PD
marteld
ior Jeuk
ZATERDAG 6 FEBRUARI
■erste Blad
„MAIL SHOES" zijn niet te vervangen
Mwteitw
Qscfie Maatschappij ut
Stoomvaart
i fmeéntebestuur
FEUILLETON
DE VONDELINGE
Brieven uit de Hofstad
SWEETING
er! I
ris J. C. PAAP,
dag 17 Februari lij
middags te een Uur
ife „Dorpzicht" te
st Souburg, in het i
baar Verkoopen
luis met Schuurt
Erf en Tuin,
St- en West Soubun
t Ritilremschen straatweg
I groot 3 Aren 77 c f
aarding en lasten var
r l9266Be,a.ing
:htiging daags vóór der,
van 10 - 12 en 2-5
vervolgens des namid-
5 2 uur, ten huizf
'er L. BOSSCHAARr |e
ruburg, den inspan,a]s.
|ing bruin Merrie p'aj,j t
1 jaar, 2 Geiten, 2 vette
1, 10 Kippen, landbouw
■reedsctiappen, Ladders
Ikrr op Veeren, 2 Krui-
Handbiok, Egge,- Kort-
I Windmolen, Hooi en
jerst, Kookfornuis, enz.
is eenig Huisraad, bret-
de biljetten omschreven,
ezichtigen op den ver-
van 10-12 en 1-2 nu,
tingen ten kantore van
PAAP te Vlissingen.
Jb niet ophouden met krat
In. Gij wordt door jeuk
Ti, dat gij luBt gevoelt
ide huid van Uw vleesch
Jl. Maar uitkomst is
■druppels van het vloeibare
1 tegen huidziekte, D.D D.
R, hebben een verrassend»
■ng. Jeuk en prikkeling zijn
y tooverslag verdwenen ea
krijgt de lijder weer ru6t.
M- f. 0.75 en f. 3.60. D.D.b. zeepi
mie apoth. en drog.
ELDGEBREK.
groote Spekbokking
|eslist niet zout,
voor een kwarlje,
NOORDSTRAAT
IHunr en Verbnur, Koop en Verkoop
edingen en Dienstaanvragen, eoz.
ooruitbetaling, van 1-5 regels f
elke regel meer 15 een!
EN SLAAPKAMER
gelegenheid. Direct te a...
Brieven letter E.W., Bureau
Iche Courant".
In- gevraagd .te Vlissingen
|N- of BOVENWONING,
I 4 a 5 gulden per week.
Inder no. 10, aan Boekh.
PEIJL, Souburg.
rRAKKEN, Villapark 143,
fWEEDE MEISJE-
pen tusschen 7 en 8 uur I
dubbel
HEERENHUIS,
9 groote en kleine kamers
fcn met grooten tuin, opper-
I 1450 M8, gelegen Singel
lagen Lampsensstraat lb-
1UM en LUCIFERALBUM 1
angeboden.
Kanaalstraat 66 (boven).
IRSTELNAAISTER
J aan.
|Walstraat 28 (boven)
gevraagd dulbbe!
WOONHUIS
Irek der stad. Brieven met
7 letters fijj.N., Bureau„yiis-
-ourant".
of te koop gevraagd een I
WINKELHUIS
euwe stad.
letter B..Bureau „Vlissing-
mt."
|n - Middelb.-Rotferdam
chengelegen plaatsen
VAN PASSAGffift'
(DEREN EN VEE.
r, nu.
i. w
ebruari
T. 15. UI.
T.5. 11
8
8
9
8
gil
8
12
8
ssingen wordt Woensdag
fag 's morgens ten 12 nuf
Elburg gevaren.
rmatiën ter bekomea
aN.V. Transport- en L
h. Erven G. VOS, Teltf j
Ig: B. EENHOORN, TeÜ
v. OOSTERHOUT, Tel.#* I
Gebrs. BUITENHEK, TellOJ I
4926
S1NGSCHE COURANT
M nummer bestaat uit 2 bladen
t
HERDENKING
ZILVEREN HUWELIJKSFEEST VAN HET
KONINKLIJK ECHTPAAR.
De Burgemeester van Vlissingen noodigt
du ingezetenen uit om van hunne ingeno
menheid met de herdenking van het zilve
ren huwelijksfeest van het Koninklijk echt
paar op Maandag 8 Februari a.s. blijk te
geve door het uitsteken van vlaggen.
Vlissingen, 6 Februari 1926
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
GEMEENTELIJKE WONINGBEURS.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen vestigen nogmaals de aandacht op
de door den raad dezer gemeente in zijn
vergadering van 30 December 1921, onder
no. 22, vastgestelde verordening tot rege
ling der verplichte aangifte inzake huur en
verhuur, benevens koop en verkoop van
woningen aan de gemeentelijke Woning-
beurs, welke verordening bij beschikking
van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 13 Ja
nuari 1922 is goedgekeurd onder no. 258,
3e Afdeeling.
Artikel 1.
Hij, die een woning, hetzij in aanbouw,
hetzij voltooid, te huur heeft, alsmede iede
re eigenaar, die een onbewoonde woning te
koop aanbiedt, is verplicht binnen 3 maal
24 uren, nadat de woning of een gedeelte
daarvan te huur of te koop gekomen is,
aangifte te doen bij de gemeentelijke wo-
ningbeurs.
De in het eerste lid gestelde verplichting
geldt voor ieder, die, hetzij voor zichzelf,
hetzij in eenige hoedanigheid een woning of
een gedeelte daarvan op eenigerlei wijze
schriftelijk of mondeling verhuurt of ver
koopt.
Artikel 2.
Een woning of gedeelte daarvan wordt
geacht te huur of te koop te zijn gekomen,
wanneer aan die woning een kennisgeving
rs aangebracht.dat zij of een gedeelte daar
van hetzij te huur of te koop is, hetzij bij
een woningbureau als te huur of te koop
is ingeschreven, hetzij door middel van een
advertentie of op eenige andere wijze als
te huur of te koop zijnde bekend is ge
maakt
Artikel 3.
Hij, die een woning of gedeelte daarvan,
hetzij in aanbouw, hetzij voltooid, verhuurd
ef verkocht heeft, is verplicht binnen 3
maal 24 uren na totstandkoming der huur
overeenkomst of koopovereenkomst hiervan
aan de gemeentelijke woningbeurs kennis
te geven.
Artikel 4.
Elke te huur of te koop gekomen woning
©f gedeelte daarvan blijft bij de gemeente
lijke woningbeurs ingeschreven, totdat in
den zin van artikel 3 is kennis gegeven, dat
de woning verhuurd of verkocht is.
Heeft de inschrijving een jaar geduurd,
dan is de aangifte, bedoeld in artikel 1, eer
ste lid, opnieuw en binnen den daar gestel
den termijn verplicht.
Artikel 5.
Bestuurders zijn aansprakelijk indien de
overtreding der voorafgaande bepalingen
geschiedt door een rechtspersoon.
Deze verordening treedt in werking op
1 Februari 1922.
Strafbepaling, artikel 43 der Woningwet
„Hij, die niet of niet behoorlijk voldoet aan
een der verplichtingen, in artikel 11 of
krachtens dat artikel bij plaatselijke veror
dening of bij besluit van Gedep. Staten op
gelegd, of de opgaven niet verstrekt, die
van hem gevraagd worden ter zake van een
woningtelling, wordt gestraft met een geld
boete van ten hoogste vijf en twintig gul
den".
Naar het Engelsch.
(Nadruk verboden)
361 1
Ze trok nu haar handje terug en zei,
naar hem opkijkende „Je bent erg, erg
goed voor mii, Vincent
„Hoe zou dit nu ook anders kunnen,
liefste?"
„Jawel. Maar je -begrijpt mij, zie je!...
Lady Faulkner wil ook zoo graag goed
voor mij zijn, maar ze is voortduremd in
tranen en kijkt zelf zoo ongelukkig Mary
weet niet anders, dan haar hoofd te schud
den, maar kan geen enkel woord van
troost verzinnen... Ik geloof, hoe ze den
ken dat hij 't toch deed O ja., in hun
hart zijn je. daar zeker van overtuigd
Wat geven ze ook eigenlijk om hem
Maar, o ik zou willen sterven om hem te
redden...
„Lieveling spreek toch niet zóó
Wie weet, hoe gauw de toestand verkeert.
Dat die afschuwelijke beschuldiging wordt
opgeheven
„Dat is immers een onmogelijkheid als
die afschuwelijke man een eed doet op
.hetgeen hij getuigt, dat geschiedde En
Vincent, dat is nog niet hef ergste Maar
ik zelf, ik moet hem ook helpen veroor-
deelen, want ik weet, dat zij overhoop la-
,gen ik heb ze gezien en gehoord ik was
er bij en niemand anders Zoo zal ik,
met mijn getuigenis nog de hoofdaanleiding
geven tot zijn veroordeeling Op die
wijze zal ik hem dus vergelden ad, wat hij
voor mij gedaan heeft
„Maar, lie.fste het z,al nooit zoo ver
komen, dat jij hoeft te getuigen. Er zal wel
iets aan 't licht worden gebracht, waar-
De Gemeentelijke Woningbeurs is ge
vestigd ten gemeentehuize (2e verdieping)
en geopend op werkdagen van 912.30 urn
en van 25uur, -behalve 's Zaterdags
namiddags.
Vlissingen, 30 Januari 1926.
Burg. en Weth. voornoemd
VAN WOEiLDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
HET JUBILé.
De vlag in top Vivat hoezee
Ter eer van 't Zilver jubilé
Van onze Koningin.
Laat wapp'ren de Oranjevlag,
Het is; een feest_ en vreugdedag
Voor onze Landsvorstin.
't Is morgen vijf-en-twintig jaar,
Dat het doorluchte Vorstenpaar
Zich aan elkaar verbond.
Toen vreugde heerschte wijd en zijd,
Toen heel het volk zich heeft verblijd,
Alom, op Neêrlandsch grond.
Ze deelde, zooals ieder weet,
Steeds met'Haar volk in lief en leed,
Van dat zij werd gekroond.
Ze heeft dat hij den watersnood,
Waar zij persoonlijk bijstand bood,
Weer duidelijk getoond.
We zagen Haar, toen in deez' stad
De visschersramp had plaats gehad,
De huizen binnentreên
En aan de weduw en het kroost
Deelnemend, moed en hulp en troost
Verspreiden om zich heen.
We bieden onzen heilwensch aan,
Dat Hare verd're levensbaan
Gezegend moge zijn.
Dat Zij met echtgenoot en kind
En met Haar moeder, die Haar mint,
Moog' vieren dit festijn.
Dat Zij nog jaren blijv' gespaard,
Voor rampspoed en voor leed bewaard,
Vereend door huwiijksband.
Dat wij nog jaren, één van zin
Ons scharen rond de Koningin,
Wij, 't volk van Nederland
X.
T elejoon-radio.
Het zwembad.
We krijgen dus .nu het nieuwste snufje,
radio-muziek per telefoon, leder die is
aangesloten op het gemeentelijk telefoon
net kan men voor 'n enkelen gulden 's jaars
een installatie in huur krijgen, die hij op
zijn telefoon-toestel kan inschakelen, waar
door hij in de gelegenheid komt 's avonds
van de radiomuziek te genieten, die de di
recteur van de gemeente-telefoon heeft uit
gekozen. Voor de functie van directeur zal
dus muzikale kennis een vereischte worden.
Wij kunnen niet zeggen dat wij in felle
geestdrift zijn voor het nieuwe snufje. Tot
nu toe kan de radio ons nog maar zeer
weinig bekoren en wij hebben alles tezamen
aan nog meer mnziek in Den Haag geen
behoefte.
Over het algemeen worden wij in onze
huizen al veel te veel achtervolgd met mu
ziek. Het aantal piano- en viool-bespelers
en bespeëlsters mitsgaders het getal kwee
lende dames en heeren is reeds angstwek
kend groot. Toen is er gekomen de gra-
mafoon die speciaal bij open raam schijnt
te moeten concerteeren en ten slotte de
vheeselijkste aller uitvindingen, de pianola.
Deze machinale muziek heeft geen grenzen
meer van mogelijkheid men kan ze zoo
lang laten draaien als men wil, want moe
van het spelen wordt niemand meer. De
pianola schijnt altijd in galop-marsch be
speeld te moeten wérden wij hebben al
thans nog nooit anders gehoord dan dat
zoo'n instrument met krankzinnige vaart
werd afgedraaid.
En nu dan de radio. Tot .nu toe kwam
daarvoor nog eenige moeite te pas een
antenne, een goed toestel enz. waren noo
dig, maar de telefoon-radio maakt dat alles
overbodig. Men zet den schakelaar maar
aan en de muziek stroomt er uit gelijk het
water uit de gemeentelijke waterleiding,
waarvoor men ook slechts de kraan heeft
om te draaien.
In een twintigduizend huizen bestaat nu
de kans op radio-muziek en zelfs is het
mogelijk een aansluiting te krijgen ook al
heeft men geen telefoon. Als straks de
zomer er weer is en alle ramen 's avonds
openstaan, zal het een getoeter en gekerm
worden
Neen, het nieuwe gemeentelijke muziek-
bedrijf kan ons maar weinig bekoren.
Misschien was er nog wel een bedrijf te
vinden waarvoor de gemeente beter ge
schikt was dan dit. En die arme directeur
van de telefoon haalt zich heel wat op den
hals met zijn censuur op de te leveren
muziek. Wij voorzien al dat bij de behan
deling der gemeente-begrooting het een of
ander raadslid een lange rede zal houden
over de keuze der programma's. In die
muziek zal spoedig de politiek gaan mee
spreken en dan wordt het pas heel mooi.
De één zal te veel moderne muziek te slik
ken gekregen hebben en de ander blijkt van
het klassieke genoeg te hebben.
Wij wachten al de eerste motie, aldus
aanvangende de gemeenteraad, gehoord
de radio-muziek per gemeentelijke telefoon
enz. En verder van oordeel dat minder
klassieke en meer moderne nummers ten
be,ste gegeven dienen te worden, of om
gekeerd, gaat over tot de onmuzikale orde
van den dag.
We hebben al zoo dikwijls theologische
disputen gehad, nu komen de muzikale
aan de beurt.
Nu, wij nemen geen abonnement op de
gemeentelijke radio en we kunnen slechts
hopen dat onze buren hef ook niet doen.
Als we dan per sé ons aan muziek te buiten
willen gaan, dan gaan wij in vredesnaam
maar naar het een of ander concert, waar
voor wel' een invitatie-kaartje (dat twee
kwartjes kostis te krijgen. In eik geval
zit je er warm en spaar je thuis het licht
uit
Hoewel het jaargetijde .er niet naar is
om over een bad in de open lucht te pra
ten alleen de gedachte er aan doet een
mensch al bibberen is het toch wel in
teressant eenige opmerkingen te maken
over de resultaten van het bekende groote
Zuiderbad dat in den laatsten zomer is
geopend. Het aantal baden dat er geno
men is, bedraagt bijna 115 duizend, een
inderdaad zeer aanzienlijk getal. Het ge
middelde per dag heeft 1200 bedragen.
Natuurlijk loopt het aantal per dag zeer
uitéén en de in\ oed van de weersgesteld
heid is zeer belangrijk. Op 22 Juli bijv.
werd het hoogste cijfer geboekt, nl. 3625.
Zes dagen later bedroeg dit slechts 201.
Wanneer plotseling de zomersche tempe
ratuur valt springt het getal baders op
schrikbarende wijze omlaag. September is
een tegenvaller geweest. Terwijl deze
maand dikwijls juist verrukkelijk kan zijn
voor de zwemmers, waren de 13 dagen dat
het bad in die maand open was zoo slecht
dat gemiddeld niet meer dan 50 liefhebbers
opkwamen, waarbij er zelfs één dag was
dat er niemand kwam.
Door deze invloeden blijft het bad .na
tuurlijk een zeer wisselvallig bedrijf, maar
in totaal is het ongetwijfeld een zegen
geweest voor zeer velen. Het eenige wat
er ontbreekt zijn korte toegangswegen, die
hier dringend noodig zijn, omdat het bad
nogal buiten de thans bebouwde kom
ligt. Vreemd toch dat het gemeentebestuur
daaraan niet voldoende aandacht schenkt.
Het behoeven geen breede rijwegen te
zijn integendeel een smal fietspad is
voldoende. Aan rijwielbewaringsloon
werd niet minder dan 2300 gulden ontvan
gen, hetgeen wel bewijst hoe ontzaglijk
veel baders per fiets komen.
Naast het bad zijn nu de sport-velden
gereed gekomen en in den aanstaanden
zomer zal daardoor de trék naar het Zui
derpark nog .aanzienlijk toenemen. In de
bad-inrichting, geheel vrij daarvan en dus
ook toegankelijk voor wandelaars, is een
aardig cafétje, zoodat ieder die er de wan
deling voor over heeft, er een oogen blik
kan uitrusten. We mogen zwemliefhebbers,
die Den Haag tn den aanstaanden zomer
bezoeken, er nog wel eens met nadruk op
wijzen, dat zij toch heusch eens een be
zoek aan deze moderne inrichting moeten
brengen en eens genieten van het onge
kend ruime bad.
In het komende jaar zullen weer eenige
verbeteringen zijn aangebracht, zoodat
het bad steeds meer het volmaakte zal
naderen. De groote moeilijkheid der ex
ploitatie zit in de enorme wisselvalligheid
bij het bezoek, waarop ten slote geen. or
ganisatie is te maken. Aan het personeel
worden den éénen dag de uiterste eiscben
van inspanning gesteld en den volgenden
dag kan het weer rentenieren.
Geen enkel ongeluk is in het vorige jaar
voorgekomen en het is dus gebleken dat
de organisatie goed is. Het is overigens
een zwaar werk om daar altijd voor te
waken, omdat een groot deel van de
zwemmers en baders uit opgeschoten
jongens bestaat, die niet door buitenge-
wone voorzichtigheid en gehoorzaamheid
uitmunten. Het is al een heele toer om er
eenige orde onder te houden. Het toezicht
is echter voldoende gebleken en met een
gerust hart kan ieder zich in dit bad be
geven. Voor de hygiëne van onze stad is
het stellig een zeer belangrijke aanwinst
geweest. EIBER.
door
E. J. MICHIELSEN.
Een onverbeterlijke po'lymist was
Turk, de hofhond van baas Dorsselaer.
De eerste stralen der lentezon hadden
zijn bloed verhit en hem het erf afge
dreven, smachtend van hartstocht en
onze rakker keerde niet huiswaarts,
voor de tijd van minnekoozen vooral
met de fiuweelzwarte Mirza, pracht
exemplaar van 't Groenendaalsch ras,
voorbij was. Nu smaakte ze in de
stovende Julimaand de moederweelde.
Turk bekommerde er zich niet om,
nam het luchtig op met den vaderlijken
plicht. Duchtte Mirza gevaar voor de vijf
kleinen met hun grappige, vochtige
snuitjes Verborg ze daarom angst
vallig haar geluk achter den eenzamen
hooirook in de afgegraasde weide
Vergeefs, de koeherder Bert stapte
naar de donkere vlek, zich scherp af-
teekenend tegen het geurende hooi en
werd met een snauw ontvangen. „Ha,
nijdigaard 1" grijslachte hij valsch,
schoof bedaard naar het achterhuis,
trok de deur open en riep „Baas, de
hond heeft vijf jongen, vier bonte en
een zwart. Ze liggen in de wei."
Pachter Verdiest vermeide zich juist
in de aangename bezigheid een sap
pige kluif van de heerlijkheid te ont-
blooten en den weg van alle vleesch te
laten bewandelen, likte bedaard de
vettige vingers af, streek vervolgens
over het hoogroode gelaat en ant
woordde koeltjes„Versmacht ze in
de sloot."
Het doodvonnis was uitgesproken,
met de voltrekking zou niet gedraald
worden. Maar wat was dat Bert
vond er vier, tuurde in 't rond, wroette
in het hooi, stond voor een raadsel.
Door zijn bekrompen brein flitste
een gedachte. Hij gromde „Zeker het
(Alleenverkoop PLOUVILK.)
(door hij vrij taunt
„Denk je dat?... Zou Spencer's lijk nog
boven water komen en zou dat Geoffrey
helpen Geloof je dat Spencer dood is?
O, ik weet niet hef kan zoo op eenmaal
over mij komen, dat hij nog in leven zou
zijn!..."
„Neen, liefste dat geloof ik nooit, want
waar zou hij dan zijn Waarom zou hij
niet terugkomen?"
HOOFDSTUK XXV.
Waar was Spencer Faulkner Als
bij leefde, waarom kwam hij dan niet te
rug... Dit vroegen allen zich af, die zich
in (het geval verdiepten en ook allen, zon
der onderscheid, meenden dat er toch wel
wat aan zou zijn van de getuigenis van
den korenhandelaar
Jntusschen was er al een week verloopen
sinds den bewusten avond en nog altijd
was hij niet terug herhaaldelijk had men
nog gedregd, 'steeds te vergeefs!... Maar
op den achtsten dag «verspreidde zich op
eenmaal het gerucht, dat de dreg nu toch
met vruchteloos was gebruiktPrecies on
der den dam was bet lijk van Spencer op-
gevischtzeker had hef zoo lang vast
gezeten tusschen de waterplanten en
struiken.
Het water en de ratten hadden het teere
gelaat geweldig gehavend. De stof van het
pak was grofheel anders, dan de erfge
naam van 'sir Jerry placht te dragen Dit
op zichzelf gaf dus aanleiding tot tal van
praatjes Spencer Faulkner zou wel zijn
reden hebben gehad 'Ach aldus te ver
mommen
Een bode te paard was naar Broadlands
gestjiurd, en even later kwam een rijtuig
met viscount Atherley en mr. Merritt er in,
die het lijk naar het huis voerden. De
nieuwsgierige schare was langzamerhand
uiteen gegaan en zoo stonden er nu nog
slechts vier personen op de algemeene
weide lord Atherley, dokter Pyefinck, mr.
Merritt en lady Anne Powys.
Zoodra op het Nest de tijding van het
resultaat van het dreggen bekend was
geworden, had haar ladyschap zich daar
heen begeven en im leunde zij op den
krachtigen arm van haar vriend Pyefinck.
Alles bij elkaar genomen -was die span
ning van de week, die achter haar lag,
toch te veel voor haar geweest, en ze zag
er zóó bleek en teer uit, dat lord Atherley
ziChzelven op eenmaal in de rede vie* in
hetgeen hij bezig was te zeggen en riep
,,Maar u is ziek, lady Anne!... Mag
ik u
„Neen, neen, mylord 1" antwoordde de
dokter. „Haar ladyschap is op het oogen-
blrk niet in een toestand om naar huis te
wandelen Lady Anne, u moet onverwijld
wat rust nemen. Sta mij toe u naar Box-
grove te geleiden. Dat goede schepsel, miss
Bunker, zal u wel gauw weer op uw ver
haal helpen komen
„Een onwaardeerbare vrouw, lord Ather
ley, waarlijk, in alle deelen niet genoeg te
prijzen Wees zoo goed en geef haar lady
schap aam den anderen kant een arm. En
dan Hieriieen door den boomgaard is een
korter weg dan vóór, door 't hek."
Ze gingen dus door het gat in den roo
tten muur. Mr. Merritt ging heen, en dus
wandelde het drietal voetje voor voetje
verder, want lady Anne tan niet meer.
Toen ze 'bij de zijdeur waren, wenkte
de dokter 'den viscount om ze open te
doen, en met zijn 'sterken arm zette hij
lady Anne toen in den makkelijken zieken-'
stoel bij het vuur. Er was niemand te zien,
maar van uit de melkerij, die openstond,
kwam een snikkend geluid. Lord Atherley
keek den dokter aan met vragenden blik
en die begreep heel goed van wie dit me
lancholiek snikken afkomstig was
Niet lang duurde het dan ook, of ze
hoorden op sussenden toon
„Zoo zwart moet je nu niet kijken,
Bunky We zijn in ieder geval verplicht
ons te houden of wij niet den minsten
twijfel koesteren aan den goeden afloop
Dat zijn wij verplicht aan jongeheer Geoff,
zie je En jij bent altijd zoo flink ge
weest, houd je dan nu ook taai
Het groote leed, dat over Boxgrove was
gekomen, had althans verzoenend geweikt
oj) deze „heterogene elementen" en, ter
wijl Philadelphia in ieder geval het den
heer Nicodemus Dawkes ten zeerste kwa
lijk genomen zou hebben, dat hij zoo on
eerbiedig sprak van „Bunky", deed het
haar nu misschien goed
(Althans ze droogde de oogen af met
haar schort en begaf zich naar de keuken,
waar ze nu, tot haar niet geringe verba
zing, het drietal zag. Op een wenk van den
dokter, bewees ze al weer diens loftuitin
gen verdiend te hebben, want binnen en
kele minuten was lady Anne bij, nam zich
zelve haar zwakheid zélfs erg kwalijk en
wilde de wandeling naar huis ondernemen.
De dokter had echter al iemand naar het
Nest gestuurd om het rijtuigje vandaar te
laten komen.
„Kan ik u met het een of ander nog van
dienst zijn, dokter vroeg de viscount.
„Neen, zeker nietGeen enkele reden,
dat u zich verder hier zoudt ophouden ik
zal zelf lady Anne aan de zorgen van haar
kamenier overgeven."
„Zullen we u naderhand nog op Broad
lands zien, dokter Pyefinck
„Acht u dit noodig
„Zij kan immers uw hulp behoeven De
ontdekking zal een vreeseüjke schok voor
haar zijn geweest
Duidelijker hoefde Atherley niet te spre
ken, de dokter begreep heel goed, wie hij
met dit „zij" bedoelde, en beloofde dat hij
(lngez. Mededeeling.)
meurken weggestoken, hé 't Zal wel
terugkomen. Eerst dit zaakje in orde
brengen."
Mirza wilde hem naar de keel vlie
gen, ontving als loon voor opofferende
moederliefde een geduchten schop met
den groven klomp, de vier verdwenen
in een zak en een lichte borreling van
't water verried de plaats, waar de
levensdraad der stumpers was afge
sneden. Ongevoelig voor 't leed der ge
folterde moeder, die erbarmelijk jan
kend zich naar het oude plaatsje had
teruggetrokken, hervatte de ruwe gast
den arbeid, keek zelfs in 't eerst
niet op.
Met langzame schreden kwam een
paartje over den belommerenden weg
aangewandeld. Hij was een slanke
luitenantmannelijke, veerkrachtige
gestalte, toonbeeld van gezondheid. Zij
een tenger vrouwtje met teringblosjes
op de doorschijnende wangen. De eer
ste oogopslag verried, dat de „onver
biddelijke" zijn merkteeken op dit
broze wezen had gezet, alleen de wil
om te leven voor hem deed haar wan
hopig worstelen tegen inzinking deze
naderde onafwendbaar snel.
Gesproten uit kringen, waarin het
echtelijk geluk maar al te dikwijls ge-
evenredigd wordt geacht aan de
zwaarte van den geldzak, had men ge
tracht de stem des harten te verstik
ken, doch zij volgde deze inspraak.
Dan, spoedig was de lieve bloem ver
welkt en naarmate de schaduwen des
doods zich verlengden.
„Kijk toch eens Rudolf?" sprak ze
en wees met den vinger naar den
hooiopper, terwijl een glimlach over
het marmerbleeke gelaat speelde
„Bestaat er iets heerlijker dan de moe
derliefde bij mensch en dier
Haastig kwam Bert aangesneld, hij
had gehoord en begrepen.
„Daar heb ik je nou, zwarte rak
ker", klonk het triomfantelijk, „je weg
kruipen heeft niets gebaat".
„Wat ben je van plan met dat arme
beetje vroeg de dame.
„Verzuipen natuurlijk, 't zijn alle
maal basterds en ik zal het de anderen
laten volgen, 't is zoo gebeurd", gaf
hij norsch tot bescheid en wees met
uitgestrekten vinger naar het dreigen
de water.
„Dat mag niet, is onmenschelijk
wreed. Toe Rudolf, belet het, koop het
voor mij verzocht de jonge vrouw
smeekend. Zij kon geen ellende aan
schouwen, temeer nog wijl haar fijn
besnaard gemoed door hopelooze
smarten verteerd werd.
Haar wensch was een gebod voor
hem. Baas Verdiest grinnikte, liet de
blanke zilverstukken in de vereelte
nog op Broacflands zou aankomen.
Toen lord Atherley in den hall trad,
werd hij -hier gevolgd door Philadelphia,
waarschijnlijk met de bedoeling, hem uit
te laten, maar toch had ze nog iets anders
op het hart. Terwijl ze de deur dus zoo
half openhield, trad ze met de schuchtere
vraag te voorschijn
„Neem mii niet kwalijk, uw lordschap.,
maar misschien wil u wel zoo goed zijn,
mij elven te vertellen U is gisteren toch
daar ginds geweest
Met dit „idaar ginds" bedoelde zij Leigh-
ton en de viscount begreep dit zeer goed.
„Zeker", antwoordde hij onmiddellijk.
„Ik heb gisteren mr. Hawthorne gespro
ken..."
„En hoe zag hij er uit Nog net zoo als
anders
„Hij ziet er heel goed uit en was de
omstandigheden in aanmerking genomen
vrij opgewekt. Het blijft natuurlijk een
heel ding voor iemand, die zoo'n druk
beweeglijk leven heeft, om zich nu opge
sloten te voelen
„Maar hij topt toch niet, uw lordschap
„Zeker niet. Gelijk wij allen, begrijpt hij
zeer goed, dat hier geen reden voor is,
daar de besohutfdiging immers toch zal
worden ingetrokken."
De viscount deed zijn best, deze woor
den met zeer veel nadruk uit te spreken
ofschoon zijn overtuiging toch sinds die
noodlottige ontdekking ook wel wat aan 't
wankelen was geraakt en hij er, om die
reden als een berg tegen kon opzien, Kers
onder de oogen te komen.
„Houdt u het er werkelijk zoo voor,
sir?" vroeg Philadelphia bedenkelijk.
„Ongetwijfeld."
(Wordt vervolgd.)