BOY
Vlissingsciie Courant
AdveMii
Tweede Blad
PLOUVIER heeft de warme PANTOFFELS
(urgsche Maatschappij
Stoomvaart
MHDERDAB IS NOVEMBER I9ZS. Hl. 213
"Vervolg Binnenland
WUS", ARNHEj
FEUILLETON
JALOERSCHE LIEFDE.
EDERIK
olf Klein
Servaes
Nissen
2b Kuhn
nen de ketters
oo gaarne Don
r genieten van
winnen
2 uur
Teornltbataliig, Mi
IS. c'Sp regal ciear IS am]
IEert WERKVROUW
K»
Kleine Markt 13.
lagd voor direct
I DAGMEISJE
lan te melden Vrijdag- of
|oad.
Badhuisstraat 135.
lagd een nette
1 LOOPJONGEN
leden de 16 jaar. bij Firi
l'AA EN ZONEN.
lette
WERKSTER
voor den Vrijdag.
P. STEKETEE, PaliiJ
L raagt gemeubileerde
EN SLAAPKAMER
ledig pension. Brieven irf
laf' letters B. A.. Burej
T'ourant".
|uw VERMAAS. Badhuis
agt een net
|tWEEDE MEISJE.
^en - Middelb.-Rotterdi
Bschengelegen plaatsei|
Ier van" passage
JEDEREN EN VEE.
VAN DE
VAN
De Svabinetscrisis.
De „Nederlander" zet nog eens de hou
ding 'der christelijk-historischen uiteeti,
welke deze fractie heeft aangenomen toen
jn de Tweede Kamer de inötiüKersten
aan de orde werd gesteld.
Aan deze beschouwing ontleenen wij het
volgende
Geheel Nederland 'kent de feiten. Nadat
de christelijk-historischen gedurende vijf
jaren zich tegen herstel en handhaving van
dit gezantschap hadden verzet, deelden zij
in juli 1925 den heer Colijn onomwonden
mede, dat hun houding ten opzichte van
het gezantschap dezelfde zou blijven. Hun
geweten tiet hen niet toe, aan dezen post
Juni stem te geven. De 'heer Colijn heeft
deze mededeeling niet voor zich zelf ge
houden de roomsch-katholieken waren
met de gezindheid dei christelijk-historis
scher. bekend. Niettegenstaande deze be
kendheid traden vier roomsch-kathoheke
ministers' tot het kabinet toe.
Verwondering behoefde dit niet f wek
ken, aangezien in de vijf jaren, dat deze
post, onder het kabinet-Ruys, was verde
digd, nimmer de portefeuille-kwestie was
gesteld. -Hoe op den dag der stemming,
I ,door de christelijk-historischen zou worden
gehandeld, was dus reeds in Juli aan alle
jooinsch-katholieken bekend. Dat de vier
roomschc ministers, bij verwerping van den
post voor het gezantschap, weder zouden
terugtreden, werd eerst enkele dagen vóór
de, stemming aan den heer Colijn medege
deeld. Ook de christelijk-historischen ver
kamen toen deze mededeeling.
Op 11 November, des nachts half één,
komt de post in behandeling. Onmiddellijk
na de toeiichting van het amendement
Kersten tot schrapping, vraagt de heer
Molens het woord en zegt, in weinige vol-
l zinnen, dathij 'het gezantschap bij den
D Heiligen Stoel van algemeen belang acht,
lidat opheffing van het gezantschap voor de
katholieken uiterst grievend zou zijn, en dat
jX[ (bij aanneming van het amendement)
jóuden moeten overwegen of zij hun stem
wel aan de begrooting zouden kunnen
geven dat zij ook de vraag te beant
woorden zouden hebben, of zij steun zou
den kunnen verleenen aan welk kabinet
dan ook, voortgekomen uit groepen, aan
welker medewerking de opheffing van de
ceit gezantschapsoost zou zijn te wijten.
Wat de heer Nolens met dit ultimatum
bedoelde is tot heden een raadsel. Het is
moeilijk in elkanders hart te lezen. Maar
onmiddellijk moest tot het hart van ieder,
die iets van onzen staatkundigen toestand
verstaat, de ernst van den geschapen toe
stand doordringen. Na; zulk een uitdagend
woord kon niemand er wachten dat ter
(inkerzijde, waar men voor den post uiter
aard weinig gevoelt, de courtoisie van
vorige jaren zou worden vernieuwd.
Toen vroeg de heer Snocck Henkemans
\\t\ v/oord. Hij herinnerde er aan hoe in
1915 de christelijk-historischen over alle
bezwaren waren heengestapt, omdat het
toen feitelijk gold een poging tot beëindi
ging van den gruwelijke» wereldoorlog
hoe echter reeds 'in 1920 de heer De Sa-
vornm Lohman zijn amendement tot
schrapping van den post met klemmende
argumenten had verdedigd. Hij wees er
voorts oj). dat de Christelijk-historischen,
niettegenstaande het grievende, voor hen
ir» 'bevestiging van het gezantschap gele
gen, nimmer" aan begrooting of kabinet
hun steun onthielden dal zij nog steeds
tie bestaande samenwerking op politiek
'gebied de beste achtendat dit hen ech
ter niet mocht weerhouden te gehoorza
len aan de stem van het geweten en,
ten slotte, als uit dit verschil schade voor
ons land mocht voortvloeien, dat de ver
antwoordelijkheid daarvoor zou rusten op
ben, die, kennende deze 'bezwaren, niette
min hun meening wilden doorzetten.
t, nu.
t. n. in.
T. M]
T.1.1
November
20
fg 23
24
Idag26 8
pformatiën te bekomen:
nam N.V. Transport- en
V v. h. Erven G. VOS,
hg
purgB. EENHOORN, Til]
rfV. v. OOSTEKHODT, T«U
ItGebrs. BPITEPBEK.WJ
beginners (voll. opl.
lor vergevorderden
Handelscorrespo'
9 e!sco reesponden»
le!scorrsspond®n|
lessen).
Sfaès-PraktiMI
lei en Admlnis»1"*!
Jrs praet. dip!. B'1#l
slaagden tot hedenJ®8!
J)ma. Wie werkehj" j
Ipleiding wenschtjn J
Ireepe den betref™®!
Tenlie a!s drukwer" 1
Iniee verplichting)Prol
|den 1921/24 sturen-
Adres
Naar het Engelsch van MAVIS TRENT.
|;10)
Zoo had ze nu een gele veer gestoken op
I naar zwart-fluweelen hoed. Allen lette in
I .den regel weinig op haar kleeding, maar
T.die veer scheen mu toch zijn aandacht te
kekken.
..Rosie", zei hij toen ze naar huis gingen,
«.die rijke dames 'besteden zeker.heel wat
I aan haar toiletten... Ze hebben natuurlijk
jee! meer dan ze kunnen gebruiken... ik
1 PWp niet dat je nichtje je niet..."
..«aar afleggers geeft", vulde Rosetto
aan. „Neen, dank je Allen, daarvoor ben ik
trotseh."
wou je niet beleedigen, Rosie", zei
A»en met een zucht.
"osetta begreep dat het hem hinderde
Jat Nel haar nichtje aan haar lot over liet
hielp hem niet uit dien waan.
rfe denkt alleen maar aan zichzelf",
N-mam hij. „Dat blijkt immers uit de brie
ven die je me voorleest."
hP -i ,iadden na de woning van Rosetta
I dfe Hii wenschte haar vriendelijk goe-
J? jaacht, en Rosetta klom met loome
ah de hooge trappen op.
Allen had nog altijd Nel lief. Zij Ro-
dl2? was 'iem n'ets ze deed a^een maar
m a,s e.en scliakel tusschen hem en Nel.
was+fa' wd en za' 'ie,n hebben",
s'ot van ^aar overpeinzingen. „Nel
zeJrt zooveel en ik 'heb niets Nel, die ik
neb verbannen uit ons leven
V\nvolgenden dag ontv*"g ze Óen brief
en W* waarin deze haar vroeg naaf Allen
waS meisje was met wie hij tegen-
ift steeds werd gezien,
briof fi^mlachte sluw. Ze gooide den
yan Nel in het vuur. Allen had Nel
niet
vergeten „en Nel hem evenmin, en
OE VERBINDING VAN HOLLAND MET
ZEELAND.
Het Propaganda-comité voor Wegen-
verbetering „P. C. W." schrijft
In aansluiting aan een vorige mededee
ling van het „F. C. W.", waarin de aan
dacht gevestigd werd op de verkeersbelem-
meringen aan onze rivier-overgangen en op
den remmeiiden invloed daarvan op het
vreemdelingenverkeer, kan het zijn nut
hebben, door een paar voorbeelden uit de
practijk aan te toonen, hoeveel er aan
sommige van de belangrijkste verbindings
wegen nog ontbreekt.
Als voorbeeld nemen we den grooten
verkeersweg van Den Haag naar Zeeland.
Wie op een willekeuriger, dag dezen weg
per auto rijdt, heeft alle gelegenheid te
constateeren, dat deze hoofd route absoluut
niet voldoet aan de eischen van het -mo
derne verkeer, zooals zich dat de laatste
jaren ontwikkeld heeft.
Om te beginnen moet hij tusschen Rot
terdam en Den Haag twee tollen passee-
ren, bij de Hoornbrug en bij Overschie
deze laatste een in- en uitgaande tol, met
tweemaal oponthoud dus voor het snelver
keer. Van de opbrengst (de eene tol beurt
jaarlijks i00.000 van de wegverbruikers
en de andere circa ƒ60.000) komt slechts
een luttel beetje aan der weg ten goede.
De weg tusschen Den Haag en Delft, met
eer. tram.op verhoogde baan aan deneenen
en een water aan den anderen kant, is
door zijn smalheid bepaald levensgevaar
lijk. Ook tusschen Rotterdam en Dordt is
de hoofdverbindingsweg' naar 'het zuiden
veel te smal. Wie hier toevallig achter een
van de talrijke breede autobussen of
vrachtwagens komt te rijden en dat ge
beurt cp dezen druk bereden weg altijd
moet daar achter blijven aansukkelen, want
inhalen er, voorbijrijden is op dit wegge
deelte uitgesloten, en moet het aanzien hoe
de zwaren wielen van zoo'n autobus, bij
het uitwijken voor tegenkomende rijtuigen,
den wegberm en het pas aangelegde, maar
onvoldoend gefungeerde rijwielpaadje
doorploegen en vernielen. Tusschen#!*urdt
er. Willemsdorp heeft de weg al evenmin
voldoende breedte voor het tegenwoordige
verkeer en hetzelfde geldt voor den weg
aan de overzijde van het Hollandsch Diep.
Al dadelijk na het verlaten van het veer
leidt de hoofdroute naar Zeeland langs
een smallen grintweg met een haaksche
bocht en noodelooze slingeringen. Afsnij
ding van die bochten bij de Eendracht zou
aan de veiligheid van het verkeer ten goede
komen.
Voorbij Zevenbergen is de weg ook al
lerminst geschikt voor een doorgaand ver
keer. Het telkens vaart minderen, inhouden
en weer aanzetten gevolg van de smal
heid en de bochten veroorzaakt tijdver
lies en oneconomisch benzine-vërbruik. Te
Oudenbosch moet het verkeer zich wringen
door een nauw straatje een sprekend
voorbeeld van de noodzakelijkheid om de
wegen voor doorgaand verkeer om de dor
pen heen te leiden. Van Oudenbosch een
modderweg, vol kuilen, naar Oud-Gastei
en aan den ingang van Roosendaal een
breeden weg, maar met zoo'n smal ver
hard gedeelte in het midden, dat twee
auto's elkaar daar nauwelijks kunnen
passeeren. Van Roosendaal naar Bergen-
op-Zoom -is. op de hooge zandgronden -bij
Vouw het oppervlak van den weg wat
W«.er, maarnog geen drie meter breed.
De keiweg is daar eenige jaren geleden,
bij wijze van proef, van 4 M.'teruggebracht
tot 2.75 M. met twee steenslagstrooken er
langs van 75 c.M. breedte. De steenslag is
echter gezakt en dikwijls niet ineer te vin
den hier en daar steken groote, scherpe
stukken uit en de nog geen 3 NL breede
keiverharding ligt veelal 8 a 10 c.M. boven
zijn bermen. Hoeveel last dit geeft bij het
uitwijken en welke zware eischen daar
door aan de banden worden gesteld, is te
begrijpen. Wegenverbetering hier in het
Westen van Noord-Brabant is waarlijk
dringend noodig.
Ook in Zeeland Voorbij het station
V/oensdrecht is de eenige toegangsweg
naar Zeeland nog geen 3 M. breed, met
aan weerszijden een modderberm van een
meter, steil afvallend naar de bermsJoot.
Op den verbindingsdam tusschen Brabant
en Zuid-Beveland ligt eindelijk eens een
goed stuk» een behoorlijke klinkerweg, met
een geteerd fietspad er langs, maar een
eindje verder onder Rilland is de gevaar
lijkste bocht van den heeien weg, die hier
slechts 3.50 M. breed is en onderaan de
vrij sterke glooiing van den dijk naar be
neden een haakschem draai maakt, waar
een sloot langs loapt. Hier moeten wel on
gelukken gebeuren en hiej; is een ernstig
ongeluk gebeurd.
Verleden jaar is op dit gevaarlijke punt
een auto in de sloot gereden en verbrand.
Op aandrang van de wegencommissie van
den A.N.W.B. en de K.N.A.C. en met den
financieelen steun Van deze lichamen is
tnen nu bezig.deze gevaarlijke bocht af te
ronden en tot tier. meter te verbreedeti.
Van hier in de richting Kruiningen een
slecht onderhouden weg, vol kuilen en ga
ten, die telkens den spoorweg passeert en
die op sommige plaatsen slechts 3.60 M.
breed is, met bennen van zegge 40 c.M.
breedte, door een steilen slootkant be
grensd. Een onnoodig grooten omweg
maakt de weg tdsscheu Kruiningen en
Kapelic. De nieuwe weg verderop naar
Goes, 'n breede klinkerweg met aan weers
zijden een fietspad is een groote ver-bete
ring verscheidene lastige bochten zijn
afgesneden en het Ware alleen nog te wen-
schen dat gezorgd werd voor een behoor
lijke afwatering vah de fietspaden, zoo
dat er geen dassen; blijven staan, die het
lichaam van den weg op den duur door-
weeken en er dé draagkracht aan ontne
men. Ook de weg van Goes naar den ver
bindingsdam met Walcheren is verbeterd
en met dankbaarheid mag worden gecon
stateerd dat zoowel op dit gedeelte als
voorbij den dam, de verbinding met Mid
delburg, ook door liet afsnijden van hinder
lijke bochten, heel wat beter is dan vroeger.
De totaal-indruk van een rit langs den
hoofdweg van Holland naar Zeeland is, dat
over 't algemeen de wegen te smal zijn, dat
er nog te veel gevaarlijke bochten in voor
komen, die weggenomen dienen te worden
enn dat fret wegdek op vele plaatsen heel
wat de wenschen over laat.
En afgescheiden van dit alles dat en
kel de wegen betreft dat de veerponten
over onze groote rivieren een beletsel blij
ven voor een vlug, doorgaand verkeer.
RADIO- RUBRIEK
Amateurs, die vragen omtrent de radio
wenschen te stellen kunnen deze inzenden
bij de redactie tot Dinsdagavond. De bean*
woording volgt dan in de eerstvolgende
radiorubriek. REDACTIE.
RADIO -PROGRAMMA
Vrijdag 20 November
Hilversum, H. D. O., 1050 M. 12.00 en
7.30 Politieberichten. -8.00 en 10.00 Persbe
richten Vaz Dias. 8.10 Kamermuziek. Klari
netten quintett, Op. 115 Brahms Er. Lup-
gens, Ie viool Bouberg Wilson, 2e viool
Veen jr., altviool R. Brinkman, cello
K. Pinkse, clarinet. 8.40—9.20 Lezing door
prof. H. Th. Obbink te Utrecht, over
„voorstellingen in den loop der tijden om
trent schepping, leven en dood". Piano
quintett Op. 44. Schumann (2 violen, alt
viool, cello, piano).
Daventry, 1609 M. 10.50 Tijdsein Big
Ben, weerbericht. 11.201.20 Het radio-
kwartet en solisten (contra-alt en viool).
1.20—2.20 Tijdsein Ltmchimiziek. 4.05
Kinderconcert, georganiseerd door „The
people's concern soc.". Het Kinderquartet
en O. Bloom, piano. 5.05 ConcertG. Pul
len, sopraan W. Watcyns, bariton. 5.35
Kinderuurtje. 6.20 Lichte muziek. 6.50-
7.20 Omroep voor Europa. 7.20 Tijdsein
Big Ben, weerbericht nieuws. 7.30 Resumé
van de radio-tijdschriften. 7.35 „Seen -on
the scheen". 7.50 lie acte opera „The twi
light of the Gods", Wagner. 8.50 Zang en
banjomuzieic. 9.20 Concert door de Offen
bach follies. 10.20 Tijdsein, weerbericht,
nieuws. Lezing „The influence of agricul
tural education on farming practise". 10.50
—11.20 Zang door Scovell en Wheldon.
12.202.20 vrn. Orkestmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 12.50
.Concert Lucien Paris (piano viool» cello.)
2.05 Nieuws. 2.10 en 4.50 Koersen, Havas-
persbericht. 8.35 Stotkoersen, Havaspersbe-
richt. 8.5010.20 Concert, georganiseerd
door Valametc. Wetenschappelijk en indu
strieel bericht.
Brussel, 265 M. $.35 Orkestconcert.
8.50 Sportlezing. Concert (viool en klari
net.) 10.20 Nieuws.
Munster, 410 M. 12.35 1.05 Engel-
Het Dagboek van Hansje Teddybeer
EiUdclijk zijn we er toch. Onder net ge
bouwde steenen gewelven allemaal ka-
bouterarbeid liggen de groote voorra
den tijdens zomer en herfst met ijver ver
zameld.
Hier heb je bergen eikels, malsch bruin
met groene mutsjes op. „Daarvan kookt de
kok soep en bakt hij pasteitjes", vertelt
Waker en likt zijn lippen af
Verderop vinden ze glimmende driekante
beukennootjes. „Die bakken we in planten
boter", gaat Waker voort en van de vezels
spinnen we lange sterke draden, waarvan
onze mutsjes geweven worden."
En dat zijn de okkernoten „Die eten
we Zondags in besseumoes", vervolgt Wa
ker, en van de doppen zijn onze eet- en
drinknapjes gemaakt
Zaterdag vervolg.)
sche les. 4.205.20 Concert „op verzoek"..
7.208.05 Engelsche spraakkunst en ge
schiedenis 8.05—8.50 Mannenkoor „Philo-
dia". 9.05 Concert door de politie-kapel.
De dubbelroosterlamp en haar werking.
De dubbelroosterlamp dankt haar naam
aan het feit dat zij twee roosters heeft
ook noemt men deze wel vier-electroden-
lamp.
De bedoeling van het extra-rooster is
slechts de benoodigde plaatspanning tot
een minimum terug te brengen waar de
gewone of drie-electrodeniampen nl. 80 5
100 volt plaatspanning behoeven, is voor
een dubbelroosterlamp 6 a 10 volt reeds
voldoende.
Bij een drie-electrodenlamp wordt door
den gloeidraad een groot aantal electronen
uitgezonden. Om die electronen op de
plaat te krijgen moet deze een positieve
spanning gegeven .worden, en om alle uit
gestraalde electronen (dit zijn uiterst kleine
deeltjes negatieve electriciteit) op te nemen
is zelfs een hooge plaatspanning noodig.
Indien onze oogen het konden waarnemen
zouden we rondom den gloeidraad een
wolk van electronen ontdekken, zoo dicht
op eikaar, dat de electronen die juist den
gloeidraad verlaten hebben als 't ware
door die electróneniading belet worden
naar de plaats te komen.
De ruimte tusschen gloeidraad en plaat
is dus geladen met -electronen, vandaar dat
men van ruimtelading spreekt. Door het
verhoogen van de plaatspanning wordt
deze ruimtelading opgeheven en ontstaat
een toenemende piaatstroom.
Door het plaatsen van een extra-rooster-
vlak in de nabijheid van den gloeidraad
wordt de ruimtelading opgeheven door
evenals op de plaat een positieve spanning
aan te leggen op het rooster, zal het effect
bij een zekere positieve spanning op de
ruimtelading veel grooter zijn dan van de
zooveel verder afgelegen plaat.
Het gevolg is dus, dat de anodespanning
niet zoo hoog behoeft te zijn.
De schakeling van een dubbelrooster-
(Ingez. Mededeeling.)
Rosetta was de vertrouwde tot wie beiden
zich richtten 1
Rosetta had weer dien scherpen trek om
den mond en in de oogen blonk weder die
koortsige gloed. Tot laat in den nacht zat
ze haastig te werken. Toen gunde ze zich
eenige uren rust, maar den volgenden mor
gen vroeg toog ze weer aan den arbeid.
Toen ze -voor haar machine zat, ontving
ze een brief van mevrouw Lester, door Nel
gedicteerd. Een bankbiljet van vijf pond
was ingesloten. De brief luidde
„Lieve Rosetta
Ik zou zoo graag hebben dat ie bij mij
kwam. Ik heb een ongeluk gehad niets
ernstigs, hoor maar alles doet me pijn en
de dokter zegt dat ik in bed moet blijven
en niets mag uitvoeren, zoodat mevrouw
Lester ook voor me zal schrijven. Toe
kom zoo gauw mogelijk rr.et den eersten
den besten trein, dien je maar kunt halen.
Herinner je je ons gesprek in het hotel
Als je niet bij mij komt, dan kom ik vast
bij jou zoo gauw ik maar kan. Ik ben
verloofd met mijn neef Jim Ernscrofton. Dit
kan je vertellen aan degenen die er soms
belang in mochten stellen.
Je liefhebbende Nel."
Er was ook een briefje van mevrouw
Lester ingesloten.
„Waarde miss Ward,
Er bestaat geen reden voor ongerustheid,
maar lady Ayrfield heeft een koortsigen
nacht gehad en de dokter zegt. dat haar
zenuwgeste! een hevigen schok heeft door
staan. Ze heeft er nu eenmaal haar zinnen
op gezet om u te zien, en ik hoop dat u aan
haar verlangen kunt voldoen. Wilt u nog
telegrafeeren met welken- trein we u hier
kunnen verwachten
Na vriendelijke groeten, Achtend,
Henrietta Lester."
HOOFDSTUK XII.
Twee dagen later begaf Awdrv zkh
naar 'het kasteel om te vragen hoe de gra
vin 'net maakte. Ze was niet van plan ge
weest om naar binnen te gaan. De knecht
zei echter dat lady Ayrfield zoo goed als
hersteld was en had verzocht miss Allcyne
te vragen bij haar te komen.
Awdry had hierin weinig lust. Ze kon
echter niet weigeren en volgde den knecht
die haar voorging naar de kamer, waar me
vrouw Lester haar tegemoet kwam.
Nel lag nog te bed.
Mevrouw Lester verliet liet vertrek, na
Awdry te hebben verzocht niet te lang te
blijven.
„Och, ik ben heelemaal beter", zei Nel
wrevelig. Ik ben alleen nog was stijf, an
ders niet. Maar toen ik viel in dien akdigen
griezelige» kelder..."
„Spreek er maar niet meer over", viel
Awdry liaar in de rede.
Nel wilde echter weten, wat de anderen
er van hadden gedacht.
„.Niemand begreep wat er kon zijn ge
beurd", hernam Awdry. „Maar juist toen
men begon te gissen en te vermoeden, ver
scheen kolonel Blount, die ons uw verlo
ving mededeelde. Ik mag u zeker van 'harte
gelukwenschen
„Dank ti zeer", antwoordde Nel tamelijk
onverschillig. „Het was wei een eigenaar
dige manier om verloofd te geraken... het...
liet is me nog zoo vreemd ik houd vee!
van Jirn... maar ik ken hem nog maar zoo
kort. U kent Jim ai heel lang, is het niet
„Ja", antwoordde Awdry, die geen
zweem van bitterheid gevoelde jegens Nel,
die zulk een natuurlijken, kinderlijken in
druk maakte. „We zijn altijd heel goede
vrienden geweest en ik ben blij, dat hij ge
lukkig is. Maar u is vermoeid. Mijn bezoek
heeft nu lang genoeg geduurd'
Ze nam afscheid en verliet het huis. zon
der dat ze iemand anders zag dan den
•knecht, die haar uitliet.
Gjr haar terugweg naar de pastorie be
vond ze zich plotseling tegenover Jim Die
onver wadi te ontmoeting deed beiden ont
stellen. Zij herkreeg het eerst haar zelibe-
heersching. Op het geiaat van Jim lag een
ongelukkige uitdrukking, dat Awdry on
willekeurig haar hand op zijn arm legde
en vroeg
„Heb je me ook iets te zeggen, Jirn
Hij greep haar hand, drukte die krach
tig en zei
„O, Awdry, wat moet je wel van mij
denken?... Maar ik kan het je niet uitleg
gen... 'Er zijn sommige dingen waarvoor
geen verklaring kan worden gegeven."
Awdry had moeite om niet in tranen uit
tt- barsten. Ze hield zich echter goed en
zei „Ik ben juist bij Lady Ayrfield ge
weest en heb haar kunnen gelukwenschen.
Ik hoop, dat jullie beiden heel gelukkig zult
worden, Jim."
„Dank je, Awdry", zei hij. Het was
hem onmogelijk om nog iets hieraan toe
te voegen. Ze liep nu door en hij keek haar
na met droeven blik.
HOOFDSTUK XIII.
„Ik begrijp niet, hoe je er toe komt
Wat zullen de mensehen wel denken", riep
Nel ongeduldig.
Ze zat nu op in bed en zag er heel wat
gezonder uit dan de poovere bezoekster,
met haar opzichtige» hoed en vuurrooden
wollen mantel.
„Wat een prachtige zijden sprei, Nel, en
is dal echte kant aan je nachtjapon
vroeg Rosetta kalm en bedaard.
Nel liet zich echter niet van haar onder
werp afbrengen en hernam kwaad
„Waarom heb je dat nu -gedaan, Rosie
Daar kom je met een vroegeren trein aan
zetten en huurt een kamer in het dorp. in-
plaats van bij mij te logceren. De men
schep zullen nu natuurlijk zeggen, dat ik
mij schaam over mijn eigen nichtje..."
„Dat zou toch heel begrijpelijk zijn, Nel.
Jij bent een groote dame geworden en ik
zou me hier niets op mijn gemak gevoelen.
Ik heb nu voor een week een paar kamers
lamp verschilt niet van die van een ge
wone lamp. Men behoeft slechts het extra-
rooster aan de anodebatterij te verbinden,
öf aan dezelfde klem als de plaat heeft, of
P/2 volt lager. Dit is een kwestie van even
probeeren. Bij de lampen van Nederlandsch
fabrikaat zit het extra-rooster aan een
schroefje, dat aan de lamphuls bevestigd
is. Wel lette men in dit geval er op, dat de
negatieve pool van de spanningbatterij aan
de pluspool van de accu komt. Door de
combinatie van dubbelrooster- en miniwatt-
lamp is het mogelijk geworden als gloei
draad- en spamiingbatterij gebruik te ma
ken van slechts 4 zaklantaarnsbatterijtjes.
Vooral in één- of tweelampstoestellen is de
dubbelroosterlamp op haar plaats, voor
drie of meer lampen is de gewone drie-
electrodenlamp weer te prcfereeren.
Eenigen tijd terug, werd de Engelsche
radiowereld verblijd met de heugelijke
mededeeling in een radiolijdschrift „Geen
anodebatterij meer noodig". Met groote
belangstelling volgde ik de diverse arti
kelen, doch ten slotte kwam men op de
proppen met het gewone schema van de
dubbelroosterlamp. Toch was dit voor de
Engelschen iets nieuws, omdat het bij hen
gewoonte is een 6 volts accu te gebruiken,
en door nu een lamp te nemen die slechts
2 volt gioeidraadspanning behoeft, blijft er
nog 4 volt over voor plaat en extrarooster.
Zonder spanningbatterij kreeg de plaat dus
nog voldoende spanning om normaal te
functioneeren.
Ook voor z.g. reflexschema's, waarin de
lamp in meervoudige functies werkt, is de
dubbelroosterlamp bij uitstek geschikt.
Nieuwe kor te-golf spoelen.
Van de „Nederlandsche Radiowerken" in
Doorn, ontvingen wij een serie korte-golf
spoelen, geschikt voor een golfbereik vah
95635 M, dus het heeie omroep -
korte-golfgebied. Door de speciale wikke
ling en isolatie hebben de spoelen een zeer
geringe eigen capaciteit. Zelfs op de kort
ste golflengten genereerden ze nog zeer
gemakkelijk. Een nieuw en uitstekend pro
duct.
genomen boven het postkantoor had ik
geweten dat je zoovee! beter was, dan zou
ik niet zulk een langen tijd hebben be
paald..."
„Vindt je dat nu lang, een week
vioeg de jonge gravin. „Bovendien zegt
dokter Palmer, dat ik nog lang niet beter
ben. Mijn zenuwgestel schijnt te hebben
geleden."
„Och kom, je bent alleen wat geschrok
ken en hebt Je wat bezeerd", verklaarde
Rosie heel beslist. „Vertel me liever eens
wat van je verloofde Heeft hij je een
mooien ring gegeven
Nel schudde het hoofd.
„Neen. nog niet. Ik heb hem sinds dien
avond niet meer gezien. Ik begrijp nog niet
hoe hij cr eigenlijk toekwam mij ten huwe
lijk te vragen. Ik vermoedde wel dat de
menschen niets anders dachten, in de ge
geven omstandigheden, maar ik had hee
lemaal niet het gevoel dat hij verliefd op
mij was... Misschien wist hij dit zelf niet
maar toen ik nil met sir Herbert verdwenen
was... Och. het is me eigenlijk zelf niet
recht duidelijk.... Maar, o Rosie, als je eens
wist. hoe heerlijk ik het vind om je terug te
zien. Dan denk ik weer aan moeder, aan
tante, bedoel ik, en aan ons gezellig, geluk
kig thuis..."
Rosetta verbleekte en fronste het voor
hoofd. „Ik vind je echt ondankbaar. Nel",
zei ze korzelig. „Denk je nu heusch, dat je
toen zoo'n gelukkigen tijd iradt. met dat
ééne zwarte japonnetje dat je bezat ter
wijl je haast den geheelen dag in den win
kel achter de toonbank moest staan..."
„Je hebt gelijk, Rosie, maar... vertel me
nu eens, js 'het waar, dat Alien. Ray met een
ander meisje loopt En wie is -dat
„Ja, het is waar, ik heb ze dikwijls ge
noeg samen gezien. Maar hoe ze heet. dat
zou ik je niet kunnen zeggen..."
Wordt vervolgd.)