DINSDAG 19 JANUARI PLOUVIER alleen verkoopt de „Mailshoe" No. IS! 64e Jaargang; 1926 BINNENLAND FEUILLETON |DË VONDELINGE Stads= en Provincienieuws VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEML'NTS-PRIJS /oor Vlissingtn en gemeenten op_ Wal- .h.'en f 2.20 per drie maanden, hranco j- or het geheele rijk 2.50. Week-abod- ncinenten V cent, alies bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 een*. ADVERTENTIE-PRIJS Van 1-4 regels: MO voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe cial» oriizen Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie; enigen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij vooruitbetaling van 1—5 regels ƒ0.75, elke tegel meer 15 cent. Familieberichten van 1—6 regels J1.7U, federe regel meer 26 cent. De Rijksmiddelen. Dc opbrengst der rijksmiddelen over de maand December bedroeg 39.245.036 te genover 32.444.172 in dezelfde maand van 1924. In het geheele jaar 1925 werd ontvangen 464.076.700 tegenover een be drag van 437.226.380 in 1924. De inkomsten ten bate van het leenmg- ionds bedroegen in 1925 103.684.555 te genover 103.742.240 in 1924. Opbrengst P» T. en T. De opbrengst van het Staatsbedrijf van de posterijen, de telegrafie en telefonie heeft over December 1925 bedragen pos terijen 4.952.847 telegrafie f 472.369 telefonie 1.027.960, De opbrengst in 1925 was posterijen f 49.894.977 (in 1924 50.288.137) tele grafie 6.360.824 (idem 6.782.082) te lefonie 19.326.023 (idem f 19.268.574). Een watersnoodbelasting. In de „Haagsche Post" wordt de wen- schelijkheid betoogd van het in het leven roepen van een watersnoodbelasting. De ramp door de voor dezen tijd van het jaar abnormale stijging der groote rivieren te weeggebracht zal, aldus schrijft genoemd blad, voorziening eischen in een omvang, die vermoedelijk door de meesten onzer wordt onderschat. Het is stellig prijzens waardig dat onmiddellijk een opwekking werd gericht tot allen om bij te dragen in het lenigen van den nood. Maar zelfs al wordt door offervaardigheid een som van eenige millioenen bijeengebracht, wat een geweldige prestatie zou zijn zoo kort na het Olympiade-millioen en „Borculo", dan nog is het stellig boven twijfel verheven, dat een zoodanig bedrag geheel ontoerei kend zal zijn om datgene te verschaffen wat qoodig is. Immers, het moet thans voor goed uit zijn met het tot nog toe ge bruikelijke systeem wait and see. Gezien hebben wij nu, dat om den zóóveel tijd een overstroomingsramp nu hier, dan el ders ons deel wordt en het heeft derhalve geen zin, nadat de gehavende waterkeerin- gen weer op peil zijn gebracht, kalm af te wachten tot opnieuw de waterwolf ons bespringt. Thans is de tijd gekomen om eens en voor altijd de voorziening tegen overstroomingen als de jongste zóó te maken, dat menschelijkerwijs gesproker, het gevaar daarvoor mag worden geacht te zijn geweke'n. Tot het onmogelijke is nie mand gehouden, doch zooveel i.s wel reeds gebleken, dat bif tal van polderbesturen de eischen aan bouw en onderhoud der dijken gesteld, nog zeer ver van het onmogelijke zijn verwijderd. Hun dient thans te worden medegedeeld In zuiver interne aangele genheden kunt ge souverein blijven, doch bij uw dijkensysteem zijn zóóveel belangen betrokken, ook buiten uw omdijkt gebied, dat verbetering en onderhoud daarvan bij den Staat moet berusten. Het blad pleit voor het uitgeven van een gedwongen rentelooze watèrsnoodleening van zeg 100 millioen, pro rato op te leggen aan hen, die in de vermogensbelasting zijn aaneslagen. Een deelneming van 1 der vermogens zou dan voldoende zijn De storting wordt op een bepaalden datum gesteld met dien verstande, dat bevoegd- I Naar het Engelsch. (Nadruk verboden) 24) „Stil toch drong Kers. Ijlings trok ze haar hand terug, want de oeur ging open en liet niemand meer-of minder door, dan de „groote kleine lady" Viscount Atherley boog, mompelde een enkele beleefdheidsphrase en verliet het vertrek. Lady Anne zag er nog eens zoo nietig uit met die groote fluweelen muts op en den oikken bontmantel om. Verbaasd keek ze eerst den bleeken jongen man na en wierp toen een blik op hef blozende meisje. „Wel?" vroeg ze. „Wat beteekent dit alles, kind „ik ben blij, dat u gekomen is, lady Anne We dachten al, dat u niet den moed zoudt hebben door dit weer heen te gaan l ady Faulkner zal zoo dadelijk hier zijn, ze is even naar haar kamer. Mag ik u helpen met uw mantel uitdoen „Maar antwoord mij nu allereerst eens Wat beduidde het tooneeltje, waarin ik jc daar overviel Wat had Atherley je wel verteld, dat je er zoo geagiteerd uitzag Hadden jullie gekibbeld „Neen... Schuldig liet Kers het goudblond hoofdje hangen. „Heeft hij je misschien een aanzoek gedaan „Ik kon 't niet helpen, lady Anne!... heusch, 't Was mijn schuld niet 1" n.. -een' natuur'ijk niet kind Maar praat nfet zoo dwaas Kom liever eens kalm «ast mij zitten, juist zoo en vertel me dan fine eens wa* duidelijker lord Atherley is men aanzo<* te voorschijn geko- heid wordt verleend, die over termijnen te verdeelen. Tegen deze regeling is te min der bezwaar, omdat het volle bedrag sleclhts geleidelijk behoeft te worden aan gewend." Van de leening wordt elk jaar 2 uitgeloot. Blijkt de leening te hoog genomen, dan kan het niet vereischte voor extra-deJmng worden gebezigd. Al deze gelden komen in een Watersnoodfonds, dat, onder afdoende controle, eerst de tegen woordige slachtoffers naar billijkheid scha deloos stelt. En wat overblijft moet vol doende zijn voor de grondige verbetering der dijken. In de eerste plaats dienen de gelden \oor de jaarüjksche aflossing te worden opgebracht door hen die rechtstreeks be lang hebben bij de aan te brengen verbe teringen. Onpartijdige deskundigen zullen moeten uitmaken hoeveel meer polderlas- ten de eigenaren van onroerende goederen redelijkerwijze kunnen dragen en zij zullen dit behooren op te brengen. Valt, als. ge volg van de verbeterde toestanden, waar devermeerdering te constateeren, dan zal ook deze op een of andere wijze aan het Watersnoodfonds dienen ten goede te ko men. Eerst wanneer elk der door de nieu we regeling bevoordeelden zijn in gelds waarde omgezet aandeel in den vooruit gang heeft betaald, zal ter volmaking van het benoodigde aflossingsbedrag een be roep mogen worden gedaan op de alge- meene kas en dit bedrag onder de gewone uitgaven op de staatSbegrooting worden gebracht. Het motorschip „P. C. Hooft". Naar de directie van de stoomvaart maatschappij „Nederland" mededeelt, zal door den brand in het laatst van Decem ber aan boord van het te Saint-Nazaire in aanbouw zijnde motorschip „P. C. Hooft", dit schip zijn oorspronkelijk vastgestelde afvaart op 25 Mei niet kunnen waarnemen. Of de afvaart op 31 Augustus kan plaats hebben, is niet met zekerheid te zeggen. In plaats van de „P. C. Hooft" zal het stoomschip „Prinses Jufiana" de afvaart op 25 Mei van Amsterdam vervullen, en zal op 8 juni het stoomschip „Vondel" de vaar- beurt van de „Juliana" waarnemen. Voor de thuisreis van Priok wordt op 14 Juli dus de „Juiiana" en op 28 Juli de „Vondel" bestemd. Langzame afwikkeling van zaken. Hoe vlug men in Den Haag soms kan werken blijkt wel uit het feit, dat een pen sioen op 30 December 1924 aan den Pen sioenraad aangevraagd, eerst op 15 Januari 1926 betaalbaar werd gesteld. De bevolking der groote steden. Up 1 Januari telde Amsterdam 717.000 inwoners Rotterdam 550.000 's-Graven- hage 396.000 Utrecht 153.000 Groningen 98.000 Haarlem 81.000 Arnhem 76.000 Nijmegen 74.000 Leiden 68.000 Tilburg 66.000 Eindhoven 63.000. Gas en electriciteit te Rotterdam. In 1925 werd te Rotterdam geproduceerd 66.613.500 M3. gas tegen 67.835.630 M3. in 1924. Er werden geproduceerd 116.335.000 K.W.U. electriciieit tegen 102.859.000 in 1924. Uit deze cijfers blijkt dus dat terwijl het gasverbruik met 1 222.130 M3. verminder de, het gebruik van electriciteit met 13.476.000 K.W.U. vermeerderde. VLFSSINGEN, 19 JANUARI. Een literaire Nuts-avond. De voorzitter van het Nut, de heer C. A. van Woelderen, heette de aanwezigen, le den der vereeniging van Vrijzinnig Her vormden, vaji de Loge en van het Depar tement hartelijk welkom en niet in de laatste plaats den spreker, wien hij, wijzend op de niet geheel gevulde zaal van „de Oude Vriendschap", meddeelde, dat, door een lezing in de Zeevaartschool en door een der laatste repetities der zangvereeni- ging, de toehoorders niet zoo talrijk waren. De spreker van dezen avond, ds. A. E. F. Junod van 's-Gravenhage, begon zijn rede met een geestigen terugslag op dit wel komstwoord. Hij zou 50 voor Hef nemen, zijn toehoorders daarom niet minder de volle maat geven, dan zouden aan het eind van den avond misschien allen tevreden zijn. En we gelooven, dat de aanwezigen niet te klagen hebben gehad, want door zijn schitterende voordracht heeft hij ons geboeid, zoodat de paar uurtjes, die hij ons bezig hield, om zijn gevlogen. Spr. zou ons bekend of degenen die het boek reeds kenden, nader bekend willen maken met een der merkwaardige boeken van den laatsten tijd, dat niet direct tot de populaire lectuur behoort, want... het behandelt de historie en nog wel die der menschheid. En de tijden der historische romans zijn voorbij, de tijden van Walter Scott, Jacob van Lennep, mevr. Bo-sboom Toussaint en Oltmans. Als alle^is ook de lectuur aan mode onderhevig, wat spr. niet gaarne zou bestrijden om verschillende redenen, niet het minst, omdat er toch altijd een voor keur zal moeten blijven, wijl onze geest toch niet alles kan verwerken. Nu schetst spr. de manieren, waarop <fTe be schrijving van menschen, volken, rassen en de menschheid kan geschieden bloote na men, feiten, jaartallen karakters naar vo ren brengen, als typeerende figuren, waar voor men niet alleen helden, maar ook groote dichters en denkers kan nemen geen namen noemen, doch de economische geschiedenis behandelen, waardoor men den samenhang der voJJaspn, de groote be wegingen der menschtfeid tot zijn recht kan laten komen, waardoor men kan aan- toonen, dat de meest geschikte wijze tot opbloei is het betrachten van onderling overleg. De heer dr. P. H. van Moerkerken heeft in een reeks van boeken, die hij ge titeld heeftDe gedachte der tijden, het omvangrijke werk ondernomen om iets te beschrijven van het wel en wee, het strij den en lijden der menschheid, waarvoor hij een groep menschen in den loop der tijden heeft laten worstelen in eenige tafereelen, waardoor het geheel als het ware een film wordt met gapingen, die hij door geniale vindingrijkheid heeft overbrugd. Hij, de vakman niet i» den schoolschen zin de vakgeleerde, die brandt van menschen- liefde, dichterlijkheid en humanitair gevoel, die zijn gevoeligheid van hart door zijn pen heeft weten "weer te geven, heeft ons een werk gegeven, dat ons zou kunnen doen denekn aan de staties van den lijdens weg, de 14 afbeeldingen van het lijden van den Man van Smarten. Af en toe zijn die beschrijvingen zoo ontroerend, dat ze den lezer de vraag op de lippen dringen wat is toch de bestemming der menschen op deze aarde Maar niet troosteloos, niet hopeloos is deze lectuur, want de schrijver geeft ten slotte hoop, goede verwachting, zekerheid tot oplossing in een zuiver slot, dat een harmonisch accoord geeft. De uit eindelijke overwinning zal wel duur, maar niet te duur gekocht worden aan alleruit- nemendste schoonheid, kracht en wijsheid. In dit licht zal dit boek, waarin de schrijver telkens het motief„opgaande zon, die de oerwereld beschijnt, stijgende tot middag hoogte, langzaam dalend om ten slotte te verdwijnen, moment, waardoor de oer- mensch steeds in tragische spanning ver keert, maar dan ook als bron van licht, kracht en leven terugkeerend", herhaalt, we zeggen in dit licht zal dit boek moeten worden gelezen en herlezen. Dit motief herhaalt zich tot het tijdstip is aangebro ken wat de geloovige mensch „de dag der dagen noemr'. Hoe heeft de schrijver dit nu in elkaar gezeteenvoudig door het systeem van contrasten, tegenstellingen in karakter, begaafdheid, aanleg, lotsbestem ming, zoo heeft hij alles gegroepeerd om een 7-tal personen van verschillend type, 7 zonen van Tiamat, de moeder der menschheid en in die groepen beeldt hij de tegenstrijdige krachten uit eigenbelang, heb- en heerschzucht, uitbuiting en verdel ging, waartegenover hij plaatst verdelging, grijpen naar de vrijheid, naar de verzoenen de liefde. Het geheele boek kon de heer Junod naturulijk niet voorlezen, hij kon die heele worsteling van Habhabalgo en "zijn brute broeders Rabel, Momper (met lang gerekte laatste lettergreep) en Jur met de drie „zwakkere" Pijnaar, Dari en Thaumar niet weergeven, die verblindende contras ten van groep tot groep, die tot schade en schande telkens herhaalde, maar nooit ver hoorde wensch „kinderen dezelfde moeder verzoent u met elkaar" niet in zijn geheel voordragen en deed daarom eenige grepen. Eerst gaf spr. »de schildering der geboorte van het „edele" viertal, zooals de wereld het gekend heeft de hebzucht, de rebelsch oorlogvoerende, de door bijgeloof mislei dende geestelijke, de jurist, het steHetje van vier geweldenaars, van brutalen, die, zooals het spreekwoord zegt „de h^lve wereld" hebben, en daarna de zwoegers de menschen, die niet rijk worden en de droomers en de ziener, die niet tot rijk worden in staat zijn. Vervolgens werd het tafereel der arbeidsverdeeling voorgelezen, waarna het tafereel werd voorgelezen van den opstand der slaven onder Spartacus, Thaumar, Pijnaar en Dari. De opkomst der Christelijke religie met haar martelaars en martelaressen, waaronder ook moeder Tiamar. De kruistochten, die aan de on- vrijen de vrijheid brachten, werd gevolgd door een tafereel, waarin Habhabalgo reli- quien verkochthet schitterend tafereei der Bastille werd voorgedragen de arbei dersbeweging, ontstaan door de uitbuiting werd geschilderd en tot slot werd gelezen het aangrijpende laatste deel van „de dag der dagen". De heer Van Woelderen dankte den spreker voor zijn schitterende voordracht, die er wel toe zal leiden, dat velen zich zullen gedrongen gevoelen het werk aan te schatten. Voor den watersnood. Ingekomen bij den Penningmeester van het Comité Vorige opgave3023.11 Nader ingekomen gift Van een meisje T otaai Reeds door ons verantwoord R. W 1.- 3024.11 f 174.G0 2. Totaal f 176.60 Gemengde Zangvereeniging. De groote repetitie van „die Schöp- fung" door de „Gemengde Zangvereeni ging" op Maandag 25 Januari in het Con certgebouw, vangt niet om acht uur aan. doch om half acht. Een liefdadigheids-voorstelling. Het bestuur van de Revue- en Cabaret club „Kunst naar Kracht", propagandaclub voor het Marine Sanatoriumfonds, verzoekt ons het volgende mede te deelen Nadat door bovengenoemd bestuur hierover met den burgemeester, tevens voorzitter van het watersnoodcomité hier ter stede, was ge sproken, is besloten, ten bate der slacht offers van den watersnood een liefdadig heids-voorstelling te geven. Vrijdag 22 Januari zal in de groote zaai van „de Oude Vriendschap" van den heer Van Dijke, opgevoerd worden de bekende revue ,,'t Komt in Orde", in twee bedrijven, door den heer de Ruijter. Voor dit doel wordt de zaal gratis afge staan. Ongez. Mededeeling.) „Ja..." „Nu, het verwondert mij, dat hij dit al niet eerder deed 1 En weet sir Jerry daar van Heeft Atherley eerst mét hem ge sproken „Dat weet ik niet, Lady Anne. Hij heeft er niets van gezegd." „Nu, dat komt er ook niets op aan!.. Waarschijnlijk is hij nu aan het spreken. En wat bedoel je met „het is mijn schuld niet" Je hebt het toch natuurlijk ver wacht „Neen, dat heb ik juist niet 1 Waarlijk, lady Anne, ik heb er nooit aan gedacht het is nooit bij mij opgekomen „Nonsens 1 Je hebt Atherley al om je vinger gewonden van het oogenblik af, dat hij hier kwam. En je hebt hem aange moedigd, kind Mijn hemel, wat dacht je dan anders, dat a! die wandelingen en die gesprekken toe leiden zouden Dat kon je toch op je vingers natellen Je bent dunkt me, te verstandig om aan platonische lief de te hechten 1 Nu, dan moet je toch ook wel begrepen hebben, klein dwaas schep seltje, dat een man niet zoo met je zou omgaan, als hij niet eindigen wilde, met een aanzoek te voorschijn te komen 1" „Maar ik wist het heusch niet 1" protes teerde zij, dan ook ongewoon zenuwach tig. „Ik dacht enkel maar, fdat hij mij graag Jijden mocht 1" „Nu, dat is dan ook zoo 1 Alleen als je een snippertje beter had toegezien, zou je wel gemerkt hebben, dat hij hartstochtelijk op je verliefd was Het spijt me nu, dat ik hem zoo storen kwam 1 Maar kijk me niet zoo innig-wanhopend kind Hij zal niet sterven van angst terwijl hij nog op je antwoord wacht!... Je zult nog heel wat beter huwelijk doen, dan Mary met haar dertig duizend pond per jaar 1 Dat heb je aan je donkere oogen en je kinderlijk ge zicht te danken, zeg 1 Nu, in ieder geval! ik ben recht blij voor je, Kers en ik wensch je wel van harte geluk Atherley is een best mensch Kom eens hier vlak bij mij, kind, dat ik je een kus kan geven F' „O, maar, u begrijpt het niet. Neen waarlijk, lady Anne, ik heb niet gezegd, dat ik lord Atherley trouwen zou „Hé... Ben je dan dwaas genoeg ge weest hem te weigeren „Neen, dat ook niet 1 Hij heeft mij niet eens den tijd gelaten dat uit te spreken 1 Ik kon enkel zeggen, hoe zeer het mij speet, hoe zeer ik verrast was. En hij zei ook al, !hoe hij dacht, dat ik het wist. welke gevoelens hij voor mij koesterde 1" „Zie je wel 1 Je hebt hem ook aanleiding gegeven, dit te meenen 1 En hoe nu kind „Nu, hij heeft mij gevraagd of ik toch mijn best wilde doen hem lief te krijgen, en zei, hoe hij er van overtuigd was', dat ik hem weldra genoegzaam zou liefkrijgen, als... er tenminste niemand anders was „Zoo 1" antwoordde haar ladyschap peinzende. „Dan ben ik maar blij, dat ik net op dat oogenblik binnenkwam 1 Je hebt hem. dan "toch zeker geZegd, dat er «niemand anders was „Ja, Jiatuurjijk 1 Dat heb ik hem ook gezegd 1 Want er is eenvoudig niemand anders 1" „Dus slof van zaken is, dat Atherley noch aangenomen, noch afgewezen werd?1' „Juist 1" zuchtte Kers. ..Het spijt mij, lady Anne." „Wat. dat je hem niet aangenomen of dat je hem niet afgewezen hebt vroeg haar ladyschap. „Her spilt mij, dat ik hem griefde. Want o, lady Anne, ik geloof dat hij zoo zeer op mij gesteld is 1" „Maar jij dan niet op hém „Ja, ook we) 1 Maar dat is toch niet genoeg 1" „Houdt je van iemand anders dan nog meer „Neen." „Even veel „Ook niet 1" „Nu, geloof je, dat Atherley ooit meenen zou, hoe jij net zoo zeer op hem zoudt zijn gesteld als hij op jou Kers antwoordde niet. Ze stond daar met gebogen hoofdje, en steeds mee" blozende. „Luister nu eens goed naar mij, klein tje 1" trok lady Anne haar lievelingetje nog wat dichter naar zich toe. „Denk je niet, hoe je er heel verkeerd aan hebt ge daan, dat je lord Atherley zoo zeer aan moedigde „Maar dat heb ik niet bedoeld „Het feit blijft toch hetzelfde... En wilde je hem nu weigeren „Ik moet wel." „Omdat hij zoo zeer op je gesteld is Omdat hij je zoo'n bijzondere positie te bieden heeft en nog een titel op den koop toe Of om je eigen woorden te herhalen, omdat er niemand is, waar je meer op ge steld bent Dat kinkt toch wel wat paradoxaal 1" „Neen, maar zoo zegt u het ook niet goéd 1 Het is, omdat ik hem niet liefheb 1" „En werd dit dan al van je verlangd Ik geloof, daNlord Atherley voor het oogen blik al heel tevreden zou zijn als je enkel maar „op hem gesteld" was 1 Denk je dat ieder meisje dat gevraagd wordt, nu maar dadelijk zoo'n vurige liefde voelt voor haar aanstaanden man Kom, laat naar je kij ken Als je dat gelooven mocht, dan •geloof ik, dat ik verstandig deed, lady •Faulkner eens te waarschuwen, hoe je ze ker veel te veel romans Jas 1 Maar kindlief, als een meisje nu mhar eerbied koestert voor den man dien zij belooft te trouwen, ze is op hem gesteld, en er is waarlijk niemand anders zooals zij dan toch in gemoede verklaart, nu, dan is dit genoeg, •Volkomen genoeg, vooral tegenover zoo'n verstandigen man als lord Atherley, die immers al te kennen heeft gegeven, dat h>j niet te veel verwachtte 1" „Zou dat waarlijk zoo zijn Kers was Verder heeft het bestuur toezegging ge kregen van de padvindsters- en padvinders- vereenigingen, dat hunne leden toegangs kaarten aan de huizen te koop zullen aan bieden, waarbij wij den wensch voegen,dat zij voor dit zoo sympathieke doel, overal een goede ontvangst zullen vinden, c.q. spoedig alle kaarten verkocht zullen zijn. Over de op te voeren revue zullen wij hier niet uitweiden, doch willen alleen nog in herinnering brengen, dat na de eerste op voering een uitstekende recensie in ons blad heeft gestaan, waarvan de laatste zinsnede luidde ,,'f Komt in Orde" neen, ,,'t is dik in orde". Wij voorspellen dan ook ten avond van dubbel genot, nJ. de bevrediging ook in de ze uw steentje te hebben bijgedragen voor de slachtoffers en bovendien „waar voor uw geld" te zullen ontvangen. Gaarne wekken wij onze lezers dan ook op, Vrijdag a.s. een gang naar ,,'t Komt in Orde" te doen, waarbij wij voor verdere bijzonderheden verwijzen naar de in dit blad voorkomende advertentie. Het Teeken des Kruises. De N.V. „Groot Tooneel", onder leiding van Joh. Langenaken Lemaire, geeft Woensdag 27 Januari een buitengewone voorstelling in „dé Oude Vriendschap". Opgevoerd zal worden „Het Teeken des Kruises", tooneelspel in 4 bedrijven (10 ta fereelen) naar het Engelsch van W. Barett Voor deze voorstelling worden eigen de cors en costumes meegebracht. Het „N. v. het N." zegt dat inderdaad de aankleeding van het geheel geroemd kan worden. De „Alkmaarsche Ct." zegt, dat door de goede rolkennis en de vlugge tooneel- verandering de voorstelling een vlot ver loop had. De „Gelderlander" schrijft o.a. De re gisseering en de aankleeding der too.neelen moet bij de opvoering van „Het Teeken des Kruises" sterk sprekend zijn tot de fantasie der massa, en moet gewerkt worden met muziek, zang, dans, lichteffect en kleerrijke tooneelen. De regie begreep haar taak in dit opzicht goed en waakte tegen overdrij ving. Ten slotte nog een aanhaling uit de „Dordrechtsche Courant" Daar gezorgd was voor zeer mooie aankleeding ten minste wat de costumes betreft en de hoofdrollen aan goede krachten waren toe vertrouwd, kon het niet anders of het werk moest wel succes hebben. Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Donderdag 21 Januari a.s. houdt de heer G. F. Lindeijer, lid van de Eerste Kamer voor het Instituut voor Arbeidersontwikke ling een lezing over „De geschiedenis van het Socialisme". Deze lezing is niet be doeld als een propaganda voor het socia lisme, maar is een objectieve geschiedenis van het socialisme, dat reeds duizenden ja ren geleden zijn aanhangers telde, al was toen de naam nog niet bekend. In onze TijcfinghaL Wij hebben nog enkele kiekjes geëtaleerd van door den watersnood geteisterde stre ken. Verder een paar mooie foto's van de ijspret in verschillende deelen van het land, o.a. uit Volendam. De auto-tentoonstelling te Amsterdam wordt ook in beeld gebracht, terwijl ook een foto van den grooten brand te Ensche dé ter bezichtiging is gesteld. Verschillende andere actueele foto's com- pleteeren de nieuwe en interessante serie. Een zilveren jubileum. Heden is het 25 jaar geleden dat de heer C. Berlage zijn magazijn „de Zon" te dezer stede heeft geopend. De zaak, op beschei den" voet begonnen, is geleidelijk opge groeid tot een der grootste zaken van onze gemeente. Het personeel heeft den heer Berlage bij dit zilveren jubileum een fraai bloemstuk aangeboden, terwijl hij ook nog van andere zijden gelukwenschen ontving. Voor de belangstelling van de zijde van het personeel ontvangen liet de heer Ber lage zich niet onbetuigd. opgestaan en keek mei bezorgd betrokken gezichtje in het rond. O, ik wou toch maar, dat ik wist, wat ik zeggen of wat ik doen moest 1 Ik mag hem heel graag lijden en ik heb hem aangemoedigd en toch, lady Anne, 'denkt u, dat ik hem erg ongelukkig maak, als ik hem bedank „Denk je, dat Mary nu zoo dol verliefd is op mr. Merritt, kind luidde de weder vraag van haar ladyschap. „Mary?... Zoo zeer verliefd?... Neen, dat is niet bepaald iets voor Mary 1" „Juist, dat komt dat zij de zaken ver standig onder de oogen, ziet V' „Ben ik dan niet verstandig „Nu, dat heeft niet over, kind 1 Jij wi;t jt man al liefhebben zoolang hij jé man nog niet is 1 En dat hoeft heusch nietDat gevoelen ontwikkeld zich van zelf. En volgens mij, is het altijd beter, dat de man méér verliefd zou zijn dan de vrouw 1 Anders krijgt hij te gauw genoeg van je Je bent nog veel té poëtisch aangelegd, meisje! Wees verstandig, zorg dat jij viscotwrtess Atherley wordt 1 Een allerlief ste viscountess zal jij wezen 1 Geef hem dus je jawoord, als hij den volgenden keer komt. Toe, beloof mij dat 1" „Ik wou wel eens weten, wat Geoff mij zou aanraden peinsde zij overluid. „Kon ik 't hem maar vertellen 1 Dan zou hij mij dadelijk zeggen, wat ik doen moest 1" (Wordt vervolgd.) VOLKSGEZONDHEIDS. EN VEILIGHEIDSHOEKJE Zorg voor een stevige leuning om het trapgat op uw zolder 99 maal loopt gij er langs, doch de 100e keer valt gij erin!

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1