flissiogsche Courant MissBlanche Tweede Blad MAIL SHOES" zijn niet te vervangen sche Maatschappij n Stoomvaart ar.^aii LAME rtlkelen en fl.67 JS", AENHEM 18 FEBRUARI 1928. la. 41 Vervolg Binnenland FEUILLETON „Liefhebben zult gij mij!" an beschikbaar rschotten vanaf f iqq >k zonder borg), q FS, Vlasmarkt 10, Mid. Dond. 10-5, Vrijdav DAGDIENSTBODE HUIJBRECHTS, Grot- 5. >den, in het centrum sen EN SLAAPKAMER ipkamer. Ook geschild vrienden. onder letters F. J„ ru. singsche Courant". PRAKKEN, VÜiT vraagt tegen 1 April DIENSTBODE en nacht. Aanmelden tegen 1 Maart een 1LAAPKAMERTJE. met prijsopgaaf letten ;au „Vliss. Courant". TTE WERKVROUW" Kasteelstraat 35. ich aan tegen Maart, vlei, een alleszins be- LDERSKNECHT, 'oor vast, 4 jaar als erkzaam geweest, oud ed. Herv. Brieven aan d. VIJVER, Schilder, fe. NET MEISJE voor de morgenuren, de 16 jaar. Bureau „Vlissingsche TE KOOP Canapé en 4 Stoelen, anapé en Tafel. Scheldestraat 42 huis. HYPOTHEEK ap flink winkelhuis op ld. motto „Hypotheek", lissingsche Courant". - Middelb.-Rotterdait hengelegen plaatsen T. SUS. J. EtS: bruari T. H. (II. I.B. !t 318 8 19 8 22 8 23 8 natiën te' bekomen N.V. Tianaport- en E Erven G. V08, Telrf. B. EENHOORN,'Tel.ltë r. OOSTERHODT, Tel.282 labra BTHTErrtTRK. T»nl>' el Nederland)" [aterdag orstels cwastjes ders Jets gers asten ems 16 6 12 24 48 18 28 en Poetsdoeken9 ankjes 13 noleumwas48 er12 eginners (voll. opl. i" vergevordetden 30 andelscorrespon- correspondentl® correspondentie en). t ®ats-Prakt ijk-Dn er> Administratie pract. dipl. Boekh)- gden tot heden reeds a. Wie werkelijk iding wenscht in «n epeden betreffende» ie als drukwerk l»e ;e verplichting) Pros' n 1921/24 sturen. I Adres VAN DE VAN De kabinetscrisis. Onder bet opschrift „Vermijdt den strijd, maar recht voor 't recht" bevat „de Nederlander" een uitvoerig artikel over de crisis. Het blad wil de verwijten aan het adres der Christ.-Hist. Unie niet laten gel den en zet daarom nog eens uiteen, waar om de fractie niet anders handelen kan dan zij deed „en waarom de 300.000 kiezers, die op hare candidatenlijst stem den recht hadden deze houding van de Linie te verwachten." Een historisch exposé besluit het blad met de volgende opmerkingen over het gezantschap bij het Vaticaan. Men overdrijve niet de beteekenis van bedoelden luisterpost. Nederland is ver tegenwoordigd in Londen, Parijs, Berlijn en Genève. De voorstanders van dezen luisterpost demonstreerden op klare wijze zijne betrekkelijke beteekenis, door den luisterpost te willen vestigen in Bern, ter wijl het diplomatieke centrum te Rome bleef Laten onze Roomsche landgenooten eerlijk erkennen, dat het door hen zoo zeer begeerde gezantschap, voor hen, zijne waarde niet ontleent aan het diplomatieke centrum rondom den Heiligen Stoel, maar aan de waardigheid van den Kerkvorst op dien Stoel gezeten. Het zenden van een gezantschap naar den Paus sluit in zich de onderstelling der mogelijkheid van een concordaat. Die deze mogelijkheid vol strekt en «principieel verwerpt kan het ge zantschap niet aanvaarden. Daarom kon den de Christelijk-historiscshen op 11 No vember niet anders handelen dan zij ge- handéld hebben. Dat de kiezers het recht hebben üi dooi de fractie aangenomen houding te ver wachten wordt dan betoogd. De Christelijk-historischen korden en mochten op 11 November 1925 nie: an ders handelen, dan zij gehandeld hebben. Zij konden niet krachtens het protes- tantsch beginsel, dat hun gansche politiek beheerscht zij mochten niet, wegens geheel hun politiek verleden van vele ja ren, waarop het vertrouwen, door een groot deel des volks in hen gesteld, was gegrond. Dat een wig in de Unie was gedreven ontkent het blad. Nederland en België. Bij Nijgh Van Dktmar's Uitgevers- Maatschappij te Rotterdam is verschenen een brochure, getiteld „Nederland en Bel gië", souvereiniteits- en andere vragen door B. Nierstrasz, oud-lid van de Tweede ..Kamer. Wij ontleenen aam het slotwoord het vol gende Goede buurschap en vriendschap tus- schen België -en Nederland zijn noodig om langzaam, zeer langzaam aan, België den tijd en de gelegenheid te geven, zijn bui- tenlandsche politiek zelfstandig, d.i. als zelfstandigheidspolitiek en onafhankelijk van eenige groote mogendheid, te orien- teeren, zooals de Nederlandsche altijd ge weest is. Maar voor goede buurschap en vriend- sdhap is eerste eisch, dat de partijen waar- Niets is yeranderlijker dan de mensch.. en toch wanneer het op sigaretten aankomt zegt hij steeds weer Geef MIJ maar Maakt eens kennis met Miss Blanche „Royal". (Ingez. Mededeeling.) Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE (Nadruk verboden) HOOFDSTUK 1 „Ja, Cairo is geweldig vol", zei mrs. Dickson, met een kwijnend air. „Wat mij betreft, ik mag het veel liever in het „doo- de seizoen", als de touristen en wereld reizigers >er weg zijn..." „Nadat ze eerst al hun- „rijkdom" heb ben besteed aan souvenirs van Egypte mi Liverpool of Birmingham gemaakt voegde Reggie Landor er bij. „Het is al moeilijk genoeg voor degenen, die hier wonen, om echte curiosa te krijgen 1" Dit zeggende, keek hij het kringetje aan de lunchtafel eens rond. Onwillekeurig oleef zijn blik even rusten op zijn grooten overbuurman, die in Egyptisch uniform was. „Ik heb nog pas gehoord van iemand", ging hij voort, „die, nu jaren geleden, een stuk echt goed houtsnijwerk kocht, en den volgendein dag kwam de verkooper bij hem on wilde het terugkoopen, daar het zijn gewicht aan goud waard was, zooals hij zeide." J „Dat is anders niets voor een Arabier, m te erkennen, dat iets, wat hij hebben Vn\' ,Waard.e bezft"» sprak de gastheer, de f I Smith, van het ander eind van Agincourt ?.VHerinner ie je nog Curzon. ar^S.Urzon van de artillerie vroeg de groote man. wii'riA yer'eden jaar naar huis en hnmL5,Jn P°nn'es verkoopen. Hij onder zeer €iïejmet,€en; inboorling, die ze zeker mei pruiken kon maar mijn he ken' a; '"oest hij van den prijs laten zak en hij zich eerst had voorgesteld." dig en gelijkwaardig tegenover elkaar staan, dat niet de eene alles geeft en de andere alles neemt. Zulk een verhouding kan slechts arrogantie en zelfoverschat ting bij de winnende partij opwekken, die de vruchtbare kweekbodem zijn voor nieu we eischen, welke, wij weten het allen, in het gebied der NederlandschBelgische betrkkingen zoo rijk gezaaid liggen. Goede buurschap en vriendschap behoe ven als grondslag wederzijdsche achting en eerbied, en men kan die kwalijk hebben voor wie er zich tusschen heeft laten ne men en zich als een schaap gedraagt. Hoezeer de critiek in Holland de Belgi sche openbare meening moge hebben voor bereid, het is waarschijnlijk, dat verwer ping van het Verdrag in dit stadium aan de Nederlandschr-Belgische betrekkingen ernstige schade zal toebrengen, die slechts langzaam hersteld zal kunnen worden. Dit is te betreuren, maar niet te vermijden. Het zal in elk geval deze goede zijde heb ben, dat het den Belgischen buurman zal doen inzien, dat wij geen „quantité négli- geable" zijn, noch „taillable et corvéable a merci". Door het bekrachtigen van het Verdrag zal de goede verstandhouding met België evenmin duurzaam gewaarborgd zijn, wat de schrijver iin zijn brochure nader uiteend- zet. Rijkspostspaarbank. Aan het einde der maand December 1925 was ten name der inleggers inge schreven ƒ303.959.814; gedurende Ja nuari 1926 werd ingelegd ƒ11.648.925, waaronder 4586 wegens voor inleggers geïnde Grootboekrente en ƒ232.193 we gens inschrijvingen ten gevolge der af schrijvingen op Staatsschuldboekjes de terugbetalingen beliepen 10.212.776, waaronder 17.787 wegens aankoop van inschrijvingen op naam in een Grootboek der Nationale Schuld, rentegevende obli- gatiën ten laste van den Staat en certifi caten aan toonder van inschrijving in een Grootboek en ƒ314.631 aan afschrijvin gen ten behoeve van inschrijvingen op Staatssschuldboekjes. Er werd dus meer ingelegd dan terugbetaald 1.436.49, zoo dat het tegoed op spaarbankboekjes op ultimo Januari 1926 bedroeg ƒ305.395.963. Hieronder is niet begrepen de over het jaar 1925 bijgeschreven rente. Het aantal spaarbankboekjes in omloop op ultimo December 1925 was 1.985.953 en op ultimo Januari 1926 1.992.887. Op Staatsschuldboekjes was ultimo Ja nuari 1926 ingeschreven een nominaal saldo van ƒ42.011.950 (v.m. ƒ41.995.350). Hét aantal in omloop zijnde Staatsschuld boekjes was ultimo Januari 1926 ƒ28.227. De geloofsvrijheid en de S. D. A. P. Wij hebben tot nog toe geen melding gemaakt van het antwoord van ir. J. W. Albarda aan den heer mr. Th. Heemskerk. In „het Volk" is dit antwoord opgeno men en wij ontleenen er het volgende aan: Ik denk er niet aan te ontkennen, zegt de heer Albarda o.m., dat het Marxisme, in zijn volle wijsgeerige uitgebreidheid, met den godsdienst kwalijk vereenigbaar is. Maar ik ontken, evenals elke andere sociaal-democraat ontkent, dat de sociaal democratie, als partij en als beweging, van hare aanhangers en volgelingen verlangen of verwachten zou, dat zij het wijsgeerig Marxisme zijn toegedaan en zich tegenover het geloof zullen stellen. Ongetwijfeld neemt, aldus de schrijver, onder de wereld- en levensbeschouwingen, die men bij de sociaal-democraten aan treft, het Marxisme een voorname plaats in. Maar het is geenszins de eenige opvat ting, die daar gehuldigd wordt. Aanhan gers van andere opvattingen, geloovigen en godsdienstigen, zijn in de rijen der so ciaal-democratie even welkom als ortho doxe Marxisten. Dc heer Albarda tracht dan verder door verschillende aanhalingen aan te toonen, dat eerbied voor de consciëntie-vrijheid van anderen voor de sociaal-democratie een beginsel is. Er blijft mij dan nog over, zegt hij, de behandeling van de vraag, wat het huldigen en het toepassen van dit be ginsel met de taktiek der partij te maken heeft. Niets zou de ontwikkeling der soc.- dem. arbeidersbeweging meer belemmeren en de partij meer schaden, zegt de heer Albarda, dan indien zij iets van de ver draagzaamheid ging afdoen en iets van de vrijheid liet inperken, die zij principieel voor alle richtingen noodig acht. Ligt het wel op den weg van den heer Heemskerk, tegenover de S.D.A.P. op te treden als verdediger van de geloofsvrij heid Hij die meent, anderen strengen eerbied voor de geloofsvrijheid te mogen voor schrijven, moet zelf de vrijheid van an- derer overtuiging nauwlettend ontzien. Doet de anti-revolutionaire partij dit Ik meen het te mogen ontkennen. Ik wil mij bepalen tot voornemens en handelingen der anti-revolutionairen op staatkundig gebied. Dan denk ik aan hun streven, om anderen te dwingen zich des Zondags, met de wijze, waarop zij dien dag doorbrengen, te onderwerpen aan de opvattingen der kleine anti-revolutionaire minderheid. Dan denk ik aan hun houding tegenover de lijkverbranding. Dan denk ik ook aan de houding van den oud-minister Heemskerk tegenover de Vrijdenkersver- eeniging „de Dageraad". Heeft de heer Heemskerk, zoo besluit de heer Albarda, behoefte om te waken voor de consciëntievrijheid, dan kan hij dicht bij huis blijven. Nederlandsche Reïsvereenigng. De Nederlandsche Reisvereeniging, wel ke dit jaar 20 jaar heeft bestaan, telde op I Januari jl. 39.776 leden, van wie 36.319 in 23 afdeelingen vereenigd en 3457 niet in afdeelingen. Alkmaar telde 648, Amersfoort 336, Am- 1016, Bussum 499, DeUt 266, Dordrecht 645, Gouda 370, 's-Gravenhage 6511, Groningen 1267, Haarlem 2460, Hilver sum 304, Leeuwarden 545, Leiden 839, Nijmegen 459, Rotterdam 6394, Twente 877, Utrecht 1909, Walcheren 486, Zaan streek 595, Zutphen 260 en Zwolle 327 leden. In de laatstgehouden vergadering van het hoofdbestuur werd besloten tot op richting van twee nieuwe afdeelingen nl. Maastricht en 's-Hertogenbosch. Zoodat op Drente na alle provinciën in deze ver- eeniging zijn vertegenwoordigd. jaardjfefs van Nederland. De juist verschenen jaargang van de jaarcijfers voor Nederland over 1924/25, bewerkt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, geven tal van belangwek kende gegevens. De bevolking telde medio 1925 7.358.375 zielen. De cijfers over huwelijken, geboorten en sterfte vertoonen daling. De huwelijken in 1913 7.9 per 100 inwoners stijgen in de jaren na het beëindigen van den oorlog (in 1920 9.6), welk percentage in 1925 (7.4) beneden dat van 1913 kwam. Sedert 1876 zijn de geboortecijfers steeds dalen de. In 1920 waren zij echter weder gelijk met 1913 (28.3) om in 1925 op 24.3 te ko men. De sterfte (12.4 in 1913 en 9.20 (voor 1918 zijn onder de sterfgevallen niet be grepen de kinderen die levend geboren zijn, doch overleden vóór de aangifte) in 1923) vermindert naar verhouding meer dan de geboorte, hetgeen o.m. blijkt uit het overschot der levendgeborenen op de sterfte. In 1913 15.9 daalde het cijfer voor bedoeld overschot in 1925 slechts tot 14.5. Ook de sterfte aan de meest voorko mende besmettelijke ziekten is ten opzich te van vroegere jaren gunstig te noemen. Per 100 ziektegevallen van roodvonk, typhus en diphtherie zijn de cijfers in 1924 resp. 0.81, 14 en 5 tegen resp, 6, 27 en 36 in 1894. Het aantal openbare en bijzondere la gere scholen in 1913 5524, steeg tot 7038 in 1922. Het aantal vakvereenigingen was op 1 Januari 1913 3836 met een ledental van 233.788 tegen op 1 Januari 1925 8244 en 497.486. De uitgaven door het Rijk voor werkloosheidsverzekering en arbeidsbe middeling waren in 1915 1.4 millioen (in 1923 11.100.000), terwijl voor 1926 8.3 millioen is aangevraagd. De cijfers voor arbeidersbescherming over genoemde ja ren zijn resp. ƒ363.000, ƒ966.000 en TWEE MAANDEN VOOR DEN WORMER DIERENBEUL GEEISCHT. Wat een droog in-droog lectuurtje Is het strafrecht Ln ons land. Zelfs de drankwet is als „kurk" Hangt tezamen als droog zand. Leest het lang, lamlendig' lijstje Waar de krant ons op vergast, 't Is steeds boete of gevangnis, Kast of boete, boete kast. Vroeger, voor een honderd jaren Had de rechter grootser keus, Radbraak, schandpaal, strop of pijnbank. Hij had uitzoek, 't was fameus. Toen kon „Jan Publiek" genieten. Net als in de bioscoop, Van een heerlijk „griezelschouwspel", Men „was uit" en spotgoedkoop. Gratis, zonder stadsbelasting Zag men toen de werklijkheid. Nü raakt men voor imitatie Dus voor niets zijn cot ten kwijt. Maar die tijden zijn vervlogen En daarmee de lol van Jan. Doch nu dacht een Eugelsch rechter 'k Weet nog wel een ander plan. „Humor" moet in 't straffen komen, Men moet „lachen" om den verofr Die zich zelve heeft vergeten En geen wet of wetboek kent. Als 'k een dierenbeul moet straffen, Stop ik hem niet in de kast, Maar ik schenk hem voor een etmaal Aan een tijgerin als gast. Die gebruikt hem in dat e/maal Voor haar eefmaal, zoomaar rouw. En 'k weet zeker dat die kerel Het voor goed wel laten zou En als voorbeeld, zou ik zeggen Jan Publiek, kijk nu maar raak. Hier krijgt iemand loon naar werk, Zóó neemt 't dier zijn eigen wraak. „Humor" moet in alles wezen, Ook in 't) Wetboek van ons land. Want voor „humor" kan men bang zijn, Zelfs de grofste, ruwste kwant. Zoo deed ik dien beul uit Wormer Heelemaal niet in de Kast 'k Bond hem voor een ieder leesbaar Een paar borden op zijn bast Daarop dan met reuzenletters Zóó dat iedereen het leest „Ik liet wreed mijn hond verhongren, 'k Ben geen mensch IK ben het beest". Zoo liet ik hem promen-eeren Ruim twee maandjes in het rond. En dan door de drukste straten Met het lijkje van zijn hond. Zoo zou hij wel heel goed leere.n Ik moet goed voor dieren zijn. Want „bespotting" en „verachting" Maakt den grootsten boef wel klein. HENKIE. sterdam 9065, Apeldoorn 241, Arnhem 368.000 voor arbeidersverzekering resp. 13, 40 en 44 millioen. Het aantal aangeslagenen in de vermo gensbelasting in 1894/95 77.672 voor een bedrag der vermogens van 5408 millioen, was in 1924/1925 resp. 164.698 en 12.214 millioen. De vermogens over de aangesla genen gelijkelijk verdeeld stellende, stegen zij in genoemde jaren van ƒ71.000 op 74.000. Omtrent den spaarzin der bevolking, no teerden wij, dat het saldo tegoed bij de Rijkspostspaarbank per inlegger eind 1918 133 was tegen 157 eind 1924. Het bedrag dat voor armenzorg werd uitgegeven. 72 millioen in 1922 tegen 50 millioen in 1918 kan zoo zeer op verarming van een deel der bevolking wijzen als op verruiming van den weldadigheidszin. „Friezendei" te Amersfoort. Zondag 4 Juli a.s„ zal van wege den Bond van Friesche vereenigingen buiten Friesland te Amersfoort op de terreinen van „Wijsbegeerte" een groote „Friezendei" worden gehouden, waaraan onder meer verbonden zal zijn een zangwedstrijd voor Friesche gemengde koren en een open luchtspel van een bekend Friesch schrijver Van de 25 bij den bond aangesloten „Sel- skippen" hebben de meeste reeds hunne medewerking toegezegd,verschillende daar van met hunne zangkoren. De jury voor 99 (Alleenverkoop PLOUVIER.) Majoor Agincourt, de man in uniform, liet het onderwerp varen niet omdat hij er geen belang instelde, maar omdat er een Egyptische prins aan tafel was en ofschoon deze volstrekt niets uit te staan had met den paardenkooper, waar kolonel Smith van sprak, wilde Agincourt in ieder opzicht zijn gevoel sparen. De prins Said Amed zat een heel eind verder, en daar hij op dit oogenblik in gesprek was niet de dame, die naast hem zat, was het mogelijk, dat hij het niet hoorde. „Van curiosa gesproken, madame Mié- ville", zei hij, „ik heb dïkwijls gedacht, wat dat toch is dat sieraad, dat u zoo altijd aan heeft. Vele dames zouden zoo'n waar devol stuk niet voortdurend durven dragen." Iets in de zachte, vleiende stem trok de aandacht van Agincourr. Hij hield .niet van den Prins, die nog een verre bloedverwant was van den overleden Khedive en hij ke.nde de dame niet, tot wie die sugges tieve woorden waren gericht, zoodaf hij heel weinig aandacht had gewijd aan het paar, dat haast vlak tegenover hem zat. Madame Miéville was nog zeer jong, om den titel van mevrouw te dragen maar de vrouwen zijn vroeg getrouwd in Frank rijk eit hij hield het er voor, dat zij een Frangaise was. Haar gelaat droeg althans geen Engelsch type. Hij keek meer met nieuwsgierigheid, dan met bewondering naar de fijnbesneden trekken, den schoon- gevormden Griekschen neus en de mooi geronde kin en lippen. Ze had dit golvend, donkerbruin haar een gelaatskleur, die veel te licht was voor een Frangaise en oogen van een zóó eigenaardig diep-pur- per, dat ze wijnkleurig leken in sommige lichtschakeeringen maar, vreemd tóch deden ze hem onaangenaam aan. Hij had nooit een schooner vrouw gezien en toch had hij zich nooit minder aangetrokken gevoeld door een schoon gelaat. Terwijl de Egyptenaar sprak had ma dame Miéville, instinctmatig, even gevoeld naar het gouden kettinkje om den hals waaraan het kostbare sieraad hing, een kleine gouden zon met een briljant op iedere punt, die zijn schitterende stralen uitzond. Midden op de planeet stond een teeken, als een L misschien was .er ook enkel een scherpe hoek mee bedoeld. Maar zóó dieo stond die er in gegraveerd, dat het teeken in ieder geval van verren af stand zichtbaar was. Op hetzelfde oogenblik. dat madame Miéville naar het sieraadje greep, viel de blik er op van majoor Agincourt en een eigenaardige verandering had plaats op zijn gelaat hij boog zich wat voorover als wilde hij zich overtuigen van iets, wat hem, naar den blik te oordeelen zeker ongelooflijk voorkwam waarna hij de draagster van het sieraad beschouwde met een uitdrukking van wantrouwen en min achting en zich toen onmiddellijk tot zijn buurvrouw wendde, terwij! madame Mié ville in zichzelve prevelde „Goede hemel 1... Hij weet het 1 Eindelijk... De zachte stem van den Egyptenaar aan haar oor ging voort „Mag ik het wat dichter bij bezien, ma dame O, dank u zei hij, toen ze met loome bevalligheid het kettinkje even omhoog hield voor hem. „Ben eigenaardig sieraad Is het Indisch werk?" „Ik weet niet". Haar stem, die kalm klonk, daar ze geenerlei ontroering voelde werd duidelijk vernomen over de lunch tafel. „Het kan wel het is zelfs waar schijnlijk ik heb het nooit gehoord. Ik heb het gekregen van een vriend." „Spreekt u van het sieraad van madame Miéville?" vroeg mrs. Smith. „Ik benijd u altijd uw zon de briljanten zijn zoo schitterend Andermaal gleed een glimlach madame over de lippen. Zij keek, als bij toeval, over tafel, naar- majoor' Agincourt, maar die had zich wat afgewend in zijn stoel, am zich meer uitsluitend te kunnen wijden aan zijn aardige tafelgenoote, waardoor hij al het andere om zich scheen te hebben vergeten. „Ik geloof dat het van waarde is", ant woordde madame haar gastvrouw, „maar ik hoor tot degenen, die hun waardevolle bezittingen tóch dragen, al kunnen zij ze dan ook verliezen, en ik begrijp de vrou wen niet, die haar juweele.n in de bank hebben liggen en zich dus al gelukkig achten met haar eigendom zoo op een afstand Neen, ik houd er van om ze te zien en te laten zien anders is het mij net of ze mij niet toebehooren." „Een heel natuurlijk en mag ik het zeggen vrouwelijk gevoelen", prevelde de prins aan haar zijde. „Madame bezit alle vrouwelijke eigenschappen zoowel als alle schoonheid." Ze keek naar hem van onder haar lange, bruine oogharen met iets, wat naar genot zweemde. Zijn complimenten verveelden haar niet, omdat ze ook in het minst geen indruk op haar maakten zoo onverschil lig was hij haar. Zijn droomerige, zwarte oogen glansden van een plotseling vuur, als ze naar haar opkeken maar dit merkte ze haast even min. Het bezit van groote schoonheid deed haar zoo gewoon zijn aan bewondering, dat ze die bijna niet meer merkte boven dien was haar geest te zeer vervuld van andere dingen, dat de smachtende blikken van Said Pasha haar i.n 't minst troffen „Lieve kind", klonk het op klaaglijken toon van kolonel Smith tot zijn vrouw „wat is dat voor goedje En dit, terwijl hij met bedenkelijk gezicht den lepel stak in iets, wat hem totaal on bekend was. „Ik weet niet", antwoordde zij. „Maai de kok vroeg mij, of hij zijn kunsten eens mocht toouen en ik was dwaas genoeg om hem volle vrijheid daartoe te geven." den zangwedstrijd bestaat uit de heeren J- P. J. Wierts, Den Haag, Jac. N. D. Hoog slag, Sneek en K. D. Houwen, Rijswijk. De jeuk en ontsteking van alle jeukende huidaandoeningen als gordelroos, dauw worm, eczeem enz. moeten spoedig zwich ten voor de antiseptische en genezende eigenschappen van Foster's Zalf. Inder daad een probaat geneesmiddel. Per tube /l— 7 (Ingez. Mededeeling.) KERK- EN SCHOOLNIEUWS Een zeldzaam jubileum. Ds. N. A. de Gaay Fortman te Den Haag, emeritus-predikant der Geref. Kerk van Amsterdam, hoopt morgen den dag te herdenken, waarop hij vóór 55 jaar het predikambt aanvaardde. Ds. de Gaay Fortman werd 19 October 1845 geboren op Banda (Ned.-Indië), be zocht de gymnasia te Leiden en te Haar lem en promoveerde in 1870 aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Op 19 Februari 1871 werd ds. de Gaay Fortman bevestigd bij de Ned. Herv. ge meente te Vleuten. Vervolgens stond hij te Elden (18741878) en te Vlissingen (1878—1884). Op 28 Augustus 1884 deed hij zijn intrede bij de Ned. Herv. ge meente te Amsterdam. In 1886 ging hij met de doleantie mede Op 4 October 1922 verkreeg hij eervol emeritaat. Ds. de Gaay Fortman is ridder in de orde van Oranje Nassau en op Evangeli satie- en Zendingsgebied geen onbekende. Van de „Johannesstichting" is hij voor zitter. Bekend is zijn geschrift over „De Geschiedenis der Medische Zending" en over „De Doleantie". Hij was mede-re dacteur van de „Geref. Bijdragen" en schreef daarin belangrijke artikelen over kerkhistorische en diaconalogische onder werpen. De Gutenberg-bijbel. Op een veiling te New-York werd de Gutenberg-bijbel, die eenige maanden ge leden uit Duitschland naar Noord-Amerika is gegaan, door den bekenden verzamelaar dr. Rosenbach gekocht voor 160.000 dollar. Deze bijbel, één van de 45 exemplaren, welke van den ouden druk bestaan en waar van er slechts 25 volledig zijn, is afkomstig uit het Benedictijner klooster te Melk in Oostenrijk. Gutenberg begon tezamen met Johann Fust omstreeks 1450 dezen volledi- gen bijbel in het Latijn te drukken. Examens machinist. Aan het verslag over het jaai' 1025 van de commissie, belast met het afnemen van de examens ter verkrijging van een diplo ma als machinist aan boord van koopvaar dijschepen is ontleend Het totaal volledig geëxamineerden be droeg dit jaar 1070, tegen 1046 in het vorig jaar. Aangemeld hebben zich 1461 Candida- ten, van welke derhalve 391 zijn afgevallen door niet opkomen, niet aan de vereischten tot toelating voldoen, of zich tijdens het examen terugtrekken. Aangemeld 400 voor voorioopig diploma, 418 voor diploma A, 411 voor diploma B. 103 voor theoretisch gedeelte diploma C, 35 voor practisch gedeelte diploma C, 4 voor diploma sleepvaart. Tot afleggen van een examen voor het ongesplitst diploma C heeft zich sedert de 4de zitting 1922 niemand aangemeld. Van de candidaten voor het voorioopig diploma zijn 29 niet opgekomen zijn 7 geneeskundig efgekeurd 20 niet tot het examen toegelaten, omdat de door hen aan de 1ste Ambachtsschool te 's-Gravenhage ten overstaan van leden der Machinisten examencommissie afgelegde practische proef in smeden en bankwerken onvoldoen de was konden 26 niet worden toegelaten op grond van onvoldoenden werktijd en hebben 60 zich gedurende het examen te ruggetrokken. Van de candidaten voor het diploma A zijn 14 niet opgekomen konden 3 niet worden toegelaten op grond van onvol doenden vaartijd zijn 4 geneeskundig af gekeurd en hebben 78 zich gedurende het examen teruggetrokken. PARIJSCHE MODEBRIEVEN. De Regentijd. Hebben we in Holland eigenlijk wel een bepaalden regentijd Het regent bij ons zoowat het geheele jaar door, zij 't dan niet den heelen dag, dan toch zeker een ge deelte van den dag. Als ik me goed herin ner, wijzen de statistieken dan ook op 300 regendagen per jaar en dat is héél wat. Als ledereen lachte en de kolonel zou het er dan maar eens op wagen ofschoon hij altijd bang was, dat hij vergiftigd zou wor den als zijn vrouw een nieuwen bediende had, zooals hij zei. Heeft u een nieuwen kok vroeg mrs. Dickson aan de gastvrouw. „Wat is u toch gelukkig U schijnt nooit eenige moeite te hebben met uw be dienden, terwijl ik soms maanden lang sukkelen moet. Maar hier is niets op te zeggen waarlijk, het smaakt heel lekker." En mrs. Dickson praatte maar steeds voort, wat haar intusschen niet belette om zeer goed te merken dat prins Said reeds „épris" was van madame Miéville en dat het nichtje van mrs. Smith, dte op Desert House logeerde, majoor Agincourt zeker „ingepakt" had. Deze was nu al drie weken in Cairo, maar hij had zich nog door geen enkele vrouw laten bekoren misschien, omdat hij al zoo veel in vreemden dienst was ge weest en het gezelschapsleven in de En- gelsche koloniën altijd eenzelfde karakter draagt. Zulke vrouwen, als mrs. Dickson, trokken hem in het minst niet aan dan voelde hij veel meer voor het jonge meisje dat aan den lunch zijn tafelgenoote was geweest en dat hij al een paar keer had ontmoet. (Wordt vervolgd.) VOLKSGEZONDHEIDS. EN VEILIGHEIDSHOEKJE LAAT UW WONING door een vak man beschermen tegen BLIKSEM INSLAG. Wacht niet tot de tijd van onweersbuien reeds in het land is.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 5