DINSDAG 19 JANUARI
PLOUVIER alleen verkoopt de „Mailshoe"
No. IS!
64e Jaargang;
1926
BINNENLAND
FEUILLETON
|DË VONDELINGE
Stads= en Provincienieuws
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEML'NTS-PRIJS
/oor Vlissingtn en gemeenten op_ Wal-
.h.'en f 2.20 per drie maanden, hranco
j- or het geheele rijk 2.50. Week-abod-
ncinenten V cent, alies bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 een*.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 1-4 regels: MO voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
cial» oriizen Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie;
enigen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 1—5 regels ƒ0.75, elke
tegel meer 15 cent.
Familieberichten van 1—6 regels J1.7U,
federe regel meer 26 cent.
De Rijksmiddelen.
Dc opbrengst der rijksmiddelen over de
maand December bedroeg 39.245.036 te
genover 32.444.172 in dezelfde maand
van 1924. In het geheele jaar 1925 werd
ontvangen 464.076.700 tegenover een be
drag van 437.226.380 in 1924.
De inkomsten ten bate van het leenmg-
ionds bedroegen in 1925 103.684.555 te
genover 103.742.240 in 1924.
Opbrengst P» T. en T.
De opbrengst van het Staatsbedrijf van
de posterijen, de telegrafie en telefonie
heeft over December 1925 bedragen pos
terijen 4.952.847 telegrafie f 472.369
telefonie 1.027.960,
De opbrengst in 1925 was posterijen
f 49.894.977 (in 1924 50.288.137) tele
grafie 6.360.824 (idem 6.782.082) te
lefonie 19.326.023 (idem f 19.268.574).
Een watersnoodbelasting.
In de „Haagsche Post" wordt de wen-
schelijkheid betoogd van het in het leven
roepen van een watersnoodbelasting. De
ramp door de voor dezen tijd van het jaar
abnormale stijging der groote rivieren te
weeggebracht zal, aldus schrijft genoemd
blad, voorziening eischen in een omvang,
die vermoedelijk door de meesten onzer
wordt onderschat. Het is stellig prijzens
waardig dat onmiddellijk een opwekking
werd gericht tot allen om bij te dragen in
het lenigen van den nood. Maar zelfs al
wordt door offervaardigheid een som van
eenige millioenen bijeengebracht, wat een
geweldige prestatie zou zijn zoo kort na
het Olympiade-millioen en „Borculo", dan
nog is het stellig boven twijfel verheven,
dat een zoodanig bedrag geheel ontoerei
kend zal zijn om datgene te verschaffen
wat qoodig is. Immers, het moet thans
voor goed uit zijn met het tot nog toe ge
bruikelijke systeem wait and see. Gezien
hebben wij nu, dat om den zóóveel tijd
een overstroomingsramp nu hier, dan el
ders ons deel wordt en het heeft derhalve
geen zin, nadat de gehavende waterkeerin-
gen weer op peil zijn gebracht, kalm af te
wachten tot opnieuw de waterwolf ons
bespringt. Thans is de tijd gekomen om
eens en voor altijd de voorziening tegen
overstroomingen als de jongste zóó te
maken, dat menschelijkerwijs gesproker,
het gevaar daarvoor mag worden geacht te
zijn geweke'n. Tot het onmogelijke is nie
mand gehouden, doch zooveel i.s wel reeds
gebleken, dat bif tal van polderbesturen de
eischen aan bouw en onderhoud der dijken
gesteld, nog zeer ver van het onmogelijke
zijn verwijderd. Hun dient thans te worden
medegedeeld In zuiver interne aangele
genheden kunt ge souverein blijven, doch
bij uw dijkensysteem zijn zóóveel belangen
betrokken, ook buiten uw omdijkt gebied,
dat verbetering en onderhoud daarvan bij
den Staat moet berusten.
Het blad pleit voor het uitgeven van een
gedwongen rentelooze watèrsnoodleening
van zeg 100 millioen, pro rato op te leggen
aan hen, die in de vermogensbelasting zijn
aaneslagen. Een deelneming van 1 der
vermogens zou dan voldoende zijn De
storting wordt op een bepaalden datum
gesteld met dien verstande, dat bevoegd-
I Naar het Engelsch.
(Nadruk verboden)
24)
„Stil toch drong Kers.
Ijlings trok ze haar hand terug, want de
oeur ging open en liet niemand meer-of
minder door, dan de „groote kleine lady"
Viscount Atherley boog, mompelde een
enkele beleefdheidsphrase en verliet het
vertrek.
Lady Anne zag er nog eens zoo nietig uit
met die groote fluweelen muts op en den
oikken bontmantel om. Verbaasd keek ze
eerst den bleeken jongen man na en wierp
toen een blik op hef blozende meisje.
„Wel?" vroeg ze. „Wat beteekent dit
alles, kind
„ik ben blij, dat u gekomen is, lady
Anne We dachten al, dat u niet den moed
zoudt hebben door dit weer heen te gaan
l ady Faulkner zal zoo dadelijk hier zijn, ze
is even naar haar kamer. Mag ik u helpen
met uw mantel uitdoen
„Maar antwoord mij nu allereerst eens
Wat beduidde het tooneeltje, waarin ik jc
daar overviel Wat had Atherley je wel
verteld, dat je er zoo geagiteerd uitzag
Hadden jullie gekibbeld
„Neen...
Schuldig liet Kers het goudblond hoofdje
hangen.
„Heeft hij je misschien een aanzoek
gedaan
„Ik kon 't niet helpen, lady Anne!...
heusch, 't Was mijn schuld niet 1"
n.. -een' natuur'ijk niet kind Maar praat
nfet zoo dwaas Kom liever eens kalm
«ast mij zitten, juist zoo en vertel me dan
fine eens wa* duidelijker lord Atherley is
men aanzo<* te voorschijn geko-
heid wordt verleend, die over termijnen te
verdeelen. Tegen deze regeling is te min
der bezwaar, omdat het volle bedrag
sleclhts geleidelijk behoeft te worden aan
gewend." Van de leening wordt elk jaar
2 uitgeloot. Blijkt de leening te hoog
genomen, dan kan het niet vereischte voor
extra-deJmng worden gebezigd. Al deze
gelden komen in een Watersnoodfonds, dat,
onder afdoende controle, eerst de tegen
woordige slachtoffers naar billijkheid scha
deloos stelt. En wat overblijft moet vol
doende zijn voor de grondige verbetering
der dijken.
In de eerste plaats dienen de gelden
\oor de jaarüjksche aflossing te worden
opgebracht door hen die rechtstreeks be
lang hebben bij de aan te brengen verbe
teringen. Onpartijdige deskundigen zullen
moeten uitmaken hoeveel meer polderlas-
ten de eigenaren van onroerende goederen
redelijkerwijze kunnen dragen en zij zullen
dit behooren op te brengen. Valt, als. ge
volg van de verbeterde toestanden, waar
devermeerdering te constateeren, dan zal
ook deze op een of andere wijze aan het
Watersnoodfonds dienen ten goede te ko
men. Eerst wanneer elk der door de nieu
we regeling bevoordeelden zijn in gelds
waarde omgezet aandeel in den vooruit
gang heeft betaald, zal ter volmaking van
het benoodigde aflossingsbedrag een be
roep mogen worden gedaan op de alge-
meene kas en dit bedrag onder de gewone
uitgaven op de staatSbegrooting worden
gebracht.
Het motorschip „P. C. Hooft".
Naar de directie van de stoomvaart
maatschappij „Nederland" mededeelt, zal
door den brand in het laatst van Decem
ber aan boord van het te Saint-Nazaire in
aanbouw zijnde motorschip „P. C. Hooft",
dit schip zijn oorspronkelijk vastgestelde
afvaart op 25 Mei niet kunnen waarnemen.
Of de afvaart op 31 Augustus kan plaats
hebben, is niet met zekerheid te zeggen.
In plaats van de „P. C. Hooft" zal het
stoomschip „Prinses Jufiana" de afvaart op
25 Mei van Amsterdam vervullen, en zal op
8 juni het stoomschip „Vondel" de vaar-
beurt van de „Juliana" waarnemen.
Voor de thuisreis van Priok wordt op 14
Juli dus de „Juiiana" en op 28 Juli de
„Vondel" bestemd.
Langzame afwikkeling van zaken.
Hoe vlug men in Den Haag soms kan
werken blijkt wel uit het feit, dat een pen
sioen op 30 December 1924 aan den Pen
sioenraad aangevraagd, eerst op 15 Januari
1926 betaalbaar werd gesteld.
De bevolking der groote steden.
Up 1 Januari telde Amsterdam 717.000
inwoners Rotterdam 550.000 's-Graven-
hage 396.000 Utrecht 153.000 Groningen
98.000 Haarlem 81.000 Arnhem 76.000
Nijmegen 74.000 Leiden 68.000 Tilburg
66.000 Eindhoven 63.000.
Gas en electriciteit te Rotterdam.
In 1925 werd te Rotterdam geproduceerd
66.613.500 M3. gas tegen 67.835.630 M3. in
1924.
Er werden geproduceerd 116.335.000
K.W.U. electriciieit tegen 102.859.000 in
1924.
Uit deze cijfers blijkt dus dat terwijl het
gasverbruik met 1 222.130 M3. verminder
de, het gebruik van electriciteit met
13.476.000 K.W.U. vermeerderde.
VLFSSINGEN, 19 JANUARI.
Een literaire Nuts-avond.
De voorzitter van het Nut, de heer C. A.
van Woelderen, heette de aanwezigen, le
den der vereeniging van Vrijzinnig Her
vormden, vaji de Loge en van het Depar
tement hartelijk welkom en niet in de
laatste plaats den spreker, wien hij, wijzend
op de niet geheel gevulde zaal van „de
Oude Vriendschap", meddeelde, dat, door
een lezing in de Zeevaartschool en door
een der laatste repetities der zangvereeni-
ging, de toehoorders niet zoo talrijk waren.
De spreker van dezen avond, ds. A. E. F.
Junod van 's-Gravenhage, begon zijn rede
met een geestigen terugslag op dit wel
komstwoord. Hij zou 50 voor Hef nemen,
zijn toehoorders daarom niet minder de
volle maat geven, dan zouden aan het eind
van den avond misschien allen tevreden
zijn. En we gelooven, dat de aanwezigen
niet te klagen hebben gehad, want door
zijn schitterende voordracht heeft hij ons
geboeid, zoodat de paar uurtjes, die hij ons
bezig hield, om zijn gevlogen. Spr. zou ons
bekend of degenen die het boek reeds
kenden, nader bekend willen maken met
een der merkwaardige boeken van den
laatsten tijd, dat niet direct tot de populaire
lectuur behoort, want... het behandelt de
historie en nog wel die der menschheid.
En de tijden der historische romans zijn
voorbij, de tijden van Walter Scott, Jacob
van Lennep, mevr. Bo-sboom Toussaint en
Oltmans. Als alle^is ook de lectuur aan
mode onderhevig, wat spr. niet gaarne zou
bestrijden om verschillende redenen, niet
het minst, omdat er toch altijd een voor
keur zal moeten blijven, wijl onze
geest toch niet alles kan verwerken. Nu
schetst spr. de manieren, waarop <fTe be
schrijving van menschen, volken, rassen en
de menschheid kan geschieden bloote na
men, feiten, jaartallen karakters naar vo
ren brengen, als typeerende figuren, waar
voor men niet alleen helden, maar ook
groote dichters en denkers kan nemen
geen namen noemen, doch de economische
geschiedenis behandelen, waardoor men
den samenhang der voJJaspn, de groote be
wegingen der menschtfeid tot zijn recht
kan laten komen, waardoor men kan aan-
toonen, dat de meest geschikte wijze tot
opbloei is het betrachten van onderling
overleg. De heer dr. P. H. van Moerkerken
heeft in een reeks van boeken, die hij ge
titeld heeftDe gedachte der tijden, het
omvangrijke werk ondernomen om iets te
beschrijven van het wel en wee, het strij
den en lijden der menschheid, waarvoor hij
een groep menschen in den loop der tijden
heeft laten worstelen in eenige tafereelen,
waardoor het geheel als het ware een film
wordt met gapingen, die hij door geniale
vindingrijkheid heeft overbrugd. Hij, de
vakman niet i» den schoolschen zin
de vakgeleerde, die brandt van menschen-
liefde, dichterlijkheid en humanitair gevoel,
die zijn gevoeligheid van hart door zijn
pen heeft weten "weer te geven, heeft ons
een werk gegeven, dat ons zou kunnen
doen denekn aan de staties van den lijdens
weg, de 14 afbeeldingen van het lijden van
den Man van Smarten. Af en toe zijn die
beschrijvingen zoo ontroerend, dat ze den
lezer de vraag op de lippen dringen wat
is toch de bestemming der menschen op
deze aarde Maar niet troosteloos, niet
hopeloos is deze lectuur, want de schrijver
geeft ten slotte hoop, goede verwachting,
zekerheid tot oplossing in een zuiver slot,
dat een harmonisch accoord geeft. De uit
eindelijke overwinning zal wel duur, maar
niet te duur gekocht worden aan alleruit-
nemendste schoonheid, kracht en wijsheid.
In dit licht zal dit boek, waarin de schrijver
telkens het motief„opgaande zon, die de
oerwereld beschijnt, stijgende tot middag
hoogte, langzaam dalend om ten slotte te
verdwijnen, moment, waardoor de oer-
mensch steeds in tragische spanning ver
keert, maar dan ook als bron van licht,
kracht en leven terugkeerend", herhaalt,
we zeggen in dit licht zal dit boek moeten
worden gelezen en herlezen. Dit motief
herhaalt zich tot het tijdstip is aangebro
ken wat de geloovige mensch „de dag der
dagen noemr'. Hoe heeft de schrijver dit
nu in elkaar gezeteenvoudig door het
systeem van contrasten, tegenstellingen in
karakter, begaafdheid, aanleg, lotsbestem
ming, zoo heeft hij alles gegroepeerd om
een 7-tal personen van verschillend type,
7 zonen van Tiamat, de moeder der
menschheid en in die groepen beeldt hij de
tegenstrijdige krachten uit eigenbelang,
heb- en heerschzucht, uitbuiting en verdel
ging, waartegenover hij plaatst verdelging,
grijpen naar de vrijheid, naar de verzoenen
de liefde. Het geheele boek kon de heer
Junod naturulijk niet voorlezen, hij kon die
heele worsteling van Habhabalgo en "zijn
brute broeders Rabel, Momper (met lang
gerekte laatste lettergreep) en Jur met de
drie „zwakkere" Pijnaar, Dari en Thaumar
niet weergeven, die verblindende contras
ten van groep tot groep, die tot schade en
schande telkens herhaalde, maar nooit ver
hoorde wensch „kinderen dezelfde moeder
verzoent u met elkaar" niet in zijn geheel
voordragen en deed daarom eenige grepen.
Eerst gaf spr. »de schildering der geboorte
van het „edele" viertal, zooals de wereld
het gekend heeft de hebzucht, de rebelsch
oorlogvoerende, de door bijgeloof mislei
dende geestelijke, de jurist, het steHetje
van vier geweldenaars, van brutalen, die,
zooals het spreekwoord zegt „de h^lve
wereld" hebben, en daarna de zwoegers
de menschen, die niet rijk worden en de
droomers en de ziener, die niet tot rijk
worden in staat zijn. Vervolgens werd het
tafereel der arbeidsverdeeling voorgelezen,
waarna het tafereel werd voorgelezen van
den opstand der slaven onder Spartacus,
Thaumar, Pijnaar en Dari. De opkomst der
Christelijke religie met haar martelaars en
martelaressen, waaronder ook moeder
Tiamar. De kruistochten, die aan de on-
vrijen de vrijheid brachten, werd gevolgd
door een tafereel, waarin Habhabalgo reli-
quien verkochthet schitterend tafereei
der Bastille werd voorgedragen de arbei
dersbeweging, ontstaan door de uitbuiting
werd geschilderd en tot slot werd gelezen
het aangrijpende laatste deel van „de dag
der dagen".
De heer Van Woelderen dankte den
spreker voor zijn schitterende voordracht,
die er wel toe zal leiden, dat velen zich
zullen gedrongen gevoelen het werk aan
te schatten.
Voor den watersnood.
Ingekomen bij den Penningmeester van
het Comité
Vorige opgave3023.11
Nader ingekomen gift
Van een meisje
T otaai
Reeds door ons verantwoord
R. W
1.-
3024.11
f 174.G0
2.
Totaal f 176.60
Gemengde Zangvereeniging.
De groote repetitie van „die Schöp-
fung" door de „Gemengde Zangvereeni
ging" op Maandag 25 Januari in het Con
certgebouw, vangt niet om acht uur aan.
doch om half acht.
Een liefdadigheids-voorstelling.
Het bestuur van de Revue- en Cabaret
club „Kunst naar Kracht", propagandaclub
voor het Marine Sanatoriumfonds, verzoekt
ons het volgende mede te deelen Nadat
door bovengenoemd bestuur hierover met
den burgemeester, tevens voorzitter van het
watersnoodcomité hier ter stede, was ge
sproken, is besloten, ten bate der slacht
offers van den watersnood een liefdadig
heids-voorstelling te geven.
Vrijdag 22 Januari zal in de groote zaai
van „de Oude Vriendschap" van den heer
Van Dijke, opgevoerd worden de bekende
revue ,,'t Komt in Orde", in twee bedrijven,
door den heer de Ruijter.
Voor dit doel wordt de zaal gratis afge
staan.
Ongez. Mededeeling.)
„Ja..."
„Nu, het verwondert mij, dat hij dit al
niet eerder deed 1 En weet sir Jerry daar
van Heeft Atherley eerst mét hem ge
sproken
„Dat weet ik niet, Lady Anne. Hij heeft
er niets van gezegd."
„Nu, dat komt er ook niets op aan!..
Waarschijnlijk is hij nu aan het spreken.
En wat bedoel je met „het is mijn schuld
niet" Je hebt het toch natuurlijk ver
wacht
„Neen, dat heb ik juist niet 1 Waarlijk,
lady Anne, ik heb er nooit aan gedacht
het is nooit bij mij opgekomen
„Nonsens 1 Je hebt Atherley al om je
vinger gewonden van het oogenblik af,
dat hij hier kwam. En je hebt hem aange
moedigd, kind Mijn hemel, wat dacht je
dan anders, dat a! die wandelingen en die
gesprekken toe leiden zouden Dat kon je
toch op je vingers natellen Je bent dunkt
me, te verstandig om aan platonische lief
de te hechten 1 Nu, dan moet je toch ook
wel begrepen hebben, klein dwaas schep
seltje, dat een man niet zoo met je zou
omgaan, als hij niet eindigen wilde, met
een aanzoek te voorschijn te komen 1"
„Maar ik wist het heusch niet 1" protes
teerde zij, dan ook ongewoon zenuwach
tig. „Ik dacht enkel maar, fdat hij mij graag
Jijden mocht 1"
„Nu, dat is dan ook zoo 1 Alleen als je
een snippertje beter had toegezien, zou je
wel gemerkt hebben, dat hij hartstochtelijk
op je verliefd was Het spijt me nu, dat ik
hem zoo storen kwam 1 Maar kijk me niet
zoo innig-wanhopend kind Hij zal niet
sterven van angst terwijl hij nog op je
antwoord wacht!... Je zult nog heel wat
beter huwelijk doen, dan Mary met haar
dertig duizend pond per jaar 1 Dat heb je
aan je donkere oogen en je kinderlijk ge
zicht te danken, zeg 1 Nu, in ieder geval! ik
ben recht blij voor je, Kers en ik wensch je
wel van harte geluk Atherley is een best
mensch Kom eens hier vlak bij mij, kind,
dat ik je een kus kan geven F'
„O, maar, u begrijpt het niet. Neen
waarlijk, lady Anne, ik heb niet gezegd,
dat ik lord Atherley trouwen zou
„Hé... Ben je dan dwaas genoeg ge
weest hem te weigeren
„Neen, dat ook niet 1 Hij heeft mij niet
eens den tijd gelaten dat uit te spreken 1
Ik kon enkel zeggen, hoe zeer het mij
speet, hoe zeer ik verrast was. En hij zei
ook al, !hoe hij dacht, dat ik het wist.
welke gevoelens hij voor mij koesterde 1"
„Zie je wel 1 Je hebt hem ook aanleiding
gegeven, dit te meenen 1 En hoe nu kind
„Nu, hij heeft mij gevraagd of ik toch
mijn best wilde doen hem lief te krijgen,
en zei, hoe hij er van overtuigd was', dat
ik hem weldra genoegzaam zou liefkrijgen,
als... er tenminste niemand anders was
„Zoo 1" antwoordde haar ladyschap
peinzende. „Dan ben ik maar blij, dat ik
net op dat oogenblik binnenkwam 1 Je
hebt hem. dan "toch zeker geZegd, dat er
«niemand anders was
„Ja, Jiatuurjijk 1 Dat heb ik hem ook
gezegd 1 Want er is eenvoudig niemand
anders 1"
„Dus slof van zaken is, dat Atherley
noch aangenomen, noch afgewezen werd?1'
„Juist 1" zuchtte Kers. ..Het spijt mij,
lady Anne."
„Wat. dat je hem niet aangenomen of
dat je hem niet afgewezen hebt vroeg
haar ladyschap.
„Her spilt mij, dat ik hem griefde. Want
o, lady Anne, ik geloof dat hij zoo zeer op
mij gesteld is 1"
„Maar jij dan niet op hém
„Ja, ook we) 1 Maar dat is toch niet
genoeg 1"
„Houdt je van iemand anders dan nog
meer
„Neen."
„Even veel
„Ook niet 1"
„Nu, geloof je, dat Atherley ooit meenen
zou, hoe jij net zoo zeer op hem zoudt
zijn gesteld als hij op jou
Kers antwoordde niet. Ze stond daar
met gebogen hoofdje, en steeds mee"
blozende.
„Luister nu eens goed naar mij, klein
tje 1" trok lady Anne haar lievelingetje
nog wat dichter naar zich toe. „Denk je
niet, hoe je er heel verkeerd aan hebt ge
daan, dat je lord Atherley zoo zeer aan
moedigde
„Maar dat heb ik niet bedoeld
„Het feit blijft toch hetzelfde... En wilde
je hem nu weigeren
„Ik moet wel."
„Omdat hij zoo zeer op je gesteld is
Omdat hij je zoo'n bijzondere positie te
bieden heeft en nog een titel op den koop
toe Of om je eigen woorden te herhalen,
omdat er niemand is, waar je meer op ge
steld bent Dat kinkt toch wel wat
paradoxaal 1"
„Neen, maar zoo zegt u het ook niet
goéd 1 Het is, omdat ik hem niet liefheb 1"
„En werd dit dan al van je verlangd Ik
geloof, daNlord Atherley voor het oogen
blik al heel tevreden zou zijn als je enkel
maar „op hem gesteld" was 1 Denk je dat
ieder meisje dat gevraagd wordt, nu maar
dadelijk zoo'n vurige liefde voelt voor haar
aanstaanden man Kom, laat naar je kij
ken Als je dat gelooven mocht, dan
•geloof ik, dat ik verstandig deed, lady
•Faulkner eens te waarschuwen, hoe je ze
ker veel te veel romans Jas 1 Maar kindlief,
als een meisje nu mhar eerbied koestert
voor den man dien zij belooft te trouwen,
ze is op hem gesteld, en er is waarlijk
niemand anders zooals zij dan toch in
gemoede verklaart, nu, dan is dit genoeg,
•Volkomen genoeg, vooral tegenover zoo'n
verstandigen man als lord Atherley, die
immers al te kennen heeft gegeven, dat h>j
niet te veel verwachtte 1"
„Zou dat waarlijk zoo zijn Kers was
Verder heeft het bestuur toezegging ge
kregen van de padvindsters- en padvinders-
vereenigingen, dat hunne leden toegangs
kaarten aan de huizen te koop zullen aan
bieden, waarbij wij den wensch voegen,dat
zij voor dit zoo sympathieke doel, overal
een goede ontvangst zullen vinden, c.q.
spoedig alle kaarten verkocht zullen zijn.
Over de op te voeren revue zullen wij
hier niet uitweiden, doch willen alleen nog
in herinnering brengen, dat na de eerste op
voering een uitstekende recensie in ons blad
heeft gestaan, waarvan de laatste zinsnede
luidde ,,'f Komt in Orde" neen, ,,'t is
dik in orde".
Wij voorspellen dan ook ten avond van
dubbel genot, nJ. de bevrediging ook in de
ze uw steentje te hebben bijgedragen voor
de slachtoffers en bovendien „waar
voor uw geld" te zullen ontvangen.
Gaarne wekken wij onze lezers dan ook
op, Vrijdag a.s. een gang naar ,,'t Komt in
Orde" te doen, waarbij wij voor verdere
bijzonderheden verwijzen naar de in dit
blad voorkomende advertentie.
Het Teeken des Kruises.
De N.V. „Groot Tooneel", onder leiding
van Joh. Langenaken Lemaire, geeft
Woensdag 27 Januari een buitengewone
voorstelling in „dé Oude Vriendschap".
Opgevoerd zal worden „Het Teeken des
Kruises", tooneelspel in 4 bedrijven (10 ta
fereelen) naar het Engelsch van W. Barett
Voor deze voorstelling worden eigen de
cors en costumes meegebracht. Het „N. v.
het N." zegt dat inderdaad de aankleeding
van het geheel geroemd kan worden.
De „Alkmaarsche Ct." zegt, dat door
de goede rolkennis en de vlugge tooneel-
verandering de voorstelling een vlot ver
loop had.
De „Gelderlander" schrijft o.a. De re
gisseering en de aankleeding der too.neelen
moet bij de opvoering van „Het Teeken des
Kruises" sterk sprekend zijn tot de fantasie
der massa, en moet gewerkt worden met
muziek, zang, dans, lichteffect en kleerrijke
tooneelen. De regie begreep haar taak in
dit opzicht goed en waakte tegen overdrij
ving.
Ten slotte nog een aanhaling uit de
„Dordrechtsche Courant" Daar gezorgd
was voor zeer mooie aankleeding ten
minste wat de costumes betreft en de
hoofdrollen aan goede krachten waren toe
vertrouwd, kon het niet anders of het werk
moest wel succes hebben.
Instituut voor Arbeidersontwikkeling.
Donderdag 21 Januari a.s. houdt de heer
G. F. Lindeijer, lid van de Eerste Kamer
voor het Instituut voor Arbeidersontwikke
ling een lezing over „De geschiedenis van
het Socialisme". Deze lezing is niet be
doeld als een propaganda voor het socia
lisme, maar is een objectieve geschiedenis
van het socialisme, dat reeds duizenden ja
ren geleden zijn aanhangers telde, al was
toen de naam nog niet bekend.
In onze TijcfinghaL
Wij hebben nog enkele kiekjes geëtaleerd
van door den watersnood geteisterde stre
ken. Verder een paar mooie foto's van
de ijspret in verschillende deelen van het
land, o.a. uit Volendam.
De auto-tentoonstelling te Amsterdam
wordt ook in beeld gebracht, terwijl ook
een foto van den grooten brand te Ensche
dé ter bezichtiging is gesteld.
Verschillende andere actueele foto's com-
pleteeren de nieuwe en interessante serie.
Een zilveren jubileum.
Heden is het 25 jaar geleden dat de heer
C. Berlage zijn magazijn „de Zon" te dezer
stede heeft geopend. De zaak, op beschei
den" voet begonnen, is geleidelijk opge
groeid tot een der grootste zaken van onze
gemeente.
Het personeel heeft den heer Berlage bij
dit zilveren jubileum een fraai bloemstuk
aangeboden, terwijl hij ook nog van andere
zijden gelukwenschen ontving.
Voor de belangstelling van de zijde van
het personeel ontvangen liet de heer Ber
lage zich niet onbetuigd.
opgestaan en keek mei bezorgd betrokken
gezichtje in het rond. O, ik wou toch maar,
dat ik wist, wat ik zeggen of wat ik doen
moest 1 Ik mag hem heel graag lijden en
ik heb hem aangemoedigd en toch, lady
Anne, 'denkt u, dat ik hem erg ongelukkig
maak, als ik hem bedank
„Denk je, dat Mary nu zoo dol verliefd
is op mr. Merritt, kind luidde de weder
vraag van haar ladyschap.
„Mary?... Zoo zeer verliefd?... Neen,
dat is niet bepaald iets voor Mary 1"
„Juist, dat komt dat zij de zaken ver
standig onder de oogen, ziet V'
„Ben ik dan niet verstandig
„Nu, dat heeft niet over, kind 1 Jij wi;t
jt man al liefhebben zoolang hij jé man
nog niet is 1 En dat hoeft heusch nietDat
gevoelen ontwikkeld zich van zelf. En
volgens mij, is het altijd beter, dat de man
méér verliefd zou zijn dan de vrouw 1
Anders krijgt hij te gauw genoeg van je
Je bent nog veel té poëtisch aangelegd,
meisje! Wees verstandig, zorg dat jij
viscotwrtess Atherley wordt 1 Een allerlief
ste viscountess zal jij wezen 1 Geef hem
dus je jawoord, als hij den volgenden keer
komt. Toe, beloof mij dat 1"
„Ik wou wel eens weten, wat Geoff mij
zou aanraden peinsde zij overluid. „Kon
ik 't hem maar vertellen 1 Dan zou hij mij
dadelijk zeggen, wat ik doen moest 1"
(Wordt vervolgd.)
VOLKSGEZONDHEIDS.
EN VEILIGHEIDSHOEKJE
Zorg voor een stevige leuning om het
trapgat op uw zolder 99 maal loopt gij
er langs, doch de 100e keer valt gij erin!