Rotterdam, Dordrecht en Vlissingen, vice versa I ZATERDAG 9 JANUARI elegd op LATEN 1 Eerste Blad No.7' 64e Jaargang- Maatschappij van FEUILLETON DE VONDELINGE STOOMVAART MAATSCHAPPIJ „TELEGRAAF B. STOFKOPER Co. Brieven uit de Hofstad 1926 VL1SSINGSCHE COURAINT Woonhuis Iraagd. Begin Bad- 1 Hobeinstraat of I. Brieven met prijs- |rs C. N„ Bureau Courant". kevraagd EISJE Inkel, niet beneden [SEN, Prinsenstr 43. /liddelb.-Rotterdam ligelegen plaatsen 'AN PASSAGIERS.. EN EN VEE. r. Butt, r.i: ii uari T, »di. I. IS. lit. 8 8 8 (en wordt Woensdag i morcrens ten 12 uur gevaren. Jiën te bekomen J.V. Transport- en Exp. Erven Q. VOS, Telef. 3. EENHOORN, Tel. IBS OSTERHOÜT, Tel.282 l BUITEN HEK, TeLlOl I Dit nummer bestaat uit 2 bladen NOORMANNEN OP WALCHEREN EN HET STEDELIJK MUSEUM. III (Slot.) In 845 breekt een nieuwe storm over West-Europa los. De Deensche koning Harek rust een ontzaglijke vloot uit, die tegelijk de rijken der drie Frankische vor sten moet aanvallen. De hoofdmacht wordt geconcentreerd tegen de Elbe, waar een vloot van 600 schepen verschijnt en Ham burg overvallen wordt, een tweede vloot van 120 schepen verschijnt op de Seine. Misschien is het openvallen van het Deen sche leen in deze streken niet geheel vreemd aan de onderneming geweest. De Seinevloot staat onder bevel van Ragnar, die de Seine stroomopwaarts optrok, daar er van eenigen georganiseerden tegenstand van Karei den Kale geen sprake was. Eindelijk te St, Denis had Karei zijn troe pen verzameld, een deel der Frankische strijdmacht werd verslagen en de Denen zetten verder ongehinderd koers naar Parijs. Zij drongen op Paaschzondag 29 Maart de stad binnen, plunderden het rijke klooster St. Germain-des-Prés en trokken zich niets aan van het leger van Karei, dat in hun rug stond. De schrik zat er bij Karei zoo in, dat hij ze uit zijn land wegkocht. In een plechtige bijeenkomst tusschen den West-Frankischen koning en de aanvoer ders der Wikingen beloofden de laatsten voor 7000 pond het Seinegebied voor ver dere verwoestingen te sparen en het rijk van Karei niet meer te betreden. Inderdaad werd het gebied van de Seine verlaten, maar blijkbaar hebben ze geen heldere voorstlling van de grootte van het West- Frankische rijk. Althans in het nauw van Calais reeds hebben ze hun belofte ver geten, en plunderden het klooster St. Bertin in de buurt van St. Omer. Hier zijn we nu gekomen aan een cardi- naal punt. Men oordeele slechts. In den zomer van 1923 werd ik bij een bedaagd omwoner van Vlissingen, een nauwkeuriger localisatie geeft ik liever niet, gewaar, dat deze een halve eeuw geleden in een vlied- heuvel gevonden had een paar kleine zil veren uiterst gave muntjes deze stond hij af aan het Museum en ten slotte -is het mij gelukt ze niet alleen te identjficeeren, maar bovendien de herkomst er van na te gaan. Ik behoef hier slechts even te vermelden, dat het zijn twee kleine denieren, of mailles en wel geslagen in de abdij van St. Bertin bij St. Omer aan de voorzijde vertoonen zich bij de eene twee bischopsstaven, aan de achterzijde een kruis aan de vier punten voorzien van de Fransche lelie de andere is een variëteit met den bisschopsstaf tus schen twee stokken ze zijn afgebeeld de eerste in Rethaan Macaré, I Verhandeling over de bij Domburg gevonden munten, Pi. Ill, No. 72, de andere in idem II, Plaat III, No. 24. De twee bisschopsstaven zijn de abtsteekens van St. Bertin en Sainte Marie of St. Omer. Nu was de moeilijkheid en de daarmee gepaard gaande wonderlijkheid, hoe kwa men de muntjes hier? Te moeilijker was dit probleem, omdat ze volgens de munt- kundigen dateerden uit de 12e of 13e eeuw. Juist in 1923 kwam het door mij genoemde werk uit, dat een nieuw licht verspreidde over de Noormannen, en mij trof, in den winter dit werk bestudeerende, het feit, dat de abdij van St. Bertin herhaalde malen door de Noormannen geplunderd was. De dateering der munten echter was een hope loos bezwaar om het voor de hand liggend verband aan te nemen. Wanneer nl. de Noormannen deze muntjes hadden achter gelaten, dan konden de muntjes niet uit de 12e of 13e, maar moesten ze uit de 9de of 10de eeuw dateeren. Geen numismaticus van professie zijnde was het een heel Naar het Engelsch. (Nadruk verboden) 16) „En die "onbeschaamdheid, waarmee je daar allemaal voor uitkomtriep hij. En toen tot Mary „En jij hebt baar nog ge holpen bij dat ondernemen Zij weet misschien niet beter, maar ik dacht, dat jij toch wijzer waartWat beteekent dat allemaal Mary begon te trillen over Itêel haar lichaam ze haatte een „scène" Kers sloeg de armen beschermend om haar heen „U moet haar niets kwalijk nemen, sir Jerry sprak ze heel beslist. „Als u wat tc zeggen heeft, zeg u het dan tegen mij Mary is met mij meegegaan, enkel omdat ze dacht, dat het u minder boos zou maken als zij er bij was, dan dat ik alleen ging „Zoo Nu, luister dan eens, jonge dame. Ik verbied je voor eens en voor al tijd, om ooit meer naar Boxgrove te gaan het zij dan mèt of zónder nichtje ïk wi! niet hebben, dat je er een voet meer zet, verstaan „Ik versta het 1" „'En je hebt het ook begrepen, en zult er je aan houden „Neen", antwoordde Kers, zonder be denken. „Hè?.. Wat?" riep de baronet, die Gacht dat zijn gehoor hem misschien be loog. „Meen jij soms, miss Faulkner, dat ie toch zult gaan, ondanks mijn verbod ..Zekerals u zoo hard en zoo ondank- Gaar is, om het mij te verbieden Kers was geheel overstuur ze zag on- rfeW°M-n haar hartje klopte gewel dig- Niemand dan u zou zoo iets ook dur ven doen, maar ik laat het toch niet. Ik waagstuk een vrijwel onbekend terrein, te exploreeren en voor de hand lag dan ook om met de numismatici te rade te gaan. Maar een bevredigende oplossing kon, ik niet verkrijgen. Men tastte in het duister, men hoorde mij bereidwillig aan, maar om tot een resultaat, hetzij positief, hetzij ne gatief te komen moest ik zelf den knoop doorhakken, althans een poging daartoe aanwenden. Uit enkele Fransche werken kwam ik tot de conclusie, dat de een den ander napraatte en dat dus de dateering berustte op een enkele bron en wel van een Fransch verzamelaar, die een heele collectie bezat van de munten van St. Omer. Deze munten werden in die „Cata logue de la collection de M. Deswismes" verdeeld in grafelijke, gemeentelijke en abtsmuntjes, juist in de volgorde als ik nu noem, daarop steunde de dateering van 12e of 13e eeuw. Na langdurig onderzoek, want het scheen mij eerst toe, dat de zaak vastgeloopen vyas, slaagde ik erin een werk ten gebruike te krijgen, dat de ge schiedenis van St. Omer zeer uitvoerig be handelt. 1) Logisch achtte ik het voor mij zelf, dat abtsmuntjes vooraf gingen aan grafelijke of gemeentelijke muntjes, maar „weten schap en geloof leven vaak in onmin", zoo als de Genestet terecht zegt Laat ik be ginnen met te zeggen, dat de genoemde muntjes niet voorkomen in het werk hier juist genoemd, maar dat was ook niet noodig, uit de generale regels kan men het bijzondere afleiden. Maar de ver moeide lezer zou graag nu het resultaat willen weten. Welnu, ziedaar De archie ven van Saint Omer zijn zoo goed als on gerept, de Annales Bertiniani zijn nog steeds een welkome bron voor dien duis teren tijd. Men ga slechts na uit de' 7de eeuw zijn er nog een zestal oorkonden, uit de 8e eeuw een achttiental, maar nu stel ik uw geduld niet langer op de proef en resumeer. Uit de 7de eeuw dateert reeds het kloos ter, in dien tijd was een abdij een brand punt voor den verren omtrek, maar tevens werden er vaak harde slagen uitgedeeld men zond vaak „strenui abbates" door tastende abten, die desnoods met geweld het Christendom verbreidden maar ook handhaafden, vaak was de versterkte abdij tevens het sterke bolwerk van den lands heer, die de abdij z.g.n. regalia d.w.z. vorstelijke fechten gaf door de onher bergzaamheid der terreinen moesten ze vaak zelfstandig optreden en waren maan den, soms jaren lang, verstoken van com municatie n>et den vorst. Een dier rechten was ook het muntrecht, want de monniken dreven tevens handel, een „pénétration pacifique" werd vaak ook een economische vooruitgang en zoo was het muntwezen ook weer een noodzakelijke instelling. Als we nu weten dat Childerik III, de laatste Merovinger vorst stierf in dit klooster in 752, dat de abt door de nieuwe dynastie, de Karolingische, zijn rechten hernieuwd zag, dat een zoon van Karei den Groote zelfs later abt werd, dan behoeft het ons niet te verwonderen, dat de abdij van St. Bertin het recht van muntslag bad en voorloopig hield. In 874 vernieuwde Karei de Kale de privileges der abdij. Tegen het einde der 9e eeuw werd Vlaanderen een feodale staat onder zijn eersten graaf Boudewijn met-den-ijzeren-arm, titel dien hij veroverd had door zijn successen tegen de Noormannen, waardoor hij tevens het graafschap verwierf en zelfs zijn vrouw houden mocht, die hij geschaakt had, en die niet meer of minder dan een dochter was van Karei den Kale. Maar hij zoowel als zijn opvolger waren er op uit 2) om de macht van den landsheer te verstevigen, aan de machtige abdijen hun souvereine rechten, „les droits régaliens", te ontnemen, zij gaven ze gedeeltelijk wel weer terug, maar gekortwiekt werden ze toch en ze herkregen ze bij de gratie van den Graaf A. Giry, Histoire de la ville de Saint- Omer. Paris 1877. A. Giry, Histoire etc., p. 26. denk er niet aan Ik ben niet zoo min en zoo ondankbaar. Ik houd van hen op Box- grove, méér dan van iemand anders ter wereld Er volgde een oogenblik pauze van dit stoutmoedig optreden was zelfs sir Jerry verstomd Hij zat recht voorover geleund zijn kleindochter aan te staren in machte- looze drift. Mary bracht nog een paar woorden ter vergoelijking in het midden lady Faulkner wist niet beter te doen, dan haar zakdoek te voorschijn te halen en zelfs mrs. Guest ontwaakte uit haar apa thie. Spen keek met ondeugenden blik hij verheugde zich in een dergelijke bejege ning als zijn grootvader ondervond en niet minder onbeschaamd sprak hij „Dat is nog al regelrecht uitgesproken, hé Nu, die jonge Hawthorne van Box- grove moet een verbazend knappe jongen wezen. Niet dat ik daar persoonlijk over oordeelen kan, maar ik heb het gehoord van lady Anne. Als ik u was, grootvader, zou ik nog maar bijtijds een spaak in het wiel steken." „Houdt jij er je buiten, Spencer", gebood de baronet. En toen, tot zijn kleindochter „Nu verkies ik, dat jij verder niet meer naar Boxgrove gaat, verstaan Als je er ooilt weer een voet zet dan zal Hawthorne een brief krijgen, die op pooten staat, dat verzeker ik je. En praat me nu niet meer over ondankbaarheid en al dien nonsens. Als daar ooit sprake van kon wezen, dan is die aan zijn kant en niet aan den mijnen. Als hij niet zoo'n verwaande idioot was geweest, dan zou hij me niet dien wissel hebben teruggestuurd, dien ik hem voor jouw onderhoud zond." „Watriep Kers. En ze rukte zich los van Mary en stond tegenover haar groot vader, beurtelings doodsbleek en vuurrood. „Wét Dat heeft u toch niet gedaan Dat heeft u toch niet durven wagen U zoudt hem gèld hebben gezonden gèld, voor al wat hij voor mij heeft gedaan van Vlaanderen, door de aanvaarding dier rechten erkenden ze tevens hem als hun heer, zij werden vazal van den graaf. Wel beschouwde de abt hem als geweldenaar maar hun banvloek stuitte af op 's vorsten ijzeren arm. Nog sterker, waar de graaf gevolmachtigden benoemde om de abdijen te controleeren, maakte hij zich van het klooster te St. Omer zelf abt (900918) Saint-Omer profiteerde van de voort durende aanwezigheid van den graaf en zoo zien we, dat, nadat er sinds 874 een markt was, de stad Saint Omer in de 10de eeuw (dus niet meer de abdij) geld slaan mocht, dat er heel wat minder primitief uitziet dan de in ons bezit zijnde munt jes 3). Men voelt nu al wel, waar ik heen wil, in den nu volgenden rustigen tijd, als handel en industrie zich ontwikkelen, heeft de stad de rechten en plichten, die in pri- mitieveren tijd de abdij had. Zij voldoet nu aan de geestelijke behoeften, de tijd der abtsmuntjes, der „série abbatiale" is voorbij 1 Wanneer bovenstaande juist is,-dan is het zeer waarschijnlijk, dat de Noormannen na hun rooftochten, waarbij de abdij her haaldelijk geplunderd en zelfs verwoest is, ook deze muntjes medegebracht hebben. Dit behoeft niet precies te zijn in 845, ook later hebben ze na eerst Vla.anderen ge brandschat te hebben nog wel voet aan wal gezet op Walcheren, dat op de route naar hun vaderland lag. Zoo verwoest de Noor- sche Wiking Weiand in het voorjaar van 861 het klooster van St. Omer en plundert de Sommestreek en de stad Thérouanne. Einde Maart 862 verlaat hij het Seine gebied, de vloot steekt weer zee in en splitst zich in verschillende kleinere afdee- lingen, maar niet voordat Karei de Kale ee.n schatting van 6000 pond in goud en zilver betaald had. Juist door de krachtige heerschappij van Boudewijn met-den-ijze- ren-arm bleef Vlaanderen voor invallen gevrijwaard. Maar juist de Rijn- en Maas streken en de Somme- en Seinestreek, dus de gebieden ten Noorden en ten Zuiden van Vlaanderen werden indirect de dupe van den weerstand, dien een Boudewijn kon bieden. Na Boudewijn's dood in 878 of 879 wordt dat anders. Wanneer de Angel saksische koning Alfred de wikingen, die Wessex onveilig maakten, een geduchte nederlaag heeft toegebracht in 878, bega ven ze zich naar de Frankische Kanaal- kust, waar St. Omer en Thérouanne het weer moesten ontgelden. Wanneer hun nu de dood van Boudewijn ter oore komt, gaan ze het volgend jaar naar Gent en brand schatten het heele gebied tusschen Lys en Schelde. *t Is ondoenlijk de eentonig-vreeselijke reeks van Noormannen-tochten te behan delen, maar bovenstaande is bewijs genoeg, dat Walcheren in ruime mate gedeeld heeft in de algemeene ellende en ook nog in de tiende eeuw zoo zingen de Ijslandsche skalden over de.n Noorschen konirig Olaf (9951000) ,,De vorst sloeg eindelijk herhaaldelijk de Saksers neer tot voedsel van den schuwen, Ieelijken wolfde vriem- denrijke koning gaf wijd in het rond het bloed van vele Friezen te drinken aan de donkere wolven. De machtige vredestich ter veranderde de bewoners van Walcheren in lijken, de legeraanvoerder gaf de licha men der Vlamingen aan de raven." Maar waar wij zagen, dat de muntjes uit de 9de eeuw moeten dateeren, daar de stad St. Omer reeds in de 10de eeuw het recht van muntslag kreeg, heeft dit laatste voor ons betoog geen waarde. Ik heb slechts trachten aan te toanen, dat het hoogstwaarschijnlijk is, dat de veelgenoemde, hoogst zeldzame muntjes hier zijn achtergelaten door de Noorman nen waaruit dan ook volgt, dat de vlied- heuvels' hier al moeten geweest zijn in de 9de eeuw, en zoo zouden we voor de da teering der vliedbergen weder een stapje 3) Een grootere denier afgebeeld in de 5e aflevering van het Bulletin de la Societé des Antiquaries de la Morinie. Dat is toch niet waar, sir Jerry In 's hemelsnaam, spreek dan toch „Wat is er in dat kind gevaren riep de oude man. „Beleedigen Ik zou dien Geoffry Hawthorne beleedigd hebben, door hem geld te zenden Ja tóch heb ik dat gedaan Denk je, dat ik verplichtin gen aan hem wilde hebben voor jouw on derhoud Ik heb hem een cheque gestuurd van twee duizend pond dus dit was be rekend op gemaakte onkosten van nage noeg twee honderd pond per jaar. Maar, verwaand als hij is, heeft hij mij den wissel onmiddellijk terug gestuurd, met een brief er bij, waarin hij zei, hoe het hem waarlijk leed deed dat ik mij verplicht voelde tot dien maatregel, maar hoe hij er toch niet van gediend was Geen woord van dank of van verontschuldiging, dat moet je niet denken Met onbestemden kreet stormde Kers het vertrek uit, de deur achter zich dicht slaand. Sir Jerry was buiten adem van die „scène" lady Faulkner durfde natuurlijk niets zeggen en snikte niaar voort ook Mary had haar tranen niet langer kunnen weerhouden en mrs. Guest liet z-ich nu v/eer achterover vallen, maar deed toch de moeite, haar stemgeluid in zoo verre te verheffen, dat ze sprak „Wat een eigenaardig kind is dat Waarlijk, papa, u "hadt beter gedaan haar nog eenigen tijd naar kostschool te stu ren Het ontbreekt haar totaal aan zelf- beheerschingHet is al ongebreidelde hartstocht en heftigheid „Het ontbreekt haar aan gezond ver stand, de kleine kat, dat geloof ik eerder Maar naar Boxgrove gaat ze niet meer heen daar kan ze wel zeker van zijn Anders hebben we iedere week weer zoo'n scène Wat scheelt er aan, lady Faulk ner Wie heeft u iets misdaan Haar ladyschap antwoordde iets on hoorbaars en begon toen de gezwollen oogleden af te vegen. Het liefst nog was Geregelde verbinding tusschen Afvaarlen in beide richtingen WOENSDAG en ZATERDAG. Prompte zorgvuldige bediening. Billijke vrachten. Alle inlichtingen worden gaarne verstrekt door de Agenten BEURSSTRAAT TELEFOON 29 VLISSINGEN nader zijn gekomen. Maar waar dit weer nieuwe verschieten oplevert en ik waar lijk reeds te veel gevergd heb van het ge duld mijner lezers, zal ik nu hier niet nader op ingaan. Men ziet hoe belangrijk het is, dat er verzamelpunten bestaan waar voor werpen van geschiedenis of kunst gebracht en bewaard worden, en hoe men vaak juist daardoor tot verrassende resultaten komen kan, die van meer dan locaal belang zijn. H. G. VAN GROL. Vlissingen, Januari 1926. T erugblik. Terugtocht der domooren. De rede van den burgemeester, waarmede hij de eerste raadszitting van het jaar pleegt te openen, bevatte ditmaal geen belangrijke mededeelingen. Het voornaam ste er in was wel de vrij optimistische toon die er uit klinkt. Met iets meer ver trouwen dan tot nu toe meende de burger vader het nieuwe jaar te kunnen ingaan. Het is ons alleen uit zijn gegevens niet duidelijk geworden waarin deze blijmoe digheid haar oorsprong vindt. De steeds rijpende werkeloosheid duidt er o.i. zeer ernstig op, dat de toestand nog verre van looskleurig is. Er is in sommige bedrijven eenige verbetering, maar in andere en met name luxe-bedrijven ging het minder. De automobiel-, de piano-, de fotografie- en ac filmhandel gingen achteruit. De uitkeeringen aan werkeloozen en voor verdere ondersteuningen bedroegen 1.8 millioen gulden, een bedrag dat bijna een vijfde deel van de gemeentelijke inkomsten belasting is. De burgemeester ziet toch in dat dit niet zóó kan blijven en dat er een teveel aan arbeidskrachten is, dat alleen door afvloeiing kan worden weggenomen. Daarvan komt natuurlijk niets, want waar heen moet die afvloeiing geschieden Het is in ons geheele land hetzelfde liedje de kwaal is nationaal. De gemeente zal in 1926 ongetwijfeld zijn 400 duizendsten bewoner noteeren we er zijn er nog maar 1500 af. In 1925 steeg het getal weer met ruim zeven dui zend, waarvan weer 4000 het gevolg hier van waren dat er meer geboorten dan sterften waren. Nog maar steeds linea recta naar de overbevolking, de werkloosheid en de. armoede. Met die toeneming van zeven duizend zielen zijn wij maar matig ingeno men en wanneer wij eens de volledige cij fers hadden die aantoonden hoeveel inko men de stad verliet en hoeveel er in kwam zouden wij er wellicht nog minder mee ingenomen zijn. Wij zijn helaas voor de toekomst van Den Haég niet zoo optimis tisch als onze burgemeester, te minder cmdat wij het bestuursbeleid onzer ge meente» met name van den gemeenteraad, een ernstig gevaar achten voor ons stads- heil. Met den aanwas van het aantal wonin gen staat het zonderling. Totaal zijn er in dit jaar bijgekomen 3000 woningen, waar van 1600 arbeiders-woningen en daarvan ze Kers achterna gegaan maar dit durfde zt dan wel allerminst 1 Mary was intusschen opgestaan en trad langzaam naar de deur. Sir Jerry had haar echter gehoord en keek eens, wat zij deed. „Waar ga je heen, hè „Naar Kers, grootvader!" klonk het weifelend antwoord. „Nu je kunt gaan bepraat haar dan maar dat zij wat verstandiger wordt en dat zij gerust dat idee opgeeft, om ooit naar Boxgrove te gaan Doet ze dit tóch, dan zal ze tot de voor haar min-aangena- me ontdekking komen, dat Hawthorne „beleedigd" is," zooals zij dit noemtEn pas op, dat jij kaar niet helpt bij meer van die gekke streken uithalen, zooals zij nu vandaag deed Mary knikte slechts ten antwoord, dat ze haar grootvader verstaan had maar ze kon er nu echt spijt van hebben, dat ze zich over het geheel met de zaak bemoeid had Nu ze eenmaal a had gezegd, moest ze ook wel b zeggen Ze liep onmiddellijk naar de kamer van Kers en trad binnen. Het was er al duister, maar de stralenkrans van goud-blond haar viel toch heel goed waar te nemen Met het gezichtje in de handen verbor gen, snikte Kers geweldig. Mary boog zich over haar heen half-boos, half-mede- üjdend. „Huil toch niet zoo, Kers Wat geeft dat nu Ik wist wel, dat het zoo komen moestDat kon niet uitblijven Grootva der heeft het toch nog al schappelijk met je gemaakthij heeft tenminste lang niet zoo veel gezegd als ik wel dacht „Tegen mij En Kers zag op, met brandend gelaat en schitterende oogen. „Dacht je, dat ik er wat om gaf, wat hij tegen m ij zei Maar dat hij Geoff zoo beleedigd heeftHoe durfde hij O, dat zal ik hem nooit vergeven Als Geoff wi9t, dat ik 't wisto, dan zou ik hem nooit meer ónder de oogen durven ko zijn er ruim 500 door de gemeente ge bouwd. Er staan 185 gemeentewoningen leegDit laatste zegt zeer veel, want die woningen worden verre beneden den kost prijs verhuurd en vinden nog geen huur ders. Er staan in Den Haag ruim duizend woningen te huur, d.w.z. zoowat één pro cent van den voorraad, terwijl 2 a 3 normaal is te achten. Ongetwijfeld zijn die duizend woningen nog hard noodig, maar ze worden niet betrokken omdat ze veel te duur zijn. Een merkwaardig getuigenis hoorden we dezer dagen de zgn. Boomen- en Bloe- menwijk die na den oorlog is gebouwd is de beste klant voor de... verhuizers. Ieder die daar heen trekt, wil er liefst zoo gauw mogelijk weer vandaan. Slecht, ongeriefe lijk en duur is het er en slechts noodge dwongen vestigt men zich er met het vaste voornemen er zoo spoedig mogelijk weer uit te gaan. Vandaar die vette klanten voor de expediteurs. Men zegt dat er van de 1000 leegstaande woningen meer dan 500 in deze wijk te vinden zijn. De burgei- meester constateerde in zijn rede dat er van sommige woningtypen in vorige jaren te veel is "gebouwd. Zeer juistvan het woningtype nl. dat niet geliefd is en dat onbewoonbaarheid zeer nabij komt De daling der 'bouwkosten bracht vol gens den burgervader een herleving der eensgezinswoning, zooals wij er in de bui tenwijken zoo vele zien verrijzen. De vraag is, meende hij, of uit een oogpunt van stads-economie en van welstand de toeneming op zoo groote schaal valt toe te juichen. Zeer zeker valt dit toe te jui chen, want die woningen zijn meest eigen dom van den bewoner, die voor de hooge huur die hij voor een slechte woning moet betalen, best een eigen huisje kan hebben en dan ontslagen is van de uitbuiting der huizen-verhuurders. Er wordt op die wijze ook veel meer geld belegd in onroerend goed, zoodat er weer geld vrij komt voor anderen bouw. Wat de economie en de welstand hier mee te maken hebben is ons niet duidelijk. Verheugend was de ontwikkeling van het vreemdelingenverkeer. Wereldcongres sen van groote beteekenis kwamen lher bijeen. Ondanks, zouden wij er bij willen voegen, ondanks vele verkeerde bepalin gen door het gemeentebestuur gesteld en ondanks de nooit te vergeven fout dat de gemeente nog steeds niet voor een goed congresgebouw zorgde, dat veel harder noodig is dan een stadhuis of een museum- Het is een merkwaardig verschijnsel dat de befaamde verordening op de café sluiting die op 1 Januari intrad, op 4 Janu ari al weer voor een goed deel om hals is gebracht. De raad nam toen een motie aan cm de bepalingen op te heffen voor par tijen van vereenjgingen. Trouwens het liet zich nu al aanzien dat men ging ontdui ken. Men trekt naar Rijswijk en naar Wassenaar, vangt 's avonds vroeger aan, enz. De gymnasiasten, ook al ontevreden ever de vrijheidsbeperking, vangen hun jaar-fuif aan om... half vijf. Eerst the- ciansant, dan gemeenschappelijke maaltijd en daarna soirée dansante. Het zal verstan dig zijn zoo gauw mogelijk de domme men.... Ze liet het gezichtje weer in de handen vallen en barstte opnieuw in snikken uit. „Nu, ik wou wel, dat je daar nooit van gehoord had luidde Mary's verzuchting. „Maar, eerlijk gezegd, vat je het ook aller- bespottelijkst op In ieder geval is het geschied en sir Jerry heeft het in je best wil gedaan 1" „Het was schandelijk!... Beleedigend in de hoogste matesnikte Kers weer. „Morgen aan den dag ga ik naar Boxgro ve en bij Geoff mijn excuus maken dat ik er nooit van geweten heb „Neen, neen riep Mary, wie de schrik om het hart sloeg bij deze mogelijke ver nieuwde overtreding. „Dat moet je waarlijk niet doen. Dan schrijft grootvader aan mr Hawthorne en je vat zelf, wat voor brief dat dan is Ik moest je juist overtuigen, dat je toch niet meer naar Boxgrove moest gaan, heeft hij gezegd, en ik raad het je ook werkelijk in aller bestwil Laat 11 u eerst deze bui voorbij drijven. Sir Jerry zou niet half zoo driftig zijn uitgevallen, als Spen maar gezwegen had die nare jongen Dit was een ongewone heftigheid voor Mary maar ook zij haatte Spencer Faulkner „Je moet heusch voorzichtig zijn, Kers", sprak ze met haar grootste overredings kracht. „Om der wille van mr. Hawthor ne Want, als grootvader hem schreef, dan zou dit een allesbehalve aangename brief zijn „Ja, dat is zoo>. Hij is al beleedigend ge noeg geweest door mij. Dat zal niet wéér febeuren Maar je zei immers iets van pencer Wat beweerde die toch?... Ik heb wel o-ehoord, dat hij sprak maar ik was te boos, om te luisteren „O, niets 't Was natuurlijk iets spij tigs Spen moet nu eenmaal altijd spijtig wezen Maar je hoeft er je niet boos over te maken Toe Kers, huil nu ook inaar

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1926 | | pagina 1