binnenland 64e «Jaargang 1926 iWf AAMOAG 8 FEBRUARI FEUILLETON DE VONDELINGE Stads= en Provincienieuws hetzij, hoe het zii^.20ll. ren, Vlissingen heeft wlZ". eefd en gestreefd, 't is J"l iet heeft zich aarimpaL k leven, het heeft ielfs het 4 synoniem met het mond,?! i weten te lokkeiu 1 vóór alles heeft het ?ich want uitbreiding moest" ïebben. Wat was er van tóa ;en ten Westen van de /y het begin der eeuw 7 huisstraat zoo goeihd ruimte, dit waren j Teerstmoest worden u en Potten kade wei ■st werd volgespot6) 1 ngelegd, Boulevards] bouwd, hotels verreJ gelegd van Vlissir ja, we weten well Ie pessimisten gelii(| slecht met die hj hotelsen tod ►ter energie wordt j> stijl, tevens in mod" een die vroede nu- vel den juisten M tegenwoordig ge^ï schem begrijpt. trschijnsel in dezejl ar zekere evolutie/F ts en dat, oiidanil ende oorl'ogsjareif ;lijk veel kwaad ist aan dezen nij ik dit zoo nijn retrospectieve lat in het eerste4 buiten onze stad, oa erlander van het bg, noeden had, datl» 1, dat het nog \vel« dat er Zeeuwse^, t een uithoek was.H ringen meest beland in dit zilveren huw] noting brengen |a aire maatregelen. L al men komen tot jl ïiddelen, war.t mi het droevig „Erf zooals menige* ;en kern van waad tilke resultaten en soms faeeft 11 ses qualités singen een domnj melend Vlissingeni ptradictie, want til »"aar men zoo def ^élt, neen- hoort Dj 'zich dat up-tó aatste kwart eeuw! =d heeft met mej dot gebouw, eiges ,/jote 150-tons kru aangepast bij deal jier moderne ieclinij n zeekasteel, hier31 dezer dagen den öudt, om van uit 'nder- en> bovenze r" \)g te zwijgen. ledeelte der 25 j 'f t door hardnekkij :ers, om het garnl ie Belgische Joodsj (e Haven. Bn'orö Sr succes, maar! jver gevoerd, elde, niet in vai^ n. Hef zwaaisl aven, maar de2e| sche overwinuins' [on het anders 0 Ziedaarjuist ij errast met de iet volgend jaari al zijn er nu sf| ïn reeds ondg 1 zijn van de bi 25 jaren ;aan« tting dat tot bi'1 ch ontplooidcJ vrêe nief alle ld eds opgciost zal lagstuk, die stiiff leven, als ment! spectieven beeft,! rne aange'egenw .sten, die van bq n naar biihenaf.J aller moe ernst j ook een toevi ïlte 'der li;dende| issingen, ook h zijn, waar del ,de ook hier ha2f| l niet alleen inJ istrie en eken* ;hoolgebied en 1 Het nieuwe goj an er var. getuit B. S. Wat wal 8 verdeeld over! >e van« et» H.' gebouw op uil rrijst schuin te?f ;e Lieve VT01WJL in dit tijdMil veiling, schier op elk it op den gijl >p te noemen.' wezen hier electrische ul >r licht eift-Wl imtram }t naayr hei iegvej^l-Vli^ji "in vöffl óf:, onder ubileum tquillus in üfi,1 SpssingfiJ ('9Z61 !-02nft3v loopen gerl iwa 'o 'u 1 taak fei te ?VA 0 H. Jardwcwfl K JEEP J3^JOZJOS ®an. !(1» >11 we raai gjEEM flfOBjq nietf JBEll UIZO LPSn^^ro'li;i una ppepox, J^ortjeVLM! en puueui uaWg* m, w» 8UIS' «am bczoet toiB PM cilc„de (eBuaSSmiaobi v Jres duidelijk schrijven- VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- -t.»ren f 2.20 per drie maanden. Franco S hét geheele rijk ƒ2.50. Week-abon- ftOTienten 17 cent, alles bij voormtbefaHng. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van i4 regels: ƒ1.10 voor iedere Li meer 20 centbij abonnement spe- ',S prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Kuur Koop en Verkoop, Dienstaanbie- rftaren én Dienstaanvragen, enz., prijs, bij Uitbetaling van 1-5 regels ƒ0.75, elke re^el meer 15 cent. Familieberichten van 16 regels ƒ1.70, tedere regel meer 26 cent. Het zilveren huwelijksfeest van het Koninklijk echtpaar. In de Ned. Herv. Kerk te Apeldoorn woonde gisterenmorgen de Koninklijke fa milie den dienst bij. De godsdienstoefening werd geleid aoor Apeldoords oudsten predikant ds. C. Hat- Toen de Kon. familie met gevolg het kerkgebouw binnentrad en in de Kon. loge plaats nam, stonden alle aanwezigen van hun zitplaatsen op en speelde het orgel „Wilt heden nu treden voor God den Heer". Na gemeenschappelijk gezang van Ps. 103 1 las de voorganger na het uit spreken van het votum de eerste dertien verzen van Ps. 103. In zijn gebed dankte ds. Hattink den Allerhoogste, dat Hij dezen dag heeft doen aanbreken en het Vorstelijk echtpaar in het leven heeft willen behou den en gezegend heeft als echtgenooten. Ook voor de oudervreugde, het Vorstelijk Paar geschonken, dankte de voorganger Hem, van Wfen alle zegen komt. Ook vond ds. Hattink stof tot danken in het feit, dat de Koningin-Moeder gespaard bleef. Als tekst voor de predikatie was geko- zen het laatste gedeelte van Ps. 42 luiden de „Hij is de menigvuldige verlossing mijns aangezichts en mijn God". Tot overdenking van dit schriftwoord zong de gemeente van gezang 44 vers 1-2. Gemeenschappelijk werd nu gezongen Psalm 118 7, waarna de predikant voor ging in gebed. De slotzang, Gezang 96, werd staande aangeheven. Plechtig weer klonk binnen deze tempelwanden 'het ge loofslied Hallelujah, eeuwig lof en eere". Na het uitspreken van den zegen was de dienst ten einde en verliet de Koninklijke familie met gevolg het kerkgebouw. Het schilderij, dooi de officieren der Kon. marine ter gelegenheid van het zilveren hu welijksfeest van H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins aan te bieden, is vervaardigd door den kunstschilder E. M. Eden te Am sterdam en stelt voor Hr. Ms. „Java" en „Sumatra" met enkele jagers en onderzee booten onder stoom m formatie en eenige vliegtuigen. Het zal vermoedelijk op 18 Februari door een deputatie van marine-officieren onder leiding van den commandant van de marine te Willemsoord, vice-admiraal Fook, worden aangeboden. De „Köln. Ztg." schrijft Koningin Wilhelmina der Nederlanden is op 7 Februari 1901 met hertog Hendrik van Mecklenburg in het huwelijk getreden. Zij zal, toegejubeld door haar landskinderen, dezen dag herdenken bij de viering van haar zilveren bruiloft. Ook het Duitsche volk biedt zijn gelukwenschen aan en ge denkt de zorgen, welke de Koningin tijdens den oorlog onzen Duitschen landslieden en na den oorlog vooral onzen kinderen deed geworden. Mogen wij ons in deze dagen de ons bewezen weldaden herinneren en er ons betreft voor zorgen, dat de Hollandsche Koningin de eere-titel een er vorstin der barmhartigheid verzekerd blijve. De P.T.T.-leiding. Naar de parlementaire redacteur van „de 1 el." van welingelichte zijde verneemt, is ten opzichte van den heer Damme, direc- tfcur-generaal van de posterijen en telegra fie een bijzondere maatregel getroffen, wel- 37) Naar het Engelsch. (Nadruk verboden) „Heel vriendelijk van u om een oude vrouw als ik ben zoo eens een opwekkend woord te willen toespreken Ik ben anders piet de eenige; wie het 't hart zou breken... in de allereerste plaats denk ik daarbij aan miss Kers „Ze is verbazend gesteld op mr. Haw thorne, hè „Of ze En dat is al zoo geweest van dat ze als klein kind hem overal als een hondje naliep. Er waren er toen toch zoo velen in huis en miss Sue was er ook nog, maar waar jongeheer Geoff zat, daar was zij te vinden Ik heb toen zoo dikwijls gezegd V'al zou jongeheer Geoff ook in 't water springen... zij sprong hem zeker na Dank u intusschen zeer, sir, voor uw I vriendelijke woorden en u wilt zeker wel l mijn hartelijke groeten overbrengen aan miss Kers I Lord Atherley gaf de oude getrouwe hiervan de verzekering en ondanks de koude aanvaardde hij toch niet al te vlug den terugweg naar Broadlands, daar j hij, aan den ee>nen kant, zoo erg opzag te gen een ontmoeting, i Hij trad de hall binnen, legde zijn pels a' en warmde zich eenigen tijd bij het groote vuur.Er was niemand te zien; alleen hoorde hij hier en daar een deur open en Jchtgaan... Waar zouden ze het lijk ge- magen hebben?... En waar zou Kers wezen De deur van de bibliotheek ging voor- ke niet nalaten zal opzien te baren. Heden zal nl. per dienstorder worden bekend ge maakt, dat de heer Damme vooiioopig ge durende het verdere deel van de maanl Februari afwezig zal zijn. Zijn werk zal dan worden waargenomen door de heeren mr. J. F. van Royen, alge meen secretaris der posterijen en telegrafie, G. J. Hofker, inspecteur der posterijen en telegrafie in algemeenen dienst, en A. P. F. Duynstee, inspecteur der posterijen en tele grafie, welke beide laatste heeren tijdelijk belast zijn met de waarneming van de func tie van hoofdinspecteur der posterijen en telegrafie. De aanleiding van den ten aanzien van den heer Damme getroffen maatregel is ge legen in een zakelijk meeningsverschil over dienstopvattingen tusschen den minister van waterstaat en den heer Damme. Deze laat ste was de laatste dagen reeds niet meer op het kantoor van het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie aanwezig. Nader verneemt „de Tel." nog, dat het reeds geruimen tijd in postkringen geen ge heim meer was, dat de samenwerking tus schen den directeur-generaal eenerzij ds en den minister van waterstaat benevens de leidende hoofdambtenaren van het hoofdbe. stuur der P. en T. anderzijds, in tal van on- derdeelen te wenschen overliet. In het bij zonder schijnt dit naar voren te zijn ge komen tijdens de afwezigheid van den heer Damme, die onlangs als regeeringsvertegen- woordfger de Internationale Telegraafconfe- rentie te Parijs heeft bijgewoond. De ex-kroonprins vertrokken. De ex-kroonprins van Duitschland is Za terdagavond om 6 uur per auto uit Doorn naar Amersfoort vertrokken om vandaar de reis naar Duitschland per \xt\r\ voort te zet ten. Tegenover de Wieringer gasten van den ex-keizer en diens zoons, die zich op harte lijke wijze met hen onderhielden, heeft de ex-kroonprins toezegging gedaan, bij zijn volgend bezoek aan Nederland ook naar Wieringen te zullen gaan. Reorganisatie R. K. Staatspartij. De commissie tot reorganisatie van de R.-K. Staatspartij heeft Zaterdagmiddag in het Tweede Kamergebouw haar slotverga dering gehouden tot vaststelling van haar rapport. Jhr.mr. G. L. M. H. Ruijs de Beerenbrouck f Op huize Wolfrath te Born (L.) is Zater dagavond overleden jhr. mr. G. L. M. H. Ruijs de Beerenbrouck, oud-Commissaris der Koningin in Limburg. Wij ontleenen aan de „Maasbode" de volgende bijzonderheden betreffende dezen staatsman Jhr. mr. G. L. M. H. Ruijs de Beeren brouck werd den 26en September 1842 te Roermond geboren uit een oud-Limburg- sche adellijk geslacht, dat zoowel aan Ne derland als aan België vooraanstaande man nen schonk. In 1880 was hij actief aan het Limburg- sche politieke leven gaan deelnemen, door zijn verkiezing tot lid van den gemeente raad van Maastricht. Zijn bekwaamheden trokken zoo sterk de aandacht, dat hij reeds drie jaren later, in 1883, door het district Maastricht naar de Tweede Kamer afgevaardigd werd, waar hij een persoonlijkheid bleek, die algemeene achting genoot, niet het minst vanwege zijn onmiskenbare gaven als jurist. Zijn talenten als rechtgeleerde zou hij weldra nog in rui mer mate kunnen gaan ontplooien. Het 'n 1888 geformeerde eerste christelijk Kabinet- Mackay bracht hem achter de ministersta fel Ruijs kwam aan het hoofd van het de partement van justitie. Gedurende zijn ministerschap bij het overlijden van Z. M. Willem III, werd mi nister Ruijs nog benoemd als lid van den raad van voogdij over H. M. Koningin Wil helmina. Als minister van justitie deed hij nog de aangifte van het overlijden van Ko ning Willem III. Het ministerie-Mackay viel na drie jaren van arbeid, Ruijs trad dus mede af, doch reeds het volgende jaar, in Juni 1892, zon den de Limburgsche kiezers dezen eminen- ten volksvertegenwoordiger terug naar ons parlement. Ditmaal vaardigde het district zichtig open en daaruit drong tot hem door een geluid van onderdrukt snikken van lady Faulkner. Mr. Merritt trad op hem toe. „Hebben ze 't haar al verteld vroeg de viscount. „Haar verteld?... O, je bedoelt miss Faulkner?... Ik weet het niet. Mary is bij haar ja, waarschijnlijk zal ze het wel verteld hebben. Maar Atherley... wat scheelt er aan, man „Niets enkel maar wat koud F' „Je lijkt wel bevroren En toen, met een blik naar de bibliotheekdeur, zijn stem nog heel wat latende dalen „Ik heb het meegedeeld aan lady Faulkner Arme vrouw voor die is het ook heel wat „En sir Jerry „Sir Jerry?.., O, ik geloof eigenlijk, dat die blij is „Blij „Ja. Hij wist beter dan iemand anders, dat het ontbreken van dat soort bewijs laten we het dan zoo maar noemen het geval verbazend slecht zou doen staan voor Hawthorne. En je weet, hoe zeer sir Jerry tegen hem heeft 1" ..Neen, ik verzeker je, dat het in het minst mijn geloof in Hawthorne's onschuld niet aan 't wankelen heeft gebracht." Mr. Merritt gaf geen antwoord, maar vroeg plotseling „Hoe ziet hij er uit, die Geoffrey Haw thorne Ik heb nooit veel meer dan een schim van hem te zien fekregen Is het een knappe kerel „Zeker", antwoordde de viscount. „En een heer „Voor zoo ver ik weet, in alle deelen een heer. Maar waarom De ander bleef het antwoord schuldig. Er volgde dus weer een nieuwe pauze, Roermond hem af. Hij werd voorzitter van de katholieke fractie. Lang zou hij deze waardigheid niet be- kleeden, dra zou een andere werkkring hem opvorderen. Op 27 September 1893 werd hij benoemd tot Commissaris der Koningin in de provincie Limburg. Hij werd Gouverneur en is dit gebleven bijna 25 jaren, tot 16 Mei 1918. Op eigen verzoek is hem bij Kon. besluit op de meest eervolle wijze ontslag verleend uit zijn hoo- ge functie, waarin benoemd werd zijn zoon, jhr. mr. Charles Ruijs de Beerenbrouck, des_ tijds Kamerlid voor het district Gulpen, die maar zeer korten tijd deze functie waarnam, aangezien hij kort daarop tegen het ein de van den wereldoorlog en het begin der revolutie-periode daarna geroepen werd tot de meest eervolle doch ook de meest verantwoordelijke functie na de Kroon zelf in ons land mogelijk president van den ministerraad. Vereeniging van officieren ter koopvaardij. Vrijdag hield de Vereeniging van officie ren ter Koopvaardij te Rotterdam een Dui tengewone ledenvergadering, welke in hoofdzaak was belegd als protest tegen het in den laatsten tijd steeds meer voorkomen van overbelading van koopvaardijschepen. Na afhandeling van eenige huishoudelijke aangelegenheden verkreeg de heer Smelik het woord, die in kofte trekken het ont staan van het Plimsool-mark schetste. De strijd dien Plimsoll indertijd tegen een deel der reeders moest voeren, het onver moeid doorzetten en eindelijk zegevieren van hem, kwamen hierin duidelijk naar vo ren. Spr. legde bijzonderen inadruk op de groote beteekenis voor de zeelieden liggen de in het feit, wettelijk tegen overbelasting der koopvaardijschepen beschermd te zijn en wekte de aanwezige scheepsofficieren op zich met alle kracht en middelen tegen het afkeurenswaardig drijven van enkele reeders te verzetten, daarmede zorgdragen de dat het in Nederland sinds 15 jaren inge_ voerde laadwerk, onverzwakt gehandhaafd blijft. Gaarne had spreker gezien dat de Centra le van Koopvaardijofficieren wat krachtiger in deze ware opgetreden, echter, duistere machten schijnen nog steeds werkelijke voortvarendheid aan die zijde, remmend te beïnvloeden. Hierna bracht de voorzitter onderstaande motie in stemming welke met algemeene stemmen werd aangenomen „De vergadering van Koopvaardij-officie- ren, bijeen ten kantore der „Vereeniging van officieren ter Koopvaardij", den 5den Februari 1926 kennis genomen hebbende van de pogin gen, welke den laatsten tijd op sommige schepen zijn ondernomen teneinde de be palingen der schepenwet, in het bijzonder wat betreft de uitwatering, te ontduiken spreekt haar scherpe afkeuring uit over de reederiien, die dergelijke wetsovertre dingen aanvaarden en in de hand werken doet een klemmend beroep op alle gezag voerders en scheepsofficieren, om iedere poging tot opzettelijke wetsontduiking te gen te gaan en zoo noodig door middel van de organisaties, ter kennis van de bevoegde autoriteiten te brengen machtigt het bestuur, met alle dienstig te achten middelen den goeden naam der Ne- derlandsche scheepsofficieren en de veilig heid ter zee te beschermen tegen de afkeu renswaardige pogingen om deze in gevaar tc brengen, terwille van eenig voordeel der reederij betreurt het, dat door de „Centrale van koopvaardijofficieren" niet een krachtiger actie, b.v. door het proclameeren van een 24-uurs-staking,tegen het afkeurenswaardig gedoe van enkele reeders is gevoerd". Nieuwe betonning op de Zeeuwsche stroomen. Naar aan de „Dordr. Courant" wordt ge meld is men sedert eenige maanden bezig in de Zeeuwsche. en Zuid-Hollandsche stroomen zoogenaamde drijfbakens toe te passen, ter vervanging van -de roode en zwarte tonnen. Deze drijfbakens hebben den vorm van rechte staken, bovenop voorzieii van een bal, welke bij eenigszins donkere nachten of duistere winterdagen buitenge woon slecht te zien zijn. waarin niets vernomen werd dan het klaaglijk snikken van lady Faulkner. De viscount verbrak de stilte met zij.n vraag „Zeg Merritt, het lijdt toch geen twijfel dat... „Nu wat?..." „Dat het Spencer Faulkner is Merritt keek verrast op. „Ja", antwoordde Atherley, „ik begrijp heel goed, dat je het een allerdwaaste vraag vindtMaar eerst nu merk ik, hoe zeer ik hoopte, dat Faulkner toch nog in leven zou zijn Henry Merritt schudde het hoofd „Werkelijk, Atherley, er is geen reden om dit aan te nemen." „Neen, dat weet ik.. Het gelaat'was toch onherkenbaar „Ja zeker. Maar het haar, de gestalte en de grootte waren van Spencer Faulkner. En er is immers reden te veronderstellen, dat '■hij in kleeding dien avond vermomd zou zijn... 1" „Dus, Merritt, jij houdt het er voor, dat het wel degelijk Spencer was „Ik twijfel er niét aan Vlei je daar niet mee, Atherley, en laat miss Faulkner zich daar ook niet aan vastklampen Ga liever eens bij haar, dat zal nu het beste zijn „Dus jij houdt het er juist voor, Merritt, dat deze ontdekking zeer noodlottig was voor Hawthorne „Ja, zeer, zeer noodlottig antwoordde Merritt, met grooten nadruk. HOOFDSTUK XXVI. Lord Atherley deed de deur open van het vertrek, waar de beide jonge meisjes Kers en Mary, bijeen waren. Ze droegen beiden rouw. Kers stond roerloos bij het vuur en Mary bij het venster. Toen deze het hoofd omkeerde en zag, wie'daar op den drem- Ten overvloede komt hierbij nog, dat de ze drijfbakens bij eb en vloed, telkens on derdompelen, om dan weer slechts met een klein puntje boven water te komen. Voor de scheepvaart beteekent dit, vol gens bovengenoemd blad, een zeer groot bezwaar. Het meent, dat de schipper het zal toejuichen als dit slechts een proefneming is, waardoor dit systeem, als ondoelmatig gebleken, spoedig zal zijn vervangen. VLISSINGEN, 8 FEBRUARI. Het zilveren huwelijksfeest van het Koninklijk echtpaar. Ter herdenking van het zilveren huwe lijksfeest van het Koninklijk echtpaar wap perde heden van alle openbare gebouwen de driekleur, terwijl ook uit vele particu liere woningen het nationaal dundoek was ontplooid. In de godsdienstoefeningen in de ver schillende kerken werd dit jubileum in de gebeden herdacht, terwijl in de R. Kath kerken na de Hoogmis het „Te Deum" werd gezongen. Bij den jeugddienst in de Nieuwe kerk werd bij den aanvang het „Wien Neer- landsch Bloed" gespeeld, en na afloop het „Wilhelmus" gezongen. In de Luthersche kerk werd de gods dienstoefening eveneens beëindigd met het zingen van het „Wilhelmus". Hedenmiddag werden op het carillon van den St. Jacobstoren vaderlandsche liederen gespeeld. Door een lid van het bestuur van den VHssingschen Oranjebond, den heer S.- M. Polak, werden aan het gemeentebestuur twee rustbanken aangeboden ter plaatsing in-het Bellamypark. Dit geschenk is door de gemeente in dank aanvaard en zijn deze banken daar reeds geplaatst geworden. Heden is alhier binnengekomen de Let- tische motorschoener „Laamena" van Brus sel om een lading blikafval in te nemen aan de electro tinfabriek. Een stapje in de Oudheid en Toetank-Amen. Voor de afdeeling vpn den Ned. Bond van leeraren en leeraressen bij het Nijverheidsonderwijs en de cursus voor voortgezet Nijverheidsonderwijs hield Zaterdagavond in de Ambachts school te Middelburg de heer H. A. Enkelaar, leeraar aan die school een lezing over „Een stapje in de Oudheid en Toetank-Amen". Spr. begon er op te wijzen, wat het begrip „Oudheid" is. Ook de dagen van Pompeji zijn voor ons „oudheid", doch wat een verschil tusschen de oudheid van Pompeji en de eerste Egyptische Pharao Menis, d.i. onge veer 5000 jaren geleden. Als regel wil men dan beginnen met de oudheid, waarvan ons veel bekend is. En dan is het begin wel ongeveer bij Pharao, heerscher over Egypte, nu omstreeks 5000 jaar geleden. Omstreeks dien tijd begint de oude geschiedenis en bevin den wij ons plotseling in een geheel beschaafde wereld. Wat daar vóór is geweest, kunnen wij slechts vermoe den, daar gegevens, .geschriften of in scripties in steen enz. ontbreken. De belangstelling voor Egypte is niet van vandaag of gisteren. Reeds zijn beschrijvingen gevonden van ar- chaeologen die 20 tot 2000 jaar voor Christus reeds Egypte bereisden en hun ondervindingen meedeelden. Nog grooter is de belangstelling der dui zenden Amerikanen, die jaarlijks Egypte bezoeken en die het hoogte punt wel bereikte bij de ontdekking van het graf van Toetank-Amen, toen als- het ware passagiersschepen vol Amerikanen in Egypte werden ont- pel stond, trad ze daarheen met een uit drukking van verlichting op het gelaat. „Weet ze het fluisterde Atherley met een blik naar de roerlooze gestalte. „Ja, ze weet hetMaar... lord Atherley, ik kan er waarlijk spijt van hebben, dat ik het op mij nam om het haar te vertellen. Ze heeft het zoo vreemd opgevat, ik begrijp haar in het geheel niet meer Misschien dat het beter is, als u eens met haar spreekt." Dit zeggende, verliet Mary het vertrek met een eenigszins beleedigd air. Toen de viscount naar den haard toetrad keerde Kers zich om. Hij had verwacht haar.zoo opgewonden te vinden, dat zij in tranen zou zijn, of iets dergelijks. Maar ze was volkomen kalm en ze zag doods bleek. Steeds meer zijde had ze om den vinger moeten winden, dat de ring daar toch niet afgleed Over het geheel zag ze er zoo teer en zwak uit, of ze pas van een er.nstig ziekbed was opgestaan. Over Vin cent Atherley had dat geval met Geoff ze ker ook een peilloos leed gebracht „Je verlangde mij te spreken, liefste vroeg hij „Ja o, dat is zoo Ik heb Mary nog juist gezegd, dat ik dit verlangde Wat ben je een tijd weggebleven, of lijkt dit maar zoo „Het zou mij spijten, als ik je langer had laten wachten dan noodig was. Maar ik kon niet gauwer naar huis, zie je, want lady Anne was ziek „O, ja En is ze nu beter „Ik hoop van wel Dokter Pyefinvk heeft haar naar huis gebracht." Hij had het handje gevat, dat slap naar beneden hing Maar hij deed geen moeite haar te kussen hij had haar al niet meer gekust sinds den dag, dat hij haar van de P'Vhat is in a name en naam van een artikel Kan niets, doch ook alles zeggen. Zelden zal men I echter rubber-artikelen (vinden, waarbij de naam zoo ten volle be antwoordt aan het doel en de strekking als bij de Rabberhakken, -Zolen en Tips, voor zien van het merk ECONOMIE. ECONOMIE in naam ECONOMIE in daad I (lngez. Mededecling scheept. En die belangstelling is ge wettigd. Aan de hand van lantaarnplaatjes en vooral gekleurde platen, die door de epidioseoop op het doek gebracht werden, liet spreker eerst eenige pyra- midên, sphinxen en beelden zien uit het Oude Egyptische tijdperk. De beelden vooral bewezen, dat ook de kunst toen op een zeer hoog peil stond. Daar tusschen door werden meubelen vertoond die dan hier, dan daar in tempels, rotsgraven of pyramiden zijn gevonden en welke van den fijnen smaak der Egyptenaren getuigden. Hierna werden de voornaamste Pha- rao's genoemd, voorafgaande aan de regeering van Toetank-Amen. Bij de vraag, hoe wij aan al de kennis ko men omtrent hun zeden, leefwijze en gewoonten, werden muurschilderingen vertoond met de hieroglyphen, het Egyptische figuurschrift, waarvan het geheim voornamelijk werd ontdekt door het vinden van den steen van „Rosetta", waarop voorkwamen twee Egyptische en een Grieksche beschrij ving en waardoor het den geleerden gelukte al de gevonden geschriften en muurschilderingen te ontcijferen. Te vens werd een blik gegund in het ziele- leven van de oude Egyptenaren en hoe o.a. de schrijver „Ani" zijn reis maakt door de onderwereld naar de godheid „Osiris". Even werd stilge staan bij de Kettersche Pharao Akna- ten, schoonvader van Toetank-Amen, om daarna te vertellen van de opzien barende ontdekking van het graf door Lord Carnavon en Caster, welks weer ga echter waarschijnlijk weer zal overtroffen worden door de nieuwste ontdekking van de graven van Cheops en Snefroe. Hierna ving de vertooning aan der plaatjes van in de graven gevonden voorwerpen als stoeltjes, praalbedden, troon van Toetank Amen en de buiten zijde van de sarcophaag, en bij het zien van al dat sprookjesachtige is het niet te verwonderen dat de ontdekkers met verbazing al deze dingen hebben aanschouwd. Ook werd nog een kijkje gegeven bij de gebruiken en gewoon ten der begrafenis, het in gereedheid brengen der mummies, het treuren in den graftempel, de begrafenis op vaar tuigen op den Nijl, het dichten van het graf enz. De ontdekkers hebben daarom zooveel succes gehad van hun vondst, omdat het graf van Toetank- Amen het eenig nagenoeg ongeschon den graf is geweest wat ooit ontdekt werd nog werd getoond een plaatje waarop een ontdekt graf, hetwelk ech ter totaal vernield was door het be- inhechtenisneming verteld had en zij aan zijn voeten bezwijmd was. Haar apathie ging nu echter op eenmaal in groote opgewondenheid over. Ze ging vlak voor hem staan en vroeg „Zeg Vincent, heb je het gezien „Het gezien „Ja, Mary zei, dat je er bij was toe, vertel eens even, heb je het gezien Wat had hij haar graag veel kalmeeren der antwoorden gegeven, maar hij durfde niets zeggen dan de naakte waarheid 1 „Ja, ik heb 't gezien". „Ik niet ze hadden 't al naar boven gedragen éér ik 't wist. Ziet het er afzich telijk uit „Ja wél afschuwelijk 1" „Ik heb er Mary naar gevraagd, maar die durfde er niet over spreken Dat is veel te „shocking", nietwaar?..." Toen veranderde ze opeens geheel van toon en vroeg met smeekenden nadruk „Zeg... Vincent, is 't Spen wel „Maar liefste 1" riep hij onwillekeurig. Diezelfde vraag had hij immers aan Merritt gesteld „Is 't Spen wel drong zij weer, met pijnlijken nadruk. ..Ik dacht, dat hij niet dood zou wezen, zie je Ik dacht, dat hij veilig en wel uit het water zou zijn geko men, zooals Geoff zei. Is 't Spen wel Dezen laatsten keer had ze de vraag eigenlijk meer tot zichzelve gesproken ze hield dan ook het hoofd van hem afgewend en staarde het venster uit, dat het droef geestig uitzicht bood van kale boomen en een loodgrijzen hemel er boven (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1