iin Hool
ifn Hooi
Miss Blanche
DMSDAÖ 33 FEBRUARI
binnenland
MAIL SHOES" zijn niet te vervangen
64e
1Q215G -=-
rijdag in Luxorl
las Fairbanks
Bsche Maatschappij
Stoomvaart
rijdag in Lü*°|
las Fairbanks/
FEUILLETON
„Liefhebben zult gij mij
INGEZONDEN STUKKEN
,j^©„ 4S;
VLISSIINCSCHE COURANT
grootste filmartist i»|
de hoofdrol.
!e HYPOTHEEK
op een modern Winkel-
het centrum der stad,I
ar overeen te komen. I
letters F. P., Bureai|
che Courant".
i - Middelb.-Rotterdael
ihengelegen plaatse» f
R VAK**PASSAöffl#!
3>EREN EN VEE. f
I 7. Bil. l
ebruarifA 'f|
23,! -
g25 8
2(5 -
ssbigen wordt Woens®|
lag 's morgens ten lr »'J|
eiburg gevaren.
.rmatiën te nekcmea-
i: N.V. Transport- en-p-
L. Erven 3. V03, W*l
rS B. EENHOOKN,
v. OOSTERHOOT, «1
Oebr». KÜITENHEKTWl
grootste filmartis'
de hoofdrol.
ABONNEMENTS-PRIJS
vnor Vlissingen en gemeenten op Wal-
f 2.20 per drie maanden. Franco
H nr hei geheele rijk 2.50. Week-abon-
enten'- 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afronde'rlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
v,„ 1—4 regels 1.10 voor iedere
A meer 26 cent bij abonnement spe-
I '11 prijzen. Reclames 52 cent per regel
iia'tte Advertenties betreffende Huur en
Verhuur Koop en Verkoop. Dienstaanbie
linnen en Dienstaanvragen, enz. prijs, bij
Stbetaling van 1-5 regels 0.75, elke
.KtI meer 15 cent.
familieberichten van 1—6 regels f 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
Dc zilveren bruiloït van het Koninklijk
echtpaar.
[>e Koningin en de Prins hebben het
voornemen van a.s. Donderdag af in de
Gotische zaal, te 's-Gravenhage een ten
toonstelling te doen plaats hebben van de
Ireschenken, welke H. M. en Z. K. H. ter
'^eie^enhtid van hun 2ilveren huwelijksfeest
werden aangeboden door verschillende de
putaties en groepen. Deze tentoonstelling
za) op alle werkdagen geopend zijn van des
voormiddags 10-12 uur en des namiddags
van 2-4 uur, tegen betaling van 25 ets. De
entreegelden zullen ten bate komen van het
watersnoodsfonds te Amsterdam.
Nederlandsch-Belgisch verdrag.
De Brusselsche correspondent van „de
Tel." meldt
De onderhandelingen fusscben Neder
land en België, met betrekking tot het
verdrag zijn, gelijk men weet, eenigen tijd
geleden onderbroken geweest, in verband
met de kabinetscrisis in Nederland.
Deze onderhandelingen zijn echttr door
middel van eenige hoofdambtenaren van
beide landen voortgezet en zij hebben,
naar wij meenen te weten, een gunstige
wending genomen. Het schijnt zeker, dat
men zal overeenkomen, eenige aanvullen
de artikelen aan het verdrag toe te voegen,
maar men bewaart dienaangaandenaar
men begrijpt, een groote terughoudendheid.
Patrimonium.
Gisteren is het Nederlandsch Werklieden
verbond „Patrimonium" te Amsterdam zijn
43e algemeene vergadering begonnen, wel
ke heden werd voortgezet.
De voorzitter, de heer P. van Vliet, heeft
een openingsrede gehouden, waarin hij
o m. zeide, dat er misverstand is geweken
en dat de onlangs geuite critiek naar bin
nen en naar buiten goede vruchten heeft
gedragen.
In de avondvergadering zijn de voorge
stelde wijzigingen van statuten en huishou
delijk reglement goedgekeurd, waardoor
het dagelijksch bestuur een uitbreiding zal
ondergaan van 5 tot 7 leden.
In het verbondsbestuur zijn herkozen de
heeren P. van Vliet (tevens als voorzitter)
en K. A. Grondijs in de vacature-Noord
hof is gekozen de heer G. Baas Kzn.
Besloten is tot instelling van een com
missie, die zal onderzoeken welk standpunt
Patrimonium" zal hebben in te nemen in
zake de beweging van de voorlichting bij
beroepskeuze.
Al is de keuze bij Uw winkelier
nog zoo groot, gij zegt toch
Geef MIJ maar
Maakt eens kennis met
Miss Blanche „Royal".
(lngez. Mededeeling.)
Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE
(Nadruk verboden)
5)
Terwijl heel het gezelschapje een soort
verhooging was betreden, van waaruit men
een prachtig gezicht had op het heele pa
norama, bleef madame steeds dicht om en
bij majoor Agincourt. Zij was in-driftig* op
zichzelf en dacht „Als ik nu maar eerst
met alles klaar ben Wist ik maar, hoe
veel hij er van weet En kon ik hem maar
vertellen, waarom ik juist dien schakel
zoozeer noodig heb, dien hij mij zou kun
nen geven. Maar dat kan niet... Hij moet
dan maar zonder dat tot spreken worden
gebracht..."
Winnie trad haar op zijde, zachtjes het
lied neuriënd, dat zij een paar dagen ge
leden gezongen had. Bij haar vroegere be
wondering voor madame Miéville was nu
nog dankbaarheid gekomen voor de groote
tegenwoordigheid van geest, waarmee die
haar van het struisvogefgevaar had gered.
"fe u moe, madame, dat u zoo bleek
zietvroeg zij bezorgd.
„Hei is hier verschrikkelijk warm, daar
komt het zeker van", antwoordde madame,
die zeer goed wist, dat de reden van haar
slecht-uitzien meer in haar hartstochtelijk
heid school.
HOOFDSTUK III.
.Het gezelschapje zou terugrijden langs
Heliopolis en dit hield nog meer op, zoodat
de zon waarlijk onaangenaam warm was
toen ze terugreden f het rijtuig tusschen
de ezeltjes. 6
Madame leunde achterover in haar
noekje en lachte heel minzaam Reggie Lan-
or. toe, die zijtn best deed, haar met het
aatste schandaal van Esbekiat of the Sa-
oy Ie amuseeren maar ze hoorde haast
'et wat hij zei, zoo min als ze oog had
°°i' de schoonheid van het landschap.
Vervroegde loting.
Volgens de „N. Annh. Ct." bestaan bij
het departement van oorlog plannen, om
wijziging te brengen in de loting voor den
dienstplicht. Men overweegt de mogelijk
heid, om deze loting te centraliseeren, bijv.
Den Haag en tegelijkertijd een paar jaar te
vervroegen.
Het geneeskundig onderzoek zou dan
niet alle ingeschrevenen voor den dienst
plicht behoeven te omvatten, zooals nu,
doch slechts plaats hebben voor de door
het lot aangewezen personen.
Zoolang de minister demissionair is, kan
niet verwacht worden, dat de genoemde
plannen worden uitgevoerd.
Reorganisatie bij de politie.
Door den burgemeester van 's-Graven
hage is een reorganisatie der politie voor
gesteld, welke een bezuiniging zal ople
veren van 200.000 per jaar.
In hef geheel zullen er nadat deze re
organisatie haar beslag zal hebben gekre
gen in dienst zijn 8 hoofdinspecteurs,
18 inspecteurs le klasse, 47 inspecteurs 2e
klasse, 60 brigadiers en 1136 agenten, as
sistenten en aspirant-agenten. Dit is, bij
den huidigen stand van zaken een bespa
ring van 8 man van het hoogere personeel,
20 brigadiers en 44 agenten.
Bjitea veranrwoorteJJJkheW der redacti*
De cople wordt nut terajjgegeveo
DE NAGEDACHTENIS VAN
WILLEM VAN ORANJE.
Mijnheer de Redacteur,
Als de lezers van de „Vlissingsche Cou
rant" op dezelfde wijze het ingezonden
stuk gelezen hebben van eenige Haagsche
heeren, die de lezers met veel pathos op
het geweten wilden drukken, dat een eere-
schuld aan Juliana van Stolberg voldaan
moest worden door het oprichten van een
standbeeld, tot welks kosten het geheele
volk verzocht werd bij te dragen, dan heb
ben die lezers, evenals ondergeteekende,
nadat de laatste regel in hun brein gedron
gen was, gezegd „O", en zijn toen heel
nuchter (ons volk is gelukkig inderdaad
nuchter) de advertentie-pagina gaan be-
studeeren. Het is nu eenmaal een bekend
verschijnsel dat, evenals er menschen zijn
die „aan philantropie doen", er menschen
zijn, die aan het oprichten van standbeel
den „doen". Dat is hun zaak natuurlijk,
maar daar het overgroote deel van ons
volk verplicht is zijn tijd en geld te ge
bruiken om zich in het leven te houden,
maken zij zich niet druk om standbeelden.
Juliana van Stolberg was een godvruch
tige vrouw, die edele zonen heeft voortge
bracht en in het bijzonder als de moeder
van den grooten Zwijger houdt elk onbe
vooroordeeld en weldenkend mensch haar
nagedachtenis in eere ook zonder
standbeeld. Eere wie eere toekomt.
Als echter de een of andere fanatieke
ling zich geroepen acht door lichtzinnige
lasteringen de nagedachtenis te bezoede
len van een edele figuur als Willem de
Zwijger, dan wekt dit de ergernis op van
vele lezers, vooral als dit gedaan wordt op
de wijze waarop de heer Ch. Smagge het
in de „Vlissingsche Courant" deed.
Hij levert door zijn betoogen het bewijs,
dat hij öf zeer eenzijdig en bevooroordeeld
onderwijs in de Vaderlandsche geschiede
nis heeft genoten óf... dat hij de lezers
heeft willen misleiden.
Met groote opzettelijkheid plaatst hij
Willem van Oranje in een valsch daglicht.
In zijn laatste ingezonden stuk citeert hij
telkens aanhalingen uit het werk van Blok,
die, daar het brokstukken zijn, geheel uit
hun verband gerukt worden en daardoor
den indruk wekken, alsof Professor Blok
ook om des heeren Smagge's banale
uitdrukking te bezigen onzen roemruch-
tigen Prins „afgemaakt" heeft.
En dit toch is een groote leugen.
De onopgesmukte, uit de historie ge
putte waarheid, is deze
Prins Willem van Oranje werd geboren
uit godvruchtige protestantsche ouders.
Door zijn vrome moeder werd hij in haar
geloof opgevoed en op twaalfjarigen leef
tijd ging hij naar het hof van Maria van
Hongarije. En in deze Roomscbe omge
ving werd de jonge prins bedorven. Niet
omdat die omgeving Roomsch was. Geen
enkel loyaal protestant zal beweren dat de
Roomsch-Katholieke godsdienst geen
ziele- en geestesadel kweekt, maar., juist
het overgroote deel der Roomsche geeste
lijkheid uit dien tijd deed dat niet
Wat moeten wij denken van een eerloos
koning als Filips de Tweede en beestmen-
schen als Granvelie en Alva, die zulke
trouwe zonen waren der toenmalige
Roomsche kerk
Toen echter de Prins van Oranje op rij
peren leeftijd door zijn Stadhouderschap
over Holland en Zeeland van het verder
felijke hofleven afgezonderd was en in
Holland tot in de ziel geroerd werd door
het groote geloofsleven der gereformeer
den, heeft in zijn innerlijk leven een groote
verandering plaats gegrepen.
En van dat oogenblik af is hij de Vader
des Vaderlands geworden, een man, die
niet gehuicheld of gekonkeld heeft, maar
die zijn persoon, zijn schitterende talenten
en zijn vermogen gegeven heeft voor de
vrijheid van het Nederfandsche volk. Wat
bazelt de heer Smagge over een erfenis
van Réné van Chalons in den tijd van
's Prinsen Roomsche jeugd Neen, dit zijn
de feiten verbeurde of vrijwillig verpande
goederen en verkochte familie-sieraden.
Een Prins zonder land. Een man, die, als
hij onze karaktervolle Prins niet geweest
was, had kunnen schitteren aan het
Spaansche hof, maar inplaats daarvan een
berooid edelman werd, met een hart dat
gewond was door den dood van in den
dienst van de vrijheid gesneuvelde edele
broeders. Een man, die om zijn liefde voor
zijn volk vogelvrij verklaard werd en een
man, die na eenmaal door een sluipmoor
denaar zwaar gewond te zijn geworden
een paar jaar later werd vermoord door
een handlanger van den Roomschen koning
Filips. De Prins van Oranje was een man,
die het leven liet voor zijn arm verdrukt
volk, een man die de eeuwigheid inging
met een gebed op de lippen voor hem
en zijn volk.
Daarom is Willem, da Zwijger onze na
tionale held bij uitnemendheid, omdat door
zijn voorbeeldige en standvastige leiding
ons tegenwoordige Nederland geboren is,
het land, dat de eeuwen door bekend is
geweest als een vrij land, bewoond door
een vrij volk.
Een land, waar alle bewoners gelijke
rechten hebben Roomsch-katholieken, ge-
loovige protestanten, liberalen, socialisten
en Israëlieten.
De grondvester van ons vrije volk in
ons vrije Nederland, dat is Prins Willem
van Oranje geweest.
Als iemand de nagedachtenis van dezen
grooten man gaat bezoedelen door te
kwader trouw de leelijke daden uit zijn
jeugd te beschrijven en zoo'n „iemand"
lidmaat is van een kerk, die den apostel
Paulus.en den kerkvader Augustinus hei
lig verklaard heeft, niettegenstaande deze
voortreffelijke mannen ook een allesbehal
ve „heilige" jeugd gehad hebben, dan is
die „iemand" een schrijver geweest van
een ingezonden stuk, welks strekking on
dergeteekende vertrouwt „afgemaakt" te
hebben.
Standbeelden zijn koude harde zuilen, die
wel iets tot den aanschouwer kunnen zeg
gen, doch die een nuchter volk toch niet
kunnen begeesteren. Maar de nagedachte
nis van een man, die zijn leven gaf, niet
uit onverdraagzaamheid tegenover Rome,
maar voor de gewetensvrijheid van het
Nederlandsche volk, is te verheven en heeft
te groote plaats in de harten der bewoners
van ons kleine vrije landje, dan dat zij be
zoedeld mag worden door iemand, die
door kortzichtig- en kleinzieligheid in staat
is de gelukkig-overbrugdé-kloof tusschen
Nederlanders van verschillende denkwijzen,
weer tot een gapenden afgrond te maken.
Vlissingen. P MONS.
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik even 'n klein plaatsje
Er wordt op 't oogenblik in uw blad ge
debatteerd over de „Nationale Eereschuld"
aan Juliana van Stolberg, de moeder van
den eersten Wiliem uit ons Vorstenhuis.
Die pennestrijd gaat vrijwel tusschen
Katholiek en Protestant, althans tusschen
Katholiek en niet-Katholiek.
De Katholieken geven natuurlijk allen
den heer Smagge gelijk in zijn beschou
wingen, de anderen aan ds. Voorhoeve en
(of) den heer De Kat. En daarmee is
de strijd beslist, en de overwinning be
haald door de eene of de andere partij
't Mocht wat 1 Als dat vraagstuk aan de
orde wordt gesteld, zijn we er nog lang
niet, en zelfs niet een neutraal, gedocumen
teerd, historisch artikel van den heer Van
Grol brengt hier bevrediging
Ik geloof, dat het juiste standpunt hier
niet bij een der partijen, maar tusschen de
partijen in ligt Laten we toch eerlijk zijn
Ik heb dit tegen den heer Smagge gezegd
Jullie, Katholieken, hebt groot gelijk, als
je denkt aan de „zestiger jaren" en dan
concludeert Wij kunnen niet meedoen.
Maar... je moet zoo verstandig zijn, om
daar niet meer aan te denken
Heel het Nederlandsche volk staat, zon
der onderscheid van godsdienst, achter ons
Oranjehuis, wat bij de herdenking van het
Zilveren Huwelijksfeest in alle mogelijke
kerken, duidelijk is gebleken.
Dat Oranjehuis nu wi! men eeren in zijn
eerste vorstelijke moeder, Juliana van Stol
berg, naar wie onze Prinses is genoemd.
Ik kan niet zien en niet voelen, wat ver
dere godsdienstige overwegingen daar aan
af of toe moeten doen
De door den heer Smagge begonnen
strijd brengt verdeeling op een terrein,
waar eenheid is, en ingezonden stukken als
van ds. Voorhoeve en van den heer De Kat,
laaien het vuurtje maar hooger op
M'n bedoeling is overigens niet, me in
den strijd te mengen liefst krijg ik geen
ander antwoord, dan een noot van U, mijn
heer de Redacteur „Hiermede is de dis
cussie gesloten
Gedachfenwisseiing leidt in dezen tot
niets
Met beleefden dank voor de opname,
P. H. MEERHOLZ.
Mijnheer de Redacteur,
Het stukje van den heer Smagge is op
z'n zachtst uitgedrukt wat overmoedig. Dat
een gbwoon onderwijzertje het woord „af
maken" bezigt op een persoon die geschie-
denis heeft gemaakt en een betere dan
Philips II of Alva, zal ieder rechtgeaard
Nederlander van welk geloof ook, hinderen.
De heer Smagge moet „Isis ontsluierd"
van H. P. Blavatsky eens lezen. Hoogst
waarschijnlijk zal hij zich wel wachten, nog
99
(AUeenverkoop PLOUVIER.)
Tegen den tijd, dat de equipage stil
hield voor Desert House, was Reggie klaar
met zijn anecdote en zat nu zwijgende te
genieten van haar schoonheid en er zich
in te verdiepen, hoe het een schilder ooit
mogelijk zou wezen, om de ongewone tint
van haar oogen weer te geven.
Reggie toonde zijn bewondering niet zoo
onverholen als vele anderen hij moest, in
de eerste plaats, „opzitten en pootjes ge
ven" aan lady Jones en mrs. Dickson, die
hem waarschijnlijk wel een goed baantje
aan het departement van financiën konden
bezorgen. Maar voor zichzelven erkende
hij, dat hij „doodelijk" was van madame
Miéville. En zij schonk hem nooit eenige
aanmoediging. Dit deed zij in het alge
meen niet. Zij scheen vervuld van iets, wat
haar dikwijls vreemd afgetrokken maakte,
ofschoon ze er nooit met eenig woord op
gedoeld had, dat haar bezoek in Cairo
een andere aanleiding zou hebben, dan dat
het een uitstapje voor haar genoegen was.
Aan tafel noodde mrs. Smith een ieder,
om plaats te nemen, zooals hij dit het liefst
wilde, zoodat dan ook bij voorbeeld Agin
court naast haar nichtje plaats nam.
Reggie Landpr begreep-er niets van
toen hij, na den lunch op de veranda, ma
dame een opmerking zag richten tot Agin
court, die deze heel kortaf beantwoordde,
zich onmiddellijk tot een ander wendend.
De meeste mannen toch zouden zich dan
al bijzonder vereerd hebben gevoeld en
gretig het gesprek hebben voortgezet
maar Agincourt niet.
„Ik heb Prins Said voor vanmiddag ge
vraagd", zei mrs. Smith lachende, terwijl
ze de koffie gebruikten. „Ik hoop, dat u
niet wegloopt, eer hij komt, lady Jones,
want het was juist Hgr jfflk van u, dat ik
hem vroeg. Hij had gtityNfe Miéville al in
een paar dagen niet gezien, klaagde hij en
scheen waarlijk onder den indruk, dat ver
zeker ik u
„Hoe gevoelig toch f" antwoordde ma
dame, met spottenden glimlach.
„En dat voor iemand, die tot nog toe
nooit Europeesche schoonheid waardeerde,
ging mrs. Smith voort. Maar dit bewijst,
dat hij een man van smaak.is."
Zélfs de bewondering van Prins Said
kon haar niet terughouden, want zij klaag
de over wat hoofdpijn; en inplaats dat ze
dus met de andere gasten de komst
van den Prins bleef afwachten op de ve
randa, ging ze den grooten salon binnen,
klaarblijkelijk met de bedoeling, om daar
te rusten, tot het koel genoeg zou zijn om
den rit huisWaarts te ondernemen
Winnie volgde haar het huis in, met het
aanbod om madame te helpen maar zij
had geen hulp noodig koelte en rust
zouden haar hoofd wel tot bedaren bren
gen, meende zij.
„Ik ben zoo bang, dat Prins Said u zal
storen als hij komt. Abdulla zal hem mis
schien door de kamer binnen laten als wij
op de veranda zijn. Zal ik hem zeggen, dat
de Prins zich, in den tuin, maar bij ons
moet voegen 7"
„Dat zou heel vriendelijk van u wezen.
Maar ik hooD, dat ik tegen thee-tijd weer
heelemaal beter ben Als lady Jones ten
minste zoo lang blijft."
„In ieder geval zult u gelegenheid heb
ben, om te rusten", sprak Winnie. Ze stond
schuchter bij de deur, maar wilde toch nog
even zeggen „Ik heb u nog niet eens be
dankt, madame, voor de wijze waarop u
mij zeker het leven heeft gered. Het is mij
juist of ik altijd een gevoel van schuld
jegens u zal hebben
Een oogenblik bleef madame Miéville
naar haar kijken.
Voor dit onbeduidend meisje had majoor
Agincourt de plaats aan den lunch die hij
naast haar had kunnen innemen, nu opge
geven... Maar wie weetvan hun omgang
zou ze misschien toch nog wel eens ge
bruik kunnen maken.
„Ik hoop, dat die verplichting u niet te
zwaar zal vallen", zeide ze. „Maar het is
heel best mogelijk, dat ik eens nog wel een
gunst van u vraag."
„Dat. zou mij eén waar genoegen zijn",
antwoordde Winnie grif, en haastte zich
toen weg.
Ondanks haar verlangen om alleen te
zijn, deed madame Miéville toch niet haar
best, om te slapen. Ze dacht en dacht...
en liet zich hierbij niet afleiden door het
gegons Van de stemmen, dat van de veran
da tot haar doordrong. Zoo heelemaal in
de verte zag ze nog een stukje van den
tuin en, zoo waar daar liepen weer de
twee haar wei-bekende gedaanten van
Agincourt en Winnie...Nu ditmaal kon ze
hen niet volgen maar ze zou hem tóch
naar zich doen luisteren
Dus was ze in een ommezien van de
bank, trad op de schrijftafel toe en krab
belde daar enkele woorden op een half-
velletje papier. Dit vouwde ze tot een
briefje, waar ze zijn naam op schreef.
Er was niemand in de hall toen ze de
salon-deur opendeed en eens even uitkeek
maar de bel aan de voordeur ging en en
kele seconden later verscheen Abdulla.
Zonder zich een oogenblik te bedenken,
hield madame den man even' op. Zij zelve
kon niet onderscheiden, wie er aan de
voordeur stond maar daar deze open was
er enkel maar een kralen voorhang
hing, terwijl zij het licht achter zich had
uit de openstaande salondeur, kon hij haar
niet onderscheiden.
„Wil je dit van mij aan majoor Agin
court geven. Hij is i«n den tuin", sprak ze
tot Abdulla en reikte ■hem het briefje over.
„Ja, madame."
Abdulla was zeer redelijk in zijn eigen
taal in het Fransch kon hij zich ook wel
uitdrukken, maar van Engelsch kende hij
maar een zestal zinnetjes. Toch nam hij
de boodschap aan of hij ze volkomen be
greep en dit was dan ook het misleidende.
Abdulla kende het woord „téïn", en,
toen madame weer in den salon ging, trad
hij op de open deur tce, met het briefje
nog in de hand, want miss Falkner had hem
instructies gegeven, om ieder bezoeker in
den tuin te laten, en, daar het briefje toch
ook dien kant uit moest, kon hij meteen
twee vliegen in een klap slaan.
Winnie had Fransch en Arabisch door
elkaar gesproken in haar nadrukkelijke
(lngez. Mededeeling.)
eens te citeeren en zekerlijk niet van uit
dien tiid waarin Willem de Zwijger geleefd
heeft.
U beleefd dankend,
W. VIJGEBOOM.
Rotterdam, 21 Februari 1926.
(Wij ontvingen nog verschillende inge
zonden stukken over deze quaestie, o.a.
van een katholiek die het schrijven van den
heer Smagge beslist afkeurt, doch kunnen
alleen met vollen naam onderteekende
stukken opnemen. Rod.)
DIER EN MENSCH.
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik zoo vrij zijn eenige ruimte van U
te vergen, waarvoor ik U bij voorbaat har
telijk dank zeg.
Hoewel ik Henlrie in 't minst niet ken,
en evenmin een rijmelaarster ben, zoo kan
het toch zijn nut hebben ook mijn opinie
e*ens te zeggen zonder rijm, wetende met
vele mijner medelezeressen te spreken. Ik
geef hiermede Henkie eens in overweging
Óverdrijf niet zoo, elk enthousiast kan wel
eens vervelend worden, vooral als hij
daarmede anderen hindert of zelfs zooals
ik vind dat U doet, anderen beleedigt. Dat
U zoo enthousiast voor de dieren pleit,
vind ik een prijzenswaardig stokpaardje,
maar daarmede is nog niet noodig dat U
met uw lang overdreven rijmpje ouders of
kinderen behoeft te beleedigen. U zelf
haalde in uw voorlaatste stukje (na radio)
aan, dat die radioïst het redelooze dier bui
ten quaestie moest laten (sinds wanneer
kan een dier lezen en U zelf stelt een
kind en ouder ten achter, ten voordeele
van het dier. U trekt m.i. het dier vóór
den mensch, omdat een dier redeloos is,
zult U zeggen, maar een kind is schulde
loos en is het daarom ook geen bescher
ming waard Eerder nog U maakt het
volgens mij en meerderen met mij, nog al
bont kindervigelante en zes op z'n Zon
dags uitgedoste als soldaten enz. enz.
(misschien hebt V wel 8 hondjes met rok
jes aan en 8 poesjes met lintjes én belle
tje om U heen).
Ik ben zoo vrij te pleiten voor de kinde
ren zooals U pleit voor de dieren, want
ook al zendt een moeder de kinderen de
straat op, omdat ze in huis te druk zijn
(trouwens de dokter gebiedt de open lucht)
is dat toch nog geen reden te veronder
stellen, dat ze meest de dieren kwaad doen
en vernielzuchtig zijn. Of zullen wij moe
ders voortaan onze kinderen aan den ket-
ting leggen an de lieve diertjes op straat
laten spelen Ook zij doen kwaad, of
meent U dat het aangenaam is als men
zijn 5-jarig zoontje bestorven van angst
thuis krijgt, omdat een blaffende hond hem
steeds naliep Of dat prettig is als men
met de kinderen bij het vertrek der boot
een familielid toewuivend, in doodsangst
staat omdat juist om onze voeten twee
groote honden aan het vechten zijn, die
zeer gemakkelijk ons te water kunnen du
wen Of dat het aangenaam is in huis te
struikelen over de poes, die toevallig juist
voor de voeten springt als men een gloei-
order en dit had Abdulla begrepen.
Aan de deur stond Prins Said, voor wien
Abdulla een diepe buiging maakte.
Er was een bijzondere glans in de oogen
van den jongen Egyptenaar en hij had iets
schichtigs in den blik als een, die het noo
dig acht op z'n hoede te zijn. Prins Said
verstond zeer goed Engelsch, maar het
gesprek in de hall was te veraf geweest
voor hem', zoodat hij wel de stem had her
kend,' maar niet verstaan wat er gezegd
werd. Een paar zinnen in het Arabisch
brachten hem op de hoogte van het feit,
dat hij mrs. Smith in den tuin of op het
balkon zou vinden.
„Ik ken den weg ik zal mij zeiven
wel aandienen", sprak hij tot Abdulla
die anders toch naar den tuin moest, zoo
als hij zei, om een briefje af te geven.
„Van wien is dat briefje?" vroeg de
prin§.
Abdulla wist het niet, maar het briefje
ging in handen van den Prins over die
beloofde, dat hij het aan den majoor zou
geven.
(Wordt vervolgd.)
VOLKSGEZONDHEIDS.
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
VEEREN HOOFDKUSSENS EEN
GEVAAR VOOR ZUIGELINGEN.
Nu en dan worden sterfgevallen ge
meld van zuigelingen, die te slapen
gelegd zijn met het hoofdje op een
week-veeren kussen. De kinderen ge
raakten in een kuil van het kussen en
konden hun hoofd niet meer vrijmaken:*
Zij stierven daardoor den verstikkings
dood. Moeders, gebruik dus nooit zach
te, weeke hoofdkussens in de bedjes
uwer kleinen. Vervang ze door dunne
kussens, gevuld met zeegras of varen.
Veeren kussens „broeien" ook te veel
aan het hoofdje. De kussens moeten
dun zijn, Omdat anders óf het kindje
afglijdt öf de rug krom groeit.
GEZONDHEIDSRAAD.