H
Advertentie!
DONDERDAG 12 NOVEMBER
Eerste Blad
binnenland
IVo.267
63e Jaargang
'1925
£en speld
miüionairl
I UANDEL
flEZEN
sche Maatschappij vai
Stoomvaart
>ER£N FJft
Schrale Huid
Ruwe Kanden
geneest men met
PUROL
Stads= en Provincienieuws
WELKREEPF.fi
VANILLE REEPEN
ADVOCAAT REEPEN
IRDE HE.3BEM
>4N EE NE 'A WA LH FJT
AM SiCKESZ
EN TEVENS*
Aü.i HAAR KEUZl-
VFRPMKINC
IM.
t. E. IU.
8
8
VL1SSIINCSCHE COURANT
YPARK 28
FRAAT 252
vember a.s.
weken van
tRINE, slechts
>pt, ontvangt een
ervies cadeau,
.ding zal kunnen
:s bij \H. pond
ran den bon uit
het Servies.
Margarine de
Bon 1 v/h. boekje
2
3
4
5
6
7
8
9
10
datum
teinber.
reclame is nog
nltbttellagi l-'N'
b» rage) mew U ml -
Familie nimmt deutj
eliersohn, der g'
st hier zu sein,
n Logis. GegenleisJ
'ochen aufenthalt tl
rs Hotel, in bekannted
Ostsee-Bad.
letters A.O., burea]
IR een
ENWON1N&
aanvaarden.^
ellamypark J7-
Eiken
en, Linnenkast
dres: Kasteelstr-J»
- Middelb.-Rotterdai
ïengelegen plaatsen
VAN PASSAOII
T. M'l
f.B. Wfl
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
DE CRISIS IN HET MINISTERIE.
Verbreking der coalitie.
Aan een beschouwing van.„de Maas
bode" ontleenen wij het volgende
De politieke gevolgen der gevallen be
slissing hebben zich al aanstonds scherp
afgeteekend, al laten zich de uiterste con-
sequenties nog moeilijk overzien.
Aan de rechtsche samenwerking is door
dit verloop van zaken een, misschien we!
onherstelbare, slag toegebracht. De verkla-
rjno door mgr. Nolens in de avondzitting
van Dinsdag afgelegd, laat hieromtrent
«een.twijfel. En het ligt overigens voor de
band dat hoe gewichtig ook de belan-
oen mogen geacht worden, bij een besten
dig samengaan der rechtsche partijen be
trokken aan zulk regeerings-accóord de
feitelijke grondslag ontvalt, wanneer men
het omtrent essentieele punten niet eens
blijkt.
Van de Katholieke fractie mag voors
hands worden verwacht, dat zij in isole
ment haar kracht zoeken zal.
Dat de breuk zich al aanstonds tot
den boezem van pet Kabinet heeft doorge
zet, is op te maken uit de verklaring van
den minister-president betreffende de ont-
slag-indiening door de vier Katholieke
ministers. Êen volslagen kabi nets-crisis
staat dus ongetwijfeld voor de deur.
Met het hopelooze vooruitzicht dat de
parlementaire wagen vaster in het moeras
zit dan ooit. Want dat de „democratische"
linkerzijde eenig effect zal hebben te ver
hopen van haar manoeuvre, is van te voren
uitgesloten.
Nóch naar links, nóch ook naar rechts
thans, glimt er meer een lichtstraaltje aan
den politieken horizon voor een parlemen
taire regeering, in den vollen zin des
voords, is'de kans momenteel verkeken.
Wat onheil toch kan blinde staatszucht
brouwen t
Uit het „Hbld." Daarmede ligt het werk
I van minister Colijn, bij de kabinetsvorming
verricht, in duigen.
Wij denken er niet aan ons te begeven
l in profetieën.
I Eén feit verdient echter bijzondere aan-
I dacht. De coalitie is getroffen in haar
Achilleshiel, op een. tijdstip, toen de coali
tiepolitiek nog niet had uitgeleefd. De
Lvrucht, die van groote waarde zou zijn
I geweest, als ze rijp van den boom was
I gevallen, is geplukt op een tijdstip nu ze
nog groen is.
1, Dergelijk politiek ongeduld wreekt zich
Jieestal en ook nu naar alle waarschijnüjk-
liieid. De coalitie, die men vandaag poogt
I dood te maken, door een voorstel als dat
wan den heer Kersten niet te beoordeelen
lnaar eigen verdiensten, maar te meten met
I den maatstaf van mogelijke parlementaire
consequenties, zou zeer wel nieuwe kracht
tonnen putten uit de omstandigheid, dat
men haar voortijdig dood poogt te ver-
Haren.
Wij. betwijfelen daarom, of voor een ge-
I zonde en normale ontwikkeling van ons
I politiek leven hetgeen heden gebeurd is
I we! toejuiching verdient.
I Ten aanzien van de tegenstemmers be-
I boort onderscheid te worden gemaakt tus-
I Bchen degenen, die regelmatig en principieel
I bun stem hebben uitgebracht tegen het ge-
I zantschap bij den Paus en degenen, die uit
I politieke berekening het amendement
I Kersten hebben gesteund. De verantwoor-
I (lelijkheid dzer laatsten voor het gebeurde
is uiteraard veel grooter dan van dc eerste.
Het „Vaderland" bevat een beschouwing
I onder het opschrift „het huishouden van
I Jan Steen".
Wij ontleenen er het volgende aan
Wij zitten dus thans reeds in volle crisis,
I cn de heer Schokking, tot veler verbazing
I fn misschien ook van hem zeiven minister
I ^worden, kan nu 11a zoo kortstondige eere
1 zuchten Boontje komt oni zijn loontje.
I Want uit het zaad door hem vele jaren
I gestrooid is Kersten opgegroeid. De logi-
I sche oplossing van de crisis zou thans
wezen, dat aan den heer Kersten de kabi-
I Rotsformatie werd opgedragen, maar hier
I zou de logica al te dol wezen.
1 Dat een sociaal-democratisch-Katholiek-
Ivrijzinnig ministerie uit deze crisis zou.
Kunnen voortkomen, lijkt ons al heel on~
I waarschijnlijk de Katholieken kunnen toch
I J°eilijk thans de hand toesteken aan hen,
I hun zoo grooten slag toebrachten, om
|J te weigeren aan de anti-revolutionairen,
§™e, hen in deze zoo trouw hielpen. De
I uitweg lijkt ons een nationaal kabi-
Ijj. uit rechts en links samengesteld, dat
Iöf kaak blijft houden de saneering van
pizeri financieel en toestand.
1 'och dient bij dit alles niet vergeten te
Id°K n' cen vraa£ 001 schorsing van
«beraadslagingen bij een coalitiekabinet
IJl zoo heel veel beteekent. Wij zijn het
1 l&n,e< verSeten, dat het ministerie, dat in
I.;." zwoer niet terug te komen ais de
ïla ve* verw°rpen werd, twee maanden
I lat/ NVeer met vr09hjke gezichten de ver-
I w stoelen innam, alsof er diets gebeurd
Iwnrf echter wel de nadruk op mag
Ikom is, dat men niet als toen
I Biet611 een oplossing vart de crisis, die
Ij. JHe. goede constitutionele begrippen
MMJs. De Kroon staat boven en buiten'
partijen en haar hulp mag nooit inge-
'oepen
rember
(12
13
16
17
ïafciën te bekomen
N.V. TrsMport- en J
Erven G. VOS, ""1
B. EENHOORN,
OOSTEBHOHT, W 3
ebre. BÜITENHEK. f I
worden, om als men in het huishoq-
lien
I Pann'an ^an ^teen elkaar al te hard met de
liaari n en He potten om dé ooren smijt,
|ai|e'n ®en. schijn vrede te herstellen. Want
Mjp/h 'n He coalitie is schijnvrede. Het
Bl. ÏW illustreert toch weer eens wat
wor»l?in-8 Hie gemeenschappelijke geloofs-
hoei e'£en'i.ik is. Ware het niet zoo dan
%n t 'iaiis H°or He christelijk-histori-
■:van 1 stc'fkste worden vereerd als een
I Öm ,niachtigste beschermers daarvan.
|%k boordende gezwel in de coalitie
IWn/rQ0*er abuetingen aannam, het was
a> en men heeft nu niet meer zich af
te vragen of zij. die er toe mee hielpen,
om dat duidelijk te maken voor een ieder,
daarvoor het juiste oogenblik hebben ge
kozen. De zaak is gebeurd en daarmee uit.
En in alle gevallen is, zelfs al weet men
weer in de coalitie een nieuw middel te
vinden, om de macht "iet uit handen te
geven, dit gewonnen, dat het weer een stap
nader is, om het verbond der onwaarachtig
heid tot het verleden te doen behooren.
De „N. R. Ct." eindigt haar beschou
wing aldus
De politieke toestand, die hierdoor is
geschapen, is inderdaad buitengewoon
moeilijk. Er is. wij herhalen het, geen con
flict tusschen regeering en parlement, noch
een in den boezem der regeering, er .is
slechts een conflict in de Kamer, dat men
langs, den weg van een regeeringscrisis
wil oplossen.
Hierin komt het vooze van den coalitie
grondslag, waarop het kabinet stond, op
nieuw uit. Ware de coalitie inderdaad op
eenig regeeringsbeginsel gebouwd, dan zou
het natuurlijk ook hebben kunnen geschie
den, dat eene der groepen op den duur een
andere overtuiging ging aanhangen en
daarvoor in de Kamer "tegenover de regee
ring een meerderheid vond. Zulk een crisis
zou gemakkelijk opgelost kunnen worden.
In deze crisis is echter van eenige politieke
gedachte geen spraak. Het heele conflict is
geboren uit een nuk, die op geen enkel
staatkundig beginsel berust. Nu een wensch
van de katholieken niet wordt vervuld, too-
nen zij een nijdigen kop...
Het is op het oogenblik nog te vroeg, om
zich over de mogelijke oplossing van deze
crisis een klaar denkbeeld te kunnen vor
men. Wij althans staan tegenover de ge
beurtenissen. waarin het kabinet zijns on
danks werd betrokken, nog te vreemd, om
ei een gemotiveerde meening over ten beste
te kunnen geven. Dit slechts lijkt ons dui
delijk, dat men het wijste zal doen, bij de
oplossing den boozen pruiler nfaar in zijn
hoek te laten staan.
De „Tijd" zegt. dat uit de bondige ver
klaring van den leider der Katholieke fractie
zoowei voor links als rechts viel af te lei
den, dat bij verwerping van den gezant-
schapspost schorsing der parlementaire be
raadslagingen zou intreden voorts, dat
niet alleen de coalitie uit elkaar zou vallen
door beëindiging der samenwerking, indien
bijv. de christelijk-hstorischen in hun be
kende houding onder bepaalde omstandig
heden volhardden, maar ook, dat zoodanige
samenwerking zou zijn uitgesloten met bijv.
leden der S.D.A.P., Vrijheidsbonders, vrij
zinnig-democraten of anderen aan wie de
afschaffing van het gezantschap zou te wij
ten zijn.
Na erop gewezen te hebben, dat alles is
te hoop geloopen om de coalitie, schrijft
„de Residentiebode" om.
Het feit ligt er en de Katholieken hebben
er hun conclusie uit getrokken.' Geen Eron
der. Op zichzelf achten wij voor ons eigen
lijk de stemming de peine niet weerd. De
coalitie gaat om de beginselen, terwijl het
gezantschap feitelijk een belang vertegen
woordigt Zou er dus reden kunnen zijn
om te zeggen de coalitie mag niet om
zulk een belang om hals gebracht we
begrijpen van den anderen kant, dat het
geduld eenmaal uitgeput is. Samen uit, sa
men thuis de coalitie is een bond van 3
partijen, die .samenwerken. Het gaat nu
niet aan, dat een der partijen voortdurend
samenspant met de vijanden van een der
andere coaüseerende partijen De Katholie
ken hebben geduld genoeg geoefend en het
was waarlijk wel te voorzien, dat eindelijk
de bom 'moest barsten. Het is onbegrijpelijk
van de christelijk-historischen dat zij zich
voortdurend voor de zweep van ds. Kersten
zoozeer krommen en hun eigen bondgenoo-
ten in den steek laten.
Als de coalitie om zeep moest of een tijd
op sta! gezet, was er waarlijk iets beters te
vinden geweest, waarop ruzie gemaakt kon
worden.
Wat nu, vraagt de „Nieuwe Ct."
Wat zal H. M. de Koningin doen bij
deze ter beschikking stelling van vier por-
ttfeuilles Het is een zeer duidelijke uit
spraak. die de Kamer heeft gegeven. Zelfs
de voorzichtige verdediging van minister
Van Kar nebeek, Dinsdagavond gegeven,
heeft de tegenstanders niet ontwapend,
hoewel zij toen reeds goed wisten, wat er
bet gevolg van zou zijn.
Moet hierop alleen een reconstructie van
het Kabinet volgen, zoo dit mogelijk is Of
is Kamerontbinding in 't vooruitzicht? We
kunnen moeilijk aannemen, dat de Katholie
ke ministers op. hun besluit zouden terug
komen.
Hoe het zij, het is een ernstig conflict,
dat een nieuwe oriëntatie eischt. In het
begin van het werkseizoen der Kamer komt
het wel zeer ongelegen,
Toch is het beter zuivere toestanden ie
scheppen. In de samenstelling der coalitie
en de positie van de machtigste fractie
daarin was te veel, dat op den duur niet
kon beklijven. Voor velen is, wat heden
middag gebeurde, als het openen van een
venster in een kamer met zwoele lucht.
Uit „de Telegraaf" Voorloopig kan
s!echts: worden geconstateerd hoe dè situa
tie is. Vier R. Kath. ministers hebben het
kabinet verlaten. Daarmee is de basis daar
van, de^ coalitie, verdwenen. Verdwijnt de
heer Colijn zelf ook, dan heeft Hij zijn
regeering slechts in twee étappes doen af
treden om niet voor zich zelf en zijn pro-
testantsche ambtgenooten den schijn te
aanvaarden ter wille van den H. Stoel zijn
portefeuille te hebben neergelegd.
Blijft de heer Colijn aan, hoe zal hij dan
zijn kabinet aanvullen
Krachtens de woorden van mgr. Nolens
van gisterennacht is samenwerking niet te
verwachten tusschen de R. Kath. en die
groepen aan welke de afschaffing van het
gezantschap bij den Paus te wijten is.
De Anti-revolutionairen hebben den ge
zantschapspost gesteund, de Chr.-Histori-
schen niet. De vraag welke de heer Colijn
dus. vermoedelijk het eerst zal willen on
derzoeken is, of de combinatie der IU Kath.
met de Anti-revolutionairen tot een- parle
mentaire meerderheid ware uit te breiden.
Of dit mogelijk zal blijken komt ons twij
felachtig voor.
Blijkt deze mogelijkheid inderdaad niet
aanwezig en zal men dus naar een andere
groepeering streven, dan komt de beteeke-
nis aan de orde van hot tegenstemmen, vnl.
der soc.-democraten. Deze hebben o.a. ver
leden jaar voor den gezantschapspost ge
stemd. Nu niet. Maar te voren hadden zij
bij het voorloopig verslag in zake de ^alge-
meene beschouwingen medegedeeld niets
te zullen nalaten om bij een stemming de
wrakheid der coalitie te demonstreeren.
Wel is waar was He motiveering van zijn
stem door den heer Vliegen in dit verband
niet zeer gelukkig Maar ook doet zich de
vraag voor of de soc.-democraten en vrijz,-
democraten wel gerekend mogen worden
f e i t e 1 ij k tot de eventueele afschaffing
van het gezantschap te hebben bijgedragen.
Hun houding toch is er een geweest van
tactiek, en in een regeering, welke steunde
cp R. Katholieken, vrijzinnig- en sociaal
democraten, zou zeer wel de gezantschaps
post dadelijk weer op de begrooting ge
bracht en aangenomen kunnen worden.
Het ging, behalve bij den steeds iet
wat anti-papistischen Vrijheidsbond
links niet en terecht tegen het gezant
schap, inaar w e I tegen de coalitie en
tegen het kabinet-Colijn.
Of een dergelijk kabinet evenwel nu di
rect uit de ontstane verwarring ontsprin
gen zal, is twijfelachtig.
In elk geval gaan wij weder een periode
van interessant politiek leven tegemoet.
Het „Utr. Dagblad" zegt het votum te
betreuren. De afschaffing van het gezant
schap acht het blad een daad van onver
diende en van laakbare onhoffelijkheid je
gens de autoriteit, bij wie een Nederland-
sche gezant was geaccrediteerd.
De verklaring van mgr. Nolens.
De letterlijke tekst van de verklaring van
mgr. Nolens luidt volgens „te Tijd" als
volgt
Ik vraag mij af in welk ander land het
nog mogelijk zou zijn, dat ieder jaar bij
amendement getracht wordt een gezant
schap op te heffen.
Ik meen, dat die vraag gerechtvaardigd
is met het oog op de noodige continuïteit
in buitenlandsche verhoudingen, en met
het oog op de waardigheid van de daarbij
betrokken mogendheden.
Ik veronderstel, dat de voorsteller van
dit amendement, evenals de leden, die er
over moeten stemmen, op de hoogte zijn
van den loop van zaken hoe in 1915 op
grond van 's lands gelang met medewer
king van alle groepen der Kamer en zon
der beginselbezwaren een tijdelijk gezant
schap bij den H. Stoel werd gevestigd
en op welke gronden dat in 1920 werd be
stendigd.
Wat mij betreft, ik acht het overbodig
voor den zooveelsten keer die gronden te
ontvouwen. Die motieven van algemeen
belang zijn onverzwakt blijven voortbe
staan.
Het is overigens duidelijk, dat dit ge
zantschap nu het eenmaal is ingesteld
voor ons, Katholieken, een bijzondere
beteekenis heeft, en de opheffing daarvan,
vooral met het oog op de hoofdmotieven,
die sommigen bewegen dit voorstel te doen
of te steunen, uiterst grievend zou zijn.
In die omstandigheden zullen wij bij
aanneming van dit amendement ernstig
moeten overwegen of wij onze stem aan
de begrooting van buitenlandsche zaken
kunnen geven.
Wij zullen ook de vraag hebben te be
antwoorden of wij steun kunnen verleenen
aan welk kabinet dan ook, voortgekomen
uit groepen, aan welker medewerking de
opheffing van dezen gezantschapspost
zou zijn te wijten.
Het tractaat met België.
De „Voorwaarts" constateert, dat het
verzet tegen het tractaat BelgiëNeder
land allerwege toeneemt, maar vreest, dat
het mei die actie misgaat, omdat de hoofd
zaak door allerlei nevenkwesties verdoe
zeld wordt. Hoofdzaak is, zegt het blad,
dat België's doel is Antwerpen tot eerste
haven van Europa te maken, ten koste van
Rotterdam. En het Nederlandsche doel
moet wezen, lijnrecht daartegenover, de
ontwikkeling van Rotterdam tot eerste
Europeesche haven, geen plaatselijk belang
evenwel, maar een algemeen nationaal
belang.
Daarbij hoede men zich er vooi> den in
druk te wekken, alsof het om een versper
ring van de Schelde te doen zou zijn.
Daarvan was en mag nimmer sprake zijn.
De weg naar zee van Antwerpen voert
nu eenmaal door Nederlandsch gebied.
Ook op Nederlandsch gebied zal die weg
uitstekend in orde moeten zijn. Hij dient te
beantwoorden aan de eischen, die een
groote zeehaven stellen moet.
In redelijkheid kunnen daarbij echter
twee dingen niet worden gevorderd
1. Zulke zware werken-.aan de rivier, dat
zij een bedreiging voor het Zeeuwsche
polderland zouden inhouden
2e. grootere geldelijke offers tot verbe
tering van de rivier, dan Nederland in ge
lijke omstandigheden aan een Nederland
sche haven zou ten koste leggen.
Daarin ligt besloten hetgeen Nederland
aan België ten dienste van Antwerpen kan
toezeggen. Minder mag niet, omdat het de
leuze de Schelde Belgische rivier, tot een
leuze met billijken grondslag zou maken.
Meer behoeft niet, omdat, indien de Schel
de Belgisch domein ware, België ook niet
meer zou kunnen doen.
Voldoening aan deze eischen houdt te
vens in, handhaving van de sotivereine
rechten van Nederland op de Schelde, voor
zoover op Nederlandsch gebied gelegen.
Al het andere ter protectie van Antwer
pen in het tractaat gebracht, is uit den
booze.
Het tarief voor het loodsgeld kan niet
anders zijn, dan gelijk voor Antwerpen en
Rotterdam in dien zin, dat het laatste zoo-
,veel lager mag zijn, «als Rotterdam dichter
bij de ?ee gelegen is dan Antwerpen.
Van het graven van kanalen, waarbij
geen Nederlandsch belang gediend wordt,
doch hetgeen uitsluitend ten doel heeft een
belangrijk deel van het Rotterdamsche
transito-vervoer af te tappen, kan niets
komen. Er mag geen spade voor in den
grond worden gezet.
De hoofdeisch in het verweer tegen het
tractaat moet Han ook zijn geen kanaal
van den Moerdijk naar Antwerpen.
Daarom vindt het blad het noodig nog
eens ernstig te waarschuwen tegen naar
voren brengen van nevenkwesties.
Examen surnumerair registratie en
domeinen.
'De minister van financiën maakt bekend
dat in de eerste helft van de maand Febru
ari 1926 zal aanvangen het in artikel 36
van het organisatiebesluit registratie, en
domeinen 1924 bedoeld vergelijkend exa
men voor de betrekking van surnumerair
der registratie en domeinen, waarvoor het
aantal plaatsen is vastgesteld op ten hoog
ste 15. Zij, die tot dit examen wenschen te
worden toegelaten, moeten vóór 25 Decem
ber 1925 het bij artikel 38 van voormeld
besluit bedoeld verzoekschrift aan het de
partement van» financiën indienen, met
overlegging van de bij dat artikel gevor
derde stukken.
In Nederland Nederlandsch
Een der lezers van het „Hbl." toonde
dezer dagen aan de redactie van genoemd
blad de rekening, die hem was voorgelegd
in een der grootste Amsterdamsche hotels,
waar hij een paar dagen had vertoefd. Er
was... „geen woord Hollandsch bij" en dat
in het hartje van Nederland
„Note pour M... On est prié de regler
la note chaque semaine pour éviter des er-
reurs". En dan volgde „appartement, dé
jeuner, oeufs", zelfs'Tiet bewijs van ont
vangst was in het Fransch, behalve dan het
plakzegel dat gelukkig Hollandsch was,
omdat het nu eenmaal niet anders kan
„Pour acquit".
Natuurlijk wordt dit goed gepraat met
de bewering dat het meerendeel der klan
ten van dit hotel vreemdelingen zijn, die
geen Nederlandsch verstaan, "doch gelooft
de hotel-directie nu heusch, dat haar in een
door vreemdelingen druk-beklant hotel te
Londen of Parijs de rekening zou voorge
legd worden in een andere taal 'dan En-
gelsch of Fransch
Legt hij zijn Fransche bezoekers voor
een Fransche, zijn Engelse he een Engel-
sche, zijn Duitsche een in het Duitsch ge
stelde rekening Zoo ja. dan zou men
daarin althans éénige logica kunnen ont
dekken, doch waarom wordt de* Neder
landsche bezoeker dan met een Fransche
nota „begunstigd", of krijgen de Neder
landsche bezoekers afwisselend tot ver
meerdering hunner kennis van vreemde
talen hun nota in Fransch, Engelsch,
Duitsch, maar niet in het Nederlandsch
Met dat al is het toch maar treurig, dat
men op dergelijke wijze toont zich te
schamen voor de taal van het land, waar
men het bropd verdient en zaken doet en
het „Hbl." zou onzen landgenooten, die
ooit in een Nederlandsch hotel mochten
worden „verblijd" met een in een vreemde
taal gestelde nota, willen aanraden „Wei
ger zulk een nota te betalen, zoolang zij u
niet behoorlijk wordt voorgelegd in de
taal van het land. Gij hebt het volle recht
zulks te eischen."
PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND.
Ged. Staten deelen aan de Prov. Staten
mede, dat zij zich evenals commissarissen
van de P.Z.E.A1. (Prov. Zeeuwsche Eleciri-
citeitsmaatschappij) kunnen vereenigen met
een ontwerpovereenkomst met de P.N.E.M.
(Prov. Noord-Brabantsche Electriciteits-
maatschappij).
Voor de voorziening van de noordgroep
der provincie (Tholen, St. Philipsland en
Schouwen en Duiveland) zal te Nieuw-
Vossemeer de stroom van de P. N. E. M.
worden betrokken en zal een ondergrond-
sche hoogspanningsleiding gelegd worden
over St. Philipsland naar Zijpe. Het benoo-
digde kapitaal voor de electrificatie van ge
noemde eilanden is begroot op ƒ1.040.000.
Voor wat betreft deze groep stellen G«_d.
Staten dan ook voor hen te machtigen de
P. Z. E. M. op te dragen een contract met
de P.N.E.M. aan te gaan en zoo spoedig
mogelijk garantie-overeenkomsten af te
sluiten met de betrokken gemeenten.
Wat betreft de Middengroep (Zuid- en
Noord-Beveland) zal het over een station
komen op een nader met de P.N.E.M. vast
te stellen plaats, de kosten worden voor
deze groep op een kapitaal van 1.160.000
geraamd.
Ook voor deze groep stellen Ged. Staten
voor, hen te machtigen de P.Z.E.M. op te
dragen een overeenkomst aan te gaan en
garantieovereenkomsten niet de betrokken
gemeenten af te sluiten.
Bovendien zal voor meters voor beidé
groepen noodig zijn ƒ300.000, zoodat
ƒ2.500.000 ter beschikking van de P.Z.E.M.
zal moeten worden gesteld. Naar de
P.Z.E.M. meent zal het best zijn, dat de
aóndeelen worden volgestort, waardoor
nog 1.500.000 uit een obligatieleening zal
moeten worden gevonden. Aan het voorstel
zijn twee ontwerp-contracten met de
P.N.E.M. voor beide groepen overgelegd.
Ged. Staten meenen in afwijking met het
bovenstaande, dat liet aandeelen-kapitaal
moet worden teruggebracht tot 1.000.000
en het benoodigde kapitaal van ƒ2.500.000
door een leening moet worden gevonden.
Mede in verband met de moeilijkheden
die zich bij de huidige wijze van benoe
ming van schatters van pachtwaarde heeft
voorgedaan en met een desbetreffend ver
zoek van den Nieuw-Neuzenpolder stellen
Ged. Staten aan de Prov. Staten voor, te
bepalen, dat niet kunnen worden benoemd
tot schatters van gronden in een polder of
waterschap de voorzitters, leden en ambte
naren van het dijkbestuur, den dijkraad
en het polderbestuur, noch de eigenaren,
vruchtgebruikers, huurders of beheerders,
(Ingez. Mededéeling.)
erfpachters van gronden in de betrokken
polders of waterschappen gelegen.
Ook wordt o.a. nog voorgesteld te be
palen, dat na 7 jaar in plaats van na 10
jaar een nieuwe schafting kan plaats heb
ben.
Ten slotte is een voorstel ingediend om-
ook voor de land- en tuinbouwcursussen
1920/1927—1930/1931 5.50 toe te kennen
voor elk uur onderricht, waarvoor het Rijk
2 bijdraagt, zooals ook de laatste 5 cur
susjaren geschiedde.
VLISSINGEN, 12 NOVEMBER,
Een Gedenkboek ter gelegenheid van het
50-jarig bestaan St Joseph-ziekenhuis.
Van het bestuur van het St. Joseph Zie
kenhuis alhier ontvingen wij een gedenk
boek, dat is uitgegeven bij gelegenheid van
de vijftigjarige herdenking dat de Eerw.
Zusters Franciscanessen, dochteren van de
H.H. Harten van Jezus en Maria te Salz-
kotten (Westfalen) zich te dezer stede
hebben gevestigd.
Het gedenkboek is een juweeltje van ty
pografische uitvoering, vooral het titelblad
in meerkleuren druk is bijzonder keurig uit
gevoerd, terwijl de verschillende foto's zeer
scherp zijn afgedrukt.
In liet gedenkboek wordt een uitvoerig
overzicht gegeven van hetgeen in deze 50
jaren is verricht.
In. ons blad hebben wij geregeld verslag
gegeven van de uitbreiding welke hét
St. Joseph Ziekenhuis in den loop dezer
halve eeuw heeft ondergaan en in het ge
denkboek wordt zelfs een gedeelte van een
verslag uit ons blad aangehaald.
Wij brengen in herinnering, dat 7- Ja
nuari 1913 de officieele opening van het
St. Joseph Ziekenhuis plaats had, bij welke
opening verschillende autoriteiten tegen
woordig waren.
In het jaar 1923 had een groote verbete
ring plaats en wel de vergrooting van de
reeds lang bestaande kleine kapel, terwijl
1 Maart van dit jaar het nieuw gebouwde
gedeelte van het ziekenhuis in gebruik
werd genomen.
Aan het slot van het 50-jarig overzicht
spreekt het bestuur de hoop uit, dat het
nog den tijd moge zien aanbreken, dat de
plannen tot algeheele uitbreiding verwe
zenlijkt worden.
Een woord van oprechten dank wordt
gebracht aan de Eerw. zusters, die in den
loop dezer 50 jaren, door hare opofferende
liefde het hare er toe bijgedragen hebben
het St. Joseph Ziekenhuis tot zoo'n grooten
bloei te brengen.
Het R. Kath. arm- en weesbestuur besluit
zijn overzicht in het Gedenkboek als volgt
Moge Gods onmisbare zegen rusten op
het werk van de Eerw. zusters en het be
stuur, opdat de met ijver en liefde vrijwil
lig op de schouders genomen last moge
blijken een zegen te zijn voor de inwoners
van Vlissingen en in het bijzonder voor de
katholieken dat het St. Joseph Ziekenhuis
moge blijven een toevlucht voor de lijdende
menschheid en een inrichting waarop allen,
zonder onderscheid, trotsch kunnen zijn.
Gemeente-begrooting van Middelburg.
Op de gemeente-begrooting van Middel
burg voor 1926 hebben Burg. en Weth. de
plaatselijke directe belasting naar het in
komen moeten uittrekken op ƒ495.000 te
gen 455.000 in het ontwerp voor 1925 (la
ter tot 442.500 teruggebracht). De verhoo
ging, vergeleken met 1925 is, zoo zeggen
Burg. en Weth., uit verschillende oorza
ken te verklaren.
De post onvoorziene uitgaven is uitge
trokken op een bedrag van 31786.01 ',4, te
genover 33694.57'/» (later verminderd met
ƒ12500) in 1925.
Uit de begrooting voor het gemeentelijk
electrisch bedrijf blijkt, dat Burg. en Weth.
voor een aantal verbruikers van electrici-
teit den prijs per K.W.U. met 2 cent zou
den willen verminderen en dat zij voorts,
ter tegemoetkoming aan de groot-verbrui
kers, met wie bijzondere contracten zijn
gesloten, ook nog over 1926 aan eiken zoo-
danigen verbruiker, voor eiken K.W.U.
verbruikt boven de 10.000, een reductie
van U/2 cent per K.W.U. zouden willen
geven.
Het Middelburgsch Ziekenfonds.
In de gisterenavond onder voorzitter
schap van den heer Herman Snijders ge
houden vergadering van het Middelburgsch
Ziekenfonds, werd door den secretaris, den
heer L. Onderdijk, het jaarverslag uitge
bracht, waaraan het volgende ontleend is:
Het fonds mag zich nog steeds verheugen
in een gestadfgen groei, een groei, welke
zelfs die van 't vorige jaar nog weer heeft
overtroffen, aangenaam mede, omdat dit
jaar zich weer heeft gekenmerkt door een
prettige en aangenome verhouding tus
schen leden, bestuur en deelnemers.
Na herinnerd te hebben aan het ook door
het fonds medegemaakte jubileum van het
bestuurslid, dr. Gieben, (het verslag loopt
van 1 Jufi30 Juni) wees spr. op de vol
gende cijfers 7 Juli 1924 bedroeg het aan
tal 4394 volw«nssenen en 1843 kinderen
6 October 4414 en 1840 5 Januari 1925
4496 en 1874 6 April 4537 en 1870 en 6
Juli 4554 en 1842. Er werden 343 volwas
senen en 105 kinderen geschreven en 133
werden ingeschreven, omdat zij 16 jaar
waren geworden, en blijft er na afschrij
vingen wegens vertrek, overlijden enz. een
vooruitgang van 165 leden tegen 107 in het
vorig tijdvak. Niettegenstaande het toene-