver
bruik en emissievermogen worden nage
gaan. Lampen, waarvan de emissie niet
normaal is, worden onherroepelijk afge
keurd. Alleen door zulke maatregelen is
het mogelijk een steeds gelijkblijvend pro
duct te vervaardigen. Slechts strenge
controle op iedere phase van de fabricage
kan een waarborg bieden voor goede kwa
liteit. De controle ïn serieuse radiolampen
fabrieken eischt wellicht nog meer weten
schappelijke leiding dan de fabricage zelf,
wanneer die eenmaal vlot loopt. Goed ge-
ostilleerde laboratoria zijn hierbij ten
eenenmale onmisbaar. De fabricage van
goede radiolampen eischt het gebruik van
vele kostbare machines, die door nieuwere
vindingen op dit gebied nog herhaaldelijk
door andere vervangen moeten worden. Al
leen groote kapitaalkrachtige ondernemin
gen kunnen aan deze eischen voldoen. Bo
vendien moet men beschikken over veeljari
ge ervaring, die tot nu toe alleen bij de
fabricage van electrische gloeilampen ver
kregen kan worden. Uit het voorafgaande
blijkt wel. dat het fabricageproces voor
een groot deel parallel loopt met dat der
gloeilampen. Alleen moet bij de vervaardi
ging van radiolampen een nog groolere
nauwkeurigheid betracht worden.
Dit alles is oorzaak, dat slechts groote
gloeilampenfabrieken in staat zijn voort
durend goede radiolampen te vervaardi
gen. Want twee dingen moeten hierbij nier
uit het oog verloren worden. Een goede
radiolamp maken, is een zeer nauwgezet
en moeilijk werk. Alle lampen moeten gelijk
van kwaliteit en eigenschappen zijn en last
not least constant van werking blijven. De
ze eigenschappen kenmerken de radiolam
pen, gefabriceerd door een groote gloei
lampenfabriek als de Philips-fabrieken. De
ze onderneming beschikt over een uitge-
breiden wetenschappelijken staf en groote
laboratoria.
We hebben nu de vervaardiging van de
radiolamp gevolgd tot op het bevestigen
van de huls na. De tegenwoordige hulzen
der meeste Philips ontvanglampen zijn ver
vaardigd uit „Bakeliet". Zij hebben den
vorm van kleine potjes en zijn aan de on
derste zijde voorzien van de vier steker-
pennen (fig. 6). Met behulp van een meng
sel van gips en schellak worden de hulzen
aan de lampen bevestigd, waarna de
stroomtoevoerdraadjes aan de pennen ge
soldeerd worden.
Rest nog slechts het stempelen en ver
pakken der lampen. Na deze werkzaamhe
den is de Philips radiolamp, in een aan
trekkelijk kleed gestoken, gereed om haar
zegetocht door de wereld der radio-ama
teurs aan te vangen.
„Neen, dat is het juistzij neemt in het
geheel geen notitie van de mannen maar
ik heb Reggie en kapitein Potter en sir
Godfrey als schooljongens zien kijken, als
madame de kamer binnenkwam 1"
„Ja, maar het is ook waarlijk een
schoonheid", zei Winnie. „En ik geloof
niet, dat ik oort jaloersch op haar zou
kunnen wezen, wié nu ook op haar verliefd
werd
„Daar heb je ook heelemaal geen reden
toe Jouw majoor Agincourt is de eenige,
die in het geheel niet om haar schijnt te
geven. Hij ziet haar «niet eens."
„Mijn majoor Agincourf', stamelde
Winnie verontwaardigd. „Ik weet niet, wat
je bedoelt, Eileen „maar ik wilde wel, dat
je niet zulken onzin sprak
„Het spijt mij vreeselijk, Winnie", be
leed het vriendinnetje, „maar als je niet
blind bent, dan moet je' wel zien, hoe hi;
altijd om en bij je is. En ik heb mij zelve
eók verklapt, wat Reggie Landor betreft
dus is het wederzijdsch. Je bent toch niet
boos, zeg Win
„Neen. Ben je... heusch zoo gestekt
op inr. Landor?"
„Ik zou veel te zeer op hem gesteld
worden", zei Eileen „maar ik doe al mij"
best dit gevoelen te onderdrukken. Wan'
hij heeft immers toch enkel maar oog en
oor voor madame Miévillé?... En ik weet
niet wat het is, dat me zoo zeer in -hein
aantrekt. Ik geloof zijn levendigheid en tie
gulle bereidvaardigheid, waarmee hij voor
alles te vinden is. Wc waren zulke goede
kameraden eer madame ten tooneele ver
scheen. Majoor Agincourt zou mij veel te
zwaarwichtig zijn." Waar praat jullie z°°
al over
(Wordt vervolgd