flissiogsche Courant
MissBlanche
Tweede Blad
MAIL SHOES" zijn niet te vervangen
sche Maatschappij n
Stoomvaart
ar.^aii
LAME
rtlkelen
en fl.67
JS", AENHEM
18 FEBRUARI 1928. la. 41
Vervolg Binnenland
FEUILLETON
„Liefhebben zult gij mij!"
an beschikbaar
rschotten vanaf f iqq
>k zonder borg), q
FS, Vlasmarkt 10, Mid.
Dond. 10-5, Vrijdav
DAGDIENSTBODE
HUIJBRECHTS, Grot-
5.
>den, in het centrum
sen
EN SLAAPKAMER
ipkamer. Ook geschild
vrienden.
onder letters F. J„ ru.
singsche Courant".
PRAKKEN, VÜiT
vraagt tegen 1 April
DIENSTBODE
en nacht. Aanmelden
tegen 1 Maart een
1LAAPKAMERTJE.
met prijsopgaaf letten
;au „Vliss. Courant".
TTE WERKVROUW"
Kasteelstraat 35.
ich aan tegen Maart,
vlei, een alleszins be-
LDERSKNECHT,
'oor vast, 4 jaar als
erkzaam geweest, oud
ed. Herv. Brieven aan
d. VIJVER, Schilder,
fe.
NET MEISJE
voor de morgenuren,
de 16 jaar.
Bureau „Vlissingsche
TE KOOP
Canapé en 4 Stoelen,
anapé en Tafel.
Scheldestraat 42 huis.
HYPOTHEEK
ap flink winkelhuis op
ld.
motto „Hypotheek",
lissingsche Courant".
- Middelb.-Rotterdait
hengelegen plaatsen
T. SUS.
J. EtS:
bruari
T. H. (II.
I.B. !t
318
8
19
8
22
8
23
8
natiën te' bekomen
N.V. Tianaport- en E
Erven G. V08, Telrf.
B. EENHOORN,'Tel.ltë
r. OOSTERHODT, Tel.282
labra BTHTErrtTRK. T»nl>'
el Nederland)"
[aterdag
orstels
cwastjes
ders
Jets
gers
asten
ems
16
6
12
24
48
18
28
en Poetsdoeken9
ankjes 13
noleumwas48
er12
eginners (voll. opl. i"
vergevordetden 30
andelscorrespon-
correspondentl®
correspondentie
en).
t ®ats-Prakt ijk-Dn
er> Administratie
pract. dipl. Boekh)-
gden tot heden reeds
a. Wie werkelijk
iding wenscht in «n
epeden betreffende»
ie als drukwerk l»e
;e verplichting) Pros'
n 1921/24 sturen. I
Adres
VAN DE
VAN
De kabinetscrisis.
Onder bet opschrift „Vermijdt den
strijd, maar recht voor 't recht" bevat „de
Nederlander" een uitvoerig artikel over de
crisis. Het blad wil de verwijten aan het
adres der Christ.-Hist. Unie niet laten gel
den en zet daarom nog eens uiteen, waar
om de fractie niet anders handelen kan
dan zij deed „en waarom de 300.000
kiezers, die op hare candidatenlijst stem
den recht hadden deze houding van de
Linie te verwachten."
Een historisch exposé besluit het blad
met de volgende opmerkingen over het
gezantschap bij het Vaticaan.
Men overdrijve niet de beteekenis van
bedoelden luisterpost. Nederland is ver
tegenwoordigd in Londen, Parijs, Berlijn
en Genève. De voorstanders van dezen
luisterpost demonstreerden op klare wijze
zijne betrekkelijke beteekenis, door den
luisterpost te willen vestigen in Bern, ter
wijl het diplomatieke centrum te Rome
bleef
Laten onze Roomsche landgenooten
eerlijk erkennen, dat het door hen zoo
zeer begeerde gezantschap, voor hen, zijne
waarde niet ontleent aan het diplomatieke
centrum rondom den Heiligen Stoel, maar
aan de waardigheid van den Kerkvorst
op dien Stoel gezeten. Het zenden van een
gezantschap naar den Paus sluit in zich de
onderstelling der mogelijkheid van een
concordaat. Die deze mogelijkheid vol
strekt en «principieel verwerpt kan het ge
zantschap niet aanvaarden. Daarom kon
den de Christelijk-historiscshen op 11 No
vember niet anders handelen dan zij ge-
handéld hebben.
Dat de kiezers het recht hebben üi dooi
de fractie aangenomen houding te ver
wachten wordt dan betoogd.
De Christelijk-historischen korden en
mochten op 11 November 1925 nie: an
ders handelen, dan zij gehandeld hebben.
Zij konden niet krachtens het protes-
tantsch beginsel, dat hun gansche politiek
beheerscht zij mochten niet, wegens
geheel hun politiek verleden van vele ja
ren, waarop het vertrouwen, door een
groot deel des volks in hen gesteld, was
gegrond.
Dat een wig in de Unie was gedreven
ontkent het blad.
Nederland en België.
Bij Nijgh Van Dktmar's Uitgevers-
Maatschappij te Rotterdam is verschenen
een brochure, getiteld „Nederland en Bel
gië", souvereiniteits- en andere vragen
door B. Nierstrasz, oud-lid van de Tweede
..Kamer.
Wij ontleenen aam het slotwoord het vol
gende
Goede buurschap en vriendschap tus-
schen België -en Nederland zijn noodig om
langzaam, zeer langzaam aan, België den
tijd en de gelegenheid te geven, zijn bui-
tenlandsche politiek zelfstandig, d.i. als
zelfstandigheidspolitiek en onafhankelijk
van eenige groote mogendheid, te orien-
teeren, zooals de Nederlandsche altijd ge
weest is.
Maar voor goede buurschap en vriend-
sdhap is eerste eisch, dat de partijen waar-
Niets is yeranderlijker dan de
mensch.. en toch wanneer het
op sigaretten aankomt zegt hij
steeds weer
Geef MIJ maar
Maakt eens kennis met
Miss Blanche „Royal".
(Ingez. Mededeeling.)
Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE
(Nadruk verboden)
HOOFDSTUK 1
„Ja, Cairo is geweldig vol", zei mrs.
Dickson, met een kwijnend air. „Wat mij
betreft, ik mag het veel liever in het „doo-
de seizoen", als de touristen en wereld
reizigers >er weg zijn..."
„Nadat ze eerst al hun- „rijkdom" heb
ben besteed aan souvenirs van Egypte
mi Liverpool of Birmingham gemaakt
voegde Reggie Landor er bij. „Het is al
moeilijk genoeg voor degenen, die hier
wonen, om echte curiosa te krijgen 1"
Dit zeggende, keek hij het kringetje aan
de lunchtafel eens rond. Onwillekeurig
oleef zijn blik even rusten op zijn grooten
overbuurman, die in Egyptisch uniform
was.
„Ik heb nog pas gehoord van iemand",
ging hij voort, „die, nu jaren geleden, een
stuk echt goed houtsnijwerk kocht, en den
volgendein dag kwam de verkooper bij hem
on wilde het terugkoopen, daar het zijn
gewicht aan goud waard was, zooals hij
zeide." J
„Dat is anders niets voor een Arabier,
m te erkennen, dat iets, wat hij hebben
Vn\' ,Waard.e bezft"» sprak de gastheer,
de f I Smith, van het ander eind van
Agincourt ?.VHerinner ie je nog Curzon.
ar^S.Urzon van de artillerie vroeg de
groote man.
wii'riA yer'eden jaar naar huis en
hnmL5,Jn P°nn'es verkoopen. Hij onder
zeer €iïejmet,€en; inboorling, die ze zeker
mei pruiken kon maar mijn he
ken' a; '"oest hij van den prijs laten zak
en hij zich eerst had voorgesteld."
dig en gelijkwaardig tegenover elkaar
staan, dat niet de eene alles geeft en de
andere alles neemt. Zulk een verhouding
kan slechts arrogantie en zelfoverschat
ting bij de winnende partij opwekken, die
de vruchtbare kweekbodem zijn voor nieu
we eischen, welke, wij weten het allen, in
het gebied der NederlandschBelgische
betrkkingen zoo rijk gezaaid liggen.
Goede buurschap en vriendschap behoe
ven als grondslag wederzijdsche achting en
eerbied, en men kan die kwalijk hebben
voor wie er zich tusschen heeft laten ne
men en zich als een schaap gedraagt.
Hoezeer de critiek in Holland de Belgi
sche openbare meening moge hebben voor
bereid, het is waarschijnlijk, dat verwer
ping van het Verdrag in dit stadium aan
de Nederlandschr-Belgische betrekkingen
ernstige schade zal toebrengen, die slechts
langzaam hersteld zal kunnen worden. Dit
is te betreuren, maar niet te vermijden.
Het zal in elk geval deze goede zijde heb
ben, dat het den Belgischen buurman zal
doen inzien, dat wij geen „quantité négli-
geable" zijn, noch „taillable et corvéable
a merci".
Door het bekrachtigen van het Verdrag
zal de goede verstandhouding met België
evenmin duurzaam gewaarborgd zijn, wat
de schrijver iin zijn brochure nader uiteend-
zet.
Rijkspostspaarbank.
Aan het einde der maand December
1925 was ten name der inleggers inge
schreven ƒ303.959.814; gedurende Ja
nuari 1926 werd ingelegd ƒ11.648.925,
waaronder 4586 wegens voor inleggers
geïnde Grootboekrente en ƒ232.193 we
gens inschrijvingen ten gevolge der af
schrijvingen op Staatsschuldboekjes de
terugbetalingen beliepen 10.212.776,
waaronder 17.787 wegens aankoop van
inschrijvingen op naam in een Grootboek
der Nationale Schuld, rentegevende obli-
gatiën ten laste van den Staat en certifi
caten aan toonder van inschrijving in een
Grootboek en ƒ314.631 aan afschrijvin
gen ten behoeve van inschrijvingen op
Staatssschuldboekjes. Er werd dus meer
ingelegd dan terugbetaald 1.436.49, zoo
dat het tegoed op spaarbankboekjes op
ultimo Januari 1926 bedroeg ƒ305.395.963.
Hieronder is niet begrepen de over het
jaar 1925 bijgeschreven rente.
Het aantal spaarbankboekjes in omloop
op ultimo December 1925 was 1.985.953
en op ultimo Januari 1926 1.992.887.
Op Staatsschuldboekjes was ultimo Ja
nuari 1926 ingeschreven een nominaal
saldo van ƒ42.011.950 (v.m. ƒ41.995.350).
Hét aantal in omloop zijnde Staatsschuld
boekjes was ultimo Januari 1926 ƒ28.227.
De geloofsvrijheid en de S. D. A. P.
Wij hebben tot nog toe geen melding
gemaakt van het antwoord van ir. J. W.
Albarda aan den heer mr. Th. Heemskerk.
In „het Volk" is dit antwoord opgeno
men en wij ontleenen er het volgende aan:
Ik denk er niet aan te ontkennen, zegt
de heer Albarda o.m., dat het Marxisme,
in zijn volle wijsgeerige uitgebreidheid,
met den godsdienst kwalijk vereenigbaar
is. Maar ik ontken, evenals elke andere
sociaal-democraat ontkent, dat de sociaal
democratie, als partij en als beweging, van
hare aanhangers en volgelingen verlangen
of verwachten zou, dat zij het wijsgeerig
Marxisme zijn toegedaan en zich tegenover
het geloof zullen stellen.
Ongetwijfeld neemt, aldus de schrijver,
onder de wereld- en levensbeschouwingen,
die men bij de sociaal-democraten aan
treft, het Marxisme een voorname plaats
in. Maar het is geenszins de eenige opvat
ting, die daar gehuldigd wordt. Aanhan
gers van andere opvattingen, geloovigen
en godsdienstigen, zijn in de rijen der so
ciaal-democratie even welkom als ortho
doxe Marxisten.
Dc heer Albarda tracht dan verder door
verschillende aanhalingen aan te toonen,
dat eerbied voor de consciëntie-vrijheid
van anderen voor de sociaal-democratie
een beginsel is. Er blijft mij dan nog over,
zegt hij, de behandeling van de vraag, wat
het huldigen en het toepassen van dit be
ginsel met de taktiek der partij te maken
heeft.
Niets zou de ontwikkeling der soc.-
dem. arbeidersbeweging meer belemmeren
en de partij meer schaden, zegt de heer
Albarda, dan indien zij iets van de ver
draagzaamheid ging afdoen en iets van
de vrijheid liet inperken, die zij principieel
voor alle richtingen noodig acht.
Ligt het wel op den weg van den heer
Heemskerk, tegenover de S.D.A.P. op te
treden als verdediger van de geloofsvrij
heid
Hij die meent, anderen strengen eerbied
voor de geloofsvrijheid te mogen voor
schrijven, moet zelf de vrijheid van an-
derer overtuiging nauwlettend ontzien.
Doet de anti-revolutionaire partij dit
Ik meen het te mogen ontkennen.
Ik wil mij bepalen tot voornemens en
handelingen der anti-revolutionairen op
staatkundig gebied. Dan denk ik aan hun
streven, om anderen te dwingen zich des
Zondags, met de wijze, waarop zij dien
dag doorbrengen, te onderwerpen aan de
opvattingen der kleine anti-revolutionaire
minderheid. Dan denk ik aan hun houding
tegenover de lijkverbranding. Dan denk ik
ook aan de houding van den oud-minister
Heemskerk tegenover de Vrijdenkersver-
eeniging „de Dageraad".
Heeft de heer Heemskerk, zoo besluit de
heer Albarda, behoefte om te waken voor
de consciëntievrijheid, dan kan hij dicht bij
huis blijven.
Nederlandsche Reïsvereenigng.
De Nederlandsche Reisvereeniging, wel
ke dit jaar 20 jaar heeft bestaan, telde op
I Januari jl. 39.776 leden, van wie 36.319
in 23 afdeelingen vereenigd en 3457 niet in
afdeelingen.
Alkmaar telde 648, Amersfoort 336, Am-
1016, Bussum 499, DeUt 266, Dordrecht
645, Gouda 370, 's-Gravenhage 6511,
Groningen 1267, Haarlem 2460, Hilver
sum 304, Leeuwarden 545, Leiden 839,
Nijmegen 459, Rotterdam 6394, Twente
877, Utrecht 1909, Walcheren 486, Zaan
streek 595, Zutphen 260 en Zwolle 327
leden.
In de laatstgehouden vergadering van
het hoofdbestuur werd besloten tot op
richting van twee nieuwe afdeelingen nl.
Maastricht en 's-Hertogenbosch. Zoodat
op Drente na alle provinciën in deze ver-
eeniging zijn vertegenwoordigd.
jaardjfefs van Nederland.
De juist verschenen jaargang van de
jaarcijfers voor Nederland over 1924/25,
bewerkt door het Centraal Bureau voor
de Statistiek, geven tal van belangwek
kende gegevens.
De bevolking telde medio 1925
7.358.375 zielen.
De cijfers over huwelijken, geboorten en
sterfte vertoonen daling. De huwelijken in
1913 7.9 per 100 inwoners stijgen in de
jaren na het beëindigen van den oorlog
(in 1920 9.6), welk percentage in 1925
(7.4) beneden dat van 1913 kwam. Sedert
1876 zijn de geboortecijfers steeds dalen
de. In 1920 waren zij echter weder gelijk
met 1913 (28.3) om in 1925 op 24.3 te ko
men. De sterfte (12.4 in 1913 en 9.20 (voor
1918 zijn onder de sterfgevallen niet be
grepen de kinderen die levend geboren
zijn, doch overleden vóór de aangifte) in
1923) vermindert naar verhouding meer
dan de geboorte, hetgeen o.m. blijkt uit
het overschot der levendgeborenen op de
sterfte. In 1913 15.9 daalde het cijfer voor
bedoeld overschot in 1925 slechts tot 14.5.
Ook de sterfte aan de meest voorko
mende besmettelijke ziekten is ten opzich
te van vroegere jaren gunstig te noemen.
Per 100 ziektegevallen van roodvonk,
typhus en diphtherie zijn de cijfers in 1924
resp. 0.81, 14 en 5 tegen resp, 6, 27 en
36 in 1894.
Het aantal openbare en bijzondere la
gere scholen in 1913 5524, steeg tot 7038
in 1922.
Het aantal vakvereenigingen was op 1
Januari 1913 3836 met een ledental van
233.788 tegen op 1 Januari 1925 8244 en
497.486. De uitgaven door het Rijk voor
werkloosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling waren in 1915 1.4 millioen (in
1923 11.100.000), terwijl voor 1926 8.3
millioen is aangevraagd. De cijfers voor
arbeidersbescherming over genoemde ja
ren zijn resp. ƒ363.000, ƒ966.000 en
TWEE MAANDEN VOOR DEN WORMER
DIERENBEUL GEEISCHT.
Wat een droog in-droog lectuurtje
Is het strafrecht Ln ons land.
Zelfs de drankwet is als „kurk"
Hangt tezamen als droog zand.
Leest het lang, lamlendig' lijstje
Waar de krant ons op vergast,
't Is steeds boete of gevangnis,
Kast of boete, boete kast.
Vroeger, voor een honderd jaren
Had de rechter grootser keus,
Radbraak, schandpaal, strop of pijnbank.
Hij had uitzoek, 't was fameus.
Toen kon „Jan Publiek" genieten.
Net als in de bioscoop,
Van een heerlijk „griezelschouwspel",
Men „was uit" en spotgoedkoop.
Gratis, zonder stadsbelasting
Zag men toen de werklijkheid.
Nü raakt men voor imitatie
Dus voor niets zijn cot ten kwijt.
Maar die tijden zijn vervlogen
En daarmee de lol van Jan.
Doch nu dacht een Eugelsch rechter
'k Weet nog wel een ander plan.
„Humor" moet in 't straffen komen,
Men moet „lachen" om den verofr
Die zich zelve heeft vergeten
En geen wet of wetboek kent.
Als 'k een dierenbeul moet straffen,
Stop ik hem niet in de kast,
Maar ik schenk hem voor een etmaal
Aan een tijgerin als gast.
Die gebruikt hem in dat e/maal
Voor haar eefmaal, zoomaar rouw.
En 'k weet zeker dat die kerel
Het voor goed wel laten zou
En als voorbeeld, zou ik zeggen
Jan Publiek, kijk nu maar raak.
Hier krijgt iemand loon naar werk,
Zóó neemt 't dier zijn eigen wraak.
„Humor" moet in alles wezen,
Ook in 't) Wetboek van ons land.
Want voor „humor" kan men bang zijn,
Zelfs de grofste, ruwste kwant.
Zoo deed ik dien beul uit Wormer
Heelemaal niet in de Kast
'k Bond hem voor een ieder leesbaar
Een paar borden op zijn bast
Daarop dan met reuzenletters
Zóó dat iedereen het leest
„Ik liet wreed mijn hond verhongren,
'k Ben geen mensch IK ben het beest".
Zoo liet ik hem promen-eeren
Ruim twee maandjes in het rond.
En dan door de drukste straten
Met het lijkje van zijn hond.
Zoo zou hij wel heel goed leere.n
Ik moet goed voor dieren zijn.
Want „bespotting" en „verachting"
Maakt den grootsten boef wel klein.
HENKIE.
sterdam 9065, Apeldoorn 241, Arnhem
368.000 voor arbeidersverzekering resp.
13, 40 en 44 millioen.
Het aantal aangeslagenen in de vermo
gensbelasting in 1894/95 77.672 voor een
bedrag der vermogens van 5408 millioen,
was in 1924/1925 resp. 164.698 en 12.214
millioen. De vermogens over de aangesla
genen gelijkelijk verdeeld stellende, stegen
zij in genoemde jaren van ƒ71.000 op
74.000.
Omtrent den spaarzin der bevolking, no
teerden wij, dat het saldo tegoed bij de
Rijkspostspaarbank per inlegger eind 1918
133 was tegen 157 eind 1924.
Het bedrag dat voor armenzorg werd
uitgegeven. 72 millioen in 1922 tegen 50
millioen in 1918 kan zoo zeer op verarming
van een deel der bevolking wijzen als op
verruiming van den weldadigheidszin.
„Friezendei" te Amersfoort.
Zondag 4 Juli a.s„ zal van wege den
Bond van Friesche vereenigingen buiten
Friesland te Amersfoort op de terreinen van
„Wijsbegeerte" een groote „Friezendei"
worden gehouden, waaraan onder meer
verbonden zal zijn een zangwedstrijd voor
Friesche gemengde koren en een open
luchtspel van een bekend Friesch schrijver
Van de 25 bij den bond aangesloten „Sel-
skippen" hebben de meeste reeds hunne
medewerking toegezegd,verschillende daar
van met hunne zangkoren. De jury voor
99
(Alleenverkoop PLOUVIER.)
Majoor Agincourt, de man in uniform,
liet het onderwerp varen niet omdat hij
er geen belang instelde, maar omdat er
een Egyptische prins aan tafel was en
ofschoon deze volstrekt niets uit te staan
had met den paardenkooper, waar kolonel
Smith van sprak, wilde Agincourt in ieder
opzicht zijn gevoel sparen. De prins
Said Amed zat een heel eind verder, en
daar hij op dit oogenblik in gesprek was
niet de dame, die naast hem zat, was het
mogelijk, dat hij het niet hoorde.
„Van curiosa gesproken, madame Mié-
ville", zei hij, „ik heb dïkwijls gedacht,
wat dat toch is dat sieraad, dat u zoo altijd
aan heeft. Vele dames zouden zoo'n waar
devol stuk niet voortdurend durven
dragen."
Iets in de zachte, vleiende stem trok de
aandacht van Agincourr. Hij hield .niet van
den Prins, die nog een verre bloedverwant
was van den overleden Khedive en hij
ke.nde de dame niet, tot wie die sugges
tieve woorden waren gericht, zoodaf hij
heel weinig aandacht had gewijd aan het
paar, dat haast vlak tegenover hem zat.
Madame Miéville was nog zeer jong, om
den titel van mevrouw te dragen maar
de vrouwen zijn vroeg getrouwd in Frank
rijk eit hij hield het er voor, dat zij een
Frangaise was. Haar gelaat droeg althans
geen Engelsch type. Hij keek meer met
nieuwsgierigheid, dan met bewondering
naar de fijnbesneden trekken, den schoon-
gevormden Griekschen neus en de mooi
geronde kin en lippen. Ze had dit golvend,
donkerbruin haar een gelaatskleur, die
veel te licht was voor een Frangaise en
oogen van een zóó eigenaardig diep-pur-
per, dat ze wijnkleurig leken in sommige
lichtschakeeringen maar, vreemd tóch
deden ze hem onaangenaam aan. Hij had
nooit een schooner vrouw gezien en toch
had hij zich nooit minder aangetrokken
gevoeld door een schoon gelaat.
Terwijl de Egyptenaar sprak had ma
dame Miéville, instinctmatig, even gevoeld
naar het gouden kettinkje om den hals
waaraan het kostbare sieraad hing, een
kleine gouden zon met een briljant op
iedere punt, die zijn schitterende stralen
uitzond. Midden op de planeet stond een
teeken, als een L misschien was .er ook
enkel een scherpe hoek mee bedoeld. Maar
zóó dieo stond die er in gegraveerd, dat
het teeken in ieder geval van verren af
stand zichtbaar was.
Op hetzelfde oogenblik. dat madame
Miéville naar het sieraadje greep, viel de
blik er op van majoor Agincourt en een
eigenaardige verandering had plaats op
zijn gelaat hij boog zich wat voorover als
wilde hij zich overtuigen van iets, wat
hem, naar den blik te oordeelen zeker
ongelooflijk voorkwam waarna hij de
draagster van het sieraad beschouwde met
een uitdrukking van wantrouwen en min
achting en zich toen onmiddellijk tot zijn
buurvrouw wendde, terwij! madame Mié
ville in zichzelve prevelde
„Goede hemel 1... Hij weet het 1
Eindelijk...
De zachte stem van den Egyptenaar
aan haar oor ging voort
„Mag ik het wat dichter bij bezien, ma
dame O, dank u zei hij, toen ze
met loome bevalligheid het kettinkje even
omhoog hield voor hem. „Ben eigenaardig
sieraad Is het Indisch werk?"
„Ik weet niet". Haar stem, die kalm
klonk, daar ze geenerlei ontroering voelde
werd duidelijk vernomen over de lunch
tafel. „Het kan wel het is zelfs waar
schijnlijk ik heb het nooit gehoord. Ik
heb het gekregen van een vriend."
„Spreekt u van het sieraad van madame
Miéville?" vroeg mrs. Smith. „Ik benijd
u altijd uw zon de briljanten zijn zoo
schitterend
Andermaal gleed een glimlach madame
over de lippen. Zij keek, als bij toeval,
over tafel, naar- majoor' Agincourt, maar
die had zich wat afgewend in zijn stoel,
am zich meer uitsluitend te kunnen wijden
aan zijn aardige tafelgenoote, waardoor
hij al het andere om zich scheen te hebben
vergeten.
„Ik geloof dat het van waarde is", ant
woordde madame haar gastvrouw, „maar
ik hoor tot degenen, die hun waardevolle
bezittingen tóch dragen, al kunnen zij ze
dan ook verliezen, en ik begrijp de vrou
wen niet, die haar juweele.n in de bank
hebben liggen en zich dus al gelukkig
achten met haar eigendom zoo op een
afstand Neen, ik houd er van om ze te
zien en te laten zien anders is het mij
net of ze mij niet toebehooren."
„Een heel natuurlijk en mag ik het
zeggen vrouwelijk gevoelen", prevelde
de prins aan haar zijde. „Madame bezit alle
vrouwelijke eigenschappen zoowel als alle
schoonheid."
Ze keek naar hem van onder haar lange,
bruine oogharen met iets, wat naar genot
zweemde. Zijn complimenten verveelden
haar niet, omdat ze ook in het minst geen
indruk op haar maakten zoo onverschil
lig was hij haar.
Zijn droomerige, zwarte oogen glansden
van een plotseling vuur, als ze naar haar
opkeken maar dit merkte ze haast even
min. Het bezit van groote schoonheid deed
haar zoo gewoon zijn aan bewondering,
dat ze die bijna niet meer merkte boven
dien was haar geest te zeer vervuld van
andere dingen, dat de smachtende blikken
van Said Pasha haar i.n 't minst troffen
„Lieve kind", klonk het op klaaglijken
toon van kolonel Smith tot zijn vrouw
„wat is dat voor goedje
En dit, terwijl hij met bedenkelijk gezicht
den lepel stak in iets, wat hem totaal on
bekend was.
„Ik weet niet", antwoordde zij. „Maai
de kok vroeg mij, of hij zijn kunsten eens
mocht toouen en ik was dwaas genoeg om
hem volle vrijheid daartoe te geven."
den zangwedstrijd bestaat uit de heeren J-
P. J. Wierts, Den Haag, Jac. N. D. Hoog
slag, Sneek en K. D. Houwen, Rijswijk.
De jeuk en ontsteking van alle jeukende
huidaandoeningen als gordelroos, dauw
worm, eczeem enz. moeten spoedig zwich
ten voor de antiseptische en genezende
eigenschappen van Foster's Zalf. Inder
daad een probaat geneesmiddel. Per tube
/l— 7
(Ingez. Mededeeling.)
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Een zeldzaam jubileum.
Ds. N. A. de Gaay Fortman te Den
Haag, emeritus-predikant der Geref. Kerk
van Amsterdam, hoopt morgen den dag te
herdenken, waarop hij vóór 55 jaar het
predikambt aanvaardde.
Ds. de Gaay Fortman werd 19 October
1845 geboren op Banda (Ned.-Indië), be
zocht de gymnasia te Leiden en te Haar
lem en promoveerde in 1870 aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht.
Op 19 Februari 1871 werd ds. de Gaay
Fortman bevestigd bij de Ned. Herv. ge
meente te Vleuten. Vervolgens stond hij te
Elden (18741878) en te Vlissingen
(1878—1884). Op 28 Augustus 1884 deed
hij zijn intrede bij de Ned. Herv. ge
meente te Amsterdam. In 1886 ging hij
met de doleantie mede Op 4 October
1922 verkreeg hij eervol emeritaat.
Ds. de Gaay Fortman is ridder in de
orde van Oranje Nassau en op Evangeli
satie- en Zendingsgebied geen onbekende.
Van de „Johannesstichting" is hij voor
zitter. Bekend is zijn geschrift over „De
Geschiedenis der Medische Zending" en
over „De Doleantie". Hij was mede-re
dacteur van de „Geref. Bijdragen" en
schreef daarin belangrijke artikelen over
kerkhistorische en diaconalogische onder
werpen.
De Gutenberg-bijbel.
Op een veiling te New-York werd de
Gutenberg-bijbel, die eenige maanden ge
leden uit Duitschland naar Noord-Amerika
is gegaan, door den bekenden verzamelaar
dr. Rosenbach gekocht voor 160.000 dollar.
Deze bijbel, één van de 45 exemplaren,
welke van den ouden druk bestaan en waar
van er slechts 25 volledig zijn, is afkomstig
uit het Benedictijner klooster te Melk in
Oostenrijk. Gutenberg begon tezamen met
Johann Fust omstreeks 1450 dezen volledi-
gen bijbel in het Latijn te drukken.
Examens machinist.
Aan het verslag over het jaai' 1025 van
de commissie, belast met het afnemen van
de examens ter verkrijging van een diplo
ma als machinist aan boord van koopvaar
dijschepen is ontleend
Het totaal volledig geëxamineerden be
droeg dit jaar 1070, tegen 1046 in het vorig
jaar. Aangemeld hebben zich 1461 Candida-
ten, van welke derhalve 391 zijn afgevallen
door niet opkomen, niet aan de vereischten
tot toelating voldoen, of zich tijdens het
examen terugtrekken.
Aangemeld 400 voor voorioopig diploma,
418 voor diploma A, 411 voor diploma B.
103 voor theoretisch gedeelte diploma C,
35 voor practisch gedeelte diploma C, 4
voor diploma sleepvaart.
Tot afleggen van een examen voor het
ongesplitst diploma C heeft zich sedert de
4de zitting 1922 niemand aangemeld.
Van de candidaten voor het voorioopig
diploma zijn 29 niet opgekomen zijn 7
geneeskundig efgekeurd 20 niet tot het
examen toegelaten, omdat de door hen aan
de 1ste Ambachtsschool te 's-Gravenhage
ten overstaan van leden der Machinisten
examencommissie afgelegde practische
proef in smeden en bankwerken onvoldoen
de was konden 26 niet worden toegelaten
op grond van onvoldoenden werktijd en
hebben 60 zich gedurende het examen te
ruggetrokken.
Van de candidaten voor het diploma A
zijn 14 niet opgekomen konden 3 niet
worden toegelaten op grond van onvol
doenden vaartijd zijn 4 geneeskundig af
gekeurd en hebben 78 zich gedurende het
examen teruggetrokken.
PARIJSCHE MODEBRIEVEN.
De Regentijd.
Hebben we in Holland eigenlijk wel een
bepaalden regentijd Het regent bij ons
zoowat het geheele jaar door, zij 't dan niet
den heelen dag, dan toch zeker een ge
deelte van den dag. Als ik me goed herin
ner, wijzen de statistieken dan ook op 300
regendagen per jaar en dat is héél wat. Als
ledereen lachte en de kolonel zou het er
dan maar eens op wagen ofschoon hij
altijd bang was, dat hij vergiftigd zou wor
den als zijn vrouw een nieuwen bediende
had, zooals hij zei.
Heeft u een nieuwen kok vroeg mrs.
Dickson aan de gastvrouw.
„Wat is u toch gelukkig U schijnt
nooit eenige moeite te hebben met uw be
dienden, terwijl ik soms maanden lang
sukkelen moet. Maar hier is niets op te
zeggen waarlijk, het smaakt heel lekker."
En mrs. Dickson praatte maar steeds
voort, wat haar intusschen niet belette om
zeer goed te merken dat prins Said reeds
„épris" was van madame Miéville en dat
het nichtje van mrs. Smith, dte op Desert
House logeerde, majoor Agincourt zeker
„ingepakt" had.
Deze was nu al drie weken in Cairo,
maar hij had zich nog door geen enkele
vrouw laten bekoren misschien, omdat hij
al zoo veel in vreemden dienst was ge
weest en het gezelschapsleven in de En-
gelsche koloniën altijd eenzelfde karakter
draagt. Zulke vrouwen, als mrs. Dickson,
trokken hem in het minst niet aan dan
voelde hij veel meer voor het jonge meisje
dat aan den lunch zijn tafelgenoote was
geweest en dat hij al een paar keer had
ontmoet.
(Wordt vervolgd.)
VOLKSGEZONDHEIDS.
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
LAAT UW WONING door een vak
man beschermen tegen BLIKSEM
INSLAG. Wacht niet tot de tijd van
onweersbuien reeds in het land is.