Rotterdam, Dordrecht en Vlissingen, vice versa
I
ZATERDAG 9 JANUARI
elegd op
LATEN
1
Eerste Blad
No.7'
64e Jaargang-
Maatschappij van
FEUILLETON
DE VONDELINGE
STOOMVAART MAATSCHAPPIJ „TELEGRAAF
B. STOFKOPER Co.
Brieven uit de Hofstad
1926
VL1SSINGSCHE COURAINT
Woonhuis
Iraagd. Begin Bad-
1 Hobeinstraat of
I. Brieven met prijs-
|rs C. N„ Bureau
Courant".
kevraagd
EISJE
Inkel, niet beneden
[SEN, Prinsenstr 43.
/liddelb.-Rotterdam
ligelegen plaatsen
'AN PASSAGIERS..
EN EN VEE.
r. Butt,
r.i: ii
uari
T, »di.
I. IS. lit.
8
8
8
(en wordt Woensdag
i morcrens ten 12 uur
gevaren.
Jiën te bekomen
J.V. Transport- en Exp.
Erven Q. VOS, Telef.
3. EENHOORN, Tel. IBS
OSTERHOÜT, Tel.282
l BUITEN HEK, TeLlOl
I
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
NOORMANNEN OP WALCHEREN
EN HET STEDELIJK MUSEUM.
III (Slot.)
In 845 breekt een nieuwe storm over
West-Europa los. De Deensche koning
Harek rust een ontzaglijke vloot uit, die
tegelijk de rijken der drie Frankische vor
sten moet aanvallen. De hoofdmacht wordt
geconcentreerd tegen de Elbe, waar een
vloot van 600 schepen verschijnt en Ham
burg overvallen wordt, een tweede vloot
van 120 schepen verschijnt op de Seine.
Misschien is het openvallen van het Deen
sche leen in deze streken niet geheel
vreemd aan de onderneming geweest. De
Seinevloot staat onder bevel van Ragnar,
die de Seine stroomopwaarts optrok, daar
er van eenigen georganiseerden tegenstand
van Karei den Kale geen sprake was.
Eindelijk te St, Denis had Karei zijn troe
pen verzameld, een deel der Frankische
strijdmacht werd verslagen en de Denen
zetten verder ongehinderd koers naar
Parijs. Zij drongen op Paaschzondag 29
Maart de stad binnen, plunderden het rijke
klooster St. Germain-des-Prés en trokken
zich niets aan van het leger van Karei, dat
in hun rug stond. De schrik zat er bij Karei
zoo in, dat hij ze uit zijn land wegkocht.
In een plechtige bijeenkomst tusschen den
West-Frankischen koning en de aanvoer
ders der Wikingen beloofden de laatsten
voor 7000 pond het Seinegebied voor ver
dere verwoestingen te sparen en het rijk
van Karei niet meer te betreden. Inderdaad
werd het gebied van de Seine verlaten,
maar blijkbaar hebben ze geen heldere
voorstlling van de grootte van het West-
Frankische rijk. Althans in het nauw van
Calais reeds hebben ze hun belofte ver
geten, en plunderden het klooster St.
Bertin in de buurt van St. Omer.
Hier zijn we nu gekomen aan een cardi-
naal punt. Men oordeele slechts. In den
zomer van 1923 werd ik bij een bedaagd
omwoner van Vlissingen, een nauwkeuriger
localisatie geeft ik liever niet, gewaar, dat
deze een halve eeuw geleden in een vlied-
heuvel gevonden had een paar kleine zil
veren uiterst gave muntjes deze stond hij
af aan het Museum en ten slotte -is het mij
gelukt ze niet alleen te identjficeeren, maar
bovendien de herkomst er van na te gaan.
Ik behoef hier slechts even te vermelden,
dat het zijn twee kleine denieren, of mailles
en wel geslagen in de abdij van St. Bertin
bij St. Omer aan de voorzijde vertoonen
zich bij de eene twee bischopsstaven, aan
de achterzijde een kruis aan de vier punten
voorzien van de Fransche lelie de andere
is een variëteit met den bisschopsstaf tus
schen twee stokken ze zijn afgebeeld de
eerste in Rethaan Macaré, I Verhandeling
over de bij Domburg gevonden munten,
Pi. Ill, No. 72, de andere in idem II, Plaat
III, No. 24. De twee bisschopsstaven zijn
de abtsteekens van St. Bertin en Sainte
Marie of St. Omer.
Nu was de moeilijkheid en de daarmee
gepaard gaande wonderlijkheid, hoe kwa
men de muntjes hier? Te moeilijker was
dit probleem, omdat ze volgens de munt-
kundigen dateerden uit de 12e of 13e eeuw.
Juist in 1923 kwam het door mij genoemde
werk uit, dat een nieuw licht verspreidde
over de Noormannen, en mij trof, in den
winter dit werk bestudeerende, het feit, dat
de abdij van St. Bertin herhaalde malen
door de Noormannen geplunderd was. De
dateering der munten echter was een hope
loos bezwaar om het voor de hand liggend
verband aan te nemen. Wanneer nl. de
Noormannen deze muntjes hadden achter
gelaten, dan konden de muntjes niet uit de
12e of 13e, maar moesten ze uit de 9de of
10de eeuw dateeren. Geen numismaticus
van professie zijnde was het een heel
Naar het Engelsch.
(Nadruk verboden)
16)
„En die "onbeschaamdheid, waarmee je
daar allemaal voor uitkomtriep hij. En
toen tot Mary „En jij hebt baar nog ge
holpen bij dat ondernemen Zij weet
misschien niet beter, maar ik dacht, dat jij
toch wijzer waartWat beteekent dat
allemaal
Mary begon te trillen over Itêel haar
lichaam ze haatte een „scène"
Kers sloeg de armen beschermend om
haar heen
„U moet haar niets kwalijk nemen, sir
Jerry sprak ze heel beslist. „Als u wat
tc zeggen heeft, zeg u het dan tegen mij
Mary is met mij meegegaan, enkel omdat
ze dacht, dat het u minder boos zou maken
als zij er bij was, dan dat ik alleen ging
„Zoo Nu, luister dan eens, jonge
dame. Ik verbied je voor eens en voor al
tijd, om ooit meer naar Boxgrove te gaan
het zij dan mèt of zónder nichtje ïk wi!
niet hebben, dat je er een voet meer zet,
verstaan
„Ik versta het 1"
„'En je hebt het ook begrepen, en zult er
je aan houden
„Neen", antwoordde Kers, zonder be
denken.
„Hè?.. Wat?" riep de baronet, die
Gacht dat zijn gehoor hem misschien be
loog. „Meen jij soms, miss Faulkner, dat
ie toch zult gaan, ondanks mijn verbod
..Zekerals u zoo hard en zoo ondank-
Gaar is, om het mij te verbieden
Kers was geheel overstuur ze zag on-
rfeW°M-n haar hartje klopte gewel
dig- Niemand dan u zou zoo iets ook dur
ven doen, maar ik laat het toch niet. Ik
waagstuk een vrijwel onbekend terrein, te
exploreeren en voor de hand lag dan ook
om met de numismatici te rade te gaan.
Maar een bevredigende oplossing kon, ik
niet verkrijgen. Men tastte in het duister,
men hoorde mij bereidwillig aan, maar om
tot een resultaat, hetzij positief, hetzij ne
gatief te komen moest ik zelf den knoop
doorhakken, althans een poging daartoe
aanwenden. Uit enkele Fransche werken
kwam ik tot de conclusie, dat de een den
ander napraatte en dat dus de dateering
berustte op een enkele bron en wel van
een Fransch verzamelaar, die een heele
collectie bezat van de munten van St.
Omer. Deze munten werden in die „Cata
logue de la collection de M. Deswismes"
verdeeld in grafelijke, gemeentelijke en
abtsmuntjes, juist in de volgorde als ik nu
noem, daarop steunde de dateering van
12e of 13e eeuw. Na langdurig onderzoek,
want het scheen mij eerst toe, dat de zaak
vastgeloopen vyas, slaagde ik erin een
werk ten gebruike te krijgen, dat de ge
schiedenis van St. Omer zeer uitvoerig be
handelt. 1)
Logisch achtte ik het voor mij zelf, dat
abtsmuntjes vooraf gingen aan grafelijke
of gemeentelijke muntjes, maar „weten
schap en geloof leven vaak in onmin", zoo
als de Genestet terecht zegt Laat ik be
ginnen met te zeggen, dat de genoemde
muntjes niet voorkomen in het werk hier
juist genoemd, maar dat was ook niet
noodig, uit de generale regels kan men
het bijzondere afleiden. Maar de ver
moeide lezer zou graag nu het resultaat
willen weten. Welnu, ziedaar De archie
ven van Saint Omer zijn zoo goed als on
gerept, de Annales Bertiniani zijn nog
steeds een welkome bron voor dien duis
teren tijd. Men ga slechts na uit de' 7de
eeuw zijn er nog een zestal oorkonden, uit
de 8e eeuw een achttiental, maar nu stel
ik uw geduld niet langer op de proef en
resumeer.
Uit de 7de eeuw dateert reeds het kloos
ter, in dien tijd was een abdij een brand
punt voor den verren omtrek, maar tevens
werden er vaak harde slagen uitgedeeld
men zond vaak „strenui abbates" door
tastende abten, die desnoods met geweld
het Christendom verbreidden maar ook
handhaafden, vaak was de versterkte abdij
tevens het sterke bolwerk van den lands
heer, die de abdij z.g.n. regalia d.w.z.
vorstelijke fechten gaf door de onher
bergzaamheid der terreinen moesten ze
vaak zelfstandig optreden en waren maan
den, soms jaren lang, verstoken van com
municatie n>et den vorst. Een dier rechten
was ook het muntrecht, want de monniken
dreven tevens handel, een „pénétration
pacifique" werd vaak ook een economische
vooruitgang en zoo was het muntwezen ook
weer een noodzakelijke instelling. Als we
nu weten dat Childerik III, de laatste
Merovinger vorst stierf in dit klooster in
752, dat de abt door de nieuwe dynastie,
de Karolingische, zijn rechten hernieuwd
zag, dat een zoon van Karei den Groote
zelfs later abt werd, dan behoeft het ons
niet te verwonderen, dat de abdij van
St. Bertin het recht van muntslag bad en
voorloopig hield. In 874 vernieuwde Karei
de Kale de privileges der abdij. Tegen
het einde der 9e eeuw werd Vlaanderen
een feodale staat onder zijn eersten graaf
Boudewijn met-den-ijzeren-arm, titel dien
hij veroverd had door zijn successen tegen
de Noormannen, waardoor hij tevens het
graafschap verwierf en zelfs zijn vrouw
houden mocht, die hij geschaakt had, en die
niet meer of minder dan een dochter was
van Karei den Kale. Maar hij zoowel als
zijn opvolger waren er op uit 2) om de
macht van den landsheer te verstevigen,
aan de machtige abdijen hun souvereine
rechten, „les droits régaliens", te ontnemen,
zij gaven ze gedeeltelijk wel weer terug,
maar gekortwiekt werden ze toch en ze
herkregen ze bij de gratie van den Graaf
A. Giry, Histoire de la ville de Saint-
Omer. Paris 1877.
A. Giry, Histoire etc., p. 26.
denk er niet aan Ik ben niet zoo min en
zoo ondankbaar. Ik houd van hen op Box-
grove, méér dan van iemand anders ter
wereld
Er volgde een oogenblik pauze van dit
stoutmoedig optreden was zelfs sir Jerry
verstomd Hij zat recht voorover geleund
zijn kleindochter aan te staren in machte-
looze drift. Mary bracht nog een paar
woorden ter vergoelijking in het midden
lady Faulkner wist niet beter te doen, dan
haar zakdoek te voorschijn te halen en
zelfs mrs. Guest ontwaakte uit haar apa
thie. Spen keek met ondeugenden blik hij
verheugde zich in een dergelijke bejege
ning als zijn grootvader ondervond en
niet minder onbeschaamd sprak hij
„Dat is nog al regelrecht uitgesproken,
hé Nu, die jonge Hawthorne van Box-
grove moet een verbazend knappe jongen
wezen. Niet dat ik daar persoonlijk over
oordeelen kan, maar ik heb het gehoord
van lady Anne. Als ik u was, grootvader,
zou ik nog maar bijtijds een spaak in het
wiel steken."
„Houdt jij er je buiten, Spencer", gebood
de baronet. En toen, tot zijn kleindochter
„Nu verkies ik, dat jij verder niet meer
naar Boxgrove gaat, verstaan Als je er
ooilt weer een voet zet dan zal Hawthorne
een brief krijgen, die op pooten staat, dat
verzeker ik je. En praat me nu niet meer
over ondankbaarheid en al dien nonsens.
Als daar ooit sprake van kon wezen, dan
is die aan zijn kant en niet aan den mijnen.
Als hij niet zoo'n verwaande idioot was
geweest, dan zou hij me niet dien wissel
hebben teruggestuurd, dien ik hem voor
jouw onderhoud zond."
„Watriep Kers. En ze rukte zich los
van Mary en stond tegenover haar groot
vader, beurtelings doodsbleek en vuurrood.
„Wét Dat heeft u toch niet gedaan Dat
heeft u toch niet durven wagen U
zoudt hem gèld hebben gezonden gèld,
voor al wat hij voor mij heeft gedaan
van Vlaanderen, door de aanvaarding dier
rechten erkenden ze tevens hem als hun
heer, zij werden vazal van den graaf. Wel
beschouwde de abt hem als geweldenaar
maar hun banvloek stuitte af op 's vorsten
ijzeren arm. Nog sterker, waar de graaf
gevolmachtigden benoemde om de abdijen
te controleeren, maakte hij zich van het
klooster te St. Omer zelf abt (900918)
Saint-Omer profiteerde van de voort
durende aanwezigheid van den graaf en
zoo zien we, dat, nadat er sinds 874 een
markt was, de stad Saint Omer in de 10de
eeuw (dus niet meer de abdij) geld slaan
mocht, dat er heel wat minder primitief
uitziet dan de in ons bezit zijnde munt
jes 3). Men voelt nu al wel, waar ik heen
wil, in den nu volgenden rustigen tijd, als
handel en industrie zich ontwikkelen, heeft
de stad de rechten en plichten, die in pri-
mitieveren tijd de abdij had. Zij voldoet nu
aan de geestelijke behoeften, de tijd der
abtsmuntjes, der „série abbatiale" is
voorbij 1
Wanneer bovenstaande juist is,-dan is
het zeer waarschijnlijk, dat de Noormannen
na hun rooftochten, waarbij de abdij her
haaldelijk geplunderd en zelfs verwoest is,
ook deze muntjes medegebracht hebben.
Dit behoeft niet precies te zijn in 845, ook
later hebben ze na eerst Vla.anderen ge
brandschat te hebben nog wel voet aan wal
gezet op Walcheren, dat op de route naar
hun vaderland lag. Zoo verwoest de Noor-
sche Wiking Weiand in het voorjaar van
861 het klooster van St. Omer en plundert
de Sommestreek en de stad Thérouanne.
Einde Maart 862 verlaat hij het Seine
gebied, de vloot steekt weer zee in en
splitst zich in verschillende kleinere afdee-
lingen, maar niet voordat Karei de Kale
ee.n schatting van 6000 pond in goud en
zilver betaald had. Juist door de krachtige
heerschappij van Boudewijn met-den-ijze-
ren-arm bleef Vlaanderen voor invallen
gevrijwaard. Maar juist de Rijn- en Maas
streken en de Somme- en Seinestreek, dus
de gebieden ten Noorden en ten Zuiden
van Vlaanderen werden indirect de dupe
van den weerstand, dien een Boudewijn
kon bieden.
Na Boudewijn's dood in 878 of 879
wordt dat anders. Wanneer de Angel
saksische koning Alfred de wikingen, die
Wessex onveilig maakten, een geduchte
nederlaag heeft toegebracht in 878, bega
ven ze zich naar de Frankische Kanaal-
kust, waar St. Omer en Thérouanne het
weer moesten ontgelden. Wanneer hun nu
de dood van Boudewijn ter oore komt, gaan
ze het volgend jaar naar Gent en brand
schatten het heele gebied tusschen Lys en
Schelde.
*t Is ondoenlijk de eentonig-vreeselijke
reeks van Noormannen-tochten te behan
delen, maar bovenstaande is bewijs genoeg,
dat Walcheren in ruime mate gedeeld heeft
in de algemeene ellende en ook nog in de
tiende eeuw zoo zingen de Ijslandsche
skalden over de.n Noorschen konirig Olaf
(9951000) ,,De vorst sloeg eindelijk
herhaaldelijk de Saksers neer tot voedsel
van den schuwen, Ieelijken wolfde vriem-
denrijke koning gaf wijd in het rond het
bloed van vele Friezen te drinken aan de
donkere wolven. De machtige vredestich
ter veranderde de bewoners van Walcheren
in lijken, de legeraanvoerder gaf de licha
men der Vlamingen aan de raven." Maar
waar wij zagen, dat de muntjes uit de 9de
eeuw moeten dateeren, daar de stad St.
Omer reeds in de 10de eeuw het recht van
muntslag kreeg, heeft dit laatste voor ons
betoog geen waarde.
Ik heb slechts trachten aan te toanen,
dat het hoogstwaarschijnlijk is, dat de
veelgenoemde, hoogst zeldzame muntjes
hier zijn achtergelaten door de Noorman
nen waaruit dan ook volgt, dat de vlied-
heuvels' hier al moeten geweest zijn in de
9de eeuw, en zoo zouden we voor de da
teering der vliedbergen weder een stapje
3) Een grootere denier afgebeeld in de
5e aflevering van het Bulletin de la Societé
des Antiquaries de la Morinie.
Dat is toch niet waar, sir Jerry In 's
hemelsnaam, spreek dan toch
„Wat is er in dat kind gevaren riep
de oude man. „Beleedigen Ik zou dien
Geoffry Hawthorne beleedigd hebben, door
hem geld te zenden Ja tóch heb ik
dat gedaan Denk je, dat ik verplichtin
gen aan hem wilde hebben voor jouw on
derhoud Ik heb hem een cheque gestuurd
van twee duizend pond dus dit was be
rekend op gemaakte onkosten van nage
noeg twee honderd pond per jaar.
Maar, verwaand als hij is, heeft hij mij den
wissel onmiddellijk terug gestuurd, met
een brief er bij, waarin hij zei, hoe het
hem waarlijk leed deed dat ik mij verplicht
voelde tot dien maatregel, maar hoe hij er
toch niet van gediend was Geen woord
van dank of van verontschuldiging, dat
moet je niet denken
Met onbestemden kreet stormde Kers
het vertrek uit, de deur achter zich dicht
slaand. Sir Jerry was buiten adem van die
„scène" lady Faulkner durfde natuurlijk
niets zeggen en snikte niaar voort ook
Mary had haar tranen niet langer kunnen
weerhouden en mrs. Guest liet z-ich nu
v/eer achterover vallen, maar deed toch de
moeite, haar stemgeluid in zoo verre te
verheffen, dat ze sprak
„Wat een eigenaardig kind is dat
Waarlijk, papa, u "hadt beter gedaan haar
nog eenigen tijd naar kostschool te stu
ren Het ontbreekt haar totaal aan zelf-
beheerschingHet is al ongebreidelde
hartstocht en heftigheid
„Het ontbreekt haar aan gezond ver
stand, de kleine kat, dat geloof ik eerder
Maar naar Boxgrove gaat ze niet meer
heen daar kan ze wel zeker van zijn
Anders hebben we iedere week weer zoo'n
scène Wat scheelt er aan, lady Faulk
ner Wie heeft u iets misdaan
Haar ladyschap antwoordde iets on
hoorbaars en begon toen de gezwollen
oogleden af te vegen. Het liefst nog was
Geregelde verbinding tusschen
Afvaarlen in beide richtingen WOENSDAG en ZATERDAG.
Prompte zorgvuldige bediening. Billijke vrachten.
Alle inlichtingen worden gaarne verstrekt door de Agenten
BEURSSTRAAT TELEFOON 29 VLISSINGEN
nader zijn gekomen. Maar waar dit weer
nieuwe verschieten oplevert en ik waar
lijk reeds te veel gevergd heb van het ge
duld mijner lezers, zal ik nu hier niet nader
op ingaan. Men ziet hoe belangrijk het is,
dat er verzamelpunten bestaan waar voor
werpen van geschiedenis of kunst gebracht
en bewaard worden, en hoe men vaak
juist daardoor tot verrassende resultaten
komen kan, die van meer dan locaal belang
zijn.
H. G. VAN GROL.
Vlissingen, Januari 1926.
T erugblik.
Terugtocht der domooren.
De rede van den burgemeester, waarmede
hij de eerste raadszitting van het jaar
pleegt te openen, bevatte ditmaal geen
belangrijke mededeelingen. Het voornaam
ste er in was wel de vrij optimistische
toon die er uit klinkt. Met iets meer ver
trouwen dan tot nu toe meende de burger
vader het nieuwe jaar te kunnen ingaan.
Het is ons alleen uit zijn gegevens niet
duidelijk geworden waarin deze blijmoe
digheid haar oorsprong vindt. De steeds
rijpende werkeloosheid duidt er o.i. zeer
ernstig op, dat de toestand nog verre van
looskleurig is. Er is in sommige bedrijven
eenige verbetering, maar in andere en met
name luxe-bedrijven ging het minder. De
automobiel-, de piano-, de fotografie- en
ac filmhandel gingen achteruit.
De uitkeeringen aan werkeloozen en voor
verdere ondersteuningen bedroegen 1.8
millioen gulden, een bedrag dat bijna een
vijfde deel van de gemeentelijke inkomsten
belasting is. De burgemeester ziet toch in
dat dit niet zóó kan blijven en dat er een
teveel aan arbeidskrachten is, dat alleen
door afvloeiing kan worden weggenomen.
Daarvan komt natuurlijk niets, want waar
heen moet die afvloeiing geschieden Het
is in ons geheele land hetzelfde liedje de
kwaal is nationaal.
De gemeente zal in 1926 ongetwijfeld
zijn 400 duizendsten bewoner noteeren
we er zijn er nog maar 1500 af. In 1925
steeg het getal weer met ruim zeven dui
zend, waarvan weer 4000 het gevolg hier
van waren dat er meer geboorten dan
sterften waren. Nog maar steeds linea recta
naar de overbevolking, de werkloosheid en
de. armoede. Met die toeneming van zeven
duizend zielen zijn wij maar matig ingeno
men en wanneer wij eens de volledige cij
fers hadden die aantoonden hoeveel inko
men de stad verliet en hoeveel er in kwam
zouden wij er wellicht nog minder mee
ingenomen zijn. Wij zijn helaas voor de
toekomst van Den Haég niet zoo optimis
tisch als onze burgemeester, te minder
cmdat wij het bestuursbeleid onzer ge
meente» met name van den gemeenteraad,
een ernstig gevaar achten voor ons stads-
heil.
Met den aanwas van het aantal wonin
gen staat het zonderling. Totaal zijn er in
dit jaar bijgekomen 3000 woningen, waar
van 1600 arbeiders-woningen en daarvan
ze Kers achterna gegaan maar dit durfde
zt dan wel allerminst 1
Mary was intusschen opgestaan en trad
langzaam naar de deur. Sir Jerry had haar
echter gehoord en keek eens, wat zij deed.
„Waar ga je heen, hè
„Naar Kers, grootvader!" klonk het
weifelend antwoord.
„Nu je kunt gaan bepraat haar dan
maar dat zij wat verstandiger wordt en
dat zij gerust dat idee opgeeft, om ooit
naar Boxgrove te gaan Doet ze dit tóch,
dan zal ze tot de voor haar min-aangena-
me ontdekking komen, dat Hawthorne
„beleedigd" is," zooals zij dit noemtEn
pas op, dat jij kaar niet helpt bij meer van
die gekke streken uithalen, zooals zij nu
vandaag deed
Mary knikte slechts ten antwoord, dat
ze haar grootvader verstaan had maar ze
kon er nu echt spijt van hebben, dat ze
zich over het geheel met de zaak bemoeid
had Nu ze eenmaal a had gezegd, moest
ze ook wel b zeggen
Ze liep onmiddellijk naar de kamer van
Kers en trad binnen. Het was er al duister,
maar de stralenkrans van goud-blond haar
viel toch heel goed waar te nemen
Met het gezichtje in de handen verbor
gen, snikte Kers geweldig. Mary boog zich
over haar heen half-boos, half-mede-
üjdend.
„Huil toch niet zoo, Kers Wat geeft
dat nu Ik wist wel, dat het zoo komen
moestDat kon niet uitblijven Grootva
der heeft het toch nog al schappelijk met
je gemaakthij heeft tenminste lang niet
zoo veel gezegd als ik wel dacht
„Tegen mij En Kers zag op, met
brandend gelaat en schitterende oogen.
„Dacht je, dat ik er wat om gaf, wat hij
tegen m ij zei Maar dat hij Geoff zoo
beleedigd heeftHoe durfde hij O, dat
zal ik hem nooit vergeven Als Geoff
wi9t, dat ik 't wisto, dan zou ik hem
nooit meer ónder de oogen durven ko
zijn er ruim 500 door de gemeente ge
bouwd. Er staan 185 gemeentewoningen
leegDit laatste zegt zeer veel, want die
woningen worden verre beneden den kost
prijs verhuurd en vinden nog geen huur
ders. Er staan in Den Haag ruim duizend
woningen te huur, d.w.z. zoowat één pro
cent van den voorraad, terwijl 2 a 3
normaal is te achten. Ongetwijfeld zijn
die duizend woningen nog hard noodig,
maar ze worden niet betrokken omdat ze
veel te duur zijn.
Een merkwaardig getuigenis hoorden we
dezer dagen de zgn. Boomen- en Bloe-
menwijk die na den oorlog is gebouwd is
de beste klant voor de... verhuizers. Ieder
die daar heen trekt, wil er liefst zoo gauw
mogelijk weer vandaan. Slecht, ongeriefe
lijk en duur is het er en slechts noodge
dwongen vestigt men zich er met het vaste
voornemen er zoo spoedig mogelijk weer
uit te gaan. Vandaar die vette klanten
voor de expediteurs. Men zegt dat er van
de 1000 leegstaande woningen meer dan
500 in deze wijk te vinden zijn. De burgei-
meester constateerde in zijn rede dat er
van sommige woningtypen in vorige jaren
te veel is "gebouwd. Zeer juistvan het
woningtype nl. dat niet geliefd is en dat
onbewoonbaarheid zeer nabij komt
De daling der 'bouwkosten bracht vol
gens den burgervader een herleving der
eensgezinswoning, zooals wij er in de bui
tenwijken zoo vele zien verrijzen. De
vraag is, meende hij, of uit een oogpunt
van stads-economie en van welstand de
toeneming op zoo groote schaal valt toe
te juichen. Zeer zeker valt dit toe te jui
chen, want die woningen zijn meest eigen
dom van den bewoner, die voor de hooge
huur die hij voor een slechte woning moet
betalen, best een eigen huisje kan hebben
en dan ontslagen is van de uitbuiting der
huizen-verhuurders. Er wordt op die wijze
ook veel meer geld belegd in onroerend
goed, zoodat er weer geld vrij komt voor
anderen bouw. Wat de economie en de
welstand hier mee te maken hebben is ons
niet duidelijk.
Verheugend was de ontwikkeling van
het vreemdelingenverkeer. Wereldcongres
sen van groote beteekenis kwamen lher
bijeen. Ondanks, zouden wij er bij willen
voegen, ondanks vele verkeerde bepalin
gen door het gemeentebestuur gesteld en
ondanks de nooit te vergeven fout dat de
gemeente nog steeds niet voor een goed
congresgebouw zorgde, dat veel harder
noodig is dan een stadhuis of een museum-
Het is een merkwaardig verschijnsel dat
de befaamde verordening op de café
sluiting die op 1 Januari intrad, op 4 Janu
ari al weer voor een goed deel om hals is
gebracht. De raad nam toen een motie aan
cm de bepalingen op te heffen voor par
tijen van vereenjgingen. Trouwens het liet
zich nu al aanzien dat men ging ontdui
ken. Men trekt naar Rijswijk en naar
Wassenaar, vangt 's avonds vroeger aan,
enz. De gymnasiasten, ook al ontevreden
ever de vrijheidsbeperking, vangen hun
jaar-fuif aan om... half vijf. Eerst the-
ciansant, dan gemeenschappelijke maaltijd
en daarna soirée dansante. Het zal verstan
dig zijn zoo gauw mogelijk de domme
men....
Ze liet het gezichtje weer in de handen
vallen en barstte opnieuw in snikken uit.
„Nu, ik wou wel, dat je daar nooit van
gehoord had luidde Mary's verzuchting.
„Maar, eerlijk gezegd, vat je het ook aller-
bespottelijkst op In ieder geval is het
geschied en sir Jerry heeft het in je best
wil gedaan 1"
„Het was schandelijk!... Beleedigend in
de hoogste matesnikte Kers weer.
„Morgen aan den dag ga ik naar Boxgro
ve en bij Geoff mijn excuus maken dat ik
er nooit van geweten heb
„Neen, neen riep Mary, wie de schrik
om het hart sloeg bij deze mogelijke ver
nieuwde overtreding. „Dat moet je waarlijk
niet doen. Dan schrijft grootvader aan mr
Hawthorne en je vat zelf, wat voor brief
dat dan is Ik moest je juist overtuigen,
dat je toch niet meer naar Boxgrove moest
gaan, heeft hij gezegd, en ik raad het je
ook werkelijk in aller bestwil Laat 11 u
eerst deze bui voorbij drijven. Sir Jerry
zou niet half zoo driftig zijn uitgevallen,
als Spen maar gezwegen had die nare
jongen
Dit was een ongewone heftigheid voor
Mary maar ook zij haatte Spencer
Faulkner
„Je moet heusch voorzichtig zijn, Kers",
sprak ze met haar grootste overredings
kracht. „Om der wille van mr. Hawthor
ne Want, als grootvader hem schreef,
dan zou dit een allesbehalve aangename
brief zijn
„Ja, dat is zoo>. Hij is al beleedigend ge
noeg geweest door mij. Dat zal niet wéér
febeuren Maar je zei immers iets van
pencer Wat beweerde die toch?... Ik
heb wel o-ehoord, dat hij sprak maar ik
was te boos, om te luisteren
„O, niets 't Was natuurlijk iets spij
tigs Spen moet nu eenmaal altijd spijtig
wezen Maar je hoeft er je niet boos over
te maken Toe Kers, huil nu ook inaar