MissBlanche Karnemel' GEMENGD NIEUWS FEUILLETON „Liefhebben zult gij mij!" 'filial Ijst vooral op naam mmock^ lopnaam oamork^ j (Ingez. Mededeeling.) dat firma's die minder naam hebben te verliezen er door middel van de adverten tie in slagen het argelooze publiek minder waardige artikelen aan te smeren. Ik her inner me in dit verband een verhaal in „Punch?", waarin een goed oud vrouwtje tot een ander zegtIk moet toch werkelijk •dat goed ook eens koopen de advertenties zijn zoo gunstig in hun oordeel. Gisterennacht om 3 uur hoorden eeni- ge rechercheurs, die in de nabijheid van Plan C te Rotterdam waren, een slag. Zij gingen op onderzoek uit en zagen 2 man nen bij den winkel van de firma S. weg- ioopen en een pak wegwerpen. De politie wist één der mannen te grijpen. Het bleek te zijn een 29-jarige Spanjaard. Tevens werd nog een Spanjaard gearresteerd, die op den uitkijk had gestaan. De gevluchte inbreker is nog niet gepakt. De Spanjaar den hadden voor een bedrag van 6000 aan zijden blousen en bont gestolen. Een nieuw type sleep boot. Het blad „Schiffbau" geeft een interessante beschrijving van een nieuw type sleepboot, gebouwd op de werven van Jansen en Schmilinsky te Hamburg, dat nu met succes op de Elbe is ingevoerd. De nieuwe sleepbooten hebben een lengte van 18 M., een grootste breedte van 4.8 M. en een zijdelingsche hoogte van 2.445 M. Zij hebben een diepgang van 1.97 M. aan den boeg en van 2.23 M. aan den achtersteven. Zij zijn voorzien van machines van 250 P. K. De lagere deelen van het voorschip zijn voor een groot deel weggenomen, zoodat het schip met grooter gemak zal kunnen draaien, vooral wanneer het manoeuvreert tusschen de zware ijsschollen, die des win ters in de Noord-Duitsche riviermonden drijven. Misschien het belangrijkste punt van het nieuwe type sleepboot is de kruiser-achter steven, thans voor de eerste maal in ge bruik in de Hamburgsche haven. De voor deden die deze nieuwe vorm biedt, zijn drievoudig. Allereerst kunnen sloepen en lichters, die anders bij het plotseling stop pen van een sleepboot, geneigd zijn er tegen aan te varen als ze een breeden ach tersteven heeft, thans gemakkelijk er langs glijden zonder de boot te beschadigen. Ir. de tweede plaats, wanneer de sleepboot achteruit vaart tusschen ijs door, worden de ijsschollen niet door den achtersteven onder water geduwd, en zij zullen dus minder gauw stooten tegen het roer en de schroef dan bij schepen met een breeden achter steven. Ten slotte heeft men bevonden, dat de sleepboot bij het achteruitgaan gemak kelijker haar weg kan «nemen tusschen schepen, die dicht bij^elkander liggen, dan een sleepboot van den gewonen bouw. De internationale oplichter Schwob, die reeds bijna 25 jaar door de politie van Europa en Amerika werd gezocht, is ge arresteerd. De man werd het laatst vam Berlijn uit vervolgd, wijl hij zich daar aan chèque-vervalsching en bedrog tot een som van een millioen goudmark had schuldig gemaakt. Het veiligheidsbureau van Wee- nen ontving bericht van de Berlijnsche re- Het is een Wet van Meden en Perzen dat gij de beste sigaret krijgt wanneer gij zegt Geef MIJ maar Maakt eens kennis met Miss Blanche „Royal". (Ingez. Mededeeiing.) Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE CNadnik verboden) 7) Ze lieten rijtuig en paard wachten en betraden te voet de vreemde wereld voor een Europeaan die bonte uitstallingen van al wat maar glinstert en schittert, tel kens met den Oosterschen koopman er tusschen, die er op uit schijnt zijn koopers beet te hebben, en steeds noodt„Neemt u dit. Het is een gift van mij aan u Winnie was een goede gids, want ze was er al zoo dikwijls geweest en wist precies, waar het mooiste houtsnijwerk was te vinden het goud- en zilverwerk van Benares en de kleedjes in de prachtige Oostersche kleuren of rijk met goud en zilver gestikt. De afdeeling „schoenen" was ook niet onaardig vooral her schoenwerk voor de inlanders, ofschoon de kooplui veel meer verkochten aan toeristen uit alle deelen van de wereld, dan aan hun eigen land- genooten. „En. nu zal ik u nog eens iets laten zien, wat den mees ten anderen ontgaat", sprak Winnie. „Kijk, die kleermaker strijkt het goed met de voeten Het grootste deel van de ruimte van dit tentje was ingenomen door de strijkplank. De strijkijzers waren op vreemde wijze aam de voeten van den- kleermaker bevestigd. Agincourt keek er naar met groote be langstelling. Waarschijnlijk had hij in de Indische bazaars m>£ wel eigenaardiger dingen gezien maar die had hij dan niet genoten in. gezelschap van Winnie Falkner. cherche omtrent de vlucht van Schwob, wiens spoor naar de Oostenrijksche hoofd stad leidde. De Weensche politie consta teerde, dat de onder den naam George Martens gezochte zwendelaar niemand an ders was dan de vroegere juwelier Armand Schwob. Nadat hij te Berlijn had „ge werkt" waar o.a. een slachtoffer 205.000 goudmark aan hem verloor, was dé oplich ter naar Weenen Neustadt gekomen, waar hij zijn correspondentie afwikkelde. Daar na vertrok hij naar München. Schwob, van een goede familie te Bazel afkomstig, was reeds vroeg lichtzinnig. Herhaaldelijk moest zijn vader groote som men storten om zijn zoon uit de handen van het gerecht te houden. Na een vriend, die verscheidene millioenen geërfd had, op flinke wijze te hebben geplukt, beproefde Schwob zijn geluk" te Londen, Parijs en in Amerika, waar hij jaren lang bedrog in grooten stijl pleegde. Te Parijs werd hij tot 5 jaar tuchthuisstraf veroordeeld, maar hij heeft ze niet uitgezeten, wijl hij niet te vinden was. In het jaar 1905 dook Schwob te Weenen op, waar hij o.a. verscheidene juweliers voor honderdduizenden kronen afzette. Zijn internationaal zondenregister zal <nu wel voldoende zijn, om hem voor de rest van zijn leven van zorg voor onderhoud te ontheffen. RADIO-RUBRIEK Amateurs, die vragen omtrent de radio wenschen te stellen kunnen deze inzenden bij de redactie tot Dinsdagavond. De beant woording volgt dan in de eerstvolgende radiorubriek. REDACTIE. RADIO-PROGRAMMA Zaterdag 27 Februari. Hilversum, 1050 M. 12.00 en 7.50 Po litieberichten. 4.306.30 Vooravondcon cert door het H. D. O-orkest, onder leiding van Fr. Lupgens. 6.307.30 Cursus in handenlskennis en handelstechniek, door den heer J. Pelser Jr., accountant te Am sterdam. Spreker de heer J. Allebrandi, ge- admiteerd convooilooper. Onderwerp Het entrepot verkeer en de werking van de veemen. 7.45 en 10.00 Persberichten. 8.10 Vereeniging voor Arbeiders radio-amateurs. Concert met medewerking van den heer Paul Loewer, fluit, mevr. Appelins van Ho boken, begel. Het gemengde zangkoor „De stem des Volks", te Hilversum, onder le ding van den heer A. Aletrino. Spreker de heer R. Stenhuis, voorzitter van het Ne- derl. verbond van vakvereenigingen, over De strijd der socialistische arbeidersbewe ging tegen het kapitalisme. 1. Sonate voor fluit en piano, Bach. 2. Koor a Esse que- medo moritur, Handel, b. «Alma Redempto- ris, Palastina. 3. Fluit en piano. Uit een suite van Fl. H. H. Verheij. a. Contempla tion, b. Caprice Espagnol. 4. Rede van den heer R. Stenhuis. 5. Koor a. De Strijders, Isr. J. Olmen. b. Morgenrood, Otto de No bel. 6. Tweede gedeelte van de rede van den heer R. Stenhuis. 7. Koor De Inter nationale. 8. Fluit en piano a, Intermez zo, Charlenry. b. Menuet, Debussy. 9. Koor a. 't Rijdertje, Isr. J. Olman. b. Mei- lietje, Jul. Röntgen, c. 't Halsken, Mart. P. Zijderlaan. Daventry, 1600 M. 10.50 Tijdsein, weerbericht. 1.20. Tijdsein. 4.20 Tijdsein, causerie. 4.35 Kinderuurtje. 5.20 Concert. Orkest P. Roselli, sopraan. R. Harris en Ch. Treharne, bariton en tenorduetten. 7.20 Tijdsein Big Ben, weerbericht, nieuws. Le zing A railway accident in Siberia. 7.45 Pianopreludes van Rachmaninow. 8.00 Ra dio-causerie. 8.20 Dansmuziek door de ra- dio-dansband. 9.20 Concert van hotel Cecil. 9.55 Weerbericht, nieuws. 10.05 Concert van hotel Cecil. 10.50 Weerbericht. 10.55 12.20 Dansmuziek van het Savoyhotel. Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 12.50 Concert Lucien Paris. 2.05 Nieuwsberich ten. 5.05 Concert. 8.50 Galaconcert van „Le Matin", orkest en zangsolisten. Königswüsterhausen, 1300 M. 7.50 Concert door het muziekkorps van het 3de bat. 9e (Pruis.) Infant, regiment Militaire muziek. Daarna nieuwsberichten. 9.50 11.20 Dansmuziek. Brussel, 262 M. Mme S. Derville, zang. 8 20 Kamermuziek. 8.50 Lezing over de Vlaamsche letterkunde. 9.30 Liefdesliede ren, van Adam de la Hale, Schumann, Brahms e.a. Letterkunde. Lezing. 10.20 Nieuws. Munster, 4410 M. ürkestconcert. 3.05 Kindertooneel. 5.35 Esperantoles. 6.20 Le zing over de radio-techniek. 7.20 Engelsche les. 7.50 Werken van Beethoven voor viool en piano. 8.20 „Wer hat dich du schoner Wald", woud-idylle. Orkest en zangsolis ten. Daarna Dansmuziek. „Ik zou graag een souvenir koopen van onzen ochtend hier", zei hij, toen ze weer in drukker gedeelten kwamen. „Wat zal 't wezen Hier zijn enkele „mummies" en Mozes in het biezen kistje". „Graag zoo'*i mummie. En wat mag ik u geven Het liefst had hij gezegd uzelve, zoo jong en frisch en waar leek zij zoo geheel in tegenstelling met deze toch zoo gekunstelde omgeving Opeens dacht hij met een soort weemoed aan zij<n jeugd terug en bracht zich zeiven in herinnering, dat hij vele jaren ouder was dan Winnie. Hij beschouwde haar dan ook nog niet als vrouw, maar als een jong ding. dat ten zeerste zijn bescherming noodig had. De uitdrukking van zijn gelaat ver raadde hem misschien, want zij bloosde diep en lang en ging zich, in eens, met zóó groote belangstelling verdiepen in enkele bijzonderheden van de curiosa, dat haar ook ontging, hoe er nog een andere klant tegen den wand van het tentje stond ge leund. Hij was gekleed als Arabier, in het lange, blauwe gewaad dat deze zoo dik wijls dragen, maar het gelaat onder den witten tulband had geen Arabisch type. Hij had breede kaken, een bijzonder vierkant voorhoofd, een neus, gespleten als van een Pool en met lichte oogen, die vreemd uit kwamen in. het donkere gelaat. Juist die vreemde combinatie van Noor delijk en Zuidelijk ras dewt den man af schuwelijk lijken. Hij taid het Arabisch tot den koopman gesproken maar hield in eens op, toen zijn blik toevallig dien van Agincourt trof. De majoor had geen woord gezegd, maar er trok een uitdrukking over zijn ge laat van herkerming, teleurstelling, of ver DE VERVAARDIGING VAN DE RADIOLAMP. De radiolamp, dat onmisbare hulpmiddel van bijna iederen amateur, wordt eigenlijk door de meesten van ons wel een beetje te oneerbiedig behandeld. Onze profane vingers pakken een nieuwen aankoop op dit gebied maar zelden uit met zorg, die hem in het licht van zijn wetenschappelijke afkomst wel toekomt. De radiolamp is voor velen zoo'n alledaagsch bezit geworden, dat er maar zelden of nooit eens over na gedacht wordt, wat er al zoo bepeinsd en bestudeerd is moeten worden, aleer de in dustrie er in slaagde dergelijke lampen te, vervaardigen. Men beseft dit eigenlijk pas, wanneer men eens een kijkje kan nemen in de vervaardiging van de radiolamp. Het allereerste onderdeel ervan, waar omheen feitelijk het geheele fabricagepro ces zich afspeelt, is een stukje glazen buis van enkele centimeters lengte. Eerst wordt het, draaiend langs gasvlammen, verhit en aan het einde van een flensje, een omgeslagen randje, voorzien (fig. 1). Vervolgens wordt in weeken toestand het boveneinde plat geknepen. Ondcrtusschen zijn de verschillende steundraadjes vervaardigd, welke straks de belangrijkste onderdeelen der radio- lamp zullen dragen. Deze steundraadjes zijn vervaardigd van nikkeldraad. Straks zullen zij in glas worden ingesmolten. Maar hierbij rijst een moeilijkheid. Glas heeft een ander uitzettingscoëfficient dan nikkel, zoodat bij een eventueele tempe ratuurwisseling er eenige speling tusschen glas en metaal ontstaan zal. Hoe gering deze meestal zal wezen, de buitenlucht zal daardoor gelegenheid krijgen tot het in wendige der lamp door te dringen en deze zal daardoor onbruikbaar worden. Om dit te voorkomen heeft men gezocht naar een metaal, dat eenzelfde of bijna dezelfde uitzettingscoëfficient heeft als glas. Als eerste metaal komt hiervoor in aanmer king platina. Daarnaast wordt voor radio lampen gebruik gemaakt van een nikkel- legegering bekleed met een dunne laag koper. Deze z.g. „manteldraad" heeft even eens eenzelfde uitzettingscoëfficient als glas. In vernuftige machine's worden de stukjes nikkeldraad op maat'gesneden en voor zoover noodig gelascht aan stukjes „manteldraad". In de groote gloeilampen en radiolampenfabrieken geschiedt dit las- schen op buitengewoon vindingrijke wijze. Bij de gloeilampenfabricage moest men vroeger dit lasschen met de hand laten doen met behulp van fijne tangetjes werden de stukjes metaal dan bij elkaar gevoegd. Het behoeft geen betoog, dat een dergelijke arbeid slechts zeer langzaam vorderde en een groote inspanning voor de oogen beteekende. Thans geschiedt dit machinaal, niet alleen vlugger, maar ook nauwkeuriger. De stukjes draad op de juiste maat gesneden, worden mechanisch tegen elkander gelegd, zoodat een electri- sche stroom doorgang vindt en in een draadwinding kan komen, die rond een weekijzeren kern loopt. Deze kern wordt daardoor magnetisch en trekt door middel van een tuimelinrichting een gasvlammetje aan, dat de beide draadjes aaneenlascht. bittering in ieder geval van een aandoe ning van geen aangenamen aard en zijn lippen vormden een woord, dat hij niet uitsprak. „Koopt u u meteen een van die zilveren lucifersdoosjes, majoor Agincourt", zeide Winnie, op sierlijk filigran-werk wijzend. „Prins Said heeft zoo'n sigarenkoker". En terwijl ze naar hem opkeek, zag ze dat ze voor het oogenblik geen reden meer had om zich zenuwachtig te maken. Hij dacht nu niet langer aan haar en met den blik volgde hij de gedaante, die zich zoo gauw mogelijk uit het tentje verwijderd had. „Wat had die man een vreemd gezicht', zei ze met een huivering. „Het was toch zeker een Arabier „Neen, dat geloof ik niet", antwoordde Agincourt verstrooid. „Ik heb eens, in In- dië, een bergvolk ontmoet, nagenoeg van hetzelfde type maar ik heb het nooit er gens anders gezien". „Hoe heetten ze vroeg Winnie, haar best doend, om belangstelling voor te wenden. „Voor óns was de naani van hun stam haast niet uit te spreken maar die betee kende „Kinderen van de Zon" en ze hiel den er eigenaardige godsdienstige gebrui ken op na en had men een veete met den stam, dan kon men z'n doodvonnis wel geteekend achten." „Verschrikkelijk Vertelt u er maar niet meer van" „Het spijt mij, dat ik dit dan al gezegd heb Nu, denk er dan maar niet meer aan en vertelt u mij eens liever heeft u al een souvenir voor mij uitgezocht, of zal het die lucifersdoos worden Maar zijn luchtigheid van spreken was slechts een aangenomen iets en Winnie Van de steundraadjes worden er een zestal in een houder geplaatst. Daar over heen wordt door vaardige meisjeshanden het stukje platgeknepen glasbuis gescho ven, dat vervolgens door glasvlammen gloeiend gemaakt en dan dichtggeknepen wordt. Aan de onderzijde smelt men te vens een dun glazen buisje aan, teneinde na voltooing der lamp deze luchtledig te kunnen pompen. Wanneer deze combinatie, het brugje genaamd, nog weekgloeiend is, wordt er een weinig lucht door het buisje geblazen, waardoor er een klein gaatje bovenaan ontstaat. Zoodoende is er, wan neer eenmaal het „brugje" in den ballon gesmolten is, toch nog bij het pompen der lamp een uitgang voor de lucht uit den ballon over. We zullen voor we verder gaan, eerst die steundraadjes eens wat nader bekijken. Zij zijn ondertussschen op maat afgeknipt. De buitenste twee, de twee grootste, zijn bestemd om den gloeidraad te dragen. Daarom wordt aan beiden een haakje ge bogen (fig. 2). Aan het onderstuk van deze steundraadjes, dus aan het» manteldraad zijn koperdraadjes bevestigd, welke later voor den stroominvoer moeten dienen. Van het stel steundraadjes, dat daarop volgt, is er slechts een van een stroomtoevoer- draadje voorzien. Zij zijn beiden kort hierop komt het rooster te staan. Het rooster zelf is een spiraaltje van nikkeldraad, bestaande uit gemiddeld een tiental windingen (fig. 3). Met iedere win ding is het aan een tweemaal rechthoekig omgebogen nikkeldraad gesoldeerd. Deze draad, eindigende in twee pootjes, wordt aan de steundraadjes gelascht, zoo, dat de openingen op gelijke hoogte met den bo venkant der gloeidraadsteunhaakjes komen te liggen. Ook bij de binnenste twee steundraadjes is er maar één van een man teldraadje voorzien. Hierop komt de plaat te staan. De plaat van de radio-ontvang- lamp bestaat meestal uit nikkel, een vier kant stukje, dat vaak rond het rooster tot een cylinder wordt gebogen. De boven en onderzij'de van de plaat worden dan sa mengeknepen en op de steundraadjes be vestigd. De gloeidraad van de radiolamp bestond oorspronkelijk uit Wolfraam, evenals die van de electrische gloeilamp. Wolfraam eischt echter een nog al hoogen gloei- stroom om tot emissie van electronen te geraken. Om het gloeistroomverbruik te beperken heeft men naar een ander ma teriaal met sterkere electronen emissie voor den gloeidraad gezocht. Laborato riumonderzoek toonde aan, dat het moge lijk is dit te bereiken door Wolfraamdraad met thorium of oxyden van andere zeld zame elementen te prepareeren.v Van dit prepareeren hangt de goede werking der radiolamp sterk af, iedere fabriek heeft daarvoor z'n speciale methoden, die niet nader bekend gemaakt kunnen worden. Hierbij ontstaat echter één moeilijkheid, de electronenemissie wordt bij op dergelijke wijze geprepareerde gloeidraden reeds na- deelig beïnvloed door uiterst geringe gas- resten, die in de lamp aanwezig zijn. We zullen echter straks zien, hoe men deze moeilijkheid overwonnen heeft. had een gevoel of er een schaduw tusschen hen gevallen was, zoodat ze weer evenzeer van elkander stonden als heel verre ken nissen Zoodra zij dus klaar waren met hun inkoopen beweerde zij dat ze naar huis moest en Agincourt geleidde haar naar het rijtuig en reed daar zelf het grootste deel van den weg naast. Maar het stemde haar wel wat droevig, als ze dacht aan die plotselinge stoornis in hun prettig samen zijn Dien middag speelde Winnie tennis met jonge dames, die aan den anderen kant van de Brug woonden, een paar meisjes, waar mee ze al had kennis gemaakt zoo lang zé in Cairo was. De oudste, Eileen, was zoo wat van haar leeftijd, en nadat ze same» gespeeld hadden gingen ze wat zitten uit rusten en praten. Ze waren op dat plekje alleen vandaar, dat haar gesprek een zeer vertrouwelijk karakter droeg. „Van Reggie Lander heb ik van je ezel- rit naar de Struisvogelboerderij gehoord". „Ja, 't was jammer, dat jij niet van de partij kon zijn „O, de boerderij heb ik al zoo dikwijls gezien maar tóch was ik er wel graag bij geweest, dat is zoo Wie waren de an deren „Lady Jones en mrs Dickson, miss Lexe- ter, Reggie en majoor Agincourt. O ja, en dan nog madame Miéville, maar lady Jones en zij gingen met een rijtuig." „En Reggie reed zeker mee „Ja, die was wat lui." „Zeg, Winnie, denk je dat hij waarlijk verliefd is op madame „Wel neen, dat geloof ik niet en ik hoop het ook niet voor hem. Want zij kijkt niet eens naar hem om." Het monteeren van den gloeidraad der radiolamp eischt zeer groote nauwkeurig, heid. Scherpe oogen en handige vingers zijn noodig. De lengte der gloeidraadjes komt er, bij wijze van spreken, op een haar op aan. Met fijne tangetjes worden zij op hun plaats gebracht Daarna worden de haakjes der steundraden dichtgekne pen. Nu is het interieur der lamp voltooid 4). Het brugje wordt, met den glazen bal lon er overheen, draaibaar opgesteld tus schen enkele gasvlammen. De omgeslagen rand van het glazen buisje, waarop de electroden zijn aangebracht wordt zoo doende met den hals van den ballon aan- eengelascht, waarna het onderstuk van den ballon afgesmolten wordt. Thans is het oogenblik aangebroken onj de lamp, luchtledig te pompen. Te dien einde worden de lampen door middel van de dunne glazen buisjes met de pomp- installatie verbonden, die de lampen zoo hoog mogelijk evacueert (fig. 5). Daarbij wordt om een goede ontgassing der m<s taaldeelen en van den glaswand te ver krijgen, de lamp gedurende het uitpompen een zeer hooge plaatspanning gegeven en soms boven op de plaat een weinig mag nesium, dat vóór het insmelten daar aan gebracht is, verdampt. Bij de verdamping worden zoo de laatste resten zuurstof en waterstof gebonden. Speciaal wordt dit toegepast bij de „Miniwatf'-lampen, waarbij de bekende zihrerspiegel ontstaat, doordat het magnesium tegen den binnen wand van den ballon neerslaat. De even tueel later vrijkomende gassen worden daardoor ook geabsorbeerd. Voor de lampen nu van de pompinstal- latie verwijderd worden, controleert men het vacuum door middel van een hoog- frequenten stroom. De kleur van den licht gloed, die daardoor ontstaat, toont den controleur onmiddellijk of het vacuum in orde is. Thans is de radiolamp op de huls na voltooid. Voor deze er echter aangemaakt wordt, moet de lamp eerst vele controle proeven doorstaan. Het gloeistroomver bruik en emissievermogen worden nage gaan. Lampen, waarvan de emissie niet normaal is, worden onherroepelijk afge keurd. Alleen door zulke maatregelen is het mogelijk een steeds gelijkblijvend pro duct te vervaardigen. Slechts strenge controle op iedere phase van de fabricage kan een waarborg bieden voor goede kwa liteit. De controle ïn serieuse radiolampen fabrieken eischt wellicht nog meer weten schappelijke leiding dan de fabricage zelf, wanneer die eenmaal vlot loopt. Goed ge- ostilleerde laboratoria zijn hierbij ten eenenmale onmisbaar. De fabricage van goede radiolampen eischt het gebruik van vele kostbare machines, die door nieuwere vindingen op dit gebied nog herhaaldelijk door andere vervangen moeten worden. Al leen groote kapitaalkrachtige ondernemin gen kunnen aan deze eischen voldoen. Bo vendien moet men beschikken over veeljari ge ervaring, die tot nu toe alleen bij de fabricage van electrische gloeilampen ver kregen kan worden. Uit het voorafgaande blijkt wel. dat het fabricageproces voor een groot deel parallel loopt met dat der gloeilampen. Alleen moet bij de vervaardi ging van radiolampen een nog groolere nauwkeurigheid betracht worden. Dit alles is oorzaak, dat slechts groote gloeilampenfabrieken in staat zijn voort durend goede radiolampen te vervaardi gen. Want twee dingen moeten hierbij nier uit het oog verloren worden. Een goede radiolamp maken, is een zeer nauwgezet en moeilijk werk. Alle lampen moeten gelijk van kwaliteit en eigenschappen zijn en last not least constant van werking blijven. De ze eigenschappen kenmerken de radiolam pen, gefabriceerd door een groote gloei lampenfabriek als de Philips-fabrieken. De ze onderneming beschikt over een uitge- breiden wetenschappelijken staf en groote laboratoria. We hebben nu de vervaardiging van de radiolamp gevolgd tot op het bevestigen van de huls na. De tegenwoordige hulzen der meeste Philips ontvanglampen zijn ver vaardigd uit „Bakeliet". Zij hebben den vorm van kleine potjes en zijn aan de on derste zijde voorzien van de vier steker- pennen (fig. 6). Met behulp van een meng sel van gips en schellak worden de hulzen aan de lampen bevestigd, waarna de stroomtoevoerdraadjes aan de pennen ge soldeerd worden. Rest nog slechts het stempelen en ver pakken der lampen. Na deze werkzaamhe den is de Philips radiolamp, in een aan trekkelijk kleed gestoken, gereed om haar zegetocht door de wereld der radio-ama teurs aan te vangen. „Neen, dat is het juistzij neemt in het geheel geen notitie van de mannen maar ik heb Reggie en kapitein Potter en sir Godfrey als schooljongens zien kijken, als madame de kamer binnenkwam 1" „Ja, maar het is ook waarlijk een schoonheid", zei Winnie. „En ik geloof niet, dat ik oort jaloersch op haar zou kunnen wezen, wié nu ook op haar verliefd werd „Daar heb je ook heelemaal geen reden toe Jouw majoor Agincourt is de eenige, die in het geheel niet om haar schijnt te geven. Hij ziet haar «niet eens." „Mijn majoor Agincourf', stamelde Winnie verontwaardigd. „Ik weet niet, wat je bedoelt, Eileen „maar ik wilde wel, dat je niet zulken onzin sprak „Het spijt mij vreeselijk, Winnie", be leed het vriendinnetje, „maar als je niet blind bent, dan moet je' wel zien, hoe hi; altijd om en bij je is. En ik heb mij zelve eók verklapt, wat Reggie Landor betreft dus is het wederzijdsch. Je bent toch niet boos, zeg Win „Neen. Ben je... heusch zoo gestekt op inr. Landor?" „Ik zou veel te zeer op hem gesteld worden", zei Eileen „maar ik doe al mij" best dit gevoelen te onderdrukken. Wan' hij heeft immers toch enkel maar oog en oor voor madame Miévillé?... En ik weet niet wat het is, dat me zoo zeer in -hein aantrekt. Ik geloof zijn levendigheid en tie gulle bereidvaardigheid, waarmee hij voor alles te vinden is. Wc waren zulke goede kameraden eer madame ten tooneele ver scheen. Majoor Agincourt zou mij veel te zwaarwichtig zijn." Waar praat jullie z°° al over (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 6