BAL
U
ff
M
Pijnen
^e/ftac&£ tacA
P
ZATERDAG 14 NOVEMBER
gerste Blad
SChODl,f PLOUVIER heeft de warme PANTOFFELS
- feuilleton
•No. 269
63e Jaargang
1925s
ra
Brieven uit de Hofstad
ïdschap
RT'S JAZZ".
AIRS
EN
(OOP J
JALOERSGHE LIEFDE.
Rheumatiek, Gewrichtspijn, Ischias,
Jicht, Griep, Verkoudheid, Influenza,
Siapeioosheid, Hoofd- en Zenuwpijn
ff
M
'fA-
m
m
VLISSINGSCHE COURANT
Ut nummer bestaat uit 2 bladsn
De malaise en haar oorzaken.
gr js heel weinig te beleven, op dit
I rrficenblik, in onze vorstelijke residentie.
ÏStuurlijk, het leven gaat er voort, alle
I Melijksche zaken hebben haar loop, maar
Koor den Kroniekschrijver zijn het de bij-
I zonderheden typeerende het leven in zijn
'ontwikkeling, welke hij noodig heeft om
•:n 5rief lezenswaard te maken. Het is een
I imeen opvallend verschijnsel, dat het
I «ansche leven door een zekere matheid is
I tvangen en dat het lijkt alsof er weinig
lof geen fut meer in zit.
Het meest typeerend voor de opgewekt
heid van het leven is de drukte in de win-
I ins. Wanneer het de menschen goed gaat
I «it zich dat spoedig in lust tot aanschaf-
I fing van allerlei nuttige en andere zaken.
I Zooiets ligt nu'eenmaal m den aard van
I iedereen. Wie het minder goed naar den
I zin heeft, heeft daarin meestal weinig of
I oeen lust. Nu hoort men in Den Haag al-
I gemeen klagen over den uiterst geringen
I lust tot koopen. Vele winkels schijnt het
I bitter slecht te gaan en dit in een tijd, die
I onders heel goed pleegt te zijn. Zelfs zagen
I Jvij dat refeds nu uitverkoop wordt gehou-
I den en dat in een winkel die met het oog
10p Sinterklaas en het naderende winter-
I «tizoen eigenlijk in de bloei-periode van
I bet gansche jaar moest zijn.
I Waarin die malaise en haar oorzaak gc-
I legen zijn Het is natuurlijk moeilijk dit te
I bepalen, maar het is niet onmogelijk dat de
lalgemeene financieele toestand verre van
I schitterend is. De ambtenaren zijn gekort-
I wiekt in hun salarissen en dit wreekt zich
[natuurlijk in de eerste plaats op alles wat
zweemt naar weelde. Maar ook buiten den
ambtenaarlijken kring is de toestand verre
van rooskleurig. De algemeene malaise, al-
I tijd nog versterkt door de onzekerheid
omtrent de naaste toekomst, heeft grooten
[invloed op de stemming van allen.
In theaters en concerten is het ook maar
matig gesteld met den lust tot uitgaan. Hier
hebben we ook een vrij nauwkeurige»
maatstaf voor den algemeenen economi-
I schen toestand. Zoodra die goed is, wprdt
Itijieel graag wat geld aan uitgaan besteed,
I maar ook hiermede is het thans slapjes.
Het verwondert ons altijd dat er niet meer
I gevallen van een „krach" in het zaken-
lieven voorkomen het schijnt dat de
Imeeste raken aan den tegenspoed aardig
I het fioofd weten te bieden. Ook verwondert
I bet ons dat er altijd maar weer nieuwe
zaken bijkomen. Als straks het zeer groofè
Inbouw „De Bijenkorf", dat men reeds ge-
wimen tijd bezig is aan de Wagenstraat te
■louwen, gereed is, is er voor bijna alle
■rinkels een geduchte concurrent bij geko-
loen cn zij zullen het alle in meer of min-
lier mate gevoelen. Den Haag heet in ons
lland de weeldestad, maar alleen de inge
laden weten het, dat daarin een groot
Idee! overdrijving schuilt. Wie andere groo-
I te steden, Rotterdam of Amsterdam bijv.
I bezoekt, krijgt maar al te vaak dén indruk
I dat het weelde-vertoon, gelijk dit o.a. uit
I de etalages der luxe-winkels blijkt eer
grooter dan kleiner is dan bij ons in Den
Haag. De verhalen omtrent het al of niet
„goedkooper" zijn in die drie steden loo-
I pen zeer uiteen. Wij kennen er die uit Rot-
jerdam naar Den Haag komen en daar hun
mkoopen doen, maar wij kennen ze ook die
uit Den Haag naar Rotterdam gaan, omdat
*ij naar hun meening daar beter en ook
goedkooper kunnen slagen. Waarschijnlijk
ontloopt het elkaar dus niet heel veel en
komt het wel op hetzelfde uit.
In één opzicht hebben wij in onze stad
«ok niet datgene gekregen wat we altijd
•gehoopt hebben, nl. het centrum van alle
internationale besprekingen. Sedert in 1913
•hier het Vredespaleis is geopend hebben
wij Hagenaars allen in de illusie.geleefd dat
voortaan alles wat internationaal was op
politiek gebied naar Den Haag zou komen
•en in het Paleis zou vergaderen. Dat de
Volkenbond niet hier, maar in Genève re
sideert, blijft ons een doorn in het oog dat
telkens naar allerlei afgelegen plaatsen
wordt getrokken om daar de belangrijkste
conferenties te houden en over het herstel
en den vrede in Europa te onderhandelen,
steekt ons allen zeer. Wij hebben het Vre
despaleis en dus is Den Haag de aangewe
zen plaats voor al dergelijke bijeenkom
sten. Men onderschatte niet wat de komst
van een dergelijke conferentie beteekent.
De hotels zijn de eerste die er wel bij
varen en die welvaart geeft onmiddellijk
aan breede kringen voorspoed. Bovendien
brengt het leven in de stad en in tal van
milieu's waarin het noodig is leven te bren
gen eer ze zich doen gelden.
Een andere oorzaak van de matheid die
overal heerscht, ligt in de hooge belastin
gen. Niet alleen dat deze dikwijls enorme
sommen van de inkomens opeischen, zij
leiden er ook toe dat de gansche staat
waarin vele rijken hun leven opzetten, veel
eenvoudiger wordt. De medewerking aan
allerlei maatschappelijk-nuttige zaken is
over het algemeen veel geringer dan vroe
ger het geval placht te zijn. Ous werd
onlangs nog eens door den secretaris van
een bekende Haagsche vereeniging verze
kerd dat het vooral de rijkeren waren die
hun lidmaatschap opzegden. Wanneer naar
de reden daarvan werd geïnformeerd, werd
maar al te dikwijls verklaard dat zij door
middel van hun belastingbiljet zóó ontzag
gelijk veel reeds aan de gemeenschap af
staan, dat de Staat en de gemeente dat
geld door middel van subsidies weer weg
geven aan allerlei instellingen, dat zij niet
meer bereid zijn om ook nog eens recht
streeks te steunen.
Ons werd daarbij een geval genoemd
van iemand die vóór den oorlog één der
beste steunpilaren van allerlei nuttige in
stellingen was. Die persoon hield toen eigen
equipage en voerde een vrij aanzienlijken
staat. Zijn inkomen was thans vrijwel het
zelfde als vóór den oorlog, maar zijn be
lastingen waren bijna driemaal zoo hoog
de onkosten van het dagelijksch leven wa
ren bovendien zoo gestegen dat de equipa
ge al lang was afgeschaft, dat de eigenaar
kleiner woonde en dat hij om zich nog luxe
te kunnen permitteeren alles had afgeschaft
waartoe hij niet strikt verplicht was. Zóó
zullen er waarschijnlijk wel meer en wie
weet hoevele zij». Het „afslachten" van de
groote inkomens is voor een stad als Den
Haag zeer nadeeJig en het lijdt voor ons
geen twijfel of hierin ligt één der oorzaken
van de malaise. Waar worden in Den Haag
ooit meer schitterende diners gegeven, ge
lijk vroeger het geval was Alen denkt er
niet meer over en omdat de kosten enorm
zijn geworden èn omdat men er geen geld
meer voor heeft.
Het ware te wenschen dat in deze ver
houdingen eens een verbetering kwam.
Weelde-belasting klinkt heel fraai, maar er
zijn ten slotte anderen die er door lijden.
Het is althans te hopen dat men op dezen
weg niet voortgaat, want dan ziet het er
voor de residentie niet best uit.
EIBER.
FOLKESTONE
„En,glands Beauty Spot".
Als een der mooiste badplaatsen langs
de fraaie zuidkust van Engeland mag
Folkestone zeker genoemd worden. Jaar
lijks gaan dan ook duizenden daar genie
ten van het milde en zachte klimaat en de
schoonheid van het land van „Kent",
waarin de door de krijtrotsen omgeven en
daarop verrezen schoone plaats gebouwd
ligt. Want waarlijk het klimaat is er in alle
jaargetijden zacht en aangenaam, dit vindt
mede zijn oorzaak hierin-dat de stad ge
heel tegen den ruwen Noordenwind wordt
beschermd door de omliggende hooge
krijtrotsen. Geen wonder dan ook dat deze
badplaats bij onze landgenooten zeer in
trek is gekomen.
Hiervoor komt in de-eerste plaats een
woord van lof toe aan de stoomvaart
maatschappij „Zeeland" te Vlissingen. Ge
noemde maatschappij maakt het haar pas
sagiers zoo gemakkelijk en comfortable,
dat men, wanneer men eenmaal niet een
harer fraaie stoomschepen er een reis
heeft heen gemaakt, direct weer plannen
voorbereidt voor een volgende vacantie bij
haar afdeeling passage aan te kloppen, om
weer te kunnen genieten wan de goede zor
gen en de aangename zeereis van Vlissin
gen tot Folkestone.
Het is maar zoo'n kleine afstand wan
neer men op het snelvarende stoomschip
„Prinses Juliana" of een andere boot der
maatschappij zich beweegt. De zee is vol
afwisseling en telkens wordt ons oog ge
boeid. lederen keer ontplooien zicfr hier
nieuwe gezichtseffecten aan den horizon.
En de spiegel van het water doet de boo
ten en schepen die zich daarop bewegen
rustig hun dagtaak volbrengen.
De zee is levendig en van achter de spie
gelruiten die. het promenadedek afslui
ten tegen den guren wind kan men
genieten van de mooie vergezichten. Eerst
langs de Nederlandsche en Belgische kust
waarvan men alle badplaatsen duidelijk
onderscheidtik noem bijvoorbeeld Zee-
brugge, waar men om zoo te zeggen di
rect in de haven kan zien, zoo dicht vaart
de boot de geheele kust langs bij helder
weer is het 'zelfs mogelijk Ostende te zien
liggen. De boot vaart snel en menige groo
te stoomer doemt zich voor ons oog op,
ook zien wij eenige zeilschepen in vol
tuigage. Wat een imposant schouwspel
is dit, zoo'n driemast zeilschip in a! zijn
pronk te aanschouwen Daar dit stuk zee
Kanaal genoemd -ee-n druk verkeers-
centra is voor schepen die naar of van den
Atlantischen Oceaan gaau of komen, lig
gen verschillende lichttorens in deze zee
route die den zeeman als baken dienen om
zijn koers te bepalen.
Wij passeeren eerst her vuurschip Wie
lingen eenige van de opvarenden wuiven
ons toe en ik hoor rëeds zeggen door een
der aanwezige dames, „nu die' menschen
hebben toch ook een.eentonig leven". Doch
dit valt ook weer genoeg mede, want voor
alles wordt aan boord gezorgd, dat de ge
zelligheid aanwezig is en trouwens er is
lectuur genoeg en ik geloof zelfs, dat men
er allerhande gezelschapsspelen kan vinden
die den tijd van rust verkorten. Bij eventu-
cele geschillen wordt dan ook meestal di
rect de vredespijp opgespen, want gratis
tabak voor den vrede is "ér aan boord aan
wezig. Voor vrede doet nien hier alles
Hoe heerlijk toch op deze manier te
kunnen geniéten van de ozonrijke zeelucht
Wij naderen snel het vuurschip de Wande
laar. en zijn dan onder de Belgische kust
vandaan. De boot, die des morgens van
Engeland is vertrokken, vaart ons voorbij
en ten teeken van groet geeft de kapitein
een stoot op de stoomfluit en een vlag-
signaal. Wij koersen nu op het lichtschip
dè West-Hinder aan cn na dit gepasseerd
te zijn zitten we in volle zee. Eerlijk ge
zegd, wat hadden wij ons zoo'n zeereisje
toch geheel anders voorgesteld zij die in
den trein eerst dachten aan zeeziekte, vra
gen nu al wanneer er wat te eten valt. De
zeelucht heeft de maag goed gedaan. Even
nog een blik werpen op het groene water
kleed waarop zich kleine witte kopjes af-
teekenen niets kwaads in hun schild
voerende en dan naar beneden naar de
eetsalon.
Alvorens wij daar komen, ontwaren wij
een prachtig teakhouten betimmering waar
op óp een bordje staat „Luxe hut". Deze
hut is ook wel de hut der Koninklijke fami-
(Ingcz. Mededeeling.)
t925
ie Droomwereld,
i verlichting.
Bestuur,
ijk in bijpassend
ang te weigeren.
bestuur.
mmmm
door het ge- I
Kindermeel
rmeei toch
der in staat I
jste kinder- I
36 1
Westzaan
i m
&ar het Engelsch van MAVIS TRENT.
16)
Ze ging hier binnen en liet zich hijgend
I blazend neervallen op een stoel, waar
I w z'tten to* PÜn 'n de zijde was
Jtdaard. Toen stond ze op om het licht
?an te steken en den bewusten brief te
lezcn die afkomstig was van Nel.
„Rexburton Towers.
Beste Rosetta,
'k hoop dat dit je bereikt en dat je goed
'n wel weer in Stockporton aankwam. Ik
I dat je met mij mee was gegaan, dan
ouik mij dadelijk veel thuis gevoeld heb-
I Ik denk dikwijls aan je en vraag me
wat ,e °P °°£enb!ik wel uit-
liiitf' .b®n toer nu twee dagen, maar het
jaren. Het huis is vorstelijk in één
7 ,s een Par^ en terrassen en de
zeggen dat alles van mij is. Het
's,s. °°k vol bedienden. Er is ook een
Jür'rctten-galerij. Neef Jim zal mij vanmid-
J> 5rar rondleiden en mij vertellen wie
f;elH £maa' z^n' J'm zou 2raaf Ayr-
^worden, als ik niet tusschen-
gekomen was. Hij is zoo vriendelijk.
w wou dat h'j hier ook woonde. Hij
oont op „the Cedars" met zijn moeder
dj' !111 stiefvader, een akeligen ouden man,
tiicrle Z0° naar kan aartoijken. 2e hebben
gisterenavond gegeten en toen droeg
w3n Pa3rien. Mrs. Lester zegt dat ik
wJ»e ?ar%n .moet geven op „the To-
Br°otvaderWl* ^en rouw z'in ovcr m'in
jij dan ook eens kijken, Rosic Toe,
I "u 1?,aarvind bet heerlijk, dat jij
*ist'd fu '?e*te stoers woont. Als ik
ton i°u aan 'ets ontbrak, zou ik
en oogenblik rust hebben.
R0 Je liefhebbende Nel."
•e«a lag (jen brjef n€er cn zaf voor
zich uit te staren, met tranen in de oogen.
„Arm kind", mompelde zij. „Maar het zal
wel wennen nu is het te laat om terug te
keeren op den ingeslagen weg. Plotseling
keek ze op. toen ze het geluid vernam van
naderende 'voetstappen.
Rosetta ging recht overeind zitten met
gevouwen handen en half-open mond.
„Hij is het... o ja, hij is het!... Zou hij
bij haar aankloppen of doorloopen, zooals
de laatste maal... Zou...
Er werd aan haar deur geklopt en even
later verscheen Allen Ray met die vastbe
raden uitdrukking op het gelaat van iemand
die zich heeft voorgenomen een zeer onaan
gename taak toch door te zetten.
„Goeden avond, Rosetta", zeide hij. „Ik
kwam voorbij en ik dacht, ik zal eens even
zien hoe jij het maakt."
„Daar doe je goed aan. Allen. Ga zit
ten", zei Rosetta.
'Hij voldeed aan haar verzoek. Rosetta
sloeg hem nauwkeurig gade. Hij scheen
den laatsten tijd verouderd, en om den
mond vertoonde zich een scherpe trek.
„Je kosthuis schijnt mij niet veel zaaks",
begon hij. „Ze had toch heusch wel wat
meer voor je kunnen doen".
„O, ik zit hier best", antwoordde Roset
ta, koel en onverschillig. „Ik heb nooit van
bedelen gehouden."
„Hier zou geen. sprake zijn van bedelen",
hernam Allen norsch.
„Schrijft ze jou nooit eens vroeg Alien
na een k.orte stilte.
„Ja zeker, af en toe. Vanmorgen heb ik
juist een brief gekregen", antwoordde
Rosetta. „Wil ik je hem voorlezen
„Mij goed", zei Allen, die zich onver
schillig voordeed, .doch met de grootste
aandacht luisterde hij naar hetgeen Roset
ta hem voorlas met langzame, toonlooze
stem
„Rexburton Towers.
Beste Rosetta.
Ik ben hier nu twee dagen. Het huis is
vorstelijk in één woord. Er is hier een
park en terrassen en de zee. Ze zeggen dat
alles van mij is. Het huis is ook vol be
dienden. Er is een portretten-galerij van
mijn voorouders. Neef Jim zal mij vanmid
dag daar rondleiden en mij vertellen wie
het allemaal zijn. Neef Jim is zoo vriende
lijk. Ik wou dat hij hier ook maar woonde.
Hij woont op „the Cedars" met zijn moe
der en z'jn stiefvader. Ze hebben hier gis
terenavond gegeten en toen droeg ik mijn
paarlen.
Mrs. Lester zegt dat er groote partijen
zullen zijn op „the Towers" als wij uit den
rouw zijn over mijn grootvader. Kom jij
dan ook eens kijken
Allen verloor nu zijn zelfbehecrsching.
„Houd op", riep hij heftig. „Ik wil er geen
woord meer van hooren Geen gedachte
heeft ze voor jou over, Rosetta of voor het
verleden. Ze bluft maar op haar huis en op
haar juweelen en op haar neef, die zoo
vriendelijk is", voegde hij er bij met een
schamperen lach. „Zoo'n ontrouw, harteloos
kind Weet je nog wel hoe boos ik op jou
werd toen je me de oogen wilde openen
Toen je me vertelde van die ontmoeting
met dien reiziger hoe je haar met
kracht en geweld hebt teruggehouden en
ze je later smeekte toch niets tegen mij
te zeggen. Toen geloofde ik je nieten
als ik niet dat ongeluk had gekregen, zou
ik wel achter de waarheid zijn gekomen.
■Er. toen ik na het ongeluk machteloos te
bed lag, heeft ze taal noch teeken van zich
laten hooren. Toen mijn been was genezen,
was zij een voorname dame géwordén, die
wel andere dingen had óm er aan te
denken."
Rosetta mompelde enkele onverstaanbare
woorden en bedekte het gelaat met de
handen.
,yjij kan er niets aan -doen, hoor", ging
Allen nu voort óp vriendelijker toon „Jij
hebt je best gedaan voor ons beiden. Ik
zal nóóit vergeten, hoe je onder den indruk
was toen je mij in het hospitaal kwam
bezoeken met enkel woord of groet
tegen
Groote geneeskracht'
Absoluut piinvercfrijvend
Togal-tablcttcn lossen het urinezuur op.
gaan dus direct naar de bron der pijnen,
verdrijven deze snel en zeker, maken ge
wrichten of spieren weder los c-n lenig cn
rusten niet eerder alvorens zij U volkomen
hebben genezen- De groote geaeeskraebt en
pijnstillende werking der Togal-tabletten worden door
1500 dokters-attette-n. welke wij in 6 maanden tijds ont
vingen. volkomen bevestigd. Snel cn zeker werkend tegen
®r- G- te K. schrijft; „Voor mij
en voor mijne patiënten is het een
bartengetvaon aangename gewaar-
wording de pijnstillende werking van
dit prachtige geneesmiddel mede te
maken In vele gevallen is de snelle
genezing verbijsterend."
Bij alle Apoth. en Drog. a f 0.80 en f 2.-
Dr. E. te S. schrijft: „Tot nu roe heb
ik Togal bij gevallen van rheumatiek
en ischias dikwerf voorgeschreven en
daarbij merkwaardig snelle ge
nezingen waargenomen." Soortge
lijke attesten bereiken ons dagelijks,
ook vele van partikulicren.
(ingez. Mededeeling.)
lie, fraai gestoffeerd bestaat zij uit slaap
kamer, met badkamer en luxe salon, alles
in eerste klas uitvoering. Deze hut is ook
voor de passagiers te huur en ik geloof
zelfs, dat evenals de andere hutten aan
boord er steeds een flink gebruik van ge
maakt wordt.
In gemakkelijke fauteuils vlijen wii ons
neder, steeds genietend door de patrijs
poorten van het spel van lucht en water,
onderbroken door de vaartuigen die zich
mede op zee bevinden. Hofmeesters staan
klaar en een kijkje op een der kaarten ver
raadt dat ook voor den inwendige» mensch
aan boord goede zorg wordt gedragen.
Trouwens het heeft een algeheele ver
maardheid gekregen dat nien nergens zoo
goed eet en voor zulk een matigen prijs als
op de „Zeeland-booten". Geen wonder dan
ook dat elk Nederlander die wel eens dit
tochtje heeft gemaakt, trotsch is op zoo'n
nationaal bezit. Want is het niet een eer
voor het land en volk dat een particuliere
maatschappij vijftig jaren lang heeft mede
gewerkt Holland's naam voor zeevaart en
handel hoog te houden
Na het diner direct weer naar boven en
daar ligt voor ons het vuurschip „Sandet-
ti" wij zien ook reeds de krijtrotsen aan
den horizon zich afteekenen en koersen
recht er op aan. Machtig verheft de kust
zich daar omhoog "én het schouwspel, dat
de hooge door de zon beschenen bebouw
de, begroeide rotsen ons bieden, in kleu
renspel en indruk is van groote bekoring.
Het water dat aan onze kust grauwgroen
is, wordt hier door den krijthoudenden
bodem fraai blauwgroen en het vale wit
der rotsen teekent zich scherp hiertegen af.
Sint Margarets Bay ligt daar in een halven
girkel opgesloten. De lieflijke kleine villatjes
op den hoogen berg doen vermoeden dat
dit een élite badplaats is. De haven van
Dover die tijdens den oorlog zoo veel van
zich heeft doen spreken, varen wij vlak
langs men kan de menschen op de pier
beroepen. Dover lijkt een groote stad. Te
gen en op de rotsen zijn de hooge huizen
gebouwd op den hóogsten top verheft
van haar voor den man, die daarnaar
snakte. En toch bracht de herinnering aan
haar mij van avond hierheen. Nu goeden
dag Rosie, nog wel bedankt..."
„öa je nu a! heen Wacht nog een
oogenblik", zei Rosetta, die nu de betraan
de oogen naar hem opsloeg.
„Je... je komt toch we! eens terug?"
vroeg ze aarzelend en smeekend.
„Voel je je zoo eenzaam vroeg Alien
vriendelijk en meewarig, terwijl hij de
hand op haar schouder légde.
„O, zoo eenzaam", riep ze snikkend
„eenzaam en verlaten. Jij bent de eenige
die zich om mij bekommert. Allen, zou het
te veel van je gevergd zijn als ik je vroeg
of je mij af en toe eens wilde komen be
zoeken
Allen had zich stellig voorgenomen om
met het verleden te breken, maar nu be
haalde zijn medelijden de overhand en
vriendelnk boog hij zich over de snikkende
gestalte heen
„Wel neen, zeker niet. Dat zal ik met
alle genoegen doen als je het graag hebt.
Maar Rosetta, je mantel is heelcmaal nat.
Geen wonder dat je er zoo slecht uitziet.
En je schoenen zijn ook al zoo doorweekt.
Wacht, ik zal je eens helpen. Eerst dien
natten boel uit en dan zet ik een ketel op
cn zorg dat het water kookt voordat ik
weg ga."
Hij bleef zelfs tot zij een kop thee had
gebruikt en weer was opgefleurd.
„Ik kom nog wel eens kijken, Rosetta",
zei hij bij het weggaan. „Maar beter zorgen
voor jezelf, hoor kind."
HOOFDSTUK VIII.
Het was een regenachtige middag. De
lange portretten-galerij zag er grauw en
somber uitNel gevoelde zich terneerge
slagen op gedrukthaar gezichtje stond
ernstig, en vrij onverschillig luisterde zij
naar hetgeen jim haar vertelde.
„Ik moet zeggen dat onze voorouders
op het oogenblik er niet bijzonder vriende-
2-ich het kasteel, een fraaie burcht 'm som
bere kleur, die met zijn torens zich scherp
afteekent tegen den blauwen hemel! Kort
nadat wij de pier van Dover passeeren zien
wij Folkestone in zijn volle glorie voor ons
liggen.
Wat het eerst te bekijken is moeilijk
weer te geven, alles imponeert ons, alles
boeit ons, het is overweldigend wat wij
te aanschouwen krijgen. Het spel van kleur
en lijn overmeestert onze gedachten en wij
staren een oogenblik in alle stilte die
enkel verbroken wordt door het geruisch
van de machine der boot te kijken naar
de schoonheid der natuur.
Kijk die huizen tegen de rotsen opge
bouwd, liet lijkt of men ze gr heeft tegen
aangeplakt. Deze rotsen zijn aUe. begroeid
met heerlijke bloemen en planten, afgewis
seld door het vlekkelooze wit van de krijt-
Üagen, die hier en daar met een donkere
roode streep zijn doortrokken. Onder aan
dén voet bevindt zich het bruingele strand,
waarop zich de witte badkoetjès en men
schen als kinderspeelgoed en poppetjes be
wegen. Zoo klein lijkt tegenover de groot
heid der natuur hier al het door menschen-
ver-nuft naar vorengebrachte werk.
Een vuurtoren, groote gebouwen, sche
pen, kerken, kortom heel de stad is nu
zichtbaar. Wij zijn aangekomen in
„Englands parel der badplaatsen".
..En'glands beauty spot".
FOLKESTONE.
Prachtig ligt de badplaats daar, in het
noorden omgeven door de hooge krijtrot
sen die haar beschutten tegen de felle, gure
Noordenwinden. Vandaar dat de natuur
van deze havenstad mild is. Steeds vindt
men er bloeiende planten, hetgeen natuur
lijk veel bijdraagt tot de schoonheid van
de vele en fraaie wandelwegen, die men er
in en omheen vindt. Een bezoek aan deze
plaats, ja zelfs een langdurig verblijf is
dan ook zeer aanbevelenswaardig. Want
nergens wordt den vreemdeling zooveel
geboden als in dit fraaie stukje van Enge-
land's tuin, „het land van Kent", waarin
deze zich sterk ontwikkelende aan de van
schoonheid houdende vreemdeling en En-
gelschman geliefkoosde plaats ligt.
Folkestone is van oudsher een visschers-
plaats en het is zeer eigenaardig, dat men
lijk uitzien", zei Jim lachend. „Zeg eens
ronduit welken indruk ze op je maken."
„Ik vind ze vervelend en akelig", zeide
Nel zonder zich een oogenblik te bedenken.
„Of mag ik dat niet zeggen
Ze nam nu plaats in de vensterbank,
waar het zachte schemerlicht het goud
blonde haar en het fijne profiel zoo voor-
declig liet uitkomen.
Zooals ze daar zat, met dien half verle
gen, half ondeugenden glimlach, behoorde
ze ongetwijfeld tot de mooiste vrouwen
van haar geslacht, zei Jim bij zich zelf.
,,'t Is alles nog zoo vreemd voor me",
hernam ze aarzelend. „Ik zou wel eens
willen weten of de bedienden er eenig ver
moeden van hebben."
„Vermoedens... waarvan vroeg Jim.
„Wel, dat alles me moet gezegd wórden,
wat ik moet doen en laten. Ik dacht dat
liet heerlijk zou zijn om een groote deftige
dame te worden, met al dat moois om je
heen, en. het valt me zoo tegen'5, beken
de ze openhartig.
„Het is nu nog wat vreemd, maar je zult
eens zien, hoe spoedig dat went", ant
woordde hij. „Dan krijgt het nieuwe leven
bekoring voor je. Je bent jong, rijk..."
„...En mooi", vulde ze glimlachend aan,
„maar dat schijnt een gevaarlijk bezit
Rosetta waarschuwde me tenminste...
maar ik gaf niet veel om mannen, totdat..."
Ze zweeg en bloosde.
Jim ging niet in op haar laatste gezegde.
Hij gaf een andere wending aan het ge
sprek, en zei
„O, het volgend voorjaar zal je een heer-
Tijken tijd hebben in Londen dan zal nicht
Helena tot de ontdekking komen dat ze een
persoon van gewicht is."
(Wordt vervolgd.)