BAL U ff M Pijnen ^e/ftac&£ tacA P ZATERDAG 14 NOVEMBER gerste Blad SChODl,f PLOUVIER heeft de warme PANTOFFELS - feuilleton •No. 269 63e Jaargang 1925s ra Brieven uit de Hofstad ïdschap RT'S JAZZ". AIRS EN (OOP J JALOERSGHE LIEFDE. Rheumatiek, Gewrichtspijn, Ischias, Jicht, Griep, Verkoudheid, Influenza, Siapeioosheid, Hoofd- en Zenuwpijn ff M 'fA- m m VLISSINGSCHE COURANT Ut nummer bestaat uit 2 bladsn De malaise en haar oorzaken. gr js heel weinig te beleven, op dit I rrficenblik, in onze vorstelijke residentie. ÏStuurlijk, het leven gaat er voort, alle I Melijksche zaken hebben haar loop, maar Koor den Kroniekschrijver zijn het de bij- I zonderheden typeerende het leven in zijn 'ontwikkeling, welke hij noodig heeft om •:n 5rief lezenswaard te maken. Het is een I imeen opvallend verschijnsel, dat het I «ansche leven door een zekere matheid is I tvangen en dat het lijkt alsof er weinig lof geen fut meer in zit. Het meest typeerend voor de opgewekt heid van het leven is de drukte in de win- I ins. Wanneer het de menschen goed gaat I «it zich dat spoedig in lust tot aanschaf- I fing van allerlei nuttige en andere zaken. I Zooiets ligt nu'eenmaal m den aard van I iedereen. Wie het minder goed naar den I zin heeft, heeft daarin meestal weinig of I oeen lust. Nu hoort men in Den Haag al- I gemeen klagen over den uiterst geringen I lust tot koopen. Vele winkels schijnt het I bitter slecht te gaan en dit in een tijd, die I onders heel goed pleegt te zijn. Zelfs zagen I Jvij dat refeds nu uitverkoop wordt gehou- I den en dat in een winkel die met het oog 10p Sinterklaas en het naderende winter- I «tizoen eigenlijk in de bloei-periode van I bet gansche jaar moest zijn. I Waarin die malaise en haar oorzaak gc- I legen zijn Het is natuurlijk moeilijk dit te I bepalen, maar het is niet onmogelijk dat de lalgemeene financieele toestand verre van I schitterend is. De ambtenaren zijn gekort- I wiekt in hun salarissen en dit wreekt zich [natuurlijk in de eerste plaats op alles wat zweemt naar weelde. Maar ook buiten den ambtenaarlijken kring is de toestand verre van rooskleurig. De algemeene malaise, al- I tijd nog versterkt door de onzekerheid omtrent de naaste toekomst, heeft grooten [invloed op de stemming van allen. In theaters en concerten is het ook maar matig gesteld met den lust tot uitgaan. Hier hebben we ook een vrij nauwkeurige» maatstaf voor den algemeenen economi- I schen toestand. Zoodra die goed is, wprdt Itijieel graag wat geld aan uitgaan besteed, I maar ook hiermede is het thans slapjes. Het verwondert ons altijd dat er niet meer I gevallen van een „krach" in het zaken- lieven voorkomen het schijnt dat de Imeeste raken aan den tegenspoed aardig I het fioofd weten te bieden. Ook verwondert I bet ons dat er altijd maar weer nieuwe zaken bijkomen. Als straks het zeer groofè Inbouw „De Bijenkorf", dat men reeds ge- wimen tijd bezig is aan de Wagenstraat te ■louwen, gereed is, is er voor bijna alle ■rinkels een geduchte concurrent bij geko- loen cn zij zullen het alle in meer of min- lier mate gevoelen. Den Haag heet in ons lland de weeldestad, maar alleen de inge laden weten het, dat daarin een groot Idee! overdrijving schuilt. Wie andere groo- I te steden, Rotterdam of Amsterdam bijv. I bezoekt, krijgt maar al te vaak dén indruk I dat het weelde-vertoon, gelijk dit o.a. uit I de etalages der luxe-winkels blijkt eer grooter dan kleiner is dan bij ons in Den Haag. De verhalen omtrent het al of niet „goedkooper" zijn in die drie steden loo- I pen zeer uiteen. Wij kennen er die uit Rot- jerdam naar Den Haag komen en daar hun mkoopen doen, maar wij kennen ze ook die uit Den Haag naar Rotterdam gaan, omdat *ij naar hun meening daar beter en ook goedkooper kunnen slagen. Waarschijnlijk ontloopt het elkaar dus niet heel veel en komt het wel op hetzelfde uit. In één opzicht hebben wij in onze stad «ok niet datgene gekregen wat we altijd •gehoopt hebben, nl. het centrum van alle internationale besprekingen. Sedert in 1913 •hier het Vredespaleis is geopend hebben wij Hagenaars allen in de illusie.geleefd dat voortaan alles wat internationaal was op politiek gebied naar Den Haag zou komen •en in het Paleis zou vergaderen. Dat de Volkenbond niet hier, maar in Genève re sideert, blijft ons een doorn in het oog dat telkens naar allerlei afgelegen plaatsen wordt getrokken om daar de belangrijkste conferenties te houden en over het herstel en den vrede in Europa te onderhandelen, steekt ons allen zeer. Wij hebben het Vre despaleis en dus is Den Haag de aangewe zen plaats voor al dergelijke bijeenkom sten. Men onderschatte niet wat de komst van een dergelijke conferentie beteekent. De hotels zijn de eerste die er wel bij varen en die welvaart geeft onmiddellijk aan breede kringen voorspoed. Bovendien brengt het leven in de stad en in tal van milieu's waarin het noodig is leven te bren gen eer ze zich doen gelden. Een andere oorzaak van de matheid die overal heerscht, ligt in de hooge belastin gen. Niet alleen dat deze dikwijls enorme sommen van de inkomens opeischen, zij leiden er ook toe dat de gansche staat waarin vele rijken hun leven opzetten, veel eenvoudiger wordt. De medewerking aan allerlei maatschappelijk-nuttige zaken is over het algemeen veel geringer dan vroe ger het geval placht te zijn. Ous werd onlangs nog eens door den secretaris van een bekende Haagsche vereeniging verze kerd dat het vooral de rijkeren waren die hun lidmaatschap opzegden. Wanneer naar de reden daarvan werd geïnformeerd, werd maar al te dikwijls verklaard dat zij door middel van hun belastingbiljet zóó ontzag gelijk veel reeds aan de gemeenschap af staan, dat de Staat en de gemeente dat geld door middel van subsidies weer weg geven aan allerlei instellingen, dat zij niet meer bereid zijn om ook nog eens recht streeks te steunen. Ons werd daarbij een geval genoemd van iemand die vóór den oorlog één der beste steunpilaren van allerlei nuttige in stellingen was. Die persoon hield toen eigen equipage en voerde een vrij aanzienlijken staat. Zijn inkomen was thans vrijwel het zelfde als vóór den oorlog, maar zijn be lastingen waren bijna driemaal zoo hoog de onkosten van het dagelijksch leven wa ren bovendien zoo gestegen dat de equipa ge al lang was afgeschaft, dat de eigenaar kleiner woonde en dat hij om zich nog luxe te kunnen permitteeren alles had afgeschaft waartoe hij niet strikt verplicht was. Zóó zullen er waarschijnlijk wel meer en wie weet hoevele zij». Het „afslachten" van de groote inkomens is voor een stad als Den Haag zeer nadeeJig en het lijdt voor ons geen twijfel of hierin ligt één der oorzaken van de malaise. Waar worden in Den Haag ooit meer schitterende diners gegeven, ge lijk vroeger het geval was Alen denkt er niet meer over en omdat de kosten enorm zijn geworden èn omdat men er geen geld meer voor heeft. Het ware te wenschen dat in deze ver houdingen eens een verbetering kwam. Weelde-belasting klinkt heel fraai, maar er zijn ten slotte anderen die er door lijden. Het is althans te hopen dat men op dezen weg niet voortgaat, want dan ziet het er voor de residentie niet best uit. EIBER. FOLKESTONE „En,glands Beauty Spot". Als een der mooiste badplaatsen langs de fraaie zuidkust van Engeland mag Folkestone zeker genoemd worden. Jaar lijks gaan dan ook duizenden daar genie ten van het milde en zachte klimaat en de schoonheid van het land van „Kent", waarin de door de krijtrotsen omgeven en daarop verrezen schoone plaats gebouwd ligt. Want waarlijk het klimaat is er in alle jaargetijden zacht en aangenaam, dit vindt mede zijn oorzaak hierin-dat de stad ge heel tegen den ruwen Noordenwind wordt beschermd door de omliggende hooge krijtrotsen. Geen wonder dan ook dat deze badplaats bij onze landgenooten zeer in trek is gekomen. Hiervoor komt in de-eerste plaats een woord van lof toe aan de stoomvaart maatschappij „Zeeland" te Vlissingen. Ge noemde maatschappij maakt het haar pas sagiers zoo gemakkelijk en comfortable, dat men, wanneer men eenmaal niet een harer fraaie stoomschepen er een reis heeft heen gemaakt, direct weer plannen voorbereidt voor een volgende vacantie bij haar afdeeling passage aan te kloppen, om weer te kunnen genieten wan de goede zor gen en de aangename zeereis van Vlissin gen tot Folkestone. Het is maar zoo'n kleine afstand wan neer men op het snelvarende stoomschip „Prinses Juliana" of een andere boot der maatschappij zich beweegt. De zee is vol afwisseling en telkens wordt ons oog ge boeid. lederen keer ontplooien zicfr hier nieuwe gezichtseffecten aan den horizon. En de spiegel van het water doet de boo ten en schepen die zich daarop bewegen rustig hun dagtaak volbrengen. De zee is levendig en van achter de spie gelruiten die. het promenadedek afslui ten tegen den guren wind kan men genieten van de mooie vergezichten. Eerst langs de Nederlandsche en Belgische kust waarvan men alle badplaatsen duidelijk onderscheidtik noem bijvoorbeeld Zee- brugge, waar men om zoo te zeggen di rect in de haven kan zien, zoo dicht vaart de boot de geheele kust langs bij helder weer is het 'zelfs mogelijk Ostende te zien liggen. De boot vaart snel en menige groo te stoomer doemt zich voor ons oog op, ook zien wij eenige zeilschepen in vol tuigage. Wat een imposant schouwspel is dit, zoo'n driemast zeilschip in a! zijn pronk te aanschouwen Daar dit stuk zee Kanaal genoemd -ee-n druk verkeers- centra is voor schepen die naar of van den Atlantischen Oceaan gaau of komen, lig gen verschillende lichttorens in deze zee route die den zeeman als baken dienen om zijn koers te bepalen. Wij passeeren eerst her vuurschip Wie lingen eenige van de opvarenden wuiven ons toe en ik hoor rëeds zeggen door een der aanwezige dames, „nu die' menschen hebben toch ook een.eentonig leven". Doch dit valt ook weer genoeg mede, want voor alles wordt aan boord gezorgd, dat de ge zelligheid aanwezig is en trouwens er is lectuur genoeg en ik geloof zelfs, dat men er allerhande gezelschapsspelen kan vinden die den tijd van rust verkorten. Bij eventu- cele geschillen wordt dan ook meestal di rect de vredespijp opgespen, want gratis tabak voor den vrede is "ér aan boord aan wezig. Voor vrede doet nien hier alles Hoe heerlijk toch op deze manier te kunnen geniéten van de ozonrijke zeelucht Wij naderen snel het vuurschip de Wande laar. en zijn dan onder de Belgische kust vandaan. De boot, die des morgens van Engeland is vertrokken, vaart ons voorbij en ten teeken van groet geeft de kapitein een stoot op de stoomfluit en een vlag- signaal. Wij koersen nu op het lichtschip dè West-Hinder aan cn na dit gepasseerd te zijn zitten we in volle zee. Eerlijk ge zegd, wat hadden wij ons zoo'n zeereisje toch geheel anders voorgesteld zij die in den trein eerst dachten aan zeeziekte, vra gen nu al wanneer er wat te eten valt. De zeelucht heeft de maag goed gedaan. Even nog een blik werpen op het groene water kleed waarop zich kleine witte kopjes af- teekenen niets kwaads in hun schild voerende en dan naar beneden naar de eetsalon. Alvorens wij daar komen, ontwaren wij een prachtig teakhouten betimmering waar op óp een bordje staat „Luxe hut". Deze hut is ook wel de hut der Koninklijke fami- (Ingcz. Mededeeling.) t925 ie Droomwereld, i verlichting. Bestuur, ijk in bijpassend ang te weigeren. bestuur. mmmm door het ge- I Kindermeel rmeei toch der in staat I jste kinder- I 36 1 Westzaan i m &ar het Engelsch van MAVIS TRENT. 16) Ze ging hier binnen en liet zich hijgend I blazend neervallen op een stoel, waar I w z'tten to* PÜn 'n de zijde was Jtdaard. Toen stond ze op om het licht ?an te steken en den bewusten brief te lezcn die afkomstig was van Nel. „Rexburton Towers. Beste Rosetta, 'k hoop dat dit je bereikt en dat je goed 'n wel weer in Stockporton aankwam. Ik I dat je met mij mee was gegaan, dan ouik mij dadelijk veel thuis gevoeld heb- I Ik denk dikwijls aan je en vraag me wat ,e °P °°£enb!ik wel uit- liiitf' .b®n toer nu twee dagen, maar het jaren. Het huis is vorstelijk in één 7 ,s een Par^ en terrassen en de zeggen dat alles van mij is. Het 's,s. °°k vol bedienden. Er is ook een Jür'rctten-galerij. Neef Jim zal mij vanmid- J> 5rar rondleiden en mij vertellen wie f;elH £maa' z^n' J'm zou 2raaf Ayr- ^worden, als ik niet tusschen- gekomen was. Hij is zoo vriendelijk. w wou dat h'j hier ook woonde. Hij oont op „the Cedars" met zijn moeder dj' !111 stiefvader, een akeligen ouden man, tiicrle Z0° naar kan aartoijken. 2e hebben gisterenavond gegeten en toen droeg w3n Pa3rien. Mrs. Lester zegt dat ik wJ»e ?ar%n .moet geven op „the To- Br°otvaderWl* ^en rouw z'in ovcr m'in jij dan ook eens kijken, Rosic Toe, I "u 1?,aarvind bet heerlijk, dat jij *ist'd fu '?e*te stoers woont. Als ik ton i°u aan 'ets ontbrak, zou ik en oogenblik rust hebben. R0 Je liefhebbende Nel." •e«a lag (jen brjef n€er cn zaf voor zich uit te staren, met tranen in de oogen. „Arm kind", mompelde zij. „Maar het zal wel wennen nu is het te laat om terug te keeren op den ingeslagen weg. Plotseling keek ze op. toen ze het geluid vernam van naderende 'voetstappen. Rosetta ging recht overeind zitten met gevouwen handen en half-open mond. „Hij is het... o ja, hij is het!... Zou hij bij haar aankloppen of doorloopen, zooals de laatste maal... Zou... Er werd aan haar deur geklopt en even later verscheen Allen Ray met die vastbe raden uitdrukking op het gelaat van iemand die zich heeft voorgenomen een zeer onaan gename taak toch door te zetten. „Goeden avond, Rosetta", zeide hij. „Ik kwam voorbij en ik dacht, ik zal eens even zien hoe jij het maakt." „Daar doe je goed aan. Allen. Ga zit ten", zei Rosetta. 'Hij voldeed aan haar verzoek. Rosetta sloeg hem nauwkeurig gade. Hij scheen den laatsten tijd verouderd, en om den mond vertoonde zich een scherpe trek. „Je kosthuis schijnt mij niet veel zaaks", begon hij. „Ze had toch heusch wel wat meer voor je kunnen doen". „O, ik zit hier best", antwoordde Roset ta, koel en onverschillig. „Ik heb nooit van bedelen gehouden." „Hier zou geen. sprake zijn van bedelen", hernam Allen norsch. „Schrijft ze jou nooit eens vroeg Alien na een k.orte stilte. „Ja zeker, af en toe. Vanmorgen heb ik juist een brief gekregen", antwoordde Rosetta. „Wil ik je hem voorlezen „Mij goed", zei Allen, die zich onver schillig voordeed, .doch met de grootste aandacht luisterde hij naar hetgeen Roset ta hem voorlas met langzame, toonlooze stem „Rexburton Towers. Beste Rosetta. Ik ben hier nu twee dagen. Het huis is vorstelijk in één woord. Er is hier een park en terrassen en de zee. Ze zeggen dat alles van mij is. Het huis is ook vol be dienden. Er is een portretten-galerij van mijn voorouders. Neef Jim zal mij vanmid dag daar rondleiden en mij vertellen wie het allemaal zijn. Neef Jim is zoo vriende lijk. Ik wou dat hij hier ook maar woonde. Hij woont op „the Cedars" met zijn moe der en z'jn stiefvader. Ze hebben hier gis terenavond gegeten en toen droeg ik mijn paarlen. Mrs. Lester zegt dat er groote partijen zullen zijn op „the Towers" als wij uit den rouw zijn over mijn grootvader. Kom jij dan ook eens kijken Allen verloor nu zijn zelfbehecrsching. „Houd op", riep hij heftig. „Ik wil er geen woord meer van hooren Geen gedachte heeft ze voor jou over, Rosetta of voor het verleden. Ze bluft maar op haar huis en op haar juweelen en op haar neef, die zoo vriendelijk is", voegde hij er bij met een schamperen lach. „Zoo'n ontrouw, harteloos kind Weet je nog wel hoe boos ik op jou werd toen je me de oogen wilde openen Toen je me vertelde van die ontmoeting met dien reiziger hoe je haar met kracht en geweld hebt teruggehouden en ze je later smeekte toch niets tegen mij te zeggen. Toen geloofde ik je nieten als ik niet dat ongeluk had gekregen, zou ik wel achter de waarheid zijn gekomen. ■Er. toen ik na het ongeluk machteloos te bed lag, heeft ze taal noch teeken van zich laten hooren. Toen mijn been was genezen, was zij een voorname dame géwordén, die wel andere dingen had óm er aan te denken." Rosetta mompelde enkele onverstaanbare woorden en bedekte het gelaat met de handen. ,yjij kan er niets aan -doen, hoor", ging Allen nu voort óp vriendelijker toon „Jij hebt je best gedaan voor ons beiden. Ik zal nóóit vergeten, hoe je onder den indruk was toen je mij in het hospitaal kwam bezoeken met enkel woord of groet tegen Groote geneeskracht' Absoluut piinvercfrijvend Togal-tablcttcn lossen het urinezuur op. gaan dus direct naar de bron der pijnen, verdrijven deze snel en zeker, maken ge wrichten of spieren weder los c-n lenig cn rusten niet eerder alvorens zij U volkomen hebben genezen- De groote geaeeskraebt en pijnstillende werking der Togal-tabletten worden door 1500 dokters-attette-n. welke wij in 6 maanden tijds ont vingen. volkomen bevestigd. Snel cn zeker werkend tegen ®r- G- te K. schrijft; „Voor mij en voor mijne patiënten is het een bartengetvaon aangename gewaar- wording de pijnstillende werking van dit prachtige geneesmiddel mede te maken In vele gevallen is de snelle genezing verbijsterend." Bij alle Apoth. en Drog. a f 0.80 en f 2.- Dr. E. te S. schrijft: „Tot nu roe heb ik Togal bij gevallen van rheumatiek en ischias dikwerf voorgeschreven en daarbij merkwaardig snelle ge nezingen waargenomen." Soortge lijke attesten bereiken ons dagelijks, ook vele van partikulicren. (ingez. Mededeeling.) lie, fraai gestoffeerd bestaat zij uit slaap kamer, met badkamer en luxe salon, alles in eerste klas uitvoering. Deze hut is ook voor de passagiers te huur en ik geloof zelfs, dat evenals de andere hutten aan boord er steeds een flink gebruik van ge maakt wordt. In gemakkelijke fauteuils vlijen wii ons neder, steeds genietend door de patrijs poorten van het spel van lucht en water, onderbroken door de vaartuigen die zich mede op zee bevinden. Hofmeesters staan klaar en een kijkje op een der kaarten ver raadt dat ook voor den inwendige» mensch aan boord goede zorg wordt gedragen. Trouwens het heeft een algeheele ver maardheid gekregen dat nien nergens zoo goed eet en voor zulk een matigen prijs als op de „Zeeland-booten". Geen wonder dan ook dat elk Nederlander die wel eens dit tochtje heeft gemaakt, trotsch is op zoo'n nationaal bezit. Want is het niet een eer voor het land en volk dat een particuliere maatschappij vijftig jaren lang heeft mede gewerkt Holland's naam voor zeevaart en handel hoog te houden Na het diner direct weer naar boven en daar ligt voor ons het vuurschip „Sandet- ti" wij zien ook reeds de krijtrotsen aan den horizon zich afteekenen en koersen recht er op aan. Machtig verheft de kust zich daar omhoog "én het schouwspel, dat de hooge door de zon beschenen bebouw de, begroeide rotsen ons bieden, in kleu renspel en indruk is van groote bekoring. Het water dat aan onze kust grauwgroen is, wordt hier door den krijthoudenden bodem fraai blauwgroen en het vale wit der rotsen teekent zich scherp hiertegen af. Sint Margarets Bay ligt daar in een halven girkel opgesloten. De lieflijke kleine villatjes op den hoogen berg doen vermoeden dat dit een élite badplaats is. De haven van Dover die tijdens den oorlog zoo veel van zich heeft doen spreken, varen wij vlak langs men kan de menschen op de pier beroepen. Dover lijkt een groote stad. Te gen en op de rotsen zijn de hooge huizen gebouwd op den hóogsten top verheft van haar voor den man, die daarnaar snakte. En toch bracht de herinnering aan haar mij van avond hierheen. Nu goeden dag Rosie, nog wel bedankt..." „öa je nu a! heen Wacht nog een oogenblik", zei Rosetta, die nu de betraan de oogen naar hem opsloeg. „Je... je komt toch we! eens terug?" vroeg ze aarzelend en smeekend. „Voel je je zoo eenzaam vroeg Alien vriendelijk en meewarig, terwijl hij de hand op haar schouder légde. „O, zoo eenzaam", riep ze snikkend „eenzaam en verlaten. Jij bent de eenige die zich om mij bekommert. Allen, zou het te veel van je gevergd zijn als ik je vroeg of je mij af en toe eens wilde komen be zoeken Allen had zich stellig voorgenomen om met het verleden te breken, maar nu be haalde zijn medelijden de overhand en vriendelnk boog hij zich over de snikkende gestalte heen „Wel neen, zeker niet. Dat zal ik met alle genoegen doen als je het graag hebt. Maar Rosetta, je mantel is heelcmaal nat. Geen wonder dat je er zoo slecht uitziet. En je schoenen zijn ook al zoo doorweekt. Wacht, ik zal je eens helpen. Eerst dien natten boel uit en dan zet ik een ketel op cn zorg dat het water kookt voordat ik weg ga." Hij bleef zelfs tot zij een kop thee had gebruikt en weer was opgefleurd. „Ik kom nog wel eens kijken, Rosetta", zei hij bij het weggaan. „Maar beter zorgen voor jezelf, hoor kind." HOOFDSTUK VIII. Het was een regenachtige middag. De lange portretten-galerij zag er grauw en somber uitNel gevoelde zich terneerge slagen op gedrukthaar gezichtje stond ernstig, en vrij onverschillig luisterde zij naar hetgeen jim haar vertelde. „Ik moet zeggen dat onze voorouders op het oogenblik er niet bijzonder vriende- 2-ich het kasteel, een fraaie burcht 'm som bere kleur, die met zijn torens zich scherp afteekent tegen den blauwen hemel! Kort nadat wij de pier van Dover passeeren zien wij Folkestone in zijn volle glorie voor ons liggen. Wat het eerst te bekijken is moeilijk weer te geven, alles imponeert ons, alles boeit ons, het is overweldigend wat wij te aanschouwen krijgen. Het spel van kleur en lijn overmeestert onze gedachten en wij staren een oogenblik in alle stilte die enkel verbroken wordt door het geruisch van de machine der boot te kijken naar de schoonheid der natuur. Kijk die huizen tegen de rotsen opge bouwd, liet lijkt of men ze gr heeft tegen aangeplakt. Deze rotsen zijn aUe. begroeid met heerlijke bloemen en planten, afgewis seld door het vlekkelooze wit van de krijt- Üagen, die hier en daar met een donkere roode streep zijn doortrokken. Onder aan dén voet bevindt zich het bruingele strand, waarop zich de witte badkoetjès en men schen als kinderspeelgoed en poppetjes be wegen. Zoo klein lijkt tegenover de groot heid der natuur hier al het door menschen- ver-nuft naar vorengebrachte werk. Een vuurtoren, groote gebouwen, sche pen, kerken, kortom heel de stad is nu zichtbaar. Wij zijn aangekomen in „Englands parel der badplaatsen". ..En'glands beauty spot". FOLKESTONE. Prachtig ligt de badplaats daar, in het noorden omgeven door de hooge krijtrot sen die haar beschutten tegen de felle, gure Noordenwinden. Vandaar dat de natuur van deze havenstad mild is. Steeds vindt men er bloeiende planten, hetgeen natuur lijk veel bijdraagt tot de schoonheid van de vele en fraaie wandelwegen, die men er in en omheen vindt. Een bezoek aan deze plaats, ja zelfs een langdurig verblijf is dan ook zeer aanbevelenswaardig. Want nergens wordt den vreemdeling zooveel geboden als in dit fraaie stukje van Enge- land's tuin, „het land van Kent", waarin deze zich sterk ontwikkelende aan de van schoonheid houdende vreemdeling en En- gelschman geliefkoosde plaats ligt. Folkestone is van oudsher een visschers- plaats en het is zeer eigenaardig, dat men lijk uitzien", zei Jim lachend. „Zeg eens ronduit welken indruk ze op je maken." „Ik vind ze vervelend en akelig", zeide Nel zonder zich een oogenblik te bedenken. „Of mag ik dat niet zeggen Ze nam nu plaats in de vensterbank, waar het zachte schemerlicht het goud blonde haar en het fijne profiel zoo voor- declig liet uitkomen. Zooals ze daar zat, met dien half verle gen, half ondeugenden glimlach, behoorde ze ongetwijfeld tot de mooiste vrouwen van haar geslacht, zei Jim bij zich zelf. ,,'t Is alles nog zoo vreemd voor me", hernam ze aarzelend. „Ik zou wel eens willen weten of de bedienden er eenig ver moeden van hebben." „Vermoedens... waarvan vroeg Jim. „Wel, dat alles me moet gezegd wórden, wat ik moet doen en laten. Ik dacht dat liet heerlijk zou zijn om een groote deftige dame te worden, met al dat moois om je heen, en. het valt me zoo tegen'5, beken de ze openhartig. „Het is nu nog wat vreemd, maar je zult eens zien, hoe spoedig dat went", ant woordde hij. „Dan krijgt het nieuwe leven bekoring voor je. Je bent jong, rijk..." „...En mooi", vulde ze glimlachend aan, „maar dat schijnt een gevaarlijk bezit Rosetta waarschuwde me tenminste... maar ik gaf niet veel om mannen, totdat..." Ze zweeg en bloosde. Jim ging niet in op haar laatste gezegde. Hij gaf een andere wending aan het ge sprek, en zei „O, het volgend voorjaar zal je een heer- Tijken tijd hebben in Londen dan zal nicht Helena tot de ontdekking komen dat ze een persoon van gewicht is." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1925 | | pagina 1