PD marteld ior Jeuk ZATERDAG 6 FEBRUARI ■erste Blad „MAIL SHOES" zijn niet te vervangen Mwteitw Qscfie Maatschappij ut Stoomvaart i fmeéntebestuur FEUILLETON DE VONDELINGE Brieven uit de Hofstad SWEETING er! I ris J. C. PAAP, dag 17 Februari lij middags te een Uur ife „Dorpzicht" te st Souburg, in het i baar Verkoopen luis met Schuurt Erf en Tuin, St- en West Soubun t Ritilremschen straatweg I groot 3 Aren 77 c f aarding en lasten var r l9266Be,a.ing :htiging daags vóór der, van 10 - 12 en 2-5 vervolgens des namid- 5 2 uur, ten huizf 'er L. BOSSCHAARr |e ruburg, den inspan,a]s. |ing bruin Merrie p'aj,j t 1 jaar, 2 Geiten, 2 vette 1, 10 Kippen, landbouw ■reedsctiappen, Ladders Ikrr op Veeren, 2 Krui- Handbiok, Egge,- Kort- I Windmolen, Hooi en jerst, Kookfornuis, enz. is eenig Huisraad, bret- de biljetten omschreven, ezichtigen op den ver- van 10-12 en 1-2 nu, tingen ten kantore van PAAP te Vlissingen. Jb niet ophouden met krat In. Gij wordt door jeuk Ti, dat gij luBt gevoelt ide huid van Uw vleesch Jl. Maar uitkomst is ■druppels van het vloeibare 1 tegen huidziekte, D.D D. R, hebben een verrassend» ■ng. Jeuk en prikkeling zijn y tooverslag verdwenen ea krijgt de lijder weer ru6t. M- f. 0.75 en f. 3.60. D.D.b. zeepi mie apoth. en drog. ELDGEBREK. groote Spekbokking |eslist niet zout, voor een kwarlje, NOORDSTRAAT IHunr en Verbnur, Koop en Verkoop edingen en Dienstaanvragen, eoz. ooruitbetaling, van 1-5 regels f elke regel meer 15 een! EN SLAAPKAMER gelegenheid. Direct te a... Brieven letter E.W., Bureau Iche Courant". In- gevraagd .te Vlissingen |N- of BOVENWONING, I 4 a 5 gulden per week. Inder no. 10, aan Boekh. PEIJL, Souburg. rRAKKEN, Villapark 143, fWEEDE MEISJE- pen tusschen 7 en 8 uur I dubbel HEERENHUIS, 9 groote en kleine kamers fcn met grooten tuin, opper- I 1450 M8, gelegen Singel lagen Lampsensstraat lb- 1UM en LUCIFERALBUM 1 angeboden. Kanaalstraat 66 (boven). IRSTELNAAISTER J aan. |Walstraat 28 (boven) gevraagd dulbbe! WOONHUIS Irek der stad. Brieven met 7 letters fijj.N., Bureau„yiis- -ourant". of te koop gevraagd een I WINKELHUIS euwe stad. letter B..Bureau „Vlissing- mt." |n - Middelb.-Rotferdam chengelegen plaatsen VAN PASSAGffift' (DEREN EN VEE. r, nu. i. w ebruari T. 15. UI. T.5. 11 8 8 9 8 gil 8 12 8 ssingen wordt Woensdag fag 's morgens ten 12 nuf Elburg gevaren. rmatiën ter bekomea aN.V. Transport- en L h. Erven G. VOS, Teltf j Ig: B. EENHOORN, TeÜ v. OOSTERHOUT, Tel.#* I Gebrs. BUITENHEK, TellOJ I 4926 S1NGSCHE COURANT M nummer bestaat uit 2 bladen t HERDENKING ZILVEREN HUWELIJKSFEEST VAN HET KONINKLIJK ECHTPAAR. De Burgemeester van Vlissingen noodigt du ingezetenen uit om van hunne ingeno menheid met de herdenking van het zilve ren huwelijksfeest van het Koninklijk echt paar op Maandag 8 Februari a.s. blijk te geve door het uitsteken van vlaggen. Vlissingen, 6 Februari 1926 De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. GEMEENTELIJKE WONINGBEURS. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen vestigen nogmaals de aandacht op de door den raad dezer gemeente in zijn vergadering van 30 December 1921, onder no. 22, vastgestelde verordening tot rege ling der verplichte aangifte inzake huur en verhuur, benevens koop en verkoop van woningen aan de gemeentelijke Woning- beurs, welke verordening bij beschikking van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 13 Ja nuari 1922 is goedgekeurd onder no. 258, 3e Afdeeling. Artikel 1. Hij, die een woning, hetzij in aanbouw, hetzij voltooid, te huur heeft, alsmede iede re eigenaar, die een onbewoonde woning te koop aanbiedt, is verplicht binnen 3 maal 24 uren, nadat de woning of een gedeelte daarvan te huur of te koop gekomen is, aangifte te doen bij de gemeentelijke wo- ningbeurs. De in het eerste lid gestelde verplichting geldt voor ieder, die, hetzij voor zichzelf, hetzij in eenige hoedanigheid een woning of een gedeelte daarvan op eenigerlei wijze schriftelijk of mondeling verhuurt of ver koopt. Artikel 2. Een woning of gedeelte daarvan wordt geacht te huur of te koop te zijn gekomen, wanneer aan die woning een kennisgeving rs aangebracht.dat zij of een gedeelte daar van hetzij te huur of te koop is, hetzij bij een woningbureau als te huur of te koop is ingeschreven, hetzij door middel van een advertentie of op eenige andere wijze als te huur of te koop zijnde bekend is ge maakt Artikel 3. Hij, die een woning of gedeelte daarvan, hetzij in aanbouw, hetzij voltooid, verhuurd ef verkocht heeft, is verplicht binnen 3 maal 24 uren na totstandkoming der huur overeenkomst of koopovereenkomst hiervan aan de gemeentelijke woningbeurs kennis te geven. Artikel 4. Elke te huur of te koop gekomen woning ©f gedeelte daarvan blijft bij de gemeente lijke woningbeurs ingeschreven, totdat in den zin van artikel 3 is kennis gegeven, dat de woning verhuurd of verkocht is. Heeft de inschrijving een jaar geduurd, dan is de aangifte, bedoeld in artikel 1, eer ste lid, opnieuw en binnen den daar gestel den termijn verplicht. Artikel 5. Bestuurders zijn aansprakelijk indien de overtreding der voorafgaande bepalingen geschiedt door een rechtspersoon. Deze verordening treedt in werking op 1 Februari 1922. Strafbepaling, artikel 43 der Woningwet „Hij, die niet of niet behoorlijk voldoet aan een der verplichtingen, in artikel 11 of krachtens dat artikel bij plaatselijke veror dening of bij besluit van Gedep. Staten op gelegd, of de opgaven niet verstrekt, die van hem gevraagd worden ter zake van een woningtelling, wordt gestraft met een geld boete van ten hoogste vijf en twintig gul den". Naar het Engelsch. (Nadruk verboden) 361 1 Ze trok nu haar handje terug en zei, naar hem opkijkende „Je bent erg, erg goed voor mii, Vincent „Hoe zou dit nu ook anders kunnen, liefste?" „Jawel. Maar je -begrijpt mij, zie je!... Lady Faulkner wil ook zoo graag goed voor mij zijn, maar ze is voortduremd in tranen en kijkt zelf zoo ongelukkig Mary weet niet anders, dan haar hoofd te schud den, maar kan geen enkel woord van troost verzinnen... Ik geloof, hoe ze den ken dat hij 't toch deed O ja., in hun hart zijn je. daar zeker van overtuigd Wat geven ze ook eigenlijk om hem Maar, o ik zou willen sterven om hem te redden... „Lieveling spreek toch niet zóó Wie weet, hoe gauw de toestand verkeert. Dat die afschuwelijke beschuldiging wordt opgeheven „Dat is immers een onmogelijkheid als die afschuwelijke man een eed doet op .hetgeen hij getuigt, dat geschiedde En Vincent, dat is nog niet hef ergste Maar ik zelf, ik moet hem ook helpen veroor- deelen, want ik weet, dat zij overhoop la- ,gen ik heb ze gezien en gehoord ik was er bij en niemand anders Zoo zal ik, met mijn getuigenis nog de hoofdaanleiding geven tot zijn veroordeeling Op die wijze zal ik hem dus vergelden ad, wat hij voor mij gedaan heeft „Maar, lie.fste het z,al nooit zoo ver komen, dat jij hoeft te getuigen. Er zal wel iets aan 't licht worden gebracht, waar- De Gemeentelijke Woningbeurs is ge vestigd ten gemeentehuize (2e verdieping) en geopend op werkdagen van 912.30 urn en van 25uur, -behalve 's Zaterdags namiddags. Vlissingen, 30 Januari 1926. Burg. en Weth. voornoemd VAN WOEiLDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. HET JUBILé. De vlag in top Vivat hoezee Ter eer van 't Zilver jubilé Van onze Koningin. Laat wapp'ren de Oranjevlag, Het is; een feest_ en vreugdedag Voor onze Landsvorstin. 't Is morgen vijf-en-twintig jaar, Dat het doorluchte Vorstenpaar Zich aan elkaar verbond. Toen vreugde heerschte wijd en zijd, Toen heel het volk zich heeft verblijd, Alom, op Neêrlandsch grond. Ze deelde, zooals ieder weet, Steeds met'Haar volk in lief en leed, Van dat zij werd gekroond. Ze heeft dat hij den watersnood, Waar zij persoonlijk bijstand bood, Weer duidelijk getoond. We zagen Haar, toen in deez' stad De visschersramp had plaats gehad, De huizen binnentreên En aan de weduw en het kroost Deelnemend, moed en hulp en troost Verspreiden om zich heen. We bieden onzen heilwensch aan, Dat Hare verd're levensbaan Gezegend moge zijn. Dat Zij met echtgenoot en kind En met Haar moeder, die Haar mint, Moog' vieren dit festijn. Dat Zij nog jaren blijv' gespaard, Voor rampspoed en voor leed bewaard, Vereend door huwiijksband. Dat wij nog jaren, één van zin Ons scharen rond de Koningin, Wij, 't volk van Nederland X. T elejoon-radio. Het zwembad. We krijgen dus .nu het nieuwste snufje, radio-muziek per telefoon, leder die is aangesloten op het gemeentelijk telefoon net kan men voor 'n enkelen gulden 's jaars een installatie in huur krijgen, die hij op zijn telefoon-toestel kan inschakelen, waar door hij in de gelegenheid komt 's avonds van de radiomuziek te genieten, die de di recteur van de gemeente-telefoon heeft uit gekozen. Voor de functie van directeur zal dus muzikale kennis een vereischte worden. Wij kunnen niet zeggen dat wij in felle geestdrift zijn voor het nieuwe snufje. Tot nu toe kan de radio ons nog maar zeer weinig bekoren en wij hebben alles tezamen aan nog meer mnziek in Den Haag geen behoefte. Over het algemeen worden wij in onze huizen al veel te veel achtervolgd met mu ziek. Het aantal piano- en viool-bespelers en bespeëlsters mitsgaders het getal kwee lende dames en heeren is reeds angstwek kend groot. Toen is er gekomen de gra- mafoon die speciaal bij open raam schijnt te moeten concerteeren en ten slotte de vheeselijkste aller uitvindingen, de pianola. Deze machinale muziek heeft geen grenzen meer van mogelijkheid men kan ze zoo lang laten draaien als men wil, want moe van het spelen wordt niemand meer. De pianola schijnt altijd in galop-marsch be speeld te moeten wérden wij hebben al thans nog nooit anders gehoord dan dat zoo'n instrument met krankzinnige vaart werd afgedraaid. En nu dan de radio. Tot .nu toe kwam daarvoor nog eenige moeite te pas een antenne, een goed toestel enz. waren noo dig, maar de telefoon-radio maakt dat alles overbodig. Men zet den schakelaar maar aan en de muziek stroomt er uit gelijk het water uit de gemeentelijke waterleiding, waarvoor men ook slechts de kraan heeft om te draaien. In een twintigduizend huizen bestaat nu de kans op radio-muziek en zelfs is het mogelijk een aansluiting te krijgen ook al heeft men geen telefoon. Als straks de zomer er weer is en alle ramen 's avonds openstaan, zal het een getoeter en gekerm worden Neen, het nieuwe gemeentelijke muziek- bedrijf kan ons maar weinig bekoren. Misschien was er nog wel een bedrijf te vinden waarvoor de gemeente beter ge schikt was dan dit. En die arme directeur van de telefoon haalt zich heel wat op den hals met zijn censuur op de te leveren muziek. Wij voorzien al dat bij de behan deling der gemeente-begrooting het een of ander raadslid een lange rede zal houden over de keuze der programma's. In die muziek zal spoedig de politiek gaan mee spreken en dan wordt het pas heel mooi. De één zal te veel moderne muziek te slik ken gekregen hebben en de ander blijkt van het klassieke genoeg te hebben. Wij wachten al de eerste motie, aldus aanvangende de gemeenteraad, gehoord de radio-muziek per gemeentelijke telefoon enz. En verder van oordeel dat minder klassieke en meer moderne nummers ten be,ste gegeven dienen te worden, of om gekeerd, gaat over tot de onmuzikale orde van den dag. We hebben al zoo dikwijls theologische disputen gehad, nu komen de muzikale aan de beurt. Nu, wij nemen geen abonnement op de gemeentelijke radio en we kunnen slechts hopen dat onze buren hef ook niet doen. Als we dan per sé ons aan muziek te buiten willen gaan, dan gaan wij in vredesnaam maar naar het een of ander concert, waar voor wel' een invitatie-kaartje (dat twee kwartjes kostis te krijgen. In eik geval zit je er warm en spaar je thuis het licht uit Hoewel het jaargetijde .er niet naar is om over een bad in de open lucht te pra ten alleen de gedachte er aan doet een mensch al bibberen is het toch wel in teressant eenige opmerkingen te maken over de resultaten van het bekende groote Zuiderbad dat in den laatsten zomer is geopend. Het aantal baden dat er geno men is, bedraagt bijna 115 duizend, een inderdaad zeer aanzienlijk getal. Het ge middelde per dag heeft 1200 bedragen. Natuurlijk loopt het aantal per dag zeer uitéén en de in\ oed van de weersgesteld heid is zeer belangrijk. Op 22 Juli bijv. werd het hoogste cijfer geboekt, nl. 3625. Zes dagen later bedroeg dit slechts 201. Wanneer plotseling de zomersche tempe ratuur valt springt het getal baders op schrikbarende wijze omlaag. September is een tegenvaller geweest. Terwijl deze maand dikwijls juist verrukkelijk kan zijn voor de zwemmers, waren de 13 dagen dat het bad in die maand open was zoo slecht dat gemiddeld niet meer dan 50 liefhebbers opkwamen, waarbij er zelfs één dag was dat er niemand kwam. Door deze invloeden blijft het bad .na tuurlijk een zeer wisselvallig bedrijf, maar in totaal is het ongetwijfeld een zegen geweest voor zeer velen. Het eenige wat er ontbreekt zijn korte toegangswegen, die hier dringend noodig zijn, omdat het bad nogal buiten de thans bebouwde kom ligt. Vreemd toch dat het gemeentebestuur daaraan niet voldoende aandacht schenkt. Het behoeven geen breede rijwegen te zijn integendeel een smal fietspad is voldoende. Aan rijwielbewaringsloon werd niet minder dan 2300 gulden ontvan gen, hetgeen wel bewijst hoe ontzaglijk veel baders per fiets komen. Naast het bad zijn nu de sport-velden gereed gekomen en in den aanstaanden zomer zal daardoor de trék naar het Zui derpark nog .aanzienlijk toenemen. In de bad-inrichting, geheel vrij daarvan en dus ook toegankelijk voor wandelaars, is een aardig cafétje, zoodat ieder die er de wan deling voor over heeft, er een oogen blik kan uitrusten. We mogen zwemliefhebbers, die Den Haag tn den aanstaanden zomer bezoeken, er nog wel eens met nadruk op wijzen, dat zij toch heusch eens een be zoek aan deze moderne inrichting moeten brengen en eens genieten van het onge kend ruime bad. In het komende jaar zullen weer eenige verbeteringen zijn aangebracht, zoodat het bad steeds meer het volmaakte zal naderen. De groote moeilijkheid der ex ploitatie zit in de enorme wisselvalligheid bij het bezoek, waarop ten slote geen. or ganisatie is te maken. Aan het personeel worden den éénen dag de uiterste eiscben van inspanning gesteld en den volgenden dag kan het weer rentenieren. Geen enkel ongeluk is in het vorige jaar voorgekomen en het is dus gebleken dat de organisatie goed is. Het is overigens een zwaar werk om daar altijd voor te waken, omdat een groot deel van de zwemmers en baders uit opgeschoten jongens bestaat, die niet door buitenge- wone voorzichtigheid en gehoorzaamheid uitmunten. Het is al een heele toer om er eenige orde onder te houden. Het toezicht is echter voldoende gebleken en met een gerust hart kan ieder zich in dit bad be geven. Voor de hygiëne van onze stad is het stellig een zeer belangrijke aanwinst geweest. EIBER. door E. J. MICHIELSEN. Een onverbeterlijke po'lymist was Turk, de hofhond van baas Dorsselaer. De eerste stralen der lentezon hadden zijn bloed verhit en hem het erf afge dreven, smachtend van hartstocht en onze rakker keerde niet huiswaarts, voor de tijd van minnekoozen vooral met de fiuweelzwarte Mirza, pracht exemplaar van 't Groenendaalsch ras, voorbij was. Nu smaakte ze in de stovende Julimaand de moederweelde. Turk bekommerde er zich niet om, nam het luchtig op met den vaderlijken plicht. Duchtte Mirza gevaar voor de vijf kleinen met hun grappige, vochtige snuitjes Verborg ze daarom angst vallig haar geluk achter den eenzamen hooirook in de afgegraasde weide Vergeefs, de koeherder Bert stapte naar de donkere vlek, zich scherp af- teekenend tegen het geurende hooi en werd met een snauw ontvangen. „Ha, nijdigaard 1" grijslachte hij valsch, schoof bedaard naar het achterhuis, trok de deur open en riep „Baas, de hond heeft vijf jongen, vier bonte en een zwart. Ze liggen in de wei." Pachter Verdiest vermeide zich juist in de aangename bezigheid een sap pige kluif van de heerlijkheid te ont- blooten en den weg van alle vleesch te laten bewandelen, likte bedaard de vettige vingers af, streek vervolgens over het hoogroode gelaat en ant woordde koeltjes„Versmacht ze in de sloot." Het doodvonnis was uitgesproken, met de voltrekking zou niet gedraald worden. Maar wat was dat Bert vond er vier, tuurde in 't rond, wroette in het hooi, stond voor een raadsel. Door zijn bekrompen brein flitste een gedachte. Hij gromde „Zeker het (Alleenverkoop PLOUVILK.) (door hij vrij taunt „Denk je dat?... Zou Spencer's lijk nog boven water komen en zou dat Geoffrey helpen Geloof je dat Spencer dood is? O, ik weet niet hef kan zoo op eenmaal over mij komen, dat hij nog in leven zou zijn!..." „Neen, liefste dat geloof ik nooit, want waar zou hij dan zijn Waarom zou hij niet terugkomen?" HOOFDSTUK XXV. Waar was Spencer Faulkner Als bij leefde, waarom kwam hij dan niet te rug... Dit vroegen allen zich af, die zich in (het geval verdiepten en ook allen, zon der onderscheid, meenden dat er toch wel wat aan zou zijn van de getuigenis van den korenhandelaar Jntusschen was er al een week verloopen sinds den bewusten avond en nog altijd was hij niet terug herhaaldelijk had men nog gedregd, 'steeds te vergeefs!... Maar op den achtsten dag «verspreidde zich op eenmaal het gerucht, dat de dreg nu toch met vruchteloos was gebruiktPrecies on der den dam was bet lijk van Spencer op- gevischtzeker had hef zoo lang vast gezeten tusschen de waterplanten en struiken. Het water en de ratten hadden het teere gelaat geweldig gehavend. De stof van het pak was grofheel anders, dan de erfge naam van 'sir Jerry placht te dragen Dit op zichzelf gaf dus aanleiding tot tal van praatjes Spencer Faulkner zou wel zijn reden hebben gehad 'Ach aldus te ver mommen Een bode te paard was naar Broadlands gestjiurd, en even later kwam een rijtuig met viscount Atherley en mr. Merritt er in, die het lijk naar het huis voerden. De nieuwsgierige schare was langzamerhand uiteen gegaan en zoo stonden er nu nog slechts vier personen op de algemeene weide lord Atherley, dokter Pyefinck, mr. Merritt en lady Anne Powys. Zoodra op het Nest de tijding van het resultaat van het dreggen bekend was geworden, had haar ladyschap zich daar heen begeven en im leunde zij op den krachtigen arm van haar vriend Pyefinck. Alles bij elkaar genomen -was die span ning van de week, die achter haar lag, toch te veel voor haar geweest, en ze zag er zóó bleek en teer uit, dat lord Atherley ziChzelven op eenmaal in de rede vie* in hetgeen hij bezig was te zeggen en riep ,,Maar u is ziek, lady Anne!... Mag ik u „Neen, neen, mylord 1" antwoordde de dokter. „Haar ladyschap is op het oogen- blrk niet in een toestand om naar huis te wandelen Lady Anne, u moet onverwijld wat rust nemen. Sta mij toe u naar Box- grove te geleiden. Dat goede schepsel, miss Bunker, zal u wel gauw weer op uw ver haal helpen komen „Een onwaardeerbare vrouw, lord Ather ley, waarlijk, in alle deelen niet genoeg te prijzen Wees zoo goed en geef haar lady schap aam den anderen kant een arm. En dan Hieriieen door den boomgaard is een korter weg dan vóór, door 't hek." Ze gingen dus door het gat in den roo tten muur. Mr. Merritt ging heen, en dus wandelde het drietal voetje voor voetje verder, want lady Anne tan niet meer. Toen ze 'bij de zijdeur waren, wenkte de dokter 'den viscount om ze open te doen, en met zijn 'sterken arm zette hij lady Anne toen in den makkelijken zieken-' stoel bij het vuur. Er was niemand te zien, maar van uit de melkerij, die openstond, kwam een snikkend geluid. Lord Atherley keek den dokter aan met vragenden blik en die begreep heel goed van wie dit me lancholiek snikken afkomstig was Niet lang duurde het dan ook, of ze hoorden op sussenden toon „Zoo zwart moet je nu niet kijken, Bunky We zijn in ieder geval verplicht ons te houden of wij niet den minsten twijfel koesteren aan den goeden afloop Dat zijn wij verplicht aan jongeheer Geoff, zie je En jij bent altijd zoo flink ge weest, houd je dan nu ook taai Het groote leed, dat over Boxgrove was gekomen, had althans verzoenend geweikt oj) deze „heterogene elementen" en, ter wijl Philadelphia in ieder geval het den heer Nicodemus Dawkes ten zeerste kwa lijk genomen zou hebben, dat hij zoo on eerbiedig sprak van „Bunky", deed het haar nu misschien goed (Althans ze droogde de oogen af met haar schort en begaf zich naar de keuken, waar ze nu, tot haar niet geringe verba zing, het drietal zag. Op een wenk van den dokter, bewees ze al weer diens loftuitin gen verdiend te hebben, want binnen en kele minuten was lady Anne bij, nam zich zelve haar zwakheid zélfs erg kwalijk en wilde de wandeling naar huis ondernemen. De dokter had echter al iemand naar het Nest gestuurd om het rijtuigje vandaar te laten komen. „Kan ik u met het een of ander nog van dienst zijn, dokter vroeg de viscount. „Neen, zeker nietGeen enkele reden, dat u zich verder hier zoudt ophouden ik zal zelf lady Anne aan de zorgen van haar kamenier overgeven." „Zullen we u naderhand nog op Broad lands zien, dokter Pyefinck „Acht u dit noodig „Zij kan immers uw hulp behoeven De ontdekking zal een vreeseüjke schok voor haar zijn geweest Duidelijker hoefde Atherley niet te spre ken, de dokter begreep heel goed, wie hij met dit „zij" bedoelde, en beloofde dat hij (lngez. Mededeeling.) meurken weggestoken, hé 't Zal wel terugkomen. Eerst dit zaakje in orde brengen." Mirza wilde hem naar de keel vlie gen, ontving als loon voor opofferende moederliefde een geduchten schop met den groven klomp, de vier verdwenen in een zak en een lichte borreling van 't water verried de plaats, waar de levensdraad der stumpers was afge sneden. Ongevoelig voor 't leed der ge folterde moeder, die erbarmelijk jan kend zich naar het oude plaatsje had teruggetrokken, hervatte de ruwe gast den arbeid, keek zelfs in 't eerst niet op. Met langzame schreden kwam een paartje over den belommerenden weg aangewandeld. Hij was een slanke luitenantmannelijke, veerkrachtige gestalte, toonbeeld van gezondheid. Zij een tenger vrouwtje met teringblosjes op de doorschijnende wangen. De eer ste oogopslag verried, dat de „onver biddelijke" zijn merkteeken op dit broze wezen had gezet, alleen de wil om te leven voor hem deed haar wan hopig worstelen tegen inzinking deze naderde onafwendbaar snel. Gesproten uit kringen, waarin het echtelijk geluk maar al te dikwijls ge- evenredigd wordt geacht aan de zwaarte van den geldzak, had men ge tracht de stem des harten te verstik ken, doch zij volgde deze inspraak. Dan, spoedig was de lieve bloem ver welkt en naarmate de schaduwen des doods zich verlengden. „Kijk toch eens Rudolf?" sprak ze en wees met den vinger naar den hooiopper, terwijl een glimlach over het marmerbleeke gelaat speelde „Bestaat er iets heerlijker dan de moe derliefde bij mensch en dier Haastig kwam Bert aangesneld, hij had gehoord en begrepen. „Daar heb ik je nou, zwarte rak ker", klonk het triomfantelijk, „je weg kruipen heeft niets gebaat". „Wat ben je van plan met dat arme beetje vroeg de dame. „Verzuipen natuurlijk, 't zijn alle maal basterds en ik zal het de anderen laten volgen, 't is zoo gebeurd", gaf hij norsch tot bescheid en wees met uitgestrekten vinger naar het dreigen de water. „Dat mag niet, is onmenschelijk wreed. Toe Rudolf, belet het, koop het voor mij verzocht de jonge vrouw smeekend. Zij kon geen ellende aan schouwen, temeer nog wijl haar fijn besnaard gemoed door hopelooze smarten verteerd werd. Haar wensch was een gebod voor hem. Baas Verdiest grinnikte, liet de blanke zilverstukken in de vereelte nog op Broacflands zou aankomen. Toen lord Atherley in den hall trad, werd hij -hier gevolgd door Philadelphia, waarschijnlijk met de bedoeling, hem uit te laten, maar toch had ze nog iets anders op het hart. Terwijl ze de deur dus zoo half openhield, trad ze met de schuchtere vraag te voorschijn „Neem mii niet kwalijk, uw lordschap., maar misschien wil u wel zoo goed zijn, mij elven te vertellen U is gisteren toch daar ginds geweest Met dit „idaar ginds" bedoelde zij Leigh- ton en de viscount begreep dit zeer goed. „Zeker", antwoordde hij onmiddellijk. „Ik heb gisteren mr. Hawthorne gespro ken..." „En hoe zag hij er uit Nog net zoo als anders „Hij ziet er heel goed uit en was de omstandigheden in aanmerking genomen vrij opgewekt. Het blijft natuurlijk een heel ding voor iemand, die zoo'n druk beweeglijk leven heeft, om zich nu opge sloten te voelen „Maar hij topt toch niet, uw lordschap „Zeker niet. Gelijk wij allen, begrijpt hij zeer goed, dat hier geen reden voor is, daar de besohutfdiging immers toch zal worden ingetrokken." De viscount deed zijn best, deze woor den met zeer veel nadruk uit te spreken ofschoon zijn overtuiging toch sinds die noodlottige ontdekking ook wel wat aan 't wankelen was geraakt en hij er, om die reden als een berg tegen kon opzien, Kers onder de oogen te komen. „Houdt u het er werkelijk zoo voor, sir?" vroeg Philadelphia bedenkelijk. „Ongetwijfeld." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1