Iflissingsche Courant
ygiJOAG 26 FEBRUARI 1926. No. 48
iss
Tüliana VAN stolberg
Tweede Blad
:8,.
tii|
Stoomvaart
Vervolg Binnenland
het
iGERWOONHUIS
ia! 47.
ragen aldaar.
te gemeubileerde
)VENW0N1NG
etten stand,
onder letters F. I.
(vlissingsche Courant".
Ivername aangeboden.
grtrek naar lodit', een
LAK SLAAPKAMER-
EUBLEMENT, enz.
Bureau Vlissingsche I
1 Mei te huur modernJ
bovenhuis,
irk. Brieven letters G.D
Vlissingsche Courant
■5 jaar, Prot., ruime le-(
(tting, financ. onatatl
|d karakter, goed voor-1
foekt kennismaking raetl
2530 jaar. Dis-I
en verz. Brieven,!
(ei portret, onder letters!
reau „Vliss. Courant".
gd twee
MEISJES.
net het vak eenigszlnsl
oogte zijn, genieten dtl
.rmakerij L. NIERSE,
■Dekenstraat 27.
MEISJE
voor halve dagen.
Badhuisstraat 131.
Maart
lag 4
I, HM.
|f a. i«.
8
8
-dag
■delburg
VAN DE
VAN
en - Middelb.-Rotterdars
fechengelegen plaatse»
jn van"passaob»
Beweren en vee.
«rfj Iv
1506—1580.
b. PRINS WILLEM
(15501567)
i^ir£^Juzetror!spr-
.ot bez0'?uv mét Anna van Buren in 1551
sen huwelijk ken Haar vaderi de be-
^Maxiiniliaan, was op kerkelijk ge
kende Maxim noojt tei yolle ver.
bied d°°en hare verwanten hadden allerlei
TOUwd en har huwelijk dat „iet
oemakkelijk de keizerlijke instemming
zoo "ia men had hem liever een
f^nsche vrouw laten trouwen—, was,
en wil geruststellend. Het jonge ge-
100 Se prins was 18 jaar - werd met
Z1I1pHprliike zorg door koningin Mane,
m05 nnSdes omringd, zooals ook Cham-
la"„„Vv zich steeds in de omgeving van den
p ns bevond Al heeft de maalstroom van
f Rrusselsche hof, waar zwaar geleefd
het Brusselse den schltterendste
wer 'j»ion' ook meegevoerd, uit zijn por-
jer, e.:t deze jaren spreekt de kalme hel-
fi geest van den slanken gezonden,
5 de buitenlucht gebruinden, zwierig
°vieeden jongman, de heldere verstandige
g l„ ziin niet dié van een lichtmis, een
00g J éler maar zij spreken van een
E gemoéd, dat, wel verre van door
hartstochten te worden meegesleept, m dat
ruwe en rumoerige leven ten slotte z.Jri
huwelijk, al had de
„„L vrouw een wankelende gezondheid
5 was hij door den krijg met Frankrijk
«Mn het veld. In 1555 werd hij door
Philips benoemd in den Raad v*nr®?d'®'
tit ridder in de orde van het Gulden
Vlies, was gemengd in de on^handehn-
lin die leidden tot den vrede van Lateau
hlsin 1550 stond met den nieuwen
landvoogd Êmanuel Philebert van Savoie
<rn den besten voet, doch ook met zijn
naaste verwanten en de Duitsche vorsten
was dan ook de aangewezen onder
handelaar tusschen de Bourgondische re
ling en de Duitsche vorsten.
Fimncieele hulp heeft hij zijn vader her
haalde malen verleend, betaalde de bruids-
miten zijner zusters, hielp de studierbe-
the LodewV kwam in 1556 in zijn eigen
W&zm
6 met de steeds toenemende geestver-
«antschap klimmende, de groote k"tht
van het huis Nassau is Bew"s^„ dl
voortreffeliike verhouding tusscslien ue
teausche broeders, zusters en zwage
5 ook na den dood des vaders <6 Oct
i«q\ waardoor Oranje het ericenae
2' der gansche Diltenburgsche familie
*All'en wedijverden in liefde en eerbied
,001 gravin Juliana, die op het Mamstot te
Dillenburg bleef, waar thans graaf Johan
andere' familieleden kwamen dikwijls op
*rf djfgemalin rena werf bijzet vol-
sla? voor hem, ook al had hij in vorie>(
;aren wel eens de streng Luthersche Duit-
sche vorsten geërgerd door zijn °szl^n'|^
opmerkingen over het huwelijk in
gemeen, opmerkingen die aan het -
sclsche hof op hun plaats
niet getuigen van zeer ernstige
en godsdienstige opvattingen de
heeft noe in zijn Apologie jaren
ronduit erkend, dat hij zich in zUa ion^e^
tijd om religie weinig bekommerd had^
Toch werd juist in dezen tijd zijn 8™ioe
geschokt door een ontstellende
welijke mededeeling van Koning H
11, bij wien hij vertoefde door de boven
genoemde vredesonderhaiidehnge
deze dat de hertog van Alva, zijn mede
afgezant van Philips II, met den g
over een plan gesproken had om alle ver
dachten op godsdienstig gebied in -
en in de Nederlanden uit te roeien.
oogenblik af was hij bewogen de „P
et de compassion" en wilde bacht
„vermine Espagnole" uit de Ncder
te doen verdwijnen. In 1559 werf Jd
benoemd tot gouverneur van Holland,
Zeeland en Utrecht.
Het was even voor het vertrek.»
koning naar Spanje, maar toch juist van
dezen laatsten tijd begon de verwijdering
tusschen den koning en den Prins m zake
het hier Wijven der 16 vendels Spaansche
troepen. Oranje stond in de zaak der
Spaansche troepen ge»eel aan de zijde der
t. BUI. I
,i?3in?„en_^ ÏMS|
n worai 7pofl
moroeits tea I
gevaren.
UMltWK
formatien te UekomMi
L M TT TVanBTTOrt- w
Im: N
;.h.
Gebra.
en te M
LB. EENHOORN, flj'jjjl
Het spreekt vanzelf, dat het tweede hu
welijk van Willem, nu met een Luthersche
vorstin, Anna van Saksen, groote ver
wachtingen opwekte bij Juliana, dit huwe-
i'jk met een protestantsche vrouw moest
naren zoon onfeilbaar geheel terugwinnen,
inderdaad zou zij hem terugwinnen, maar
geheel anders dan zij verwacht had. Groo-
jen tegenstand had hij te overwinnen, voor
net huwelijk tot stand kwam. Inderdaad
neeft hij hierbij de huik naar den wind ge-
Jongen, koowel van Duitsche zijde als van
n|e des koning en van Granvelle werd hij
tegengewerkt, ten slotte was de zaak
i ,ug- 1561) beklonken, al verwierp de
r.ms Granvelles Machivellistische raad
'ppf "ertogin in het geheim haar Luthersch
w2!i -e ^oen Zweren Deze uiterst
yeoenkelijke oplossing der godsdiens t-
westie was den Prins te kras.
W,J zagen reeds dat de Prins lichtvaar
dig met den godsdienst kon omspringen,
volgens hem zelf waren de godsdienstige
indrukken zijner jeugd niet geheel verdwe
nen, die zijner oppervlakkige katholieke
opvoeding aan het Brusselsche hof hadden
hem blijkbaar niet in de ziel gegrepen de
godsdienst bestond toen voor hem slechts
in het volgen van zekere kerkelijke vor
men, die hij zonder eenig bezwaar van
zijn kant te Brussel en Breda in katholie
ken, te Dresden en Leipzig in protestant-
schen geest meemaakte. Van dieper gods
dienstig gevoel is bij hem nog geen sprake.
Maar bij de beoordeeling van 's Prinsen
houding en gevoelens in dezen tijd is nog
iets anders in het oog te vatten, nl. de in
dien tijd nog veelszins heerschende on
zekerheid ten opzichte van de vraag, hoe
de godsdienstkwestie in West-, Noord- en
Midden-Europa definitief zou kunnen wor
den opgelost Er waren natuurlijk tal van
onverzoenlijken, zoowel aan de eene als
aan de andere zijde, die van een vergelijk
niets wilden hooren aan den eenen kant
zij, die het Catholicisme ongerept gehand
haafd wilden zien, aan den anderen kant
zij, die het verafschuwden. Maar de groote,
de overgroote meerderheid was niet zoo
fel gestemd. Er waren talloos velen, die
van het nog werkzame Concilie van
Trente, bijeengeroepen om de Christen
heid zoo mogelijk in één kerk bijeen te
houden, een verzoening der gemoederen
hoopten; er waren er in niet geringer getal,
die te midden van al deze reeds langjarige
twisten een aanmerkelijke mate van on
verschilligheid toonden en zich van alle
kerkelijke vormen weinig aantrokken. Bij
deze gesteldheid der geesten van de
groote meerderheid is een houding als die
van Oranje in deze dagen verklaarbaar.
Maar nogmaals de jongeman van 1560
dacht over dergelijke vraagstukken blij
kens zijn uitingen naar beide kanten nog
niet diep na. Zijn eigen gemoedsgesteld
heid, afkeerig van alle uitersten, maakte
het hem gemakkelijk om zich tusschen de
verschillende godsdienstige gezindheden te
bewegen, naar de omstandigheden en de
omgeving, nu weer als katholiek, dan we
der als heimeiijk protestantsch gezind,
maar verre van innige gehechtheid aan
den eenen of den anderen godsdienstvorm.
Maar de tijden veranderen en de Prins,
die nog in 1563 zijn jongsten broeder,
graaf Hendrik in het streng katholieke
Leuven theologie liet studeeren, en ook
hem, tot ergernis van gravin Juliana, graaf
Johan en graaf Lodewijk, geregeld de mis
moest laten bijwonen, kwam door de ge
beurtenissen in de Nederlanden ook tegen
over den godsdienst omstreeks 1566 tot
andere gedachten en andere daden. Maar
reeds eenige jaren vroeger had hij een
voorbeeld gegeven van merkwaardige verr
dra-agzaamheid door zijn edict voor het
prinsdom Oranje (26 Aug. 1563), waarbij
hij de Hugenoten vergunning gaf in de
Jacobijnenkerk te prediken, terwijl de ka
tholieken in de andere kerken werden her
steld, die door de Hugenoten veroverd
waren. Vandaar dan ook, dat hij in Dec.
1563 een strengen brief van den Paus
krijgt, die de verdelging der Hugenoten
van hem eischt, waartoe de Prins niet ge
zind is. Dan volgt de strijd tegen Gran
velle, eindigend met diens vertrek in 1564.
In dezen tijd had hij ook een belangrijk
aandeel in de plannen om te trachten door
samenwerking tusschen hoogstaande ge
matigde mannen de godsdienstverschillen
tusschen Katholieken en Protestanten zoo
mogelijk bij te leggen, zij het dan ook
meer om staatkundige overwegingen, dan
door een ommekeer in zijn zieleleven.
Sterk verzetten hij en de zijnen zich tegen
de onverbiddelijke naleving der bloed
plakkaten, reeds Juliana's lievelingszpon
graaf Lodewijk, ijverig Lutheraan, schreef
in Mei 1563 uit Middelburg „de „gemeine
mann" houdt groote bijeenkomsten „dren-
cken noch hencken" helpt „in summa die
Religion will platz haben, deweil der
gottiiche eiffer vorhanden ist". Nu be
moeien zich de Grooten reeds met het ge
val en keuren het uiteenjagen en vervol
gen van „disse arme Cristen' 'af. Van te
voren wilden zij niets weten van de cal
vinistische beweging onder den „gemeinen
mann", dit wijst duidelijk op een heele
omkeer. In Dec. 1564 wilden Oranje, Eg-
mond c.s., iemand van hooge positie, naar
den koning sturen, Oranje pleitte voor toe
nadering tusschen Katholieken en Luther-
schen, kort daarvoor was gravin Juliana
te Breda geweest en den 31 en Dec.
hield hij in den Raad van State de be
roemde urenlange rede hij Oranje, was
katholiek en wilde volstrekt niet van dien
godsdienst afwijken, maar hij kon onmo
gelijk de gewoonte der koningen goed
keuren om naar eigen, toch ook slechts
menschelijk inzicht den godsdienst binnen
bepaalde willekeurige grenzen te beperken.
De koning moest inzien, dat de Trentsche
besluiten hier niet konden worden inge
voerd noch de protestantsche noch de
katholieke vorsten in Duitschland deden
dit. Men moest nu van den koning te weten
komen wat deze van dit alles dacht Dit
was de taal der gewetensvrijheid Nog
noemde hij zich katholiek, nog bleef hij er
bij in dat geloof te willen leven en sterven,
maar voor het eerst vernemen we uit zijn
mond iets van inzicht, niet slechts in de
verhouding tussschen godsdienst en poli-
dek, maar in de behoeften van het vroom
gemoed. Nog wilde de 31-jarige niet weten
van het militante Calvinisme, al was hij
van meening» dat Lutheranen en Calvinis
ten ten slofte ook welf te verzoeken waren
nog stond hij scherp, tegenover, het toch
rustiger geworden geloof der doopsgezin
den, beschouwd als verwant aan de op
standige Wederdoopers nog bleef hij in
zijn katholieke omgeving, buiten openlijke
aansluiting bij de Augsburgsche Confessie.
Maar wij zien hem thans het onverschil
lige, lichtvaardige standpunt verlaten, dat
hij twee of drie jaren te voren nog had in
genomen wij hooren hem in treffende
woorden opkomen voor het goed recht
eener vrome geloofsovertuiging, voor het
beginsel der vrijheid van geweten. Hier is
een ommekeer van beteekenis te consta-
teeren in de denkwijze, neen in het ge
moed van den man, die deze indrukwek
kende woorden sprak woorden, die van
wereldbeteekenis geacht mogen worden,
het onmiskenbare geluid eener nieuwe
periode in de wereldgeschiedenis zoowel
als in het leven van dengene die het deed
hooren.
De rede trof de landvoogdes Margaretha
van Parma, die den Raad beval over deze
punten verder te beraadslagen, zij trof
Viglius zóó, dat hij, naar huis terugge
keerd, op den Nieuwjaarsmorgen door een
beroerte werd overvallen en, in zijn spraak
belemmerd, voorloopig niet meer in den
Raad kon verschijnen. De nieuwe instruc
tie, geheel in de richting van Oranje's
rede, werd, den 29en Januari vastgesteld,
door de landvoogdes geteekend Egmond
werd definitief als afgezant naar Sphnje
aangewezen. Het was de handschoen, den
koning toegeworpen Men kent de on
wrikbare houding van den vorst, die zich
door God zelf geroepen achtte om Zijn
bedreigde kerk te redden van den onder
gang ook zijn staatkundige daden en
dynastieke overwegingen moesten onder
geschikt blijven aan de belangen van Gods
kerk.
Het „wonderjaar" 1566 zou den Prins
plaatsen temidden van wereldhistorische
voorvallen, zou hem maken door alle
eeuwen heen tot een der grootste voor
vechters van de beginselen der staatkun
dige en godsdienstige vrijheid, zou zijn
naam verheffen tot een symbool dier vrij
heid.
In dit jaar '66 volgen de gebeurtenissen
elkaar met verbijsterende snelheid het
verbond der Edelen, de snelle toeneming
van het Calvinisme, de moderatie, weidra
„moorderatie" genaamd, de hagepreeken,
het bezoek van den Prins aan Antwerpen
moeilijk is 's Prinsen dubbelzinnige positie,
voornaam ambtenaar des konings, voor
naam vazal tevens, overhellende tot het
Lutheranisme zijner verwanten, vooralsnog
niet tot het Calvinisme, zich gereed ma
kende om geweld met geweld te keeren
immers de anti-Roomsche beweging onder
de Calvinisten komt tot een heftige uit
barsting, over het gansche land loeit en
raast de Beeldenstorm. Oranje is. er hoogst
verontwaardigd over, strafte eenigen in
Antwerpen, handhaafde de katholieke
godsdienstoefening, maar stond aan Cal
vinisten en Lutheranen de prediking toe op
bepaalde plaatsen. Graaf Lodewijk drong
bij Wilem aan op openlijken overgang tot
de Augsburgsche Confessie. Hierin zag hij
echter nog geen heil, de Calvinisten ver
trouwden op hem, als hij openlijk als ketter
bekend stond zou de koning hem ontslaan
en zouden de Calvinisten uitgeroeid wor
den, wat „weder recht noch christlich"
was. Toch viel aan zijn innerlijke gezind
heid niet langer te twijfelen. Den 22en
April 1567 verliet hij Breda en den 7en
Mei kwam hij op den Dillenburg aan als
vluchteling kwam hij terug op de plaats,
die hij voor 23 jaar als jonge knaap met
stralende toekomst had verlaten. Den 22en
Augustus deed Alva zijn schitterenden in
tocht in Brussel, vergezeld door Egmond,
dien de Prins vóór zijn vertrek nog ge
waarschuwd had, dat hun doodvonnis ge
teekend was.
H. G. VAN GROL.
Onze sleepdiensten.
Onze sleep- en bergingsmaatschappijen
genieten, zooals bekend, een internationale
reputatie. Haar namen zijn aan duizenden
zeevarenden bekend. Wie dan ook de ge
vaarlijke en dikwijls beangstigende presta
ties dezer Nederlandsche schepen van meer
nabij heeft meegemaakt, zal eerbied heb
ben voor de kloeke bemanningen, <üe op
hun terrein den naam van Nederland hoog
houden.
Dat ook hef buitenland den arbeid der
Nederlandsche maatschappijen waardeert,
bewijst weer eens een artikel in de „Daily
News" dat des te meer op prijs kan gesteld
worden, wijl het afkomstig is van Groot-
Brittannié, dat zelf een zeevarende bevol
king bezit.
Wij lezen o.a. in genoemd blad
Na het scheepsongeval met de „Man
chester Producer" verscheen enkele dagen
geleden het bericht De Nederlandsche
sleepboot „Zwarte Zee" heeft Queenstows
verlaten er is ter assistentie vertrokken,
Zulks wettigt de vraag „Waarom een
Nederlandsche sleepboot
Iemand, die niet bekend is met de
scheepvaart, zal misschien veronderstellen,
dat de sleepboot toevallig te Queenstown
aanwezig was of dat het geval met de
„Manchester Producer" dringend was. Dit
was echter miet zoo, want het schip ver
keert reeds meer dan twee weken in het
ongereede, terwijl een ander Engelsch
schip assisteerde. Overigens zou de be
volking van Queenstown u kunnen vertel
len, dat de „Zwarte Zee" in deze haven
haar basis heeft, al vele jaren lang".
De „Daily News" noemt het vaartuig
vervolgens een flinke oceaan-sleepboot, die
deel uitmaakt van een geheele vloot van
dergelijke schepen, welke aan een bekende
Nederlandsche maatschappij toebehooren,
die zich een schitterenden naam heeft ver
worven.
„De Nederlanders hebben van de vroeg
ste tijden af belangstelling getoond", ver
volgt het orgaan. „Matrozen uit de dagen
der zeilschepen kunnen verhalen van ont
moetingen rnèt Nederlandsche sleepbooten,
verscheidene dagen buiten de kust, krui
send voor een job".
Na dan een overzicht te hebben gegeven
van de prestaties der laatste jaren, zegt
het blad
„Het zou onrechtvaardig zijn tegenover
de talrijke Engelsche sleep- en bergings
maatschappijen te beweren, dat wij geen
oceaan-sleepbooten hebben. Doch het feit
blijft, dat wij vergelijkender wijze berekend
nog naar haar kracht dan naar haar aantal
weinig zulke sleepbooten bezitten. Zeker
zijn zij niet voldoende, om de Nederland
sche schepen van de ongeëvenaarde positie
welke zij zich verzekerd hebben, te ver
dringen".
MERKWAARDIGE CIJFERS.
Men schrijft uit Londen aan het „Vad."
De bond van vruchtenhandelaren te Lon
den heeft dezer dagen merkwaardige cij
fers bekend gemaakt. Deze bond heeft
verleden jaar de advertentieleuze „eat
more fruit" (eet meer fruit) sprekend
voor de oogen van het algemeen gebracht.
Het gevolg was dat voor een millioen pond
sterling meer werd omgezet dan het jaar
daarvoor. Over de twee jaar, waarin de
reclame-veldtocht voor het eten van vruch
ten werd ondernomen, zijn de advertentie-
kosten juist onder 100.000 gebleven, ter
wijl het bedrag van den omzet in dezelfde
periode is toegenomen met 2.000.000.
De hoogste autoriteit op het gebied van
advertentiewezen in Engeland is misschien
sir Charles Higham hij is er althans in
geslaagd zich in één jaar als advertentie-
agent een fortuin te verwerven. Dit is mis
schien geen maatstaf, maar het is niettemin
belangwekkend te hooren wat hij over zijn
vak heeft te vertellen. Hij acht de drukpers
de redster van handel en bedrijf. Merk
waardig in verband met de waarde die
men voor adverteeren aan een uitgebreiden
lezerskring van een blad meent te mogen
toeschrijven, is zijn bewering dat fabri
kanten in Engeland in het algemeen .niet
in de ruim verspreide, populaire dagbladen
adverteeren. Hij is van meening dat af
schaffing van de pers noodlottige gevolgen
zou hebben voor het bedrijfs- en handels
leven.
Goederen, en dus geld, zouden niet zoo
snel en voortdurend circuleeren. Winkels
zouden leeg worden. Pakhuizen en opslag
plaatsen aan de havens zouden overvol
raken. Machines zouden stil gaan staan en
in een enkele maand zou de werkeloosheid
zijin verdubbeld. Indien men niet meer zou
adverteeren hetgeen practisch gespro
ken het geval zou zijn indien er geen pers
meer was zou het aanbod de vraag
„verdrinken" en economische chaos zou hel
gevolg zijn. Toch ondanks het feit dat sir
Charles Higham en andere advertentie-
grooten ons vertellen dat wij veilig een
ruim geadverteerd artikel kunnen koopen
omdat het adverteeren van inferieure goe
deren altijd op ernstig verlies moet uitloo-
pen, mag men zich toch afvragen of dit
inderdaad onder alle omstandigheden zoo
is. De jonge lord Leverhulme heeft deze
week een opmerking gemaakt die met die
schoone theorie in strijd is Hij zeide dat
zijn firma, wantneer zij een artikel had, dat
er niet in ging, er altijd in slaagde een
vraag er naar te scheppen, door op groote
schaal te adverteeren. Men mag vreezen