ftissingsche Courant i's krstrtij Tweede Blad MAIL SHOES13 zijn niet te vervangen plieatie ?olade ^epen 'OTHEEK G, l BGMffiE ysche Maatschappij wf| Stoomvaart mieiui 11 februari \m hd. 35 Vervolg Binnenland FEUILLETON DE VONDELINGE IJS ÜX!E i )r de Zondagavond- bdag van 3—5 uur, IDECEELING! ïeden verkrijgbaar bj I ST, Lepelstraat 8b| ïekers en drogisten Irt afdoend middel lega i en keelaandoening 90 en f .60 de flacon wederverkoopers. [billijke voorwaardeil 'orden gelden beschik-1 eld van In, vaartuigen en lan-l Aanvragen te richten! 1050, bureau „Vliss f ber ons 24, 28 en 32 cent per blik 55 cent |s in Tomaten Sauce 49 cent li per pond 55 cent 25 en 30 cent per pak 8 cent per kilo 50 cent [duiker p. pond 24 ct*| leltamypark 46 bp mooie grijze «DERWAGEN. loulevard de Ruytetjl lop een zoo goed a'f CINDERWAGENe fvra'genScheldestraf den). j - Middelb-Rotterda»! chengelegen plaatsen I VAN PASSAfl®8 EN EN VEE* 1 r. Wil Y, Uit. 'ebruari m| 12 i - 15 j 8 16 igl8 8 ssingen wordt VVoe<| iig 's morgens ten 1 Iburg gevaren. matiën te" bekomen H.V. Transport* eD^l b. Erven G* VOSt I JB. EENHOOBK, Jj'jl V. OOSTEBHOWh Hjt1 Tflbra. BDITEMHERj^ VAN DE VAN Om den ouden boom. In Week-End" geeft D. H(ans) ter gelegenheid van het zilveren huwe lijksfeest van ons Koninklijk Echtpaar herinneringen aan de persoon van H. M. Koningin Wilhelmina. Nu gaat m'n herinnering naar een kwart-eeuw terug 7 Februari 1901. Ik was wat men noemt „een opge schoten jongen". Uil Rotterdam geko men om het huwelijk van Hare Ma jesteit (met permissie) „bij te wonen". Vlak voor het Paleis, tusschen het standbeeld van den Zwijger en den forschen, ouden kastanjeboom, had ik een plaatsje bemachtigd, en daar stond ik, uren en uren lang, op den kouden winterdag. Maar nooit nóg, na zoo veel jaren, zie ik het vóór mij ver geet ik het oogenbiik 's middags toen het jonge paar wegreed naar het station, voor de reis, en toen op het Paleis-balcon heel die schaar van vor stelijke gasten saamgedrongen stond, en onze jonge Koningin en haar Ge maal nawuifde. Onverslijtbaar staat dit moment in m'n herinnering gegrift. Sinds dien dag ik vermoedde het toen nog volstrekt niet heeft mijn loopbaan als journalist mij tallooze malen het openbare optreden van de Koningin en van den Prins van zeer nabij doen gadeslaan. Ik heb de Konin gin gevolgd bij reizen door het land (o 1 die mooie heugenis aan het gou den feest van het marine-instituut in Den Helder, in 1905, toen zij, jonge vrouw, de adelborsten zoo bezielend toesprak) ik heb haar gezien, vele malen, in de Ridderzaal, bij de ope ning van het parlement bij de ont vangsten van vreemde vorsten bij audiënties aan het Hofik heb haar de Prinses ten doop zien heffen in de Wiltemskerk, en haar het Vredes paleis zien openen ik heb haar vele malen in breeder of enger kring een redevoering hooren uitspreken, met haar zuivere, welluidende stem en ik ben altijd, tot heden toe, onder de bekoring van haar hooge en toch zoo eenvoudige figuur gekomen. Waardigheid en eenvoud die heeft onze Vorstin weten te vereenigen. Ook wanneer zij bezoeken aflegde aan vreemde hoven nam zij ieder voor zich in door de lieve en toch voorname charme van haar representatieve fi guur, door de sterke koninklijke waar digheid van heel haar optreden. Maar op een anderen dag -legde zij, om het getroffen volk bij de verdronken huisjes te kunnen bezoeken, haar ar men om den hals van een paar matro zen en liet zich over het water dragen. En zij bleef altijd even vrouwelijk als koninklijk of zij in de gouden koets door de straten van haar residentie reed of boven op een open boeren-kar door het overstroomde gebied. Vrouw is zij gebleven, boven alles. Heel haar huwelijk is een schitterend voorbeeld van vrouwelijke ongerept heid smetteloos, zonder kreuk of rim pel, evenzeer als de wijze waarop zij haar constitutioneele taak vervulde, en die de oud-gezant van Amerika, prof. Henry van Dycke, deed schrijven (in zijn boek „Fighting for peace"), dat zij is „oprecht en recht-uit" zeer scherp zinnig, een van de bekwaamste en Naar het Engelsch. (Nadruk verboden) 39) „Wat... Hoe bedoel je dat „Kom au... Je hebt ons allen tnooi beet gehad, schurk dat je bentMaar we zijn niet héélemaal blind Sir Jerry weet het en iedereen in Knoddishall weet het, dat je Hawthorne dien avond opwachtte om hem te bestelen, dat je hem eerst verdooven wilde door een onver- wachten slag en hem dan het geld wilde ontstelen, dat je wist, dat hij van Leigh- ton was gaan halen voor lady Anne Powys. Is 't niet zoo „Als iedereen het weet wat heb je het mij dan nog te vragen viel Spen uit. „Maar hoe kwam het, denk je... Ik zat er in er geweldig in... met dien bloed zuiger van een Levy, die me steeds ach tervolgde en sir Jerry, die me maar niet helpen wilde t Op de één of andere manier moest ik geld hebben en een honderd pond zouden Levy een tijdje stil houden. Dien ochtend was ik een brief van lady Faulk- ner °P „het Nest" gaan brengen en de ?ude dame begon te spreken over haar •nkomsten en dat ze nu ditmaal Haw thorne zou laten haten het bedrag, waar zij dit kwartaal over beschikte. Dit bracht m>j op het idee. Ik was dus al in „de öoschjes" eer hij er nog verscheen, omdat jk wist, dat hij daar zijn paard zou stallen. Niemand kende me te meer, daar ik ge kleed was zooals nu Als hij maar huis reed, had is er niets aan, want dan kon ik niets met hem beginnen. Ik bleef dus zoo in de nabijheid van den stal ronddrentelen en het lukte me, den hoef van zijn paard zoodanig te verknoeien, dat hij althans oiot op dat dier terug kon. Kreeg hij mu verstandigste gekroonde hoofden van Europa. Van den voor iedere jonge vrouw zonnigsten tijd des levens af hebben de staatszorgen op haar schouders ge drukt, voor het leed des levens en voor zware ziekte bleef zij niet gespaard. Maar heel ons volk werd opgeheven in een licht van een sterke vreugde, toen uit haar huwelijk met Prins Hen drik, wiens warme belangstelling voor ons volk zoo hartelijke waardeering vindt, het kind geboren werd, waarin het oude stamhuis zal voortleven met nieuwen glans. De mail naar Oost-Indië. Naar aanleiding van sommige in het vo rige jaar juist in de pers opgenomen klach ten omtrent vertraging in de overbrenging van de uit Nederlandseh-Indië afkomstige mail tijdens het. vervoer van Genua resp. van Marseille naar Nederland, deelt het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie het volgende mede In verband met het uur van aankomst van de thuisvarende booten van de maat schappij „Nederland" te Genua ic met me dewerking van de betrokken postadmini straties bereikt, dat de mails, bij aankomst te Genua op Zaterdag, des Zondagsnachts om 12.46 en bij aankomst te Genua op Zondag reeds des Maandags om 5.22 te Amsterdam aankomen. De doorzending der mails van Marseille naar Parijs zal voortaan, indien zij door 99 (Alleenverkoop PLOUVIER.) •mi ander rijdier, ja, dan was ik weg Maar hij ging naar huis loopen, dat hoor de ik wel en ik was hem toen vóór, en heb hem afgewacht, daar op het paadje, dat door de velden leidt. Eerst toen hij stil stond bij de rivier dicht bij den dan* kreeg ik gelegenheid mijn slag te slaan „En toen „Ja hij keerde zich onmiddellijk om en sloeg mij den ploertendooder dien ik mij express had aangeschaft uit de handen. Ik had hem ook niet willen dood slaan, maar hem enkel bedwelmen, voor dein tijd dat ik dan mijn gang kon gaan met hem het geld af te pakken. Maar nu had ik hem maar even geraakt, en met zijn paardenkracht had hij mij eerst het ding uit de handen getrokken en smeet me toen zelf een eind weg, waardoor hij in de ri vier terecht kwam. Ik zou er ook bij.na in gerold zijn, maar ik wist nog net •een afhangenden tak te grijpen, waardoor ik mij op den kant trok. Zijn val had een geweldigen plons ge maakt ik was bang, dat zij het bij den molen heelemaal gehoord zouden hebben Ik stak dus, zoo vlug ik kon, de velden over en maakte, dat ik weg kwam Nu weten jullie dus de heele waarheid geluk er mee Het was den viscount weer mogelijk, een enkel woord te spreken maar niet mogelijk, zich persoonlijk tot den verach- telijken jongen main te richten. Hij zei dus tot zijn metgezel „Vraag hem, of hij iemang zag, Merritt „Is dit zoo heb je iemand gezien „Ja, wél iemand Ik liep bijna tegen hem op, net aan de achterzij van den tuin van den molenaar. Ik maakte maar, dat ik gauw omkeerde, want ik was bang, dat hij mij herkennen zou de sneeuw maakte ailes zoo schrikbarend helder, al was het ook geen lichte maan. Hij was zóó dicht bij, dat hij zoowel wat gehoord als gezien kon hebben „Herkende je hem „Niet dadelijk naderhand schoot het mij te binnen het was die korenhandelaar Pedrick uit Leighton Lord Atherley uitte een kreet, waarmee hij dus te kennen gaf, dat hij dit wel had verwacht. Hij efi Merritt spraken even ter zijde, en toen richtte die laatste zich weer tot Spencer „Was het naar aanleiding van de ont dekking van vandaag, dat je besloot, een eind te maken aan die lage comedie „Welke ontdekking De uitdrukking op zijn gelaat was zoo ongeveinsd verbaasd, dat hij zeker ook wel niets gehoord had. Merritt lichtte het nader toe, waarop Faulkner met scham peren lach antwoordde „Neen... dat wist ik niet. Dat ik hier kwam, had geen andere reden, dan dat ik geen cent meer bezat en dat ik mij, boven dien, aller-elleudigst voelde Toch zou ik, met genoegen, Hawthorne nog eens wat langer daar gehouden hebben 1" En toen weer met dien leelijken grijns naar lord Atherley „Wel, iTiylord, brak het uw geliefde nog niet het hart, dat verdriet over haar vriend De viscount gaf geen antwoord. Maar in het bleeke maanlicht zag Henry Merritt hoe zeer hem deze vraag had gegriefd. Met dreigenden greep legde hij Spen dus de hand op den schouder en keerde hem toen ijlings den kant van het huis uit. „Ik ben niet van plan, veel woorden aan je te verspillen, jou schurk Had ik een rijzweep bij de hand, dan verzeker ik je, dat ik je eens duchtig afgerost had Ga gauw mee binnen, Atherley 't Is goed, dat er nog tijd is, om een boodschap .naar Leighton te sturen Hawthorne moet dit van avond nog weten. Kom zei hij ge biedend tot Spen. „Ik kom al Denk je nu, dat ik zelf lust heb, hier nog langer te staan Je kunt mij gerust loslaten, MerrittIk zal er niet van door gaan Hij liep nu vóór de beide anderen uit en Atherley sprak fluisterend „Zullen we er ooit nog wel eens achter komen, wie die arme drommel is, die uit de rivier gehaald werd „Mogelijk nietEr zijn zoo hoopen rnenschen, die onverwacht uit het leven verdwijnen kunnen, zonder dat iemand er ooit meer navraag naar doetHet kan immers een geval van zelfmoord wezen óók kan de man bij ongeluk verdronken zijn Neen, ik geloof niet, dat er makke lijk eenig licht zal verspreid worden om trent zijn identiteit De heeren vervolgden verder in stilte hun weg en of het toeval wilde toen zij de hall binnentraden, steeds met den „ridder van de droevige figuur" vooruit, kwam sir Jerry uit de bibliotheek, en lady Faulkner uit een der andere vertrekken. Door den kreet, dien zij slaakte, waren nu ook Mary en Kers in een ommezien van boven geijld liet dienstpersoneel kwam nu ook naderbij en allen hielden den blik gevestigd op den ongelukkigen jongen man behalve lord Atherley, die slechts oogen had voor Kers. Hij zag, dat zij op het punt van bezwijmen was, sloeg den arm om haar heen en fluisterde haar toe ,,'t Is Spen, lieveling 't Was alles een misvattingSpen leeft nog Denk eens aan, Kers, Spen leeft nog, en, die jij lief hebt, zal morgen vrij wezen 5" „Geoff vrij?... Hij zou morgen vrij wezen Méér zei ze niet. Ze gleed -uit zijn arm, die niet sterk genoeg was, om haar te houden en viel, bezwijmd, aan zijn voeten. Er rolde iets van haar vinger af, iets glimsterends, dat lord Atherley met den blik volgde, terwijl hij niet bij machte scheen, haar op te heffen. HOOFDSTUK XXVIII. Boxgrove was in feeststemming. Phila- de Rotterdamsche Lloyd voor 16.30 te Marseille-Gare worden afgeleverd, met den trein van 18.plaats hebben en bij latere aflevering met den trein van 23.35. In het eerste geval zullen de mails bij aankomst te Marseille op Zaterdag, des Zondagsnachts te 12.46 en bij aankomst te Marseille op Zondag reeds des Maandags om 9.52 a te Amsterdam worden aange bracht (doorzending van Parijs uit met trein 115). In liet tweede geval zal de aan komst te Amsterdam plaats vinden den tweeden dag na het vertrek uit Marseille om 12.36 's middags (doorzending van Pa rijs uit met trein 131). Thans worden nog onderhandelingen ge voerd om bij aankomsj te Marseille-Gare vóór 12.25 een zoodanige doorzending te verkrijgen, dat de mails reeds den volgen den werkdag om 5.22a te Amsterdam kun nen aankomen (doorzending van Parijs uit met trein 109). Deze onderhandelingen ver- keeren reeds in een vergevorderd stadium. Door het 'bezigen van trein 115 Parijs-Es- schen werd reeds een belangrijke verbete ring verkregen. Als, naar verwacht wordt, binnenkort ook trein 109 voor mail vervoer zal kunnen worden aangewezen, mogen de door het hoofdbestuur gevoerde onderhandelingen ten aanzien van een vlugge doorzending van de mails uit Parijs, volkomen geslaagd heeten. De verkregen bespoediging zal zich eveneens doen gevoelen bij de aankomst van de Amerikaansche mails, die te Cher bourg worden gelost. Verzekering van woningentegen brandschade. Door Ged. Staten van Gelderland is aan de gemeentebesturen mededeeling gedaan van een schrijven van den minister van ar beid, handel en nijverheid, houdende 'Bij de controle, die vanwege mijn depar tement wordt uitgeoefend op de woning bouwverenigingen, werkende met rijks- steun, is mij meermalen gebleken, dat wo ningen tegen brandschade verzekerd zijn voor bedragen, die overeenkomen met den kostprijs dier woningen. Voor die wonin gen, welke in den duren tijd gebouwd zijn, is het verzekerde bedrag dan veel te hoog Worden dergelijke verzekeringen niet tijdig opgezegd, dan betaalt de vereeniging een noodeloos hooge premie. Het lijkt mij we! van belang, dat de verenigingsbesturen hierop gewezen worden. Ten verzoeke \*an genoemden minister hebben Gedeputeerde Staten de gemeente besturen uitgenoodigd aan de in hunne ge meente werkende bouwverenigingen me de te deelen, dat te hooge verzekeringen tijdig moeten worden opgezegd en dat de woningen daarna verzekerd moeten worden voor bedragen, die overeenkomen met de huidige taxatiewaarde der woningen. KUNSTBLOEMEN. Zij die laistbloemen verkoopen en ver werken, de engros- en detailzaken, alsme de de modisten, weten voor het grootste meerendeel niet, hoeveel moeite, tijd, ge reedschappen, enz., de vervaardiging van kunstbloemen vereischt, schrijft de >tManu- casturier" Reeds een middelsoort atelier, dat een ta melijk rijke keuze wil brengen, heeft be halve nog velerlei andere artikelen, alreeds honderden metalen stansmessen en cou- vrages in de meest verschillende vormen noodig, daar de kleinste bloem en het kleinste blaadje zijn eigen vorm behoeft en voor deze gereedschappen alleen reeds een aanzienlijk kapitaal noodig is. Overgaand tot de productie zelf, moet vooraf worden opgemerkt, dat deze in hoofdzaak met de hand geschiedt, daar zelfs de grootste instellingen dit werk niet machinaal kunnen uitvoeren. Wel kan het geschieden daar, waar groote persen aan wezig zijn, algemeene standaard messen ge bruikt worden, die echter enkel voor massa fabricatie in aanmerking komen voor het overige echter bestaan alle werkzaamheden in de kunstbloemen-industrie uit handen arbeid en hangt de fraaiheid en het goed uitgevallen-zijn der producten, slechts af van de handigheid en de geschiktheid, als mede van den schoonheidszin en het kunst begrip van den vervaardiger. De fabricatie zelf begint met het uit- stanzen der bloem- of bladvormen. Alvo rens daarmede te beginnen, is het noodig, het hiervoor bestemde gereedschap goed te hebben leeren hanteeren, aangezien daar van het qualitatieve werk afhangt. De dubbelgeslagen stof wordt, al naar gelang van haar kwaliteit, bij zijde b.v. delphia wist met recht niet meer wat ze deed. zóó innig-gelukkig voelde zij zich Geoff was namelijk, een kwartier geleden, in den dogcart van Leighton «naar huis gereden, en zat nu met dokter Pyefinck in de zitkamer. Geoffrey zag er lang niet zoo verheugd uit als de „heterogene elementen", en dit niet, omdat hij zich nog onder den invloed voelde van hetgeen hij zélf geleden had Boxgrove was nu immers ontheven van de smet' maar toch balde hij onwil lekeurig de vuist, terwijl hij' na-ar den dokter luisterde. Had hij op dat oogenbiik Pedrick, den korenhandelaar, binnen zijn bereik gehad, dan zou het dien zeker veel slechter zijn vergaan dan den eersten keer Dokter Pyefinck had een interview ge had met den korenhandelaar, den dag, volgende op dien winderigen avond, dat viscount Atherley en mr Merritt hun ont dekking hadden gedaan in park Broad- Iands. Hetgeen hij nu gehoord had scheen hem zéér te voldoen Over het geheel was het verloop van zaken van dien aard, dat de oude man nu weer tien jaren van zijn hoogen leeftijd scheen te hebben afge schud. (Wordt vervolgd.) VOLKSGEZONDHEIBS- EN VEH-1GHFIDSH0EKJE TYPHUS, ROODVONK', DIPHTHERIE. Wanneer in Uw gezin TYPHUS, D1PH- THERlE.dan wel ROODVONK voorkomt, of, indien Gij vreest, dat een der Uwen aan besmettingsgevaar door een dezer ziekten is blootgesteld, vraag dan aan liet GEMEENTEBESTUUR Uwer woon plaats de door het Staatstoezicht op de Volksgezondheid KOSTELOOS uitgege ven „Maatregelen" ter bestrijding dezer ziekte. Gezondheidsraad.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 5