binnenland
64e «Jaargang
1926
iWf AAMOAG 8 FEBRUARI
FEUILLETON
DE VONDELINGE
Stads= en Provincienieuws
hetzij, hoe het zii^.20ll.
ren, Vlissingen heeft wlZ".
eefd en gestreefd, 't is J"l
iet heeft zich aarimpaL
k leven, het heeft ielfs het 4
synoniem met het mond,?!
i weten te lokkeiu 1
vóór alles heeft het ?ich
want uitbreiding moest"
ïebben. Wat was er van tóa
;en ten Westen van de /y
het begin der eeuw 7
huisstraat zoo goeihd
ruimte, dit waren j
Teerstmoest worden u
en Potten kade wei
■st werd volgespot6) 1
ngelegd, Boulevards]
bouwd, hotels verreJ
gelegd van Vlissir
ja, we weten well
Ie pessimisten gelii(|
slecht met die hj
hotelsen tod
►ter energie wordt j>
stijl, tevens in mod"
een die vroede nu-
vel den juisten M
tegenwoordig ge^ï
schem begrijpt.
trschijnsel in dezejl
ar zekere evolutie/F
ts en dat, oiidanil
ende oorl'ogsjareif
;lijk veel kwaad
ist aan dezen nij
ik dit zoo
nijn retrospectieve
lat in het eerste4
buiten onze stad, oa
erlander van het bg,
noeden had, datl»
1, dat het nog \vel«
dat er Zeeuwse^,
t een uithoek was.H
ringen meest beland
in dit zilveren huw]
noting brengen |a
aire maatregelen. L
al men komen tot jl
ïiddelen, war.t mi
het droevig „Erf
zooals menige*
;en kern van waad
tilke resultaten
en soms faeeft 11
ses qualités
singen een domnj
melend Vlissingeni
ptradictie, want til
»"aar men zoo def
^élt, neen- hoort Dj
'zich dat up-tó
aatste kwart eeuw!
=d heeft met mej
dot gebouw, eiges
,/jote 150-tons kru
aangepast bij deal
jier moderne ieclinij
n zeekasteel, hier31
dezer dagen den
öudt, om van uit
'nder- en> bovenze
r" \)g te zwijgen.
ledeelte der 25 j
'f t door hardnekkij
:ers, om het garnl
ie Belgische Joodsj
(e Haven. Bn'orö
Sr succes, maar!
jver gevoerd,
elde, niet in vai^
n. Hef zwaaisl
aven, maar de2e|
sche overwinuins'
[on het anders 0
Ziedaarjuist ij
errast met de
iet volgend jaari
al zijn er nu sf|
ïn reeds ondg
1 zijn van de bi
25 jaren ;aan«
tting dat tot bi'1
ch ontplooidcJ
vrêe nief alle ld
eds opgciost zal
lagstuk, die stiiff
leven, als ment!
spectieven beeft,!
rne aange'egenw
.sten, die van bq
n naar biihenaf.J
aller moe ernst j
ook een toevi
ïlte 'der li;dende|
issingen, ook
h zijn, waar del
,de ook hier ha2f|
l niet alleen inJ
istrie en eken*
;hoolgebied en 1
Het nieuwe goj
an er var. getuit
B. S. Wat wal
8 verdeeld over!
>e van« et» H.'
gebouw op uil
rrijst schuin te?f
;e Lieve VT01WJL
in dit tijdMil
veiling,
schier op elk
it op den gijl
>p te noemen.'
wezen hier
electrische ul
>r licht eift-Wl
imtram
}t naayr hei
iegvej^l-Vli^ji
"in vöffl
óf:, onder
ubileum
tquillus in üfi,1
SpssingfiJ
('9Z61 !-02nft3v loopen gerl
iwa 'o 'u 1 taak fei te
?VA 0 H. Jardwcwfl
K JEEP J3^JOZJOS ®an. !(1»
>11 we raai
gjEEM flfOBjq nietf
JBEll UIZO
LPSn^^ro'li;i
una ppepox, J^ortjeVLM! en
puueui uaWg* m,
w» 8UIS' «am bczoet
toiB PM cilc„de
(eBuaSSmiaobi v
Jres duidelijk schrijven-
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
-t.»ren f 2.20 per drie maanden. Franco
S hét geheele rijk ƒ2.50. Week-abon-
ftOTienten 17 cent, alles bij voormtbefaHng.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van i4 regels: ƒ1.10 voor iedere
Li meer 20 centbij abonnement spe-
',S prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Kuur Koop en Verkoop, Dienstaanbie-
rftaren én Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
Uitbetaling van 1-5 regels ƒ0.75, elke
re^el meer 15 cent.
Familieberichten van 16 regels ƒ1.70,
tedere regel meer 26 cent.
Het zilveren huwelijksfeest van het
Koninklijk echtpaar.
In de Ned. Herv. Kerk te Apeldoorn
woonde gisterenmorgen de Koninklijke fa
milie den dienst bij.
De godsdienstoefening werd geleid aoor
Apeldoords oudsten predikant ds. C. Hat-
Toen de Kon. familie met gevolg het
kerkgebouw binnentrad en in de Kon. loge
plaats nam, stonden alle aanwezigen van
hun zitplaatsen op en speelde het orgel
„Wilt heden nu treden voor God den Heer".
Na gemeenschappelijk gezang van Ps.
103 1 las de voorganger na het uit
spreken van het votum de eerste dertien
verzen van Ps. 103. In zijn gebed dankte
ds. Hattink den Allerhoogste, dat Hij dezen
dag heeft doen aanbreken en het Vorstelijk
echtpaar in het leven heeft willen behou
den en gezegend heeft als echtgenooten.
Ook voor de oudervreugde, het Vorstelijk
Paar geschonken, dankte de voorganger
Hem, van Wfen alle zegen komt. Ook vond
ds. Hattink stof tot danken in het feit, dat
de Koningin-Moeder gespaard bleef.
Als tekst voor de predikatie was geko-
zen het laatste gedeelte van Ps. 42 luiden
de „Hij is de menigvuldige verlossing
mijns aangezichts en mijn God".
Tot overdenking van dit schriftwoord
zong de gemeente van gezang 44 vers 1-2.
Gemeenschappelijk werd nu gezongen
Psalm 118 7, waarna de predikant voor
ging in gebed. De slotzang, Gezang 96,
werd staande aangeheven. Plechtig weer
klonk binnen deze tempelwanden 'het ge
loofslied Hallelujah, eeuwig lof en eere".
Na het uitspreken van den zegen was de
dienst ten einde en verliet de Koninklijke
familie met gevolg het kerkgebouw.
Het schilderij, dooi de officieren der Kon.
marine ter gelegenheid van het zilveren hu
welijksfeest van H. M. de Koningin en Z. K.
H. den Prins aan te bieden, is vervaardigd
door den kunstschilder E. M. Eden te Am
sterdam en stelt voor Hr. Ms. „Java" en
„Sumatra" met enkele jagers en onderzee
booten onder stoom m formatie en eenige
vliegtuigen.
Het zal vermoedelijk op 18 Februari door
een deputatie van marine-officieren onder
leiding van den commandant van de marine
te Willemsoord, vice-admiraal Fook, worden
aangeboden.
De „Köln. Ztg." schrijft
Koningin Wilhelmina der Nederlanden is
op 7 Februari 1901 met hertog Hendrik van
Mecklenburg in het huwelijk getreden. Zij
zal, toegejubeld door haar landskinderen,
dezen dag herdenken bij de viering van
haar zilveren bruiloft. Ook het Duitsche
volk biedt zijn gelukwenschen aan en ge
denkt de zorgen, welke de Koningin tijdens
den oorlog onzen Duitschen landslieden en
na den oorlog vooral onzen kinderen deed
geworden. Mogen wij ons in deze dagen de
ons bewezen weldaden herinneren en er
ons betreft voor zorgen, dat de Hollandsche
Koningin de eere-titel een er vorstin der
barmhartigheid verzekerd blijve.
De P.T.T.-leiding.
Naar de parlementaire redacteur van „de
1 el." van welingelichte zijde verneemt, is
ten opzichte van den heer Damme, direc-
tfcur-generaal van de posterijen en telegra
fie een bijzondere maatregel getroffen, wel-
37)
Naar het Engelsch.
(Nadruk verboden)
„Heel vriendelijk van u om een oude
vrouw als ik ben zoo eens een opwekkend
woord te willen toespreken Ik ben anders
piet de eenige; wie het 't hart zou breken...
in de allereerste plaats denk ik daarbij aan
miss Kers
„Ze is verbazend gesteld op mr. Haw
thorne, hè
„Of ze En dat is al zoo geweest van
dat ze als klein kind hem overal als een
hondje naliep. Er waren er toen toch zoo
velen in huis en miss Sue was er ook nog,
maar waar jongeheer Geoff zat, daar was
zij te vinden Ik heb toen zoo dikwijls
gezegd V'al zou jongeheer Geoff ook in 't
water springen... zij sprong hem zeker
na Dank u intusschen zeer, sir, voor uw
I vriendelijke woorden en u wilt zeker wel
l mijn hartelijke groeten overbrengen aan
miss Kers
I Lord Atherley gaf de oude getrouwe
hiervan de verzekering en ondanks de
koude aanvaardde hij toch niet al te
vlug den terugweg naar Broadlands, daar
j hij, aan den ee>nen kant, zoo erg opzag te
gen een ontmoeting,
i Hij trad de hall binnen, legde zijn pels
a' en warmde zich eenigen tijd bij het
groote vuur.Er was niemand te zien; alleen
hoorde hij hier en daar een deur open en
Jchtgaan... Waar zouden ze het lijk ge-
magen hebben?... En waar zou Kers
wezen
De deur van de bibliotheek ging voor-
ke niet nalaten zal opzien te baren. Heden
zal nl. per dienstorder worden bekend ge
maakt, dat de heer Damme vooiioopig ge
durende het verdere deel van de maanl
Februari afwezig zal zijn.
Zijn werk zal dan worden waargenomen
door de heeren mr. J. F. van Royen, alge
meen secretaris der posterijen en telegrafie,
G. J. Hofker, inspecteur der posterijen en
telegrafie in algemeenen dienst, en A. P. F.
Duynstee, inspecteur der posterijen en tele
grafie, welke beide laatste heeren tijdelijk
belast zijn met de waarneming van de func
tie van hoofdinspecteur der posterijen en
telegrafie.
De aanleiding van den ten aanzien van
den heer Damme getroffen maatregel is ge
legen in een zakelijk meeningsverschil over
dienstopvattingen tusschen den minister van
waterstaat en den heer Damme. Deze laat
ste was de laatste dagen reeds niet meer
op het kantoor van het hoofdbestuur der
posterijen en telegrafie aanwezig.
Nader verneemt „de Tel." nog, dat het
reeds geruimen tijd in postkringen geen ge
heim meer was, dat de samenwerking tus
schen den directeur-generaal eenerzij ds en
den minister van waterstaat benevens de
leidende hoofdambtenaren van het hoofdbe.
stuur der P. en T. anderzijds, in tal van on-
derdeelen te wenschen overliet. In het bij
zonder schijnt dit naar voren te zijn ge
komen tijdens de afwezigheid van den heer
Damme, die onlangs als regeeringsvertegen-
woordfger de Internationale Telegraafconfe-
rentie te Parijs heeft bijgewoond.
De ex-kroonprins vertrokken.
De ex-kroonprins van Duitschland is Za
terdagavond om 6 uur per auto uit Doorn
naar Amersfoort vertrokken om vandaar de
reis naar Duitschland per \xt\r\ voort te zet
ten.
Tegenover de Wieringer gasten van den
ex-keizer en diens zoons, die zich op harte
lijke wijze met hen onderhielden, heeft de
ex-kroonprins toezegging gedaan, bij zijn
volgend bezoek aan Nederland ook naar
Wieringen te zullen gaan.
Reorganisatie R. K. Staatspartij.
De commissie tot reorganisatie van de
R.-K. Staatspartij heeft Zaterdagmiddag in
het Tweede Kamergebouw haar slotverga
dering gehouden tot vaststelling van haar
rapport.
Jhr.mr. G. L. M. H. Ruijs de Beerenbrouck f
Op huize Wolfrath te Born (L.) is Zater
dagavond overleden jhr. mr. G. L. M. H.
Ruijs de Beerenbrouck, oud-Commissaris
der Koningin in Limburg.
Wij ontleenen aan de „Maasbode" de
volgende bijzonderheden betreffende dezen
staatsman
Jhr. mr. G. L. M. H. Ruijs de Beeren
brouck werd den 26en September 1842 te
Roermond geboren uit een oud-Limburg-
sche adellijk geslacht, dat zoowel aan Ne
derland als aan België vooraanstaande man
nen schonk.
In 1880 was hij actief aan het Limburg-
sche politieke leven gaan deelnemen, door
zijn verkiezing tot lid van den gemeente
raad van Maastricht.
Zijn bekwaamheden trokken zoo sterk de
aandacht, dat hij reeds drie jaren later, in
1883, door het district Maastricht naar de
Tweede Kamer afgevaardigd werd, waar
hij een persoonlijkheid bleek, die algemeene
achting genoot, niet het minst vanwege zijn
onmiskenbare gaven als jurist. Zijn talenten
als rechtgeleerde zou hij weldra nog in rui
mer mate kunnen gaan ontplooien. Het 'n
1888 geformeerde eerste christelijk Kabinet-
Mackay bracht hem achter de ministersta
fel Ruijs kwam aan het hoofd van het de
partement van justitie.
Gedurende zijn ministerschap bij het
overlijden van Z. M. Willem III, werd mi
nister Ruijs nog benoemd als lid van den
raad van voogdij over H. M. Koningin Wil
helmina. Als minister van justitie deed hij
nog de aangifte van het overlijden van Ko
ning Willem III.
Het ministerie-Mackay viel na drie jaren
van arbeid, Ruijs trad dus mede af, doch
reeds het volgende jaar, in Juni 1892, zon
den de Limburgsche kiezers dezen eminen-
ten volksvertegenwoordiger terug naar ons
parlement. Ditmaal vaardigde het district
zichtig open en daaruit drong tot hem door
een geluid van onderdrukt snikken van
lady Faulkner.
Mr. Merritt trad op hem toe.
„Hebben ze 't haar al verteld vroeg de
viscount.
„Haar verteld?... O, je bedoelt miss
Faulkner?... Ik weet het niet. Mary is bij
haar ja, waarschijnlijk zal ze het wel
verteld hebben. Maar Atherley... wat
scheelt er aan, man
„Niets enkel maar wat koud F'
„Je lijkt wel bevroren En toen, met
een blik naar de bibliotheekdeur, zijn stem
nog heel wat latende dalen „Ik heb het
meegedeeld aan lady Faulkner Arme
vrouw voor die is het ook heel wat
„En sir Jerry
„Sir Jerry?.., O, ik geloof eigenlijk,
dat die blij is
„Blij
„Ja. Hij wist beter dan iemand anders,
dat het ontbreken van dat soort bewijs
laten we het dan zoo maar noemen het
geval verbazend slecht zou doen staan voor
Hawthorne. En je weet, hoe zeer sir Jerry
tegen hem heeft 1"
..Neen, ik verzeker je, dat het in het
minst mijn geloof in Hawthorne's onschuld
niet aan 't wankelen heeft gebracht."
Mr. Merritt gaf geen antwoord, maar
vroeg plotseling
„Hoe ziet hij er uit, die Geoffrey Haw
thorne Ik heb nooit veel meer dan een
schim van hem te zien fekregen Is het
een knappe kerel
„Zeker", antwoordde de viscount.
„En een heer
„Voor zoo ver ik weet, in alle deelen
een heer. Maar waarom
De ander bleef het antwoord schuldig.
Er volgde dus weer een nieuwe pauze,
Roermond hem af. Hij werd voorzitter van
de katholieke fractie.
Lang zou hij deze waardigheid niet be-
kleeden, dra zou een andere werkkring hem
opvorderen. Op 27 September 1893 werd hij
benoemd tot Commissaris der Koningin in
de provincie Limburg.
Hij werd Gouverneur en is dit gebleven
bijna 25 jaren, tot 16 Mei 1918. Op eigen
verzoek is hem bij Kon. besluit op de meest
eervolle wijze ontslag verleend uit zijn hoo-
ge functie, waarin benoemd werd zijn zoon,
jhr. mr. Charles Ruijs de Beerenbrouck, des_
tijds Kamerlid voor het district Gulpen, die
maar zeer korten tijd deze functie waarnam,
aangezien hij kort daarop tegen het ein
de van den wereldoorlog en het begin der
revolutie-periode daarna geroepen werd
tot de meest eervolle doch ook de meest
verantwoordelijke functie na de Kroon zelf
in ons land mogelijk president van den
ministerraad.
Vereeniging van officieren ter koopvaardij.
Vrijdag hield de Vereeniging van officie
ren ter Koopvaardij te Rotterdam een Dui
tengewone ledenvergadering, welke in
hoofdzaak was belegd als protest tegen het
in den laatsten tijd steeds meer voorkomen
van overbelading van koopvaardijschepen.
Na afhandeling van eenige huishoudelijke
aangelegenheden verkreeg de heer Smelik
het woord, die in kofte trekken het ont
staan van het Plimsool-mark schetste. De
strijd dien Plimsoll indertijd tegen een
deel der reeders moest voeren, het onver
moeid doorzetten en eindelijk zegevieren
van hem, kwamen hierin duidelijk naar vo
ren. Spr. legde bijzonderen inadruk op de
groote beteekenis voor de zeelieden liggen
de in het feit, wettelijk tegen overbelasting
der koopvaardijschepen beschermd te zijn
en wekte de aanwezige scheepsofficieren
op zich met alle kracht en middelen tegen
het afkeurenswaardig drijven van enkele
reeders te verzetten, daarmede zorgdragen
de dat het in Nederland sinds 15 jaren inge_
voerde laadwerk, onverzwakt gehandhaafd
blijft.
Gaarne had spreker gezien dat de Centra
le van Koopvaardijofficieren wat krachtiger
in deze ware opgetreden, echter, duistere
machten schijnen nog steeds werkelijke
voortvarendheid aan die zijde, remmend te
beïnvloeden.
Hierna bracht de voorzitter onderstaande
motie in stemming welke met algemeene
stemmen werd aangenomen
„De vergadering van Koopvaardij-officie-
ren, bijeen ten kantore der „Vereeniging
van officieren ter Koopvaardij", den 5den
Februari 1926
kennis genomen hebbende van de pogin
gen, welke den laatsten tijd op sommige
schepen zijn ondernomen teneinde de be
palingen der schepenwet, in het bijzonder
wat betreft de uitwatering, te ontduiken
spreekt haar scherpe afkeuring uit over
de reederiien, die dergelijke wetsovertre
dingen aanvaarden en in de hand werken
doet een klemmend beroep op alle gezag
voerders en scheepsofficieren, om iedere
poging tot opzettelijke wetsontduiking te
gen te gaan en zoo noodig door middel van
de organisaties, ter kennis van de bevoegde
autoriteiten te brengen
machtigt het bestuur, met alle dienstig te
achten middelen den goeden naam der Ne-
derlandsche scheepsofficieren en de veilig
heid ter zee te beschermen tegen de afkeu
renswaardige pogingen om deze in gevaar
tc brengen, terwille van eenig voordeel der
reederij
betreurt het, dat door de „Centrale van
koopvaardijofficieren" niet een krachtiger
actie, b.v. door het proclameeren van een
24-uurs-staking,tegen het afkeurenswaardig
gedoe van enkele reeders is gevoerd".
Nieuwe betonning op de Zeeuwsche
stroomen.
Naar aan de „Dordr. Courant" wordt ge
meld is men sedert eenige maanden bezig
in de Zeeuwsche. en Zuid-Hollandsche
stroomen zoogenaamde drijfbakens toe te
passen, ter vervanging van -de roode en
zwarte tonnen. Deze drijfbakens hebben den
vorm van rechte staken, bovenop voorzieii
van een bal, welke bij eenigszins donkere
nachten of duistere winterdagen buitenge
woon slecht te zien zijn.
waarin niets vernomen werd dan het
klaaglijk snikken van lady Faulkner. De
viscount verbrak de stilte met zij.n vraag
„Zeg Merritt, het lijdt toch geen twijfel
dat...
„Nu wat?..."
„Dat het Spencer Faulkner is
Merritt keek verrast op.
„Ja", antwoordde Atherley, „ik begrijp
heel goed, dat je het een allerdwaaste
vraag vindtMaar eerst nu merk ik, hoe
zeer ik hoopte, dat Faulkner toch nog in
leven zou zijn
Henry Merritt schudde het hoofd
„Werkelijk, Atherley, er is geen reden
om dit aan te nemen."
„Neen, dat weet ik.. Het gelaat'was
toch onherkenbaar
„Ja zeker. Maar het haar, de gestalte en
de grootte waren van Spencer Faulkner. En
er is immers reden te veronderstellen,
dat '■hij in kleeding dien avond vermomd
zou zijn... 1"
„Dus, Merritt, jij houdt het er voor, dat
het wel degelijk Spencer was
„Ik twijfel er niét aan Vlei je daar niet
mee, Atherley, en laat miss Faulkner zich
daar ook niet aan vastklampen Ga liever
eens bij haar, dat zal nu het beste zijn
„Dus jij houdt het er juist voor, Merritt,
dat deze ontdekking zeer noodlottig was
voor Hawthorne
„Ja, zeer, zeer noodlottig antwoordde
Merritt, met grooten nadruk.
HOOFDSTUK XXVI.
Lord Atherley deed de deur open van het
vertrek, waar de beide jonge meisjes Kers
en Mary, bijeen waren. Ze droegen beiden
rouw. Kers stond roerloos bij het vuur en
Mary bij het venster. Toen deze het hoofd
omkeerde en zag, wie'daar op den drem-
Ten overvloede komt hierbij nog, dat de
ze drijfbakens bij eb en vloed, telkens on
derdompelen, om dan weer slechts met een
klein puntje boven water te komen.
Voor de scheepvaart beteekent dit, vol
gens bovengenoemd blad, een zeer groot
bezwaar. Het meent, dat de schipper het zal
toejuichen als dit slechts een proefneming
is, waardoor dit systeem, als ondoelmatig
gebleken, spoedig zal zijn vervangen.
VLISSINGEN, 8 FEBRUARI.
Het zilveren huwelijksfeest van het
Koninklijk echtpaar.
Ter herdenking van het zilveren huwe
lijksfeest van het Koninklijk echtpaar wap
perde heden van alle openbare gebouwen
de driekleur, terwijl ook uit vele particu
liere woningen het nationaal dundoek was
ontplooid.
In de godsdienstoefeningen in de ver
schillende kerken werd dit jubileum in de
gebeden herdacht, terwijl in de R. Kath
kerken na de Hoogmis het „Te Deum"
werd gezongen.
Bij den jeugddienst in de Nieuwe kerk
werd bij den aanvang het „Wien Neer-
landsch Bloed" gespeeld, en na afloop het
„Wilhelmus" gezongen.
In de Luthersche kerk werd de gods
dienstoefening eveneens beëindigd met het
zingen van het „Wilhelmus".
Hedenmiddag werden op het carillon van
den St. Jacobstoren vaderlandsche liederen
gespeeld.
Door een lid van het bestuur van den
VHssingschen Oranjebond, den heer S.- M.
Polak, werden aan het gemeentebestuur
twee rustbanken aangeboden ter plaatsing
in-het Bellamypark. Dit geschenk is door
de gemeente in dank aanvaard en zijn deze
banken daar reeds geplaatst geworden.
Heden is alhier binnengekomen de Let-
tische motorschoener „Laamena" van Brus
sel om een lading blikafval in te nemen
aan de electro tinfabriek.
Een stapje in de Oudheid en
Toetank-Amen.
Voor de afdeeling vpn den Ned.
Bond van leeraren en leeraressen bij
het Nijverheidsonderwijs en de cursus
voor voortgezet Nijverheidsonderwijs
hield Zaterdagavond in de Ambachts
school te Middelburg de heer H. A.
Enkelaar, leeraar aan die school een
lezing over „Een stapje in de Oudheid
en Toetank-Amen".
Spr. begon er op te wijzen, wat het
begrip „Oudheid" is. Ook de dagen
van Pompeji zijn voor ons „oudheid",
doch wat een verschil tusschen de
oudheid van Pompeji en de eerste
Egyptische Pharao Menis, d.i. onge
veer 5000 jaren geleden. Als regel wil
men dan beginnen met de oudheid,
waarvan ons veel bekend is. En dan is
het begin wel ongeveer bij Pharao,
heerscher over Egypte, nu omstreeks
5000 jaar geleden. Omstreeks dien tijd
begint de oude geschiedenis en bevin
den wij ons plotseling in een geheel
beschaafde wereld. Wat daar vóór is
geweest, kunnen wij slechts vermoe
den, daar gegevens, .geschriften of in
scripties in steen enz. ontbreken.
De belangstelling voor Egypte is
niet van vandaag of gisteren. Reeds
zijn beschrijvingen gevonden van ar-
chaeologen die 20 tot 2000 jaar voor
Christus reeds Egypte bereisden en
hun ondervindingen meedeelden. Nog
grooter is de belangstelling der dui
zenden Amerikanen, die jaarlijks
Egypte bezoeken en die het hoogte
punt wel bereikte bij de ontdekking
van het graf van Toetank-Amen, toen
als- het ware passagiersschepen vol
Amerikanen in Egypte werden ont-
pel stond, trad ze daarheen met een uit
drukking van verlichting op het gelaat.
„Weet ze het fluisterde Atherley met
een blik naar de roerlooze gestalte.
„Ja, ze weet hetMaar... lord Atherley,
ik kan er waarlijk spijt van hebben, dat
ik het op mij nam om het haar te vertellen.
Ze heeft het zoo vreemd opgevat, ik begrijp
haar in het geheel niet meer Misschien
dat het beter is, als u eens met haar
spreekt."
Dit zeggende, verliet Mary het vertrek
met een eenigszins beleedigd air.
Toen de viscount naar den haard toetrad
keerde Kers zich om. Hij had verwacht
haar.zoo opgewonden te vinden, dat zij in
tranen zou zijn, of iets dergelijks. Maar
ze was volkomen kalm en ze zag doods
bleek. Steeds meer zijde had ze om den
vinger moeten winden, dat de ring daar
toch niet afgleed Over het geheel zag ze
er zoo teer en zwak uit, of ze pas van een
er.nstig ziekbed was opgestaan. Over Vin
cent Atherley had dat geval met Geoff ze
ker ook een peilloos leed gebracht
„Je verlangde mij te spreken, liefste
vroeg hij
„Ja o, dat is zoo Ik heb Mary nog
juist gezegd, dat ik dit verlangde Wat
ben je een tijd weggebleven, of lijkt dit
maar zoo
„Het zou mij spijten, als ik je langer
had laten wachten dan noodig was. Maar
ik kon niet gauwer naar huis, zie je, want
lady Anne was ziek
„O, ja En is ze nu beter
„Ik hoop van wel Dokter Pyefinvk
heeft haar naar huis gebracht."
Hij had het handje gevat, dat slap naar
beneden hing Maar hij deed geen moeite
haar te kussen hij had haar al niet meer
gekust sinds den dag, dat hij haar van de
P'Vhat is in a name
en naam van een artikel
Kan niets, doch ook alles
zeggen. Zelden zal men
I echter rubber-artikelen
(vinden, waarbij de naam
zoo ten volle be
antwoordt aan het
doel en de strekking
als bij de Rabberhakken,
-Zolen en Tips, voor
zien van het merk
ECONOMIE.
ECONOMIE in naam
ECONOMIE in daad I
(lngez. Mededecling
scheept. En die belangstelling is ge
wettigd.
Aan de hand van lantaarnplaatjes
en vooral gekleurde platen, die door
de epidioseoop op het doek gebracht
werden, liet spreker eerst eenige pyra-
midên, sphinxen en beelden zien uit
het Oude Egyptische tijdperk. De
beelden vooral bewezen, dat ook de
kunst toen op een zeer hoog peil stond.
Daar tusschen door werden meubelen
vertoond die dan hier, dan daar in
tempels, rotsgraven of pyramiden zijn
gevonden en welke van den fijnen
smaak der Egyptenaren getuigden.
Hierna werden de voornaamste Pha-
rao's genoemd, voorafgaande aan de
regeering van Toetank-Amen. Bij de
vraag, hoe wij aan al de kennis ko
men omtrent hun zeden, leefwijze en
gewoonten, werden muurschilderingen
vertoond met de hieroglyphen, het
Egyptische figuurschrift, waarvan het
geheim voornamelijk werd ontdekt
door het vinden van den steen van
„Rosetta", waarop voorkwamen twee
Egyptische en een Grieksche beschrij
ving en waardoor het den geleerden
gelukte al de gevonden geschriften en
muurschilderingen te ontcijferen. Te
vens werd een blik gegund in het ziele-
leven van de oude Egyptenaren en
hoe o.a. de schrijver „Ani" zijn reis
maakt door de onderwereld naar de
godheid „Osiris". Even werd stilge
staan bij de Kettersche Pharao Akna-
ten, schoonvader van Toetank-Amen,
om daarna te vertellen van de opzien
barende ontdekking van het graf door
Lord Carnavon en Caster, welks weer
ga echter waarschijnlijk weer zal
overtroffen worden door de nieuwste
ontdekking van de graven van Cheops
en Snefroe.
Hierna ving de vertooning aan der
plaatjes van in de graven gevonden
voorwerpen als stoeltjes, praalbedden,
troon van Toetank Amen en de buiten
zijde van de sarcophaag, en bij het
zien van al dat sprookjesachtige is het
niet te verwonderen dat de ontdekkers
met verbazing al deze dingen hebben
aanschouwd. Ook werd nog een kijkje
gegeven bij de gebruiken en gewoon
ten der begrafenis, het in gereedheid
brengen der mummies, het treuren in
den graftempel, de begrafenis op vaar
tuigen op den Nijl, het dichten van
het graf enz. De ontdekkers hebben
daarom zooveel succes gehad van hun
vondst, omdat het graf van Toetank-
Amen het eenig nagenoeg ongeschon
den graf is geweest wat ooit ontdekt
werd nog werd getoond een plaatje
waarop een ontdekt graf, hetwelk ech
ter totaal vernield was door het be-
inhechtenisneming verteld had en zij aan
zijn voeten bezwijmd was.
Haar apathie ging nu echter op eenmaal
in groote opgewondenheid over. Ze ging
vlak voor hem staan en vroeg
„Zeg Vincent, heb je het gezien
„Het gezien
„Ja, Mary zei, dat je er bij was toe,
vertel eens even, heb je het gezien
Wat had hij haar graag veel kalmeeren
der antwoorden gegeven, maar hij durfde
niets zeggen dan de naakte waarheid 1
„Ja, ik heb 't gezien".
„Ik niet ze hadden 't al naar boven
gedragen éér ik 't wist. Ziet het er afzich
telijk uit
„Ja wél afschuwelijk 1"
„Ik heb er Mary naar gevraagd, maar
die durfde er niet over spreken Dat is
veel te „shocking", nietwaar?..." Toen
veranderde ze opeens geheel van toon en
vroeg met smeekenden nadruk „Zeg...
Vincent, is 't Spen wel
„Maar liefste 1" riep hij onwillekeurig.
Diezelfde vraag had hij immers aan Merritt
gesteld
„Is 't Spen wel drong zij weer, met
pijnlijken nadruk. ..Ik dacht, dat hij niet
dood zou wezen, zie je Ik dacht, dat hij
veilig en wel uit het water zou zijn geko
men, zooals Geoff zei. Is 't Spen wel
Dezen laatsten keer had ze de vraag
eigenlijk meer tot zichzelve gesproken ze
hield dan ook het hoofd van hem afgewend
en staarde het venster uit, dat het droef
geestig uitzicht bood van kale boomen en
een loodgrijzen hemel er boven
(Wordt vervolgd.)